Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Twee weken geleden zijn we begonnen met lezingen uit het Marcus-evangelie. Een bijzonder evangelie waarin de vraag centraal staat: ‘wie is Jezus?’ ‘Hoe begrijpen we de verhalen die er over hem worden verteld?’ En door de manier waarop Marcus schrijft, zie je dat hij niet zozeer direct een antwoord wil geven, maar ons vooral nieuwsgierig wil maken. Zodat wij ook ons zelf die vraag gaan stellen: ‘wie is Jezus? En wat kan ik daarmee?’
We hebben 2 weken geleden gezien: even lijkt het alsof Marcus aan het begin al alles weggeeft, doordat hij begint met de woorden: ‘het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God’. Dat schept hoge verwachtingen, maar direct daarna vertelt Marcus heel ‘down to earth’ over de woestijn, waar Johannes preekte over omkeer en vergeving van zonden. En nadat Jezus als uit het niets naar voren komt en zich laat dopen, verdwijnt Jezus weer direct van de radar. Ook hij trekt zich terug in de woestijn. En we horen niets meer van hem, tot het moment dat Johannes gevangen wordt genomen. Ik vind het opvallend, dat het niet de doop, de duif of de stem uit de hemel is, die Jezus aanzet tot zijn publieke optreden, maar het bericht dat Johannes in de gevangenis zit. 1
Alsof Jezus zich op dat moment realiseert, dat hij nu aan zet is. Ik vind dat een mooie gedachte: het is indrukwekkend, zo’n stem van boven, maar het moment van actie wordt, heel aards, bepaalt door het open vallen van een plek. Door het opnemen van een verantwoordelijkheid, omdat een ander dat niet meer kan. ‘Nu is het mijn beurt’.
En dit moment zet de gebeurtenissen in het evangelie van Marcus verder in gang. Als een eerste dominosteen, die de hele rij gebeurtenissen in gang zet. Het een volgt het ander direct op. Het is opvallend hoe vaak Markus de woorden: ‘direct’, ‘meteen’ en ‘op dat moment’ gebruikt. Want als het eenmaal gaat lopen, moet het ook dóór.
Jezus gaat op weg, en voor Marcus is dat zonder twijfel de weg van God. ‘Maak de weg van de Heer gereed’, zegt Marcus in de eerste verzen van het evangelie. Het is de weg van God, die Jezus gaat. En het is het nieuws van Gods koninkrijk, dat hij uitdraagt. ‘Nu is het moment, de tijd van Gods koninkrijk is aangebroken.’ Het klinkt optimistisch en ambitieus, revolutionair zelfs: er komen andere tijden.
2
En dus? Dus gaat de ‘Zoon van God’ met zijn programma naar Jeruzalem? Naar het centrum van de macht, om daar te onderhandelen met de leiders van het volk? Dus vormt hij een revolutionaire garde om zijn eisen kracht bij te kunnen zetten? Nee, Jezus gaat naar Galilea, een uithoek van het land. En hij zoekt vissers, gewone ambachtslieden, ‘kleine luyden’, die met hem mee op weg willen gaan. De weg van de Zoon van God is bij Marcus een weg die leidt naar onverwachte plaatsen en die zich verbindt met onwaarschijnlijke mensen. En in die weg wil Marcus ons meenemen. Het is geen weg voor de elite, voor mensen die denken dat wij de wijsheid in pacht hebben. We zullen dat nog vaak genoeg tegenkomen in het evangelie van Marcus: het geheim van het Koninkrijk is verborgen voor hen die het allemaal zelf zo goed weten. Maar het wordt onthuld aan mensen die het aandurven om zelf de weg te gaan, die zich laten meenemen door het verhaal van Jezus.
Nu komen de leerlingen van Jezus er bij Marcus ook niet altijd even goed vanaf: ze snappen meestal ook niet wat er gebeurt, ze maken ruzie onderling en het lukt hen vaak niet om in de praktijk te brengen wat ze geleerd hebben. Maar toch zijn zij degenen met wie Jezus zich wil verbinden. Niet vanwege hun bijzondere kwaliteiten, maar omdat ze zich aangesproken weten door hem.
3
De weg van Jezus is een weg voor ieder mens die zich wil laten meenemen, voor u en voor mij. Het is een weg waartoe we geroepen zijn, of waartoe ons toe geroepen voelen. Niet omdat wij zo bijzonder zijn. Ja bijzonder zijn we, stuk voor stuk, maar niet meer of minder dan andere mensen. De weg van Jezus is de weg voor iedereen, die Gods liefde wil ervaren als hart van ons bestaan.
Wij zijn geroepen, u en ik, anders zaten we hier niet. Niemand dwingt ons om hier te komen, al weet ik dat sommige kinderen liever in hun bed waren blijven liggen. Ons kerk-zijn, ons gemeente-zijn is een antwoord op de stem van God, een antwoord op de oproep om het goede nieuws te geloven. Wat is dat goede nieuws? Dat werkt Marcus niet uit in een dikke dogmatiek, maar hij vertelt dat in de verhalen, die we de komende maanden zullen horen. Verhalen van genezing en bevrijding, verhalen van nieuw leven, van een plek vinden in de gemeenschap. Verhalen van niet ondergaan in dood en wanhoop. Dat zijn de verhalen die Marcus over Jezus vertelt. En dat zijn de verhalen die de leerlingen moeten overnemen. Ze mogen: ‘vissers van mensen’ zijn. Dat is: mensen boven water halen en houden, elkaar redden van wat ons beangstigd en geweld aandoet. 4
En dat is heel concreet en heel alledaags. Door elkaar op te zoeken en bij te staan. Door te delen van wat we hebben, door te delen van onszelf: onze aandacht en onze tijd, onze ervaringen en onze inspiratie, onze kennis en onze kwaliteiten, ons geld en ons bezit.
Dat delen begint bij de ervaring van ontvangen, van geroepen voelen om zelf te delen in Gods liefde.
Als gemeente van Jezus Christus willen we niet alleen individueel maar ook samen antwoord geven op die roep van Gods liefde. En dat delen krijgt in de kerk op verschillende manieren vorm: liturgisch, door het vieren van de Maaltijd van de Heer, waar we brood en wijn ontvangen, genoeg voor iedereen. Diaconaal, door de dienst van rechtvaardigheid en barmhartigheid, waar met name de diakenen uit de gemeente zich voor inzetten. Pastoraal, door elkaar op te zoeken, en te luisteren naar elkaars verhalen. Praktisch, door de handen uit de mouwen te steken, als er iets moet worden geregeld, gerepareerd of georganiseerd. Ook financieel, door de zondagse collecten, maar ook door de vraag die u bij de actie Kerkbalans wordt gesteld, om te delen van ons geld. Niet als verplichte contributie, maar als antwoord op Gods initiatief om zijn liefde te delen met ons. 5
Lieve mensen, Als afsluiting wil ik nog één keer terug gaan naar de basisvraag van Marcus: ‘Wie is Jezus?’ Marcus schetst ons vandaag Jezus als iemand, die is aangesproken door Gods liefde. Iemand die zich geroepen weet om Gods Koninkrijk, Gods nieuwe tijd te delen met mensen. Vanuit zijn liefde en roeping, roept hij mensen op om op te staan, en een weg te gaan met hem. Een weg van genezing en bevrijding. Een weg die een weg is van ontvangen, leren en delen. Een weg waartoe ook wij, als persoon en als gemeente, worden geroepen.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
6