1997
N 90
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 3 juli 1997 te 20.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer Ch. Leeuwe, burgemeester/voorzitter, mevrouw J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), de heer B.J. van Bochove (CDA), mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), wethouders; de heren R.C. Bogert (VVD), R. Bootsma (PvdA), de dames A. Dil (PvdA), H.S.E. Greuter-Hemmelder (Gr.Links), de heren W. Herrebrugh (PvdA), W. Hijmissen (CDA), mevrouw B.H. Holter (D66), de heren C.J.J. Homan (PvdA), H. Kiviet (D66), J.A. Klein Swormink (CDA), E.P.J.M. Klomp (SP), J.D. Lokhorst (VVD), J. Lodders (VVD), J.P. Mattie (VVD), mevrouw M. Poot-Schoon (SP), de heren R. van der Sloot (NWP), K.B.P. Slump (GPV/RPF), mevrouw M.A.S. van Sprang-Kamstra (D66), de heren R. Spriensma (CDA), T. Stroobach (D66), H.J. Surink (D66), M.G. Verlaan (Gr.Links) en mevrouw L. van W ingerden-Visser (D66), leden van de raad; alsmede de heer De Boer, loco-secretaris; Afwezig zijn:mevrouw H. Blom-Postma (D66), wethouder; de heren J. Bierma (VVD), G.F. Bus (BPN), DP. van Dissel (vD), F.J.M. Noeken (BPN), P.G.M. van de Ven (Gr.Links), T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad.
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Blom en van de heren Bierma, Bus, Noeken, Van de Ven, Van der Zwan en Bolding. Als secretaris fungeert vanavond de heer De Boer.
2.Notulen van de op 12 juni 1997 gehouden openbare vergadering De notulen worden conform ontwerp vastgesteld.
3.Ingekomen stukken (stuk nr. 42115) - 1Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders, gehoord de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie.
1997
N1
- 2Mevrouw Holter: M ijnheer de voorzitter. Wij hebben geen behoefte aan behandeling van deze brief in de commissie. Toch zru ik graag een opmerking willen maken. Vanaf 1994 tot heden hebben wij naar mijn mening in goed overleg met het Gehandicapten Overleg een beleid opgezet waarover wij toch redelijk tevreden zijn, een beleid dat wij waar mogelijk zullen verbeteren als dat nodig is en waar wij aan zullen blijven werken. Ik vond het erg moeilijk om deze brief serieus te nemen, te meer daar ik op bladzijde 3 in de bijlage aantrof dat van de aanwezige mensen, 24 staan er op met naam en adres, 4 personen uit Lelystad komen. Ik zou eigenlijk deze mensen op willen roepen om zich regelrecht tot de gemeente te richten of tot het GOL, opdat aan hun vraag iets gedaan kan worden. W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Ik ben het van harte met mevrouw Holter eens. Voor kennisgeving aangenomen. - 3De uitspraak wordt voor kennisgeving aangenomen en de brief wordt in handen gesteld van burgemeester en wethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 4In handen gesteld van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften voor het uitbrengen van een advies. - 5Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. De commissie voor ruimtelijke ordening en economische zaken wordt geïnformeerd over de afdoening. - 6Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. - 7De heer Klomp: M ijnheer de voorzitter. Er is hier een fout in geslopen. Het betreft niet een brief van de heer Lusdonk, maar van mevrouw Ox Van der Lusdonk. De voorzitter: Dit zal worden gecorrigeerd. Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders. - 8Voor kennisgeving aangenomen. - 9Voor kennisgeving aangenomen. - 10De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. In de brief wordt teleurstelling uitgesproken over de gang van zaken met betrekking tot bestemmingsplan Zoom-Noord. De brief zou volgens mij ook opgevat kunnen worden als een andere zienswijze op dat gebied, in welk geval de brief betrokken zou moeten worden bij het verder klaarmaken van het ontwerp-bestemmingsplan. Ik weet niet wat de briefschrijver precies heeft bedoeld, maar het lijkt mij goed dat het even wordt nagegaan. De voorzitter: Akkoord; dat zullen wij nagaan. Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders. -
11In handen gesteld van burgem eester en w ethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. 12In handen gesteld van burgem eester en wethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. 13In handen gesteld van burgem eester en wethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. 14In handen gesteld van burgem eester en wethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel.
- 15Mevrouw Greuter: M ijnheer de voorzitter. Het duurt nogal lang voordat de volgende commissievergadering is, dus ik zou willen voorstellen ofwel de commissie eerder bij elkaar te roepen, of u zegt toe een oplossing te zoeken voor de problemen als gevolg van de afhandeling van deze zaak. W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft jongstleden maandag het advies van de commissie ontvangen en dinsdag zich beraden over dit advies. Na ampele overwegingen is de conclusie getrokken dat het toch verstandig is om nog een nader advies van de vakafdeling te ontvangen. Als gevolg daarvan heeft het college jongstleden dinsdag contact gezocht met het bestuur van Stichting Vluchtelingenwerk Lelystad en hen aangeboden om met hen te inventariseren welke problemen er ontstaan door een latere behandeling van dit voorstel. Wij hebben aangeboden m et hen naar een oplossing te
1997
N1
zoeken. Ik ga er dan ook van uit dat dit zal gebeuren. Wij kunnen medio augustus met de commissie over dit onderwerp van gedachten wisselen. M evrouw Greuter: Ik ga daarmee akkoord. Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor onderwijs, cultuur en welzijn.
4.Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
5.Benoeming van mevrouw M. Poot-Schoon en de heer E.P.J.M. Klomp in de vaste raadscommissies (stuk nr. 42100) De raad gaat akkoord met de benoeming door de voorzitter van mevrouw Poot en de heer Klomp in de genoemde vaste raadscommissies.
6.6.Verkoop gebouw en terrein aan de Kwelder 2 (stuk nr. 42096) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
7.Vaststelling van de rekening van de gemeente Lelystad over het dienstjaar 1996 (stuk nr. 42102) De heer Stroobach: Mijnheer de voorzitter. Als wij als burgers horen dat er een meevaller is in de jaarrekening en dat het verschil met de eerdere signalen f. 3,6 miljoen is op de algemene dienst, dan vinden wij dat verheugend. Er is nu eens een keer geen geld tekort, zoals jaren het geval was. Die glimlach heb ik ook even gehad. Vervolgens kwam daar de eerste Marap van het lopende jaar over heen; ook daar zat een meevaller in en toen ging ik mij afvragen hoe structureel zo'n meevaller is. Ik begin me af te vragen of ik de gemeente niet iets te veel heb betaald via de OZB. Als raadslid en lid van de commissie financiën kan ik alleen maar treurnis voelen, want verrassingen of zij nu positief of negatief zijn - zouden eigenlijk in deze orde van grootte niet horen voor te komen. Ten slotte zitten wij hier als raad om te sturen op dit soort beleidselementen. En als blijkt dat tussen twee momenten met een korte tijdsspanne van dit soort veranderingen sprake is, dan vind ik dat jammer. Ik hoop dus dat het college stappen zal ondernemen in de richting van financiële monitoring om er voor te zorgen dat dit soort verrassingen op termijn uitblijven. Het is een slechte zaak als wij een beleid mede moeten sturen en financieel niet weten waar wij aan toe zijn. Het tweede onderwerp houdt de D66-fractie al jaren bezig, namelijk onderhoud en vervanging van onze riolering. Lelystad is ongeveer 30 jaar geleden aangelegd en rioleringen worden in ongeveer 25 tot 30 jaar afgeschreven. Op de achterkant van een sigarendoos kan ik uitrekenen dat wij per huis ongeveer 6 meter riolering hebben; dat moet ik met twee vermenigvuldigen want wij hebben hier een gescheiden systeem. Vervolgens ga ik uit van 20.000 huizen die hier al enige tijd staan. Ik kom dan aan 240 kilometer riolering die onderhouden en vervangen moeten worden. Ik heb eens gebeld naar andere gemeenten om te informeren wat het kost om een meter riolering te vervangen. Het hoogste bedrag ging de duizend gulden te boven per meter, het laagste bedrag zat altijd nog fors boven de vijfhonderd gulden. Als ik het laagste bedrag neem en dat vermenigvuldig met 240 kilometer, dan kom ik op een bedrag van 120 miljoen gulden. Dan heb ik het nog niet gehad over de hoofdriolering en persleiding. Als er ook nog asbestcementleidingen onder de grond zouden zitten, dan kunnen deze kosten nog eens fors hoger komen te liggen. Op dit moment zit in het Fonds Onderhoud Riolering een bedrag tussen 13 en 14 miljoen gulden. In ieder geval bij lange na niet voldoende om straks dit onderhoud en deze vervanging te laten plaatsvinden. Vandaar dat het
1997
N 1
college bij de begroting van dit jaar heeft voorgesteld om in dit fonds een bedrag van f. 900.000,-- te stoppen. Bij de voorjaarsnota, toen de zaken er nog anders uitzagen, konden wij daar geen geld voor vrijmaken omdat wij toen nog aankeken tegen een tekort van f. 1,3 miljoen. Nu echter blijkt dat in de algemene dienst een positief verschil is van f. 2,3 miljoen, dus een totaal verschil van f. 3,6 miljoen, heeft mijn fractie ook in de commissie er op aangedrongen in het Fonds Onderhoud Riolering f. 900.000,-- te storten. M isschien een druppel op de gloeiende plaat, maar elke druppel is er één en ik heb u net becijferd dat wij veel geld tekort zullen komen. Dat er toen niet is besloten om geld in dat fonds te storten, leek mij valide. Het was wel een goed voorstel, maar als wij geen geld hebben dan verliest de keizer zijn recht. Op dit moment is dat geld er wel. Als het toen geen goed voorstel was, dan wil ik graag de argumenten horen waarom niet En als het toen een goed voorstel was, dan is het dat nu nog steeds. Alleen de omstandigheden zijn gewijzigd. Het geld om een storting in dat fonds te doen is er nu wel. Overigens heb ik begrepen van wethouder Binnerts, die wethouder Jonkman heeft vervangen, dat zij het mee terug zou nemen naar het college, omdat ik in de commissie al heb aangekondigd dat mijn fractie overwoog hier een motie over in te dienen. Daarbij kan ik u wat overwegingen van algemene aard geven. Het getuigt van goed financieel beleid om te reserveren voor kosten die in de toekomst moeten worden gemaakt. Op het moment dat het in een vrije reserve wordt geplaatst, lijkt het optisch dat er geld is. Je rekent je als het ware rijk. De begroting wordt er overzichtelijker door als de voorzieningen en de bestemmingsreserves zorgvuldig worden geraamd en ook op die wijze worden aangehouden. Het is ruimschoots bekend dat mogelijke lekkages van riolering kunnen leiden tot grote milieuschade of vervolgschade. Wij gaan akkoord met de rekening, zij het dat wij niet blij waren met de verrassing. Inzake het positief saldo stellen wij u voor om slechts f. 1,4 miljoen in de algemene reserve te storten en f. 900.000,-- te reserveren voor het Fonds Onderhoud Riolering. In afwachting van uw antwoord in de eerste termijn zullen wij ons beraden om in tweede termijn daarover een motie in te dienen. De heer Van der Sloot: Mijnheer de voorzitter. Ik wil terugkomen op het overschot van vorig jaar in de jaarrekening. Vorig jaar is er besloten om betaald parkeren in te voeren om een gat van f. 400.000,-- in de begroting te dichten. Nu is er f. 3,6 miljoen over, dus in mijn ogen is die f. 400.000,-- eigenlijk niet nodig. Bovendien is er nog een extra winst van ongeveer f. 300.000,-- gemaakt op betaald parkeren. In mijn ogen zou dit geld teruggegeven moeten worden aan de burgers omdat het eigenlijk niet nodig is. Ik wil het college in overweging geven om daar in het volgende jaar rekening mee te houden op de begroting. Ik ga verder graag mee met het betoog van de heer Stroobach over een reservering van f. 900.000,-- voor het Fonds Onderhoud Riolering. De heer Bootsm a: Mijnheer de voorzitter. Ik wil eerst het antwoord van het college afwachten. De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Ik kan voor een groot deel aansluiten bij wat de heer Stroobach heeft aangedragen over de overschot op de rekening, terwijl er een tekort werd verwacht. Op zich is een overschot op de rekening helemaal niet erg. Het zou plezierig zijn als het ieder jaar zo was, maar ik zou graag zien dat het dan ook begroot zou zijn. Ik ben het niet met de heer Van der Sloot eens, dat wij het geld van betaald parkeren nu maar weer moeten teruggeven aan de burgers. Ik ben het wel met de heer Stroobach eens om voor de riolering f. 900.000,-- te reserveren. Het mag dan inderdaad een druppel op de gloeiende plaat zijn, maar ik wil dat voorstel wel ondersteunen. De heer Klomp: Mijnheer de voorzitter. De SP-fractie kan ook instemmen met het voorstel, alleen met dien verstande dat wij nog steeds blijven vinden dat de f. 500.000,-- die toen uit de WVG-pot zijn gehaald ten behoeve van bijzondere bijstand, nu weer terug kunnen gaan naar de WVG-pot om de gehandicaptenzorg verder uit te kunnen breiden. W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Om te beginnen met de verrassingen die worden geconstateerd. Ik denk dat de wijze waarop de verrassing tot u is gekomen enige nuancering behoeft. Er is inderdaad geen overschot in de begroting geraamd, maar wij hebben lopende het jaar toch wel via de Marap indicaties gekregen dat er een overschot zou zijn. Gelukkig is dat ook zo.
1997
N1
Naar de heer Van der Sloot toe: Ook hij zal weten wat de positie van de meerjarenbegroting is. En ook hij zal weten dat wij in 1999 nog zo'n f. 2,7 miljoen te dekken hebben. En in het jaar 2000 nog zo'n f. 1,9 miljoen. Ik denk dat het duidelijk is - en wij hebben er al veel eerder over gesproken - dat datgene wat wij nu in de reserve stoppen nodig is om dat tekort te dekken en nodig is om geen bezuinigingen in die jaren te hoeven plegen. Als wij kijken naar het totaal van het saldo dat zich voordoet, dan zien wij dat er een aantal zaken al bekend waren. Wij hebben al eerder in de Marap gesproken over de verfijning groeikernen die niet in de begroting opgenomen is. Dit betekent dat uiteindelijk het onverwachte positieve resultaat veel kleiner is dan nu lijkt. Ik denk dat wij het dan over een bedrag hebben van ongeveer f. 500.000,-- tot f. 700.000,--. Als wij kijken naar de omvang van de begroting van ongeveer f. 350 miljoen, dan is enige nuancering op zijn plaats. Ik ben het er mee eens dat wij zo goed mogelijk moeten begroten en zo goed mogelijk moeten ramen. Het beheersinstrumentarium, dat wij nog steeds aan het vervolmaken zijn, begint in die zin zijn vruchten af te werpen. Het budget-regime - om het even zo te noemen - is verfijnd. Mensen zijn daar heel goed mee bezig en het zou goed zijn om bij de volgende M arap of de daarna volgende Marap dit jaar eens goed te kijken hoe het structureel in elkaar zit. Ik denk dat wij op basis van die structurele gegevens kunnen kijken of wij de zaak beheersmatig goed in de hand hebben. Want het zou inderdaad een slechte zaak zijn als zich nu een aantal jaren allerlei verrassingen zouden voordoen terwijl wij op allerlei andere zaken aan het beknibbelen zijn. Ik denk dat wij daar een volgende keer goed naar moeten gaan kijken. Onlangs is de voorjaarsnota aan de orde geweest in de commissie. En daar kwam een wat ander beeld naar voren dan wat nu blijkt. Dat zou de opmerkingen onderstrepen die net gemaakt zijn. Bij die discussie hebben wij u gemeld dat het geautomatiseerde financieel systeem manco's vertoonde op dat moment en dat wij van een aantal aannames uitgingen. Dat geldt ook voor de eerste M arap; toen was het ook nog een probleem. Die problemen zijn gelukkig voor een groot deel achter de rug. Ik wil u voorstellen om het structurele oordeel nog eventjes op te schorten tot wij daar echt een goed beeld van hebben. Het saldo dat wij nu hebben, is ook voldoende om de tekorten in de komende jaren op te lossen. Wanneer er zich geen rare dingen voordoen, kunnen wij ook naar buiten toe aangeven dat wij het regime kunnen handhaven met betrekking tot de belastingen zoals wij ons dat hebben voorgenomen: alleen de inflatiecorrectie toevoegen. Wij hoeven naar verwachting de komende jaren geen bezuinigingen meer te plegen middels deze reserve. Wij kunnen deze reserve ook anders aanwenden. Het voorstel van D66 neigt daartoe. Ik ben blij dat de heer Stroobach in de vakantie tijd heeft gehad om zich in de materie te verdiepen. Dat kan straks van pas komen in de discussie in september, want dan zijn de beheersplannen rond de riolering klaar voor de commissiebehandeling. Ik denk dat wij dan goed gebruik kunnen maken van zijn inzichten. Ik denk dat het goed is om die discussie op dat moment te gaan voeren, want dan weten wij waar wij het structureel over hebben en daar gaat het naar mijn mening om. Ik ben het helemaal met hem eens dat daar veel geld voor nodig zal zijn in de komende jaren, want het is een fors probleem. In september weten wij precies hoeveel geld, hoe wij daarmee om moeten gaan en u mag ook verwachten dat het college dan met een voorstel komt om het geld te dekken wat daar jaarlijks voor nodig is. U kunt zeggen dat u daar nu alvast een voorschot op wil nemen. Ik vind het op dit moment niet wijs, gezien de omvang van de tekorten in de komende jaren op de meerjarenbegroting. Laten wij het geld dat wij nu hebben daarvoor inzetten. W acht u het voorstel van het college af hoe om te gaan met het noodzakelijke budget voor de riolering, ook omdat er zich nog een aantal zaken afspelen op dit moment die misschien enig financieel soelaas zouden kunnen bieden. Ik denk dat het niet wijs is om daar op dit moment verder op in te gaan. Er zijn nog wat zaken die ons nog wat inzicht kunnen geven in de mogelijkheden om wat geld extra in die fondsen te storten. Ik zou deze discussie straks in één keer willen voeren en u mag verwachten dat het college met een goed voorstel komt. Wanneer u straks met een motie zou komen, betekent dit dat u toch niet zoveel vertrouwen heeft in het voorstel van het college. W at betreft het idee om geld terug te geven aan de burgers, denk ik dat ik de heer Van der Sloot voldoende geantwoord heb. Ik denk dat het niet wijs zou zijn om nu het geld te verdelen onder de armen, want dan betekent het dat wij straks om de meerjarenraming sluitend te krijgen weer de belasting moeten verhogen. Dat zou vestzak broekzak zijn. Wat betreft de WVG denk ik, mijnheer Klomp, dat wij met elkaar vinden dat daar een goed beleid ligt, dat wij daar voldoende financiële middelen voor hebben en dat het oneigenlijk zou zijn om geld op de plank neer te leggen
1997
N1
wat niet nodig is terwijl wij aan de andere kant zouden moeten bezuinigen. Dus ik zou dit geen wijs voorstel vinden. Tenzij u vindt dat wij grote reserveringen voor de WVG moeten plegen en daarnaast de belastingen in de komende jaren moeten verhogen. M isschien is dat wel het beeld dat u daarbij heeft.
In tweede termijn
De heer Stroobach: M ijnheer de voorzitter. Over het eerste punt, de "verrassingen" wil ik opmerken dat wij blij zijn met het antwoord van het college dat de zaak beter beheersmatig zal worden gevolgd en dat het systeem nog manco's bevat. Het probleem is onderkend en er wordt verder aan gewerkt. IJzer met handen breken in een modern computer-tijdperk is niet zo makkelijk, dus daar zullen wij allen aan moeten werken en enig geduld moeten opbrengen. De beantwoording van het tweede punt vond ik toch wat magertjes. Het is natuurlijk prettig om geprezen te worden voor mijn inzicht, maar dan zou ook het financiële plaatje daarin meegenomen moeten worden. Het laatste was echter niet het geval. Natuurlijk hebben wij vertrouwen in het college, maar ik herinner mij dat er hier ergens een potje stond met de tekst "Trust but verify", wat zoveel betekent als "Vertrouw maar controleer wel". De opmerking van mijnheer Klomp over de WVG-pot vond ik aardig. Wij hebben toen lang gesproken over WVGgelden en uiteindelijk heeft deze raad besloten om een bedrag uit dat fonds te halen. Hoe gaat het dan in de praktijk? Als er dan weer geld is, dan voeren wij geen pingpong-beleid. Wij hebben toen kennelijk als raad goede argumenten gehad om dat besluit te nemen en dus draaien wij dat besluit niet zomaar weer terug. Dat zou een wat vreemd beleid zijn. Vandaar dat ik er toch op wil blijven hameren en aandringen om nu op het moment dat het geld beschikbaar is en naar de algemene reserve gaat, toch die reservering te doen in het Fonds Onderhoud Riolering. Als het college opmerkt dat wij nu via de meerjarenbegroting en het saldo geen tekorten hebben, dan is dat in mijn ogen optisch. Het lijkt wel leuk maar het is het niet. Als inderdaad blijkt dat straks veel meer geld benodigd is voor de riolering de sigarendoos heeft al aangetoond dat het ongetwijfeld het geval zal zijn - dan moet je op het moment dat het geld er is dat ook in dat fonds storten. M ijnheer de voorzitter, ik zou u dus toch graag de motie willen overhandigen. W ethouder Jonkman: Om wat onduidelijkheid te voorkomen, in de meerjarenraming zit een bedrag voor de riolering al verwerkt, die f. 900.000,--. In september moet blijken of dat voldoende is ja dan nee. De voorzitter: Ik lees de motie voor: De gemeenteraad van Lelystad, in vergadering bijeen op donderdag 3 juli 1997, constaterende, -dat het college van B en W in een eerder voorgenomen besluit de raad heeft voorgesteld f. 900.000,-- te storten in het Fonds Onderhoud Riolering, -dat dit fonds is bedoeld om op termijn te voorzien in de kosten van het onderhoud en de vervanging van het huidige rioleringsstelsel, -dat met deze werkzaamheden hoge kosten gepaard gaan, -dat uiteindelijk is besloten geen storting in het fonds te doen omdat bij de behandeling van de voorjaarsnota bleek dat er geen geld beschikbaar was, -dat de rekening van de beleidsproductenrekening 1996 een positief verschil vertoont van f. 3.600,000,-- met de eerder geschetste verwachtingen in de voorjaarsnota, overwegende, -dat het van goed financieel beleid getuigt te reserveren voor kosten die in de toekomst moeten worden gemaakt, -dat de begroting overzichtelijker wordt als zorgvuldig voorzieningen en bestemmingsreserves worden geraamd en aangehouden, -dat zelfs beperkt uitstellen van noodzakelijk onderhoud en vervanging kan leiden tot grote milieuschade, verzoekt het college, -het eerder voorgenomen besluit nu uit te voeren en f. 900.000,-- te reserveren voor het Fonds Onderhoud Riolering en f. 1.400.000,-- te storten in de algemene reserve. en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door de fractie van D66.
1997
N1
De voorzitter: De motie wordt gekopieerd en uitgedeeld en zal deel uitmaken van de beraadslagingen. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie heeft geconstateerd dat dit jaar geen middelen zijn toegevoegd aan het Fonds Onderhoud Riolering. Aan de andere kant heeft onze fractie ook van het college gehoord dat er een onderzoek loopt naar wat er werkelijk nodig is voor de riolering. In dat licht hebben wij geen behoefte aan deze motie. Een algemene reserve is in principe voor meer doeleinden in te zetten en wij zijn van mening dat de afweging het beste gemaakt kan worden wanneer de betreffende informatie zoveel mogelijk voorhanden is. Het gaat ons te ver om te zeggen, zoals de wethouder stelt, dat als mensen iets willen besteden van de algemene reserve aan hetzij de riolering hetzij het WVG-fonds, dit dan onmiddellijk betekent dat de belasting omhoog zou moeten. Een afwijking van f. 1,8 miljoen wordt door het college als acceptabel beoordeeld, wat voor mij inhoudt dat een dergelijke afwijking ook voor volgende jaren tot de mogelijkheden behoort. U kan zelf uitrekenen dat het nadelig saldo in 1999 en 2000 daarmee dubbel zo erg kan zijn, of helemaal niet meer zou kunnen bestaan. In die variatiebreedte zitten wij dan. Dit wil niet zeggen dat het wijs beleid is om dan rekening te houden met het gemiddelde. De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. De wethouder geeft aan dat in de meerjarenbegroting al rekening is gehouden met de f. 900.000,-- die gestort zouden moeten worden in het rioleringsfonds. Toch geef ik er wel de voorkeur aan om het er nu al in te storten. W ant ik denk als straks inderdaad begrotingstekorten optreden, de verleiding dan groot is om aan andere dingen te denken dan aan de riolering. Zo van: "Het zit onder de grond en wat je niet ziet dat deert niet". Ik wil daar toch wel voor waken. Ik wil instemmen met de motie die de fractie van D66 ingediend heeft. De heer Van der Sloot: M ijnheer de voorzitter. Even terugkomend op het antwoord van wethouder Jonkman over betaald parkeren. Naar mijn mening is de post op de begroting voor betaald parkeren een bijzondere post die niet mee zou mogen tellen met de gaten die in de komende jaren in 1999 en 2000 te verwachten zijn. Betaald parkeren is in wezen een post die een extra last vraagt van de burgers en h et wordt niet alleen gebruikt om geld te innen, maar ook om het verkeer te reguleren. Ik vind dat deze post op een bijzondere manier zou moeten worden bekeken en gezien het feit dat 1996 een overschot te zien geeft, blijf ik bij mijn standpunt dat ik vind dat het teruggegeven moet worden. De heer Lokhorst: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft aangegeven dat de blijheid algemeen was. Dat was ook in de commissie het geval. M aar wij zullen in de toekomst nogal wat problemen gaan krijgen vermoedelijk. Vandaar dat wij kunnen instemmen en wij waren er als fractie bijzonder blij mee dat het bedrag in de algemene reserve wordt gestort. Ten aanzien van de motie van D66 stellen wij dat wij eerst de nota over de riolering af willen wachten om er dan een gesprek over te kunnen hebben om eventuele gelden die daarvoor noodzakelijk zijn af te zonderen. Derhalve zullen wij de motie niet steunen. De heer Bootsm a: Mijnheer de voorzitter. Met de behandeling van de rekening in de commissie is door verschillende fracties al aangegeven dat wij ons niet rijk moesten rekenen. Daarbij is ook de risico-paragraaf uitvoerig besproken. Ook het Fonds Onderhoud Riolering is daarbij betrokken. Het is niet alleen de zorg van de fractie van D66. Meerdere fracties hebben nadrukkelijk aangegeven dat daar sprake is van ernstige zorg. De PvdA-fractie geeft er de voorkeur aan eerst het plan te beoordelen dat in september gepresenteerd en besproken zal worden. Zonder enige twijfel zal daar ook een voorstel tot dekking bij zitten. Laten wij die zaken eerst rustig bekijken. De storting in de algemene reserve kunnen wij er ook weer uithalen, als wij dat willen. De fractie van D66 wil ik vragen om dit met ons af te wachten en de motie even aan te houden. Over de definitieve dekking kunnen wij altijd nog besluiten. Het is mij volstrekt onduidelijk waarom het nu zou moeten. De heer Spriensma: Mijnheer de voorzitter. Ik wil namens de CDA-fractie graag even reageren, met name ook op de voorliggende motie van D66. De zorg omtrent het onderhoud van de riolering is niet exclusief een zorg van D66. In de commissie maar ook in de raad hebben wij al vaker uitgesproken dat het een raadsbrede zorg is. Een reservering voor kosten die wij in de toekomst krijgen, is een goed beleid. In die opmerking ligt voor het CDA de argumentatie om akkoord te gaan met het collegevoorstel om de overschot in de algemene reserve te stoppen. Dan doen wij exact wat de heer Stroobach voorstelt, namelijk wij reserveren voor kosten in de toekomst. Wij krijgen in de herfst een nota waarin wij een totaalbeeld krijgen van wat ons boven het hoofd hangt met betrekking
1997
N1
tot de rioleringen. Dan nog kunnen wij kijken hoe wij dat oplossen. De CDA-fractie zal dus de motie van D66 niet ondersteunen. De heer Klomp: Mijnheer de voorzitter. De SP-fractie is ook van mening dat wij eerst de nota van B en W af moeten wachten. Daarom zal de SP-fractie deze motie niet ondersteunen. De heer Stroobach: M ijnheer de voorzitter. De heer Bootsma heeft een vraag gesteld aan ons adres of wij de m otie zouden kunnen aanhouden. Het is staand beleid om elk jaar te reserveren. Als wij dat nu niet doen, is dat in afwijking daarvan. Ik heb alleen gevraagd om het staand beleid te herstellen. Verder zie ik er niets in om de motie aan te houden. De heer Verlaan: Feitelijk is dat ook pingpong en dat veroordeelt u juist. Heel overwogen hebben wij er van afgezien om dit jaar f. 900.000,-- te reserveren. W ethouder Jonkman: M ijnheer de voorzitter. Om een misverstand uit de wereld te helpen: Het reserveren ten behoeve van het onderhoud van de riolering is geen staand beleid. Wij wilden dat met ingang van volgend jaar gaan invoeren. Het is dus eigenlijk nieuw beleid, vooruitlopend op het beheersplan dat in september in de commissie aan de orde komt en in oktober in de raad. Wij hebben in het verleden wel een aantal middelen gereserveerd en samengevoegd in een fonds, maar een echte reservering op basis van een beheersonderhoudsplan voor de riolering hebben wij tot nu toe niet gedaan. Dit is dus eigenlijk nieuw beleid. Ik heb het verslag van de commissievergadering gezien van 18 juni j.l. Dat verslag is nog niet vastgesteld in de commissie, maar daar staat wel in dat de heer Stroobach gezegd zou hebben dat wanneer uit de rioleringsnota zou blijken dat deze reservering niet nodig is, alsnog een storting in de algemene reserve kan plaatsvinden. M isschien snap ik het verkeerd, maar dat vind ik inderdaad een beetje pingpongbeleid. Ik denk dat het wijzer zou zijn om in september met elkaar inhoudelijk die discussie te voeren. De nuancering van de heer Verlaan van mijn opmerking is inderdaad juist. Als wij tekorten hebben, hoeft dat niet persé te betekenen dat wij belastingen verhogen, wij kunnen dan ook bezuinigen. Dat is waar. Wat betreft het afwijken van de begroting: De heer Verlaan zegt dat het blijkbaar geen ramp is als wij f. 1,8 miljoen tekort of te veel hebben. Ik denk dat wij op zich zo goed mogelijk moeten ramen met zo min mogelijk afwijkingen van hetgeen wij hebben geraamd. Persoonlijk vind ik een afwijking naar boven minder vervelend dan een afwijking naar beneden. Het beste is natuurlijk zo min mogelijk geld over te houden of tekort te hebben, want dan hoeven wij de burgers niet onnodig te belasten en zijn er ook geen overbodige reserves. Het college blijft met de heer Van der Sloot van mening verschillen over het teruggeven van middelen aan burgers vanwege het invoeren van betaald parkeren, omdat wij nu willen reserveren voor de toekomst. Wij hebben met elkaar heel bewust een beleid in het kader van betaald parkeren afgesproken. Het college blijft met de heer Van der Sloot van mening verschillen, net zoals met de SP over het al dan niet terugstorten in het WVGfonds. Het zal u duidelijk zijn dat het college de motie van de fractie van D66 afraadt. De heer Bootsm a: M ijnheer de voorzitter. Ik heb even de behoefte aan een stemverklaring. Ik had een verzoek gericht aan de D66-fractie om de motie aan te houden. Daar is de heer Stroobach niet op ingegaan. Dat is zijn goed recht. Wij vinden de motie voorbarig, overbodig op dit moment, en daaraan heeft onze fractie in ieder geval geen behoefte. De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Wij willen de zorg voor een goed rioleringsstelsel en ook de zorg voor de toekomstige uitgaven illustreren door al vast f. 900.000,-- te oormerken en daarom zijn wij vóór deze motie. Bij handopsteking stemmen de fracties van PvdA, VVD, CDA, GroenLinks en SP tegen de motie. De fracties van D66, NWP en GPV/RPF stemmen vóór de motie. De motie is verworpen met 18 stemmen tegen en 8 stemmen vóór. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
1997
N 1
8.Vaststelling verdeelbesluit woninggebonden subsidies 1997 (stuk nr. 42073) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9.Fusie van de openbare scholen voor speciaal onderwijs "Het Rak" en "De Windvang" (stuk nr. 42110) De heer M attie: M ijnheer de voorzitter. Wij stemmen in met dit voorstel en spreken onze waardering uit voor alle partijen die hebben m eegewerkt om dit toch vrij geruisloos tot stand te brengen. Wat ons betreft zou het een voorbeeld mogen zijn voor andere fusies in deze stad. W ethouder Van Bochove: M ijnheer de voorzitter. Met dank aanvaarden wij deze woorden. De stimulans die er van uit gaat, zullen wij proberen ons ter harte te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en w ethouders besloten.
10.Vorming van een scholengemeenschap voor openbaar speciaal onderwijs, bestaande uit de gefuseerde scholen "Het Rak" en "De Windvang" enerzijds en "Het Want" anderzijds (stuk nr. 42111) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Aanstelling algemeen directeur openbare scholengemeenschap voor speciaal onderwijs te Lelystad (stuk nr. 42098) De voorzitter: Wenst iemand een schriftelijke stemming? Dat is niet het geval. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12.Het verlenen van een gemeentegarantie en het in gebruik geven van een perceel grond aan de Mixed Hockey Club Lelystad (stuk nr. 42116) De heer M attie: M ijnheer de voorzitter. Wij zijn blij dat dit voorstel er ligt en wij ondersteunen het ook van harte. Ik denk dat de hockeyvereniging wat nare tijden achter de rug heeft. Het is natuurlijk wel zo dat wij als gemeente een grote verantwoordelijkheid hebben in de vorm van een gemeentegarantie van f. 275.000,--. Naar mijn idee legt het ook wat verplichtingen op. Wij moeten er natuurlijk alles aan doen om die garantie nooit te hoeven waarmaken. In dat kader heb ik geïnformeerd naar de bewaking op het sportcomplex. Ik heb begrepen dat de plannen eigenlijk al klaar liggen, maar dat men nog f. 100.000,-- tekort komt. Ik zou het college willen vragen nog eens te zoeken naar die f. 100.000,-- om die omheining zo snel mogelijk te realiseren, omdat ik denk dat het voor het voortbestaan van sportverenigingen in die hoek toch belangrijk is. En wij moeten onze eigen garantiestellingen beschermen en dat is ook belangrijk. De heer Herrebrugh: M ijnheer de voorzitter. Ik sluit me aan bij de heer Mattie. In het pre-advies staat namelijk o.a. dat het college van mening is dat de hockeyclub, gezien de ingediende bescheiden, de lasten wegens rente en aflossing zal kunnen dragen. Gezien de correspondentie die ik nu geregeld van de hockeyclub mag ontvangen, gezien ook de financiële problemen die de voortschrijdende criminaliteit en vandalisme op dat terrein met zich meebrengen, zal het wel eens kunnen zijn dat de financiële lasten om dit vandalisme te bestrijden en de zaak weer op goede orde te brengen, de rente- en aflossingscapaciteit van de club wel eens zouden kunnen verminderen. Dat is een reden te m eer om aan te dringen op een zo snel mogelijke oplossing van de problemen die op dat terrein daar op dit moment optreden.
1997
N 1
De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Ik deel de zorg die door de heren Mattie en Herrebrugh is uitgesproken. Ik wil me aansluiten bij hun woorden. De heer Hijmissen: Mijnheer de voorzitter. Dat geldt ook voor de CDA-fractie: Instemming met het voorliggende voorstel, maar wij vragen uw aandacht voor de zorg die er is. W ethouder van B ochove: Mijnheer de voorzitter. Wij delen de opmerkingen met betrekking tot de zorg. Dit leidt er toe dat u in de comm issievergadering van augustus een voorstel tegemoet kan zien met betrekking tot de omheining van Sportpark Langezand. Daar zal ook een dekkingsvoorstel bij zitten. Voor het overige heeft de burgemeester voor wat betreft de orde op het sportpark nu contact met de politie om te kijken wat er inzake de vernielingen die zijn aangericht nog kan gebeuren in de komende tijd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13.In voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor een aantal gebieden (stuk nr. 42103) De heer Kiviet: M ijnheer de voorzitter. In de commissievergadering heeft onze fractie met betrekking tot het eerste punt van het voorstel betreffende de uitbreidingsplannen van hotel M ercure een voorbehoud gemaakt. De aanvullende gegevens die u na deze commissievergadering via de leeskamer aan ons heeft verstrekt, zijn voor ons aanleiding om het voorbehoud alsnog in te trekken. Wij gaan dus akkoord met het hele voorstel. De heer Verlaan: M ijnheer de voorzitter. Ook de fractie van GroenLinks had bezwaren tegen het eerste onderdeel van dit pre-advies, de vergroting van hotel Mercure. Onze bezwaren hadden vooral betrekking op de mogelijke beperkingen in oplossingsrichtingen voor een eventueel op lange termijn te ontwikkelen langzaam verkeersysteem. Als de ruimte in dat gebied kleiner zou zijn geworden doordat de bebouwde oppervlakte van hotel Mercure groter zou worden, zou dat mogelijk problemen met zich mee kunnen brengen voor het langzaam verkeer in de vorm van fietsers en voetgangers. Toen had de tekening van hoe het er precies uit zal komen te zien, nog niet ter inzage gelegen. Inmiddels heeft de tekening ter inzage gelegen en daaruit valt te concluderen dat met name op dat gedeelte eigenlijk geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte plaatsvindt of heel erg klein en daarmee valt ons bezwaar feitelijk weg. Blijft wel, maar daar komt u in het pre-advies zelf ook op terug, dat het probleem van het langzaam verkeer dwars door het centrum de nodige aandacht moet gaan krijgen. De heer Van der Sloot: Mijnheer de voorzitter. Ook ik was tijdens de commissievergadering tegen dit voorstel, maar gezien de informatie uit de stukken kan ik nu met dit voorstel instemmen. W ethouder Binnerts: Mijnheer de voorzitter. De heer Van der Sloot heeft nu duidelijkheid gegeven. Ik heb een berichtje gekregen dat op 17 juni de commissievergadering heeft plaatsgevonden. Op 18 juni is heel vroeg in de ochtend het boek dat door de Cammingha Groep gemaakt is ter inzage gelegd. Op 25 juni nog heeft de heer Van der Sloot laten weten dat hij niet zou kunnen instemmen met het voorgestelde besluit. Dat is nu gewijzigd en daar ben ik erg gelukkig mee. Zo ook met het standpunt van D66 en GroenLinks. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14.Wijzigingen begroting 1997 (stuk nr. 42109) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De voorzitter sluit de vergadering om 20.50 uur.
1997
Vastgesteld op 11 september 1997. De raad van gemeente Lelystad, De voorzitter, De secretaris,
N 1
Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 3 juli 1997 in het Stadhuis van Lelystad. Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren sluit de voorzitter de bijeenkomst om 20.52 uur.