Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Ik had bedacht dat ik voor vandaag maar eens een ouderwetse preek in 3 punten ga houden. Het eerste punt gaat over het kijken naar de ander. De tweede punt gaat over het kijken naar jezelf. Na het tweede punt volgt er géén tussenzang, maar u mag wel een extra pepermuntje nemen als u wilt, zeker met deze hitte. En het derde punt gaat over kijken naar God, Jezus en de kerk. Dus: (1) de ander; (2) jezelf; (3) God, Jezus en kerk. Dan weet u vast wat u kunt verwachten.
Eerst dus over het kijken naar de ander. Marcus vertelt een verhaal over Jezus, die, om het maar plat te zeggen, wordt uitgekotst door zijn eigen dorpsgenoten. En dat verhaal is een verhaal van alle tijden. Jezus haalt een oud spreekwoord aan: ‘Een profeet wordt overal geëerd, behalve in zijn vaderstad, bij zijn familie en in zijn eigen huis.’ Een wijsheid die waar is als een koe. Daar waar mensen veel, tè veel van je weten, waar ze hebben gezien dat je ook maar een gewone jongen, of gewoon de dochter van die-en-die bent, daar is het moeilijk om een andere, nieuwe kant van jezelf te laten zien. 1
Je blijft in de ogen van de mensen altijd de persoon, die ze van vroeger kennen. Met alle fouten, blunders en onhandigheden, die bij het opgroeien en volwassen worden horen. Het is vreselijk moeilijk om af te wijken van een verwachtingspatroon, of om vooroordelen te doorbreken.
Ik geloof dat één van de dingen die de evangelielezing van vanmorgen ons vraagt, is om anders te kijken naar elkaar. Om de mensen om ons heen steeds weer met nieuwe ogen te bekijken. Om hen niet vast te pinnen op hoe wij ze kennen, maar om hen een nieuwe kans te geven. Een kans om te laten zien wie ze zijn geworden, wie ze nu zijn en wie ze graag willen worden. Om mensen het vertrouwen te geven, dat ze mogen veranderen. Dat ze iemand anders mogen zijn en mogen worden, dan dat ze tot nu toe waren. Dat ze mogen leven vanuit hun dromen. Dromen van de mens die ze willen worden. Dromen van de wereld waarin ze willen leven. Dromen van de relaties die ze willen aangaan of herstellen.
Het zou mooi zijn als de evangelielezing van vandaag ons inspireert om onze oordelen en vooroordelen op z’n minst te nuanceren en elkaar het voordeel van de twijfel te geven.
2
Want een ander, je partner, je buurman of buurvrouw, je kinderen of je ouders, die mensen uit de kerk of op je werk waar je soms zo’n moeite mee hebt: ze zijn altijd meer dan onze indrukken en oordelen. Als we dat niet willen of kunnen zien, dan is de kans groot dat we iets waardevols missen. Iets essentieels: de mogelijke aanwezigheid van God in ons leven. Een aanwezigheid die zich soms op een onverwachte manier kan manifesteren. In de persoon van wie je dat misschien het minst verwacht. Zoals de inwoners van Nazaret nooit hadden gedacht, dat in die timmermanszoon uit hun eigen dorp, God een naam en een gezicht zou krijgen.
Als we niet kunnen zien dat de ander meer is dan wat wij van hem of haar denken, onthouden we ook die ander iets essentieels: de mogelijkheid om te groeien. Want er is geloof, vertrouwen nodig, ook van je omgeving, van mensen om je heen, om te laten zien wie je bent, om te laten zien wat je ontdekt hebt, en wat je dromen zijn. Doordat Jezus het vertrouwen van zijn eigen dorpsgenoten niet kreeg, kon hij de droom van Gods toekomst niet met hen delen, en kon hij niet op zo’n manier genezend en bevrijdend aanwezig zijn, zoals hij graag had gewild.
3
Maar het gaat vandaag niet alleen om het kijken naar de ander, het gaat ook om het kijken naar jezelf. Want niet alleen een ander verdient een nieuwe kans, dat geldt ook voor u- en mijzelf. Bij het lezen van het gedeelte uit Ezechiël vielen mij de woorden ‘rechtop staan’ op. De Eeuwige laat Ezechiël rechtop staan, nadat hij was neergevallen. En de Eeuwige zegt tot twee keer toe, dat Ezechiël niet bang, niet bevreesd hoeft te zijn. Het zijn woorden die door de hele Bijbel klinken: wat er ook is gebeurd in ons leven, God roept mensen op om op te staan, en als het mogelijk is, helpt Gods Geest een handje. Opstaan en met vertrouwen naar de toekomst te kijken, ook al zie je zelf vooral doornen en schorpioenen.
Zoals het geldt voor een ander, zo geldt het ook voor ons: Wij, u en ik, wij zijn méér dan ons verleden. Méér dan ons is overkomen of dan wat we zelf hebben gedaan. Wij zijn méér dan wat anderen over ons denken en zelfs méér dan de negatieve gedachten die we over ons zelf kunnen hebben. God is niet de stem vanuit het verleden, die ons aanklaagt en vastpint. God is de stem van de Roepende, die ons uit onze situaties vooruit roept, tot mensen die we kunnen, mogen en willen zijn. 4
God roept ons vanuit het visioen van Gods Koninkrijk van recht en vrede, wèg uit alles wat ons veroordeelt, uit alles wat ons neerdrukt. God roept ons om te leven als genezen en bevrijde mensen. Mensen van iets van God laten zien. En ook daar is geloof, vertrouwen voor nodig. Geloof, om ons zelf te zien als mensen die onvoorwaardelijk geliefd zijn. En vertrouwen, om niet uit angst, maar om uit die liefde te leven.
Anders kijken naar de ander, anders kijken naar jezelf, en tenslotte: anders kijken naar God, Jezus en de kerk. Het derde punt (en eventueel het pepermuntje).
De hele opzet van het Marcusevangelie is er op gericht om ons, de lezers, te laten afvragen wie toch die Jezus is. Het blijkt een man te zijn die niet aan de verwachtingen voldoet, maar zijn eigen gang gaat. Iemand die op een, voor de mensen van zijn tijd, onverwachte en nieuwe manier God liet zien. Iemand die mensen opriep om anders te gaan leven, anders te gaan kijken. ‘De tijd is rijp en het Koninkrijk van God is ophanden’, zo vat Marcus de boodschap van Jezus samen.
Wij kennen de verhalen over Jezus en laten ons niet snel meer verrassen. Termen als ‘Messias of Christus’, ‘Zoon van God’ zijn vertrouwde benamingen voor ons.
5
En we zijn vaak geneigd om over God, over Jezus en over de kerk te denken in termen van wat ons bekend is. Maar durven we te denken in kansen en mogelijkheden, in plaats van bezwaren en beperkingen? Afgelopen donderdag hebben we met een deel van de voormalige beleidscommissie bij elkaar gezeten. En we hebben het er met elkaar over gehad hoe mooi het was: met elkaar zoeken naar de pareltjes van onze gemeente en dromen van een toekomst. Dromen en verbeelden: de dingen die in of met onze gemeente kunnen gebeuren. Dingen waardoor onze gemeente vitaal en aantrekkelijk blijft en steeds meer wordt. Ideeën, initiatieven waardoor we als gemeente van de Brugkerk steeds weer opnieuw en op steeds weer nieuwe manieren, vorm geven aan het liefdevolle gezicht van God.
Lieve mensen, ik geloof dat God Geest woont in onze dromen, in onze verlangens en behoeften. Als een stem die ons vooruit roept, tot mensen, tot een kerkgemeenschap, tot een samenleving, waar mensen een kwaliteit van leven vinden. Want dat is wat er denk ik bedoeld wordt met een begrip als ‘Koninkrijk van God’: een kwaliteit van leven, waarin het goed is voor alle mensen. Waar recht en gerechtigheid woont en waar iedereen zich gekend en geliefd weet.
Voor het dromen van die droom is geloof nodig, vertrouwen. Vertrouwen dat Gods toekomst niet huist in het koste-war-kost vasthouden van oude structuren. 6
Vertrouwen dat God Geest steeds weer nieuwe wegen opent. Zonder geloof, zonder vertrouwen gaat het niet. Als we geen geloof en vertrouwen hebben om onze dromen te dromen, en om ons te laten inspireren en verrassen, dan worden we een bange gemeenschap. Een gemeenschap die lijkt op de synagoge in Nazaret. Een gemeenschap waarvan Marcus vertelt dat Jezus daar helemaal geen daden van genezing en bevrijding kon verrichtten, vanwege het gebrek aan vertrouwen van de mensen. Zonder geloof, zonder vertrouwen blijven we gevangen in het toen en nu. Dan blijven we gevangen in de vastgeroeste beelden die we hebben van elkaar, van onszelf en van God. Gevangen in verwachtingen die oordelen en vooroordelen bevestigen, in plaats vaan de uitdaging en de uitnodiging om te groeien. Gevangen in angst voor het onbekende in plaats van zin in de toekomst.
Lieve mensen, blijf vrijmoedig je dromen dromen van een leven met kwaliteit. Van een leven met liefde, een leven met vertrouwen. Van een leven met hoop op Gods toekomst, een onverwachte kwaliteit van leven. Droom je dromen, spreek ze uit, verbeeld ze, deel ze met elkaar. En laat zo Gods visioen van een nieuwe schepping steeds weer op een nieuwe manier vorm krijgen.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. 7