Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Misschien heeft u er iets van meegekregen: afgelopen dinsdag is in de Rooms-katholieke kerk een Buitengewoon Jubeljaar begonnen: het Heilig Jaar van de Barmhartigheid. Met een grootse mis op het Sint Pietersplein en het openen van de heilige deuren in de basiliek, opende Paus Franciscus dit heilig jaar. Als protestanten zijn we niet bekend met heilige jaren, en de manier waarop dit in de Rooms-Katholieke Kerk wordt gevierd, staat soms wat ver van ons af. En door dat onbekende kan de verleiding dan groot zijn om het aan te zien, onze verbazing uit te spreken over wat wij vreemd vinden, en het vervolgens verder naast ons neer te leggen.
Maar ik denk dat dat een gemiste kans zou zijn. Ik denk dat het een geweldig goede keus is van de paus om in deze tijd Gods barmhartigheid centraal te stellen. Want Gods barmhartigheid is wezenlijk in de Bijbel en wezenlijk in ons geloof. Dat God barmhartig is, is misschien wel het allerbelangrijkste dat wij over God kunnen zeggen. En ik geloof dat het de roeping van de kerk, van de gemeente, van u en van mij, ieder voor zich en samen: dat het onze roeping is om boven alles barmhartig te zijn.
1
We hebben vandaag gehoord uit het Lucasevangelie, hoe Maria en Elisabet elkaar ontmoeten. En bij die ontmoeting horen we het lied van Maria, het Magnificat. In dat lied geeft Maria, geeft Lucas, geeft de Kerk, betekenis aan de zwangerschap van Maria en de geboorte van haar zoon. In die lofzang van Maria staat de barmhartigheid, de ‘goedgunstigheid’ van God centraal. Het feit dat God omkijkt naar zijn mensen, de ervaring dat God herstellend, helend en rechtvaardig aanwezig is in de geschiedenis, is toe te schrijven aan Gods barmhartigheid. Het feit dat er licht en hoop te vinden is in onze wereld, is een teken van die barmhartigheid van God.
Wat is barmhartigheid? Barmhartigheid is een liefdevolle manier van kijken en handelen. Een manier van kijken en handelen, die voortkomt uit een verbinding, een relatie. Het is een vorm van trouw, van onopgeefbare verbondenheid. Misschien heeft u het wel eens gehoord, maar ik vind het prachtig waar het Bijbelse woord voor barmhartigheid vandaan komt. Het Hebreeuwse woord voor barmhartigheid is rachoem of rachamiem, en dat woord heeft alles te maken met de rechem, de baarmoeder van een vrouw.
2
Zoals een moeder, bij wat er ook gebeurt, altijd verbonden zal blijven aan haar kind. Het kind dat in haar heeft gewoond en in haar is gegroeid. Op zo’n manier zal God altijd verbonden blijven met ons, mensen. Als God naar ons kijkt, is dat in de eerste plaats met verbondenheid. Wat er ook gebeurt of gebeurd is: in de eerste plaats zijn wij, mensen, kinderen van Gods hart, kinderen van Gods buik, van Gods baarmoeder. Die verbondenheid staat voorop en is vóór alles kenmerkend voor de manier waarop God aanwezig is.
Ik vind dat steeds weer een prachtige gedachte. God kijkt naar ons vanuit de liefdevolle verbondenheid, zoals een moeder naar haar kind kijkt. Dat staat voorop. Hoe anderen ook naar ons kijken. Hoe wij ook naar ons zelf kijken. Wat we allemaal hebben gedaan of nagelaten. Hoe onmachtig, schuldig of beschaamd wij ons ook voelen. God kijkt naar ons vanuit de liefdevolle verbondenheid, zoals een moeder naar haar kind kijkt.
En het belangrijkste wat als antwoord op Gods barmhartigheid van ons wordt gevraagd, is dat we blij zijn, dat we ons verheugen. Blij zijn omdat God zo naar ons kijkt. En dat dàt een motivatie is om ook zo naar onszelf en naar anderen te kijken. Vol liefdevolle verbondenheid. Om zó te leven. 3
‘Jezus Christus is het gelaat van de barmhartigheid van de Vader’, met deze woorden begint paus Franciscus zijn verklaring over het heilige jaar van barmhartigheid. In de persoon van Jezus krijgt Gods bramhartigheid een gezicht, krijgt Gods barmhartigheid handen en voeten. En in het leven van Jezus zie je hoe God zich verbindt met mensen: bevrijdend en genezend. Pastoraal en vol liefde. Eén van de manieren waarop Jezus aanwezig was onder de mensen, was in het delen van de Maaltijd. Hij at met Farizeeën en Tollenaren, met aanzienlijken en laaggeplaatsten, met mannen en vrouwen, groten en kleinen. En in de Maaltijd deelde hij van zichzelf en van Gods barmhartigheid. Soms op een ontfermende en opbeurende manier, dan weer op een kritische en corrigerende manier, maar altijd vol liefde en compassie.
Lieve mensen, als wij straks met elkaar de Maaltijd van de Heer vieren, dan vieren we dat God barmhartig is. Dat God zich liefdevol met ons verbindt. God deelt van zichzelf, gratis en voor niets. Uit gratia, genade. Om ons te laten opstaan en opleven.
4
Verderop in zijn evangelie vertelt Lucas ons hoe Jezus zijn leerlingen één belangrijk gebod op het hart drukt: ‘wees barmhartig, zoals God, jullie Vader, barmhartig is’. Kijk naar anderen en ga om met anderen vanuit diezelfde liefdevolle verbondenheid, waarmee God naar ons kijkt. Ook al boezemt die ander ons angst of afkeer in. Ook al zijn we het totaal niet met die ander eens. Ook al vinden we dat een ander geen recht op onze aandacht heeft. Kijk naar anderen en ga om met anderen vanuit diezelfde liefdevolle verbondenheid, waarmee God naar ons kijkt. En laten wij als Kerk, als gemeente van Jezus Christus, in ieder geval voorop lopen in die barmhartigheid.
Paus Franciscus zegt schrijft daar mooie dingen over in zijn verklaring: ‘De draagbalk die het leven van de Kerk schraagt, is de barmhartigheid. Alles in haar pastoraal handelen zou moeten zijn omgeven door de tederheid waarmee zij zich richt tot de gelovigen: niets van haar verkondiging en haar getuigenis naar de wereld toe mag zonder barmhartigheid zijn. De geloofwaardigheid van de Kerk gaat langs de weg van de barmhartige en medelijdende liefde.’ En als slot van zijn verklaring schrijft hij: ‘Moge de Kerk in dit Jubeljaar de echo worden van het Woord van God dat luid en overtuigend weerklinkt als een woord en een gebaar van vergeving, steun, hulp, liefde. Moge zij nooit moe worden barmhartigheid aan te bieden en altijd geduldig zijn in troosten en vergeven. Moge de Kerk de stem worden van iedere man en vrouw en met vertrouwen en onophoudelijk herhalen: “Gedenk uw barmhartigheid, Heer, uw altijd geschonken ontferming”.‘
Zo helpe ons God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest 5