DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S18-20 Datum uitspraak: 20 oktober 2011 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies In het geschil tussen: W. de Vries te Grootebroek verder te noemen: De Vries, tegen: Gemeente Stede Broec te Bovenkarspel verder te noemen Stede Broec vertegenwoordigd door wethouder P.B. Zwaan, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie november 2009 te laten beslechten. De vordering van De Vries is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 12 oktober 2011, welke is gehouden te Bovenkarspel.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde achtertuin en groenstrook en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. De Vries is samen met haar echtgenoot eigenaar van het woonhuis met voor- en achtertuin staande en gelegen te Grootebroek aan de Sluisdeur 5. De achtertuin van De Vries grenst aan een langs de openbare weg, de Sluiswachter, gelegen gemeentelijke groenstrook. 2. In genoemde groenstrook heeft Stede Broec struiken geplant. Deze hebben een wisselende hoogte. Ter hoogte van de achtertuin van De Vries zijn deze struiken ongeveer 2.20 meter hoog. Verder zijn struiken aangetroffen die ongeveer 1.50 meter hoog waren en tenslotte zijn nog lage rozenstruiken en bodembedekkende planten aangetroffen. In de struiken woekeren enige wilde klimplanten van het geslacht winde (ipomoea). 3. Buren van De Vries hebben een hoge schutting geplaatst op de grens met de groenstrook, waardoor deze (grotendeels) aan hun oog wordt onttrokken. De Vries heeft echter een lage schutting geplaatst van ongeveer 1 meter hoog, waarin een poortje van ongeveer 1.40 meter breed. De struiken in de groenstrook steken boven dat hek en poortje uit en benemen De Vries het vrije uitzicht naar de Sluiswachter. De Vries en haar buren hebben zelf een kleine ruimte vrijgehouden tussen het gemeentelijk groen en hun respectieve hekken. 4. Binnen de gemeente Stede Broec geldt volgens de APV een van artikel 5.42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek afwijkende minimum afstand voor heesters en heggen, voor zover deze op de openbare weg zijn geplant. Voor heesters en heggen is deze afstand teruggebracht tot nihil.
5. Stede Broec heeft geweigerd om de in de bedoelde groenstrook groeiende struiken ter hoogte van de achtertuin van De Vries rigoureus in hoogte terug te snoeien. De vordering van De Vries. De Vries vordert kort gezegd, dat Stede Broec wordt verplicht om de beplanting in de groenstrook achter haar huis in hoogte terug te snoeien en een naar haar achtertuin doorwoekerende klimplant uit die groenstrook te verwijderen. Verder wil zij dat Stede Broec een stukje groenstrook ter breedte van haar poortje vrijhoudt als vluchtroute. Tenslotte wil zij dat Stede Broec zich aan haar onderhoudsplan houdt. Standpunten van partijen. Het standpunt van De Vries komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. De Vries hecht bijzonder aan een vrij uitzicht vanuit haar achtertuin. Door de hoog opgeschoten struiken in de groenstrook voelt zij zich opgesloten en kan zij geen praatje maken met voorbijgangers. Verder staan deze struiken in de weg aan sociale controle (inbraak!). Tenslotte maakt De Vries zich zorgen over de mogelijkheden om te ontsnappen bij brand, omdat het gemeentegroen ter hoogte van haar poortje ondoordringbaar is. Het standpunt van Stede Broec komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. De betreffende groenstrook heeft een openbare functie en is beeldbepalend. De strook is naar het oordeel van Stede Broec goed onderhouden en ziet er goed uit. Daarom is er geen enkele grond om deze rigoureus terug te snoeien, zoals door De Vries gewenst. Het is nieuw voor Stede Broec dat De Vries achter nu ook een vrije uitgang wil hebben door het groen, maar ook hier geldt dat het private belang van De Vries moet wijken voor het publieke belang, dat zich niet goed verdraagt met het open houden van een stuk groen ter hoogte van het poortje van De Vries.
Beoordeling van het geschil. Terugsnoeien van de struiken? Voorop gesteld moet worden dat de in de gemeentelijke groenstrook aanwezige struiken niet te dicht op de grens met de achtertuin van De Vries zijn geplant. Binnen de gemeente Stede Broec is rechtsgeldig is afgeweken van de daarvoor volgens artikel 5.42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek normaal geldende wettelijke minimumafstand. Beoordeeld moet daarom slechts worden, of de weigering van Stede Broec om tegemoet te komen aan de eis van De Vries, om de struiken achter haar achtertuin rigoureus terug te snoeien, overigens de rechterlijke toets kan doorstaan. Daarover wordt als volgt geoordeeld. Het door De Vries aangevoerde veiligheidsbelang blijkt niet te bestaan. Zoals de rijdende rechter zelf heeft kunnen constateren, kan De Vries in geval van nood immers (met enige moeite) wel degelijk via de gemeentelijke groenstrook de openbare weg bereiken. Overigens kan dat veel gemakkelijker via de door de aanwonenden vrijgehouden ruimte tussen het gemeentelijke groen en hun schuttingen. Dat De Vries graag wil praten met voorbijgangers neemt de rijdende rechter voor kennisgeving aan, maar dat belang is weinig zwaarwegend te achten. Het door De Vries nagestreefde belang bij het hebben van voldoende uitzicht is van meer gewicht, vooral omdat wel duidelijk is geworden dat De Vries vanwege haar bijzondere, psychische gesteldheid moeilijk kan leven in een afgesloten tuin. Daarbij moet echter onmiddellijk worden aangetekend, dat De Vries juridisch gezien in zijn algemeenheid geen recht heeft op vrij uitzicht. Het aangevoerde belang van voldoende sociale controle is eveneens serieus te nemen, zij het dat De Vries kennelijk de enige is in dat blok huizen die daar prijs op stelt. Het door Stede Broec nagestreefde belang bij het behoud en onderhoud van een als beeldbepalend beschouwde groenstrook is een zwaarwegend publiek belang,
dat Stede Broec zich als gemeente heeft aan te trekken. Het door Stede Broec uit te voeren, naar zijn aard uniforme beleid op dit punt, verdraagt zich niet of nauwelijks met het op individuele basis gehoor geven aan de individuele wensen van de toevallige aanwonenden. Daarvoor bestaat alleen dan aanleiding, als de in het geding zijnde particuliere belangen van dusdanige aard en ernst zijn, dat Stede Broec daar in redelijkheid niet doof voor mag blijven. Alles tegen elkaar afwegend oordeelt de rijdende rechter dat de beslissing van Stede Broec, om voorrang te geven aan het door haar nagestreefde publieke belang boven de hiervoor weergegeven private belangen van De Vries, niet onredelijk is. Zij hoeft de struiken ter plaatse dus niet rigoureus terug te snoeien. Vrijhouden van een toegang tot het poortje. In het verlengde van wat hiervoor is beslist, is Stede Broec evenmin verplicht om een doorgang in de gemeentelijke groenstrook vrij te houden vanaf het poortje van De Vries tot aan de openbare weg. Daaraan kan nog worden toegevoegd, dat Stede Broec helemaal niet verplicht is om De Vries daar een vrij achterom te gunnen. In noodgevallen kan De Vries haar huis (ook) via de achterkant ontvluchten, hetgeen voldoende is. Onderhoud. De gemeentelijke groenstrook, zoals deze door de rijdende rechter is aangetroffen, ziet er goed onderhouden uit. Dat daarin al (weer) enige windeplanten woekeren is helaas niet te voorkomen. Van Stede Broec kan en mag niet méér worden verwacht dan dat zij geregeld het nodige onderhoud uitvoert, waarbij tevens de dan aangetroffen winde kan worden verwijderd. Mocht een dergelijke winde in de tussentijd de tuin van De Vries ingroeien, dan kan en mag zij deze zelf afknippen. Dat moet voldoende zijn. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. BESLISSING De vordering van De Vries wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 20 oktober 2011. Bindend Adviseur
Secretaris
Mr F.M. Visser
mr C.M. Sharif