Donderdag 21 april 2011 - Witte Donderdag - Kogerkerk - preek Exodus 12, 15 - 20 / Johannes 13, 1 - 15 (17)
Lieve mensen, gemeente van onze Heer Jezus Christus, Het evangelie van Johannes is als een woordenspel, mysterieus, poëtisch. Denk alleen maar aan het begin: 'In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het was God. Dit was in de beginne bij God.' Johannes speelt met woorden, herhaalt ze, rijgt ze aaneen. Wat vanzelfsprekend leek wordt een mysterie en wat een geheim was, wordt opgehelderd. Johannes gebruikt beeldrijke, poëtische taal om duidelijk te maken wie Jezus is. Wie Jezus is, vertellen de andere 3 evangelisten ook, maar hun insteek en hun benadering is toch net even anders. Niet voor niets is het bijvoorbeeld dat Matteüs, Marcus en Lucas vertellen van de instelling van het Avondmaal en dat Johannes niets daarover zegt. Mogelijk heeft Johannes 1 of meer andere evangeliën gekend toen hij het zijne schreef, maar ik denk dat dat niet de hele verklaring is. Dat Johannes niet vertelt van de instelling van het Avondmaal en wel over die bijzondere voetwassing, betekent ook dat Johannes bewust een ander accent legt. Bij hem ligt niet de nadruk op de verbinding met het Joodse Pascha en ook niet op Jezus als het ware paaslam. Bij hem ligt de nadruk op de liefde tot aan de voleinding, liefhebben tot het uiterste. In zijn liefde voor mensen gaat Jezus zijn weg, ongeacht de consequenties. Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 1 van 6
In zijn liefde voor mensen laat Jezus zien hoe we elkaar lief moeten hebben. De voetwassing lijkt zo'n helder verhaal, waar verder weinig aan uit te leggen is. Maar het is maar de vraag of dat zo is. Wat gebeurt hier nu eigenlijk, als Jezus met een bak water en een handdoek in de weer gaat? Zien de leerlingen, begrijpen ze wat er gebeurt? Zien en begrijpen wij het? Zien en weten zijn belangrijke sleutelbegrippen voor Johannes. Verschillende woorden voor zien en niet zien komen bijvoorbeeld terug in het verhaal van de opwekking van Lazarus en ook in het verhaal over de Paasmorgen als eerst de vrouwen en vervolgens ook Petrus en Johannes bij het graf van Jezus gaan kijken. 'Weten' is in onze lezing een woord waar Johannes mee speelt: Jezus weet, de leerlingen niet of nog niet. Nu begrijpen ze nog niet, maar ze zullen begrijpen. Jezus weet dat zijn uur gekomen is, Jezus weet wat hij doet als hij de voeten van zijn leerlingen wast. Zijn leerlingen begrijpen er niet veel van. Een wonderlijk gebeuren: een leermeester die slavenwerk verricht, slavenwerk, dat enkel door niet-Joodse slaven werd gedaan. Het is bovendien een handeling die vooraf aan de maaltijd hoort te gaan, maar die hier plaats vindt na de maaltijd als inleiding op een lange toespraak. Jezus weet, Jezus weet dat zijn uur gekomen is en hij laat zijn leerlingen zien dat hij hen liefheeft. Wat kun je beter doen dan dat? Wat is mooier dan getuigen van liefde als je tijd gekomen is. Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 2 van 6
Jezus weet het, en hij zegt tegen Petrus dat die nu nog niet weet wat Jezus doet, het nu nog niet begrijpt. Petrus ziet wat voor ogen is: een hoogst ongebruikelijke gang van zaken. Petrus verwoordt misschien wel wat ze allemaal dachten: 'Moet u mijn voeten wassen?' Moet dat echt? Waarom in 's hemelsnaam? Nooit van zijn leven! Maar als Jezus dan zegt, dat Petrus niet bij hem kan horen als hij zich niet laat wassen, dan slaat Petrus door naar het andere uiterste: als er dan gewassen wordt, dan ook gelijk maar goed: hoofd en handen en voeten. Bij mij roept Petrus hier enige irritatie op: doe toch eens een keer normaal! Waarom moet jij nou zo nodig weer zo'n heisa maken? Jezus kiest er zelf voor om voeten te wassen en hij zal wel weten wat hij doet. Maar misschien zou het wel veel voor de hand liggender zijn om je te ergeren aan die leerlingen die hun mond houden. Waarom laten zij zonder iets te zeggen eigenlijk hun voeten wassen door hun leermeester? Dat is toch eigenlijk ongehoord! Petrus begrijpt niet waarom Jezus zijn voeten zou moeten wassen en daarom weigert hij. Jezus mag dit vernederende werk aan zijn voeten niet doen. Als Jezus dan reageert, begrijpt Petrus het nog steeds niet, nu wil hij weer meer dan nodig of goed is. Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 3 van 6
Zouden wij het hebben begrepen? zouden wij ons niet vreselijk ongemakkelijk voelen als iemand onze voeten ging wassen? Als je hulpbehoevend bent, moet je wel, en dat is vaak al ingewikkeld genoeg, maar dan is tenminste duidelijk waarom je je laat helpen. Maar zo maar, zo maar je voeten laten wassen, zelfs met dit verhaal in ons achterhoofd, is het voor niemand van ons vanzelfsprekend het is iets dat gemakkelijk gêne op kan roepen. Petrus stelt precies de vraag waar het om gaat: moet Ú mijn voeten wassen? Voeten wassen is nodig om deel te hebben aan Jezus. Voeten wassen heeft hier een symbolische betekenis: wie een bad genomen heeft, hoeft zich - behalve de voeten niet meer te laten wassen. Je voeten, dat is je basis, je onderstel staat voor het geheel in. Want waar je voeten gaan, daar ga jij. En je voeten werden vroeger het eerst weer vies als je op pad ging door het stof op de wegen. Als je bij Jezus wilt horen, moet je je voeten laten wassen. Als je bij Jezus wilt horen, moet je de weg bewandelen die hij is gegaan, moeten je voeten in zijn voetsporen treden. En dat is een weg van liefde en trouw, tot het einde, ongeacht de consequenties. Maar er klinkt nog veel meer door in deze daad van Jezus. De leerlingen dat waren mensen uit Galilea en in Galilea namen ze het niet zo nauw met de wet, niet dat die niet belangrijk was, niet dat er niet naar geleefd werd, maar ze gingen er zeg maar wat vrijzinniger mee om, er werd niet zo pietluttig aan vast gehouden als in Judea. Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 4 van 6
En in Judea werd vaak neergekeken op degenen die uit Galilea kwamen, dat waren buitenlui, die hoorden er toch niet helemaal bij. En nu gaat Jezus, die voor zijn leerlingen een toonbeeld van vrijzinnigheid is, Jezus die steeds solidair is met mensen die niet meetellen, Jezus die hen leerde dat de sabbat er voor de mens is en niet andersom, hij gaat hun voeten wassen. Gaat hij nu toch een orthodoxere leer aan hen opleggen? Wil hij dat ze zich aanpassen aan de zeden van de stad waar ze nu te gast zijn? Mogelijk is dat ook wat bij Petrus protest oproept. Maar wat Jezus doet is eerder een aanklacht tegen de gangbare praktijk: De voetwassing had een praktische kant in een warm en stoffig land waar mensen vrijwel blootsvoets over straat gingen. Deze praktische kant werd verbonden met een religieuze betekenis: reiniging van de levenswandel. De gastheer bood door dit ritueel als het ware zichzelf en zijn gasten reiniging van hun levenswandel. Zichzelf door de gastvrijheid die geboden werd en de gasten door dit symbool van schoon wassen. Tot zo ver niets aan de hand. Het punt is dat gastheren deze voetwassing door hun minste knechten lieten uitvoeren. Iemand anders moet opdraven voor de levenswandel van de gastheer en de gasten. En daar wringt de schoen. Dat is wat Jezus ook aan de kaak stelt door zelf water en handdoek te nemen en de voeten van zijn leerlingen te wassen. En hij zegt dat zijn leerlingen moeten doen zoals hij, hun leermeester. Niet omdat Jezus wil dat er tot in eeuwigheid heren en knechten zijn, maar als opmaat naar Gods Koninkrijk waar niemand knecht is en niemand heer, waar de heren dienen. Dit Paasmaal, het is een gedachtenis aan de uittocht uit Egypte, uit het slavenhuis. Om dat te gedenken Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 5 van 6
wast Jezus de voeten van zijn leerlingen als teken dat er geen slaven meer zullen zijn. En Petrus, Petrus ziet eerst alleen nog maar vrijzinnig tegenover orthodox en hij schiet in het verzet: dat nooit! Pas als Jezus zegt dat hij dan geen deel aan hem kan hebben, realiseert Petrus wat hier gebeurt: wie voor minder aan wordt gezien in de samenleving wordt door Jezus tot heer gemaakt. Jezus betoont zijn leerlingen zijn liefde en vraagt tegelijk of ze liefhebben en of ze ten allen tijde, tot het einde lief zullen hebben, of ze nu heer of knecht zijn: zijn ze op weg naar Gods Koninkrijk? Dat rijk waar geen enkele vorm van slaafsheid of onderdanigheid meer zal zijn, waar mensen elkaar in gelijkheid en gelijkwaardigheid zullen dienen. Vandaag is het Witte Donderdag, de opmaat naar Pasen. Voor het donker van Goede Vrijdag licht nu eerst nog even de belofte van Pasen op, daarom is vandaag de kleur wit en niet het paars van de 40dagentijd. Vandaag mogen we vieren een maaltijd van bevrijding, van nieuw leven en toekomst, van de dood die overwonnen zal worden, van God met ons en onder ons, een maaltijd die ons herinnert aan de bevrijding uit het slavenhuis en die ons oproept elkaar in vrijheid lief te hebben en te dienen zonder enige vorm van slaafsheid. Moge het zo zijn. Amen.
Margo Trapman - preek 21 april 2011- pg 6 van 6