HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 4 december 2015, 20.15 uur inleiding Kees Wisse 19.30 uur
De Russische Ziel Radio Filharmonisch Orkest Jun Märkl dirigent Denis Kozhukhin piano Carl Nielsen 1865-1931 Aladdin suite opus 34 1919 • Oriëntaalse Feestmars • Aladdins droom / Dans in de ochtendmist • Dans van de Hindoes • Chinese dans • Het marktplein van Isfahan • Dans van de gevangenen • Dans van de negers
Sergej Rachmaninov 1873-1943 Tweede pianoconcert in c opus 18 1900-1901 • Moderato • Adagio sostenuto • Allegro scherzando PAUZE
Igor Stravinsky 1882–1971 Petroesjka 1911/1947 • De jaarmarkt op Vastenavond • Bij Petroesjka • Bij de Moor • ’s Avonds op de jaarmarkt
Dit programma gaat ook in het Zondagochtend Concert in het Concertgebouw in Amsterdam op 6 december a.s. om 11.00 uur, en maandag 7 december in deSingel in Antwerpen om 20.00 uur.
➜ WWW.DESINGEL.BE
2
Na het concert Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.
Live-uitzending De AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Mark Brouwers. Via WWW . RADIO 4. N kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van De Vrijdag van Vredenburg. De concerten zijn te sorteren op genres en tijdperken. Uit de periode vanaf 2011 zijn nog vele webcasts te zien van De Vrijdag van Vredenburg.
Video met Kozhukhin en Rachmaninov Op 3 december j.l. is er een video-opname gemaakt van ‘Pieces of Tomorrow’, met het Radio Filharmonisch Orkest o.lv. Jun Märkl en pianist Denis Kozhukhin met Rachmaninovs Tweede pianoconcert. U kunt de opname terugzien via
➜ WWW . NPORADIO 4. NL
➜ WWW . RADIO 4. NL
Zing mee met het Groot Omroepkoor! Op zaterdag 23 januari organiseert het Groot Omroepkoor het Groot Meezingconcert in TivoliVredenburg in Utrecht. Op het programma staat Ein deutsches Requiem van Johannes Brahms. Het Groot Meezingconcert staat open voor iedereen die van zingen houdt. Het maakt niet uit of u beginnend zanger bent of ruime ervaring heeft met zingen; de spirituele beleving van samenzingen is universeel, en staat centraal. U zingt onder de kundige en enthousiasmerende leiding van de Amerikaanse
dirigent en voormalige chef-dirigent van het Groot Omroepkoor, Martin Wright. U wordt begeleid door het Radio Filharmonisch Orkest, het meest vooruitstrevende toporkest van Nederland. De solistenrollen zijn bezet door twee zangers met een internationale carrière: Aga Mikolaj (sopraan) en Peter Mattei (bariton). Samen met ú willen wij er een onvergetelijke dag van maken in de prachtige Grote Zaal van TivoliVredenburg.
➜ GROOTOMROEPKOOR . NL / GROOT - MEEZINGCONCERT
Uitvoering educatieproject Pronkstukken Voorafgaand aan dit concert presenteren leerlingen van de Werkplaats Bilthoven hun eigen compositie in kamermuziekzaal Hertz op de zesde verdieping. Gedurende drie workshopdagen hebben zij zich laten inspireren door Rachmaninov en zelf gecomponeerd. De presentatie is gratis toegankelijk en start om 19.00 uur.
De Russische Ziel
Nationalisme tegen wil en dank Niet alleen in de tweede helft van de negentiende eeuw, ook in de eerste decennia van de twintigste eeuw was een vorm van muzikaal nationalisme een belangrijk wapen voor een componist om een protest of op zijn minst een eigen stem te laten horen. Zo gebruikte Edvard Grieg Noorse muziek, en dito mythen en sagen om zich te onderscheiden en een herkenbare nationale kleur aan zijn werk toe te voegen. Zijn Deense evenknie Carl Nielsen had een meer ambivalente houding jegens een vorm van nationalisme in de muziek, maar groeide wel uit tot een symbool van de Deense eigenheid. Igor Stravinsky wilde daarentegen zo graag een kosmopolitisch componist zijn dat hij elke vorm van nationalisme, van gebruikmaking van elementen uit de volksmuziek, later zo veel mogelijk ontkende. Tevergeefs, zo bleek, want niet alleen is het thema van een ballet als Petroesjka op en top Russisch, ook zijn noten leunen in deze periode van zijn carrière sterk op de folklore. En voor Sergej Rachmaninov was teruggrijpen op de Russische romantiek vooral een vorm van persoonlijke verankering. Alsof hij zeggen wilde: dit is mijn wereld, hier hoor ik thuis.
Nielsen - Aladdin Suite In Denemarken wordt Carl Nielsen tegenwoordig op handen gedragen. Nadat zijn gezicht jarenlang figureerde op het bankbiljet van honderd kronen, werden drie van zijn werken in 2006 door het Ministerie van Cultuur gerekend tot de belangrijkste twaalf muziekstukken die Denemarken heeft voortgebracht. En dat terwijl Nielsen tijdens zijn leven vooral een onbegrepen buitenstaander was. Dat had ongetwijfeld te maken met zijn ambivalente houding jegens de invloed van volksmuziek. Aan zijn Nederlandse vriend en collega Julius Röntgen schreef hij in 1909 bijvoorbeeld: “Ik ben
3
4
verrast door de technische vaardigheden die de Duitsers aan de dag leggen en ik kan mij niet aan de gedachte onttrekken dat deze gerichtheid op complexiteit zichzelf een keer uitput. Ik voorzie een compleet nieuwe muziek vol archaïsche deugden. We moeten terug naar het pure...” Het lijkt een pleidooi voor de volksmuziek, maar in 1925 schreef de componist: “Niets vernietigt de muziek meer dan het nationalisme. Het is onmogelijk om nationale muziek op verzoek te leveren.”
“Niets vernietigt de muziek meer dan het nationalisme. Het is onmogelijk om nationale muziek op verzoek te leveren.” – Carl Nielsen
CARL NIELSEN
De componist had toen zijn belangrijkste werken, zoals zijn zes symfonieën en diverse liederen, al geschreven. Ook een van zijn tegenwoordig meest gespeelde stukken lag al klaar. In 1918 begon Nielsen aan Aladdin opus 34, toneelmuziek bij een nieuwe productie van het gelijknamige ‘dramatische sprookje’ van Adam Oehlenschläger voor het Koninklijk Theater in Kopenhagen. Uiteindelijk schreef hij zo’n tachtig minuten muziek waarin hij ook diverse liederen verwerkte. Van zijn muzikale inspanningen bleef bij de productie uiteindelijk niet zo heel veel over. De regisseur, Johannes Poulsen, schrapte veel muziek en draaide tegen de wil van de componist de volgorde van diverse instrumentale nummers om. Nielsen was zo ontevreden dat hij zijn naam niet op het aankondigende affiche wilde hebben. Gelukkig maar, want de productie was geen succes en werd na vijftien voorstellingen stopgezet. De componist bleef wel tevreden over zijn bijdrage en voerde regelmatig instrumentale delen uit in Denemarken en daarbuiten. Uitvoeringen in Duitsland en Engeland hadden veel succes, en twee dagen voor zijn dood in 1931 zou Nielsen het Deense radioorkest dirigeren in een programma met diverse delen uit Aladdin. De componist kreeg een hartaanval, hoorde zijn vervanger nog wel de Oriëntaalse dans en de Dans van de Hindoes uitvoeren op de radio en stierf een dag later. In 1940 werd op basis van de vele uitvoeringen die Nielsen van de instrumentale delen gaf de zevendelige Aladdin Suite samengesteld en gepubliceerd.
Rachmaninov – Tweede pianoconcert
5
De geschiedenis die voorafging aan het Tweede pianoconcert van Sergej Rachmaninov leert ons dat de Russische muziekwereld aan het begin van de twintigste eeuw niet alleen een wereld was die de koers van de muziekgeschiedenis veranderde met de revolutionaire werken van bijvoorbeeld Igor Stravinsky en Sergej Prokofjev, maar ook een erg naar binnen gekeerde wereld. Componisten en critici konden elkaar maken en breken. En Rachmaninov werd gebroken. In 1897 beleefde de Eerste symfonie van de toen 24-jarige componist vooral dankzij de alcoholische grillen van dirigent Glazoenov een rampzalige première, en de critici waren er als de kippen bij om de componist neer te sabelen. César Cui schreef doodleuk dat de symfonie wel een eerste prijs kon winnen “als er een conservatorium in de hel was” en Rachmaninov raakte in een diepe depressie. Hij schreef twee jaar geen noot meer.
In 1897 beleefde de Eerste symfonie van de toen 24-jarige Rachmaninov vooral dankzij de alcoholische grillen van dirigent Glazoenov een rampzalige première, en de critici waren er als de kippen bij om de componist neer te sabelen. Pas na zijn bezoeken aan de vooruitstrevende psychiater en hypnotherapeut Nikolaj Dahl durft Rachmaninov zich weer componist te wanen en in de herfst van 1900 zet hij aarzelend wat schetsen voor zijn Tweede pianoconcert neer. Hij voltooide het tweede en derde deel die herfst, en op 2 december 1900 gingen deze delen al in première in Moskou, met de componist als solist. Het enthousiasme van het publiek gaf Rachmaninov moed om verder te schrijven, en op 21 april van het jaar daarna voltooide hij het driedelige pianoconcert en droeg hij het werk op aan zijn psychiater. In het werk toont Rachmaninov zich vooral als een kind van de romantiek. Opperste lyriek en dromerige thema’s beheersen alle drie de delen, die dan weer in de piano opduiken, dan weer in kleinere ensembles uit het orkest met de piano in een opvallend begeleidende rol. Ook in zijn voltooide vorm werd het werk een groot succes en groeide het uit tot een manifest van de wederopstanding van de componist.
SERGEJ RACHMANINOV
Stravinsky – Petroesjka
6 6
IGOR STRAVINSKY
Zoals 1901 voor Rachmaninov een ommekeer betekende, zo mag het jaar 1911 in de historie van Igor Stravinsky met gouden letters worden bijgeschreven. Het is het jaar waarin de componist zichzelf vond en waarin zijn zelfvertrouwen een enorme opwaartse impuls kreeg. In 1910 had Sergej Diaghilev, de briljante leider van de Ballets Russes, het risico genomen om een werk van de jonge, onbekende Stravinsky op het programma te zetten. De Vuurvogel werd het grote succes van dat jaar. De prachtige muziek, die zijn wortels duidelijk vond in het werk van Tsjaikovski en Rimski-Korsakov, betoverde het publiek direct, en ook het complete ballet was een sensatie. De vraag was: hoe dit het jaar daarop te evenaren? De jonge Stravinsky zag zich tot taak gesteld zijn succesnummer nog eens dunnetjes over te doen. Hij schetste Diaghilev het verhaal van een heidens ritueel waarin een jonge vrouw zichzelf uiteindelijk dood danst. Diaghilev was enthousiast, en Stravinsky toog aan het werk. De compositie van wat later Le sacre du printemps zou worden, Stravinsky’s meest opzienbarende werk ooit, wilde echter niet vlotten en om zichzelf te bevrijden van de compositorische problemen begon hij aan een concertstuk voor orkest. Toen Diaghilev kwam luisteren naar de voortgang, speelde Stravinsky hem stukken voor uit dit orkestwerk. Diaghilev zag er meteen een ballet in. Stravinsky dacht aan een pop die tot leven kwam en Petroesjka – het ballet in vier tableaus rond de Russische versie van Pinocchio, Jan Klaassen, Punch, om een paar vergelijkbare karakters te noemen – was geboren. Het verhaal op een libretto van de Russische criticus en kunsthistoricus Alexander Benois en Stravinsky zelf begint op een marktplaats waar een divers publiek zich opmaakt voor een poppenkastvoorstelling van de Oude Tovenaar. De poppen Petroesjka, de Ballerina en de Moor komen tot leven en vermaken het publiek met een wilde dans. De volgende twee scènes spelen zich achter de schermen af en laten zien en horen hoe Petroesjka worstelt met het feit dat de Oude Tovenaar hem gevangen houdt en met zijn liefde voor de Ballerina. Als de Ballerina zijn gevoelens afwijst en flirt met de Moor, knapt er iets bij Petroesjka. Hij breekt uit zijn cel en valt de Moor aan. De Moor, veel sterker dan Petroesjka, jaagt de arme pop op en splijt hem uiteindelijk met een bijl, tot grote ontzetting van het marktpubliek. De Tovenaar verklaart dat het maar om een pop gaat, maar als ’s nachts de geest van Petroesjka verschijnt, blijft de vraag of dat werkelijk zo is.
7
Stravinsky greep het verhaal aan om uit de ketenen van de romantische Russische muziektraditie te breken en zo de weg vrij te maken voor de Sacre. Met de nadruk op filmmontage-achtige technieken en kleur en ritme in plaats van op melodie en ontwikkeling van een idee, schiep hij een moderne partituur die het succes van De Vuurvogel minstens evenaarde. Toch zijn in deze in Zwitserland geschreven compositie Stravinsky’s Russische wortels sterker aanwezig dan ooit. Direct in de eerste scène klinkt een volksliedje uit Smolensk en ook later in bijvoorbeeld de Dans van de Minnen en De vrolijke koopman met twee zigeunermeisjes is de Russische volksmuziek de belangrijkste inspiratiebron. In 1947 maakte Stravinsky een grondige revisie van de partituur en dunde hij het benodigde orkestapparaat uit, waardoor het meer nog dan voorheen ook als zelfstandig orkestwerk dienst kon doen. Paul Janssen
ALEXANDER KOTSJETOVSKI EN BRONISLAVA NIZJINSKA ALS MOOR EN BALLERINA IN PETROESJKA (REPRISE, 1913)
uitvoerenden
8
Jun Märkl, dirigent De in München geboren Jun Märkl was tot 2012 muzikaal leider van het Orchestre National de Lyon en tevens chef-dirigent van het MDR Radio Synfonieorchester in Leipzig. Märkl was lang gastdirigent bij vooraanstaande Duitse orkesten als de Münchner Philharmoniker en het RadioSinfonie-Orchester Berlin. Eerder dirigeerde hij het Orchestre de Paris, het Orchestre Philharmonique de Radio France en orkesten als het Filharmonisch Orkest van Helsinki, het Deens Radioorkest, het English Chamber Orchestra, het Rotterdams en Nederlands Philharmonisch, en het Radio Filharmonisch in het Amsterdamse Concertgebouw. Tussen 2001 en 2004 dirigeerde Märkl de allereerste uitvoering van Wagners Ring in Japan, een cyclus die hij eerder leidde aan de Deutsche Oper in Berlijn. Met de Semperoper Dresden ondernam hij in 2007 een reis naar Japan met Wagners Tannhäuser. Zijn debuut als operadirigent bij het Royal Opera House maakte hij in 1996 met Götterdämmerung en aan de Metropolitan Opera met Il trovatore in 1998.
Denis Kozhukhin, piano Pianist Denis Kozhukhin (1986, Nizjni Novgorod, Rusland) studeerde eerst aan de Balakirev Muziekschool bij Natalia
DENIS KOZHUKHIN
FELX BROEDEXX
JUN MÄRKL
Jun Märkl studeerde viool, piano en directie aan de Musikhochschule in Hannover, en vervolgens directie bij Sergiu Celibidache in München en Gustav Meier in Michigan. In 1986 won hij de directiewedstrijd van de Deutsche Musikrat en een jaar later een studiebeurs van het Boston Symphony Orchestra om in Tanglewood te studeren bij Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. Spoedig daarna had hij een reeks directieprojecten bij Europese operahuizen en zijn eerste vaste post bij het Staatstheater in Saarbrücken (19911994) en het Mannheim Nationaltheater (1994-2000). Voor zijn opnamen van de complete orkestmuziek van Debussy ontving Jun Märkl in 2012 een Franse Ridderorde. Momenteel is Jun Märkl chef-dirigent van het Baskisch Nationaal Orkest. In april 2014 dirigeerde hij in De Vrijdag van Vredenburg het Radio Filharmonisch Orkest in werken van Liszt, Richard Strauss, Ravel en Debussy.
Fish, en van 2000 tot 2007 bij Dimitri Bashkirov en Claudio Martinez-Mehner aan de Escuela Superior de Música Reina Sofía in Madrid. Tegelijk volgde hij meesterklassen bij Rosalin Tureck, Leon Fleisher en Alicia de Larrocha. Kozhukhin vervolgde zijn pianostudie aan de Internationale Academie van Lago di Como bij Dimitri Bashkirov, Fou Ts’ong, Stanislav Yudenitch, Peter Frankl, William G. Nabore, John Perry, Boris Berman, Charles Rosen en Andreas Staier. Kozhukhin voltooide zijn studies aan de Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Stuttgart bij Kirill Gerstein. Hij speelde op diverse Europese festivals, in Carnegie Hall, München, Madrid, Milaan, Rotterdam en Parijs. In 2010 won Denis Kozhukhin het koningin Elisabeth Concours in Brussel, wat het begin vormde van zijn internationale pianocarrière. Eerder won hij de Vendome Prize in Lissabon (2009), en de derde prijs van de Leeds International Piano Competition (2006). Kozhukhin trad op met onder andere het Brabants Orkest en Alan Buribayev, het Nederlands Philharmonisch Orkest en Kirill Karabits, de Wiener Symphoniker en Marin Alsop, en het St. Petersburg Filharmonisch Orkest met Emmanuel Krivine. Recitals gaf Denis Kozhukhin in Rotterdam, Leipzig, Brussel, in Louisiana en Denemarken, in de MDR Musiksommer en in Parijs. Afgelopen seizoen soleerde Kozhukhin met orkesten in Chicago, Philadelphia, Londen, St. Petersburg (met Gergiev), Houston en São Paulo, en toerde hij met het BBC Scottish Symphony Orchestra door China.
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-
9
Radio Filharmonisch Orkest
10
afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR enAVROTROS). Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Elisabeth Perry Nadia Wijzenbeek Alexander Baev Semjon Meerson Roswitha Devrient Mariska Godwaldt Josje ter Haar Julija Hartig Kerstin Kendler Pamela Kubik Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Pieter Vel Ruud Wagemakers
TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Guido Muller Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Robbert Honorits Iina Laasio Joanna Wronko ALTVIOOL Francien Schatborn Huub Beckers Igor Bobylev Marije Helder Erik Krosenbrink Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk Ewa Wagner Ernst Grapperhaus Annemieke Huls Roeland Jagers Peter Weimar
acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek.
➜
WWW . RADIOFILHARMONISCHORKEST . NL
volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook CELLO Michael Stirling Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Wilmar de Visser Walter van Egeraat Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Aristoteles Potamianos FLUIT Ingrid Geerlings Carla Meijers Adeline Salles HOBO Aisling Casey Yvonne Wolters Gerard van Andel KLARINET Arjan Woudenberg Esther Misbeek Sergio Hamerslag
FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs Desirée van Vliet HOORN Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto TROMPET Hessel Buma Frank Braafhart Raymond Rook Hans Verheij TROMBONE Victor Belmonte Albert Herman Nass Brandt Attema TUBA Bernard Beniers PAUKEN Paul Jussen SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink HARP Ellen Versney Kerstin Scholten PIANO Stephan Kiefer CELESTA Pauline Post
donderdag 24 december 2015 vrijdag 18 december 2015, 20.15 uur 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Jos van Veldhoven 19.30 uur inleiding Kees Arntzen 19.30 uur SERIES AVROTROS KLASSIEK I , AVROTROS VOCAAL SERIE AVROTROS KLASSIEK II , MUZIKALE MEESTERWERKEN
Kerst met de Nederlandse Bachvereniging Kerstavond: Vrede! Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven dirigent
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Gijs Leenaars dirigent
Maria Keohane sopraan Alex Potter alt Charles Daniels tenor Matthias Winckhler bas Bach Jauchzet Gott in allen Landen BWV 51 Bach Unser Mund sei voll Lachens BWV 110 Bach Süsser Trost, mein Jesus kömmt BWV 151 Locatelli Pastorale in F uit Concerto grosso op. 1 nr. 8 Bach Gloria in excelsis Deo BWV 191 Torelli Concerto grosso in g, opus 8 nr. 6
Agnieszka Sławińska sopraan Cécile van de Sant alt Thomas Blondelle tenor Leigh Melrose bariton Norman Patzke bariton Humperdinck Ouverture Hänsel und Gretel Schubert Vijfde symfonie Martin Et in terra pax
volgende concerten
11
12 zaterdag 12 december 2015, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
zaterdag 19 december 2015, 13.00 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
Wervelend tennisspel
Lichtpuntje in een sombere omgeving
Residentie Orkest
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor
Emilio Pomàrico dirigent Emanuele Arciuli piano Bartók Danssuite Scelsi Concertino per pianoforte e orchestra - wereldpremière Huang Ruo Unscrolled opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee - wereldpremière Bartók Muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta
Markus Stenz dirigent Nils Schweckendick koordirigent Jeronimus: Stephen Milling bas, Magdelone: Susanne Resmark mezzosopraan, Leander: Niels Jørgen Riis tenor, Henrik: Johan Reuter bariton, Arv: Bengt-Ola Morgny tenor, Leonard: Stig Fogh Andersen tenor, Leonora: Dénise Beck sopraan, Pernille: Elisabeth Jansson mezzosopraan, Nachtwacht | Portier: Jakob Zethner bas, Maskerverkoper | Magister: Simon Duus bas-bariton
colofon
Nielsen Maskarade
PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING RADIO
Astrid in ’t Veld PRODUCTIE
Anneke Peerik, Manon Tuynman Sabien Stols
&
FINANCIËN
Anneke de Vries
AVROTROS NPO RADIO
4
AVROTROS NPO RADIO
4
Clemens Romijn VORMGEVING
CASTING DIRECTOR
Dorine Verharen
Mauricio Fernández
EINDREDACTIE
ARTISTIEK LEIDER
PRESENTATIE
Mark Brouwers
PROGRAMMATOELICHTING REDACTIE PROGRAMMABOEK
EINDREDACTIE
Tim Moen
PUBLICITEIT ADMINISTRATIE
4
Mark Brouwers, Hanneke Jansen Paul Janssen
Kees Vlaardingerbroek DIRECTEUR STICHTING OMROEP MUZIEK
Maurits Haenen, a.i.
Onno Schoonderwoerd