hbo-bachelor SZProfessional Hogeschool NCOI
3 juni 2013 NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding
Paneladvies
pagina 2
1
Samenvattend advies
3
2
Werkwijze panel
6
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
7 7 7 7
4
Opleidingsbeoordeling 4.1 Beoogde eindkwalificaties 4.2 Programma 4.3 Personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Kwaliteitszorg 4.6 Toetsing 4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 4.8 Algemene conclusie over kwaliteit van de opleiding 4.9 Aanbevelingen
10 10 12 19 21 22 23 25 25 26
5
Overzicht oordelen
27
Bijlage 1: Samenstelling panel
28
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
30
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
32
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
33
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
1 Samenvattend advies In deze samenvatting geeft het panel zijn voornaamste overwegingen en conclusies over de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-bachelor SZ-Professional van Hogeschool NCOI. In september 2011 heeft de eerste instroom in het programma plaatsgevonden. Er is daarom al bewijs voorhanden over de gerealiseerde kwaliteit ervan. Het panel heeft dit bewijs in zijn overwegingen betrokken en heeft ook een gesprek met studenten kunnen voeren. Het beroepsprofiel is op een verantwoorde wijze opgesteld en goed afgestemd op de beroepspraktijk. De denktank/raad van advies die bestaat uit vertegenwoordigers van het werkveld heeft de opleiding daarin geadviseerd. De eindkwalificaties zijn afgestemd op de domeincompetenties Business Administration en voldoen daarom aan de landelijke eisen. Tegelijk zijn ze voldoende specifiek voor dit vakgebied. De eindkwalificaties hebben het niveau van de bachelor. De doelstelling van de opleiding, zijnde het opleiden van de studenten om te werken in een complex krachtenveld en daarbinnen resultaten te bereiken in de bemiddeling van cliënten naar werk en inkomen, is valide. Dit profiel is in de vergelijking met andere opleidingen in Nederland tot uiting gebracht. De raad van advies zal zorgen voor het actualiseren van de eindkwalificaties. De functies die de afgestudeerden kunnen vervullen, zijn realistisch. Alle eindkwalificaties zijn in het programma opgenomen en zijn vertaald naar de leerdoelen en leerinhouden. De leerdoelen op hun beurt zijn inhoudelijk relevant en sturend voor de inhoud van de modules. Het programma behandelt de in dit vakgebied relevante kennis, inzichten en vaardigheden. Het programma is samenhangend, vooral ook door de competentieopdrachten en de opklimmende moeilijkheidsgraad daarin. Het aandeel van de beroepspraktijk in de opleiding is ruim voldoende. Dat blijkt uit het grote aantal opdrachten van uiteenlopende aard die de studenten in hun beroepspraktijk moeten uitvoeren. Het blijkt ook uit de rol die de raad van advies in de opleiding speelt. De literatuur die de opleiding voorschrijft, voldoet aan de eisen van inhoud en niveau. Het programma gaat in op de internationale vergelijking van stelsels van sociale zekerheid. Het panel vindt dat de opleiding het onderzoek in het programma zou moeten stimuleren. De opleiding voldoet aan de wettelijke toelatingseisen. De aanvullende eisen op het punt van de relevante werkomgeving en de praktijkbegeleider zijn helder en worden toegepast. De tripartiete overeenkomst is daarvoor een probaat middel. De deeltijdstudenten wordt in de vorm van een stage en cases een goed alternatief voor de bij hen ontbrekende werkplek geboden. De hen voorgelegde casuïstiek is voorbeeldig. Het beleid en de procedures voor het verlenen van vrijstellingen zijn goed uitgewerkt. Het didactisch concept en de bijbehorende werkvormen sluiten aan op de leer- en werkomgeving van de studenten. De duale studenten hebben de mogelijkheden om hun leerproces mede in de beroepspraktijk vorm te geven. Voor de deeltijdse studenten is ook in voldoende mate geborgd dat zij in aanraking komen met realistische beroepssituaties via fictieve casuïstiek. De online leeromgeving die de studenten aan het panel hebben laten zien, biedt een heldere structuur. De studielast is evenwichtig verdeeld over de perioden, ook al ervaren de studenten de studie als zwaar. Op grond van uitspraken van studenten en docenten en eigen waarnemingen is het panel overtuigd dat de uren die de studenten aan
pagina 3
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
hun studie besteden overeenkomen met de opgegeven studiepunten. De opleiding heeft genoeg maatregelen voor de studeerbaarheid getroffen. De docenten en portfoliobegeleiders staan de studenten goed terzijde. De opleiding biedt studenten met een functiebeperking voldoende faciliteiten. De opleiding voldoet aan de wettelijke eisen van omvang en duur. Het personeelsbeleid van de opleiding is gedegen. Bij de werving en selectie van het personeel worden terechte criteria gehanteerd. De scheiding van de functies ontwikkelen, doceren/begeleiden en beoordelen draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs. De beoordeling van de functionarissen is gedegen, mede omdat daarvoor verschillende instrumenten worden ingezet. Wel wil het panel pleiten voor meer dan één bijeenkomst per jaar voor de docenten. Het percentage van de ontwikkelaars, docenten en beoordelaars met een mastergraad is met bijna 90 % hoog. Het panel is positief over de capaciteiten van de docenten, ontwikkelaars en beoordelaars. De opleiding beschikt over voldoende medewerkers in de ondersteuning en over voldoende personen die het onderwijs kunnen ontwikkelen en verzorgen. De groepsgrootte van tussen 8 en 20 studenten is alleszins aanvaardbaar en lesuitval doet zich praktisch niet voor. De locaties van de opleiding zijn voorzien van de benodigde faciliteiten. De studenten kunnen via het informatiesysteem E-Connect over logistieke informatie beschikken en contact onderhouden met de docenten. De studiebegeleiding is naar behoren. Het panel vindt dat de docenten en begeleiders zeer betrokken zijn bij de opleiding en de studenten. Het systeem van kwaliteitszorg van de opleiding is volgens het panel solide. De opleiding heeft streefdoelen geformuleerd en houdt evaluaties onder studenten en docenten om hun tevredenheid te meten. Het systeem van kwaliteitszorg kent een sluitende cyclus om verbeteringen uit te voeren. De betrokkenheid van de studenten bij de kwaliteit voldoet. Ook de docenten zijn in de vorm van evaluaties en enquêtes bij de opleiding betrokken. Bij de afgestudeerden is een evaluatie voorzien. Het beroepenveld spreekt in de vorm van de raad van advies regelmatig met de opleiding. Het panel beoordeelt de intensieve betrokkenheid van de denktank/raad van advies bij de opleiding zeer positief. De regels voor toetsing en beoordeling zijn naar behoren vastgelegd. De examencommissie zorgt voor het waarborgen van de kwaliteit en het niveau van toetsen en beoordelingen. De functiescheiding tussen opstellen, doceren en beoordelen van tentamens en opdrachten is bij de tentamens en opdrachten en bij de portfoliobeoordeling doorgevoerd en draagt bij aan de kwaliteit van de toetsing en beoordeling. De procedures rond de eindscriptie zijn een waarborg voor het niveau, ook omdat twee beoordelaars het schriftelijk werk en de mondelinge verdediging beoordelen. De beoordeling van tentamens, opdrachten en de eindscriptie ziet er op papier gedegen uit. Het panel heeft geen gemaakt en beoordeeld werk kunnen bestuderen, omdat het werk nog niet beschikbaar was. Het panel adviseert de opleiding het portfolio elk jaar te beoordelen en niet alleen aan het einde van de studie, mede om een duidelijke relatie te leggen tussen het getoetste werk van de student en de toe te kennen studiepunten voor onder meer de praktijkopdrachten. Het panel acht de afstudeergarantie naar behoren en beschouwt de financiële spankracht van de instelling als voldoende om deze opleiding te ontwikkelen en te verzorgen. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-bachelor SZ-Professional van Hogeschool NCOI.
pagina 4
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Den Haag, 3 juni 2013 Namens het panel ter beoordeling van de uitgebreide Toets nieuwe opleiding voor de opleiding hbo-bachelor SZ-Professional van Hogeschool NCOI, dr. J. Vedder (voorzitter)
pagina 5
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
drs. W.J.J.C. Vercouteren RC (secretaris)
2 Werkwijze panel De NVAO heeft een panel vastgesteld met volgende samenstelling: – dr. J. Vedder, zelfstandig adviseur onderwijsvernieuwing en onderwijskwaliteit (voorzitter); – prof. dr. J. Lowyck, emeritus hoogleraar Centrum voor Instructiepsychologie en technologie, K.U. Leuven (panellid); – mr. H. Geugjes, docent Arbeids- en Sociale-Zekerheidsrecht en minorcoördinator Sociale Zekerheid, Hogeschool Utrecht (panellid); – ir. C.G.M. Kuijpers, opleidingscoördinator, Cluster Werk en Inkomen, gemeente Rotterdam (panellid); – R. Tavernier MA, student Bachelor of Science in de Industriële Wetenschappen: Elektronica-ICT, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (student-lid). Het panel werd terzijde gestaan door T.T. Lamers MSc, beleidsmedewerker NVAO en procescoördinator, en drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, secretaris. Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523) in acht genomen. Het panel heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. Op 8 februari 2013 is het panel voor vooroverleg bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomst zijn de eerste bevindingen van het panel besproken en nadere vragen geformuleerd voor de aanvrager. Deze vragen zijn geïnventariseerd door de secretaris en zijn als input gebruikt voor het locatiebezoek. Het panel heeft het ‘Rapport van bevindingen: NCOI 13 hbo-bachelor Opleidingen Toets Nieuwe Opleiding onder voorwaarden’ (20 november 2012) van de commissie LowyckKoper tot zijn beschikking gekregen. Op 25 maart 2013 heeft het panel een bezoek afgelegd bij Hogeschool NCOI. Tijdens dit bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 2. Na afloop van het locatiebezoek heeft het panel de bevindingen onderling besproken en vertaald naar voorlopige conclusies. Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten daarvan beargumenteerde oordelen per standaard en een eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding als geheel gegeven. De panelvoorzitter heeft aan de opleiding een korte mondelinge terugkoppeling overgebracht. De secretaris heeft een conceptadvies opgesteld dat aan de panelleden is voorgelegd voor commentaar. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar voorzien, waarna de definitieve tekst is vastgesteld. Na afronding van het traject binnen het panel is in het kader van de hoor/wederhoorprocedure het conceptrapport voorgelegd aan de instelling om feitelijke onjuistheden te signaleren. Dit heeft geleid tot een beperkt aantal wijzigingen. Op 3 juni 2013 is het definitieve advies aan de NVAO vastgesteld
pagina 6
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Instelling: Opleiding: Varianten: Locaties: Studieomvang (EC): Sector:
3.2
Hogeschool NCOI hbo-bachelor SZ-Professional deeltijd, duaal Almere, Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Zwolle 240 EC Economie
Profiel instelling Hogeschool NCOI is een onderdeel van NCOI Opleidingsgroep. Deze richt zich op de werkenden in Nederland en biedt voor hen ruim 1.000 opleidingen aan. NCOI Opleidingsgroep maakt gebruik van meer dan 1.200 freelance docenten die werkzaam zijn in geheel Nederland. Het hoofdkantoor van de instelling staat in Hilversum. Daar zijn 240 eigen medewerkers in de planning, organisatie en ontwikkeling van de opleidingen werkzaam. Hogeschool NCOI heeft de status van rechtspersoon voor hoger onderwijs. Hogeschool NCOI maakt gebruik van de infrastructuur van NCOI Opleidingsgroep. Deze omvat onder meer de afdeling advies en voorlichting die studenten advies geeft over het door hen te lopen opleidingstraject, de afdeling docentenmanagement die belast is met de werving, selectie, ontwikkeling en inzet van docenten, en het examenbureau dat zorgt voor de planning, uitvoering en beoordeling van de schriftelijke en mondelinge examens.
3.3
Profiel opleiding De opleiding hbo-bachelor SZ-Professional is voor Hogeschool NCOI een nieuwe opleiding. De opleiding is geen nieuwe opleiding voor Nederland. Er zijn andere hogescholen die deze of een gelijksoortige opleiding aanbieden. De opleidingscompetenties ofwel eindkwalificaties zijn de volgende: – Analyseren. Onderzoeken van sociaal-zekerheidsrechtelijke vraagstukken en problemen vanuit meerdere invalshoeken en perspectieven waarbij wet- en regelgeving en relevante bronnen worden geselecteerd en gehanteerd. Onderscheiden van hoofd en bijzaken. – Oordeelsvorming. Onderbouwen en motiveren van het oordeel op basis van relevante informatiebronnen, wet- en regelgeving en de menselijke maat. Vormen van een oordeel over de situatie van een cliënt op basis van een vakkundige juridische analyse en de (persoonlijke/organisatie-)omstandigheden. – Communiceren. Effectief communiceren in uiteenlopende en/of complexe situaties. Onderbouwen, op basis van oordeelsvorming, van zowel mondelinge als schriftelijke standpunten en keuzes met argumenten vanuit wet- en regelgeving. Helder, bondig en eenduidig formuleren. – Initiëren. Oplossingsgerichte werkaanpak hebben zowel met betrekking tot incidenten als duurzame verbeteringen rondom sociale-zekerheidsvraagstukken en –problemen.
pagina 7
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
–
–
–
–
Denken in mogelijkheden buiten de vaste en reguliere kaders. Vanuit de eigen visie een bijdrage leveren aan het professionaliseren van de dienstverlening. Omgevingssensitiviteit. Gevoel hebben voor bestuurlijke verhoudingen binnen de sociale zekerheid. Op de hoogte zijn van en inspelen op relevante lokale, regionale en (inter)nationale ontwikkelingen binnen de sociale zekerheid. Zich bewust zijn van ethische, juridische, organisatorische en maatschappelijke kaders. Begeleiden. Onderzoeken van behoeftes en beweegredenen van een cliënt in een sociale-zekerheidssituatie. Verbinden van mensen en middelen en bevorderen van de zelfredzaamheid van de cliënt door middel van gerichte ondersteuning. Verwachtingen uitspreken met betrekking tot de activiteiten en verantwoordelijkheid, bewaken van de voortgang, maken van afspraken met alle betrokken partijen en deze handhaven, indien nodig. Professionele integriteit. Handelen los van de eigen opvatting. Vraagstukken rond normafwijkend gedrag en integriteit aan de orde stellen. De balans houden tussen individuele, ethische en juridische aspecten. Netwerken. Ontwikkelen, onderhouden en benutten van relaties binnen en buiten de eigen organisatie.
Het programma van de opleiding is als volgt opgebouwd: Fasen/modulen
pagina 8
Studiepunten
Fase 1 Sociale zekerheid in Nederland Conflictbemiddeling en mediation Integrale dienstverlening in de keten Arbeidsmarkt en bemiddeling Verzuimbegeleiding en reïntegratie Personeelsmanagement Eindopdracht fase 1 Beroepscompetentieontwikkeling 1
60 EC 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 6 EC 6 EC
Fase 2 Juridische aspecten van hulp- en dienstverlening Professionele vaardigheden voor hulpverlening en begeleiding Arbeidsrecht en arbeidswetgeving Toezicht, handhaving en fraude Eindopdracht fase 2 Beroepscompetentieontwikkeling 2
60 EC 12 EC 12 EC 12 EC 12 EC 6 EC 6 EC
Fase 3 Effectief communiceren en beïnvloeden Adviesvaardigheden Keuzeprogramma (minor) Beroepscompetentieontwikkeling 3
60 EC 12 EC 12 EC 24 EC 12 EC
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Fase 4 Beroepscompetentieontwikkeling 4/stage Eindscriptie
Totaal opleiding
De studenten kunnen uit de volgende minoren kiezen. – – – – – –
pagina 9
Loopbaanadvisering Jeugdzorg Schuldhulpverlening Budgetcoaching Coaching Projectmanagement
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
60 EC 30 EC 30 EC
240 EC
4 Opleidingsbeoordeling Van toepassing is het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523). Het kader wordt gebruikt als de instelling niet beschikt over een positief oordeel over de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling is gericht op zeven vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Met welk programma? 3. Met welk personeel? 4. Met welke voorzieningen? 5. Hoe wordt de kwaliteit geborgd? 6. Hoe wil de opleiding dit toetsen? 7. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze zeven vragen zijn vertaald in zeven onderwerpen en 16 standaarden. Over de standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding als geheel, ook op de tweepuntschaal. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van de opleiding in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. Voldoende De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. Indien een opleiding niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken.
4.1 4.1.1
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De opleiding heeft een beroepsprofiel en een opleidingsprofiel opgesteld bij wijze van kader voor deze opleiding. Deze profielen zijn gebaseerd op bijeenkomsten van de denktank, gesprekken met vertegenwoordigers van het beroepenveld, een onderzoek in het werkveld en de bestudering van relevante beleidsstukken en studies. De denktank bestaat uit vertegenwoordigers van het werkveld en is speciaal door de opleiding in het leven geroepen
pagina 10
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
om te adviseren over deze profielen. Het onderzoek bestond uit een enquête onder personen die actief zijn in de beroepspraktijk. De gesprekken met personen uit het werkveld hadden tot doel de ontwikkelingen in dit beroepenveld te duiden. De opleiding heeft het beroepsprofiel dat aldus is ontstaan, gelegd naast de competenties van het domein Business Administration. Dit domein is gekozen, omdat de beoogde opleiding verwantschap vertoont met de bacheloropleiding Personeelsmanagement, die tot dit domein behoort. De domeincompetenties van Business Administration vormen het kader waarbinnen de opleidingscompetenties zijn afgeleid. Deze stap is gezet om de aansluiting met een landelijk kader te verzekeren. De opleidingscompetenties c.q. eindkwalificaties van de opleiding zijn aldus een disciplinespecifieke invulling van de Business Administration domeincompetenties. De eindkwalificaties van de opleiding zijn weergegeven in paragraaf 3.3 van dit rapport. Door de koppeling met de domeincompetenties van Business Administration heeft de opleiding de aansluiting met zowel de Dublin-descriptoren als de HBO-kernkwalificaties gewaarborgd. De opleiding heeft ten bewijze daarvan een matrix opgesteld die de relatie tussen de opleidingscompetenties en de Dublin-descriptoren en HBO-kernkwalificaties zichtbaar maakt. De opleiding leidt studenten primair op om cliënten te begeleiden naar een situatie van arbeidsparticipatie. Dat vereist het kunnen werken in een complexe situatie van private en publieke partijen, het hebben van overzicht over dat krachtenveld en het vermogen om daarin resultaten voor de cliënten te bereiken. Daarom is de opleiding enerzijds sterk gericht op de mensen om wie het gaat en anderzijds op het krachtenveld waarin zij naar werk of naar inkomen moeten worden bemiddeld. De opleiding heeft de eindkwalificaties vergeleken met die van de andere opleidingen SZProfessional op hbo-bachelorniveau in Nederland. Naast de overeenkomsten die er zijn, spitst deze opleiding zich toe op het begeleiden van cliënten naar inkomen of naar werk. De veranderingen die zich in organisaties voordoen, spelen daarin een belangrijke rol. De opleiding heeft een raad van advies ingesteld. Dit is een voortzetting van de hierboven genoemde denktank. Deze raad heeft een belangrijke toetsende rol als het gaat om de afstemming van de eindkwalificaties van de opleiding op de eisen van de beroepspraktijk en het actueel houden daarvan. De afgestudeerden van de opleiding zullen onder meer werkzaam zijn bij regionale bestuurlijke organisaties, uitvoeringsorganisaties, adviesbureaus in de publieke en private sector en werkgevers- en werknemersorganisaties. Zij kunnen daar functies vervullen als reïntegratiecoach, casemanager, inkomensconsulent, voorlichter, HR-adviseur, medewerker bezwaar en beroep, medewerker handhaving en arbeidsdeskundige. Overwegingen Naar het oordeel van het panel is het beroepsprofiel op een verantwoorde wijze opgesteld en goed afgestemd op de beroepspraktijk. De opleiding heeft haar oor te luisteren gelegd bij het beroepenveld en heeft zich intensief laten adviseren door de denktank die bestaat uit vertegenwoordigers van het werkveld.
pagina 11
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Het opleidingsprofiel en de eindkwalificaties die uit het beroepsprofiel afgeleid zijn, zijn goed ingebed in de landelijke domeincompetenties Business Administration en voldoen daarom aan de landelijke eisen. Het panel acht de eindkwalificaties voldoende specifiek voor het vakgebied van de opleiding. Het panel onderschrijft de doelstelling van de opleiding, zijnde het opleiden van de studenten tot personen die in staat zijn te werken in een complex krachtenveld en daarbinnen resultaten weten te bereiken in de bemiddeling van cliënten naar werk en inkomen. Het panel heeft de relaties tussen de eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren alsmede de HBO-kernkwalificaties bestudeerd en acht mede op grond daarvan het bachelorniveau van de eindkwalificaties aangetoond. De opleiding heeft een zinvolle vergelijking gemaakt met andere opleidingen in Nederland en daarbuiten. De profilering van deze opleiding is in deze vergelijking goed tot uitdrukking gebracht. Het panel acht de rol die het beroepenveld in de vorm van de raad van advies zal vervullen bij het actualiseren van het beroepsprofiel en de eindkwalificaties stevig genoeg om deze actualiteit te waarborgen. De functies die de afgestudeerden kunnen vervullen, komen het panel als realistisch voor. Conclusie: voldoende
4.2 4.2.1
Programma Standaard 2 De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Bevindingen Een aantal delen van het programma dienen de studenten in de beroepspraktijk uit te voeren. Het gaat daarbij om de volgende onderdelen. - Opdrachten binnen de modules. Dit zijn opdrachten die de studenten binnen de modules uitwerken en die in de colleges worden besproken. De studenten verbinden daarin de theorie met de praktijk. - Moduleopdrachten ter afsluiting van een module. In deze opdrachten passen de studenten de kennis en inzichten die zij in de module hebben opgedaan toe in de vorm van een te schrijven plan. - Praktijkopdrachten. Dit zijn opdrachten die de studenten parallel aan en in het kader van een module maken. Zij dienen daarin aan te tonen in staat te zijn de theorie naar de praktijk van het beroep te vertalen. Deze twee opdrachten nemen de studenten in hun portfolio op. - Competentieopdrachten. De studenten tonen mede aan de hand van voorbeelden uit de praktijk aan dat ze bepaalde competenties hebben verworven. Ze voegen daar een reflectieverslag aan toe en nemen deze opdrachten en verslagen in hun portfolio op.
pagina 12
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
- Eindopdrachten. Dit zijn opdrachten waarmee de studenten de eerste twee fasen van de opleiding afronden. Zij dienen de kennis en inzichten van de voorafgaande modules te integreren en in een praktijksituatie toe te passen. - Afstudeeropdracht. Aan het einde van de opleiding schrijven de studenten een scriptie waarin ze de kennis en inzichten op bachelorniveau aantonen en toepassen bij het oplossen van een vraagstuk uit de beroepspraktijk. De duale studenten voeren de genoemde opdrachten in hun eigen werkomgeving uit. De deeltijdstudenten die niet over een relevante werkplek beschikken, voeren de opdrachten uit op hun stageadres of aan de hand van cases die de opleiding hen voorlegt. Dat geldt ook voor de weinige studenten die de opleiding in de vorm van e-learning volgen. In het huidige cohort is dat slechts één student. De studenten beschikken over een relevante werkplek waarin ze de opdrachten kunnen uitvoeren. Deeltijdstudenten die geen relevante werkplek hebben, dienen aan het einde van de studie een stage van 30 EC te lopen. De raad van advies van de opleiding, waaraan ook onder standaard 1 is gerefereerd, geeft de opleiding advies over de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk. De opleiding schrijft literatuur voor in de vorm van boeken. Deze boeken moeten soms niet helemaal worden bestudeerd maar wel het grootste deel daaruit. Daarnaast biedt de opleiding readers aan waarin ook artikelen op het vakgebied zijn opgenomen. Actuele artikelen stelt de opleiding beschikbaar op de online leeromgeving. De opleiding beoordeelt elk jaar de aangeboden literatuur en past deze, indien gewenst, aan. Binnen het programma wordt aandacht besteed aan internationale aspecten. Zo wordt het sociale-zekerheidsstelsel van Nederland vergeleken met dat in andere landen. Hogeschool NCOI heeft een academic board in het leven geroepen. Deze bestaat uit hoogleraren op verschillende vakgebieden. De board beoogt relevante onderzoeksthema’s aan te reiken en het praktijkgerichte onderzoek binnen de opleidingen te bevorderen. Het doel is dat studenten binnen één van de gekozen thema’s een onderzoek kunnen doen. Dit heeft nu wel zijn beslag gekregen voor de masteropleidingen maar nog niet voor deze bacheloropleiding. Overwegingen Het panel acht het aandeel van de beroepspraktijk in de opleiding ruim voldoende. De studenten worden in de vorm van de uiteenlopende opdrachten ertoe aangezet de theoretische kennis die zij opdoen, met de praktijk te verbinden, deze kennis in de praktijk toe te passen en de gewenste beroepshouding te ontwikkelen. De raad van advies vervult in de ogen van het panel een zinvolle rol bij het realiseren van de aansluiting van het programma op de eisen van de beroepspraktijk. De literatuur die de opleiding voorschrijft, voldoet volgens het panel aan de eisen. Dat geldt zowel voor de inhoud als voor het niveau van de literatuur. Het panel vertrouwt erop dat de opleiding de literatuur actueel zal houden.
pagina 13
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Het panel acht de internationale component in het programma naar behoren. Voor een opleiding als deze vindt het panel de kennis van en het inzicht in de Nederlandse regelgeving en aanpak overigens toch het belangrijkste. Hogeschool NCOI heeft stappen gezet om het praktijkgerichte onderzoek te stimuleren. De aansluiting daarvan met deze opleiding is echter nog niet gerealiseerd. Het panel vindt dat de opleiding dat wel zou moeten doen. Conclusie: voldoende 4.2.2
Standaard 3 De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen De opleiding heeft een tabel opgesteld waarin de relatie wordt gelegd tussen de eindkwalificaties en de modulen van het programma. Volgens deze tabel zijn alle eindkwalificaties in het programma opgenomen. De opleiding maakt voor elk van de modulen gebruik van studiewijzers. In deze studiewijzers zijn de leerdoelen, de leerinhoud, de studielast, de voorgeschreven literatuur, de werkvormen en de toetsvormen opgenomen. De leerdoelen van de modulen sluiten aan op de eindkwalificaties. Het programma van de opleiding is primair gericht op juridische kennis en inzichten (onder meer Nederlands recht en sociaal en arbeidsrecht), sociologische kennis en inzichten (onder andere maatschappelijke ontwikkelingen, sociale zekerheid en participatie) en professionele vaardigheden (onder meer gesprekstechnieken, mediation en cultuur en veranderingen in organisaties). Het programma is opgebouwd uit opleidingsspecifieke, domeinspecifieke en generieke modules. Van in totaal 16 modules zijn 10 opleidingsspecifiek (module komt alleen in deze opleiding voor), 3 domeinspecifiek (module wordt gedeeld met andere opleidingen in het domein Management Economie Recht) en 3 generiek (module wordt gedeeld met opleidingen ook buiten het domein). Bij de opleidingsspecifieke modules zijn overigens meegeteld de 2 opdrachten aan het einde van de fasen in het programma, het portfolio en de eindscriptie. Een domeinspecifieke module als Personeelsmanagement wordt voor de studenten van deze opleiding wel op de thematiek van sociale zekerheid toegesneden. Van de minoren zijn 2 generiek, 2 domeinspecifiek en 2 opleidingsspecifiek. Het programma gaat in fase 1 in op de algemene kennis van het vakgebied, mede gericht op de werking van het sociale-zekerheidsstelsel en participatie. In fase 2 streeft de opleiding verdieping na en ligt de nadruk op het juridische kader. In fase 2 en 3 gaat de aandacht ook uit naar professionele juridische vaardigheden. In de minor in fase 3 krijgen de studenten de gelegenheid zich te verdiepen (zie paragraaf 3.3 van dit rapport). In fase 3 en 4 komt ook de beroepsoriëntatie van de studenten aan de orde. Het programma kent een vaste volgorde. De studenten kunnen daar binnen één fase wel van afwijken maar de opleiding raadt dat af. De samenhang van het programma wordt mede gewaarborgd door de competentieopdrachten die de studenten in hun portfolio opnemen. Deze opdrachten die gekoppeld zijn aan de eindkwalificaties, hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. De studenten met wie het panel heeft gesproken hebben
pagina 14
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
beaamd dat de competentieopdrachten als rode draad door het programma heen functioneren. Overwegingen De opleiding heeft de eindkwalificaties verantwoord in het programma verwerkt. Het panel heeft waar kunnen nemen dat alle eindkwalificaties in het programma opgenomen zijn en vertaald zijn naar de leerdoelen en de leerinhouden van de modules. Het panel beschouwt de leerdoelen als inhoudelijk relevant en als sturend voor de inhoud van de modules. Aldus sluit de leerstof goed aan op de eindkwalificaties. Het panel is van oordeel dat het programma van de opleiding relevante kennis, inzichten en vaardigheden behandelt. Het programma is in de ogen van het panel samenhangend. De opbouw van de fasen is logisch. De aan de eindkwalificaties verbonden competentieopdrachten dragen aan de samenhang bij, ook gezien de opklimmende moeilijkheidsgraad. Voor het panel is ook van belang dat de studenten het programma als samenhangend ervaren. Conclusie: voldoende 4.2.3
Standaard 4 De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Het didactisch concept van de opleiding is opgebouwd uit een drietal bouwstenen, te weten het Actief Leer Principe, de leertheorie van Kolb en het beroepsgericht opleiden. Het Actief Leer Principe gaat ervan uit dat studenten het meeste leren door handelingen te verrichten en daarop te reflecteren. De opleiding doorloopt de vier fasen uit de leertheorie van Kolb. In het beroepsgericht opleiden worden de studenten in staat gesteld in de beroepspraktijk te leren. De opleiding maakt gebruik van drie werkvormen die in een onderlinge samenhang de leeromgeving van de studenten vormen. Dat zijn de bijeenkomsten, de werkomgeving van de studenten en de online leeromgeving. De studenten volgen colleges tijdens de bijeenkomsten. Daarin draagt de docent kennis en inzichten over, worden cases behandeld en vinden discussies tussen studenten plaats. De studenten dienen zich voorafgaand aan de bijeenkomsten voor te bereiden en een opdracht te maken, die zij vinden in de online leeromgeving. De online leeromgeving stelt de studenten in staat hun portfolio bij te houden en met andere studenten en docenten over de leerstof van gedachten te wisselen. In de werkomgeving voeren de duale studenten opdrachten uit waarin zij de kennis en inzichten uit de bijeenkomsten verbinden met de beroepspraktijk. Deeltijdse studenten beschikken niet over een dergelijke beroepspraktijk, maar komen door middel van fictieve casuïstiek of in de stage in aanraking met realistische beroepssituaties. Overwegingen De opleiding beschikt volgens het panel over een didactisch concept dat goed aansluit op de leer- en werkomgeving van de studenten. De studenten zijn overwegend werkzaam in de beroepspraktijk en hebben er baat bij het leerproces aan hun beroepspraktijk te koppelen.
pagina 15
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
De werkvormen die de opleiding inzet, sluiten volgens het panel aan op het didactisch concept. Deze werkvormen bieden de studenten voldoende mogelijkheden om hun leerproces vorm te geven. Het panel heeft de fictieve cases voor deeltijdse studenten bestudeerd en stelt vast dat ze voldoende zijn ontwikkeld om ook die studenten in staat te stellen de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Het panel heeft toegang gekregen tot de elektronische leeromgeving en met studenten mee kunnen kijken hoe het onderwijs digitaal is ingericht. Het panel is positief over de online leeromgeving. Deze is goed georganiseerd en biedt de studenten een heldere structuur waarin de te volgen modules, de voortgang in het portfolio en de opeenvolging van de lesbijeenkomsten helder zijn vastgelegd. Conclusie: voldoende 4.2.4
Standaard 5 Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bevindingen De opleiding geeft voorlichting over het programma aan de aankomende studenten. Voordat zij aan de opleiding beginnen worden de studenten ingelicht over de inhoudelijke en organisatorische aspecten daarvan. Als studenten zich aanmelden, controleert de opleiding of zij voldoen aan de wettelijke eisen voor toelating. Studenten met een diploma van havo, vwo of mbo-4 worden tot de opleiding toegelaten. Daarnaast moeten de studenten over minstens twee jaar relevante werkervaring beschikken. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar en niet aan de formele eisen voldoen, dienen eerst een hbo-deelprogramma van een jaar te volgen alvorens zij aan de opleiding kunnen beginnen. De studenten die de duale variant van de opleiding volgen, dienen te beschikken over een relevante werkomgeving. De opleiding sluit met de student en diens werkgever een tripartiete overeenkomst waarin de eisen aan de werkplek, het faciliteren van het leerproces op het werk en de rol van de praktijkbegeleider vastgelegd worden. De praktijkbegeleider moet beschikken over vakdeskundigheid, senioriteit en ervaring met het begeleiden of coachen. De portfoliobegeleider onderhoudt het contact met de praktijkbegeleider. Als door veranderingen op het werk niet meer aan deze voorwaarden voldaan zou zijn, dan worden de studieadviseur en de portfoliobegeleider van de student geacht dat te signaleren. De opleiding zoekt naar een methode die dat beter waarborgt. Mocht de student niet over een relevante werkomgeving te beschikken, dan kan hij of zij zich inschrijven voor de deeltijdvariant van de opleiding. De student dient in dat geval een lintstage van 30 EC te volgen en opdrachten uit te voeren die ofwel op het stageadres worden uitgevoerd ofwel gebaseerd zijn op door de opleiding aangereikte casuïstiek. De studenten hebben recht op de vrijstelling van modulen. Vrijstellingen worden verleend op grond van diploma’s en op grond van eerder verworven competenties. In het eerste geval hanteert de opleiding een lijst met standaardvrijstellingen. In de tweede situatie vindt een vergelijking plaats tussen de verworven competenties en de leerdoelen. De student dient een bewijs voor de vrijstelling over te leggen. De opleidingsmanager beoordeelt dat, na overleg met materiedeskundigen. De examencommissie controleert dit besluit.
pagina 16
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Overwegingen De informatievoorziening van de opleiding aan geïnteresseerde studenten is volgens het panel in orde. De opleiding voldoet aan de wettelijke toelatingseisen. De aanvullende eisen die aan de toelating worden gesteld op het punt van de relevante werkomgeving en de praktijkbegeleider zijn helder en worden volgens het panel nagekomen. De tripartiete overeenkomst die wordt gesloten, is daarvoor een degelijk middel. De opleiding zou strikter moeten toetsen of ook na het begin van de studie de werkplek de mogelijkheden voor het leerproces blijft bieden, zeker wanneer de werkplek verandert. De eisen die aan de deeltijdstudenten worden gesteld, zijn een goede vervanging voor de relevante werkplek. Het beleid en de procedures ten aanzien van het verlenen van vrijstellingen zijn volgens het panel goed uitgewerkt. Conclusie: voldoende 4.2.5
Standaard 6 Het programma is studeerbaar. Bevindingen De studenten die de duale variant volgen en de studenten die de deeltijdvariant volgen, doorlopen hetzelfde programma, zij het dat de deeltijdstudenten stage lopen en de duale studenten niet. Zoals bij standaard 2 is aangegeven, hebben studenten de mogelijkheid om de opleiding in een e-learning variant te volgen, dat is zonder het bijwonen van lesbijeenkomsten. Aan het begin van deze studie voert de docent een telefonische intake met deze studenten. Tussen docent en student worden afspraken gemaakt dat de docent reageert op de vragen van de student en op de opdrachten die de student inlevert. De opleiding heeft de studielast over de modulen en de fasen van het programma verdeeld. De studenten worden geacht de opleiding binnen zes jaar te voltooien. De studenten met wie het panel heeft gesproken, ervaren het programma als zwaar. De docenten hebben dat bevestigd. De nominale studiebelasting wordt door de opleiding geraamd op 38 uur per week, voor de helft bestaande uit lesbijeenkomsten en zelfstudie en voor de andere helft uit activiteiten die op de werkplek worden uitgevoerd. Het aantal contacturen is 3 per week, los van de interactie via de online leeromgeving. Volgens de studenten met wie het panel heeft gesproken, is de studielast 20 uur per week aan zelfstudie en lesbijeenkomsten met pieken tot 30 uur per week waarbij de praktijkopdrachten daar nog bovenop komen. De studenten volgen colleges tijdens de lesbijeenkomsten. Bij het uitvoeren van de praktijkopdrachten krijgen ze begeleiding van de docent en de portfoliobegeleider namens de opleiding en van de praktijkbegeleider namens de organisatie waar de student werkzaam is of stage loopt. De portfoliobegeleider volgt de studenten bij de competentieopdrachten.
pagina 17
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
De studenten hebben twee tentamenmogelijkheden per jaar. De uitslagen worden in verreweg de meeste gevallen binnen vier weken bekend gemaakt. De tentamens sluiten aan op de leerinhoud van de modules, uitzonderingen daargelaten. De studenten met wie het panel heeft gesproken, zijn zeer te spreken over de snelheid waarmee de docenten antwoorden op de vragen die zij tussen de colleges door aan hen stellen. De locaties waar de opleiding wordt gegeven, zijn toegankelijk voor mindervalide studenten. Studenten met een functiebeperking kunnen de tentamens in een aangepaste vorm afleggen. Overwegingen De opleiding biedt de studenten voldoende mogelijkheden om de studie in het gewenste tempo te doorlopen. De studielast is evenwichtig verdeeld over de perioden, zij het dat de studenten de studie als zwaar ervaren. Mede gezien de uitspraken van de studenten en de docenten en de eigen waarnemingen van het panel, is het panel overtuigd dat de uren die de studenten aan hun studie besteden overeenkomen met de opgegeven studiepunten (EC’s). De opleiding heeft naar de mening van het panel afdoende maatregelen getroffen om de studeerbaarheid van het programma te verzekeren. De docenten en portfoliobegeleiders kwijten zich goed van hun taak inzake de studiebegeleiding. Dat geldt ook voor de begeleiding van de studenten die de e-learning variant volgen. De opleiding biedt studenten met een functiebeperking voldoende faciliteiten. Conclusie: voldoende 4.2.6
Standaard 7 De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma. Bevindingen Het programma van de opleiding telt in totaal 240 EC en heeft een nominale studieduur van vier jaar. Overwegingen De omvang van het programma is met 240 EC in overeenstemming met de wettelijke eisen. De nominale studieduur bedraagt vier jaar en komt daarom ook overeen met de wettelijke studieduur. Conclusie: voldoende
pagina 18
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
4.3 4.3.1
Personeel Standaard 8 De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Bevindingen Het personeel dat aan de opleiding is verbonden, bestaat uit de opleidingsmanagers, kerndocenten, ontwikkelaars, docenten, portfoliobegeleiders en beoordelaars. Van deze zijn alleen de opleidingsmanagers in vaste dienst, terwijl de overige functionarissen freelance aan de opleiding zijn verbonden. De instelling heeft voor elk van deze functies een profiel opgesteld. De functies voor het ontwikkelen van het studiemateriaal en de tentamens (ontwikkelaars), het doceren of begeleiden (docenten, portfoliobegeleiders) en het beoordelen van opdrachten en tentamens (beoordelaars, portfoliobeoordelaars) zijn gescheiden. De werving- en selectieprocedure voor elk van de genoemde functies is gebaseerd op vooraf vastgestelde criteria. Het gaat daarbij niet alleen om vakinhoudelijke expertise maar ook ervaring in de beroepspraktijk en didactische vaardigheden. Docenten volgen verplicht een basisopleiding tot docent. Met de docenten wordt periodiek (meestal jaarlijks, tenzij het om een zeer ervaren docent gaat) door de afdeling docentenmanagement een persoonlijk voortgangsgesprek gevoerd. Daarin komen ook de resultaten van de evaluaties onder studenten aan de orde. De docenten worden geacht om minstens een score van 8 op 10 in deze evaluaties te halen. In dat geval worden zij bij voorrang ingezet. Het opleidingsmanagement legt lesbezoeken af. De opleiding biedt de docenten geen scholingsfaciliteiten, omdat zij ervan uit gaat dat de docenten de benodigde vakkennis bezitten en deze ook zelf bijhouden. De opleiding organiseert bijeenkomsten waarop de genoemde functionarissen bij elkaar komen. Dat gebeurt aan het begin van het studiejaar voor allen, in het vakgroepoverleg voor docenten, tijdens de kalibreersessies voor beoordelaars en in twee bijeenkomsten per jaar voor docenten. Overwegingen Het panel beschouwt het personeelsbeleid van de opleiding als gedegen. De eisen die aan de docenten, ontwikkelaars en beoordelaars worden gesteld, zijn relevant. De scheiding van de functies ontwikkelen, doceren/begeleiden en beoordelen draagt volgens het panel bij aan de kwaliteit van het onderwijs. De beoordeling van de functionarissen is gedegen, mede omdat daarvoor verschillende instrumenten worden ingezet. Wel vindt het panel één bijeenkomst per jaar voor de docenten te gering en wil het panel pleiten voor een hogere frequentie daarvan. Conclusie: voldoende
4.3.2
pagina 19
Standaard 9 Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Bevindingen Van het kernteam van kerndocenten, ontwikkelaars, docenten en beoordelaars heeft bijna 90 % (16 van 18) een opleiding op wo-masterniveau afgerond. Dat is nu al boven het streefgetal van 80 % van Hogeschool NCOI. De docenten beschikken over de benodigde vakkennis om de modules te geven. Zij zijn ook goed ingevoerd in de beroepspraktijk waardoor zij de praktijk in hun colleges naar voren kunnen laten komen. Tot slot hebben ze didactische vaardigheden. De opleiding biedt hen een didactische training aan, mochten zij deze laatste vaardigheid in mindere mate bezitten. De studenten met wie het panel heeft gesproken, oordelen positief over de vakkennis van de docenten en over de wijze waarop ze elementen uit de beroepspraktijk in hun colleges naar voren brengen. Overwegingen Het panel heeft de curricula vitae van de docenten bestudeerd en beoordeelt de vakinhoudelijke, werkveldgerelateerde en didactische capaciteiten van de bij het onderwijs betrokken medewerkers als meer dan voldoende. Het percentage onder hen in het bezit van een mastergraad is hoog. Het panel is positief gestemd over de docenten, ontwikkelaars en beoordelaars met wie het panel een gesprek heeft gevoerd. De mening van de studenten over de docenten sterkt het panel in dat oordeel. Conclusie: voldoende 4.3.3
Standaard 10 De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen De interne capaciteit aan ondersteunende medewerkers van Hogeschool NCOI wordt afgestemd op het totaal aantal opleidingen waaronder deze opleiding. De personen die belast zijn met het ontwikkelen en het verzorgen van het onderwijs zijn freelance aan de opleiding verbonden. De opleiding zorgt voor het aantrekken van het aantal onderwijsgevenden dat benodigd is. De groepsgrootte varieert van 8 tot 20 studenten. Uitval van lessen komt praktisch niet voor. Overwegingen Het panel heeft door de flexibele inzet van docenten, die als freelancer aan de instelling verbonden zijn, geen exacte staf/student-ratio kunnen vaststellen maar stelt wel vast dat de opleiding beschikt over voldoende medewerkers in de ondersteuning en ook over voldoende personen die het onderwijs kunnen ontwikkelen en verzorgen. Dit is geborgd door het personeelsbeleid van NCOI. Het panel vindt de groepsgrootte van tussen 8 en 20 studenten alleszins aanvaardbaar en is positief over het uitblijven van lesuitval. Conclusie: voldoende
pagina 20
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
4.4 4.4.1
Voorzieningen Standaard 11 De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen De opleiding wordt verzorgd op verschillende locaties in Nederland. Volgens de gegevens van de opleiding zijn deze locaties alle voldoende uitgerust om het onderwijs te kunnen geven. De locaties hebben onder meer leslokalen met audiovisuele hulpmiddelen, catering, een goede bereikbaarheid en parkeerfaciliteiten. De studenten worden geacht zelf over toegangsapparatuur voor het internet te beschikken door middel van de aanwezige Wi-Fifaciliteit. Er is geen eigen bibliotheek. Hogeschool NCOI maakt gebruik van Olympus, een op maat gemaakt informatiesysteem dat de bedrijfsprocessen ondersteunt en zorgt voor de planning, registratie en controle van deze processen. De docenten en studenten hebben toegang tot de online leeromgeving EConnect waarin zij informatie over de studie en studiemateriaal kunnen vinden (zie hiervoor verder standaard 12). Olympus en E-Connect zijn gekoppeld waardoor de opleiding onder meer de studievoortgang van de studenten kan volgen. Overwegingen De locaties waar de lesbijeenkomsten worden gehouden, zijn volgens het panel voorzien van de benodigde faciliteiten. Het panel baseert zich daarbij op een beschrijving van de beschikbare voorzieningen. Het informatiesysteem van Hogeschool NCOI is toereikend voor de ondersteuning van de opleiding. Conclusie: voldoende
4.4.2
Standaard 12 De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen De studenten hebben via het digitale informatiesysteem E-Connect toegang tot onder meer de studiewijzers, de roosters en de door hen behaalde cijfers. Daarnaast wordt langs die weg de online leeromgeving (OLO) beschikbaar waar zij met docenten en medestudenten discussies kunnen voeren, de bijeenkomsten kunnen voorbereiden en aanvullend lesmateriaal kunnen raadplegen. De opleiding verwacht van de studenten dat zij zelf hun studievoortgang bewaken. Wel kunnen de studenten zich wenden tot de docenten met vragen over de vakinhoudelijke kanten van het programma. Iedere student heeft een studieadviseur toegewezen gekregen waarmee de student een gesprek kan voeren. Daarin kunnen ook problemen met de studievoortgang aan de orde komen.
pagina 21
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Overwegingen Het panel acht de informatievoorziening voor de studenten in orde. De studenten kunnen in de vorm van het informatiesysteem E-Connect over alle benodigde informatie over het programma beschikken. Zoals ook bij standaard 6 is gezegd, is de studiebegeleiding volgens het panel in orde. Het panel ziet bij de docenten en portfoliobegeleiders een grote betrokkenheid bij de opleiding en de studenten. Conclusie: voldoende
4.5 4.5.1
Kwaliteitszorg Standaard 13 De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen Hogeschool NCOI hanteert het kwaliteitszorgsysteem ISO 9001 en is volgens dat systeem gecertificeerd. Daarnaast beschikt de hogeschool over een aantal externe erkenningen. De opleiding heeft een aantal streefdoelen opgesteld waaronder een afstudeerpercentage van 70 % binnen vier jaar en een gemiddelde tevredenheid van studenten over de docenten en de dienstverlening van 8,0 (op een schaal van 1 tot 10). De opleiding laat elke module tweemaal per jaar door de studenten evalueren, tijdens de module en na afloop daarvan. Daarnaast wordt het bijbehorende tentamen geëvalueerd. Eén keer per jaar vindt een panelgesprek met studenten plaats. Ook de docent evalueert de module. Als de resultaten van deze evaluaties tegen zouden vallen, nemen de afdelingen die daarvoor verantwoordelijk zijn, maatregelen ter verbetering. Het management ziet daarop toe. Overwegingen De opleiding beschikt volgens het panel over een gedegen systeem voor kwaliteitszorg. Binnen dat systeem heeft de opleiding een aantal streefdoelen gesteld. De opleiding houdt met een behoorlijke frequentie evaluaties onder zowel studenten als docenten om hun tevredenheid over het geboden onderwijs en de faciliteiten te meten. De opleiding heeft een sluitende cyclus om verbeteringen in te zetten en uit te voeren. Conclusie: voldoende
4.5.2
Standaard 14 Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen De examencommissie ziet toe op de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling. Onder de commissie werkt het examenbureau dat onder meer de afgenomen tentamens analyseert.
pagina 22
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
De opleiding beschikt niet over een opleidingscommissie maar aangezien de opleiding uitgaat van een rechtspersoon voor hoger onderwijs hoeft dat ook niet. Zoals ook onder standaard 13 naar voren is gebracht, zijn de studenten zowel in de vorm van evaluaties als in de vorm van panelgesprekken bij de kwaliteit van de opleiding betrokken. De opleiding houdt eenmaal per jaar een tevredenheidsenquête onder de docenten. De docenten evalueren ook de door hen gegeven module. Een jaar na afstuderen meet de opleiding de tevredenheid en de loopbaanontwikkeling van de afgestudeerden. De opleiding houdt één keer per jaar een enquête onder de praktijkbegeleiders om hun tevredenheid te meten. De raad van advies houdt namens het beroepenveld zicht op de aansluiting van het programma op de eisen van de beroepspraktijk. De raad komt tweemaal per jaar bijeen om over dit onderwerp met de opleiding te spreken. Overwegingen De examencommissie werkt volgens de wet (zie ook standaard 15) en kwijt zich naar behoren van haar taken. De betrokkenheid van de studenten bij de kwaliteit van de opleiding is volgens het panel voldoende. De docenten zijn door middel van evaluaties en enquêtes bij de opleiding betrokken. Dat geldt ook voor de afgestudeerden. Bij hen wordt een evaluatie afgenomen. Het beroepenveld spreekt in de vorm van de raad van advies regelmatig met de opleiding. Het panel vindt dat de denktank/raad van advies veel werk heeft verzet voor de opleiding. Conclusie: voldoende
4.6 4.6.1
Toetsing Standaard 15 De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Bevindingen De opleiding beschikt over een examencommissie die verantwoordelijk is voor het gehele domein Management Economie Recht. De opleiding hbo-bachelor SZ-Professional behoort binnen de hogeschool tot dat domein. De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de toetsen en op het bereiken door de studenten van het gerealiseerde eindniveau. Dat gebeurt onder meer door het aanwijzen van beoordelaars en door het steekproefsgewijze controleren van de kwaliteit en het niveau van de toetsen. Dat laatste is overigens van recente datum. Ook gaat de examencommissie na afloop van een examen na of het gemiddelde en de spreiding van de cijfers aanleiding geven om de cesuur aan te passen. De regelingen en voorschiften volgens welke de examencommissie werkt, zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. De opleiding kent de volgende vormen van (kwalificerende) toetsing.
pagina 23
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
–
– – –
–
Een schriftelijk examen of moduleopdracht ter afsluiting van de module. De schriftelijke tentamens zijn multiple-choicetentamens, open-vragententamens of tentamens die bestaan uit casuïstiek. De moduleopdrachten zijn opdrachten die de studenten in de beroepspraktijk uitvoeren en waarin zij dienen aan te tonen dat zij de leerstof van de module beheersen en in het kader van de opdracht kunnen toepassen. Binnen het kader van de modules maken de studenten praktijkopdrachten. Deze opdrachten leveren gewoonlijk 1/4 van de studiepunten van de module op. Daarnaast voeren de studenten competentieopdrachten uit. Daarin laten de studenten zien over de gewenste, bij het beroep behorende competenties te beschikken. Daarenboven voeren de studenten aan het einde van elk van de twee fasen waarin de opleiding verdeeld is, een eindopdracht uit. Daarin dienen zij aan te tonen de leerstof van de gehele fase te beheersen en deze in de beroepspraktijk te kunnen toepassen. Tot slot schrijven de studenten aan het einde van de studie hun eindscriptie.
Zoals ook onder standaard 8 gezegd, hanteert de opleiding een strikte scheiding tussen het opstellen van de toetsen, het doceren en het beoordelen van het gemaakte werk, inclusief het portfolio. Het opstellen van de toetsen is in handen van de ontwikkelaar. Hij of zij werkt aan de hand van de leerdoelen van de module en maakt gebruik van het toetsplan. De ontwikkelaar stelt toetsmatrijzen op om de dekking van de leerstof in de toets te bewaken en levert een antwoordmodel voor de beoordeling. De door de ontwikkelaar opgestelde toetsen worden inhoudelijk gecontroleerd door de meelezer en worden toetstechnisch bekeken door de opleidingsmanager. De door de studenten gemaakte toetsen worden nagekeken door vakinhoudelijke beoordelaars. Deze werken aan de hand van antwoordmodellen. Bij het maken van de competentieopdrachten worden de studenten door de portfoliobegeleider begeleid. De opleiding bewaakt zo dat de studenten de opdrachten zelf hebben gemaakt. Het portfolio wordt beoordeeld door portfoliobeoordelaars. De studenten dienen een voldoende voor het portfolio te hebben om te kunnen slagen. Het portfolio wordt aan het einde van de studie beoordeeld. Aan het einde van de opleiding schrijven de studenten hun afstudeerscriptie. Zij moeten dan op basis van de studie van relevante literatuur een vraagstuk uit de beroepspraktijk behandelen en tot een oplossing brengen. De studenten dienen het plan van aanpak voor hun scriptie goedgekeurd te krijgen, alvorens ze aan de scriptie kunnen beginnen. De student dient niet alleen een rapport in te leveren maar ook een mondelinge verdediging te houden. De beoordeling van de afstudeerscriptie is in handen van de scriptiebegeleider en een tweede beoordelaar. Zij beoordelen aan de hand van een beoordelingsformulier. Bij de afstudeerzitting is de werkgever van de student aanwezig. Leden van de raad van advies zullen een steekproefsgewijze controle op de kwaliteit van de afstudeerscripties uitvoeren. De opleiding belegt zogenoemde kalibreersessies om de beoordeling van eindopdrachten en de eindscriptie tussen de beoordelaars te ijken. Overwegingen In de onderwijs- en examenregeling zijn de regels voor de toetsing en beoordeling goed vastgelegd. De examencommissie kwijt zich volgens het panel goed van haar taak om de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling te waarborgen.
pagina 24
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
De functiescheiding tussen ontwikkelen, doceren/begeleiden en beoordelen van tentamens en opdrachten draagt volgens het panel bij aan de kwaliteit van de toetsing en beoordeling. Het panel heeft vastgesteld dat deze scheiding zowel bij de tentamens en opdrachten als bij de beoordeling van het portfolio is doorgevoerd. De procedures rond de eindscriptie waarborgen het niveau daarvan. De student dient zijn of haar plan van aanpak voor te leggen en de beoordeling van de scriptie is in handen van twee beoordelaars die zowel het schriftelijk werk als de mondelinge verdediging beoordelen. De beoordeling van tentamens, opdrachten en de eindscriptie ziet er op papier gedegen uit. Het panel heeft eerstejaars tentamens bestudeerd en stelt vast dat deze van voldoende niveau zijn. Het panel heeft geen gemaakte en beoordeelde eindopdrachten kunnen bestuderen, omdat het werk nog niet beschikbaar was. Het panel adviseert de opleiding het portfolio elk jaar te beoordelen en niet alleen aan het einde van de studie. Zo ontstaat ook een duidelijker verband tussen het getoetste werk van de student en de toe te kennen studiepunten voor onder meer de praktijkopdrachten. Conclusie: voldoende
4.7 4.7.1
Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Standaard 16 De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar. Bevindingen Hogeschool NCOI heeft in zijn aanvraagdossier een afstudeergarantie aan de studenten afgegeven met een duur van zes jaar. Deze termijn hangt samen met de geldigheidsduur van de afgelegde tentamens die ook zes jaar is. Na die periode moeten de studenten opnieuw een tentamen afleggen. NCOI Opleidingsgroep heeft aan de directie van de NVAO een document ter beschikking gesteld waaruit de financiële situatie van deze instelling kan worden afgeleid. Bestudering van dat document heeft uitgewezen dat de instelling over voldoende financiële middelen beschikt om de opleiding te kunnen ontwikkelen en verzorgen. Overwegingen Het panel acht de afstudeergarantie naar behoren. Het panel beschouwt de financiële spankracht van de NCOI Opleidingsgroep voldoende om deze opleiding te ontwikkelen en te verzorgen. Conclusie: voldoende
4.8
Algemene conclusie over kwaliteit van de opleiding Het panel heeft alle standaarden beoordeeld als voldoende. Daarom is het panel van oordeel dat de kwaliteit van de opleiding als geheel voldoende is.
pagina 25
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
4.9
Aanbevelingen Het panel heeft de volgende aanbevelingen aan de opleiding: – – – –
pagina 26
De inbedding van het onderzoek in de opleiding ter hand nemen. Strikter nagaan of ook na het begin van de studie de werkplek de mogelijkheden voor het leerproces blijft bieden. De frequentie van het vakoverleg tussen de docenten die nu tweemaal per jaar is, verhogen om de afstemming tussen de modules te vergroten. De praktijkopdrachten niet aan het einde van de studie beoordelen maar ieder jaar, mede om zo te verantwoorden dat de studenten voor deze opdrachten 12 EC per jaar kunnen verwerven.
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
5 Overzicht oordelen
Onderwerp
Standaarden
1 Beoogde eindkwalificaties
1. De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen
V
2 Programma
2. De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk
V
3. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken
V
4. De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken
V
5. Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten
V
6. Het programma is studeerbaar
V V
7. De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma 8. De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid
V
9. Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
V
10. De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma
V
11. De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma 12. De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten
V
13. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen 14. Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
V
6 Toetsing
15. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing
V
7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen
16. De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar
V
3 Personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
Algemene conclusie
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 27
Oordeel
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
V
V
V
Bijlage 1: Samenstelling panel Het panel bestond uit de volgende personen: – dr. J. Vedder, zelfstandig adviseur onderwijsvernieuwing en onderwijskwaliteit (voorzitter); – prof. dr. J. Lowyck, emeritus hoogleraar Centrum voor Instructiepsychologie en technologie, K.U. Leuven (panellid); – mr. H. Geugjes, docent Arbeids- en Sociale-Zekerheidsrecht en minorcoördinator Sociale Zekerheid, Hogeschool Utrecht (panellid); – ir. C.G.M. Kuijpers, opleidingscoördinator, Cluster Werk en Inkomen, gemeente Rotterdam (panellid); – R. Tavernier MA, student Bachelor of Science in de Industriële Wetenschappen: Elektronica-ICT, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven (student-lid). Voorzitter Dr. J. (Jaap) Vedder was universitair hoofddocent Opleidings- en nascholingsdidactiek aan de Universiteit Utrecht, coördinerend inspecteur Hoger Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs en plaatsvervangend voorzitter van het College van Bestuur bij de Hogeschool Drenthe. Momenteel is hij zelfstandig adviseur Onderwijsvernieuwing & Onderwijskwaliteit, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken/Wiskunde Onderwijs (NVORWO), voorzitter van de Stichting Op Kop (Openbaar Primair Onderwijs Steenwijkerland en Zwartewaterland) en voorzitter van de Stichting Onderwijsfonds COCMA. Jaap Vedder is afgestudeerd wiskundige en gepromoveerd in de sociale wetenschappen. Sinds begin 2011 is hij voorzitter van de vaststellingscommissie rekenen 3F havo/vwo van het College voor Examens. Jaap Vedder heeft ruime ervaring als voorzitter van visitatiecommissies voor bachelor- en masteropleidingen Panellid Prof. dr. J. Lowyck studeerde Pedagogische wetenschappen aan de K.U. Leuven en specialiseerde nadien in lerarenopleiding en technologie te Heidelberg. Hij is thans emeritus en was tot 2006 gewoon hoogleraar, verbonden aan het Centrum voor Instructiepsychologie en –technologie van de K.U. Leuven. Hij nam deel aan de VSNU-visitaties Pedagogische wetenschappen en (Toegepaste) Onderwijskunde in 1993, Onderwijskunde in 1998 en Universitaire Lerarenopleidingen in 1997 en 2003. In 2006 was de heer Lowyck voorzitter van de QANU-visitatie Onderwijskunde en in 2008 van de visitatie van de Universitaire Lerarenopleidingen (ULO’s). Panellid Mr. H. (Hannie) Geugjes is docent arbeids- en socialezekerheidsrecht bij de opleiding Sociaal-juridische dienstverlening en minorcoördinator ‘Aan het werk met sociale zekerheid’, beide aan de Hogeschool Utrecht. Zij is afgestudeerd in het Nederlands recht (Universiteit van Amsterdam, 1977-1984) en heeft eerder gewerkt als onder meer beleidsmedewerker, opleider en manager bij FNV Formaat, FNV Ledenservice en FNV Bondgenoten. Mevrouw Geugjes is auteur van de boeken Socialezekerheidsrecht begrepen (2011) en Arbeidsrecht begrepen (2006). Panellid Ir. C.G.M. (Corinne) Kuijpers is opleidingscoördinator van de gemeente Rotterdam, Cluster Werk en Inkomen. Zij coördineert de opleidingen van medewerkers van de gemeente tot
pagina 28
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
onder andere klantmanager inkomen, klantmanager werk en overige functies binnen het domein werk en inkomen. Mevrouw Kuijpers is afgestudeerd aan de Landbouwuniversiteit Wageningen (1991) in Toegepaste huishoudwetenschappen (verzorgingstechnologie, intermediair tussen consument en producent). Zij is werkzaam geweest als schuldhulpverlener, klantmanager, docent en is nu opleidingscoördinator. Student-lid Ruben Tavernier MA is afgestudeerd classicus (Universiteit Gent) en taalkundige (Katholieke Universiteit Leuven). Tegenwoordig studeert hij de Master of Science in de Industriële Wetenschappen: Elektronica – ICT aan de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven in Gent. Alle panelleden en de secretaris hebben een onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverklaring ingevuld en ondertekend.
pagina 29
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Bijlage 2: Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie van de opleiding op 25 maart 2013. Locatie: Utrecht
pagina 30
08.15 uur – 09.15 uur
Ontvangst en intern beraad panel (besloten)
09.15 uur – 10.00 uur
Gesprek bestuur onderwijsinstituut en opleidingsmanagement drs. E. Verduyn (directeur onderwijs), L. van Reenen BBA (manager Hogeschool NCOI), drs. E. Pardon MMI (manager Kwaliteit & Erkenningen)
10.15 uur – 10.45 uur
Rondleiding in electronische leeromgeving L. Maas (student, fase 1), T. Gorgels (student, fase 2)
10.45 uur – 11.15 uur
Gesprek studenten M. Kleve (fase 2), I. Keeman (fase 2), L. Maas (fase 1), T. Gorgels (fase 2)
11.15 uur – 11.30 uur
Gesprek academic board prof. dr. A. Cozijnsen (voorzitter)
11.30 uur – 12.30 uur
Gesprek kernteam (opleidingsmanagers en ontwikkelaars) mr. D. Waarlé (opleidingsmanager Hogeschool NCOI), mr. drs. F. Boekhorst (opleidingsmanager Hogeschool NCOI), mr. S. SnijderJansen (programmaontwikkelaar/kerndocent), H. Metten (kernontwikkelaar)
12.30 uur – 13.15 uur
Lunch (besloten)
13.15 uur – 14.00 uur
Gesprek met docenten J. bij de Leij-Van der Bij, H. van Welie, mr. L. Rolf, mr. D. Sepmeijer, mr. R. van de Munt, mr. D. Alex Pennington de Jongh
14.15 uur – 14.45 uur
Gesprek met vertegenwoordigers werkveld (leden denktank/raad van advies) B. Lamberts-Bruins (Interim Management Zuid), mr. D. de Vries (rechter sector bestuursrecht, rechtbank Oost-Nederland), mr. T. Kersten (Meesterwerk Advocatuur en Mediation), mr. K. de Lange (Mediation Centrum Gelderland)
14.55 uur – 15.30 uur
Gesprek met vertegenwoordigers kwaliteitszorg en examencommissies J. van Ebbenhorst Tengbergen BBA (kwaliteitsmanager, voorzitter centrale examencommissie, voorzitter domein examencommissie Management Economie Recht & Bestuurskunde), drs. I. Kolkman (kwaliteitsmanager), mr. E. de Ruiter (lid domein
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
examencommissie Management Economie Recht & Bestuurskunde), drs. A. de Boer (lid domein examencommissie Management Economie Recht & Bestuurskunde)
pagina 31
15.30 uur – 16.00 uur
Intern beraad panel (besloten)
16.00 uur – 16.15 uur
Tweede gesprek vertegenwoordigers opleidingsmanagement drs. Eric Pardon MMI (manager Kwaliteit & Erkenningen), J. van Ebbenhorst Tengbergen BBA (kwaliteitsmanager), L. van Reenen BBA (manager Hogeschool NCOI), drs. I. Kolkman (kwaliteitsmanager), mr. D. Waarlé (opleidingsmanager Hogeschool NCOI), mr. drs. F. Boekhorst (opleidingsmanager Hogeschool NCOI)
16.15 uur – 17.30 uur
Overleg panel (besloten)
17.30 uur
Korte terugkoppeling door panelvoorzitter naar opleiding drs. Eric Pardon MMI (manager Kwaliteit & Erkenningen), J. van Ebbenhorst Tengbergen BBA (kwaliteitsmanager), L. van Reenen BBA (manager Hogeschool NCOI), drs. I. Kolkman (kwaliteitsmanager), mr. D. Waarlé (opleidingsmanager Hogeschool NCOI)
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling - Informatiedossier uitgebreide Toets Nieuwe Opleiding hbo-bachelor SZ-Professional - Domeinspecifiek kader en eindkwalificaties van opleiding - Overzicht van programma - Programmabeschrijving fase 1 - Onderwijs- en examenregeling 2012/2013 - Overzicht van in te zetten personeel - Overzicht van contacten met het werkveld - Visie op de opleiding Sociale Zekerheid (SZ-professional) - Beroeps- en opleidingsprofiel hbo-bachelor Sociale Zekerheid (SZ-professional) Overige documenten - Rapport van bevindingen over hbo-bacheloropleidingen NCOI Toets Nieuwe Opleiding onder voorwaarden, NVAO, 20 november 2012 Documenten, beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek - Onderwijsvisie, onderwijsorganisatie en examinering - Notulen domein examencommissie - Verslagen centrale examencommissie - Toelatingsbeleid - Formulieren toelating - Criteria werkplek/stageplek - Vrijstellingenbeleid - Specifieke vrijstellingenoverzicht, behorend bij de opleiding - Format toetsmatrijzen - Voorbeeldexamens met bijbehorende toetsmatrijzen - HR-jaarplan - Organigram en functieprofielen - Werving van freelance professionals - Instructie aansturing examen- en materiaalontwikkelaars - Informatiesessies medewerkers - CV’s interne medewerkers en freelance professionals betrokken bij de opleiding - Beleidsplan voorzieningen - Beleidsplan kwaliteit - Evaluatieformulieren student, docent, praktijkbegeleider en alumni - Verbetermatrix - Handboek ISO - Verslagen denktank/raad van advies - Vakoverleggen - Tripartiete overeenkomst over geschiktheid werkplek
pagina 32
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
pagina 33
ba
bachelor
Croho
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
EC
studiepunten conform het European Credit Transfer System
hbo
hoger beroepsonderwijs
ma
master
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
wo
wetenschappelijk onderwijs
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op uitgebreide toetsing van de nieuwe opleiding hbo-bachelor SZ-Professional van Hogeschool NCOI.
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 34
000371
NVAO | NCOI | hbo-bachelor SZ-Professional | 3 juni 2013