DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Watersportvereniging De Merwede te Gorinchem verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie november 2009 te laten beslechten. De hierna te noemen heer W.A. van Koningsbrugge, derde-belanghebbende, heeft schriftelijk toegezegd zich aan de uitspraak in deze zaak te zullen houden. De vordering van Bruining is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde
stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 7 juli 2010, welke is gehouden te Oosterwijk, Z-H. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde verenigingshaven en heeft hij de daarbij behorende opslag/ stallingsruimten in het bijzijn van partijen bezichtigd. Tevens heeft hij toen de in deze procedure bedoelde fiets bekeken. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Als informanten zijn gehoord de heren D.J. Boon (werkcommissaris), R. Elfring (havenmeester) en P. Drenth. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Bruining is lid van WSV De Merwede. In of omstreeks 2007 had Bruining een fiets gestald staan, ergens in een opslagruimte op het haventerrein van WSV De Merwede. Het ging om een door hem in 2006 voor (ongeveer) € 250,-- aangeschafte tweedehands fiets. Die fiets stond sindsdien in die opslagruimte. Bruining kon hem vanwege de grote hoeveelheid opgeslagen goederen op een gegeven moment niet meer vinden, waarna hij verder geen moeite meer heeft gedaan. 2. Het bestuur van WSV De Merwede zag zich geconfronteerd met een steeds grotere hoeveelheid fietsen, bootjes en allerhande andere voorwerpen, waarvan de eigenaar het bestuur onbekend was. Rond die tijd liet het bestuur daarom weten dat de stalling van her en der rondzwervende fietsen moest worden ‘aangepakt’. Besloten werd tot het maken van een
3.
4.
5.
6.
7.
fietsenhok, bestemd voor de stalling van fietsen, die dan wel voorzien moesten worden van een ‘aan de bar verkrijgbare’ nummersticker, zodat de eigenaar te allen tijde achterhaald kon worden. In het verenigingsblad van eind 2007 werd aan de leden medegedeeld dat fietsen, waarop uiterlijk 1 januari 2008 geen nummer was aangebracht, ‘vanaf die datum zouden worden afgevoerd naar de gemeentelijke reiniging.’ Bruining heeft dat gelezen, heeft geen nummersticker afgehaald en heeft ook overigens bewust niets ondernomen om zijn fiets veilig te stellen. In januari 2008 is WSV De Merwede begonnen met het inventariseren van fietsen, die niet meer werden opgehaald en waarvan de eigenaar noch door middel van een nummersticker noch anderszins bij de havenmeester bekend was. Het bleek om 4 tot 5 fietsen te gaan waaronder de fiets van Bruining. Diverse malen is de leden er daarna nog eens op gewezen, dat zij hun fietsen nog konden afhalen. Tenslotte zijn de betreffende fietsen gratis aangeboden aan een handelaar in oud ijzer, die wel vaker oud ijzer bij WSV De Merwede komt ophalen. Voordat de handelaar in oud ijzer de fiets van Bruining kon meenemen, is deze echter door de havenmeester cadeau gedaan aan de heer van Koningsbrugge, die daarvoor in de plaats zijn eigen oude fiets aan de handelaar meegaf. Van Koningsbrugge heeft de fiets vervolgens voorzien van een nieuw zadel, nieuwe banden en een nieuw slot. Daarmee was een bedrag van rond de € 65,-- gemoeid.
De vordering van Bruining. Bruining vordert kort gezegd dat hij zijn fiets terugkrijgt. Standpunten van partijen. Het standpunt van Bruining komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. WSV De Merwede had niet het recht om zijn fiets aan van Koningsbrugge
cadeau te doen. Bruining had en heeft geen bezwaar tegen het meegeven van die fiets aan de gemeente, of aan een handelaar in oud ijzer. Daarom heeft hij nooit moeite gedaan om zijn fiets te behouden. Bruining ergert zich echter aan het eigengereide optreden van het bestuur, dat zomaar buiten hem om besloot die fiets cadeau te doen aan een ander lid. Daartoe heeft Bruining nooit toestemming gegeven. Dat mocht het bestuur toch niet zomaar doen! Daarom wil Bruining zijn fiets terug. Hij wil van Koningsbrugge overigens niet tekort doen, maar dat staat vooralsnog buiten de zaak, die voor hem van principiële aard is. Het standpunt van WSV De Merwede komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. WSV De Merwede vraagt aandacht voor de problematiek van de zich steeds verder opstapelende hoeveelheid fietsen, bootjes en andere goederen, waarvan de eigenaar onbekend is, althans niet meer te achterhalen. De vereniging kan toch niet tot in lengte van jaren met die spullen opgescheept blijven! WSV De Merwede meent dat zij gerechtigd was en is deze goederen na behoorlijke, voorafgaande aankondiging, af te laten voeren. Nu Bruining daartegen op zichzelf geen enkel bezwaar blijkt te hebben, ziet WSV De Merwede niet in waarom van Koningsbrugge die fiets niet mocht meenemen! Dat is toch beter dan dat die fiets wordt vernietigd! WSV De Merwede meent in deze in elk geval geheel te goeder trouw te hebben gehandeld. Bruining kan zijn fiets echter alsnog terugkrijgen, wanneer hij tenminste aan van Koningsbrugge een bedrag groot € 65,-- vergoedt, wegens door laatstgenoemde gemaakte onkosten. Beoordeling van het geschil. Op zichzelf is het bestuur van WSV De Merwede wel degelijk bevoegd om iets te ondernemen tegen op het verenigingsterrein aangetroffen goederen, waarvan de eigenaar onbekend is, of niet op eenvoudige manier valt te achterhalen. Het laten afvoeren van oude fietsen, waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat de rechthebbende daarop geen prijs meer stelt, valt daar zeker onder.
Naar het oordeel van de rijdende rechter mocht het bestuur van WSV De Merwede, dat ruim op tijd kennis had gegeven van haar voornemen om door onbekende eigenaren achtergelaten fietsen te laten afvoeren, uit het stilzitten van de rechthebbenden in redelijkheid afleiden, dat deze kennelijk geen prijs meer stelden op het behoud daarvan en akkoord gingen met het afvoeren daarvan. Dat gold ook voor de fiets van Bruining. Dat het bestuur het in het geval van Bruining bij het rechte eind had blijkt wel uit zijn erkentenis, dat hij wist dat het bestuur voornemens was om in de opslagruimte op het haventerrein achtergelaten fietsen af te voeren en dat hij daar geen enkel probleem mee had, ook niet waar het zijn eigen fiets betrof. Naar eigen zeggen heeft hij daarom bewust niets ondernomen om zijn fiets, waar die zich ook bevond, veilig te stellen. Gelet op het bepaalde in de artikelen 5.18 en 3.117 van het Burgerlijk Wetboek verloor Bruining door dit alles, juridisch gezien, het bezit en dus ook de eigendom van die fiets. Die fiets behoorde daarna aan niemand toe, totdat van Koningsbrugge deze in bezit nam. Volgens artikel 5.4 van het Burgerlijk Wetboek verwierf van Koningsbrugge daarmee de rechtmatige eigendom van die fiets. Daaraan kan niet afdoen dat Bruining dit rechtsgevolg niet heeft gewild. Wat hij wilde deed niet meer ter zake, nadat hij het bezit van zijn fiets voor afvoer had prijsgegeven. Het voorgaande betekent, dat de vordering van Bruining moet worden afgewezen. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. BESLISSING De vordering van Bruining wordt afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 25 augustus 2010.
Bindend Adviseur
Secretaris
Mr F.M Visser
Mr C.M. Sharif