CORRECTIONELE RECHTBANK VAN VEURNE 12 NOVEMBER 2002 De Rechtbank van Eerste Aanleg, zitting houdende te Veurne, provincie West-Vlaanderen, achtste kamer, rechtsprekende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis verleend: Inzake: Openbaar Ministerie, Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, Abdelhakam E, Tegen:
Eric D (° ‘60), Jürgen G (° ‘83), Vanessa R (° ‘80), Jurgen P (° ‘80), Nicolas D (° ‘83)
Beklaagd van: Te Diksmuide op 26 augustus 2001, DE EERSTE, DE TWEEDE, DE DERDE, DE VIERDE EN DE VIJFDE' A.
Bij inbreuk op de artikelen 392, 398, 399 § 1 en § 2 van het Strafwetboek met voorbedachten rade opzettelijk slagen of verwondingen die een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden, te hebben toegebracht aan Abdelhakam E.
DE DERDE B.
Bij inbreuk op de artikelen 461, 463 en 465 van het Strafwetbock hier onderbepaalde goederen welke haar niet toebehoorden, bedrieglijk weggenomen te hebben ten nadele van Abdelhakam E: 1.400 US dollar, 62.000 BEF, GSM Panasonic, vliegtuigticket Egypte, zwartlederen brieventas. met inhoud o.a. Italiaans rijbewijs.
DE VIJFDE C.
Bij inbreuk op artikel 505 van het Strafwetboek weggenomen, verduisterde of met behulp van een misdaad of van een wanbedrijf verkregen zaken of een gedeelte ervan, geheeld te hebben in casu een niet nader bepaalde hoeveelheid US dollars en BEF ten nadele van Abdelhakam E.
Te 8600 Diksmuide in de nacht van 25.08.01 op 26.08.01 DE TWEEDE EN DE DERDE D.
Bij inbreuk op de artikelen 1, 2e lid 1°, 5 bis en 6 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, aangezet te hebben tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon wegens zijn ras, zijn huidskleur, zijn afkomst of zijn nationale of etnische afstamming.
E.
Bij inbreuk op do artikelen 1, 2e lid 4°, 5 bis en 6 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, publiciteit gegeven te hebben aan zijn voornemen tot discriminatie, haat, geweld of segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afstamming, de afkomst of de nationaliteit van deze leden of sommigen onder hen.
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
1
DE EERSTE, DE TWEEDE, DE DERDE, DE VIERDE EN DE VIJFDE F.
Bij inbreuk op de artikelen 1, 2e lid 3°, 5 bis en 6 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, in de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, publiciteit gegeven te hebben aan zijn voornemen tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon wegens zijn ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit. *******
Gezien de stukken van de rechtspleging. Gezien het bevelschrift van de Raadkamer van 9 mei 2002, dat de beklaagden voor deze rechtbank verzendt. Gezien het bevelschrift van heden van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Veurne waarbij aan de Heer Luc Raes de opdracht gegeven wordt om de Heer Jean-Marie Verschelden te vervangen bij de uitspraak van dit vonnis. Gehoord (…) in hun besluiten namens de burgerlijke partijen. Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn eis. Gehoord de beklaagden in hun verdedigingsmiddelen, Overwegende dat de feiten zoals omschreven in de dagvaarding sub litt. A en F in hoofde van alle gedaagden, litt. B in hoofde van de derde gedaagde, litt. C in hoofde van de vijfde gedaagde, litt. D en E in hoofde van de tweede en de derde gedaagde van rechte genoegzaam bewezen zijn gebleken ter terechtzitting waarop deze werden behandeld. De strafrechterlijke inbreuken blijken uit alle objectieve elementen van het strafdossier, uit de nuttige vaststellingen ter zake, uit de verklaring van het slachtoffer en uit de verklaringen van de getuigen, die op zichzelf door de rechtbank als betrouwbaar en aanvaardbaar, objectief en gemotiveerd voorkomen. Meer in het bijzonder; de gedaagden hebben het slachtoffer, omwille van zijn nationaliteit op een laffe en brutale wijze aangepakt. Daarbij werd het slachtoffer bestolen en werd een deel van de buit geheeld. Tussen de onderscheiden tenlasteleggingen in de dagvaarding f vervat is er lastens de onderscheiden gedaagden eenheid van opzet te weerhouden, zodat er krachtens artikel 65 Strafwetboek slechts één straf dient opgelegd te worden, namelijk deze voorzien voor de inbreuk sub litt. A voor de eerste, tweede, derde en de vierde gedaagden en C voor de vijfde gedaagde. Wat betreft de straftoemeting: Gedaagde Eric D is niet aan zijn proefstuk. Hij werd reeds vele malen correctioneel veroordeeld. Hij komt evenwel nog in aanmerking voor uitstel van de op te leggen straf. Het opleggen van een straf met volledig uitstel is voor Eric D in het verleden reeds onvoldoende gebleken om hem te hoeden voor herval in criminele gedragingen, zodat de op te leggen straf in elk geval voor een deel effectief dient te zijn;
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
2
Gedaagden Jurgen G en Jurgen P werden voorheen nog nooit correctioneel veroordeeld. Gedaagden Vanessa R en Nicolas D werden nog nooit veroordeeld en hebben een blanco strafregister. Jürgen G was op het ogenblik van de feiten pas meerderjarig. Zijn aandeel in de feiten was wel ernstig. De op te leggen gevangenisstraf wordt omwille van deze overwegingen voor de helft met uitstel uitgesproken. Vanessa R heeft een blanco strafregister, doch zij speelde een belangrijke rol en deinsde er niet voor terug het slachtoffer na de toegebrachte slagen nog te bestelen. Ook zij was nog zeer jong op het ogenblik van de feiten. Ook voor haar wordt de op te leggen gevangenisstraf voor de helft met uitstel uitgesproken. Jurgen P heeft een blanco strafregister en was eveneens zeer jong op het moment van de feiten. Hij is schuldbewust en blijkt de ernst van de door hem gepleegde feiten te hebben ingezien. Hij zou volledig gebroken hebben met racistische groeperingen. Aan Jurgen P kan wel volledig uitstel worden verleend van de op te leggen gevangenisstraf. Ook Nicolas D heeft een blanco strafregister en betuigde zijn spijt ter terechtzitting. Een straf met uitstel zoals bepaald in het beschikkend gedeelte van dit vonnis zal hopelijk voldoende zijn om hem er in de toekomst van te weerhouden gelijkaardige feiten te plegen. Enerzijds verkeren alle gedaagden in de wettelijke voorwaarden om een straf met uitstel te bekomen. Anderzijds dringt zich toch een strenge bestraffing op om gedaagden te doen beseffen dat de gepleegde feiten zeer ernstig zijn, om hen ervoor te hoeden in de toekomst te hervallen in gelijkaardige criminaliteit en teneinde de maatschappij te beschermen tegen hun gevaarlijke racistisch criminele ingesteldheid. Overwegende dat, alhoewel behoorlijk gedagvaard, de beklaagde, Jurgen G, niet verschijnt. Gezien de artikelen: (…). om deze redenen, DE RECHTBANK, rechtdoende op tegenspraak ten aanzien van Eric D, Vanessa R, Jurgen P en Nicolas D, en bij verstek ten aanzien van Jurgen G; Veroordeelt de beklaagde Eric D wegens de samengevoegde tenlasteleggingen sub litt. A en F, tot: •
een gevangenisstraf van EEN JAAR
•
een geldboete van TWEEHONDERD gedeeld door 40,3399 maar verhoogd met 1990 opdecimen en aldus gebracht op NEGENHONDERD EENENNEGENTIG EURO en ZEVENVIJFTIG CENT of een vervangende gevangenisstraf van TWEE MAANDEN.
Veroordeelt de beklaagde Jurgen G wegens de samengevoegde tenlasteleggingen sub litt. A, D, E en F, tot: •
een gevangenisstraf van EEN JAAR
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
3
•
een geldboete van TWEEHONDERD gedeeld door 40,3399 maar verhoogd met 1990 opdecimen en aldus gebracht op NEGENHONDERD EENENNEGENTIG EURO en ZEVENENVIJFTIG CENT of een vervangende gevangenisstraf van TWEE MAANDEN.
Veroordeelt de beklaagde Vanessa R, wegens de samengevoegde tenlasteleggingen sub litt. A, B, D, E en F, tot: •
een gevangenisstraf van EEN JAAR
•
een geldboete van TWEEEONDERD gedeeld door 40,3399 maar verhoogd met 1990 opdecimen en aldus gebracht op NEGENHONDERD EENENNEGENTIG EURO en ZEVENENVIJFTIG CENT of een vervangende gevangenisstraf van TWEE MAANDEN
Veroordeelt de beklaagde Jurgen P wegens de samengevoegde tenlasteleggingen sub litt. A en F, tot; •
een gevangenisstraf van EEN JAAR
•
een geldboete van TWEEHONDERD gedeeld door 40,3399 maar verhoogd met 1.990 opdecimen, en aldus gebracht op NEGENHONDERD EENENNEGENTIG EURO en ZEVENENVIJFTIG CENT of een vervangende gevangenisstraf van TWEE MAANDEN.
Veroordeelt de beklaagde Nicolas D, wegens de samengevoegde tenlasteleggingen sub litt. A, C en F, tot: •
een gevangenisstraf van EEN JAAR
•
een geldboete van TWEEHONDERD gedeeld door 40,339b maar verhoogd met 1990 opdecimen en aldus gebracht op NEGENHONDERD EENENNEGENTIG EURO en ZEVENENVIJFTIG CENT of een vervangende gevangenisstraf van TWEE MAANDEN.
Veroordeelt de beklaagden Eric D, Jürgen G, Vanessa R, Jurgen P en Nicolas P solidair tot de kosten, berekend en vastgesteld samen op driehonderd zevenenvijftig euro en veertien cent, meer een vergoeding van elk vijfentwintig euro. En, gezien de veroordeelden Eric D, Jürgen G en Vanessa R vroeger nooit werden verwezen tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van méér dan twaalf maanden en dat de uitspraak van het tegenwoordig vonnis laat hopen dat het een voldoende reden zal zijn om deze tot beternis te brengen; Gelet op art. 1 en 8 van de wet van 29 juni 1964. Beveelt het gewoon uitstel van de uitvoering van dit vonnis vanaf heden voor een termijn van VIJF JAAR, doch enkel voor zes maanden van de ten aanzien van hen uitgesproken hoofdgevangenisstraf van een jaar. En, gezien de veroordeelde Jurgen P vroeger nooit werd verwezen tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van méér dan twaalf maanden en dat de uitspraak van het tegenwoordig vonnis laat hopen dat het een voldoende reden zal zijn om deze tot beternis te brengen; Gelet op art. 1 en 8 van de wet van 29 juni 1964. Beveelt het gewoon uitstel van de uitvoering van dit vonnis vanaf heden voor een termijn van VIJF JAAR, doch enkel voor de ten aanzien van hem uitgesproken hoofdgevangenisstraf van een jaar.behoudens het gedeelte dat de reeds uitgezeten voorhechtenis overtreft. En, gezien de veroordeelde Nicolas D vroeger nooit werd verwezen tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van méér dan twaalf maanden en dat de uitspraak van het tegenwoordig vonnis laat hopen dat het een voldoende reden zal zijn om deze tot beternis te brengen. Gelet op art. 1 en 8 van de wet van 29 juni 1964. Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
4
Beveelt het gewoon uitstel van de uitvoering van dit vonnis vanaf heden voor een termijn van VIJF JAAR, doch enkel voor de ten aanzien van hem uitgesproken hoofdgevangenisstraf van. een jaar behoudens het gedeelte dat de reeds uitgezeten voorhechtenis overtreft. En gezien de hoger vermelde veroordeling. Zegt voor recht dat de veroordeelden verplicht zijn tot het betalen van een bedrag van elk één keer tien euro bij wijze van financiering van het Fonds ingesteld bij artikel 28 van de wet van 1 augustus 1985, bedragen vermeerderd met veertig deciemen, zij een bedrag van elk één keer vijftig euro. Beveelt de teruggave van de overtuigingsstukken neergelegd en ingeschreven ter griffie alhier onder de nummers (…) aan hun respectievelijke eigenaars. Stelt de zaak voor uitspraak op burgerlijk gebied op 19 november 2002.
OPENBARE TERECHTZITTING VAN 19 NOVENBER 2002 AFHANDELING DER BURGERLIJKE BELANGEN (…) Gezien de stukken van de rechtspleging. Gezien het bevelschrift van de Raadkamer van 9 mei 2002, dat de beklaagden voor deze rechtbank verzendt. Gezien het vonnis van deze Rechtbank en kamer van 12 november 2002 waarbij uitspraak gedaan werd op strafgebied. Gezien het bevelschrift van heden van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Veurne waarbij aan de Heer Luc Raes de opdracht gegeven wordt om de Heer Jean-Marie Verschelden te vervangen bij de uitspraak van dit vonnis. Gehoord (…) in hun besluiten namens de burgerlijke partijen. Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn eis. Gehoord de beklaagden in hun verdedigingsmiddelen; De eisen van de burgerlijke partij Abdelhakam E De burgerlijke partij vraagt benevens enkele provisies, om de aanstelling van een expert, belast met de gebruikelijk opdracht. Daarenboven wordt de gevorderde schadevergoeding uitgesplitst volgens deze ontstaan uit de slagen en deze ontstaan uit de diefstal en de heling en deze ontstaan uit daden van racisme. Gelet op het gegeven dat de rechtbank eenheid van opzet heeft aanvaard tussen de daden van vreemdelingenhaat (tenlasteleggingen sub litt. D E en F) en de toegebrachte slagen (tenlastellegging sub litt. A) dienen de daaruit voortvloeiende verhalen van de burgerlijke partij samen te worden behandeld.
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
5
Alle eisen zijn derhalve niet definitief begrootbaar en er kan dan ook heden slechts een provisionele vergoeding worden toegekend zoals hierna begroot. De eisen van de burgerlijke partij: het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding: Het centrum vordert de solidaire veroordeling van alle beklaagden en vraagt 2500 euro op alle schade meer intresten en kosten van aanstelling. Het centrum heeft geen andere `morele' schade geleden dan diegene die het slachtoffer, dat in eerste orde dient vergoed te worden daaromtrent, heeft ondergaan. Het slachtoffer heeft ook het Centrum niet gesubrogeerd in zijn rechten. Het centrum bestaat precies om racisme te bestrijden, hetgeen precies beantwoordt aan haar maatschappelijk doel. Het centrum is geen dienstverlenend bedrijf en is in die mate niet te vergelijken met andere openbare diensten die andere openbare taken hebben. Er kan dus geen analogie worden toegepast met bijvoorbeeld een elektriciteitsbedrijf dat geconfronteerd wordt met het gegeven dat een autobestuurder een elektriciteitspaal heeft omvergereden. Door de gepleegde feiten is de werking van het centrum niet stilgelegd of benadeeld, integendeel het is precies de taak van het centrum te waken, weze het in casu met verloop van tijd, over racisme. De werkingskosten van het centrum zijn gesubsidieerd. Niemand verplichte het centrum om zich aan te stellen voor het gerecht en bovendien heeft de benadeelde zijn rechten voor deze rechtbank kunnen doen gelden. Het centrum is geen syndicaat van door racisme benadeelden, en ook geen verzekeringsorganisme van door racisme benadeelden. Eigenlijk beschikt het centrum over geen enkele vordering uit benadeling of schade door de gepleegde feiten. Gezien de artikelen (…) Om deze redenen, DE RECHTBANK, rechtdoende op tegenspraak ten aanzien van Eric D, Vanessa R, Jurgen P en Nicolas D, en bij verstek ten aanzien van Jürgen G; Ontvangt de eisen van de burgerlijke partij Abdelhakam E en verklaart deze gegrond in de volgende mate: Veroordeelt de vijf gedaagden Eric D, Jürgen G, Vanessa R, Jurgen P en Nicolas D in solidum, de ene bij gebreken aan de andere, om aan de burgerlijke partij Abdelhakam E 1000 euro te betalen als provisie uit hoofde van de gepleegde feiten sub litt. A, D, E en F meer de vergoedende rente ad 5% vanaf de feiten tot aan de algehele betaling en tot de kosten van aanstelling, vooralsnog niet begroot. Stelt aan als deskundige met als opdracht over te gaan tot het geneeskundig deskundig onderzoek van Abdelhakam E voornoemd, ten einde:
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
6
de verwondingen in het misdrijf opgelopen, te beschrijven en te bepalen, de duur van de volledige werkonbekwaamheid, de duur en de graad van de gedeeltelijke tijdelijke werkonbekwaamheid, de graad van de eventuele blijvende werkonbekwaamheid, de graad van de eventuele esthetische schade volgens de gebruikelijke schaal, alsook alle eventuele andere gevolgen van het misdrijf; en van zijn bewerkingen en bevindingen een met redenen omkleed verslag op te maken, welk verslag zal neergelegd worden ter griffie van deze rechtbank; Veroordeelt de gedaagden Vanessa R en Nicolas D in solidum, de ene bij gebreken aan de andere, om aan dezelfde burgerlijke partij Abdelhakam E 1.000 euro te betalen als provisie uit hoofde van de gepleegde feiten sub litt. B en C meer de vergoedende rente ad 5 % vanaf de feiten tot aan de algehele betaling en tot de kosten van aanstelling, vooralsnog niet -begroot. Ontvangt de eisen van de burgerlijke partij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en verklaart deze ongegrond. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en verschuift de zaak voor verdere behandeling op de terechtzitting van 1 april 2003
Correctionele rechtbank van Veurne, 12 november 2002
7