Hbo master Sportfysiotherapie Hogeschool Rotterdam Transfergroep Rotterdam
21 juli 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
Inho oud ud 2 Inhou
pa agina 2
1
Samenvattend advies
3
2
ording Inleiding en verantwoo 2.1 W Werkwijze pan nel 2.2 O Opbouw paneladvies
5 5 5
3
Beschrijv ving van de opleiding 3.1 A Algemeen 3.2 P Profiel instelling 3.3 P Profiel opleidin ng
6 6 6 7
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 D Doelstellingen opleiding 4.2 P Programma 4.3 In nzet personee el 4.4 V Voorzieningen 4.5 In nterne kwalite eitszorg 4.6 C Continuïteit
8 8 12 20 23 25 27
5
Overzichtt advies
29
Bijlag ge 1: Samens stelling panell
30
Bijlag ge 2: Program mma site visitt
32
Bijlag ge 3: Overzic cht van bestudeerde docum menten
33
Bijlag ge 4: Lijst me et afkortingen n
34
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
1 Sam menvatten nd advies s De hb bo masterople eiding Sportfyssiotherapie van de Transferg groep Rotterd dam (onderdee el van de Ho ogeschool Rottterdam – HR)) is een onbekostigde, deeltijdse opleidin ng van 90 ECT TS. De op pleiding beoog gt specialisten n op te leiden op o het gebied van gezondheid, sport en bewe egen, en param medische hulp pverlening. Ee en afgeronde hbo h bachelor o opleiding fysiotherapie is verreist voor instrroom in de ma aster Sportfysio otherapie. Afg gestudeerden van de op pleiding worde en geacht bij uitstek u geschik kt te zijn om de e sportende m mens bij te staa an met in nformatie, diag gnostiek en th herapie bij spo ortblessures, re evalidatie na ((chronische) aando oeningen of operaties, advies voor het sp porten met een n chronische a aandoening als diabe etes, copd of chronisch c hartffalen. Het programma p van de hbo masster Sportfysiotherapie is verdeeld over tw wee en een ha alf jaar. Elk E jaar bestaat uit vier leerrlijnen: specialist, innovator, adviseur en p professioneel leiderr. De leerlijn sp pecialist bevat in het eerste e jaar de modu ule 'acute sporrtaandoeninge en', in het tw weede jaar de module 'overb belastingsletsels' en in het derde d jaar de module 'chron nische aandoe eningen'. In alle drie de jare en omvat deze e leerlijn verde er een module inspa anningsfysiolog gie en een sta age. In de leerrlijn innovator ligt de nadruk op onderrzoekscompettenties. In het eerste jaar staan wetensch hapsleer en kw wantitatief onderrzoek centraal, in het tweed de jaar kwalita atief onderzoekk en in het derrde jaar wordtt de maste erthesis gesch hreven. De lee erlijn adviseur bevat in alle drie d de jaren comm municatiegericchte modules. De leerlijn pro ofessioneel leiider, tenslotte,, is gericht op mana agementvaardigheden. Elk jaar omvat 30 ECTS (840 sbu). Per jaar zzijn 18 lesdage en ingero oosterd, 6 ma asterclasses en n twee videoa avonden. De docentgebonde en contacttijd bedra aagt circa 224 uur per jaar. Het panel p ter beoorrdeling van de e toets nieuwe e opleiding hbo o master Sporrtfysiotherapie e heeft kenniis genomen va an het door de e opleiding terr beschikking gestelde g inform matiedossier en e opgevvraagde aanvullende inform matie. Ook hee eft het panel een e bezoek ge ebracht aan de e locatie, waar gesprroken is met opleidingsman o agement, doccenten, studen nten en verteg genwoordigers van het werkveld. Op bas sis van de schriftelijke inform matie en de gesprrekken tijdenss het locatiebezoek heeft he et panel zich ee en beeld kunn nen vormen ov ver de maste eropleiding Sp portfysiotherap pie. Het panel heeft de ople eiding beoorde eeld aan de ha and van het h NVAO toettsingskader hb bo master. Het panel p is op alle e facetten tot een e positief oo ordeel gekome en. Dat neemtt niet weg, datt het panell bij een aanta al punten moge elijkheden zie et voor verbete ering en bij enkkele facetten zorge en heeft. Het onderstaande o is een toelichtting op de pun nten waar de o opleiding in de e ogen van het panel de kwaliteit van v de opleidin ng kan of zelfss moet verbeteren. De grrootste zorg va an het panel iss gelegen in de d wijze waaro op de stage wo ordt begeleid. Er is welisw waar sprake van v monitoring g van de voorttgang, maar er is niet voorziien in structure ele begelleiding van de e student, noch h op de stagep plaats, noch vanuit v de opleiiding. De Transsfergroep Rottterdam heeft bewust b gekoze en voor een model m dat niet de klassieke "leerm meester-leerlin ng" benadering volgt. De stu udent is veran ntwoordelijk vo oor zijn eigen leerprroces en word dt niet gesuperviseerd. Deze e keuze om ge een begeleidin ng te organise eren op de e stageplek im mpliceert in de optiek van he et panel een ge edegen begele eiding vanuit de d opleid ding. De opleid ding voorziet hier h echter nie et in. Bij de keuze om toch ttot een positief
pa agina 3
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
oorde eel te komen over o het didacctisch concept,, was het feit dat d studenten de afwezighe eid van begeleiding b nie et als gebrek hebben h ervare en belangrijk. Bovendien be etreft de kritiek k op de sta age slechts éé én facet van het h gehele prog gramma dat voor v het overig ge deel in de ogen o van het h panel wel van v voldoende e kwaliteit is. Ook kan k de Transfe ergroep in de ogen van het panel verbete eren door mee er notie te nem men van de d diversiteit aan a instroom. Een E ervaren fy ysiotherapeut heeft een and dere leerbehoefte dan een e pas afgesttudeerde fysio otherapeut. De e pas afgestud deerde fysioth herapeut zal na aar verwa achting beter zijn z weg kunne en vinden in elektronisch e w wetenschappel ijke bronnen en e de begin nselen van de methodologie e en statistiek zitten bij deze e student nog vvers in het geheu ugen. Daarenttegen ontbeerrt de pas afgestudeerde fysiotherapeut errvaring en een n goed ontwikkelde klinische k blik die d een ervaren fysiotherape eut wel heeft. Ondanks het feit dat allle bachelor op pleidingen geb baseerd zijn op o het zelfde beroepscompe b etentieprofiel, zijn z er grote inhoudelijke verschillen, v me et name op he et gebied van onderzoeksva aardigheden. Indien n uit de onderw wijsevaluatiess naar voren komt k dat de divversiteit aan in nstroom (in he et bijzon nder de wissellende competenties op het gebied van on nderzoek) een n kwalitteitsbeperkend de factor blijktt te zijn, zou hieraan gevolg moeten word den gegeven, bijvoo orbeeld door het h aanbieden van keuzeonderwijs. Overiige punten van n aandacht zijjn (in volgorde e waarin zij in dit d advies aan n bod komen): - het instellen van een e raad van advies / werkv veldcommissie e om de aanslluiting van de opleid ding bij ontwikkkelingen in he et veld te borg gen, - het bijstellen van criteria voor de d masterthesiis, - de bewaking b van interne samen nhang en voorkomen van overlap o en hiatten wanneer de d opleid ding straks in zijn volle omvvang draait (op p dit moment geen g probleem m overigens), - het formaliseren f v de momen van nteel impliciete e instroomverreiste om werkkzaam te zijn als a fysiotherapeut, - het aannemen a va an meer docen nten met een master m in de sportfysiothera s apie en - het intensiveren van v de betrokkkenheid van sttudenten. Niette egenstaande bovengenoem b mde verbeterm mogelijkheden is het panel va an oordeel da at de opleid ding op alle fa acetten voldoet aan het NVA AO toetsingska ader. Het pane el beoordeelt de opleid ding dan ook op o alle aspectten als voldoende. Het pane el adviseert de e NVAO om po ositief te bessluiten ten aan nzien van de kwaliteit k van de d nieuwe hbo o master opleid ding Sporttfysiotherapie.
Den Haag, H 21 juli 2010 2 Name ens het panel ter beoordelin ng van de toetts nieuwe ople eiding hbo masster Sporttfysiotherapie,
Prof.d dr. F. Sturman ns (voorzzitter)
pa agina 4
drss. D.C. Ducha atteau, MBA (se ecretaris)
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
2 Inle eiding en verantwo oording 2.1
Werk kwijze panel De vo olgende perso onen maken de eel uit van hett panel: - Voo orzitter: Prof.drr. F. Sturmanss - Pan nellid: Prof.dr. L. Danneels - Pan nellid: Dr. R.E.H. van Cingel - Pan nellid: Mw. L. Westerveld W Het panel p is onderssteund door de heren drs. N. N Pronk en J. Siebenga (be eleidsmedewe erker NVAO O, procescoörrdinator) en drrs. D.C. Ducha atteau, MBA (ssecretaris). anelleden heb bben kennis ge enomen van het h vooraf beschikbaar geste elde informatieDe pa dossier met bijlagen op CD-Rom m. Ook heeft he et panel kennis genomen va an de informa atie die op p het intranet van v de opleiding beschikba aar was. De op pleiding heeft het panel hierrtoe inlogccodes verscha aft. Vervolgenss is het panel op 10 mei 2010 bijeen gew weest. In deze bijeen nkomst heeft het h panel de te er beschikking g gestelde bro onnen besprokken. Naar aanle eiding van dit overleg o heeft het h panel een aantal aanvullende vragen geformuleerd d en deze aan de Transsfergroep voorrgelegd. De Trransfergroep heeft h deze aan nvullende vrag gen voorafgaa and aan het lo ocatiebezoek schrifftelijk beantwo oord. Het pane el heeft de anttwoorden op de d vooravond vvan het locatiebezoek besp proken in verg gadering op 13 3 juni 2010 te Rotterdam. Op 14 4 juni 2010 he eeft het panel een locatiebez zoek gebrachtt aan de Transsfergroep. Bij aanva ang van dit be ezoek heeft he et panel kennis s genomen va an aanvullende e informatie. Het H panell heeft gedure ende deze dag g gesproken met m het opleidin ngsmanagement, verteg genwoordigers van bestuurr, kerndocente en, studenten en e vertegenwo oordigers van het werkvveld. asis van zijn bevindingen b uiit de schriftelijk ke informatie en e de bevindin ngen tijdens het h Op ba locatiebezoek heefft het panel ditt advies opges steld. Na het lo ocatiebezoek heeft de secre etaris van het h panel een concept c advie es opgesteld en e voorgelegd aan de leden van het pane el. Het panell heeft het con ncept becomm mentarieerd, waarna w de secrretaris de defin nitieve adviestekst heeft verwoord. Alle panelleden onderschrijven het advies zoals z dat thanss voorligt
2.2
Opbo ouw paneladv vies Het eerste e hoofdstu uk van dit advvies bevat een beknopte sam menvatting. Hoofdstuk 2 besch hrijft de werkw wijze van het panel p en de op pbouw van dit advies. Hoofd dstuk drie bevat een korte k beschrijvving van de op pleiding. In hoo ofdstuk 4 staa at de beoordeliing van de beoog gde opleiding beschreven per p onderwerp p. In hoofdstukk 5 wordt het a advies in een tabel t same engevat. Een viertal v bijlagen n maakt onderrdeel uit van dit advies: sam menstelling pan nel, programm ma locatiebezoek, overzicht van besstudeerde doc cumenten en een e lijst met affkortingen.
pa agina 5
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
3 Bes schrijving g van de opleiding o g 3.1
Algem meen Land Instelling Opleiding Nivea au Oriën ntatie Graad d Locattie(s) Variant Secto or
3.2
Nederlland Transffergroep Rotte erdam Masterr Sportfysiothe erapie masterr hbo masterr Sportfysiothe erapie Rotterd dam deeltijd d Gezon ndheidszorg
Profie el instelling De Trransfergroep Rotterdam R (Sttichting Transffergroep Rotte erdam & Omsttreken) is gelie eerd aan de d Hogeschoo ol Rotterdam (S Stichting Hoge eschool Rotterdam & Omstreken). De Transsfergroep verzzorgt voor de Hogeschool H Rotterdam R het “commercieel beroe epsonderwijs”.. Het commerccieel onderwijs behelst ople eidingen, leerg gangen, cursussen en (in n company-) trrainingen, ond derzoek en belleidsadvieswe erk op hbo nive eau tegen markttconforme bettaling. De Tran nsfergroep verrwoordt dit op hun website www..transfergroep p.nl als volgt: “Tran nsfergroep Rottterdam biedt opleidingen, cursussen c en maatwerktraje ecten aan op postp hbo- en e masternive eau vanuit de volgende werkgebieden: • bedrijfskunde en management • begeleidingskund de • gezo ondheidszorg • onderwijs en educcatie • welzzijn en specifie ek de Wmo Naast het open aan nbod en incom mpanytrajecten n is Transferg groep Rotterda am een specia alist op he et gebied van organisatieadv o vies en individ duele begeleid dingstrajecten zoals superv visie, coach hing en loopba aanbegeleidin ng. Daarnaast ontwikkelt Tra ansfergroep ziich steeds me eer als partne er in managem ment developm menttrajecten in de zorg.” De Trransfergroep biedt b inmiddels vier NVAO geaccrediteerd g de opleidingen n aan, waarva an twee op het gebied d van de fysiottherapie (mastter manuele th herapie en ma aster kinde erfysiotherapie e). Ook verzorg gt de Transferrgroep een ba asisopleiding arbeid dsfysiotherape eut en een vervolgopleiding g bedrijfsfysiottherapeut. Hoew wel momentee el nog sprake is van gescheiiden instellingen, zal de Uniit Gezondheid dszorg van de d Transfergro oep Rotterdam m per januari 2011 2 geïntegre eerd zijn in hett Instituut voor Gezo ondheidszorg (IvG) ( van de Hogeschool H Ro otterdam. Sind ds september 2009 vallen de d maste eropleidingen in de gezondh heidszorg reeds onder de verantwoordeli v ijkheid van de directtie van het Insstituut voor Ge ezondheidszorrg. Het College e van Bestuurr van de Hoge eschool Rotterdam is bij dezze aanvraag dan ook het "be evoegd gezag g". Aangezien het onderrwijs wordt verzorgd door de e Transfergroep wordt in ditt advies gesprroken over "de e Transsfergroep" als aanbieder en niet over "de Hogeschool Rotterdam". R
pa agina 6
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
3.3
Profie el opleiding De hb bo masterople eiding Sportfyssiotherapie is een e deeltijdse e opleiding van n 90 ECTS (2,,5 jaar). De opleiding beoogt specia alisten op te le eiden op het gebied g van gezzondheid, spo ort en bewe egen, en param medische hulp pverlening. Ee en afgeronde hbo h bachelor o opleiding fysiotherapie is verreist voor instrroom in de ma aster Sportfysio otherapie. Afg gestudeerden van de op pleiding worde en geacht bij uitstek u geschik kt te zijn om de e sportende m mens bij te staa an met in nformatie, diag gnostiek en th herapie bij spo ortblessures, re evalidatie na ((chronische) aando oeningen of operaties, advies voor het sp porten met een n chronische a aandoening als diabe etes, copd of chronisch c hartffalen. aande opleidin ng voor Nederrland Besta Er be estaan in Nede erland meerde ere hbo maste er opleidingen sportfysiotherrapie. Qua inh houd en du uur komen de verschillende opleidingen sterk s overeen. De opleiding aan de Transsfergroep beoo ogt niet zich op o de inhoud te e onderscheid den van reedss bestaande opleid dingen. Versch hillen zitten met m name in de e wijze waarop p het onderwijss wordt aange eboden. De Transfergroep wijst w bijvoorbe eeld op de ma asterclasses als onderscheid dend kenm merk. Nieuw we opleiding voor v de instelliing De op pleiding wordt reeds sinds september s 200 09 aangebode en. In praktisch he zin is de opleid ding dus niet nieuw. n Aangezzien niet eerde er een Toets Nieuwe N Opleid ding is uitgevo oerd door de d NVAO is de opleiding in formele zin nieuw voor de instelling. De Trransfergroep verzorgt v reedss andere NVAO geaccredite eerde hbo masster opleidinge en als vervo olg op de hbo bachelor b fysio otherapie: mas ster manuele therapie t en ma aster kinde erfysiotherapie e. Studiieomvang De master m opleiding Sportfysioth herapie is een deeltijds hbo master met een studiezwaa arte van 90 9 ECTS, verd deeld over twe ee en een half jaar.
pa agina 7
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4 Beo oordeling g per onde erwerp 4.1 4.1.1
Doels stellingen op pleiding Dome einspecifieke e eisen (facett 1.1) De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b de eisen die e door (buite enlandse) vakg genoten en de e beroepsprak ktijk gesteld wo orden aan een n opleiding in het betrefffende domein n (vakgebied/d discipline en/o of beroepsprakktijk). ndingen Bevin In hett informatiedossier stelt de Transfergroep T p dat de opleid ding is gebase eerd op het beroe epscompetentieprofiel dat in n 2007 is opge esteld door de e Nederlandse e Vereniging vo oor Fysio otherapie in de e Sportgezond dheidszorg (NV VFS). Dit bero oepscompeten ntieprofiel maa akt deel uit u van de doo or de opleiding g aangeleverde documentattie. Het competentiepro c ofiel ondersch heidt vier beroe epsrollen: - speccialist (werken n met cliënten), - proffessioneel leid der (werken met collega's), - inno ovator (werken n met beroepssgenoten) en - adviiseur (werken met collega'ss en beroepsge enoten). Voor de vier beroep psrollen is een n aantal comp petenties beno oemd. Voor de e beroepsrol 'specialist' zijn dit screenen, s diag gnosticeren, ve erlenen van ee erste hulp bij ssportongevalle en, therapeutisch hand delen, preventtief handelen, begeleiden va an betrokkene en en professio oneel same enwerken. Voo or 'professione eel leider': man nagen van inn novatieprocesssen en sturen van professsioneel same enwerken. Voo or 'innovator' zijn z de benoem mde competenties: weten nschappelijk onderbouwen o v sportfysio van otherapeutisch h handelen en innoveren van het beroe ep. Voor de be eroepsrol 'adviseur' tenslotte e: deskundigh heid bevordere en, coachen van beroe epsgenoten en n verlenen van n consultatie. Het panel p heeft ken nnis genomen n van het beroepscompetentieprofiel en de beoogde eindkkwalificaties va an het program mma, zoals be eschreven in het h informatied dossier. In aanvu ulling hierop heeft h het panel de beoogde doelstellingen n van de opleid ding besproke en met het h opleidingsm management en vertegenwoordigers van n het werkveld. Alle gesprrekspartners, onder wie ookk de vertegenw woordiger van n het Algemee en Bestuur van n het Konin nklijk Nederlan nds Genootsch hap voor Fysio otherapie (KN NGF) waren va an mening datt de beoog gde eindkwalifficaties van de e opleiding in overeenstemm ming zijn met het beroe epscompetentieprofiel. Hoew wel de KNGF als koepelorg ganisatie een fformeel advies s van de lidvereniging NV VFS nodig hee eft om tot een definitief besluit te komen o over accredita atie van de d opleiding, heeft h de KNGF F wel reeds ku unnen aangeven dat zij posiitief staan tegen nover de opleid ding. Indien zo owel de NVFS S als de NVAO O positief besluiten zal het Algem meen van Besstuur van de KNGF K naar verrwachting tot erkenning e van n de opleiding overg gaan. Voor het gesprek met m de vertege enwoordigers van het werkvveld was helaa as de verteg genwoordiger van het lande elijk bestuur va an de NVFS verhinderd v (we el was de regiovvoorzitter van de NVFS aan nwezig). Desgevraagd heeftt de Transferg groep de NVFS S om een schriftelijke s verrklaring omtre ent de opleiding verzocht. De eze verklaring g is door het panel in goe ede orde en tijjdig ontvangen. In de verkla aring stelt de NVFS N dat zij d de opleiding he ebben
pa agina 8
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
geacccrediteerd en dat afgestude eerden zich als s sportfysiothe erapeut kunne en inschrijven in het beroe epsregister. Aansluiting met de eisen die doo or de internatio onale beroepssgroep worden n gesteld borg gt de opleid ding door participatie in het European Ne etwork of Physsiotherapy in H Higher Educatiion (ENP PHE). De Transfergroep is voorzitter v van een e groep die zich binnen d de ENPHE buiigt over Europese E harm monisatie van n de opleidinge en. wegingen Overw Het panel p heeft ken nnis genomen n van het beroepscompetentieprofiel en iss van mening dat de op pleiding hierbij inhoudelijk vo oldoende aans sluit. Wel had het panel na bestudering van v het ge ehele dossier de indruk dat de opleiding, met name do oor de gekozen n inrichting va an de stage e, een sterke nadruk n legt op het begeleide en van de (gezzonde) topspo orter en hiermee minde er op het diagnosticeren en behandelen van v sportonge evallen en de b begeleiding va an de chron nisch zieke spo orter (zie ook facet 2.2, rela atie tussen doe elstellingen en n programma). Om deze reden zijn de beoogde eind dkwalificaties nadrukkelijk n besproken mett de verteg genwoordigers van het werkveld. Dit gesprek heeft een n groot deel va an de aanva ankelijke zorgen van het pa anel weggenom men. Daar hett panel het oorrdeel van de NVFS N in dezzen zeer belan ngrijk achtte heeft h het panel de Transferg groep verzocht om een schrifftelijke verklariing van de NV VFS. Het posittieve oordeel van v de NVFS impliceert datt afgesstudeerden de e mogelijkheid krijgen zich in n het beroepsrregister als sp portfysiotherap peut in te sch hrijven. Het pa anel is er daarrom van overtu uigd geraakt dat d afgestudee erden van de opleid ding aan het niveau n beantw woorden dat do oor de beroepssgroep (in cassu de NVFS) verwa acht wordt. Op ba asis van bovenstaande overwegingen concludeert het panel dat de b beoogde eindkkwalificaties va an de opleiding g voldoende aansluiten a bij de d eisen die d door vakgenote en en de be eroepspraktijk gesteld worde en aan een op pleiding tot spo ortfysiotherapeut. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.1 ‘Domeinspe ecifieke eisen’’ als voldoende.
4.1.2
Maste er (facet 1.2) De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b algemene, iinternationaall geacccepteerde besschrijvingen va an de kwalifica aties van een master. Bevin ndingen In hett informatiedossier beschrijfft de Transferg groep hoe de vijf Dublin desscriptoren (ken nnis en inzzicht, toepassen van kenniss en inzicht, oo ordeelsvormin ng, communica atie en leerva aardigheden) in de opleiding g aan bod kom men. De comp petenties waarrover de afgesstudeerde sportfysiotherape eut wordt geac cht te beschikkken worden in de het dossie er gekop ppeld aan de Dublin descrip ptoren. - Ken nnis en inzicht:: De sportfysio otherapeutisch he 'body of knowledge' kom mt in twee domeinen aan de d orde: 1) ond derzoeksmeth hodologie en wetenschapsfi w losofie 2) gron ndslagen voorr de sportffysiotherapeuttische praktijkk (anatomie, pa athologie, trau umatologie, inspa anningsfysiolog gie, etc). De opleiding o bouw wt voort op hett bachelor ken nnis niveau van de instro omende studen nt. De opleidin ng streeft nadrukkelijk naar verdieping va an kennis, inclu usief het wetenschappel w ijk onderbouw wen van het sp portfysiotherap peutisch handelen.
pa agina 9
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
- Toepassen van ke ennis en inziccht: Vertalen va an (nieuwe) th heorie naar praktijk en het vertallen van praktijjkproblemen naar n een wetenschappelijke e vraag zijn no oodzakelijk om m 'state e of the art' te kunnen k hande elen als sportfy ysiotherapeut. De opleiding g streeft echterr niet alleen n naar het aan nleren om te handelen h naar de state of th he art (specialist), maar ook naar het le eren implemen nteren van innovatieprocess sen (innovatorr) en het begeleiden van colleg ga's (adviseur). - Oord deelsvorming: de afgestude eerde sportfys siotherapeut wordt w geacht co omplexe vraag gstukken te ku unnen oplosse en, ook als niet alle benodigd de informatie beschikbaar is s (speccialist), te funcctioneren als in nspirator en ro olmodel (profe essioneel leide er), keuzes te kunne en maken en prioriteiten p te kunnen benoe emen (innovattor) en te kunn nen bepalen wann neer leerervaringen kunnen worden opged daan (adviseu ur). - Com mmunicatie: de e afgestudeerd de sportfysiotherapeut is in staat zijn han ndelen inzichte elijk te make en voor andere en in woord en n taal (specialist), anderen te t inspireren e en te entho ousiasmeren om o mee te doe en aan nieuwe e activiteiten (professioneel leider), nieuw we produ ucten en dienssten te bespre eken met klantten, sporters, artsen a of veze ekeraars (inno ovator) en aa an te sluiten biij het denk- en n werkniveau van v de ander (adviseur). - Leervaardigheden n: de afgestud deerde sportfy ysiotherapeut is i in staat zijn handelen te ijjken aan de d state of the art (specialistt), op zichzelf te reflecteren en zich aan n nieuwe situatie es aan te e passen (pro ofessioneel leid der), adaptief te zijn en zich h nieuwe ontw wikkelingen eig gen te make en (innovator) en op basis van eerdere ervaringen een vraagbaak te zijn voor colle ega's (advisseur). Op ba asis van bovengenoemde beschrijvingen b van de Dublin n descriptoren n had het pane el nog onvoldoende beeld d van de wijze waarop de Trransfergroep op o het gebied van wetensch hap invulling geeft aan het begrip hbo o master. Tijdens het locatie ebezoek heeftt het panel dan ook bijzon ndere aandach ht gehad voorr deze invulling g. Onder 'Kennis en inzicht' spreekt het inform matiedossier over o onderzoeksmethodolog gie en wetenscchapsfilosofie en onder 'Toep passen van ke ennis en inzich ht' wordt gesprroken over hett wetenschapp pelijk kunnen onderrbouwen van het h profession neel handelen en het vertale en van praktijkkvragen in een n weten nschappelijke vraagstelling. Tijden ns de besprekkingen met hett opleidingsma anagement is naar voren ge ekomen dat ongevveer een kwarrt van de opleidingstijd word dt besteed aan n wetenschap ppelijke vormin ng. De Transsfergroep is va an mening datt om bijvoorbe eeld artikelen adequaat a te ku unnen beoord delen voor toepassing t in de beroepsprraktijk het wete enschappelijk niveau van de e studenten adequ uaat moet zijn n. Het is echter niet de bedo oeling dat de student s zelfsta andig weten nschappelijk onderzoek o uitvvoert, zoals in het wo van sttudenten verw wacht wordt. De opleid ding legt de na adruk op het kunnen k incorporeren van nie euwe wetenscchappelijke inzich hten in het eigen professioneel handelen en het kunnen n evalueren va an behandelin ngen in de eigen praktijkk. Hoewel de Transfergroep T de onderzoekkvereisten zelff omschrijft als s fors, zijn de onderzoekssambities prakktijkgericht. Overw wegingen Op ba asis van het in nformatiedossier heeft het panel p zich een n goed beeld kkunnen vormen van de ko oppeling tusse en de eindterm men van de opleiding en de Dublin descrip ptoren. Het pa anel is van mening m dat de opleiding vold doet aan alle ‘Dublin descrip ptoren’. Daar w waar het pane el zich
pag gina 10
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
op ba asis van het informatiedossier nog geen goed g beeld kon vormen, bra acht het locatiebezoek mee er duidelijkheid d, in het bijzon nder op het gebied van onderrzoeksvaardig gheden. Het pa anel acht de ambities a van de d opleiding in lijn met hetge een van een e hbo maste er mag worden n verwacht. Weliswaar W ligt relatief r veel na adruk op onderrzoekscompettenties, maar deze d zijn prak ktijkgericht en dus in lijn het de positionering van de d opleiding als hbo master.. Het panel komt dan ook to ot een voldoen nde oordeel op p dit facet.. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.2 ‘Master’ als s voldoende.
4.1.3
ntatie hbo (facet 1.3) Oriën De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b de volgende e beschrijving gen van een e master in hbo: h – De e beoogde eind dkwalificaties zijn mede onttleend aan de door (of in samenspraak met) m hett relevante beroepenveld op pgestelde bero oepsprofielen en/of beroepe encompetentie es. – Een hbo-masterr heeft de kwallificaties voor het niveau van n een zelfstan ndig en/of leid dinggevend be eroepsbeoefen naar in een be eroep of specttrum van bero oepen, dan we el het nivveau van het fu unctioneren in n een multidisc ciplinaire omg geving waarvoo or een hbooplleiding vereistt is of dienstig is. Bevin ndingen Onde er facet 1.1 (do omeinspecifiekke eisen) is re eeds beschrevven dat de Tra ansfergroep Rotte erdam de opleiiding heeft ing gericht op basiis van de rolle en en compete enties die zijn verwo oord in het berroepscompete entieprofiel van de beroepsvvereniging NV VSF. De NVSF F is blijkens de verklarin ng van deze vereniging v van n mening dat de d opleiding aansluit bij het beroe epscompetentieprofiel. Zowe el het functione eren als zelfsttandig professional als het aannemen a van n een leidinggevende rol in de beroepsspraktijk kome en in het comp petentieprofiel tot uitdrukking g. Ook het h functionere en in de multid disciplinaire co ontext komt na adrukkelijk aa an de orde. Te denke en van hierbij aan competen nties op het ge ebied van com mmunicatie, w waarbij de sportffysiotherapeutt geacht wordtt adequaat te kunnen comm municeren me et collega's bin nnen en bu uiten de eigen praktijk, artse en en verzekerraars. De sportfysiotherape eut moet de werelden van de (to op)sport en diie van de gezo ondheidszorg met elkaar ve erbinden. Overw wegingen Het panel p is van mening dat het programma van de opleidin ng aansluit bij het beroe epscompetentieprofiel. De sterke s nadruk die in het prog gramma wordtt gelegd op bered deneerd hande elen, stelt de sportfysiothera s apeut in staat om zelfstandiig als beroe epsbeoefenaa ar te acteren en een leidingg gevende rol aa an te nemen in n een multid disciplinaire co ontext. Het feit dat de NVSF F inhoudelijk achter a de opleiding staat bie edt het pa anel voldoend de houvast om m dit facet als voldoende v te beoordelen. b Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.3 ‘Oriëntatie hbo’ h als voldo oende.
pag gina 11
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.1.4
4.2
Same envattend oo ordeel onderw werp 1 Doelsttellingen ople eiding Het panel p beoordee elt alle onderd delen van onderwerp 1 als voldoende. v He et panel beoorrdeelt het on nderwerp ‘doe elstellingen op pleiding’ als ge eheel dan ook als voldoende e.
Programma p van de hbo masster Sportfysiotherapie is verdeeld over tw wee en een ha alf Het programma jaar. Elk E jaar bestaat uit vier leerrlijnen: specialist, innovator, adviseur en p professioneel leiderr. De leerlijn sp pecialist bevat in het eerste e jaar de modu ule 'acute sporrtaandoeninge en', in het tw weede jaar de module 'overb belastingsletsels' en in het derde d jaar de module 'chron nische aandoe eningen'. In alle drie de jare en omvat deze e leerlijn verde er een module inspa anningsfysiolog gie en een sta age. In de leerrlijn innovator ligt de nadruk op onderrzoekscompettenties. In het eerste jaar staan wetensch hapsleer en kw wantitatief onderrzoek centraal, in het tweed de jaar kwalita atief onderzoekk en in het derrde jaar wordtt de maste erthesis gesch hreven. De lee erlijn adviseur bevat in alle drie d de jaren comm municatiegericchte modules. De leerlijn pro ofessioneel leiider, tenslotte,, is gericht op mana agementvaardigheden. Elk ja aar omvat 30 ECTS E (840 sbu). Per jaar zijjn 18 lesdagen ingeroosterd d, 6 mastercla asses en tw wee videoavonden. De docentgebonden contacttijd c bed draagt circa 22 24 uur per jaarr.
4.2.1
Eisen n hbo (facet 2.1) 2 Het beoogde b progrramma sluit aa an bij de volge ende criteria vo oor het progra amma van een n hboopleid ding – Kennisontwikkelling door stude enten vindt pla aats via vaklite eratuur, aan d de beroepsprak ktijk onttleend studiem materiaal en viia interactie met m de beroepsspraktijk en off (toegepast) ond derzoek. – He et programma heeft aantoon nbare verband den met actuelle ontwikkeling gen in het vakkgebied/de disscipline. – He et programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsva vaardigheden e en heeft aan ntoonbare verrbanden met de d actuele berroepspraktijk. Bevin ndingen De Trransfergroep, gelieerd aan de d Hogeschoo ol Rotterdam, maakt gebruik van het onderrwijskundige model m dat geb bruikelijk is aan n de hogescho ool: het Rotterrdams Onderw wijs Mode el (ROM). Het ROM berust op o drie pijlers: kennisgestuu urd leren (bero oepsrelevante conce eptuele kaderss en vaardighe eden), praktijk kgestuurd lere en (leren in en van de ontwikkeling).. beroe epspraktijk) en n studentgestu uurd leren (perrsoonlijke en professionele p Voor het kennisgesstuurd leren wordt w gebruik gemaakt g van recente r handb boeken (vanaf 2005)). Ook wordt veelvuldig v gew werkt met rece ente wetenschappelijke artikkelen. Aangezien het on nderbouwd ha andelen een centrale c plaats s inneemt in he et onderwijs, le eert de studen nt zijn weg vinden v in de verschillende wetenschappe w elijke database es. De studentten hebben niet alleen n toegang tot de d tijdschriften n waar de hog geschool een abonnement a o op heeft, maarr zij worde en ook geachtt gebruik te maken van de medische m bibliiotheek van de e Erasmus Unive ersiteit. De oplleiding borgt hiermee h de kennisontwikkeling door gebru uik van (wete enschappelijke e) vakliteratuur. Door alleen gebruik te ma aken van rece ente publicaties (zowe el handboeken n als wetensch happelijke literatuur) beoogt de opleiding de verbanden n met actue ele ontwikkelin ngen in de disccipline te borgen.
pag gina 12
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
In hett praktijkgestu uurd leren staa at de binding met m de beroep pspraktijk centtraal. De stage e besta aat uit drie ond derdelen. 1) De student beg geleidt een spo ortploeg en ho oudt hiervan een logbo oek bij. Ook wo ordt de studen nt geacht van één van de sp porters een ca ase-study te make en. 2) De stude ent volgt een aantal a video-a avonden, waarrop in kleine g groepen onderr begelleiding van ee en docent case es worden bes sproken. 3) Ja aarlijks volgt de student zes maste erclasses op een e topsport lo ocatie. Hier maakt de stude ent kennis mett verschillende e aspeccten van de to opsport en de fysiotherapeutische begeleiding van topssporters. Doorr deze drie praktijkcompon p nenten in het onderwijs o worrdt de interactiie met de bero oepspraktijk geborrgd. Op ba asis van het in nformatiedossier was het vo oor het panel onvoldoende o h helder of de stude ent ook geachtt wordt om zellf werkzaam te e zijn in een praktijk fysiothe erapie op het mome ent van volgen n van de opleiiding. Dit staat niet als instro oomvereiste vvermeld. Deze e vraag g is gedurende e het locatiebe ezoek aan de orde geweestt. Het opleiding gsmanagement onderrkent dat deze e vereiste niet als zodanig is s vastgelegd. Alle studenten n die momente eel het ee erste jaar volg gen zijn echterr werkzaam alls fysiotherape eut. Het opleid dingsmanagem ment vond dit zo vanzelffsprekend dat het managem ment het niet noodzakelijk he eeft geacht ditt als eis va ast te leggen. De opleiding is i immers uits sluitend gericht op fysiothera apeuten. De stude ent kan hierdoo or het geleerd de in zijn eigen n beroepssetting in de prakttijk brengen. Het H opleid dingsmanagem ment ondersch hrijft de noodz zaak werkzaam m te zijn als fyysiotherapeut en is voorn nemens dit ookk als instroom meis vast te leg ggen. Een belangrijke b acttuele ontwikke eling binnen de fysiotherapie is in de ogen van het panel de integrratie van muscculoskeletale specialismen s binnen de fysiotherapie. De eze relevante ontwikkeling trof he et panel niet aan in het inforrmatiedossier. De vraag hoe e deze gespe ecialiseerde opleiding o zich verhoudt v tot de trend naar in ntegratie is ge edurende het locatiebezoek dan ook aan de orrde geweest, immers i deze constatering c liijkt op gespan nnen voet te t staan met de d vereiste "he et programma heeft aantoon nbare verband den met actue ele ontwikkelingen in het h vakgebied"". Het opleidingsmanageme ent onderschrijjft deze actuelle ontwikkeling als zo odanig, maar verwacht v dat dit d een ontwikkkeling op de la angere termijn n is. Voor de kortere terrmijn heeft de Transfergroep p gekozen voo or een "enge" specialisatie. Herke enbaarheid va an de opleiding g, met name voor v de studen nt, was hierbij doorslaggeve end. Bovendien is een gespecialiseer g rde masterople eiding momen nteel vereist vo oor inschrijving g in het re egister als spo ortfysiotherape eut. Ook wordtt, zo bleek tijdens het gesprrek met verteg genwoordigers van het werkveld, binnen de beroepsve erenigingen no og gesproken in terme en van "klassie eke" specialisa aties. Overw wegingen Kennisontwikkeling g door studentten vindt plaatts via vaklitera atuur, via aan d de beroepspra aktijk ontlee end studiematteriaal en via interactie i met de beroepsprraktijk en doorr toegepast onderrzoek. Het pro ogramma waarborgt de ontw wikkeling van beroepsvaard digheden en he eeft aanto oonbare verba anden met de actuele a beroe epspraktijk. Ditt laatste zowell door de uitvoe erende praktijkk (stages) als door de gebru uikte vakliterattuur. Het pane el is van menin ng dat de e opleiding vo oldoet aan face et 2.1 (eisen hbo). h Wel hech ht het panel erraan om hierb bij twee opmerkingen te maken. 1. He et panel acht het h van groot belang b dat de student werkzzaam is als fyssiotherapeut. Door D de ge ekozen stage opzet o komt de e student met name in aanra aking met de ((gezonde) spo orter. Dit is een belangrijkk onderdeel va an de sportfys siotherapie, maar m wel slechtts een deel va an het vak. Het H is derhalve e van belang dat d de student ook in aanra aking komt me et alledaagse
pag gina 13
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
blessures van recre eatieve sporte ers en chronisc ch zieken. Een werkplek in de fysiotherap pie is hiervo oor onontbeerrlijk. Het panell adviseert de opleiding dit te t formaliseren n als instro oomvereiste: niet n alleen een n afgeronde op pleiding tot fyssiotherapeut, m maar ook als zodan nig werkzaam zijn. 2. He et panel kan meegaan m in de overwegingen n van de opleiidingen om te kiezen voor een e gespe ecialiseerde master, m hoewe el dit in tegenspraak lijkt mett een actuele ttrend in het vakge ebied. Comme erciële redene en (herkenbaarheid voor de potentiële stu udent) en praktiische overweg gingen (vereisste voor registrratie) zijn legittiem. Wel heefft dit bij het pa anel de vra aag opgeroep pen of de dialo oog tussen oplleiding en bero oepspraktijk e een voldoende e structtureel karakterr heeft. Het pa anel geeft de opleiding o ter overweging o hie er nadrukkelijk ker aanda acht aan te be esteden (zie ook facet 5.2, betrokkenheid b ). Dit is op zicchzelf echter geen g reden n om op dit faccet niet tot een n voldoende oordeel o te kom men. Alles overwegende e komt het pan nel dan ook tot een voldoende oordeel op p dit facet. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende e.
4.2.2
Relattie tussen doelstelling en programma (facet ( 2.2) Het beoogde b progrramma, het did dactisch conce ept, de werkvo ormen en de w wijze van toets sing weersspiegelen de te t bereiken ein ndkwalificaties s van de opleiiding. De te e bereiken eind dkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in n leerdoelen vvan (onderdele en van) het h beoogde programma. p Bevin ndingen Het programma p is reeds r kort besschreven in de e inleidende paragraaf van d dit hoofdstuk, het didacctisch concept (ROM) globaa al bij facet 2.1. In hett informatiedossier worden de d vier rollen van de sportfyysiotherapeut (specialist, adviseur, professio oneel leider en n innovator) en n de beoogde competentiess duidelijk gekop ppeld aan het programma. Het H grootste deel d van het programma is g gereserveerd voor de be eroepsrol speccialist: 55 ECT TS (61%). De rol innovator (m.n. ( onderzoe eksvaardighed den) is 22 ECTS groot (2 24%). De overige twee bero oepsrollen zijn n duidelijk klein ner in omvang g: adviseur 5 ECTS (6 6%) en professsioneel leiderr 8 ECTS (9%)). Voor elke be eroepsrol onderrbouwt het info ormatiedossie er hoe deze to ot uiting komt in het program mma. De te bereikken eindkwalifficaties zijn hie ermee vertaald in leerdoele en van delen vvan het programma. Opva allend in het ge esprek met de e studenten wa as dat de bele eving van de vverdeling van de d studie ezwaarte overr de verschillende rollen afw week van de be eschreven stu udiezwaarte. De D rol innovvator voelde in n de beleving van v de studen nten zwaarder dan de kwart van de studie elast die fo ormeel voor de eze rol is ingerricht. Zelf zage en de studentten als verklaring hiervoor dat veel van v deze onde erzoekvaardig gheden nieuw waren. Met na ame voor stud denten die langer geled den zijn opgele eid tot fysiothe erapeut is de wetenschappe w elijke vorming een behoorlijk ke kluif. Het panel p heeft ken nnis genomen n van de versc chillende gede etailleerde 'stud diehandleiding gen' die de e verschillende modules uit jaar 1 beschrrijven. Op basiis van deze informatie heeftt het panell zich een goe ed beeld kunne en vormen van n het program mma en de verrschillende werkvvormen.
pag gina 14
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Op ba asis van het in nformatiedossier kon het pa anel zich nog geen g goed bee eld vormen va an de verscchillende toetsvvormen. Het panel p heeft hie erover dan ook aanvullende e vragen geste eld aan de d opleiding. De D Transfergro oep heeft de vragen v schrifte elijk voorafgaa and aan het locatiebezoek bean ntwoord. Ook is het onderwerp toetsing gedurende g het locatiebezoek k aan de ord de geweest in n verschillende e gesprekken. Toetsing is doorgaans com mpetentiegeric cht. Uitgangspunt bij de e ontwikkeling van de verschillende toetse en is dat alle b benoemde comp petenties daad dwerkelijk word den getoetst. Hoewel de ke ennistoetsen fo ormatief zijn en onbep perkt mogen worden w herkan nst, moet de to oets uiteindeliijk wel met een voldoende worde en afgesloten.. Hierbij moet 92% van de vragen v correctt worden bean ntwoord. Gedu urende het jaar volgen verde er nog een aantal productto oetsen (bijvoorrbeeld essays en case reports). Ook hier geldt datt onvoldoende producten op pnieuw mogen n worden ingele everd, maar dat de toetscritteria waar uite eindelijk aan moet m worden vo oldaan wel strreng zijn (b bij eerste beoo ordeling van de d zogeheten case c reports werden w 7 van de 27 werkstu ukken als on nvoldoende be eoordeeld). Ellk jaar wordt afgesloten a mett een assessm ment, in het ee erste jaar nog n formatief (door ( één doce ent), maar van naf jaar twee normatief n (twe ee beoordelen nde docen nten). Specifie eke aandacht werd nog ges schonken aan de criteria voo or de thesis. Het H panell vindt dat een n relatief groott aantal punten n verkregen ka an worden me et het voldoen aan vormvvereisten. Hie erdoor ligt de nadruk n te wein nig op de inhou ud. De opleiding onderkend de dit mancco gedurende het locatiebezzoek en kondig gde aan de th hesiscriteria bijj te stellen. De ve erschillende werkvormen w zijn tijdens het locatiebezoek aan bod geko omen. Bijzondere aanda acht van het panel p is hierbij uitgegaan na aar de wijze wa aarop de stag ge is ingericht. Op basis van het inform matiedossier was w bij het pan nel de indruk ontstaan o dat e er geen enkele e vorm van stagebeg geleiding was, noch op de stageplek, s nocch vanuit de scchool. Dit gaf bij b het panell aanleiding to ot zorg. De Tra ansfergroep he eeft voor de sttages bewust niet gekozen voor een "meester-geze el" setting. De stagiair is een n werkzame fyysiotherapeut die zijn stage voora al gebruikt voo or ervaring en zelfreflectie (d dus geen leerling fysiothera apeut die direc cte superrvisie behoeft)). Er is inderda aad geen struc cturele begele eiding vanuit d de school. Wel is er contro ole op voortga ang op basis van v het logboe ek dat de student geacht wo ordt bij te houd den. De Trransfergroep is van mening dat tijdens de e masterclasse es en videoavvonden voldoe ende conta act is met de docenten d om hulp h te vragen. De opleiding g acht de geko ozen stageopz zet in lijn met het mastern niveau van de e opleiding. In het gesprek met m de studentten is dit onderrwerp ook uitg gebreid bespro oken. De studenten deelden n de visie van de Transfergrroep. Geforrmaliseerde be egeleiding we erd door studenten niet gem mist. De groep is zodanig kle ein dat het co ontact met de docenten laag gdrempelig is. Ook wordt ge ebruik gemaakt van een sys steem van peer-review p / in ntervisie. De studenten s beo oordelen de sta agebegeleidin ng in de huidig ge opzett niet als onvo oldoende. Overw wegingen De Trransfergroep heeft h goed ond derbouwd hoe e de verschille ende leerdoele en tot uiting ko omen in hett programma. Het panel kan n zich in het allgemeen vinde en in de gekozzen opzet voo or de toetsvvormen. Wel is het panel va an mening datt de beoordelin ngscriteria voo or de masterth hesis bijstelling behoeven n. Het panel heeft h voldoend de vertrouwen dat deze crite eria zullen worrden bijgessteld. Het panel p is van mening dat het programma, het h didactisch concept, de w werkvormen en de wijze van toetsing de d te bereiken n eindkwalifica aties van de op pleiding weersspiegelen. Hett panell kan zich vind den in de doorr de Transfergroep Rotterda am gemaakte keuzes, zij he et dat het pa anel van meniing is dat de stagebegeleidi s ing een meer structureel ka arakter moet krrijgen. Het panel p adviseerrt de opleiding met klem hier nader aanda acht aan te ge even. Dit enkelle feit
pag gina 15
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
weeg gt voor het pan nel echter niet zodanig zwaa ar dat het tot een e onvoldoen nde oordeel ko omt, mede e op basis van n het feit dat de e studenten dit niet als een probleem zag gen. Ook maakt de stage e maar een be eperkt deel van n de opleiding uit. Het panel beoordeelt d dit facet als geheel dan ook o als voldoe ende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.2 ‘Relatie tus ssen doelstellin ng en program mma’ als voldo oende.
4.2.3
enhang progrramma (facett 2.3) Same Het beoogde b progrramma is inhoudelijk samen nhangend. Bevin ndingen Het programma p me et zijn vier leerrlijnen laat zich op papier prresenteren alss een same enhangend pro ogramma. Hett programma heeft h een gesttructureerde e en logische opbou uw. De Transffergroep maakkt gebruikt van n een in verho ouding tot het beperkte aanttal conta acturen en het kleine aantal studenten (maximaal 27) groot g aantal ve erschillende docen nten. Ook is een e aantal doccenten slechts voor een zee er beperkt aantal uren bij de opleid ding betrokken n, zoals de pro ofessionals die e bij de maste erclasses word den ingezet. De D meesste docenten zijn z voor 70 tott 80% werkzaa am als fysiotherapeut en éé én dag in de week w bij de e opleiding bettrokken. Hierdoor bestaat ee en risico van overlap o en hia aten. Op basis van het in nformatiedossiier en de gesp prekken tijdens s het locatiebe ezoek heeft he et panel niet kunne en vaststellen dat overlap op o systematisc che wijze word dt voorkomen. Anderzijds he ebben de stu udenten niet aangegeven a dat sprake is va an overlap of hiaten. Overw wegingen Het panel p is van mening dat het programma van de opleidin ng op papier in nhoudelijk same enhangend is. De beoogde beroepscomp b etenties zijn gedurende g hett gehele progrramma leidend d bij de inhoud delijke invulling g. Het program mma kent een n logische opb bouw en alle competentie es komen op evenwichtige e wijze w aan de orde. o Wel steltt het panel vas st dat er een risico is voo or overlap en hiaten h in een situatie s waarin veel docente en een "kleine rol" vervu ullen. Tot op he eden lijkt hier echter, afgaande op de ervvaring van de sstudenten, geen sprakke van te zijn. Het panel gee eft de opleiding ter overweg ging om hier, zzeker wanneerr in de kome ende jaren de aantallen stud denten toenem men en overleg gstructuren minder informee el van aard worden, w speciifiek aandachtt aan te schen nken. Anders gezegd: g het prrogramma is inhou udelijk samenh hangend, maa ar de borging van v de samen nhang en het vvoorkomen van overla ap en hiaten behoeven b in de e toekomst mogelijkerwijs nadere n aandaccht. Gezien he et feit dat sttudenten mom menteel geen overlap o ervare en komt het pa anel tot een po ositief oordeel en beoorrdeelt het panel de samenh hang van het programma p alss voldoende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.3 ‘Samenhan ng programma a’ als voldoend de.
pag gina 16
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.2.4
2 Studiielast (facet 2.4) Het beoogde b progrramma is stud deerbaar doord dat factoren diie betrekking h hebben op dat progrramma en die de studievoorrtgang belemm meren zoveel mogelijk m word den weggenom men. Bevin ndingen Om de d studeerbaarheid te bevorrderen heeft de Transfergro oep Rotterdam m de volgende,, in het in nformatiedossiier genoemde, studiebevord derende maatregelen genom men: kleinschalligheid van de e opleiding (ma aximaal 27 stu udenten per le eerjaar), planning van v het onderw wijs buiten reg guliere vakantties, masterclasses begeleid d door een spo ortfysiotherape eut en groepe en voor de masterclasses beperkt in omvang (m maximaal 9 dee elnemers), studievolg gsysteem en studiebegeleid s ding, theoretiscche voortgangsstoetsing via internet ter voo orbereiding op p assessments s, digitale lee eromgeving Fronter, F toetsresultaten blijven vijf v jaar geldig,, zodat een sttudent die mee er tijd nodig heeft voor de affronding van zijn z masterthes sis de mogelijkheid heeft om m uit te lopen zonder da at dit nadelige consequentie es heeft. De kle einschaligheid d van het onde erwijs werd met nadruk ond derschreven do oor de studen nten. De to oegang tot doccenten is hierd door laagdrem mpelig. Overw wegingen In hett informatiedossier staat een aantal maattregelen benoe emd om factoren die de studie evoortgang be elemmeren we eg te nemen. Met M name de lage drempel om docenten te benad deren bij vragen werd door studenten ond derschreven. Het panel sprreekt zijn waard dering uit voorr de wijze waa arop de Transffergroep een leerklimaat l he eeft gecreëerd dat door allen a als plezierig en stimule erend wordt omschreven. o Ook stelt s het panel vast dat de Transfergroep T ol leerklimaat h heeft geschap pen een succesvo en ee en aantal maatregelen heeftt genomen. He et panel is derrhalve van me ening dat de Transsfergroep Rottterdam voldoe ende maatrege elen heeft gen nomen om factoren die de studie evoortgang be elemmeren zo veel mogelijk k weg te neme en. Het panel kkomt dan ook tot een voldoende v oordeel, maar we el met de nadrrukkelijke aanbeveling om d de stagebegeleiding of ten nminste de voo ortgangsmonittoring beter te e structureren (zie facet 2.2)). Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.4 ‘Studielast’ als voldoende e.
4.2.5
Instro oom (facet 2.5) Het beoogde b progrramma sluit qu ua vorm en inh houd aan bij de d kwalificatiess van de instro omende studen nten: hbo-masster: bachelorr en eventueell (inhoudelijke)) selectie. Bevin ndingen Alle in nstromende sttudenten hebb ben een hbo bacheloropleid b ding fysiothera apie afgerond. Tot een maximum m van 27 deelnemers worden alle e fysiotherapeuten aangeno omen op basis s van wie-het-eerst-komt-die-het-eerst--maalt. Er geld den geen aan nvullende eisen n en er is geen selectie.
pag gina 17
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Aangezien alle insttromende stud denten de hbo o bachelor ople eiding tot fysio otherapeut heb bben afgero ond, kan in de e opleiding wo orden voortgeb bouwd op het competentiep profiel van de fysiotherapeut. De Trransfergroep Rotterdam R hee eft een EVC procedure p inge ericht om op in ndividuele bas sis vrijste ellingen te verlenen, zodat het h te volgen programma p aa ansluit bij de le eerbehoefte va an de stude ent. Tijden ns het locatieb bezoek is het ontbreken o van n de vereiste om o tijdens de opleiding werkzzaam te zijn als fysiotherape eut aan de ord de geweest. De D Transfergro oep achtte dit zo vanze elfsprekend da at deze eis nie et is geformaliseerd. De Tra ansfergroep is wel voorneme ens dit insstroomcriterium m alsnog te fo ormaliseren. Tijden ns het locatieb bezoek is de vraag v besprok ken of de Transfergroep reke ening zou moeten houde en met versch hillen tussen in nstromende sttudenten. De opleiding o stelt zich op het stand dpunt dat dit niiet hoeft. Alle fysiotherapeuten in Nederla and hebben ee en hbo bachelor opleid ding afgerond en voldoen aa an het beroep pscompetentie eprofiel fysiotherapeut. De Transsfergroep kan dit beroepsco ompetentiepro ofiel dus - in de e optiek van de Transfergroep als ve ertrekpunt nem men, zonder daarbij d te kijken n naar de vraa ag waar en wa anneer een student is opg geleid tot fysio otherapeut. In het gesprek met m de studenten kwam ech hter wel naar voren v dat sp prake was van n forse onderliinge verschille en. Verschil in opleiding en ervaring leidt tot duide elijk herkenbarre diversiteit. In het bijzonde er kwam naar voren dat er e een flink versc chil besta aat tussen de onderzoeksco o ompetenties biij instromende e studenten. H Hoewel dit in te ermen van studiebelasting s gsuren 25% va an de opleidin ng behelst, voe elde de verdelling tussen de e rol innovvator en overig ge rollen eerde er als 50/50. Ook O gaven stu udenten aan, d dat soms sprake is van overlap o tussen n wat in de ma aster wordt aan ngeboden en wat reeds in d de bache eloropleiding is geleerd, zoa als bijvoorbeeld reanimatie. Overw wegingen Inhou udelijk gaat he et programma verder, waar de d bachelor opleiding eindig gde. De vorm van het prrogramma kom mt overeen me et de mate van ontwikkeling g die de maste erstudent heefft bereikkt. Van de student wordt ve erwacht dat hij of zij in staat is om zelfstan ndig te leren. Hier H mag gezien g het insstroomprofiel vanuit v worden gegaan. Bove endien zijn alle e studenten re eeds werkzzaam, waardo oor een grote mate m van zelfs standigheid en n verantwoord delijkheid mag worde en verwacht. Het H panel steltt derhalve vas st dat het beo oogde program mma qua vorm m en inhou ud aansluit bij de kwalificatie es van de instrromende studenten. Wel maakt m het panel hierbij de ka anttekening dat het de kwaliteit van het o onderwijs ten goede g zou komen k als de Transfergroep T p meer oog zou hebben voo or verschillen in instroom. Diit zou kunne en door te werrken met mee er persoonlijke e leerdoelen, door d het aanbieden van keuze evakken en fa acultatief onderwijs, bijvoorb beeld op het ge ebied van "inle eiding in onderrzoeksvaardig gheden" of sta atistiek. Een be etere fit tussen n programma en competenttie van de d instromende e student zou zowel generie ek (waar en wanneer w opgeleid) als individ dueel (perso oonlijke leerdo oelen) kunnen n. Dit is echterr slechts een aanbeveling a vo oor verbeterin ng van de kw waliteit. Het on ntbreken van een e dergelijk systeem s is op zichzelf voor h het panel geen reden n om tot een onvoldoende o o oordeel te kom men. Het panel beoordeelt dit facet dan oo ok als voldo oende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.5 ‘Instroom’ als a voldoende..
pag gina 18
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.2.6
Duurr (facet 2.6) De op pleiding voldoe et aan formele e eisen m.b.t. de omvang va an het curricullum: hbo-m master met miinimaal 60 stu udiepunten. Bevin ndingen Het programma p om mvat 90 ECTS, 2520 sbu. Hiermee wordt ruimschoots vvoldaan aan de d vereisste minimum studieomvang s g van 60 studie epunten. Elk ja aar omvat 30 ECTS (840 sb bu). Per ja aar zijn 18 lesd dagen ingeroo osterd, 6 mastterclasses en twee videoavo onden. De docen ntgebonden co ontacttijd bedrraagt circa 224 uur per jaar. Gemiiddeld komt de e studieduur overeen o met circa 20 uur pe er beschikbare e week. Op ba asis van de d ervaringen in het eerste jaar kan worde en vastgesteld d dat de reële studieduur grrosso modo o overeenkomst met de "beg grote" studieduur. Overw wegingen Het panel p stelt vastt dat het progrramma ruimsc choots voldoett aan de forme ele eisen met betrekking tot de om mvang van he et curriculum. Het panel beo oordeelt het fa acet 2.6 ‘Duur’ derha alve als voldoe ende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.6 ‘Duur’ als voldoende. v
4.2.7
pag gina 19
Same envattend oo ordeel onderw werp 2 Progra amma Het panel p beoordee elt alle onderd delen van onderwerp 2 als voldoende. v He et panel beoorrdeelt het on nderwerp ‘Pro ogramma’ als geheel g dan oo ok als voldoen nde.
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.3 4.3.1
Inzet personeel n hbo (facet 3.1) 3 Eisen De op pleiding sluit aan a bij de volg gende criteria voor v de inzet van v personeel van een hboopleid ding: Het onde erwijs zal voorr een belangrijjk deel worden n verzorgd door personeel dat d een verbinding v legtt tussen de op pleiding en de beroepsprakttijk. Bevin ndingen Het onderwijzend o p personeel kan worden onde erscheiden in twee t categorie eën docenten:: kernd docenten en gastdocenten. Kerndocenten n zijn in deeltijd of op kort-co ontract basis in i diensst bij het Institu uut voor Gezondheidszorg van v de Hogescchool Rotterda am. Zij nemen n een belan ngrijk deel van het onderwijss voor hun rek kening. Gastdo ocenten verzo orgen lezingen n, zoals bij de masterrclasses, op de eelgebieden van v het progra amma. Het panel p heeft ken nnis genomen n van de CV's van de 17 bij de opleiding b betrokken kernd docenten. Twe ee van de doce enten zijn voo or meer dan 50 0% van hun tijjd aangesteld als docen nt. De overige e docenten zijn n voor het groo otste deel van n hun tijd werkkzaam in relev vante posities als (sport)ffysiotherapeutt of manueel therapeut. De relatie met de e beroepsprakttijk is hierdo oor geborgd. Gastdocenten G n zijn allen werrkzaam in de relevante r bero oepspraktijk. Enkele docenten ziijn werkzaam als wetenscha apper, onder wie w twee hoog gleraren. Ook de lectorr Participatie, Arbeid A en Gezzondheid van de Kenniskrin ng van het Insttituut voor Gezo ondheidszorg van v de Hogeschool Rotterdam is bij de op pleiding betrokkken. Hij neem mt een deel d van het on nderwijs voor zijn rekening en onderzoekkers van de Ke enniskring begelleiden onderzo oekslijnen en de masterthes sis. Overw wegingen Op ba asis van de CV V's van de kerrndocenten sttelt het panel vast v dat het on nderwijs voor een belan ngrijk deel worrdt verzorgd do oor personeel dat werkzaam m is in de bero oepspraktijk. Hetzij H als sp portfysiotherap peut, hetzij alss "betrokken bij b de doelgroe ep van de sporrtfysiotherapeut". Alle gastdocenten g z zijn, voor zove er niet werkza aam als wetensschapper, werrkzaam in de beroe epspraktijk. He et panel stelt derhalve d vast, dat door de in nzet van het p personeel een verbin nding wordt ge elegd tussen de d opleiding en e de beroepspraktijk en beo oordeelt dit facet dan ook o als voldoe ende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.1 ‘Eisen hbo' als voldoende e.
4.3.2
Kwan ntiteit person neel (facet 3.2 2) Er wo ordt voldoende e capaciteit vri rijgemaakt om de nieuwe op pleiding te kun nnen starten. Er wo ordt voldoende e capaciteit vri rijgemaakt om de nieuwe op pleiding te kun nnen continuerren Bevin ndingen In hett informatiedossier staat de omvang van de aanstelling g van de kernd docenten met een vast contract c verme eld: totaal 5,4 fte inclusief management. m D Daar het inforrmatiedossier geen g naderre informatie biedt b over de docentcapacit d teit heeft het panel p hier aanvvullende vrage en
pag gina 20
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
over gesteld. g Na he et locatiebezoek heeft het panel p een nade er overzicht va an de inzet va an perso oneel van de Transfergroep T ontvangen. Op diit moment volg gt één jaargan ng van 27 stud denten de ople eiding. Naast d de unitmanager en de pro oductgroepasssistent is hierttoe 1,5 fte (driie personen) kerndocent k en n 0,4 fte vanuitt het kenniiscentrum besschikbaar (mee erdere person nen). Per septe ember 2010, e er zijn dan 2 x 27 = 54 de eeltijd studente en, is de volge ende formatie aan kerndoce enten voorzien n: progrrammaleider: 0,6 fte 0,6 fte coörd dinator speciallistenlijn: coörd dinator wetensschapslijn (in combinatie c me et kenniscentrum): 0,6 fte 0,4 fte coörd dinator stage, adviseur en professioneel le eider: 0,6 fte + kenniiscentrum: totaall 2,8 fte De aa anvullende infformatie stelt voorts: v "Met de e opleiding fyssiotherapie va an het Instituutt voor Gezo ondheidszorg wordt w gekeken n naar een flex xibele verdelin ng van docentten. Een gede eeld diensstverband is da aarbij, na de in ntegratie van Transfergroep T p in het IvG, m mogelijk. Een deel d van de d docenturen die nu nog fre eelance worde en ingezet zullen daarmee iin een gezame enlijk diensstverband word den gebracht. Naar schattin ng zal het hierbij gaan om 1 fte.". Totaa al zal derhalve e sprake zijn van v circa 3,8 ftte voor 54 dee eltijd studenten n. De student docen nt ratio komt hiermee h uit op 54 x 0,5 / 3,8 8 = 27 / 3,8 = 7,1 7 "fte studen nt" per fte doce ent. Aangezien deze meer gedetailleerde informatie tijdens het locatiebezoek nog niet voorh handen was, iss de kwantitatieve inzet van n docenten gettoetst aan de beleving van de d stude ent en de doce ent. De studen nten gaven aan dat docente en laagdrempe elig benaderba aar waren n. Studenten voelden v zich voldoende v beg geleid en hadd den niet de ind druk dat docen nten het te e druk hadden om studenten n te helpen. De D docenten ge even aan wel een forse werkb belasting te errvaren, maar er e is in de ogen van de doce enten geen sp prake van een te zware e druk. Overw wegingen De op pleiding draaitt inmiddels een jaar. Aangenomen mag derhalve d worde en dat er voldo oende capacite eit is vrijgemaa akt om de nieu uwe opleiding g te kunnen sta arten. Het pan nel heeft zich daarom geconcentree g rd op de vraag g of er voldoende capaciteitt wordt vrijgem maakt om de e opleiding te kunnen contin nueren. Op ditt moment is er voldoende p personeel besch hikbaar. Mana agement, doce enten en stude enten bevestig gden tijdens het locatiebezo oek deze inschatting. Er E is geen spra ake van oneve enredig hoge belasting b van docenten en docen nten zijn onda anks hun doorg gaans beperkte aanstelling goed benade erbaar door de e stude enten. In de komende twe ee jaren zal de e groep studen nten snel toen nemen van 27 naar 3 x 27 = 81. Goed d gekwalificeerrd personeel iss schaars, daa ar er vrijwel uiitsluitend kan worden geworven binne en de beroepsgroep sportfyssiotherapeut. Tijdens T het loccatiebezoek h heeft het panel de schaa arste aan gekw walificeerd personeel besprroken met het managementt van de Transsfergroep Rottterdam. De Trransfergroep is s zich terdege e bewust van d deze schaarste, maar verwacht ookk in de toekom mst over voldoe ende gekwalifficeerd person neel te kunnen n besch hikken. Het pa anel heeft vooralsnog geen reden om aan n dit vertrouwe en te twijfelen en beoorrdeelt dit facett derhalve als voldoende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.2 ‘Kwantiteit personeel’ p alss voldoende.
pag gina 21
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) n te zetten perrsoneel is gekkwalificeerd vo oor een inhoud delijke, onderw wijskundige en n Het in organ nisatorische re ealisatie van het h programma a Bevin ndingen Voor het onderwijs in de beroepssrollen adviseur, profession neel leider en sspecialist word den docen nten van de Transfergroep en e de Hogesc chool Rotterda am ingezet. Vo oor de beroepsrol specialist wordt tevvens gebruik gemaakt g van specialisten s op p deelgebiede en (gastdocentten). In hett informatiedossier staan de e eisen die ges steld worden aan a kerndocenten verwoord d: - wete enschap: - affgeronde massteropleiding, - 30% gepromovveerd of bezig met promotie e, - le ectoren betrokkken bij onderw wijs in de onde erzoekslijn, - le ectoren verzorrgen begeleiding en/of interv visie aan doce enten betrokke en bij de b begeleiding va an master-thesis. - prakktijk: - werkzaam w in de e beroepsprakktijk als sportfy ysiotherapeut,, - sp pecialist op de eelgebied sportfysiotherapie e. - dida actiek - didactische opleiding gevolgd, - ervaring als docent. In aan nvulling op bo ovengenoemde e eisen heeft het panel kennis genomen van de CV's van v de kernd docenten. Op basis b van de CV's C stelt het panel vast datt alle docenten relevante werke ervaring hebbe en. Ook wordtt in algemene termen voldaan aan de verreisten van ma asteren do octorgraden. Wel W valt hierbij op, dat het aa antal masters in de sportfyssiotherapie beperkt is. Op p didactisch ge ebied stelt hett panel vast da at een aantal docenten d kan worden betite eld als ervare en docent. Ee en groot aanta al docenten he eeft hiertoe ook formele scho oling ondergaan. Overw wegingen De CV Vs van de kerrndocenten latten zien dat de e vereisten in de praktijk wo orden gevolgd. Hoew wel niet alle CV V's blijk geven n van formele didactische d sccholing, is hierr bij het meren ndeel van de d docenten wel w sprake van n. Ook vakinho oudelijk lijkt he et personeel vo oldoende gekw walificeerd. We el valt hierbij op, dat een rela atief groot aan ntal docenten weliswaar een n maste eropleiding he eeft gevolgd, maar m dat dit ve eelal een mastter manuele th herapie of een wo maste er zoals gezon ndheidswetenschappen is. Het aantal ma asters in de sp portfysiotherap pie is beperrkt. Overwege ende dat sprakke is van een opleiding o in de e startfase, be eoordeelt het panel p de va akinhoudelijke kwalificaties als a voldoende e. Wel advisee ert het panel de e Transfergroep om he et aantal mastters sportfysio otherapie in he et docententea am uit te breid den. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.3 ‘Kwaliteit pe ersoneel’ als voldoende. v
4.3.4
pag gina 22
envattend oo ordeel onderw werp 3 Inzet personeel p Same Het panel p beoordee el alle onderde elen van onde erwerp 3 als vo oldoende. Hett panel beoord deelt het on nderwerp ‘Inze et personeel’ als a geheel dan ook als vold doende.
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.4 4.4.1
Voorzzieningen Materiële voorzien ningen (facett 4.1) eoogde huisve esting en mate eriële voorzien ningen zijn toe ereikend om h het programma a te De be realisseren. Bevin ndingen De Trransfergroep Rotterdam R hee eft een eigen cursuslocatie aan de Max E Euwelaan in Rotte erdam. De klasslokalen zijn uitgerust u met de d faciliteiten die d ICT onderssteund onderw wijs moge elijk maken (internetaansluitting, beamer, speakers, s etc)). Voor het vaa ardigheden onderrwijs zijn beha andeltafels, be ehandelmatten n en materiale en aanwezig. D Deze infrastructuur is bij de d beoordeling van andere masteropleidiingen binnen de d fysiotherap pie (kinde erfysiotherapie e en manuele therapie) als voldoende be eoordeeld. De opleiding Sporttfysiotherapie stelt echter aa anvullende eis sen, in het bijzzonder op het gebied van de e inspa anningsfysiolog gie. Hiertoe zijjn in het lokaa al een pully vo oor krachttrainiing en een fietse ergometer voor inspanningsttests aanwezig. Voor meer uitgebreide in nspanningstes sts, coörd dinatietests en n krachttests wordt w gebruik gemaakt g van een e daartoe in ngericht sportccentrum in Ba arendrecht. Op p deze locatie worden ook de d lessen insp panningsfysiollogie verzo orgd. Een studiezaal s is aanwezig a op de (tegenover het gebouw va an de Transfe ergroep gelege en) Hoge eschool Rotterdam aan de Kralingse K Zoom m. Studenten van de Transffergroep hebb ben toega ang tot de med diatheek van de d Hogeschoo ol Rotterdam. Per ja anuari 2011 wordt w de Unit Gezondheidszo G org van de Tra ansfergroep R Rotterdam geïnte egreerd met het h Instituut vo oor Gezondheiidszorg van de e Hogeschool Rotterdam. Mome enteel wordt hier h gewerkt aa an een nieuwb bouwlocatie. Docenten D en m management zullen z in hett IvG worden gehuisvest. g Vo oor niet bekos stigde opleidin ngen is een ap parte nieuwbou uw lesloccatie voorzien. Hier zal ook het sportfysio otherapeutisch h onderwijs wo orden verzorgd d. Tijden ns de opleiding wordt veel gebruik g gemaa akt van de dig gitale leeromge eving Fronter. Stude enten kunnen hiermee onde er meer comm municeren met elkaar, docen nten, en het secre etariaat. Binnen Fronter legg gen studenten n tevens hun digitale d portfolio aan. De opleid ding heeft aan n het panel inlo ogcodes ter be eschikking gesteld, zodat het panel kennis heeft kunnen neme en van de informatie die op het intranet be eschikbaar wa as. Op het intrranet is vee el informatie voor de studen nten beschikba aar. Stude enten kunnen gebruik make en van de wete enschappelijke e bibliotheek vvan het Erasm mus MC. Via V internet he ebben zij midd dels een licenttie in samenwe erking met hett Erasmus MC C toega ang tot de “digitale bibliothee ek”. Studenten n hebben hierrmee dezelfde e licentieprivile eges als we etenschapperrs binnen het Erasmus E MC, zoals toegang g tot wetensch happelijke publiccaties (full-textt). Overw wegingen Het panel p heeft ken nnis genomen n van de huidig ge infrastructu uur en beoorde eelt deze als voldo oende, mede overwegende o d deze infra dat astructuur reed ds eerder als vvoldoende is beoorrdeeld. In de aanvullende a vereisten op he et gebied van met name de inspa anningsfysiolog gie is in de og gen van het pa anel adequaat voorzien.
pag gina 23
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
De on nline leeromge eving Fronter wordt door he et panel als ad dequaat beoorrdeeld. Er zijn n voor de stud denten voldoende studiefaciliteiten aanwe ezig in de Hog geschool Rotte erdam. De toeg gang tot de we etenschappeliijke infrastructtuur van het Erasmus MC wordt w door het panel als goed g beoorde eeld, met name e door de toeg gang tot full-te ext artikelen viia de intern net licentie. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 4.1 ‘Materiële voorzieningen v ’ als voldoend de.
4.4.2
g (facet 4.2) Studiiebegeleiding Er is voorzien in pe ersonele capaciteit voor stud diebegeleiding g en informatie evoorziening aan a stude enten die adeq quaat zijn met het oog op de e studievoortg gang. Bevin ndingen De sttudent is in gro ote mate zelf verantwoordel v lijk voor het be ewaken van ziijn studievoorttgang. Dat betekent b niet dat d er geen stu udiebegeleidin ng beschikbaa ar is. Op afstan nd (via de ICT T leerom mgeving Fronter) wordt de voortgang v van n de student via v een studen nt volgsysteem m gemo onitord. Via de e digitale leero omgeving is fre equent contacct mogelijk tusssen docent en n stude ent, dit op initia atief van de sttudent. Evenee ens op initiatie ef van de stud dent kunnen studie evoortgangsge esprekken wo orden aangevrraagd bij de prrogrammaleidiing. Indien de studie evoortgang da aartoe aanleiding geeft, zal de programma aleiding hier in nitiatief toe ne emen. Reeds eerder in ditt advies (facett 2.2) zijn opm merkingen gem maakt over (he et gebrek aan) stage ebegeleiding. Overw wegingen De Trransfergroep legt grote nadruk op de eige en verantwoorrdelijkheid van n de student. De D Transsfergroep heefft in de opvatting van het pa anel, met nam me door het gebruik van Fron nter en he et monitoren van de studievo oortgang, wel voor borging van de studie evoortgang gezorrgd. Mede gelet op de kleinsschaligheid va an het onderw wijs lijkt de stud diebegeleiding g voor wat betreft b de studiievoortgang vo oldoende. Bij de stagebege eleiding heeft h het panel reed ds eerde er in dit adviess kritische kanttekeningen geplaatst. Dit iss voor het pan nel voor dit fac cet echte er niet zodanig g zwaarwegen nd, dat het tot een e onvoldoende oordeel kkomt, daar in algem mene zin de sttudievoortgang g wel voldoende lijkt te word den bewaakt e en ondersteun ning besch hikbaar is. We el adviseert he et panel de Tra ansfergroep met m nadruk de stagebegeleid ding te verrbeteren. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 4.2 ‘Studiebege eleiding’ als vo oldoende.
4.4.3
pag gina 24
Same envattend oo ordeel onderw werp 4 Voorzieningen Het panel p beoordee elt beide onde erdelen van on nderwerp 4 alss voldoende. H Het panel beoorrdeelt het onderwerp ‘Voorzzieningen’ als geheel dan oo ok als voldoen nde.
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.5 4.5.1
Intern ne kwaliteitszzorg ematische aa anpak (facet 5.1) 5 Syste Er is voorzien in ee en systeem va an interne kwa aliteitszorg, wa aarbij mede aa an de hand va an toetsb bare streefdoe elen en period dieke evaluatie es verbeterma aatregelen worrden getroffen n. Bevin ndingen Voor de Transfergrroep Rotterdam m als geheel is i ISO 9001:20 000 certificatie e behaald. He et CEDE EO verricht tw weejaarlijks een klanttevrede enheidsonderzzoek. De Tran nsfergroep Rotte erdam is door CEDEO C gecertificeerd. De Transfergroep T p hanteert een n systematisch he PDCA A-aanpak om de evaluatiere esultaten aan docenten en programmalei p ders terug te koppe elen. Na de integratie met het h IvG zal hett huidige kwaliiteitsbeleid wo orden voortgez zet. Tijden ns het locatieb bezoek hebbe en zowel mana agement als docenten aang gegeven dat de e organ nisatie zeer laa agdrempelig iss. De studente en hebben dit beeld bevestiigd. Naast de forme ele evaluaties en procedures bestaat de mogelijkheid m v voor studenten n om rechtstre eeks comm mentaar te gevven op de kwa aliteit van de (o organisatie va an) de opleidin ng. Het viel v het panel op, o dat studen nten desgevraa agd aangaven n geen terugko oppeling te kriijgen vanuiit de opleiding op de evalua aties die zij had dden ingevuld d. Met betrekking b tot het werken aa an de hand va an toetsbare sttreefdoelen merkt het panell op dat wel w wordt gewe erkt met hogesschoolbrede streefdoelen, s m maar dat geen n opleid dingsspecifiekke doelen zijn geformuleerd. Overw wegingen De kw waliteitszorg iss in algemene zin gedegen en voldragen (ISO certificattie, PDCA-cyc clus, kwalitteitshandboekk, hogeschoolb brede streefdo oelen). Tegelijjkertijd is de kw waliteitszorg op o het nivea au van de ople eiding afhanke elijk van inform mele contacten n en zijn er gee en streefdoele en op opleid dingsniveau geformuleerd en e worden resultaten, tenminste in de ervvaring van stude enten, niet teru uggekoppeld aan a de studen nten en worden n zij geen dee elgenoot gema aakt in de vo oorgenomen verbeteracties. Of, zoals de studenten hett verwoordden n: er wordt goe ed naar de d studenten geluisterd, ma aar het is niet duidelijk wat er e gedaan worrdt met de feedb back. Hoew wel gewerkt wo ordt met een professioneel p en voldragen kwaliteitssyste eem, ziet het panel hier mogelijkheden m n voor verbetering, met nam me op het gebie ed van het betrekken van de stude enten bij de kw waliteitszorg (zzie ook facet 5.2). 5 Wel beoo ordeelt het pan nel de systematische aanpak als voldoe ende. Er is immers voorzien n in een systee em van kwalitteitszorg, inclu usief het werke en met een ve erbetercyclus. De kwaliteit w wordt structure eel geëva alueerd door onder o meer de e inzet van een studentenen nquête en gessprekken met jaarve ertegenwoordigers. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 5.1 ‘Systematis sche aanpak’ als a voldoende e.
pag gina 25
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
4.5.2
okkenheid (fa acet 5.2) Betro Bij de e interne kwaliiteitszorg zulle en medewerke ers, studenten, alumni en he et afnemend beroe epenveld van de d opleiding actief a worden betrokken. b Bevin ndingen Alle studieonderde s len worden scchriftelijk geëv valueerd (verw werking resulta aten door bure eau Salessforce). Ook houden docentten mondeling ge evaluaties. De programm maleider heeft tenmiinste twee ma aal per jaar bije eenkomsten met m groepsverrtegenwoordigers van de studie egroepen. Hie ervan wordt ee en schriftelijk verslag v gemaa akt. Studenten n en docenten kunne en via internett en intranet een "verbeterfo ormulier" invullen. Deze voo orgestelde verbe eteracties word den besproken in een kwaliteitsteam. De programmale eider is veran ntwoordelijk vo oor terugkoppe eling naar stud denten en doccenten. Zoals opgemerkt bijj facet 5.1, gaven g de stude enten in het gesprek aan da at de terugkop ppeling voor hen onvoldoende zichtb baar is. De Trransfergroep maakt m deel uitt van het Dutch Educational Network Massters of Physiiotherapy (DEMP). DEMP overlegt o met de beroepsvere enigingen KNG GF en de NV VFS over de d inhoud van n de opleiding.. Ook onderho oudt DEMP co ontact met het Studie erichtingsoverrleg Fysiothera apie (SROF) om o de aansluiiting met de ba acheloropleidiing te borge en. Binnen hett European Ne etwork of Phys siotherapy in Higher H Educattion (ENPHE) wordtt op Europeess niveau overle egd over de in nhoud van de masteropleidin ngen. Er zijn n nog geen alumni: deze ku unnen derhalv ve niet worden n betrokken. W Wel is een uitstro oomonderzoek reeds voorzien. Overw wegingen Het panel p constate eert dat zowel medewerkers s als studenten n als “het afne emend beroe epenveld” bij de d kwaliteitszo org betrokken zijn. Daar er nog n geen alum mni zijn, kan deze groep p nog niet betrrokken worden n. Er is voorzie en in studentb betrokkenheid, maar deze lijjkt nog niet n adequaat te functionere en. In elk geva al wordt de teru ugkoppeling n naar studenten n als onvoldoende ervaren. Het is het panel onvoldo oende duidelijk geworden in n hoeverre stude enten ook daad dwerkelijk insp praak hebben, zoals in een opleidingscom mmissie of ander forme eel inspraakorgaan. Hier lijkkt niet in te zijn n voorzien. De e Transfergroe ep lijkt sterk op het kleinsschalig karakte er van de ople eiding te vertro ouwen. Het pa anel is van me ening dat stude enten op ee en meer gestru uctureerde wijze zouden mo oeten worden betrokken. He et panel bevee elt de opleid ding dan ook aan a om de stu udenteninspraak beter te strructureren en te formalisere en, zekerr als de aantalllen studenten n in de toekom mst toenemen. Ook ziet z het panel mogelijkheden voor verbete ering in het be etrekken van h het afnemend beroe epenveld. Er iss overleg op la andelijk en zellfs op Europee es niveau, ma aar in een beroe epenveldcomm missie voor de e opleiding is niet n voorzien. Ook hier lijkt d de Transfergro oep te vertro ouwen op de in nformele inbre eng door indiv viduele professsionals. Hoew wel het panel mogelijkheden m n ziet voor verb betering van het h betrekken van zowel hett beroe epenveld als de d voor het betrekken van studenten, beo oordeelt het pa anel dit facet als a voldo oende. Aan de e vereiste van het betrekken n van de verscchillende doelg groepen is imm mers volda aan. Ook heeftt het panel me eegewogen da at de studenten de inspraakk, die in de opvattting van het panel p wel verb betering behoe eft, zelf niet alss onvoldoende e beoordelen.
pag gina 26
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 5.2 ‘Betrokkenh heid’ als voldo oende.
4.5.3
4.6 4.6.1
envattend oo ordeel onderw werp 5 Interne e kwaliteitszo org Same Het panel p beoordee elt beide onde erdelen van on nderwerp 5 alss voldoende. H Het panel beoorrdeelt het onderwerp ‘Intern ne kwaliteitszo org’ als geheell dan ook als vvoldoende. Wel acht het h panel, ond danks het posiitieve oordeel,, een aantal ve erbeteringen n noodzakelijk, met m name e op het vlak van v terugkoppe eling van inforrmatie aan stu udenten en stu udenteninspra aak.
Continuïteit udeergarantie e (facet 6.1) Afstu De instelling geeft aan a studenten n de garantie dat d het progra amma volledig g kan worden doorlo open. Bevin ndingen Hoew wel in de besch hrijving van de e bijlagen van het informatie edossier een vverklaring omttrent afstud deergarantie stond s genoem md, ontbrak deze verklaring bij het dossierr. Het panel he eeft derha alve bij de schriftelijke vrage en om een derrgelijke verklaring verzocht. De Transferg groep heeft dit verzoek in ngewilligd en een e verklaring van het bevoe egd gezag alss bijlage bij de e antwo oorden op de schriftelijke vrragen gevoegd d. In deze verklaring garand deert het Colle ege van Bestuur B van de e Hogeschool Rotterdam da at studenten die d aan de ople eiding zijn begon nnen in de gelegenheid worrden gesteld de d opleiding aff te ronden, oo ok indien de opleid ding niet lange er wordt gecon ntinueerd. Overw wegingen Het panel p constate eert dat de Hog geschool Rotterdam studen nten de garanttie geeft dat he et progrramma volledig g kan worden doorlopen, oo ok indien de opleiding o niet la anger wordt gecon ntinueerd. Derrhalve beoordeelt het panel dit facet 6.1 als a voldoende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.1 ‘Afstudeerg garantie’ als vo oldoende.
4.6.2
Inves steringen (fac cet 6.2) De vo oorziene invessteringen zijn toereikend t om m de opleiding (inclusief voo orzieningen) to ot stand d te brengen. Bevin ndingen De op pleiding is reeds in septemb ber 2009 van start s gegaan. De noodzakellijke investerin ngen, inclussief de infrastrructurele voorzzieningen zijn reeds in de afgelopen jaren n gepleegd. Overw wegingen De op pleiding wordt inmiddels ree eds een jaar aangeboden. a H panel steltt derhalve vast dat Het de ree eds gepleegde investeringe en toereikend zijn (geweest)) om de opleid ding tot stand te breng gen.
pag gina 27
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.2 ‘Investering gen’ als voldoe ende. 4.6.3
nciële voorzie eningen (face et 6.3) Finan De fin nanciële voorzzieningen voorr de gecalcule eerde negatievve resultaten zzijn voldoende e voor dekkiing van de aan nloopverliezen n. Bevin ndingen Het panel p heeft ken nnis genomen n van de projec ctbegroting om m de opleiding g tot stand te breng gen. Voor het eerste jaar is een negatief resultaat r van 33,2 3 k€ voorziien. Het colleg ge van bestuur b van de e Hogeschool Rotterdam ste elt zich bij verkklaring d.d. 19 9 februari 2010 0 garan nt voor de continuïteit van de opleiding. Het H CvB stelt in n zijn verklarin ng dat voldoen nde financciële voorzieningen aanwezzig zijn om aan nloopverliezen n te dekken en n de continuïte eit te garan nderen. Overw wegingen Het panel p stelt vastt dat de financiële voorzien ningen voor de e gecalculeerd de negatieve resulttaten voldoend de zijn voor de ekking van de e aanloopverlie ezen en beoorrdeelt dit facett derha alve als voldoe ende. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.3 ‘Financiële voorzieningen n’ als voldoende.
4.6.4
pag gina 28
Same envattend oo ordeel onderw werp 6 Contin nuïteit Het panel p beoordee elt alle onderd delen van onderwerp 6 als voldoende. v He et panel beoorrdeelt het on nderwerp ‘con ntinuïteit’ als geheel g dan ook k als voldoend de.
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
5 Ove erzicht ad dvies De on nderstaande ta abel geeft perr onderwerp en per facet he et oordeel van het panel uit hoofd dstuk 4 weer.
Onde erwerp 1 Doe elstellingen
2 Pro ogramma
3 Inze et personeel
4 Voo orzieningen
5 Inte erne kwaliteittszorg
6 Con ntinuïteit
Oorrdeel V
V
V
V
V
V
Facet omeinspecifiekke eisen 1.1 Do
V
1.2 Ma aster
V
1.3 Orriëntatie hbo
V
sen hbo 2.1 Eis
V
2.2 Re elatie doelstelllingen - progra amma
V
2.3 Sa amenhang pro ogramma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Ins stroom
V
2.6 Du uur
V
sen hbo 3.1 Eis
V
3.2 Kw wantiteit
V
3.3 Kw waliteit
V
ateriële voorziieningen 4.1 Ma
V
4.2 Studiebegeleidin ng
V
ystematische aanpak a 5.1 Sy
V
5.2 Be etrokkenheid
V
6.1 Afstudeergaranttie
V
6.2 Inv vesteringen
V
6.3 Fin nanciële voorzzieningen
V
V = volldoende
pag gina 29
Oorrdeel
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Bijla age 1: Sa amenstellling pane el Voorzzitter: Prof.dr. F. Sturmans Ferd Sturmans werrd opgeleid tott sociaal gene eeskundige aa an het Instituutt voor Sociale Gene eeskunde in Nijmegen. In 19 970-1971 volg gde hij een ‘combined coursse in epidemiology and medical m statistics’ aan de Lo ondon School of Hygiene an nd Tropical Me edicine. Van 1972 tot 19 976 was hij ho oofd van de afd deling GVO en n epidemiolog gie van de GGD in Rotterdam, van 1976 tot 1982 buitengewoon n hoogleraar Gezondheidsle G eer i.h.b. de Epidemiologie aan a de La andbouwhogesschool Wagen ningen, van 19 976 tot 1979 le ector en van 1 1979 tot 1985 hooglleraar Sociale Geneeskunde i.h.b. de Epiidemiologie aa an de Katholie eke Universite eit Nijme egen, en van 1982 1 tot 1997 hoogleraar Ep pidemiologie aan a de Univerrsiteit Maastric cht, waar hij van 1985 tot t 1990 teven ns decaan van n de medische e faculteit was. Van 1993 tott 2002 was hij algem meen directeurr van de GGD in Rotterdam. Van 1997 tot 2003 was hijj parttim me hoogleraar Epidemiolog gie en Gezond dheidsbeleid aan a de Erasmu us Universiteitt Rotte erdam. Panellid: Prof.dr. L. Danneels Profe essor Lieven Danneels D prom moveerde in 20 001 tot doctor in de motorische revalidatie e en kinesitherapie aan de Universiteit Gent met als s onderwerp ‘Evaluation and Rehabilitatio on of Functtional Lumbop pelvic Stabilityy’. Voora afgaande ople eiding: Licentia ate in the Moto or Rehabilitatio on and Physio otherapy (1993) (1994), Ghen Ghen nt University; Aggregation A in n Motor Rehab bilitation and Physiotherapy P nt Unive ersity; Sindss 2003 is hij vo oltijds docent aan a de UGentt, vakgroep revalidatieweten nschappen en n kinesitherapie. Zijn interessedom mein is de mus sculoskeletale e revalidatie. Z Zowel zijn klinis sche experrtise als zijn on nderzoeksdom mein situeren zich binnen diit domein, mett name het do omein van ru ugrevalidatie. In dit domein heeft hij meerr dan 80 intern nationale en n nationale publiccaties op zijn naam n en beha aalde hij enkele wetenschap ppelijke onderrscheidingen. Panellid: Dr. R.E.H H. van Cingel Robe ert van Cingel heeft de sporttopleiding CIO OS gevolgd (19 985). Vervolge ens studeerde e hij fysiotherapie (1991 1) en specialisseerde zich in sportfysiotherrapie en manu uele therapie. In 2007 promoveerde e hij aan de Un niversiteit van Maastricht op p het onderwerp Dynamic jo oint stability in athletes,, the value of isokinetic i dyna amometry. Sin nds 2004 is hijj directeur van n het Sportt Medisch Cen ntrum Papenda al in Arnhem. Daarnaast is hij in mei 2010 aangesteld als Lecto or Musculoske eletale Revalidatie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HA AN). Panellid: Mw. L. Westerveld W vo olgt de master Sociale en Po olitieke Filosoffie aan de Rad dboud Univers siteit Lisa Westerveld Nijme egen (RU). Zij was in de collegejaren 200 07-2009 voorzitter van de La andelijke Studenten Vakbo ond (LSVb). Daarvoor D was ze onder mee er secretaris va an de Nijmeeg gse Stude entenvakbond AKKU, voorzzitter van de Universitaire Sttudentenraad aan de RU, lid d van het co ollege van Berroep voor de Examens E (Cbe e) en twee jaa ar lid van de opleid dingscommisssie. Alle panelleden p heb bben een ona afhankelijkheid dsverklaring in ngevuld en ond dertekend.
pag gina 30
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Secre etaris: drs. D.C C. Duchatteau u, MBA Duco Duchatteau studeerde s gen neeskunde (vrij doctoraal zie ekenhuismana agement) aan de Unive ersiteit Leiden en bedrijfskun nde (MBA) aa an Webster Un niversity. Hij iss als vennoot verbo onden aan LSJJ Medisch Pro ojectbureau, een e bureau voo or beleidsadviies in de gezon ndheidszorg en e het zorg gerelateerd hoge er onderwijs. Naast N zijn werrk voor LSJ is hij als do ocent verbond den aan de MB BA opleiding van v Webster University U en a als promovend dus aan Bradford B Unive ersity School of o Managemen nt via het Brad dford-TiasNim mbas Doctorate e of Busin ness Administrration (DBA) programme. p escoördinatore en Proce drs. N. N Pronk en J. Siebenga, be eiden beleidsm medewerker NVAO
pag gina 31
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Bijla age 2: Prrogramma a site visit Het panel p heeft een n bezoek gebrracht aan de locatie op 14 juni 2010. Gebo ouw Hogescho ool Rotterdam, Max Euwelaan 71-81 Rottterdam. Progrramma: 9.00 - 9.30 uur: Ge esprek met besstuurlijk veran ntwoordelijken • Dhr. drrs. J.A.C.F. Tu uytel, voorzitte er College van n Bestuur Hog geschool Rotte erdam • Mw. drr. A. Hidding, directie d Institu uut voor Gezon ndheidszorg H Hogeschool Rotterdam m • Mw. drrs. A. van Kesster-Polderman n, directie Insttituut voor Gezzondheidszorg g Hogescho ool Rotterdam 9.45 - 10.30 uur: Gesprek G met op pleidingsmana agement en kw waliteitszorg • Dhr. R.A.H.M. R Maass, unitmanager Gezondheidszorg Transfe ergroep Rotterrdam • Dhr. J..J. Kingma, prrogrammaleide er Master Spo ortfysiotherapie e • Dhr. drr. H.S. Miedem ma, lector Insttituut voor Gezzondheidszorg g Hogeschool Rotterdam m • Dhr. A. A Oosterom, management m assistent a 10.45 5 - 11.30 uur: Gesprek met (kern)docente en • Dhr. drss. M.P. Bijma, MMT • Dhr. L. Kai, MMT, spo ortfysiotherapeut • Dhr. dr. L.P. Voogt • Dhr. M. Rovers, sporttfysiotherapeu ut • Dhr. A.N N.J.M. Engelss, MMT, sportffysiotherapeut 11.45 5 - 12.30 uur: Gesprek met deelnemers • Dhr. F.JJ. Dessing • Dhr. L.A A. van den He erik • Mw. M. Scheepbouw wer • Dhr. W.. van Rij • Mw. S.M M. van Rodijne en • Mw. T. Karels 12.30 0 - 13.30 uur: Lunch, L powerp point presenta atie stageplekkken, besloten vergadering 13.30 0 - 14.00 uur: gesprek g met vertegenwoord v digers werkveld • Dhr. P.S S. Verzijden, sportfysiothera s apeut • Dhr. C.C C. Barten, reg giovoorzitter Nederlandse Ve ereniging voor Fysiotherapie in de Sporrtgezondheidsszorg • Dhr. drss. H. Kiers, lid Algemeen Be estuur Koninklijk Nederlandss Genootscha ap voor Fyysiotherapie, portefeuille p Kw waliteit, Onderw wijs, Wetensch hap en Beroepssinhoud • Dhr. W.. Plugge, trainer/coach Dam messelectie Va an der Voort / Quintus 14.00 0 - 14.30 uur: Afrondend A gessprek met ople eidingsmanag gement 14.30 0 - 16.00 uur: Afrondend A inte ern beraad pa anel
pag gina 32
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Bijla age 3: Ov verzicht van v bestu udeerde document d ten matiedossier opleiding/inste o elling: Inform – Info ormatiedossie er “Master Spo ortfysiotherapie” (44 blz) me et bijlagen op C CD-ROM: – Curricula Vitae van v kerndocen nten en manag gement opleid ding – Beroepscompete entieprofiel sp portfysiotherap peut – Ho ogeschool Rottterdam als Sp portinstituut – Begroting lopend de opleiding – Kw waliteitshandbo oek Transfergroep Rotterda am – Do ocentenhandle eiding leerlijn Specialist, S jaarr 1 – On nderwijs/ en Exxamenregleme ent – Drie studiehandleidingen – Schrijfwijzer massteropleiding – Sports Physiothe erapy compete enties – Tevvens diverse materialen m besschikbaar ges steld via Fronte er (webbased leeromgeving g) Naar aanleiding va an de door hett panel geform muleerde vrage en heeft de Tra ransfergroep Rotte erdam het panel voort voorzzien van aanvu ullende docum mentatie: – “An ntwoorden bij de vragen voo oraf over TON N HBO-masterr Sportfysiothe erapie Tra ansfergroep” met m 5 bijlagen o Overzicht O stud diepunten, con ntacturen en ze elfstudie o (concept)roost ( ter jaar 2 o Begroting B o Accountantsve A erklaring o Verklaring V fina anciële dekking g en afstudeergarantie College van Bestu uur H Hogeschool Rotterdam Docu umenten besch hikbaar gestelld tijdens locattiebezoek – 7 voorbeelden v va an essays / ca ase reports – 10 tekstboeken – Jaa arverslag ople eiding Master Manuele M Therrapie – Bro ochure Human n Kinetics 2010, Sport and Exercise E Sciences – Nie euwsbrief Tran nsfer & Zo! – Stu udiegids Profe essional Maste er Sportfysioth herapie 2009 – Beroepscompete entieprofiel Sp portfysiotherap peut – Achtergronddocu umentatie projjectfase opleid ding (plan van n aanpak, initië ële begroting, stu udie Zorg voorr sport en bew wegen, naar ee en optimale sa amenwerking ttussen spo ortzorgprofesssionals (A.J.J. van der Kwarrtel, Prismant)) – Aanvullende doccumentatie: ve erslagen verga aderingen, roo oster deelnemersinfo rooste er ma asterclasses, stageverslage s n, online toets sverslagen Docu umenten besch hikbaar gestelld na locatiebe ezoek – Ovverzicht inzet personeel, p onttvangen per e--mail dd 15 juni 2010 – Verklaring van de heer B. Smiit, voorzitter va an de Nederla andse Verenig ging voor Fyssiotherapie in de Sportgezo ondheidszorg dd d 22 juni 2010 ontvangen per post.
pag gina 33
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Bijla age 4: Lijjst met affkortingen
pag gina 34
ba
ba achelor
CvB
C College van Be estuur
DEMP P
D Dutch Educatio onal Network Masters M of Physiotherapy
ECTS S
E European Cred dit Transfer Sy ystem
ENPH HE
E European Netw work of Physio otherapy in Hig gher Education
EVC
E Eerder Verworvven Competen nties
hbo
ho oger beroepso onderwijs
IvG
In nstituut voor Gezondheidszo G org
KNGF F
K Koninklijk Nede erlands Genoo otschap voor Fysiotherapie F
ma
m master
NVAO O
N Nederlands-Vla aamse Accred ditatieorganisa atie
NVFS S
N Nederlandse V Vereniging voo or Fysiotherapiie in de Sportg gezondheidsz zorg
PDCA A
P Plan-Do-Check k-Act
ROM
R Rotterdams On nderwijs Mode el
sbu
sttudiebelasting guren
SROF F
S Studierichtings overleg Fysiottherapie
wo
w wetenschappel lijk onderwijs
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |
Het paneladvies p is tot stand geko omen in opdra acht van de NV VAO met het oog op toetsin ng van de d nieuwe hbo o master opleid ding Sportfysio otherapie (Tra ansfergroep R Rotterdam). Nede erlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) ( Parksstraat 28 Postb bus 85498 | 25 508 CD DEN HAAG T 3 70 312 23 30 31 F 3 70 312 23 01 31 E i
[email protected] et W www.nvao.net w t
Aanvraagnummer
pag gina 35
# 4242
NVAO | hbo master Spo ortfysiotherapie, Trransfergroep Rotte erdam | juli 2010 |