d e t c e n Con
0 1 0 2 n e k k u t s t r n a a a J b a r B t s e W C O R g n i t h c i St
Connected Jaarstukken 2010 Stichting ROC West-Brabant
Vastgesteld door de Raad van Bestuur d.d. 14 juni 2011 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht d.d. 21 juni 2011
Jaarstukken 2010, bestaande uit: Jaarverslag................................................................................................................................................................................... 1 Jaarrekening...........................................................................................................................................................................61 Bijlagen...................................................................................................................................................................................... 121
Bijlagen bij de Jaarstukken, zie bijgevoegde CD-rom: VO/VMBO • VMBO entiteit • Graaf Engelbrecht • Stedelijk Gymnasium Breda MBO • Cingel College • Florijn College • Kellebeek College > Kellebeek Nova Via – Regio Bergen op Zoom/Roosendaal > Kellebeek Nova Via – Regio Breda > Kellebeek College – AKA > Kellebeek College – Bureau Leerlingenzorg • Markiezaat College • Prinsentuin College • Radius College • Vitalis College • Zoomvliet College Bestuurscentrum • Servicecentrum Studie en Beroep • Dienst Financiële Zaken • Dienst Audit en Control • Dienst Huisvesting en Facilitair • Dienst Strategie, Marketing en Communicatie • Innovatienetwerk Overige organisaties • IT-Workz BV • P3transfer BV • World Class Aviation Academy • Stichting Maintenance Education Consortium Overige verslagen • Centrale Medezeggenschapsraad • Sociaal Jaarverslag Voortgezet Onderwijs • Sociaal Jaarverslag beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Onderszoeksrapportages • Studentenonderzoek (JOB) 2010 • Bedrijvenonderzoek 2009 • Personeelsonderzoek 2008
Leeswijzer Dit document is primair geschreven om vertikaal verantwoording af te leggen. Daarnaast wordt informatie gegeven over het reilen en zeilen van ROC West-Brabant. In hoofdstuk 1 licht de Raad van Bestuur de haar belangrijkste topics toe, zoals de inhoud van ‘Onderwijs met Passie 2015’ en dienend leiderschap. In hoofdstuk 2 komen namens de Raad van Toezicht de belangrijkste topics aan de orde. Hoofdstuk 3 is gewijd aan de structuur van ROC West-Brabant. Onze prestaties bij verschillende gebieden worden in hoofdstuk 4 beschreven. Niet alleen de onderwijsprestaties maar ook onze inspanningen op het terrein van het voorkomen van voortijdig schoolverlaten worden hier toegelicht. Onze niet aflatende inzet ter verbetering van de kwaliteit en onze acties op het gebied van internationalisering worden hier benoemd. Hoofdstuk 5 is gewijd aan het onderwerp Personeel. Verschillende aspecten van ons personeelsbeleid worden benoemd. In hoofdstuk 6 is een beschrijving opgenomen van onze bedrijfsvoering en financiën. In het laatste hoofdstuk leggen wij conform de notitie ‘Helderheid’ verantwoording af. ROC West-Brabant heeft zeer zelfstandig opererende colleges en instituten. Voor de horizontale verantwoording heeft elk organisatieonderdeel ook zelf een jaarverslag geschreven. Deze jaarverslagen zijn opgenomen als bijlagen op de CD-rom.
Voetnoten *1) Paragraaf 1.4.4 Dit item is bewust met nul genummerd, omdat voldoen aan basiskwaliteit strikt genomen eigenlijk geen specifiek strategisch doel kan zijn. Het gaat hier echter om een ‘conditio sine qua non’ waarvan het niet vervullen elke vorm van het stellen van specifieke strategische doelen zinloos zou maken. Om die reden is het met een nulnummer als absolute prioriteit voorop geplaatst in de strategische agenda. *2) Paragraaf 1.4.4 2.b Te denken valt aan AD/HBO minors, cultuur, sport/livestyle, talen e.d. Ook een activiteit als ‘Toppers’/ Talentenfonds past in dit streven. *3) Paragraaf 4.4.1 Het VO deel van het Kellebeek College is de internationale schakelklas (ISK) *4) Bijlage 1 Per 1 januari 2011 is de naam van World Class Aviation Academy Holding BV veranderd in Aviation Training Group BV
Afkortingen AM&TS
Aircraft Maintenance & Training School
BBL
Beroepsbegeleidende Leerweg
BOL
Beroepsondersteunende Leerweg
CIOS
Centraal Instituut Opleiding Sportleiders
CMR
Centrale medezeggenschapsraad
ECVET
European Credit system for Vocational Education and Training
ELO
Elektronische leeromgeving
ELOS
Europese leeromgeving in de school
EMTC
Excellente maintenance training centra
EQARF
European Quality Assurance Reference Framework
EQF
European Qualification Framework
EVC
Eerder verworven competenties
HBO
Hoger Beroepsonderwijs
IO
International Office
JOB
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
OCW
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OKV
Onderzoek Kwaliteitsverbetering
OR
Ondernemingsraad
PDCA
Plan-do-check-act
PO
Primair Onderwijs
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
RSA
ROC Service en Advies
VMBO
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
VO
Voorgezet Onderwijs
VOA
Voorbereidende ondersteunende activiteiten
VSV
Wet educatie en beroepsonderwijs Voortijdig schoolverlaten
WCAA
World Class Aviation Academy
WEB
Wet educatie en beroepsonderwijs
ZAT
Zorgadviesteam
ZEK
Zelfevaluatiekader
d e t c e n Con 0 1 0 2 g a l Jaarvers
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...................................................................................................................................................................................... 1 Voorwoord............................................................................................................................................................................................... 4 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.8.4 1.8.5 1.9 1.9.1 1.9.2 1.10 1.11
Verslag Raad van Bestuur.................................................................................................................................................... 5 Inleiding..................................................................................................................................................................................... 5 Strategisch proces en positionering............................................................................................................................... 5 Besturingsfilosofie: kompas en radar.............................................................................................................................. 5 Onderwijs met Passie 2015: ‘Van ik naar wij’................................................................................................................ 6 Onze besturingsfilosofie...................................................................................................................................................... 6 Onze kernwaarden................................................................................................................................................................ 6 Onze grondhouding............................................................................................................................................................. 7 Onze strategische agenda.................................................................................................................................................. 7 Kwaliteit..................................................................................................................................................................................... 9 Rechtsbescherming.............................................................................................................................................................11 Risicomanagement..............................................................................................................................................................11 Leiderschap............................................................................................................................................................................12 Aanleiding..............................................................................................................................................................................12 Weblog 11-1-2010...............................................................................................................................................................13 Medewerkerpanel................................................................................................................................................................14 De commissie Bos................................................................................................................................................................15 Vervolgstappen.....................................................................................................................................................................16 Name & Fame en Name & Shame...................................................................................................................................16 Name & Fame.........................................................................................................................................................................16 Name & Shame......................................................................................................................................................................19 Kostenstructuur....................................................................................................................................................................20 Nevenfuncties Raad van Bestuur...................................................................................................................................21
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11
Verslag Raad van Toezicht.............................................................................................................................................22 Inleiding...................................................................................................................................................................................22 Governance Code BVE........................................................................................................................................................22 Zelfevaluatie...........................................................................................................................................................................22 Overleg met Raad van Bestuur en directies...............................................................................................................22 Beoordeling Raad van Bestuur........................................................................................................................................23 Strategische beleidsvoering.............................................................................................................................................23 Jaarrekening en managementrapportages...............................................................................................................23 Samenwerkingen en BV’s..................................................................................................................................................24 Themabijeenkomsten en werkbezoeken: onderwijs..............................................................................................24 Samenstelling Raad van Toezicht...................................................................................................................................24 Bezoldiging............................................................................................................................................................................24
3 Structuur................................................................................................................................................................................25 3.1 Organisatiestructuur...........................................................................................................................................................25 3.2 Programma ROC Service en Advies...............................................................................................................................25 3.3 Samenwerkingsverbanden..............................................................................................................................................25 4 Onderwijs..............................................................................................................................................................................26 4.1 Onderwijsprestaties............................................................................................................................................................26 4.1.1 VMBO........................................................................................................................................................................................26 4.1.2 MBO...........................................................................................................................................................................................26 4.2 Onderwijs................................................................................................................................................................................26 4.3 Ontwikkelingen als gevolg van interne kwaliteitszorg..........................................................................................29 4.3.1 VMBO........................................................................................................................................................................................30
Pagina 1
4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.7 4.8 4.8.1 4.8.2 4.8.3 4.8.4 4.9 4.9.1 4.9.2 4.10 4.10.1 4.10.2 4.10.3
MBO...........................................................................................................................................................................................30 Toegankelijkheid van de instelling................................................................................................................................30 Aantallen studenten verdeeld over de sectoren......................................................................................................31 Toegankelijkheid: bijzondere organisatieonderdelen............................................................................................32 Toegankelijkheid: bijzondere initiatieven...................................................................................................................32 Voortijdig Schoolverlaten.................................................................................................................................................32 Tevredenheidsonderzoeken............................................................................................................................................33 Quickscan PDCA 2009........................................................................................................................................................34 MBO Kaart 2009 korte meting.........................................................................................................................................34 JOB Monitor 2010................................................................................................................................................................35 Onderzoeken door de inspectie van het onderwijs................................................................................................36 Internationalisering.............................................................................................................................................................38 Beleid........................................................................................................................................................................................38 Structuur voor uitvoering.................................................................................................................................................38 Activiteiten.............................................................................................................................................................................38 Plannen....................................................................................................................................................................................39 Contractonderwijs...............................................................................................................................................................40 P3transfer................................................................................................................................................................................40 World Class Aviation Academy........................................................................................................................................40 Highlights................................................................................................................................................................................41 MBO...........................................................................................................................................................................................41 VO..............................................................................................................................................................................................42 BV’s/Diensten/Overige bijdragen...................................................................................................................................43
5 Personeel...............................................................................................................................................................................46 5.1 Algemeen................................................................................................................................................................................46 5.2 Personeelssterkte.................................................................................................................................................................46 5.3 Kwaliteit...................................................................................................................................................................................46 5.4 Professionalisering in het primair proces....................................................................................................................46 5.5 Vitaliteit en verzuim............................................................................................................................................................47 5.6 Interne Beroep- en bezwarencommissie....................................................................................................................47 5.7 Samenvatting CMR..............................................................................................................................................................48 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4 6.4.5 6.4.6 6.4.7 6.4.8 6.5
Bedrijfsvoering en Financiën.......................................................................................................................................49 Inleiding...................................................................................................................................................................................49 Huisvesting.............................................................................................................................................................................49 Management Control.........................................................................................................................................................50 Financiën.................................................................................................................................................................................51 Inleiding...................................................................................................................................................................................51 Financieel beleid..................................................................................................................................................................51 Ontwikkelingen boekjaar..................................................................................................................................................52 Financieel resultaat..............................................................................................................................................................52 Toestand op balansdatum................................................................................................................................................54 Verloop cashflow..................................................................................................................................................................55 Treasurybeleid.......................................................................................................................................................................55 Beleid met betrekking tot vrij besteedbaar vermogen..........................................................................................56 Benchmark middelbaar beroepsonderwijs................................................................................................................56
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Notitie Helderheid.............................................................................................................................................................58 Uitbesteding..........................................................................................................................................................................58 Investeren van publieke middelen in private activiteiten.....................................................................................58 Een eigen fonds voor les- en cursusgeld.....................................................................................................................58 Een overzicht van de deelnemers die relatief snel na 1 oktober de instelling verlaten.............................58 Inzicht in de geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs...................................................................58 Een overzicht van de deelnemers die tijdens het schooljaar van opleiding/leerweg/intensiteit veranderd zijn binnen de instelling...............................................................................................................................58 Pagina 2
7.7 7.8 7.9
Maatwerk aangeboden aan bedrijven of organisatie.............................................................................................58 Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s..................................................................................60 Samenwerkingsverbanden BVE-VO (Kellebeek).......................................................................................................60
Pagina 3
Voorwoord Met gepaste trots bieden wij hierbij de jaarstukken aan van ROC West-Brabant over het jaar 2010. Het is de verzameling van verantwoordingsdocumenten ten behoeve van horizontale en verticale verantwoording. Graag leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid, over de bereikte resultaten waar we trots op zijn en over de besteding van de geldstromen. Maar tegelijkertijd leggen wij ook verantwoording af over wat (nog) niet bereikt is, op beleidselementen waar wij niet trots op zijn en waar nog een (lange) weg te gaan is. ROC West-Brabant is een instelling in ontwikkeling met een grote dynamiek en met een uitermate breed spectrum van activiteiten. De titel van de jaarstukken is bewust gekozen. ROC West-Brabant voelt zich CONNECTED, interne verbondenheid met studenten en medewerkers tussen en door alle lagen van de organisatie en externe verbondenheid met regio en samenleving. Wij nodigen u uit om eens door die bril te lezen. Dat we ons vervolgens graag aanbevolen houden voor uw opmerkingen, suggesties en verbeterpunten spreekt voor zich.
Mr. N.C.M. Koch R.Ch. Franken voorzitter Raad van Toezicht voorzitter Raad van Bestuur
Pagina 4
1
Verslag Raad van Bestuur
1.1
Inleiding
Het jaar 2010 markeerde de eerste beleidsperiode 2005-2010. Een beleidsperiode welke voor een zeer belangrijk deel in het teken stond van de opbouw van een nieuwe organisatie op de fundamenten van de beide ROCrechtsvoorgangers in West-Brabant. Een bijzonder proces omdat de filosofie en de uitgangspunten van deze beide ROC’s in de regio sterk verschilden van elkaar. Het mag een compliment zijn voor alle medewerkers dat in een relatief korte periode de discussie en de gevoelens gebaseerd op bloedgroepenhistorie achter ons zijn gelaten. In onderstaand verslag doen wij verslag van de belangrijkste ontwikkelingen in 2010, waar nodig geplaatst binnen de kaders van de eerste beleidsperiode.
1.2
Strategisch proces en positionering
In 2010 is het strategische beleidsplan ‘Onderwijs met Passie 2015’ vastgesteld als deel 2 van het in 2007 vastgestelde ‘Onderwijs met Passie 2005-2010’ voor de eerste beleidsperiode. Beide documenten zijn gebaseerd op duurzame en tijdloze kernwaarden en op duurzame opvattingen over de fundamentele betekenis van onderwijs in het leven van (jonge) mensen. De gekozen terminologie in begrippen als kennis, houding en vaardigheden is om die reden geen toevallige. Het zijn de fundamentele kapstokken in onderwijs, vorming en ontwikkeling, uit te drukken in drie vragen: wat weet je, wat kun je en (vooral) wie ben je? Daarnaast vindt dit plan inspiratie in de maatschappelijke context, de grote vraagstukken van deze tijd en de maatschappelijke en regionale verantwoordelijkheid van een grote onderwijsinstelling, gebaseerd op een sterk geloof in verantwoordelijkheid van en voor mensen. Onderwijs in het algemeen en beroepsonderwijs in het bijzonder heeft ‘twee heren te dienen’: De (veelal) jonge mens op weg naar volwassenheid en de samenleving/ arbeidsmarkt. De opdracht van het onderwijs is om via optimale talentontwikkeling een optimale match mogelijk te maken met de noden en behoeften van de samenleving. In politiek/maatschappelijke zin mogen de ‘Lissabon-akkoorden’ worden genoemd, met accenten op ondermeer doorstroom, rendement, toegankelijkheid van onderwijs, kennisdeling en innovaties, gekoppeld aan een hoog aspiratieniveau. Belangrijke elementen zijn terug te vinden in deze beleidsnota, welke evenzeer uitgaat van de principiële uitspraak dat in deze samenleving ‘niemand mag en kan worden gemist’. Niet toevallig dat de ‘inclusive society’ een van de belangrijkste doelstellingen van Europees beleid is. Onze belangrijkste inspiratiebron is evenwel de (jonge) mens op weg naar een eigenstandige en verantwoordelijke positie in de samenleving. Talentontwikkeling en persoonlijke groei zijn daarbij onze drijfveren. Samen het beste in mensen ontdekken en dat aan de oppervlakte brengen, is de dagelijkse drive achter het werk van bijna 3000 gedreven professionals. Deze professionals vormen hart en ziel van Stichting ROC West-Brabant. Zij werken elke dag weer met volle overgave opdat geen talent verloren gaat: elk kind, elk jong mens is ergens goed in. ROC West-Brabant wil een instelling zijn met zowel een regionale als een mondiale scope. Wij willen een instelling zijn van en voor de regio, zowel voor de grote steden als voor de kleine dorpen. Ook voor het reguliere onderwijs komt evenwel al heel snel een mondiale scope aan de orde. Immers, in de pluriforme samenstelling van de deelnemers van de verschillende opleidingen is de gehele wereld vertegenwoordigd en daarnaast wordt een degelijke internationale oriëntatie van steeds groter belang. Zeer illustratief voor dit denken zijn de projecten in Ghana (Vitalis College e.a.), in Kenia (Kellebeek College) en in Tanzania (Prinsentuin College). De ramp op Haïti heeft medewerkers geïnspireerd om aldaar een school te adopteren en te ondersteunen bij de wederopbouw. Uit cijfers blijkt verder dat ROC West-Brabant een bovengemiddelde deelname laat zien aan internationale stages en internationale uitwisselingen. Globalisering en mondialisering zijn de centrale thema’s binnen het profiel van het Florijn College. ROC West-Brabant heeft een eigen ondersteuning in Brussel en heeft als beleidsvoornemen geformuleerd dat we op zo kort mogelijke termijn onze diploma’s willen doen aanhaken op het European Qualification Framework (EQF).
1.3
Besturingsfilosofie: kompas en radar
‘Onderwijs met Passie 2015’ is tot stand gekomen na discussie en debat over de in 2009 gepresenteerde ‘debatnota’ met vele honderden personen en organisaties, velen vanuit de verschillende geledingen van ROC West-Brabant maar nog meer vanuit de externe omgeving; vanuit het Openbaar Bestuur en overheden, het bedrijfsleven, vele Pagina 5
grote en kleine instellingen, brancheorganisaties op regionale en landelijke schaal. Aldus een bijdrage leverend aan dit document, dat beschouwd mag worden als de verzameling geloofsbrieven van ROC West-Brabant in deze tweede beleidsperiode. In 2010 is de implementatie van onze beleidsvoornemens op krachtige wijze voortgezet. ROC West-Brabant wil een onderwijsinstelling zijn met topprestaties op het terrein van onderwijs, met een sterke binding met en betekenis voor de regio, met sterke en geprofileerde scholen ingericht naar menselijke maat en met een heldere en herkenbare identiteit en onderscheiden onderwijsconcepten, passend bij profiel en identiteit. Scholen en colleges met een eigen ziel, een eigen kompas, een eigen cultuur en identiteit maar ook met een eigen imago en dus ook met een eigen uitstraling en een eigen huisstijl. Behalve ‘Onderwijs met Passie 2015’ zijn in het verslagjaar 2010 nog twee richtinggevende documenten vastgesteld. • De notitie ‘Bouwstenen voor financieel beleid 2010-2020’, waarin de contouren zijn verkend van een meerjaren financiële raming tot 2020. Vanzelfsprekend een jaarlijks voortschrijdend document waarin lange termijn investeringen ondermeer op terreinen van personele formatie en huisvesting in financiële zin gematched kunnen worden met onderwijsbeleid en overheidsbeleid. • Een eerste concept van een scenario-beschrijving van ROC West-Brabant in 2025, waarin een lange termijn toekomstverkenning wordt gepresenteerd opdat beleidskeuzen steeds weer in perspectief geplaatst kunnen worden.
1.4
Onderwijs met Passie 2015: ‘Van ik naar wij’
De missie van ROC West-Brabant Het ROC West-Brabant stimuleert en faciliteert de persoonlijke groei en het vakmanschap van leerlingen, studenten en medewerkers. We bevorderen dat zij hun talenten optimaal ontwikkelen en productief maken zodat zij duurzaam kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van zichzelf, hun organisaties en de maatschappij. Het ROC West-Brabant vervult een actieve en stuwende rol in de sociaal-economische ontwikkeling van de regio.
1.4.1
Onze besturingsfilosofie
Onze besturingsfilosofie zoals beschreven in Onderwijs met Passie 2005-2010 blijft ongewijzigd van kracht. Dat wil zeggen: groot en klein tegelijkertijd, met herkenbare en geprofileerde scholen en colleges met letterlijk eigen naam en faam. Organisaties ingericht naar menselijke maat. Er is iets te kiezen in de regio. Die ontwikkeling is zeker nog niet af! Het scherp wegzetten en waarmaken van de eigen identiteit van de scholen en colleges blijft dan ook een onverkorte opdracht voor de komende periode! Echter, vanuit die eigen identiteit kunnen en moeten onze scholingsinstituten zich verder ontwikkelen naar het volgende stadium. Meer dan voorheen wordt naast de eigenheid, in combinatie daarmee ook de kracht van het collectief gezocht, ontwikkeld en versterkt. Het motto voor deze gezamenlijke doorontwikkeling luidt dan ook: ‘van IK naar WIJ’.
1.4.2
Onze kernwaarden
Drie kernwaarden vormen het kompas bij ons handelen als medewerkers en als organisatie: • De mens centraal, iedereen doet er toe, iedereen is ergens (erg) goed in, iedereen heeft er recht op alle (meervoudige) talenten te kunnen aanspreken en ontwikkelen: ‘Geen talent onder de korenmaat’. • Ondernemingszin wil zeggen dat ‘eigenaarschap’ hoog in het vaandel staat. Anders gesteld: niet louter gestuurd worden, maar eigen ruimte nemen voor het zelf sturen binnen afgesproken en vastgelegde kaders. Eigenaarschap toekennen is vertrouwen geven en ruimte bieden aan student en medewerker, loslaten dus, stimuleren. Maar ondernemingszin vraagt ook om een subtiele balans van durven ontwikkelen en tegelijk beheersen: ºº het is het accepteren van verantwoordelijkheid maar tegelijkertijd dan ook het afwijzen van vrijblijvendheid; ºº het is innoveren maar dan steeds op basis van efficiency en effectiviteit ºº en hoe onbegrensd de mogelijkheden dus ook lijken: het vraagt continu om het maken van keuzes en om focus! Pagina 6
• Duurzaamheid in de ecologische zin van het woord, ‘ecological intelligence’, maar vooral ook in de zin van duurzame partnerships en consistent beleid. Pedagogisch-didactisch gezien gaat het om het verder gaan dan het aangeleerde kunstje of het behaalde papiertje. Het gaat om de ontwikkeling van zelfsturend vermogen en leren blijvend te leren. Zo kunnen mensen zich duurzaam handhaven in een zich steeds sneller ontwikkelende wereld. ROC West-Brabant is daarom niet van de ‘short run and the quick win’. Wij koersen op kompas én radar. Dat wil zeggen met een open oog voor permanente omgevingsverkenning maar wel (strategisch) koersvast. Het ROC West-Brabant zal zich dan ook principieel teweer stellen tegen incidentgestuurd beleid.
1.4.3
Onze grondhouding
Naast onze fundamentele kernwaarden zijn er nog enkele houdingsaspecten die ons kenmerken. • We nemen zoals gesteld onze publieke taak en maatschappelijke opdracht serieus en handelen daarbij steeds integer. In lijn daarmee willen we transparant en open zijn, intern én extern. We willen verantwoorden en aanspreken: ‘name and fame, name and shame’. • We zoeken naar nieuwe grenzen en denken ‘out of the box’. Alles ten dienste van het grote doel: optimale talentontplooiing. Maar we blijven daarbij altijd realist. We willen innoveren. Maar wel slim. • We willen excelleren. Een toporganisatie zijn die op alle terreinen kwaliteit op een hoog niveau realiseert en borgt. We gaan dan ook verder dan het louter bieden van het (voorgeschreven) basispakket. We hebben een bredere kijk op ontwikkeling en groei en maken ruimte voor verbreding en verdieping van ons aanbod ondermeer in de vorm van cultuur en bewegen & sport.
1.4.4 0.
Onze strategische agenda Voldoen aan alle standaarden m.n. in het VMBO d.m.v. een ‘Deltaplan basiskwaliteit’. *1 a. b. c. d.
1.
Het ROC West-Brabant creëert optimaal voordeel voor de leerling vanuit zijn ‘unique selling point’: VMBO én MBO onder één ROC-paraplu. a.
b. c. d.
e.
2.
Hiertoe zetten wij een taskforce in met de bovenstaande heldere doelstelling en opdracht. De taskforce krijgt vergaande bevoegdheden en adequate faciliteiten. Medio 2012 zijn alle VMBO-scholen uit de ‘gevarenzone’. Medio 2013 voldoen alle scholen op alle standaarden minimaal aan de kwalificatie ‘voldoende’. Dit geldt voor zowel de VMBO-scholen als de MBO-colleges. Medio 2014 scoren alle scholen voor minimaal de helft van de standaarden ‘sterk’ in combinatie met een ‘voldoende’ voor de overige standaarden, dan wel geven zij op een alternatieve wijze blijk van excelleren.
Gegeven ons leerling-centraal denken realiseren we structureel doorlopende leer- en begeleidingslijnen: een optimale doorstroom binnen de beroepskolom en leerwinst voor de leerling/ student. Elke leerling van onze VMBO-scholen wordt een passende opleiding in (en transfer naar) het MBO gegarandeerd. Een integraal systeem van ‘Transfercoaching’ vanuit het VMBO (en MBO) wordt ingezet om voorbereiding op en vervolgsucces in het MBO te bevorderen/borgen. De ontmoeting en samenwerking van medewerkers uit VMBO en MBO wordt sterk gestimuleerd om de kennis van ‘leerling, programma, didactiek en cultuur’ over en weer te versterken. Dit moet als resultaat concrete plannen opleveren voor verbetering van de afstemming. Er komt een budget beschikbaar waaruit we effectieve voorstellen/initiatieven vanuit de werkvloer kunnen faciliteren/ belonen. Onder inspiratie van het lectoraat en het daaraan verbonden project Keuzeprocessen wordt maximaal ingezet om het ‘proces van kiezen en loopbaanleren’ i.s.m. het (regionale) VMBO te optimaliseren. Het bieden van keuzediversiteit en excellente keuzebegeleiding is een majeur strategisch doel en kenmerk van ROC West-Brabant.
Het ROC West-Brabant verwerft erkenning en herkenning als keuzespecialist en talentontwikkelaar die daarbij zowel in de breedte als de diepte verder gaat. a.
Onze scholen en colleges hebben een onderscheidende identiteit. Zodoende biedt het ROC
Pagina 7
b.
3.
Medewerkers van het ROC West-Brabant onderscheiden zich als het werkelijke ‘kapitaal’ van de instelling. Ons HRM munt uit in facilitering van groei en (talent-)ontwikkeling. a.
b.
c. d. e.
f.
4.
Het streven naar een status van keuzespecialist en talentontwikkelaar houdt vooral een opdracht voor de medewerker in. Alleen als zij zich maximaal ontplooien als professional, kunnen zij meebouwen aan een onderscheidende topinstelling. Zo halen zij het beste uit leerlingen, studenten en zichzelf. Het leiderschapsmodel ‘servant leadership’ is daarop gericht. Medewerkers ontplooien zich daarnaast maximaal als ‘merkwerker’ en dragen zo expliciet bij aan het bouwen van de onderscheidende identiteit en positionering van hun de school of college. Zij gedragen zich intern en extern als merkambassadeur. Medewerkers nemen actief verantwoordelijkheid voor hun professionele ontwikkeling. Medewerkers denken en werken vanuit het eigen normenkader zoals vastgelegd in ons medewerkerstatuut. Een voor ieder geldend studiepuntensysteem garandeert ‘continu lerende medewerkers en teams’. We gaan in dat verband o.m. periodiek de praktijk van de werkvelden in om ons permanent te oriënteren op nieuwe ontwikkelingen en trends. In het kader van HRM wordt i.s.m. de ROC West-Brabant Academie scholing, training en coaching georganiseerd en gefaciliteerd. In lijn met de ambitie ‘meer dan de bottom line’ (2b) aan te bieden voor studenten, willen we ook medewerkers stimuleren met o.m. faciliteiten in het kader van bewegen & sport, Doc-Art, Studium Generale e.d.
Het ROC West-Brabant streeft naar een versterkte rol van de professional (uitvoering) in combinatie met een meer faciliterende rol voor het management in lijn met de principes van dienend leiderschap. a.
b.
c.
d.
e. 5.
keuzediversiteit. De instituten werken hun identiteit intern over de volle breedte van de organisatieaspecten scherp uit. In het verlengde daarvan bouwt men tevens extern aan het merkprofiel. Deze ontwikkeling krijgt extra accent in de periode tot 2013. Onze scholen en colleges beschouwen de (nationale) kwalificatiestructuur slechts als de ‘bottom line’ en streven naar een ‘hoog kwaliteitsprofiel’. Brede en optimale talentontwikkeling van ‘heel de mens’ is onze passie. Ons onderwijs zal daarom scholieren en studenten systematisch uitdagen om die ‘bottom line’ te overstijgen en grenzen te verleggen. Daarbij past een streven naar niveauverhoging, verdieping en verbreding van ons onderwijs. In dat kader kiezen we o.m. voor het verder (her)invoeren van bewegen en sport in het MBO. Tevens realiseren we daartoe een ROC-breed benut aanbod aan minoren. *2
De samenleving bepaalt het ‘wat’, de minimaal vereiste inhoud van het curriculum. Het ROC stelt daarbij kaders t.a.v. strategie, positionering en (merk)identiteit/profiel en bedrijfsvoering van zowel de gezamenlijkheid als de afzonderlijke scholen en colleges. De onderwijsinstelling bepaalt binnen de gestelde kaders voor strategie, positionering en bedrijfsvoering, op welke wijze men het onderwijs wil organiseren en inrichten. De onderwijsgevende professionals hebben daarbij een leidende rol als eigenaar van het ‘hoe’, de wijze waarop onderwijs gegeven wordt. Medewerker-professionals worden maximaal in hun kracht gezet en versterkt in hun rol als ‘de kern van het primaire proces en de instelling’. Het leiderschap is koersbepalend en stelt daarbinnen ruime werkbare kaders voor vormgeving en inrichting van het onderwijs. Directie en management functioneren op basis van het principe van ‘servant leadership’ en worden hierop geëvalueerd. Samen met de ondersteuning vervullen zij een faciliterende, coachende en op resultaat beoordelende taak en verantwoordelijkheid. Scholen en colleges ontwikkelen een plan met concrete doelen en resultaten t.a.v. de benodigde rolaanpassing tussen professionals en directie/management. De Raad van Bestuur zorgt voor monitoring en beoordeling, mede d.m.v. audits, panels en/of focusgroepen. Ons (digitaal) medewerkerpanel draagt bij aan directe communicatie tussen de werkvloer en de bestuurlijke top en krijgt daarmee directe beleidsinvloed.
We handelen en denken inclusief: ROC West-Brabant geeft concreet uitwerking aan de ‘(Socially) Inclusive society’. Niemand langs de kant of buiten het maatschappelijke speelveld. a. b.
Een beroepsopleiding is voorwaarde voor een stabiele positie in de samenleving. Om ‘exclusie’ te voorkomen zet ROC West-Brabant continu in op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De in 2008 ontwikkelde en vastgestelde ‘10 bouwstenen van zorg’ zijn de leidende beginselen Pagina 8
c. d.
6.
We zijn innovatief en ondernemend en zijn een stuwende (f)actor in en voor de regio. a. b. c. d.
1.5
en worden door alle scholen toegepast en uitgevoerd voor zover passend binnen het eigen onderwijsconcept. Community coaching is een concreet voorbeeld van het nemen van (maatschappelijke) verantwoordelijkheid voor de hele regio. Drempelloze instroom en de toegankelijkheid van en voor lage opleidingsniveaus moeten als een basisvoorziening blijven functioneren ter facilitering van groepen die bedreigd worden met buitensluiting.
Onze BV’s, P3transfer, IT-Workz, AM&TS en WCAA zijn van topkwaliteit en schakels met toegevoegde waarde in de onderwijsketen, zowel intern als extern. We zijn dienstbaar aan en van toegevoegde waarde voor het bedrijfsleven, de samenleving/regio. Een intensieve exploratie van nieuwe onderwijsvormen, de digitale snelweg, Europeanisering en mondialisering zijn opbrengstaspecten. Naast de BV’s werken ook de stichting MEC en de productieleerhuizen Zinc, Fast en Flash aan versterking van het onderwijsprofiel van ROC West-Brabant.
Kwaliteit
In het Strategisch Beleidsplan ROC West-Brabant ‘Onderwijs met Passie 2015’ is het belang van de tevredenheid van de stakeholders benoemd: ‘Met kwaliteitszorg wordt er in essentie naar gestreefd om tevreden en loyale klanten te verkrijgen. Voor ROC West-Brabant voegen we hier nog andere stakeholders aan toe. Naast onze klanten (deelnemers, ouders, bedrijfsleven) willen we ook een hoge waardering van onze ketenpar tners (werkgevers, gemeenten, landelijke overlegorganen) en onze medewerkers. De mate van tevredenheid onder onze stakeholders wordt periodiek direct gemeten via enquêtes waaruit tevredenheidscores komen, die ook ons tevreden stellen. De resultaten van de metingen worden gebruikt om verbeteringen te realiseren. Indirect kunnen we de mate van tevredenheid ook ‘aflezen’ aan bijvoorbeeld een verhoogde instroom, minder tussentijdse uitval, het ver tonen van ‘merk-waardig’ gedag, ziekteverzuim etc. De tevredenheid van onze medewerkers uit zich in een hoge tevredenheidscore en in het ver tonen van ‘merk-waardig’ gedrag. Dit betekent dat zij zich profileren als onze ambassadeurs, dat zij positief en met trots en passie over hun werk praten en zich ook als zodanig inzetten.’ Besloten is tot het uitvoeren van periodieke ROC-brede onderzoeken gericht op de volgende doelgroepen: • Medewerkers 2008 • Bedrijven 2009 • Deelnemers 2010 Normaliter vinden de onderzoeken per doelgroep eens in de drie jaar plaats, zodat per jaar één onderzoek wordt uitgevoerd. Daarom worden de uitkomsten van deze onderzoeken voor enkele jaren meegenomen in de verantwoording. In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste uitkomsten weergegeven. Op de CD-rom zijn opgenomen de resultaten van het bedrijvenonderzoek 2009, het deelnemersonderzoek van 2010 en het personeelsonderzoek van 2008. Medewerkerpanel In 2009 is van start gegaan met een groot medewerkerpanel. De Raad van Bestuur communiceert digitaal en in fysieke debatbijeenkomsten met 300 medewerkers. Het panel vormt een dwarsdoorsnede van het totale medewerkersbestand van ROC West-Brabant en mag statistisch gezien worden als een volkomen representatieve groep. Van de enquêtes en debatten wordt verslag gedaan op de portal en in de blogs van de Raad van Bestuur. Daarmee is de discussie openbaar, kan iedereen meelezen en zich betrokken voelen. Voor 2010 is een agenda van onderwerpen vastgesteld. Inmiddels zijn reeds grootschalige enquêtes uitgevoerd over leiderschap, werkdruk, doorstroom VMBO-MBO, medewerkerstatuut, scholingsbeleid en ‘hoofdpijnpunten’. De enquêtes zijn voor bestuur en management niet vrijblijvend en leiden tot soms diepgaande vervolgacties. De deelnemers waarderen dit initiatief positief. Het management van scholen onderneemt in toenemende mate actie op de uitkomsten.
Pagina 9
Weblog ‘’Kippenvel’ Geplaatst door: Rob Franken 18 april 2011, 08:27 Een voor een druppelen ze binnen, collega’s uit alle hoeken van de organisatie en ook uit alle lagen van de organisatie, leden van het medewerkerpanel. Eerst een lekkere pastamaaltijd in de kantine van het Kellebeek College en daarna aan het werk. Ongeveer anderhalf jaar geleden is het panel ingericht met als belangrijkste doel een klankbord zijn voor de Raad van Bestuur. Niet langs de lijnen van de hiërarchische structuur maar zonder grenzen en beperkingen ‘bottom up en top down in één beweging’, tweerichtingsverkeer dus. Het panel is zorgvuldig samengesteld om volledig representatief te zijn en eigenlijk betekent dat: spreken met het panel van 300 medewerkers, is spreken met het hele team van 3000 medewerkers. Goud waard voor mij als bestuurder. Het zou vanavond de derde live meeting worden. Rond de 70 panelleden verzamelden zich. In de afgelopen periode heeft het panel deelgenomen aan 5 grote digitale enquêtes over een breed terrein van aandachtsvelden. Onderwerpen kwamen voorbij als ‘gedroomd en ervaren’ leiderschap binnen ROC West-Brabant, talentontwikkeling en werkdruk, een eigen beroepscode, onze hoofdpijnpunten, competentieonderwijs, de kwaliteit van ICT, financieel beleid. De live meetings zijn bedoeld om elkaar te spreken en te bevragen over de uitkomsten van de enquêtes en uiteraard de vervolgstappen: wat wordt met de uitkomsten gedaan en wat kunnen we ervan verwachten? Digitale communicatie is prachtig, maar er gaat niets boven werkelijk ontmoeten, spreken en elkaar in de ogen kijken, onvervangbaar. Een voor een werden de enquêtes doorgenomen met weer zinderende discussiemomenten. Hard werken, diepe betrokkenheid en gloedvolle betogen, maar ook humor en lachsalvo’s waren weer niet van de lucht. Genieten dus. Bert vertelde kort over het werk van zijn commissie over het onderwerp leiderschap en Chris deed dat over het werk van de wegingcommissie die bezig is alle (honderden) suggesties uit de laatste enquête te verzamelen, te rubriceren en van een advies te voorzien; letterlijk, te wegen. (zie ook de eerdere blogs: ‘Het doet er toe’, ‘Van financieel beleid naar een welgemeende kerstgroet’ , ‘Het zit in m’n bloed meneer’) Na anderhalf jaar op deze wijze werken met elkaar, is het ook goed om te evalueren. Heeft het zin, spreekt het aan, zijn we op de goede weg, hoe kan het nog beter? Maar ook, gaan we verder met het panel? Is er voldoende toegevoegde waarde? En gaan we in dezelfde samenstelling verder of is er ruimte voor nieuw bloed? De reacties waren nagenoeg eenduidig. Het panel heeft zijn waarde bewezen, we gaan graag verder en ja, laten we vooral de deur open zetten voor een nieuwe groep collega’s. Op de vraag, ‘wie wil in het panel blijven, wie wil mee blijven doen’ kwam een overweldigende en massale reactie. Voor mij een kippenvel moment. Als zoveel collega’s in hun eigen tijd, vrijwillig bereid zijn zo intensief mee te denken, dan raakt mij dat diep. Heerlijk en chapeau. Er stond nog een derde onderwerp op de agenda. Uitgenodigd was Robert Coppenhagen, auteur van het boek De belofte van Laagland. Hierin beschrijft hij de koploperstrategie en enkele maanden eerder had ik dit boek besteld voor alle 300 leden van het panel. Het panel heeft al iets van een groep koplopers, immers. De vele, positieve reacties op het boek vroegen om een vervolg en dus, was hij er zelf. Het zou een zeer inspirerend uur worden. Robert duidde in zijn bijdrage de rol van koplopers met prachtige oneliners. Teksten als ‘wat aandacht krijgt, dat groeit’ en ‘als een organisatie zich naar zijn koplopers richt, loop je altijd voorop’. Een prachtig betoog zou volgen over verschillende paradigma’s van beleid, de beheerser/basiskwaliteit-de bestuurder/strategie-de professional/vakmanschap-de koploper/innovatie. Alle 4 even essentieel, maar wel in de juiste volgorde. Een boeiend vraag-antwoord spel ontstond tussen Robert en het panel. Is veiligheid en vertrouwen niet belangrijk, zelfs voorwaardelijk voor de koploper? Ja natuurlijk, maar ook nee: een echte koploper neemt zijn ruimte, vraagt er niet om. De slotdiscussie, hoe kan het anders, ging over de vraag of de koploperstrategie iets zou kunnen betekenen voor ROC West-Brabant. En dat blijkt veel te kunnen zijn. Wordt zeker vervolgd. Ik koester mijn kippenvel moment.
Pagina 10
Focusgesprekken De Raad van Bestuur voert tevens periodiek focusgesprekken met kleinschalige teams van medewerkers welke veelal afkomstig zijn van één school of college. In dit type gesprekken wordt de diepte verkend van onderwerpen die in de desbetreffende school hoog op de agenda staan. Naast de informatie via het medewerkerpanel geven deze focusgesprekken veel wederzijdse informatie. In het schooljaar 2009/2010 is op alle scholen en colleges tenminste 1 focusgesprek gevoerd.
1.6
Rechtsbescherming
Het beleid binnen ROC West-Brabant is gericht op een uitdrukkelijke profilering van de instituten. Dit laat onverlet dat de Raad van Bestuur een verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de rechtsbescherming van alle deelnemers. Om te garanderen dat met alle deelnemers een gelijkluidende overeenkomst wordt afgesloten, is ROC-breed een format ontwikkeld voor zowel de onderwijsovereenkomst als de praktijkovereenkomst. Bij de totstandkoming zijn naast de juridisch medewerkster ook vertegenwoordigers uit de onderwijspraktijk betrokken. Na vaststelling door de Raad van Bestuur is het gebruik van deze formats door alle instituten verplicht. • Klachtenregelingen Ook het voldoen aan de wettelijke vereisten betreffende klachtenregelingen is een verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. ROC-breed is een deelnemersstatuut ontwikkeld voor het MBO en een leerlingenstatuut voor het VMBO. In deze documenten is een klachtenregeling opgenomen. • Examenregelingen De Onderwijs- en Examenregeling bestaat uit twee onderdelen: de onderwijskundige invulling van een opleiding en de examenregeling. De examenregeling is ontwikkeld door de juridisch medewerkster en afgestemd met vertegenwoordigers van de instituten. De examenregeling 2010 is vastgesteld door de Raad van Bestuur. • Toegankelijkheid regelingen Omdat er klachten waren over de toegankelijkheid van regelingen, zijn eind 2009 en begin 2010 zowel de website als de portal op dit punt heringericht.
1.7
Risicomanagement
Een belangrijk punt van bespreking binnen de continue strategische toekomstverkenningen binnen en rondom het ROC. In hoofdlijnen zijn 4 grote risico’s te onderkennen. 1.
De demografische ontwikkeling van de schoolgaande bevolking. Deze ontwikkeling is zeer relevant voor met name de VMBO-scholen. Meer dan voor de MBO-scholen omdat deelname aan het onderwijs in het MBO van veel meer factoren afhankelijk is dan louter de omvang van de basisgeneraties. Succes of falen van sectoren in het economische veld bijvoorbeeld hebben een wezenlijke invloed op de keuzeprocessen voor MBOopleidingen. Hieronder zijn de generaties basisschoolleerlingen in beeld gebracht. Kenmerkend is een stabiele situatie tot ongeveer 2014-2016 met daarna een forse terugloop tot 2020. Dit gegeven vraagt grote aandacht.
Index leerlingaantallen 100 95
90 85
80 2010
2.
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Dikwijls een groot risico genoemd maar met evenveel recht een grote kans, is de verwachte uitstroom van Pagina 11
medewerkers op grond van leeftijd. Dit betekent dat beleid gemaakt moet worden op versterking van de instroom en op het onderwijs als aantrekkelijke werkomgeving. Contacten zullen worden aangegaan met lerarenopleidingen ten behoeve van de reguliere instroom van nieuwe docenten zowel als met het bedrijfsleven voor een beoogde groei van de zij-instroom. In het functiebouwwerk voor het primair proces is, anticiperend op deze ontwikkeling, een functie benoemd als aankomend docent. HBO-opgeleiden met werkervaring kunnen instromen in functieschaal 9 om vervolgens door te stromen naar de docentschaal LB (10) na het behalen van de Pedagogische Didactische aantekening (zie hoofdstuk 5). In bovenstaande grafiek is de autonome krimp van de personeelsformatie in samenhang gebracht met de demografische ontwikkeling. Omdat de krimp van de formatie eerder optreedt en sterker is dan de demografische daling, behoeft voor een financieringsvraagstuk op basis van formatieve boventalligheid niet direct te worden gevreesd. Er zijn voldoende tools om op die ontwikkeling te anticiperen.
Index personeelsontwikkeling 100 90 80 70 60 50 2010
3.
b.
1.8 1.8.1
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Meerjaren financieel beleid. a.
4.
2011
ROC West-Brabant staat voor grote huisvestingsopgaven. Na het eerst op orde brengen van de huisvesting van de VMBO-scholen en spoedig de Praktijkschool, staat voor de komende jaren een groot huisvestingsprogramma voor het MBO op de agenda. Dat is natuurlijk enerzijds prachtig te noemen, anderzijds maakt dit beleidsonderdeel nadrukkelijk deel uit van het risicomanagement. Immers, een school bouwen is een onomkeerbaar gegeven. Lasten worden voor een zeer lange periode van 30 tot 40 jaar vastgelegd. Om die reden is een zeer langjarige exploitatieprognose gemaakt waarmee de effecten van nieuwbouw in de komende jaren over de nagenoeg volledige gebruiksduur in beeld zijn gebracht. De majeure opgaven welke daaruit voortvloeien zijn daarmee onderdeel van staand beleid geworden. De volgende uitgangspunten zijn van belang voor deze financiële toekomstverkenning. o De ondergrens Solvabiliteit bedraagt tenminste 0.35. o Het resultaat mag enkele jaren negatief zijn op voorwaarde dat de kwaliteit van het Primair Proces niet wordt aangetast. o Vanaf 2020 dient de exploitatie (weer) tenminste sluitend te zijn en in de jaren daarna oplopend positief.
In kwantitatieve zin zijn de grote risico’s voor de komende jaren goed in beeld gebracht. Maar een kwalitatief risicomanagement staat nog in de kinderschoenen. Zo vraagt een sluitend systeem van ‘early warnings’ gericht op een vroegtijdig signaleren van mogelijke fricties en andere risico’s meer aandacht. Voor de komende jaren staat dit beleidselement hoog op de agenda.
Leiderschap Aanleiding
In januari 2010 is binnen ROC West-Brabant de discussie gestart over rol en betekenis van leiderschap binnen onze organisatie. • Het momentum was bewust gekozen, immers 2010 was het jaar van enerzijds een terugblik en verantwoording over de eerste beleidsperiode 2005-2010 en anderzijds een overgangsjaar naar de nieuwe Pagina 12
beleidsperiode 2010-2015. ‘Onderwijs met Passie 2005-2010’ was al een jaar eerder, via de ‘Debatnota’, in algemeen debat gebracht en de eerste contouren van ‘Onderwijs met Passie 2015’ werden geleidelijk zichtbaar: de doorlopende lijn van een accent op ontwikkeling van de organisatiestructuur in de eerste periode naar een sterk accent op verdere kwaliteitsontwikkeling van ons onderwijs in de tweede periode. Overbodig te zeggen dat een dergelijke beweging ook een ander type leiderschap vraagt. • Maar er was meer aan de orde. In een periode van 5 jaar bereiken de Raad van Bestuur zeer veel signalen en geluiden uit de diverse onderdelen van de organisatie. Soms op formele wijze via bijv. tevredenheidenquêtes, debatten en gesprekken met groepen collega’s maar dikwijls ook in informele zin tijdens de vele contacten in en buiten de werkvloer. Vele signalen met een veelal zeer positieve ondertoon maar zeker ook signalen met een toon van zorg met overwegend als centraal thema ‘worden medewerkers wel overal maximaal in hun kracht gezet en gewaardeerd?’. • Deze laatste vraag valt weer heel sterk samen met nieuwe ontwikkelingen in het denken over leiderschap. Die ontwikkeling valt het beste samen te vatten met: ºº Leiderschap is er niet voor zichzelf en ºº Opdracht aan leiderschap is medewerkers optimaal in hun kracht te zetten. ºº Samengevat: ‘servant leadership’ als groeiend dominant model. • Voeg daarbij de bestuursopvatting over de rol van docent als ‘eigenaar van het primair proces’ en de belangrijkste aanleidingen om een proces van bezinning op leiderschap binnen ROC West-Brabant te starten, zijn genoemd. Daartoe is als start van het proces onderstaande Weblog in januari 2010 gepubliceerd.
1.8.2
Weblog 11-1-2010
‘Als horen luisteren wordt, ……………….’ Natuurlijk weet ik niet hoe het u allemaal is vergaan, maar voor mij had de afgelopen kerstvakantie iets zeer vertrouwds, bijna iets ‘van vroeger’. Juist deze vakantie gaf in het verleden dikwijls die ruimte voor lezen en nadenken, welke je periodiek nodig hebt om je accu weer te vullen en nieuwe inspiratie op te doen. Maar, eerlijk gezegd, het was er de laatste jaren niet of in elk geval te weinig van gekomen. Dat was dit jaar anders en ik maak u deelgenoot. Er stonden enkele boeken op m’n lijstje en ze hadden allemaal iets van doen met besturen, met leiderschap maar nog veel meer met zingeving en van daaruit bezinning op leiderschap. Ik neem u eens mee in dit avontuur van denken. Het glaasje wijn en de oliebol ontbraken natuurlijk niet. Collectieve kracht Als eerste neem ik u mee in de geheimen en diepere lagen van African tribal leadership, geschreven door Willem de Liefde. Leiderschap, gebaseerd op stamgewoonten en stamgedrag. Niet het ik, maar het wij staat centraal. Tribes zijn actieve werkgemeenschappen, communities zou je kunnen zeggen. Een gedeelde visie wordt omgezet in collectief gedrag en collectief ondernemerschap. Deze collectieve kracht en collectieve creativiteit op basis van bezieling en vertrouwen leiden tot een vitale en krachtige organisatie. Wat een verschil met dominante kenmerken in onze westerse cultuur waarin individuele oplossingen en maximaal eigenbelang centraal (lijken) te staan. Daartegenover plaatst de tribe: uitstijgen boven eigenbelang en streven naar een maximaal gemeenschappelijk resultaat. Collectieve missie Hoe treffend de overeenkomst met een tamelijk nieuwe ontwikkeling binnen het westerse denken over effectief leiderschap: dienend leiderschap of ook wel servant leadership. In Nieuwe leiders treffend beschreven en gekarakteriseerd. Mensen als Wijffels, Keith, Nuijten en ook de succesvolle waterpolocoach Robin van Galen zijn exponenten van dit denken. Wijffels zegt ‘in plaats van het overleven van de sterkste, gaat het om het overleven van de soort, de groep en daarvoor moet je samenwerken’. Keith gelooft niet in macht om de macht. ‘Mensen raken pas echt gemotiveerd zodra ze werk doen dat bevredigend, zingevend is’. En een servant leader werkt elke dag keihard om zijn medewerkers maximaal in hun kracht te zetten vanuit een collectieve missie. Ook hier klinkt het ‘niet het ik, maar het wij’. Authenticiteit, zingeving (waarom doen we wat we doen?) en een collectieve missie zijn de dragers van een nieuwe visie. Robin van Galen analyseert het succes van zijn meiden op de Olympische Spelen met ‘saamhorigheid en synergie, dat is de kern’. Er zijn vanuit deze visie ook harde boodschappen. Keith zegt het onverbloemd: ‘Elk wezenlijk probleem van of in een organisatie, is het probleem van het leiderschap’. Maar dominant in dit denken, is de aloude boodschap aan leidinggevenden ‘Gij zult niet heersen, maar dienen’. Pagina 13
Geven en nemen In de Whuffie factor van Tara Hunt klinkt diezelfde boodschap weer door met het prachtige beeld van de omgekeerde megafoon. Niet als apparaat om een boodschap uit te dragen, maar als apparaat om goed te luisteren naar wat er leeft, individueel en collectief. Benut moderne communicatiemiddelen om het luisteren te activeren, benut communities om te spreken, te luisteren en vooral te delen met elkaar. Deel je missie met elkaar, deel bezieling en het resultaat is vitaliteit. Eigenlijk is de moderne community op internet vergelijkbaar met de Afrikaanse tribe, met een gedeelde, gemeenschappelijke identiteit. De Whuffie factor is een marketingboek met een volstrekt andere benadering, namelijk eerst oprecht en authentiek delen en geven en pas daarna incasseren en nemen. Misschien komt deze laatste fase nooit, maar meestal heel snel en overweldigend. Belangeloos geven {delen} leidt tot belangeloos ontvangen. Waar lazen we het toch ook al weer eerder: ‘wie goed doet, goed ontmoet’? Vertaalslag naar ons ROC Ik hoop dat het medewerkerpanel kan uitgroeien tot zo’n eigen community waarin luisteren naar en inspireren van centraal staan. Wij staan binnen onze organisatie ROC West-Brabant, op de drempel van de volgende beleidsperiode en op de drempel van een geheel nieuwe organisatievorm van ons onderwijs. De pay off is: van ik naar wij. We gaan werken in onderwijsteams (tribes?) met een teamvoorzitter. Daar, in de boezem van de organisatie ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van ons onderwijs. Die teams met hun voorzitter hebben een collectieve opdracht en zij dragen een collectieve verantwoordelijkheid: de aan hun zorgen toevertrouwde leerlingen en studenten maximaal te doen groeien, maximaal te motiveren en deze groep studenten naar hun (voorlopige) eindbestemming te brengen. Onze (servant) leiders hebben de opdracht om hun teams maximaal te ondersteunen en te faciliteren en dat geldt voor elke managementlaag: het de professional mogelijk maken de collectieve missie te doen slagen. Alle teams (tribes) samen, vormen het collectief van het College, de school. Alle Colleges samen vormen het collectief van ROC West-Brabant. Vanaf de introductie heb ik niets gehad met de term ‘teamvoorzitter’. Het is zo’n (vergadertechnisch) zakelijke term, maar ik had geen betere. Tot deze vakantie… Terug naar Afrika De tribe wijst de Kgosi aan, de natuurlijke leider. • Zijn (of haar) eigenschappen: luisteren, vertrouwen, intuïtie, onbevangen, onbevooroordeeld, inspirerend van nature. • Zijn vaardigheden: luistert zonder oeverloze discussies, stelt vragen, legt werkelijkheid op tafel, creëert tijd voor opleiding en ontspanning, bemoedigt en motiveert, genereert vertrouwen, creëert betrokkenheid, geeft ruimte, neemt besluiten en houdt het team bij elkaar. • Het zou zo maar de functiebeschrijving van de teamvoorzitter – sorry: Kgosi - kunnen zijn. Op de drempel van een volgende beleidsperiode introduceren we de Kgosi als de natuurlijke leider van onze onderwijstribes, baseren we ons op servant leadership als norm voor onze leidinggevenden in alle lagen van de organisatie en hanteren we het beeld van de omgekeerde megafoon als natuurlijke grondhouding. ‘Als horen luisteren wordt, ontstaat er kracht die niemand vermoedt’ (uit: kracht zonder macht, Cees Hoogendijk).
1.8.3
Medewerkerpanel
In het najaar van 2009 is het medewerkerpanel geformeerd. 300 Collega’s uit alle hoeken van de organisatie bleken bereid om periodiek een enquête in te vullen. Voor de Raad van Bestuur was dat een vorm om direct in discussie te raken met de werkvloer. Als ‘servant leadership’ werkelijk iets te betekenen heeft, dan moet leiderschap zich ontwikkelen tussen en met de mensen van de werkvloer. En om de intensiteit en de frequentie van dat contact te verhogen is het panel tot stand gekomen. Uiteraard enquêtes in digitale vorm met daarnaast ‘face to face meetingen’ met zinderende discussies. Het panel is volkomen representatief, dus ‘sprekend met de 300 is spreken met het gehele team van medewerkers’. Als startenquête, hoe kan het anders, is het thema leiderschap aan de orde gesteld. Een drietal vragen stonden daarin centraal, nl. • Hoe denkt het panel (en dus het hele team) over de opvattingen over leiderschap zoals verwoord in de BLOG? • Delen wij opvattingen over het gedroomde leiderschap? • Hoe wordt de werkelijkheid van het leiderschap binnen school, college of dienst werkelijk ervaren? Kortom, hoe verhoudt het ervaren leiderschap zich tot het gedroomde leiderschap?
Pagina 14
De uitslagen Welke conclusies kunnen nu getrokken worden op de boven gestelde centrale vragen? • Er is in hoge mate overeenstemming over de gewenste kwaliteiten van leiderschap, kortom het ideaalbeeld. Dit beeld zal in werving- en scholingstrajecten en bij coaching en beoordeling van leidinggevenden een belangrijke plaats gaan innemen. • Er zijn organisatieonderdelen met een kleine gap tussen ‘gedroomd en ervaren’ en andere met een hele grote gap. • Deze uitslagen kunnen alleen geduid worden als een vingerwijzing van het panel. Een belangrijke conclusie is dat er weliswaar sprake is van een niet mis te verstane vingerwijzing, maar dat geen definitieve conclusies kunnen en mogen worden getrokken omdat de aantallen respondenten per college te laag zijn. Daarom is voor de onderstaande voortgangsprocedure besloten welke via de portal gecommuniceerd is met het gehele bestand van medewerkers.
1.8.4
De commissie Bos
De vingerwijzing was duidelijk, de representativiteit echter te gering om conclusies op niveau van de instituten te kunnen trekken. Daarom is besloten nog ‘een spit’ dieper te steken en is besloten tot een vervolgprocedure. Wat gaan we dan wel doen met deze uitkomsten, wat is de voortgang? Wat vraagt serieuze aandacht en waar kunnen we van elkaar leren? Dat zijn vragen die ertoe doen. Het panel is immers ingericht om ons op het juiste spoor te zetten. In het directieberaad bestond grote overeenstemming op dit punt. Daartoe zijn drie mensen aangewezen die tenminste in 5 colleges gesprekken gaan voeren. Deze commissie bestond uit Bert Bos (lid Raad van Bestuur en voorzitter van het ‘onderzoeksteam’), Kees Rijgersberg en Han Schmeits en werd ondersteund door Esther Stukker van de dienst Marketing en Communicatie. In die gesprekken ging het erover dat er bij enkele Colleges sprake is van een hele kleine gap, terwijl bij enkele andere colleges juist sprake is van een grote gap. Van de eerste wilden we graag weten wat het ‘geheim’ van de positieve score was, van de laatste of we ons zorgen moesten maken of dat sprake was van een sfeerbeeld door bijvoorbeeld verklaarbare omstandigheden. Samenvatting opdracht commissie Bos Doel van het onderzoek is om na te gaan, a of de uitkomsten van de enquête een al of niet juiste weergave zijn van de brede gevoelens en indrukken binnen de instelling dan wel dat de uitkomsten beïnvloed zijn door bijzondere omstandigheden; b welke kwaliteiten en eigenschappen van het leiderschap kennelijk leiden tot ervaren good practise en welke tot ervaren bad practise; c in welke mate bovenstaande kwaliteiten en eigenschappen door geïnterviewden worden herkend en ervaren bij het management en de directie van het instituut waar geïnterviewde werkzaam is. Een analyse van de resultaten van het onderzoek worden in een rapportage opgenomen. Deze rapportage wordt besproken met de directeur door de leden van de commissie. De rapportage alsmede een verslag van het gesprek met de directeur wordt aangeboden aan de RvB. De RvB besluit op basis van de resultaten van het onderzoek tezamen met de informatie verkregen uit andere informatiebronnen of: • de instelling geacht kan worden in een autonoom ontwikkelingsproces op basis van kritische zelfevaluatie en eigen beleid tot een hoger en aanvaardbaar niveau te geraken; • er sprake is van een situatie op grond waarvan maatregelen van interventie moeten worden genomen door de RvB. Gevolgde procedure en aanbevelingen. Procedure De commissie Bos heeft in de betrokken instituten volgens een vast protocol gesproken met alle formele gremia, • De directeur • Het management • De deelraad medezeggenschap • De teamvoorzitters. Pagina 15
Daarnaast hebben enkele medewerkers uit de instituten zich op persoonlijke titel tot de commissie gewend. Belangrijkste aanbevelingen a. Uit de gesprekken is onder meer naar voren gekomen dat de positie van de teamvoorzitters nog te onduidelijk is en veel stof geeft voor discussie. De commissie beveelt aan het gehele (management) bouwwerk ROC breed nog eens tegen het licht te houden en de rol van de teamvoorzitters te verduidelijken. b. Gerelateerd daaraan beveelt de commissie aan ook de positie, de rol en de kwaliteit van de managementteams aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Er zijn verschillen tussen managementteams onderling, maar ook tussen de leden binnen managementteams. c. In een tweetal gevallen is de commissie geconfronteerd met situaties waar, naar het oordeel van de commissie, direct ingrijpen noodzakelijk wordt geacht. De commissie heeft beide situaties aan de Raad van Bestuur gerapporteerd. d. De commissie beveelt aan om de resterende MBO colleges volgens dezelfde aanpak te interviewen, hoewel de uitslag van de enquête daar niet direct aanleiding voor gaf. De overweging is dat ook op de niet onderzochte colleges positieve en negatieve scores voorkwamen, die het onderzoeken waard zijn. Ten tweede ontstaat op deze wijze een volledig beeld van alle MBO colleges. Ten derde is het de ervaring van de commissie dat de gesprekken zonder uitzondering als waardevol werden ervaren door de geïnterviewden. Deze ervaring wil de commissie de niet geïnterviewde colleges niet onthouden. e. Tenslotte beveelt de commissie aan voor het VMBO, gezien de eigen structuur en problematiek, naar een aparte aanpak te streven. De managementontwikkeling aldaar kent een andere dynamiek en fasering.
1.8.5
Vervolgstappen
• De belangrijkste conclusies zijn door de Raad van Bestuur overgenomen. • In het algemeen kan gesteld worden dat de commissie de vingerwijzing van het panel bevestigt. • De commissie wijst op een tweetal acute probleemsituaties binnen een tweetal scholen en adviseert de Raad van Bestuur om direct in te grijpen. • De commissie krijgt een aanvullende opdracht om ook de drie andere colleges volgens hetzelfde format te belichten opdat een vergelijkbaar ROC-breed beeld ontstaat. Deze opdracht is in het eerste half jaar van 2011 worden uitgevoerd. • Dit proces is de opmaat geweest om Leiderschap in 2011 als ontwikkelthema te prioriteren.
1.9
Name & Fame en Name & Shame
De trouwe lezer van onze jaarstukken herkent inmiddels deze rubriek. Al jaren doen we verslag van de gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen ROC West-Brabant waar we trots op zijn, maar ook doen we verslag als die trots niet aan de orde is. ROC West-Brabant wenst namelijk op open wijze verantwoording af te leggen zowel voor het gevoerde beleid en de geleverde prestaties als voor de besteding van de voor het merendeel publieke gelden. Wij genieten van onze prestaties als deze succesvol zijn en benoemen deze met graagte. Evenzeer benoemen wij de onderwerpen waarin we niet succesvol zijn geweest en trekken daar lering uit. Dat doen we niet met graagte, maar we doen het wel. Begrippen als transparant, open en doorzichtig zijn de dragers van deze intentie. Elk jaar weer.
1.9.1
Name & Fame
We benoemen de volgende in 2010 geleverde prestaties en resultaten waar we verschrikkelijk trots op zijn. • We zijn trots op de diploma- en jaarresultaten van al onze MBO-instituten welke als excellent kunnen worden beschouwd. Alle Colleges hebben een basisarrangement in het kader van het toezicht van de inspectie. Over het rendement van een van de opleidingen van het Florijn College was nog enige discussie maar na door de inspectie en ROC West-Brabant gezamenlijk uitgevoerd onderzoek bleek de inspectie zich te baseren op voorlopige cijfers. De definitieve opbrengsten zijn door de inspectie opnieuw vastgesteld en als (ruim) voldoende beoordeeld. • Het bovenstaande punt verwijst naar een bijzondere ontwikkeling in het denken van de inspectie waar we blij mee zijn en waaraan we ook een steentje hebben proberen bij te dragen. Een toenemende aandacht voor ‘het verhaal achter de cijfers’ en steeds minder het uitsluitend ‘hanteren van kille rekenregels’. Zodra uit rekenregels risico naar voren komt, is er een toenemende bereidheid om, indien gewenst en nodig, met de instelling op zoek te gaan naar de echte waarheid. Met alle kritiek op het functioneren van de inspectie en een soms dramatische ‘kleine kwaliteit’ is dit ‘Fame’. Zo moet het en zo hoort het, immers ‘we trekken aan dezelfde kant van het touw’ voor het best denkbare onderwijs. Pagina 16
• We zijn trots op een aantal VMBO-scholen waarvoor hetzelfde geldt. Dat betreft Prinsentuin Oudenbosch en Andel, de Rotonde, Scala en Effent. Gewoon goede scholen. Dat betreft ook de afdeling Educatie van het Kellebeek College en de onderwijsprestaties van de Praktijkschool. Deze instituten leverden prima opbrengst- en onderwijsprestaties. • Bij elke benchmark van de MBO Raad dan wel het Ministerie van OC&W scoort ROC West-Brabant op (of ver) boven de landelijke gemiddelde cijfers. Opmerkelijk is de recente financiële benchmark waarin we prima financiële cijfers laten zien, maar tegelijkertijd ook nagenoeg de laagste groepsgrootte studenten per docent. Een vergelijkend overzicht is opgenomen in Hoofdstuk 6, Bedrijfsvoering en Financiën. • We zijn trots op de mate waarin medewerkers en leerlingen/studenten zich veilig voelen binnen de schoolmuren zoals blijkt uit de onderzoeken. Ook het in begin 2011 weer uitgevoerde onderzoek naar het beleven van onze medewerkers toont dit weer zo duidelijk aan. Was de tevredenheidscore bij het vorige onderzoek in 2008 een mooie 7.3, nu is de score verder toegenomen naar 7.4. Een deelname % van bijna 80% duidt op de enorme en hartverwarmende betrokkenheid. • We zijn trots op onze besturingsfilosofie van ‘groot en klein’ tegelijk. Groot en massief in bestuurskracht. Klein, herkenbaar, onderscheidend en naar menselijke maat in de uitvoering. Een besturingsfilosofie welke steeds meer externe aandacht krijgt. Van collega-instellingen, ook uit andere sectoren van het onderwijs, de MBO Raad, de Onderwijsraad, de politiek. ‘Kennen en gekend worden’ en staan voor je schoolidenteit in herkenbare en overzienbare scholen en colleges ‘met profiel op de banden’ als meest in het oog springende kenmerken. • Moesten we in 2008 in de rubriek ‘Name & Shame’ er nog melding van maken dat belangrijke huisvestingsprojecten maar niet tot afronding kwamen, nu ligt dat beeld wezenlijk anders. Kellebeek College en Markiezaat College zijn voluit in voorbereiding genomen, de architecten zijn aan het tekenen. De locatie van de Praktijkschool is definitief vastgesteld en ook voor Vitalis College geldt dat de locatie is aangewezen en met de bouwvoorbereidingen kan worden begonnen. Dat geldt ook voor het Radius College al moet hierover nog een definitief besluit van de gemeente Breda worden afgewacht. Daar mogen we, zo klinkt het in ambtelijke en bestuurlijke kring, vertrouwen in hebben. Resten nu nog twee beslissingen, de definitieve locatie van de CIOS-opleidingen en idem van ’t Bergse VMBO. Opmerkelijke prestaties van de dienst Huisvesting. • We vorderen zeer met het opruimen van ‘black box-achtige’ processen op elke plek in de organisatie en op elk niveau. Er is nog wel even te gaan, maar ‘de lat ligt al erg hoog’. De interne audits vanuit de dienst Audit & Control bewijzen steeds meer hun nut en waarde. De audits zijn zowel gericht op de examenkwaliteit als op het brede toezichtkader van de inspectie en worden in toenemende mate benut bij en door de onderzoeken van de onderwijsinspectie. Tot nu toe blijven de audits beperkt tot het MBO maar de discussie is gestart over verdere uitrol naar het V(MB)O. Wij zien dit als belangrijke stappen op de route naar het uiteindelijke doel: een kritische zelfevaluatie welke kan dienen als basisdocument voor elke kwaliteitscontrole. Het toewerken naar een integraal dashboard met betrekking tot onze strategische en operationele prestatie-indicatoren past ook in dat kader. • We zijn trots op de vele activiteiten welke zich elk jaar weer in en rond het ROC afspelen. We noemen de jaarlijkse presentatie van onze top talenten onder leerlingen en studenten, de vele sportactiviteiten, DocArt als platform van kunstzinnige en culturele uitingen, de ‘adoptie’ van grote projecten in Ghana en Kenia waarmee onze mondiale verantwoordelijkheid tot uitdrukking komt. De ‘adoptie’ van een school in nood op Haïti door medewerkers op persoonlijke titel. En vele meer. Het schitterende en als warm beleefde ‘ROC WestBrabant familie feest’ in de winter Efteling past ook in dit rijtje. • Vermeldenswaard is toch zeker ook de buitengewoon coöperatieve wijze van samenwerking en afstemming met de Centrale Medezeggenschapsraad. Er is sprake van een groot wederzijds begrip en een inzet in het belang van de organisatie. Een sterk gevoel van ‘trekken aan dezelfde kant van het touw’. Natuurlijk lopen soms de discussies ook wel eens hoog op maar dat is een teken van grote betrokkenheid. Een Chapeau is op z’n plaats. Het Jaarverslag van de Centrale Medezeggenschapsraad in de vorm van een overdrachtsdocument voor de nieuw te installeren Ondernemingsraad is opgenomen als bijlage bij deze jaarstukken. • Niet onvermeld mogen blijven de grote inspanningen en verfrissende initiatieven in het ‘zorgdossier’. De toon was al gezet in 2008, het jaar van de zorg waarin de 10 bouwstenen van zorg zijn benoemd en vastgesteld. Begin 2011 is over het jaar 2010 een tweede quick scan uitgevoerd naar de voortgang in dit dossier met prachtige uitkomsten. ROC-breed wordt zeer hard gewerkt om leerlingen en studenten die zorg en ondersteuning te bieden die nodig is voor een gewenst studieresultaat. Het VSV-dossier wordt zeer serieus genomen, transfer coaches vormen de schakel tussen VMBO en MBO, Dutsroc maakt het voor VMBOscholen digitaal mogelijk de vorderingen van hun oud-leerlingen te volgen; projecten als Teamplay@NAC en Pagina 17
Playing for succes betrekken jonge mensen weer in het maatschappelijke speelveld; met het actieve NOADteam hebben we student-ambassadeurs in huis; zo zijn nog veel meer voorbeelden waaruit de vitaliteit blijkt van onze eerste kernwaarde: de mens centraal, elk talent doet er toe, we willen en we kunnen niemand missen. Ethische normen en sociaal-economische noodzaak reiken elkaar hier op een prachtige wijze de hand. • De vele, vele innovaties zijn evenzoveel prachtige voorbeelden van de ‘fris- en fruitigheid’ van de organisatie als van het serieus nemen van onze tweede kernwaarde ‘ondernemingszin’. Naar buiten kijken, kansrijke ontwikkelingen van elders benutten en op eigen kracht innovaties inzetten. De dag van het innovatieve leermiddel in november 2009 waaraan ruim 1300 medewerkers deelnamen. De evaluatie leverde hoge waarderingsscores op. Aandachtspunt is natuurlijk het vermogen om innovaties te laten landen in ons onderwijs, een van onze strategische indicatoren. Een majeure opdracht voor de komende jaren. ºº Het innovatienetwerk neemt meer en meer initiatieven en indrukwekkende experimenten zijn lopend. Flankerend wetenschappelijk onderzoek draagt zorg voor een zorgvuldige validering van de onderzoeksresultaten. Onze lector vervult daarin een kernrol. ºº Een gedegen wetenschappelijk onderzoek flankeert vernieuwende onderwijsconcepten als Flash, Fast (Florijn College) en Zinc (Zoomvliet). Ook het Radius College timmert zeer aan de weg met het Radiusleerconcept. ºº Buitengewoon opmerkelijk is de ontwikkeling binnen P3transfer naar het Xpert-concept. Een fascinerende ontwikkeling naar scholing van de nieuwe medewerker 3.0, de medewerker van de toekomst. Een uitdrukking van de Inspectie bij gelegenheid van een kwaliteitsonderzoek luidde: ‘we zien het echt werken, chapeau’. ºº IT-Workz heeft de nieuwe locatie geheel ingericht naar ‘Het nieuwe werken’ waarmee een nieuwe norm is gezet. Vele initiatieven zijn genomen om ook Social Media tot de ‘standaard bagage’ van de medewerker te doen behoren en dit proces is onomkeerbaar. • We zijn dankbaar en vol lof over de ook in 2010 weer vele voorbeelden van prachtige maatschappelijke stages waarmee heel dikwijls onze eigen MBO-studenten gekoppeld worden aan onze eigen VMBOleerlingen. Kan het mooier? Ja, het kan kennelijk nog mooier omdat in toenemende mate ook HBOstudenten deel uitmaken van de initiatieven waarmee alvast een voorschot wordt genomen op de inrichting van een integrale beroepskolom waarbinnen de nu nog bestaande schotten zijn opgeruimd, de Beroepskolom 3.0. Er verscheen een BLOG over.
‘…… daar kan ik weer erg veel van leren’ Hoe vaak ik er langs gelopen of gereden ben, weet ik niet maar heel dikwijls. In dat werkelijk prachtige stukje Breda aan de rand van het Mastbos. En dan zie je in het voorbij gaan de gebouwen en terreinen natuurlijk wel liggen, maar verder…. geen idee wat daar aan de orde is. Eerlijk gezegd, ook nooit in verdiept. Maar dat zou deze zonnige vrijdagmiddag veranderen. We waren uitgenodigd om met een groepje collega’s van ROC WestBrabant een bijzondere opening bij te wonen. Een opening van een moestuin en een kas waarin groenten, maar ook kruiden en geurige bloemen kunnen worden geteeld. Bijzonder spectaculair zult u zeggen met het ongetwijfeld veelzeggende slaapgebaar! Een kas en een moestuin, doe maar. Niets beter te doen dan? We waren deze middag te gast bij Visio de Blauwe Kamer. Een landelijke stichting (neemt u eens een kijkje op de website www.visio.org) die gericht is op opvang en behandeling van blinde of zeer slechtziende jonge en oude mensen. De cliënten van deze indrukwekkende locatie in de natuur van Breda hebben daarnaast ook nog andere dikwijls zware fysieke en verstandelijke beperkingen. En waar het gezichtsvermogen uitvalt, moeten andere zintuigen worden geprikkeld en benut, door geurende kruiden en bloemen bijvoorbeeld. Maar ook zagen we daar snoezelkamers, in de jaren ‘90 van de vorige eeuw een hit, ook in het onderwijs. Daarna niet veel meer van gehoord, maar hier vol in bedrijf. ‘Onze cliënten komen hier tot rust, het is zeer nodig’, zegt Tanja Smeets, manager. Een heerlijke betrokkenheid van medewerkers bij hun werk en hun cliënten, zichtbaar en voelbaar. Maar, het was niet zomaar een werkdag. We kwamen daar studenten tegen van de NHTV, studenten van ons eigen Prinsentuin, leerlingen van Prinsentuin-Tuinzichtlaan, van de Christoffel en ook leerlingen van de Praktijkschool. Ja, echt! HBO,MBO,VMBO en Praktijkschool. En zij allemaal in één project. De HBO-ers geven leiding en managen, de MBO-ers organiseren, plannen en voeren uit, de VMBO-ers en de leerlingen van de Praktijkschool volop aan het werk in de moestuin en bezig met de cliënten. En zo ontstond een project waarin een moestuin werd gerealiseerd, een belevingstuin, een kas en dat is nog maar het begin. En ook was er een grote activiteitenmiddag over het hele terrein, Pagina 18
binnen onder andere verven, muziek maken en buiten racen op duofietsen en nog veel meer. Hoe graag spreek ik al jaren over samenhang in de beroepskolom en op deze vrijdagmiddag kreeg deze gedachte vorm en inhoud in de praktijk. Brigitte Senden, motor achter dit hele project, bekeek het allemaal met een glimlach van oor tot oor. Collega Ardie van Prinsentuin zei, ‘Rob, zou dit nu bedoeld zijn met Nieuw Leren, mooier kan toch niet. Ik ga er voor’. Ook Radius sluit aan en de NHTV wil deze samenwerking een structurele plek geven in het curriculum. Dit was een stukje werkelijke Vital Society, een vitale gemeenschap met cement tussen de stenen en chemie in het proces. Iets betekenen voor anderen, waarde toevoegen aan deze cliënten en hun omgeving. Een leerling van de Praktijkschool pakte de hand van een bewoner en deed hem voelen hoe de verfkwast over het papier gleed, ontroerend. Een NHTV-er antwoordde, toen ik zoiets zei als ‘deze mensen hebben niet vooraan gestaan’ met ‘ach meneer, dat weet ik niet. Ze hebben wel vooraan gestaan waar het ging om blij zijn met kleine dingen en daar kan ik weer erg veel van leren’. Hoe wijs je een bestuursvoorzitter terecht? Zo dus. Het was, deze vrijdagmiddag een blijk van een meer dan vitale gemeenschap met waardetoevoeging over en weer. Wat een plezier, wat een betrokkenheid op elkaar en wat een genoegen. Wat mij betreft inderdaad, Het Nieuwe Leren, dwars door de gehele Beroepskolom en midden in de samenleving. Kunnen we dan eindelijk het VMBO, het MBO en het HBO afschaffen en een doorlopend Vocational College bouwen? Van Leerling naar Gezel naar Meester? Deze middag zagen we een eerste pentekening.
1.9.2
Name & Shame
Zeker zijn er ook voorbeelden te geven van prestaties waar we niet trots op zijn. Waar we prestaties hebben geleverd die ROC West-Brabant soms zelfs onwaardig zijn. De onderwerpen in deze rubriek uit 2009 hebben we onverkort opgenomen met daaraan toegevoegd de bevindingen op deze onderwerpen in 2010. • Het meest in het oog springende voorbeeld daarvan was in 2008 de zeer slechte beoordeling van onze examens door de inspectie. Periodiek onderzoekt de inspectie de kwaliteit van de examens op MBOinstituten, zo ook bij ons. En dat pakte niet goed uit. 7 onvoldoende beoordelingen op een totaal van 11 kan met recht een ons onwaardig resultaat worden genoemd. Gelukkig kon de inspectie vaststellen dat wel op het juiste niveau wordt geëxamineerd. Maar op andere punten scoorden we onvoldoende. Nu is de beoordeling zo ingericht dat al een enkel (klein) onjuist onderdeel tot een algehele afkeuring van het betreffende examen kan leiden, maar het feit blijft staan. Ook in 2009 konden onze eigen examen audits wel een verbetering van kwaliteit vaststellen maar nog niet met een positieve beoordeling. Dit heeft tot een verder geïntensiveerd proces van kwaliteitsverbetering geleid en met klinkend resultaat. Want, in 2010 en begin 2011 heeft de inspectie nieuw onderzoek gedaan en kunnen vaststellen dat nu alle examens in het onderzoek van voldoende kwaliteit zijn. Dit diep doorleefde echte ‘shame-punt’ is niet meer aan de orde. Een compliment voor alle betrokkenen. Van ‘Shame naar Fame’, dus. • In 2010 ontvingen we het definitieve rapport van de Inspectie waarin een aantal van onze VMBO-afdelingen als zwak of zelfs zeer zwak zijn beoordeeld. Met hulde aan de andere VMBO-scholen komen als zwak uit de beoordeling: VMBO Prinsentuin Breda, ’t Bergse VMBO, Van Cooth, Prinsentuin Halsteren (zeer zwak) en Westerpoort (zeer zwak). Op alle betrokken scholen is nieuw management benoemd met een gelijkluidende opdracht: binnen twee jaar naar een voldoende beoordeling. Een enorm intensief proces kwam tot ontwikkeling met een enorme inzet en betrokkenheid. Alle gepresenteerde verbeterplannen zijn intern akkoord bevonden en ook heeft de onderwijsinspectie haar vertrouwen in de kwaliteitsverbetering uitgesproken. In het najaar 2012 staat het vervolgonderzoek gepland en dan moeten de scholen er ‘staan’. Excellent presteren is de enige norm die er toe doet. • Aandachtspunt uit de overigens positieve score in de JOB-monitor waaraan 7000 eigen studenten deelnamen, is het kennelijke gevoelen van studenten dat ze meer serieus genomen moeten worden. Dat geldt voor zaken als inspraak en medezeggenschap, omgaan met klachten, maar ook bijvoorbeeld voor een te beperkt aantal keuzevakken en verrijkingen. Verder geven ze aan niet tevreden te zijn over de wijze waarop school en stagebedrijf in contact met elkaar zijn en ook kan de begeleiding naar het oordeel van de studenten naar een hoger plan worden getild. Dit punt staat in een pijnlijk contrast met onze eerste kernwaarde ‘De mens centraal’ en ‘iedereen doet ertoe’. In 2010 is de inrichting van een groot digitaal studentenpanel in voorbereiding genomen waarmee we een belangrijke stap willen zetten om de betrokkenheid van studenten te vergroten, hen te bevragen op belangrijke dossiers om daar vervolgens besluitvorming op te baseren. Ook de in 2011 voorgenomen inrichting van een studentenraad is daartoe een stap en de toekomst zal leren welke van deze beide initiatieven studenten het meest aanspreekt. Maar het Pagina 19
overduidelijke signaal uit de JOB-monitor is gehoord en begrepen. • In zekere zin geldt het bovenstaande ook voor de geleding medewerkers. Prachtige scores van tevredenheid(7.4), betrokkenheid bij het werk en trots (7.5 – 8) op de eigen instelling en het ROC (zie paragraaf 1.5). Maar tegelijkertijd (zeer) matige scores waar het gaat om de begeleiding en coaching van medewerkers. Zo blijft het aantal gevoerde voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken bijvoorbeeld ver achter bij de norm. Een punt van shame dat het management van de instelling zich dient aan te trekken. De Raad van Bestuur heeft aangegeven het komende jaar duidelijke verbeteringen te willen zien. • Onze financiële prestaties zijn instellingsbreed goed op orde. We mogen ons met recht een financieel gezonde organisatie noemen maar tegelijkertijd zijn er enkele hardnekkige organisatieonderdelen waar een sluitende exploitatie moeilijk te realiseren lijkt. Voor Kellebeek-Educatie is dat nog wel te verklaren vanwege de ‘vogelvrij-verklaring’ door landelijke en plaatselijke overheden. Bewonderenswaardig hoe deze groep van medewerkers steeds weer ‘de rug recht’ en ervoor blijft gaan, ook na de zoveelste ‘aangeschoten wild’ verklaring. Fame voor deze groep collega’s, shame voor de samenleving. Alleen al de schadelast beperking zal een veelvoud zijn van de kosten, maar toch ……. • Maar daarnaast zijn er ook enkele colleges die maar niet ‘rond’ lijken te komen. Daartoe is in goed overleg voor het Markiezaat College en het Zoomvliet College een extern efficiency onderzoek ingesteld op zoek naar de oorzaken. Daarbij gaat het om meer dan een exploitatielast. Immers, binnen onze besturings- en begrotingsfilosofie kunnen Colleges hun eigen innovatiebudget ‘verdienen’ maar dat vereist uiteraard wel een positieve exploitatie. Een langjarige negatieve exploitatie holt het innovatieve vermogen derhalve uit. • Persoonlijk heb ik (Rob Franken) in 2009 als een punt van shame gemeld dat ik een anonieme brief mocht krijgen van een medewerker dan wel een groepje medewerkers. Ik schreef daarover het volgende: ‘De toon van de brief was zeker niet verkeerd, een punt van zorg werd zorgvuldig geformuleerd, het onderwerp was onderwijs gericht en niet gericht op personen. Niets mis mee, maar waarom anoniem. Dat type brieven ontvang ik zelfs graag, maar dan wel met een open vizier, een naam en een rugnummer. Anonieme brieven passen niet binnen onze organisatie. Het zit me dwars’. Helaas, het heeft niet zo mogen zijn dat de betrokken medewerker zich na die oproep heeft gemeld. Een waardige afsluiting had mooi kunnen zijn, maar het is er niet van gekomen. Daarom sluit ik dit punt hier nu maar zelf af. Het was shame en het blijft shame. Maar de vraag is voor wie!
1.10
Kostenstructuur
De lasten uitgedrukt in een percentage van de som der baten geven het volgende beeld:
2010 Som der baten
Begroot 2010
2009
2008
Gem ROC’s 2009
100%
100%
100%
100%
100%
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
73% 6% 7% 13%
73% 6% 7% 13%
73% 6% 7% 13%
73% 6% 7% 12%
72% 6% 8% 13%
Totale lasten
99%
99%
99%
98%
99%
1%
1%
1%
2%
1%
Saldo baten en lasten
Jaarlijks worden, op basis van de jaarrekeningen, de financiële gegevens verstrekt voor alle ROC’s. De meest recente financiële gegevens die beschikbaar zijn, zijn die op basis van de jaarrekeningen 2009. Het ROC gemiddelde wordt onder meer beïnvloed door: • de mate waarin ICT door de ROC’s al dan niet is uitbesteed • gebouwen eigendom zijn dan wel gehuurd worden • de staat/ouderdom van gebouwen • de verhouding van de diverse onderwijssoorten binnen een ROC
Pagina 20
De normering voor alle ROC’s gezamenlijk op basis van de jaarrekeningen 2009 is in voorgaande tabel dan ook slechts ter globale vergelijking opgenomen.
1.11
Nevenfuncties Raad van Bestuur
Nevenfuncties R. Ch Franken Vrz. Raad van Toezicht Stg. Benefit te Almelo Plv. vrz. Raad van Toezicht Dutch Institute World Class Maintenance Lid College van Belanghebbenden in de luchtvaartindustrie Vrz. Coöperatie Zuidwest Delta Vrz (vanaf 15/6/2011, lid) Maintenance Education Consortium Vrz. Stichting i.o. TopsportCentrum Delta
onbezoldigd* onbezoldigd* onbezoldigd* onbezoldigd* onbezoldigd* onbezoldigd*
Nevenfuncties A. Kastelein Lid bestuur VO-raad Vice-vrz Raad van Toezicht Stg. Maatschappij Zandbergen Vice-vrz. Stichting Bentinck Fonds
onbezoldigd* onbezoldigd* onbezoldigd*
* NB: Eventuele vergoedingen gaan naar ROC West-Brabant.
Pagina 21
2
Verslag Raad van Toezicht
2.1
Inleiding
2010 was in vele opzichten een bijzonder jaar. Immers, aan de orde was de afsluiting van de eerste beleidsperiode na de grote fusie in 2005 en tegelijkertijd vroeg de voorbereiding op de tweede beleidsperiode 2010-2015 de volle aandacht. Als jaarthema was gekozen ‘het jaar van de verantwoording’, als het jaar waarin verantwoording zou worden afgelegd over het gevoerde beleid in de eerste lustrumperiode. Daaraan is onder andere invulling gegeven door delen van het jaarverslag 2009 vooraf op de website te publiceren. Verder ontstond eind 2009 een vacature in de Raad van Bestuur door het aangekondigde terugtreden van collega Bert Bos en dat betekende een intensieve benoemingsprocedure.
2.2
Governance Code BVE
De Raad van Toezicht van de Stichting ROC West-Brabant heeft zich in het verslagjaar naast de lopende zaken verder verdiept in de discussie hoe toezichthouden moderne stijl er uit zou moeten zien. Belangrijk hulpmiddel ter adstruering van de discussie was de Governance Code BVE, die enkele jaren eerder van kracht werd. De Raad van Toezicht hanteert ten behoeve van een correct bestuur van de instelling naast het strategisch beleidsdocument ‘Onderwijs met Passie’ een aantal belangrijke besturingsdocumenten, te weten: 1. Statuten 2. Reglement Raad van Toezicht 3. Reglement Raad van Bestuur 4. Directiereglement 5. Medezeggenschapsreglement Statutair zijn de formele bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd. Uitgangspunt is de volstrekte onafhankelijkheid van toezicht en de strikte scheiding tussen bestuur en toezicht. Mede op basis van de opvattingen over Good Governance en als resultante van de interne discussie en het van kracht worden van de Governance Code BVE zijn aanpassingen in statuten en reglementen enkele jaren eerder verwerkt. Tot de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht behoort ook de benoeming van een externe accountant ten behoeve van de verantwoording. In ieder geval zal elke 6 jaar van accountant worden gewisseld. De accountant neemt deel aan het overleg van de Raad van Toezicht bij bespreking van de jaarrekening en de managementletter. In 2009 is besloten om het contract met de huisaccountant 2006-2009 met drie jaar te verlengen tot 2012. Dan zal een definitieve evaluatie plaatsvinden en van accountant worden gewisseld. Daartoe zal een (Europese) aanbestedingsprocedure worden doorlopen.
2.3
Zelfevaluatie
Elke drie jaar evalueerde de Raad van Toezicht zijn eigen functioneren. Dit heeft in 2006 plaatsgevonden en wederom in juli 2009. In 2010 is besloten om deze frequentie te verhogen naar een jaarlijkse evaluatie. Derhalve vond ook in 2010 een eigen evaluatie plaats. Deze evaluaties kunnen aanleiding geven voor een aanpassing van de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend. Bij tussentijds vertrek van leden van de Raad van Toezicht worden deze evaluaties tevens benut om na te gaan of het beoogde brede en aan elkaar complementaire spectrum van competenties behouden is dan wel aangevuld dient te worden. Ook om een kritische blik op het eigen functioneren steeds weer aan te scherpen, nemen leden van de Raad van Toezicht deel aan landelijke bijeenkomsten voor toezichthouders. Een belangrijke bron van informatie met betrekking tot Governance en risicomanagement.
2.4
Overleg met Raad van Bestuur en directies.
Er is in 2010 zeven keer een reguliere vergadering van de Raad van Toezicht geweest. In alle gevallen vond het overleg plaats in aanwezigheid van de Raad van Bestuur met uitzondering van het overleg waarin het eigen functioneren van de Raad van Toezicht aan de orde is geweest. Verder heeft de Raad van Toezicht in 2010 ook besloten om jaarlijks een keer intensief te spreken met de directeuren van de scholen en colleges en de hoofden van diensten. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden in de vorm van een dinerbespreking. In 2011 is deze lijn na positieve evaluatie doorgezet. Tevens is tweemaal in het verslagjaar een regulier overleg vooraf gegaan door een werkbezoek aan een van de instituten. Tijdens deze werkbezoeken worden goede inzichten verworven over ‘kracht en eventueel zwakte’ van het desbetreffende instituut. Pagina 22
De vergaderingen met de Raad van Bestuur kunnen worden gekenmerkt door korte lijnen en het afleggen van directe verantwoording. Daarnaast is de Raad van Toezicht regelmatig ‘sparring partner’ voor de Raad van Bestuur, met name op het gebied van strategische vraagstukken en de wijze waarop met verantwoording omgegaan dient te worden. Zo is in de eerste beleidsperiode uitvoerig gesproken over de implementatie van de strategische visie ‘Onderwijs met Passie’ 2005-2010 en in het verslagjaar is de ontwikkeling van het beleidsdocument ‘Onderwijs met Passie 2015’ vele malen aan de orde geweest. Belangrijkste gesprekspunten met de Raad van Bestuur en de directies liggen op het terrein van onderwijsontwikkeling en onderwijsinnovaties, personeelsbeleid, kwaliteitszorg, managementinformatie, risicomanagement, financiën en huisvesting.
2.5
Beoordeling Raad van Bestuur
Inzake de beoordeling van de zittende Raad van Bestuur is dezelfde werkwijze gevolgd als in voorgaande jaren. De rapportages, waarin door de Raad van Bestuur verantwoording afgelegd werd over het gevoerde beleid en daarmee samenhangende resultaten, nam de Raad van Toezicht als uitgangspunt voor de beoordeling. Deze beoordeling over het gevoerde beleid heeft plaatsgevonden in december 2010. De bezoldiging van de Raad van Bestuur vindt plaats op basis van de sectorbrede ‘Beloningsregeling voor bestuurders van MBO-instellingen’. De concerncontroller draagt zorg voor een onderbouwing op grond van de formele rekenregels waarna de Raad van Toezicht de bezoldiging vaststelt binnen de uitkomst van de schaalbreedte. Zoals boven aangegeven heeft Bert Bos, lid van de Raad van Bestuur, in 2009 te kennen gegeven op persoonlijke gronden zijn positie als bestuurder op te willen geven en te opteren voor een andere functie binnen het ROC. De Raad van Toezicht heeft zijn besluit ten volle gerespecteerd. Vervolgens is besloten om de procedure te starten ter benoeming van een nieuw lid van de Raad van Bestuur. In 2009 is daartoe een profiel opgesteld waaraan de nieuw te benoemen bestuurder zou moeten voldoen. Raad van Bestuur, directies en diensthoofden zijn uitgenodigd tot een inbreng. Vervolgens is een wervingscampagne opgezet en heeft een selectieproces plaatsgevonden. Ook in deze fase is door directies, diensthoofden en de medezeggenschapsraad intensief geparticipeerd. In april 2010 is tenslotte Arjan Kastelein benoemd waarmee per augustus 2010 de Raad van Bestuur weer op volle sterkte was gebracht.
2.6
Strategische beleidsvoering
In 2010 zijn de volgende strategische documenten ontwikkeld en door de Raad van Toezicht geaccordeerd. • Onderwijs met Passie 2015 • Bouwstenen voor financieel beleid 2010-2020 Deze richtinggevende documenten, welke in het verslag van de Raad van Bestuur nader zijn geduid en beschreven, zijn ontwikkeld om beleid, resultaten en ontwikkelingen steeds in het perspectief te kunnen plaatsen van een lange termijnvisie. Daarmee wil uiting worden gegeven aan de derde kernwaarde van de organisatie en wel ‘duurzaamheid’. Geen quick wins, geen short runs, geen hypes maar de keuze voor langjarig, duurzaam en consistent beleid.
2.7
Jaarrekening en managementrapportages
Belangrijk onderdeel van de Governance Code is het afleggen van verantwoording op essentiële beleidsterreinen als onderwijsbeleid en onderwijsresultaten, ontwikkeling van deelnemers en schooluitval en financiële resultaten. De Raad van Toezicht heeft op gezette tijden in de MARAP de integrale kwartaalrapportages ontvangen en besproken. Met betrekking tot de onderwijskwaliteit zijn alle rapportages van de onderwijsinspectie in de Raad van Toezicht aan de orde geweest en uitvoerig besproken. In juni 2010 werd de jaarrekening vastgesteld. Belangrijke discussiepunten waren de financiële resultaten gekoppeld aan de onderwijsresultaten. Daarnaast was een belangrijk onderwerp voor de Raad van Toezicht het risicomanagement. Inschatting van eventuele risico’s op langere termijn staat hoog op de prioriteitenlijst van de Raad van Toezicht. Met name de bouwstenennotitie 2020 vervult een functie in dat risicomanagement. In ontwikkeling is nog een ‘dashboard MIS’ waarin de strategische indicatoren worden gemeten en de ontwikkelingen worden verantwoord. Naar verwachting wordt de MIS in 2012 integraal opgeleverd. Vanaf dat moment zal de verantwoording in belangrijke mate ‘paperless’ plaatsvinden.
Pagina 23
2.8
Samenwerkingen en BV’s
Vrijwel onmiddellijk na de fusie in 2005 is de discussie gevoerd en heeft besluitvorming plaatsgevonden rondom strategische samenwerkingsverbanden. Hierbij springt in het oog het in 2010 met kracht doorzetten van het in voorgaande jaren ingezette beleid rondom het Masterplan VO Breda. De Raad van Toezicht heeft zich in de achterliggende periode zeer beijverd om het Masterplan VO/BO te laten slagen. Drijfveer hierbij is geweest de unieke propositie van de beroepskolom onder één aansturing in de regio Breda. Daarnaast is veel aandacht geweest voor de ontwikkeling van de ‘eigen’ BV’s IT-Workz, P3transfer, WCAA en de AM&TS. Periodiek nemen de directies van deze commerciële organisatieonderdelen deel aan vergaderingen van de Raad van Toezicht voor een presentatie van de ontwikkelingen. Dit geldt ook voor de directeur van het Maintenance Education Consortium, een voor ROC West-Brabant zeer belangrijk samenwerkingsplatform met andere BVE-instellingen, Hogescholen, bedrijven en overheden. Op deze wijze is het voor de Raad van Toezicht mogelijk om goed ‘in touch’ te blijven. Steeds is daarbij de vraag aan de orde of deze commerciëel-private initiatieven in voldoende mate een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de regulier-publieke activiteiten.
2.9
Themabijeenkomsten en werkbezoeken: onderwijs
Om de betrokkenheid van de Raad van Toezicht verder vorm te geven werden zoals boven reeds genoemd, wederom thema-bijeenkomsten georganiseerd op een tweetal Colleges. Op deze bijeenkomsten, waar ook directeuren, medewerkers en soms ook studenten bij aanwezig waren, werd getoond waar op instituutsniveau aan gewerkt wordt. In het bijzonder werd aandacht besteed aan de positionering van de diverse instituten en het onderwijs zoals verwoord in het Strategisch plan ‘Onderwijs met Passie’. Daarnaast werden verschillende rondleidingen door de instituten georganiseerd, waarbij inzicht werd verkregen in de dagelijkse gang van zaken met de daarbij behorende knelpunten. Deze bijeenkomsten worden in hoge mate gewaardeerd zowel door de Raad van Toezicht als door de betrokken medewerkers.
2.10
Samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: 1. Dhr. mr. N.C.M. Koch (voorzitter) 2. Dhr. ir. A.A. Peters (vice-voorzitter) 3. Dhr. H.A.W. M. Brons 4. Dhr. J.J.M. Tromp 5. Dhr. A.M.L. Verpaalen 6. Dhr. C. Daleboudt, (op voordracht van de medezeggenschapsraad)
2.11
Bezoldiging
De Raad van Toezicht kent een vacatieregeling. Hiervan is in de jaarrekening verslag gedaan. In 2010 is een bedrag uitgekeerd van € 42.688 (2009: € 30.500, 2008: € 45.077 en 2007: € 31.865). Van invloed op de hoogte van de vergoedingen was het intensieve proces met betrekking tot de benoemingsprocedure voor de Raad van Bestuur alsmede vertegenwoordigingen in externe verbanden.
Pagina 24
3
Structuur
3.1
Organisatiestructuur
In de voorgaande hoofdstukken is beschreven wat de strategische visie van ROC West-Brabant was (Onderwijs met Passie 2005-2010) en wat de strategische visie is geworden (Onderwijs met Passie 2015). Ook het totstandkomingtraject is beschreven. Passend bij de besturingsfilosofie is gekozen voor een organisatiestructuur met vergaande decentralisatie. De taak van de colleges en scholen bestaat uit het zorgen voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en een krachtige onderscheidende identiteit. Ondersteunende diensten worden zowel centraal als decentraal uitgevoerd (decentraal tenzij…). De stafdiensten van colleges zijn een weerspiegeling van de centrale staf en hebben daar ook een functionele relatie mee. In bijlage 1 zijn organogrammen opgenomen. In het eerste overzicht is het organogram van scholen en colleges te vinden en in het tweede overzicht een schematische weergave van stichtingen en BV’s gelieerd aan Stichting ROC West-Brabant.
3.2
Programma ROC Service en Advies
De Raad van Bestuur is ondermeer verantwoordelijk voor strategische positionering, stimuleren van innovatie en het ontzorgen van het onderwijs door optimalisatie van ondersteunende processen. In de eerste beleidsperiode is gebleken dat de ondersteunende processen – centraal en decentraal uitgevoerd niet optimaal verlopen. Om de scholen en colleges in staat te stellen zich maximaal te kunnen richten op hun core business - de onderwijskundige taakstelling en hun positionering - zullen zij voor de ondersteunende processen in toenemende mate op een efficiënte en effectieve wijze ‘ontzorgd’ gaan worden. Dit vraagt om een hervorming van de ondersteunende diensten. Dit voornemen sluit goed aan bij onze focus om studenten en medewerkers maximaal in hun kracht te zetten en bij onze keuze voor ‘servant leadership’ (zie paragraaf 1.8) Daarom heeft de Raad van Bestuur besloten om de optimalisatie van ondersteunende processen te prioriteren en als strategische doelstelling te benoemen. Hiermee is het principe ‘decentraal tenzij’ mogelijk niet langer van toepassing voor de ondersteunende processen. Een aantal van deze processen wordt mogelijk instituutsoverstijgend georganiseerd, ingericht, aangestuurd en uitgevoerd. Hiervoor zal een programma organisatie, Programma ROC Service en Advies (RSA) worden opgezet om deze strategische doelstelling te concretiseren.
3.3
Samenwerkingsverbanden
ROC West-Brabant participeert in een groot aantal samenwerkingsverbanden. Deelname aan een samenwerkingsverband moet leiden tot een meerwaarde voor ROC West-Brabant. De belangrijkste samenwerkingsverbanden zijn: • de Ruit, een samenwerkingsverband ter versterking van commerciële activiteiten, verbetering efficiency bedrijfsvoering en onderwijsinnovatie • Dutch Institute World Class Maintenance, waarbij gestreefd wordt naar de algemene bevordering van Maintenance (Valley) en de bevordering en afstemming van de 4 O’s (Ondernemingen, Onderwijs, Overheden en Onderzoek) • Paars Partnerschap Coöperatief ter bevordering van de kwantitatieve en kwalitatieve instroom in defensie opleidingen • Johan Cruijff College ter bevordering van MBO in combinatie met een topsportcarrière.
Pagina 25
4
Onderwijs
4.1
Onderwijsprestaties
4.1.1
VMBO
In bijlage 2 zijn de onderwijsprestaties van het VMBO weergegeven. Van iedere school is per leerweg het opbrengstoordeel 2011 en het slagingspercentage 2010 opgenomen. Het opbrengstoordeel 2011 is samengesteld uit het rendement onderbouw, het rendement bovenbouw, de cijfers van het centraal examen en het verschil tussen schoolexamen en centraal examen. Van de eerste drie genoemde indicatoren is door de Inspectie van het Onderwijs het gemiddelde bepaald over de jaren 2008 t/m 2010. Per indicator wordt aangegeven of deze voldoende of onvoldoende is. Wanneer twee of meer indicatoren onvoldoende zijn, luidt het opbrengstoordeel onvoldoende. Tien VMBO-scholen maken onderdeel uit van ROC West-Brabant. In totaal zijn er bij vijf scholen zeven leerwegen met een opbrengstoordeel onvoldoende en acht leerwegen met een opbrengstoordeel voldoende. Vijf scholen met in totaal dertien leerwegen scoren over de hele linie voldoende. Er zijn elf leerwegen die in 2010 een slaagpercentage van 100,0% hebben gerealiseerd. Opmerkelijk zijn de resultaten van Prinsentuin Andel waar alle drie de leerwegen een slaagpercentage van 100,0% laten zien.
4.1.2
MBO
De opbrengsten behaald binnen het MBO zijn onder te verdelen in een drietal elementen: • diplomaresultaat en jaarresultaat • voortijdig schoolverlaten (VSV) • aantal deelnemers niveau 1 en 2 (VOA) In bijlage 2 zijn per instituut deze gegevens weergegeven met veelal een toelichting op de scores. Het diplomaresultaat en jaarresultaat is weergegeven inclusief en exclusief Bedrijfsgroepen. Hiervoor is gekozen omdat de Bedrijfsgroepen vaak een drukkend effect hebben op de rendementen. Bij het Kellebeek College is ook rekening gehouden met de AKA. Voor deze groep deelnemers telt het hebben van een baan even zwaar mee als het behaald hebben van een diploma niveau 2. Een beperkt aantal instituten scoort onvoldoende op zowel jaarresultaat als diplomaresultaat: • Cingel College, niveau 4 • ROC brede Bedrijfsgroepen, niveau 1, 3 en 4 Dit betekent dat de overige 7 instituten over de hele linie positief scoren.
4.2
Onderwijs
ROC West-Brabant is gekenmerkt door een innovatieve benadering van het onderwijs. Op tal van plaatsen binnen de instelling wordt de toekomst ‘naar voren beleefd’. Op eigen kompas wil zeggen op eigen koers, maar ook op radar wil zeggen met open oog voor ontwikkelingen in techniek en samenleving met betekenis voor het beroepsonderwijs. Dit uitgangspunt leidt tot een veelheid aan innovaties in het onderwijs en tal van innovatieve projecten waarbij bestaande grenzen worden overschreden. Wezenlijke innovaties en experimenten laten we wetenschappelijk volgen teneinde de resultaten en effecten objectief te valideren. Enkele voorbeelden van nieuw denken. Meervoudige intelligentie Ons onderwijs is nog steeds zeer ‘talig’ ingesteld. Onderzoekers stellen dat dat geldt voor ongeveer 80% van het onderwijscurriculum waar tegelijkertijd gesteld moet worden dat slechts 20% van de mensen dominant ‘talig’ is ingesteld. Een enorme mismatch, derhalve. Dat heeft ’t Bergse VMBO geïnspireerd om een langjarig project in te gaan onder de naam ‘meervoudig intelligent’. Er zijn meer vormen en uitingen van intelligentie dan louter ‘talige’. En op basis van onze eerste kernwaarde ‘de mens staat centraal’ en dus ‘mag geen talent verloren gaan’ wordt een veelvormige en pluriforme methodiek en didactiek vorm gegeven waar elke leerling optimaal door wordt aangesproken. Pagina 26
Brein leren Een project dat kenmerkend is voor het Radius College, in dit project intensief samenwerkend met Tessenderlandt. Recente nieuwe inzichten over de ontwikkeling van het puberbrein vragen tegelijkertijd om nieuwe inzichten in onderwijsmethodiek en –didactiek. Zo is na uitgebreid onderzoek vastgesteld dat de meest optimale leerervaring bereikt wordt door ‘het spreken en vertellen over je eigen leerervaring’. Ook maakt ‘betekenisvol leren’ deel uit van dit denken. Leerstof met herkenbare betekenis voor leerlingen en studenten wordt vele malen gemakkelijker begrepen en toegepast dan wanneer dat niet of minder het geval is. Het is een kleine stap naar ‘leren vanuit praktijkervaringen’. Het Radius concept is ondermeer op dit principe gebaseerd. Flash, Zinc, Florijn Sails & Support en Fast Deze nieuwe initiatieven zijn niet geheel vergelijkbaar met elkaar maar de overeenkomst bestaat in het hierboven genoemde betekenisvolle leren. Zinc (Zoomvliet College) en Fast (Florijn College ) zijn studentenbedrijven waarin voor werkelijke opdrachtgevers taken en opdrachten in een praktijk gerelateerde context worden uitgevoerd. Dat geldt ook voor Florijn Sales & Support Flash, een eigen call center waarin door studenten opdrachten worden uitgevoerd voor commerciële en niet commerciële opdrachtgevers.FS&S is een zeer florerend studentenbedrijf met een overvolle orderportefeuille. Flash (Florijn College) kan beschouwd worden als een zeer vernieuwend onderwijsconcept met als leidraad ‘het omgekeerde leren’. Niet veelal longitudinaal en gestapeld opgebouwde content in ‘logische’ samenhang is hier het ordenend principe maar praktijkopdrachten van bedrijven, instellingen en verenigingen. Deze opdrachten worden ‘naar binnen gehaald’ en aan die opdrachten wordt de theorie gekoppeld. De ELO It’s learning vormt de backbone van het concept. Studenten van verschillende niveaus 2, 3 en 4 werken in dit concept door en met elkaar aan reële, dus betekenisvolle opdrachten. Ten behoeve van een betrouwbare validering van de leereffecten is flankerend wetenschappelijk onderzoek ingericht. In 2011 worden de eerste definitieve inzichten verwacht; voorlopige conclusies laten spectaculaire resultaten zien. Instructables Dit is een bijzonder project van het Cingel College waarbij moderne media worden ingezet om participatie in het onderwijs te vergroten. In feite is het een open leeromgeving waarin webbased input voor producten kan worden geleverd. Na voorbereidend werk in 2010 demonstreerden studenten van het Cingel College deze zeer bijzondere denk- en werkwijze begin 2011 in een horeca-setting. Recepten van maaltijden worden op de publieke site geplaatst waarna van waar ook ter wereld suggesties voor aanpassen van het recept kunnen worden ingebracht waarmee steeds weer nieuwe producten worden gecreëerd. Voor een publiek van 600 bezoekers ontstond een zeer bijzonder, activerend en betrokken proces. Redcat De redcat vertegenwoordigt een geluid experiment dat op een aantal plaatsen binnen het ROC in gebruik is genomen. Het is een innovatie van ons Innovatienetwerk dat expliciet de opdracht heeft om de radarfunctie te vervullen op zoek naar innovaties die dienstbaar kunnen zijn aan effectiever onderwijs. De redcat is een relatief eenvoudige technische ontwikkeling waarbij geluidsgolven zo worden beïnvloed dat waar ook in de betreffende (klas of praktijk) ruimte het geluid ervaren wordt als ware de spreker (docent) naast je staat. Zeer beschermend en ontspannend voor keel en spraak van de docent maar ook zeer bevorderend door de concentratie van de leerling, student. Van ingespannen luisteren is geen sprake meer. In deze lijn mag ook gesproken worden over onze licht experimenten. Vol spectrum licht en instelbaar licht kunnen geweldige effecten hebben op sfeer en concentratie in de lessen. In een viertal scholen zijn lokalen ingericht om ervaring op te doen en ook hier geldt dat serieus wetenschappelijk onderzoek moet ondersteunen bij de validering van effecten. Social media Op vele plaatsen in het ROC worden didactieken ontwikkeld die mede gebruik maken van social media. Diverse cursussen, Twitter, Facebook, Skype, It’s Learning etc. voor medewerkers dragen ertoe bij dat social media geleidelijk ontsloten worden voor toepassingen in het onderwijs. Regelmatig wordt kritiek geuit op de kwaliteit van de begeleiding van studenten in stage of anderszins. Skype en skype-achtige vormen van begeleiding kunnen zorgdragen voor een ongekende intensivering van coaching en begeleiding op afstand. Zeer toepasbaar bijvoorbeeld in het geval van buitenlandse stages. Observatieklas Een top-innovatie van een geheel andere orde is de inrichting van een observatieklas in de Rotonde, zorgschool Pagina 27
VMBO. In deze voor het Bredase Voortgezet Onderwijs collectieve voorziening worden leerlingen tijdelijk opgevangen die om welke reden dan ook vastlopen op hun huidige school. Sinds 2010 is De Rotonde aangewezen als Plusvoorziening in deze regio. Onderdeel van de Plusvoorziening vormt de Observatieklas. Hierin komen jongeren terecht met problemen waarbij de school waar deze leerling vandaan komt, geen mogelijkheden heeft om hem/haar hierbij te helpen. De Observatieklas heeft een wisselende samenstelling van jongeren die tijdens hun schooltijd worden geobserveerd, zodat de problematiek per leerling duidelijk wordt en hierop ingespeeld kan worden. Het streefdoel van de Observatieklas is dat de jongere zijn/haar leven weer op de rit krijgt zodat het (op termijn) halen van een startkwalificatie mogelijk is. De leerlingen worden na observatie en advies naar een passende plaats op een van de scholen voor VO in de regio Breda e.o. toegeleid. In het geval dat onderwijs niet op de voorgrond kan komen, vindt de toeleiding plaats naar een passende voorziening in de jeugdhulpverlening of arbeid. NOAD-team Ook in de hoek van sociale innovatie zit het NOAD-team. Een team van student-ambassadeurs dat het eigen (school) leven weer “op de rit” heeft en met mede leerlingen en studenten hun ervaringen willen delen teneinde hun te behoeden voor dezelfde valkuilen. Er werd een BLOG over geschreven “Maar dit NOAD-team staat voor iets heel bijzonders. Dit team is een team van ambassadeurs. 5 studenten met herwonnen zelfvertrouwen die elke twee weken een ochtend of een middag besteden aan contact met medestudenten MBO en scholieren VMBO. Ook dan vertellen ze hun indringende verhaal en nemen ze de leerlingen op onze scholen op meeslepende wijze mee in hun ontwikkeling. Waarom het eerst mis ging en wat hen heeft bewogen om toch weer die nieuwe stap te zetten. Hun begeleiders vertellen hoe muisstil zo’n VMBO-klas dan is. Hoe levensecht hun verhalen en hoe die verhalen binnen komen. Ze vertellen over de onuitwisbare indruk die dat maakt op de luisteraars. En over hun trots op deze rolmodellen voor onze leerlingen want dat zijn ze. Ze vertellen over hun drive om andere leerlingen en studenten te behoeden voor dezelfde valkuilen. “Kies voor jezelf, heb zelfvertrouwen, kijk verder dan vandaag, durf en haal een diploma. Alleen dan kom je verder”, dat is hun boodschap”. Enterprise, Embargo, Check out Een drietal door ROC West-Brabant zelf ontwikkelde serious games. Deze games zijn een meer dan serieuze poging om onderwijscontent te ontsluiten binnen een hoog technologische omgeving als een game. Single user en Multi users versies maken gamen individueel en in groeps (klasse) verband mogelijk. Alle content is ontwikkeld door eigen docenten, voor de talen games Embargo en Check out gebaseerd op het European Language Framework. De ondernemingsgame is tweetalig Ned/Eng beschikbaar. Het implementatietraject is volop gaande, maar lang niet altijd gemakkelijk. De introductie van werkelijk nieuw denken en nieuw leren vraagt een lange weg. Taal en rekenen Er is veel maatschappelijke aandacht voor taal en rekenen. Onze serious games zijn er door geïnitieerd. Er zijn in dit belangrijke dossier inmiddels veel slagen gemaakt: • het professionaliseren van onze taal- en rekendocenten, • taal- en rekencoaches zijn op de instituten aangesteld, • kenniskringen zijn tot stand gekomen, • specifieke programma’s zijn aangeschaft, • 4 instituten hebben deelgenomen aan het pre-pilotproject centrale examinering. Inspanningen om het taal- en rekenniveau van onze studenten een flinke boost te geven. In bijlage 3 is een inhoudelijke verslag opgenomen. Weblog: FLASH, nader beschouwd door de ogen van 4 studenten
‘Het is een uitkomst voor me’ Wij zijn in gesprek met 4 studenten en een docent van het Florijn College voor economie. Meer precies: met studenten van de locatie in Oosterhout, Flash genoemd. Flash, naar het uiterst innovatieve onderwijsconcept dat in die locatie, inmiddels ook samen met opleidingen van het Radius College voor techniek, wordt uitgerold. Het onderwijs begint daar met opdrachten vanuit het bedrijfsleven, verenigingen, de gemeente en andere instellingen. Pagina 28
Aan die opdrachten wordt de theorie gekoppeld die nodig is om deze opdracht uit te kunnen voeren. Een totaal ingericht ELO (It’s learning) is backbone en zorgt voor structuur en overzicht in het leerproces en de ontwikkeling van de studenten. Werkbezoeken Het gesprek is onderdeel van een werkbezoek van de Raad van Bestuur aan de school, zoals we er sinds het begin van dit schooljaar op alle MBO-locaties en de BV’s hebben afgelegd. Hierna volgen de VMBO-locaties. Een aantal uren worden we op deze wijze ‘ondergedompeld’ in de bijzondere omstandigheden en uitdagingen van dit College. We spreken met het management, met docenten, conciërges, overige medewerkers en last but first onze leerlingen en studenten. Voor Arjan en mij onbetaalbaar waardevolle momenten om onze bestuurlijke opdracht en focus telkens weer te matchen met en te spiegelen aan de werkelijkheid van de werkvloer van het onderwijs: daar waar het echt gebeurt. Een klacht We worden door een groepje studenten even apart aangesproken, of we ook iets kunnen doen aan hun klacht? ‘Wat zit jullie dwars’, vragen wij. ‘Nou meneer, weet u. Kijkt u eens naar ons rooster, al die lange dagen tot 5 uur, dat kan toch niet. En dan moeten we ook nog ons huiswerk maken.’ Als bestuurlijke bobo denk je dan onmiddellijk aan Pauw en Witteman, Zembla, de Volkskrant en meer van die ‘onzinnige’ gremia. Te lange dagen? Het klinkt ons als muziek in de oren. We laten het ons eens rustig uitleggen en nemen afscheid met de afspraak dat zij ons een brief schrijven met hun opmerkingen en dat wij die goed zullen lezen en bespreken met de schoolleiding. In ons bobo-achterhoofd zit al de gedachte om er wellicht zelfs meer mee te doen, maar dat zullen we later zien. Flash nu Terug naar ons gesprek met Justin, Danny, Melissa en Marieke en hun projectleider van Flash, Alex. Het onderwijsconcept is nu in het derde jaar. Een mix van 1ste, 2e en 3e jaars zit aan tafel. Niveaus lopen door elkaar heen, voor de studenten is het belangrijkste kenmerk de flexibiliteit zodat je je eigen route en tempo kunt bepalen. Melissa heeft inmiddels 2 opleidingen tegelijkertijd afgerond en staat op de drempel naar het HBO. Dat geldt ook voor Danny. Justin is net begonnen na een mislukt jaar op een ander MBO-instituut. Nog sterker geldt dat voor Marieke. Zij heeft 2 mislukte MBO-jaren op 2 verschillende MBO-scholen achter de rug en is nu met vol elan aan het werk. De studenten zijn positief maar ook kritisch. Met name vorig jaar ging er nog wel eens veel mis maar ze ervaren dat daar hard aan gewerkt is. Nog steeds zijn er wensen en Alex geeft aan hoe dit concept ook tijd nodig heeft om ‘volwassen’ te worden. ‘Is dit concept geschikt voor alle studenten’, vragen wij. ‘Zeker niet’, antwoorden ze gezamenlijk, ‘je moet zelfstandig kunnen werken, je eigen leerroute willen uitstippelen’. ‘Docenten zijn er om je te ondersteunen, maar het komt uiteindelijk op jezelf aan, er wordt veel van je gevraagd’. Dan is onze slotvraag, ‘hoe beoordelen jullie dit concept nu, geef eens een cijfer. …..’ Misschien wel de meest kritische student, 2 niet geslaagde MBO-jaren achter de rug, zegt dan ‘meneer, dit concept is voor mij een uitkomst. Dit is voor mij gemaakt, hier ga ik slagen, hier kan ik mijzelf helemaal herkennen en hier kan ik mijn ambitie waarmaken. Op de andere scholen kon ik het niet vinden, maar hier wel’. Onderwijs op persoonlijke maat Mijn vorige blog handelde over een filmpje van sir Ken. Hij pleit daarin voor personalized learning. Is dit een mooie stap of niet? Hoezo, ‘on the model of fast food’, zoals hij schrijft? De blog daarvoor ging over talentontwikkeling, leest u ‘m nog eens. Het bevestigt ons zeer in onze bijzondere besturingsfilosofie waarin juist níet naar eenvormigheid wordt gezocht, maar naar diversiteit en onderscheid. Een grote verscheidenheid van onderwijsconcepten waaruit studenten de persoonlijke en meest passende keuze kan maken, is ons hoge doel. Onze back office strak, eenduidig, standaard en efficiënt ingericht. Onze front office daarentegen, het onderwijs dus, pluriform, meervoudig intelligent, divers en onderscheidend ingericht, als stappen op weg naar personalized learning. Het Florijn College heeft met het Flash-concept hoopvolle stappen gezet voor een daarbij passende groep studenten. Justin, Danny, Melissa en Marieke, dank voor dit boeiende en inspirerende gesprek. Arjan en ik weten weer precies waar we voor willen en moeten gaan. Een prachtig gesprek met een prachtige titel en een prachtig slot: ’Dit onderwijs is een uitkomst voor me’’
4.3
Ontwikkelingen als gevolg van interne kwaliteitszorg
De Inspectie van het Onderwijs heeft een toezichthoudende taak met betrekking tot de kwaliteit van het primair Pagina 29
proces bij onderwijsinstellingen. Omdat zowel VMBO- als MBO-onderwijs wordt aangeboden, heeft ROC WestBrabant te maken met twee toezichtkaders, VO en BVE. De inspectie heeft in het kernkader voortgezet onderwijs en het toezichtkader BVE benoemd aan welke criteria het onderwijs en de organisatie dienen te voldoen. In beide toezichtkaders wordt aandacht besteed aan kwaliteitszorg.
4.3.1
VMBO
Kwaliteitsaspect 9 van het kernkader voortgezet onderwijs luidt als volgt: de school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. Dit kwaliteitsaspect is uitgewerkt in een achttal indicatoren. ROC West-Brabant maakt gebruik van het instrument Zelfevaluatiekader (ZEK) ter ondersteuning van kwaliteitszorg binnen het VMBO. Drie groepen belanghebbenden (leerlingen, ouders en personeel) worden bevraagd middels standaardvragenlijsten. Binnen de school worden de onderlinge scores vergeleken en geanalyseerd. De uiteindelijke zelfevaluatie wordt vastgesteld in een zogeheten consensusbijeenkomst onder aanvoering van een externe adviseur. Tijdens deze bijeenkomst worden de verbeterpunten bepaald waaraan gewerkt gaat worden. Deze verbeterpunten worden vastgelegd in een verbeterplan. De schooldirecteur is in principe verantwoordelijk voor de bewaking van de voortgang van de verbeteringen. Hij/zij legt hierover verantwoording af aan de algemeen directeur ROC West-Brabant VMBO. In 2010 zijn stappen ondernomen om te komen tot de uitvoering van audits op zowel zelfevaluatie als voortgang van het verbeterplan. In 2011 zullen de eerste audits plaats gaan vinden.
4.3.2
MBO
In het toezichtkader BVE bestaat het thema bestuurlijk vermogen uit het kwaliteitsaspect kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg wordt als volgt toegelicht: er is sprake van stelselmatige beoordeling, verantwoording en verbetering van de kwaliteit van de geleverde prestaties. Het kwaliteitsaspect valt uiteen in twee delen: • Kwaliteitszorg; de beoordeling van het onderwijs wordt regelmatig en mede aan de hand van toetsbare doelen beoordeeld en verantwoord en waar nodig op grond van toereikende maatregelen verbeterd; • Beoordeling; de kwaliteit van het onderwijs wordt regelmatig beoordeeld met betrokkenheid van belanghebbenden en onafhankelijk deskundigen. Op beide onderdelen zijn er ontwikkelingen te melden in 2010. In aansluiting op de vorming van resultaatverantwoordelijke teams zijn we gestart met de invoering van een instrument ter ondersteuning van het kwaliteitsbewustzijn van onderwijsteams. Dit instrument Yucan is ingericht op basis van het toezichtkader BVE en het INK-managementmodel. Stellingen ondersteunen onderwijsteams bij het opstellen van een zelfevaluatie. Het instrument biedt daarnaast de mogelijkheid om onderbouwde documenten toe te voegen en een verbeterplan op te stellen op basis van de onvoldoende scores. In 2010 is Yucan gebruikt voor de voorbereiding van de interne audits. Begin 2011 heeft een pilot plaatsgevonden bij 12 onderwijsteams. De ervaringen binnen de pilot zullen gebruikt worden bij de implementatie van Yucan bij de overige 88 teams. Het uitvoeren van interne audits is binnen het MBO inmiddels een jaarlijks terugkerende activiteit. In 2010 is bij ieder instituut een thema audit op het gebied van examinering uitgevoerd en een audit aan de hand van het toezichtkader BVE. Daarnaast zijn er nog aanvullende audits uitgevoerd bij opleidingen met een eerder onvoldoende score bij inspectie of interne audit. Middels deze aanvullende audits zijn de verbeterde producten beoordeeld.
4.4
Toegankelijkheid van de instelling
ROC West-Brabant stelt zich ten doel om maximale toegankelijkheid te realiseren voor alle doelgroepen. Zoals aangegeven in onze strategische visie willen we het beste uit leerlingen en studenten naar boven brengen: als het kan van 10 naar 20 talenten of van 1 naar 2 talenten. Met het in 2007 vastgestelde Masterplan VO in Breda en de mede daaraan verbonden fusie met de Praktijkschool kan gesteld worden dat ROC West-Brabant maximaal toegankelijk is voor alle doelgroepen op welk niveau dan ook. Van deelnemers die aangewezen zullen zijn op een beschermde werkomgeving tot deelnemers met een succesvolle doorstroom naar het HBO al of niet via AD-programma’s. Indien geen crebo niveau 1 opleiding beschikbaar is, is de crebo niveau 2 opleiding drempelloos.
Pagina 30
4.4.1
Aantallen studenten verdeeld over de sectoren
College
2010 MBO
Cingel Florijn Kellebeek *3 Markiezaat Prinsentuin Radius Vitalis Zoomvliet BBL-ROC breed Bergse vmbo/Westerpoort Scala/Effent Praktijkschool v. Cooth (OVO) Rotonde (OVO) Totaal BBL BOL VMBO+MBO
VMBO
899 1.616 2.628 2.846 1.457 3.206 2.678 2.262 2.497
20.089 10.223 9.866
AVO/ VWO
194
2009 educatie
1.780
2.148
675 1.646 297 409 373 5.742
MBO
VMBO
814 1.685 2.601 2.895 1.416 3.372 2.826 2.587 2.205
20.401 10.559 9.842
25.831
AVO/ VWO
177
1.856
2.194
701 1.667 273 424 377 5.813
26.214
Stedelijk Gymnasium (OVO) Gr. Engelbrecht (OVO)
932 1.053
927 1.056
OVO (exclusief aantallen VMBO-entiteit) OVO (inclusief aantallen VMBO-entiteit)
1.985 2.767
1.983 2.784
Educatie Totaal generaal
educatie
1.780 29.596
1.856 30.053
Bij zowel MBO als VMBO en Educatie is sprake van een daling van het aantal deelnemers. Totale daling binnen het MBO is 1,5 %, bij de voltijdopleidingen (BOL) is sprake van een lichte stijging met 0,2%, de deeltijdopleidingen dalen echter met 3,2%. In de sector groen stijgt het aantal deelnemers met 2,9%, bij alle overige sectoren is sprake van een daling: economie met 6,1%, dienstverlening met 2,2% en techniek met 3,4%. De ROC-brede bedrijfsgroepen zijn opleidingen die verzorgd worden voor ondernemingen en instellingen met een landelijke spreiding. Deze bedrijfsgroepen zijn per 1 oktober 2010 met 13,2% gestegen ten opzichte van 1 oktober 2009. De totale daling binnen het VMBO is 1,2%. Bij de meeste scholen is sprake van een daling. Bij twee scholen is juist sprake van een stijging van het leerlingaantal: Kellebeek College (9,6%) en de Praktijkschool (8,8%). Binnen Educatie is het verloop van het deelnemersaantal als volgt: Soort opleiding 1 oktober 2009 1 oktober 2010 % 2010 t.o.v. 2009 Basiseducatie 509 355 69,7% NT2 773 977 126,4% VAVO 574 448 78,0% Totaal 1.856 1.780 95,9% Het totaal aantal deelnemers is afgenomen met 4,1% waarbij een duidelijke verschuiving te zien is tussen Basiseducatie c.q. VAVO en NT2.
Pagina 31
4.4.2
Toegankelijkheid: bijzondere organisatieonderdelen
Praktijkschool voor leerlingen met laag IQ Zorgscholen VMBO voor leerlingen met leerproblematiek Reguliere VMBO-scholen met leerlingen op LWOO-indicatie AKA-opleidingen bij Kellebeek Via en Kellebeek Nova Bedrijfsgroepen met niveau 1 en niveau 2 maatwerk trajecten Servicecentrum Studie en Beroep: diagnose, testen en heroriëntatie
4.4.3
Breda regio regio regio regio regio
Toegankelijkheid: bijzondere initiatieven
In 2007 zijn de 10 bouwstenen voor onderwijs met zorg benoemd: 1.
Een zorgcultuur die past bij de kernwaarden van ROC West-Brabant;
2.
Elke leerling telt, extra aandacht gaat uit naar zorgleerlingen;
3.
De basiszorg vindt plaats vanuit het college of de scholen;
4.
Binnen ROC West-Brabant is aanvullende expertise beschikbaar;
5.
Er is sprake van doorlopende leer- en zorglijnen;
6.
Er is sprake van passende deskundigheid van de medewerkers in de eerste en tweede lijnszorg;
7.
De relaties met externe instanties rond leerlingzorg zijn transparant;
8.
Er zijn zorgadviesteams (ZAT’s) die de nodige afstemming garanderen;
9.
Instroom, opstroom en uitstroom van leerlingen met een zorgprofiel wordt geoptimaliseerd;
10.
Er is sprake van heldere definities ten aanzien van zorg.
Er vinden regelmatig onderzoeken plaats naar de stand van zaken betreffende de invoering van de 10 bouwstenen. In het Directieberaad van 8 maart 2010 is het resultaat van een Quickscan besproken samen met conclusies en aanbevelingen. In 2011 zal een nieuw onderzoek worden uitgevoerd.
4.5
Voortijdig Schoolverlaten
Als bijdrage aan de discussie over ‘Onderwijs met Passie 2015’, verschijnt in april 2010 de notitie ‘Zorg om de deelnemer’. Deze notitie beschrijft de initiatieven die sinds 2007 binnen ROC West-Brabant rondom deelnemerzorg zijn ontplooid. Omdat gedurende het jaar 2010 nog tal van nieuwe projecten starten, verschijnt in september van dat jaar een aanvulling op deze notitie onder de titel ‘Overzicht lopende acties tegengaan voortijdig schoolverlaten’. Uit deze publicaties blijkt dat de aanval op de uitval toenemend gestalte krijgt vanuit een sluitende aanpak voor ieder stadium van de schoolloopbaan. Oriëntatie, instroom, voortgang, doorstroom en uitstroom worden vanaf 2010 gezien als samenhangende onderdelen van één zorgdomein. Daardoor wordt steeds manifester dat ROC WestBrabant alleen dan een optimale leerloopbaan kan garanderen, wanneer het onderwijs tijdens ieder stadium wordt geflankeerd door passende zorgacties en zorgvoorzieningen. Om dit te realiseren ontplooit ROC West-Brabant in 2010 voor ieder stadium van de leerloopbaan nieuwe initiatieven. De projecten ‘Keuzeprocessen: van ervaring naar zelfsturing’ en ‘Breda on Stage’ zorgen in het VMBO voor een betere oriëntatie op studie en beroep. Schooluitval tijdens de overgang van VMBO naar MBO wordt voorkomen door transfercoaches, het digitaal deelnemervolgsysteem DutsROC en doorlopende leerlijnen tussen VMBO en MBO. Voortijdige uitval van BBL-deelnemers zonder BPV-plek wordt vermeden door deze deelnemers, in samenwerking met COLO, een intensief bemiddelingstraject naar een stageplek aan te bieden. ROC West-Brabant investeert in 2010 ook steeds meer in de verbetering van de zorg. Alle colleges beschikken dan ook over een goede basiszorgstructuur met eerste, tweede en derde lijnszorg en alle VMBO- en de meeste MBOcolleges over een zorgadviesteam. De zorgcoördinatoren MBO volgen een HBO-opleiding tot zorgcoördinator en de inzet van het schoolmaatschappelijk werk wordt binnen het MBO verder uitgebreid. Tevens ligt de focus vooral op de risicoleerling en uitvalpreventie. Een team van voormalige schoolverlaters trekt onder de naam ‘NOAD in de Klas’ langs de colleges om medeleerlingen voor te lichten over de gevolgen Pagina 32
van voortijdig schoolverlaten. Omdat de teamleden functioneren als rolmodel verloopt de communicatie zeer succesvol. Het verzuimbeleid wordt steeds consistenter en de meldingen bij het digitale verzuimloket van DUO nemen toe. Contacten met leerplichtambtenaren intensiveren en de colleges van ROC West-Brabant rapporteren maandelijks over hun voortijdige uitval aan de projectleider VSV. In december 2010 stelt ROC West-Brabant een poortwachter aan die de uitval met de colleges bespreekt en per geval bekijkt of verdere initiatieven mogelijk zijn. Regionaal participeert ROC West-Brabant in een ‘doorbraakinitiatief’ dat beoogt alle overheden en onderwijs- en hulpverleningsinstellingen te laten samenwerken om elke West-Brabantse risicojongere zo snel mogelijk richting onderwijs of arbeidsmarkt te helpen. In het verlengde daarvan wordt de eigen zorgopvang voor deelnemers verder uitgebreid, waardoor ROC West-Brabant in 2010 meer zorgdeelnemers zelf kan opvangen. Aanvullend op de bestaande voorzieningen starten de Rotonde en het Kellebeek College op 1 september 2010 een regionale plusvoorziening voor overbelaste jongeren. Tenslotte verschijnt in december 2010, in een oplage van 500 exemplaren, de brochure Binden & Bouwen. Hierdoor kan een breed publiek kennis maken met de projecten die gefinancierd worden met behulp van de programmagelden VSV. Om deze publicatie mogelijk te maken voert ROC West-Brabant bij de totstandkoming de regie en stelt het, samen met het Ministerie van OC&W en de Regiegroep RMC-regio 34, de financiële middelen voor de publicatie beschikbaar. In het kader van het convenant ‘Aanval op de Schooluitval 2008-2011’ heeft ROC West-Brabant zich verplicht om de voortijdige uitval in vier jaar met 40 procent te verminderen. Uit de voorlopige cijfers over 2009-2010 blijkt dat onze RMC-regio 34 een reductie van 27% heeft weten te bereiken. Daarmee eindigt onze regio in de landelijke top tien. De VMBO-scholen van ROC West-Brabant leveren aan dit goede resultaat een grote bijdrage, maar in het MBO is het probleem hardnekkiger. Maar liefst 75 procent van de nieuwe VSV-ers is landelijk afkomstig uit het MBO. Spijtig genoeg heeft ROC West-Brabant uitgaande van de voorlopige cijfers in zijn totaal de doelstelling niet behaald. Van acht instituten heeft de helft zijn doelstelling betreffende het terugdringen van het aantal VSV-ers niet gehaald. Instituut Cingel College Florijn College Kellebeek College Markiezaat College Prinsentuin College Radius College Vitalis College Zoomvliet College ROC-brede Bedrijfsgroepen Totaal
Maximum aantal VSV-ers 51 131 127 213 53 148 174 169 0 1.066
Werkelijk aantal VSV-ers 81 131 219 123 79 256 145 124 26 1.184
Werkelijk in % maximum 159% 100% 172% 58% 149% 173% 83% 73% n.v.t. 111%
De analyse van de oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie is per instituut opgenomen in bijlage 2.
4.6
Tevredenheidsonderzoeken
ROC West-Brabant heeft het INK-managementmodel gekozen als kwaliteitszorg- en verbeterinstrument. De filosofie van dit model is dat kwaliteitszorg in de bedrijfsvoering en kernwaarden verankerd wordt, waardoor het geen separaat thema is. Een tweede belangrijk element van dit model is de verbetercyclus, ofwel de ‘plan-do-check-act’cyclus (PDCA-cyclus). In dit kader wordt periodiek de mate van tevredenheid onder onze stakeholders gemeten via enquêtes. De resultaten van deze metingen worden gebruikt om verbeteringen te realiseren. Daarnaast wordt periodiek een Quickscan PDCA uitgezet onder alle medewerkers. Deze scan maakt inzichtelijk in welke mate planmatig gewerkt en verbeterd wordt binnen ROC West-Brabant. In 2010 zijn de uitkomsten van de volgende onderzoeken beschikbaar gekomen: • Quickscan PDCA 2009 • MBO Kaart 2009 korte meting • JOB Monitor 2010 Pagina 33
4.6.1
Quickscan PDCA 2009
De Quickscan PDCA wordt eens per drie jaar uitgevoerd. De vorige keer was in 2006. De Quickscan PDCA bestaat uit 21 stellingen met betrekking tot werken volgens het INK-model en de PDCA-cyclus, waarbij ieder item gescoord wordt op een 4-puntsschaal: • niet / onbekend • sporadisch (ofwel niet duidelijk aantoonbaar) • regelmatig (ofwel gedeeltelijk aantoonbaar) • structureel (ofwel duidelijk aantoonbaar) De medewerkers zijn ingedeeld in een van de volgende drie groepen: • Management: leidinggevende functie • Spilfiguur: beleidsvoorbereidende, -adviserende of coördinerende functie • Medewerker: uitvoerende functie Over het algemeen zijn de scores voor de rubriek INK-positiebepalingen het laagst, zowel binnen de groep ‘management’ als binnen de groepen ‘spilfiguur’ en ‘medewerker’. De scores voor de verschillende rubrieken van de PDCA-cyclus liggen over het algemeen niet ver uit elkaar. De groep ‘management’ scoort over het algemeen rond de ‘3. regelmatig’, de groep ‘medewerker’ ongeveer ‘2. sporadisch’ en de groep ‘spilfiguur’ daar tussenin. Over het algemeen zijn de scores bij de groepen ‘management’ en ‘spilfiguur’ wat hoger dan in 2006, maar bij de groep ‘medewerker’ zijn de scores over het algemeen lager. Mogelijke oorzaak hiervan is de aanvulling ten opzichte van 2006 van de antwoordmogelijkheid ‘niet’ met ‘onbekend’. De groep medewerkers die niet bekend is met bevraagde zaken heeft hiermee een antwoordmogelijkheid gekregen, waardoor minder ‘sociaal wenselijke’ antwoorden gegeven kunnen zijn. De resultaten zijn op instituutsniveau uitgewerkt en februari 2010 aangeboden aan de directeuren en diensthoofden ten bate van het opstellen van verbeterplannen.
4.6.2
MBO Kaart 2009 korte meting
De tevredenheid werd al gemeten onder deelnemers, medewerkers en bedrijven. Najaar 2009 zijn met de beslissing deel te nemen aan het onderzoek MBO-Kaart 2009 onze alumni ofwel schoolverlaters aan dit rijtje toegevoegd. Bij dit onderzoek wordt een beknopte vragenlijst opgestuurd naar schoolverlaters van schooljaar 2008-2009 met als doel informatie te verzamelen over hun positie, kwaliteitsoordeel en behoefte aan aanvullende scholing. De korte meting (ongeveer een half jaar na schoolverlaten) heeft januari 2010 plaatsgevonden. De belangrijkste resultaten van deze meting zijn: • MBO: ºº Interne doorstroom (28%) groter dan landelijk (24%) ºº Alumni kiezen vaker arbeidsmarkt (66%) dan landelijk (56%) ºº Werkloosheid (4%) vergelijkbaar met landelijk (5%) ºº BBL, zoals landelijk, meer tevreden over kwaliteitsaspecten (80-86%) dan BOL (48-77%) ºº Kwaliteitsaspect met de laagste score is ‘voorbereid op zoeken’ bij BOL (48%) ºº Kwaliteitsaspect met de hoogste score is ‘inhoud lesprogramma’ bij BBL (86%) ºº Alumni positief over ‘als persoon gezien, niet als nummer’ (89%) en ‘veilige school, voelde me op mijn gemak’ (88%) ºº 60% alumni blijft graag in contact met oude school • Educatie: ºº Alumni kiezen vaker vervolgopleiding (72%) dan landelijk (65%) ºº Werkloosheid (1%) gelijk aan landelijk (1%) ºº Doorlerenden kiezen vaker HBO (66%) dan landelijk (62%) ºº Kwaliteitsaspecten met de laagste score zijn, zoals landelijk, ‘voorlichting’ en ‘voorbereid op zoeken’ (beide 48%) ºº Kwaliteitsaspect met de hoogste score is ‘inhoud lesprogramma’ (93%) ºº Tevredenheid ‘persoonlijke begeleiding’ groter dan landelijk (84% t.o.v. 77%) ºº Alumni positief over ‘als persoon gezien, niet als nummer’ en ‘veilige school, voelde me op mijn gemak’ (beide 88%) ºº 48% alumni blijft graag in contact met oude school De resultaten zijn op instituutsniveau uitgewerkt en september 2010 aangeboden aan de directeuren ten bate van het opstellen van verbeterplannen. December 2010 zijn de vragenlijsten van de loopbaanmeting (ongeveer anderhalf jaar na schoolverlaten) verstuurd. De resultaten van de meting worden uiterlijk juni 2011 verwacht. Pagina 34
4.6.3
JOB Monitor 2010
De JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB) voert iedere twee jaar onderzoek uit naar de tevredenheid onder de MBO-studenten. In 2010 vond dit onderzoek voor de zesde keer plaats, voor het eerst niet meer onder de naam ODIN maar onder de naam JOB Monitor. De beknopte resultaten uit dit onderzoek worden weergegeven in onderstaande tabel, waarbij een vergelijking plaatsvindt ten opzichte van 2008 en de landelijke scores van 2010. ROC WB ’10 Lessen/programma Toetsing Keuze/loopbaanbegeleiding Studiebegeleiding Competenties Stage (BOL) Werkplek (BBL) Veiligheid en sfeer Informatie Organisatie Onderwijsfaciliteiten School en studie Rapportcijfer opleiding Rapportcijfer instelling Eigen vragen ROC West-Brabant Afgelopen ½ jr gediscrimineerd/gepest Afgelopen ½ jr bedreigd/gechanteerd Afgelopen ½ jr ongewenste seksuele opm./gedrag Afgelopen ½ jr lichamelijk geweld/vernieling/diefstal Bekendheid met geldende gedragsregels
Landelijk ’10
ROC WB ‘08
3,4 3,8 3,1 3,6 3,7 3,8 3,8 3,8 3,3 3,2 3,5 3,3 6,9 6,5
3,3 3,7 3,1 3,5 3,7 3,7 3,8 3,8 3,3 3,1 3,4 3,3 6,9 6,4
3,3 3,6 3,0 3,3 3,6 3,6 3,7 3,7 3,5 3,1 3,1 3,3 6,9 6,3
6,8% 4,2% 3,9% 3,2% 52%
Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt
7,5% 3% 2,5% 2,1% 38,6%
De resultaten zijn op instituuts-, afdelings- en teamniveau uitgewerkt en november 2010 aangeboden aan de colleges ten bate van verbetertrajecten.
Pagina 35
4.7
Onderzoeken door de inspectie van het onderwijs
Onderstaand een overzicht van alle onderzoeken die in 2010 bij het ROC West-Brabant zijn uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs. Nr.
Onderwerp
1
Onderzoek kwaliteit examinering diplomaroute gastouders 2010 Kwaliteitsonderzoek
2
OnderzoeksobjectOBJECT MBO
VMBO
VO
Instituut(en)
Kwaliteitsoordeel
P3transfer
Voldoende
2.1
Prinsentuin Breda
2.2
Prinsentuin Halsteren
2.3
Van Cooth
2.4
’t Bergse VMBO
2.5
Westerpoort College
2.6
Graaf Engelbrecht
Tekortkomingen in de opbrengsten van de afdeling VMBO-gl en is daarom als zwak beoordeeld. De afdeling VMBO-gtl vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld De afdelingen VMBO-gl en VMBO-k vertonen belangrijke tekortkomingen en zijn als zwak beoordeeld Tekortkomingen in de opbrengsten van de afdeling VMBO-k en is daarom als zwak beoordeeld. De kwaliteit van het onderwijs is vanwege onvoldoende kwaliteit van het onderwijsproces en opbrengsten als zeer zwak beoordeeld bij de afdelingen VMBObl en VMBO-gl Tekortkomingen in de opbrengsten van de afdeling VWO en is daarom als zwak beoordeeld. Bij ROC West-Brabant is geen tekortkoming geconstateerd. Landelijk beeld: 23% van de opleiding heeft onvoldoende onderwijstijd geprogrammeerd en 25% zal onvoldoende onderwijstijd gaan realiseren. Definitief oordeel: zowel het onderwijsproces als de opbrengsten worden als voldoende beoordeeld. De kwaliteit van het onderwijs van de beoordeelde opleidingen wordt als voldoende beoordeeld
3
Onderzoek onderwijstijd BVE 2010
MBO
ROC WestBrabant
4
Stelselonderzoek
MBO
Florijn College
5
Stelselonderzoek
MBO
Zoomvliet College
Pagina 36
OnderzoeksobjectOBJECT MBO
Nr.
Onderwerp
Instituut(en)
Kwaliteitsoordeel
6
Bestuurlijk gesprek Raad van Bestuur
Alle
Voorlopig oordeel: van de 324 uitgevoerde opleidingen zijn 20 opleidingen als risico aangeduid. Er is een vijftal koppels van opleidingen, die eventueel in aanmerking komen voor een kwaliteitsonderzoek. Voorafgaand hieraan zullen de opbrengsten bepaald worden op basis van de definitieve deelnemersgegevens. Momenteel loopt een gezamenlijk onderzoek op basis van definitieve deelnemergegevens. Het Prinsentuin College voldoet niet aan de wettelijke vereisten over de aan de ouders gevraagde bijdrage aan schoolkosten. De vier in 2009 negatief beoordeelde opleidingen, zijn opnieuw onderzocht en worden nu als voldoende beoordeeld De twaalf onderzochte opleidingen zijn allen als voldoende beoordeeld.
7
Onderzoek ouderbijdrage 2010-2011
VMBO
Prinsentuin Breda
8
Onderzoek Kwaliteits Verbetering Examinering (OKV’s 2009-2010)
MBO
9
Onderzoek Kwaliteit Examinering BVE 20102011
MBO
Cingel College, Markiezaat College en Radius College Florijn College, Kellebeek College, Markiezaat College, Zoomvliet College en P3transfer
De samenvatting van de bovenstaande onderzoeken is opgenomen in bijlage 4. De negatieve inspectieoordelen hebben binnen het VMBO geleid tot een scala aan maatregelen. Per school is er een verbeterplan opgesteld en ter beoordeling voorgelegd aan de Inspectie van het Onderwijs. De plannen zijn goedgekeurd door de Inspectie van het Onderwijs en de hierin opgenomen maatregelen zijn inmiddels opgepakt. De scholen met het oordeel zeer zwak hebben zich aangesloten bij de taskforce zeer zwakke scholen van de VOraad. We hopen van de hierdoor ter beschikking komende instrumenten optimaal gebruik te kunnen maken zodat deze kwalificatie zo snel als mogelijk tot het verleden zal gaan behoren. Zoals gelezen kan worden in paragraaf 1.9 beschouwen we een onvoldoende beoordeling door de Inspectie van het Onderwijs als een ‘shame’ punt. Omdat het inspectieoordeel wordt gebaseerd op een driejaars gemiddelde, is het haast onmogelijk om in één jaar tijd van (zeer) zwak naar een basisarrangement te komen. De zware belasting van de schoolorganisatie door alle verbeteracties, kwaliteitsaudits en andere maatregelen is zorgelijk. Sinds 2010 krijgt de Inspectie van het Onderwijs rechtstreeks gegevens van de MBO-instellingen aangeleverd door DUO, onderdeel van het Ministerie van Onderwijs. De Inspectie berekent vervolgens de rendementsgegevens (jaaren diplomaresultaat) per opleiding. De rendementsgegevens zijn voor de Inspectie een belangrijke indicatie voor de kwaliteit van het onderwijs. De onderwijsinstellingen leveren hun deelnemergegevens zelf aan de betreffende instantie aan. Verondersteld zou mogen worden dat de uitkomsten van de rendementsberekening van zowel Inspectie als onderwijsinstelling met elkaar overeenkomen. Dit blijkt in de praktijk niet het geval te zijn. De oorzaak hiervoor moet gezocht worden in de gecompliceerdheid van de berekening en het feit dat de Inspectie zich baseert op voorlopige cijfers en niet op de door de externe accountant gewaarmerkte deelnemersaantallen. Door intensief contact tussen medewerkers van de Inspectie van het Onderwijs en ROC West-Brabant is de wijze van berekening inmiddels op elkaar afgestemd. De kwestie van de voorlopige aantallen is nog niet opgelost. We blijven
Pagina 37
ageren tegen deze werkwijze. Het aantal in 2010 door de Inspectie van het Onderwijs bij ROC West-Brabant uitgevoerde onderzoeken is aanzienlijk. Hoewel wij nut en noodzaak van verticale verantwoording zeker onderschrijven, legt de veelheid van onderzoeken een zware claim op de onderwijsorganisatie. We kunnen niet anders dan constateren dat de houding van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet gebaseerd is op high trust maar juist op low trust. Deze houding is in tegenstelling met de binnen ROC West-Brabant gehanteerde principes en roept derhalve verbazing en weerstand op.
4.8 4.8.1
Internationalisering Beleid
2009 was binnen ROC West-Brabant het jaar van de internationalisering. De lijnen die toen zijn uitgezet, zijn in 2010 verder ingekleurd. ROC West-Brabant beschouwt internationalisering als middel, waardoor extra kennis en ervaring ingezet kunnen worden om de eigen bedrijfsvoering te verbeteren. In april 2010 is de beleidsnotitie ‘ROC WestBrabant – Europees instituut voor beroepsonderwijs’ vastgesteld. Deze notitie gaat in op de toegevoegde waarde die Europa heeft voor ROC West-Brabant, voor de jongeren en de volwassenen die bij ons onderwijs volgen. Vanuit Onderwijs met Passie zijn prioriteiten vastgesteld, waar de toegevoegde waarde van Europa voor ROC West-Brabant zichtbaar moet worden. Deze speerpunten ROC West-Brabant breed zijn: • Europese instrumenten voor een levenlang leren: EQF (kwalificatiekader), ECVET (creditsysteem), EQARF (kwaliteitszorg), Europass (portfolio), EVC; • Voortijdig schoolverlaten (staat hoog op Europese agenda); • Samenwerkingsverband World Class Maintenance. Om de MBO-colleges en VMBO-scholen handvatten te bieden is de uitvoeringsnotitie ‘Internationalisering begint in huis’ geschreven, ook vastgesteld in april 2010. Dit document beschrijft zes domeinen, waarbinnen de colleges activiteiten kunnen ontwikkelen: Europese onderwijsinstrumenten, mobiliteit, taal, interculturaliteit, maatschappelijke betrokkenheid, kennistransfer. Per domein zijn doelstellingen voor de komende vijf jaar vastgelegd in resultaatgebieden. In lijn met de besturingsfilosofie van ROC West-Brabant hebben de colleges de ruimte om hier op eigen manier vorm aan te geven.
4.8.2
Structuur voor uitvoering
Sinds mei 2009 heeft ROC West-Brabant een werkplek bij Neth-ER in Brussel en is een beleidsmedewerker voor Europese zaken aangesteld. Deze beleidsmedewerker werkt aan het vergroten van kennis over relevante Europese ontwikkelingen en een grotere deelname aan Europese programma’s. Zij heeft een directe lijn naar de Raad van Bestuur en koppelt haar kennis ook terug naar de Colleges. De huur van de werkplek is in 2010 verlengd. Tevens is gewerkt aan de verdere professionalisering van het centrale International Office (IO). De medewerkers van het IO werken aan het onderhouden van (inter)nationale netwerken, advies aan de colleges, Europese/ internationale projecten, inkomende en uitgaande mobiliteit, en het office management om dit alles mogelijk te maken. In 2010 is het interne netwerk van contactpersonen in de colleges verstevigd. De inzet en prioriteiten op het gebied van internationalisering verschillen per school/college.
4.8.3
Activiteiten
Enkele facts en figures over 2010: • Sinds 2006 maakt ROC West-Brabant jaarlijks gebruik van Leonardo da Vinci-subsidies voor mobiliteit van studenten en docenten. • Interne platformbijeenkomsten zijn uitgebreid in deelnemers en verbreed in inhoud. • Verschillende conferenties zijn georganiseerd, bijvoorbeeld ºº ‘Europe: what’s in it for you?’ (4 juni) met sprekers van de Europese Commissie over de onderwerpen EQF en ECVET; ºº ‘9th Annual Global College Network Conference’ (7 – 9 oktober), georganiseerd in Brussel met gasten uit o.a. China en Zuid-Korea. • Meerdere werkbezoeken zijn georganiseerd op een bepaald thema, bijv. het werkbezoek over voortijdig schoolverlaten aan het Verenigd Koninkrijk (juni). • Deelname aan Europese innovatieve projecten gestart in 2010, o.a.
Pagina 38
ºº NATURE: Nature Tourism as an Empowerment Tool for entrepreneurs in blended learning ºº MEET: Management E-Learning Experience for Training ºº InnMain: Innovation in Industrial Maintenance • Grote toename in Europese projectaanvragen (Leonardo da Vinci call 2011); deelname als partner in 2 partnerschap aanvragen, 4 Transfer of innovation aanvragen en coördinator van een Transfer of innovation aanvraag. • Versterking vanaf 2010 van de BAND met Duitsland: Bilaterale Austausch Nederland Duitsland – een verdrievoudiging van het verkregen budget. • VMBO; van 3 scholen is de ELOS aanvraag (Europese leeromgeving in de school) goedgekeurd. 1 school participeert in een Comenius partnerschap aanvraag.
aantallen studenten op buitenlandstage 300
283 2 77
280 260
242
240 220 200 2008
2009
2 0 10
aantallen s tudenten op buitenlands tage
Het absoluut aantal studenten van het ROC West-Brabant dat voor tenminste drie weken voor een stage naar het buitenland gaat, benadert de laatste jaren de 300, met een lichte inzinking in 2009. Met een gemiddeld percentage van ruim 1% is de internationale studentenmobiliteit in ROC West-Brabant landelijk gezien in het MBO, bovengemiddeld aanwezig. Internationale studentenmobiliteit 2010 7%
80
6%
70 60
5%
50
4%
40 3%
30
2%
20
1%
10
0%
0 C ingel C ollege
Flor ijn C ollege
K ellebeek C ollege Mar k iez aat C ollege P r insentuin C ollege per c entage
C olle ge s R OC gemiddeld ( %)
R adius C ollege
Vitalis C ollege
Zoomvliet C ollege
aantal
Bovenstaande grafiek over het kalenderjaar 2010 geeft de proportie aan van het aantal studenten per college, dat voor een stage van tenminste drie weken naar het buitenland is geweest. In deze grafiek valt op dat in het betrekkelijk kleine Cingel College, relatief het hoogste aantal studenten naar het buitenland gaat (ruim 6%).
4.8.4
Plannen
In 2010 zijn goede stappen gezet om van ROC West-Brabant een Europees en internationaal georiënteerd instituut te maken. Enkele zaken in ontwikkeling zijn: • verbeterde kwaliteit van buitenlandstages o.a. door online communicatietool • onderwijsinhoudelijke verbinding ºº ROC-breed overleg voor implementatie van Europese instrumenten ºº projectaanvragen ingediend over de erkenning van leerresultaten (ECVET) Pagina 39
• • • •
4.9
betere communicatie over activiteiten (intern/extern), website deels Engelstalig; uitwisseling voor leerlingen van de praktijkschool en MatchPoint; implementatie van de ELOS-standaard in het VMBO; bijscholing medewerkers; training Engelse taal en interculturele vaardigheden i.s.m. Anglia en Burlington English.
Contractonderwijs
In het fusiedocument ‘Van contacten naar contracten, over de organisatie van de contractactiviteiten in het nieuwe ROC’ d.d. 4 oktober 2004 zijn de volgende doelstellingen benoemd voor contractactiviteiten: 1. het tot stand brengen van structurele contacten met bedrijfsleven om daarmee de affiniteit van onderwijsgevenden met het beroepenveld waarvoor zij opleiden, te verhogen; 2. het creëren van een derde geldstroom om de eigen core-business verder te kunnen professionaliseren; 3. bij te dragen aan de gewenste beeldvorming van ROC West-Brabant en de daarbij aangesloten instituten. Inmiddels zijn we ruim zes jaar verder en is ROC West-Brabant enig aandeelhouder van de volgende vennootschappen die zich bezig houden met het verzorgen van commerciële opleidingen: • P3transfer • World Class Aviation Academy (WCAA)
4.9.1
P3transfer
P3transfer onderkent dat werken, samen werken en leren in snel tempo verandert. Nieuwe technologieën en werkwijzen spelen daarbij een belangrijke rol. P3transfer wil daar met haar bedrijfsvoering en dienstverlening op inspelen en voorop lopen door middel van het Xpert concept. Xpert is in 2010 uitgewerkt tot een concreet ontwikkelconcept voor medewerkers van organisaties en als zodanig in de markt gezet. Om de kwaliteit en continuïteit van het concept te borgen is er nog veel werk te verzetten. Deze werkzaamheden zijn verdeeld in projecten en vormen de kern van het jaarplan 2011. Gedacht moet worden aan de volgende projecten: • doorontwikkelen product Xpert • meten van opbrengsten Xpert • pilots Xpert • borging eisen Ministerie van OCW in Xpert concept • blended learning • ontwikkeling medewerkers P3transfer tot Xperts P3transfer is bezig met de ontwikkeling van een uniek concept. Na bewezen succes zullen elementen hiervan ook geïmplementeerd gaan worden binnen het reguliere onderwijs van ROC West-Brabant. Een ander essentieel punt in de dienstverlening van P3transfer is het zijn van crebohouder. P3transfer is gerechtigd om MBO-opleidingen met civiel effect, een diploma, uit te voeren. Voor de klanten vormt dit een belangrijk, vaak onmisbaar, onderdeel van het aanbod. Dat deze MBO-opleidingen aan alle eisen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) moeten voldoen moge duidelijk zijn.
4.9.2
World Class Aviation Academy
Het doel van de WCAA is als volgt: • Het doorontwikkelen van het bestaande luchtvaarttechnisch onderwijs tot ‘World Class’ niveau, part-147 gecertificeerd, door samenwerking tussen de overheid, klanten, civiele onderwijsinstellingen en de (inter) nationale industrie; • Het tot stand brengen van een vooraanstaand opleidingsinstituut voor luchtvaarttechnici in Nederland voor de gehele wereld; • Het creëren van synergie tussen het ‘publieke’onderwijs (AM&TS) en de commerciële activiteiten van de WCAA; • Het in de komende jaren vergroten van de afzetmarkt.
Pagina 40
De WCAA richt zich op het aanbieden van trainingen voor de luchtvaarttechniek, voor zowel vliegtuigen als helikopters. De WCAA wil zich ontwikkelen tot hoofdleverancier van opleidingen van luchtvaartorganisaties door een breed scala aan opleidingen aan te bieden. Onze opleidingen en trainingen zijn van ‘World Class’ niveau, worden op maat ontwikkeld en met passie gegeven.
4.10 4.10.1
Highlights MBO
• Cingel College ºº Doorontwikkeling van het CGO inclusief het ontwikkelen van een studentvriendelijke Opleidingswijzer en het zoeken naar een nieuwe coachingssystematiek van de studenten (daadwerkelijke realisatie in 2011). ºº Het Barista-traject. ºº Het aanstellen van een taal- en rekencoördinator, alle scholing die heeft plaatsgevonden op het terrein van taal en rekenen, de hernieuwde aandacht die er is voor deze basisvakken binnen alle Cingel-opleidingen. ºº Nieuwe roosterprocedure inclusief systeem voor vervanging van zieke docenten ten faveure van studenten. ºº Kernwaarden spelen niet langer alleen een rol in het marketingplan, maar ook bij de werving en aanname van personeel, in functionerings- en beoordelingsgesprekken en bij het bepalen van nieuw (onderwijs)beleid. ºº Voorbereiding op Instructables, een mooie combinatie van social media en onderwijs. • Florijn College ºº 2010 Kenmerkt zich door de wijze waarop ze aan de slag zijn gegaan met resultaatgerichtheid en kwaliteitsdenken. ºº Er is een start gemaakt met het vormgeven van meer maatwerk enerzijds (bijvoorbeeld meerdere instroommomenten voor BBL-opleidingen, maatwerktrajecten voor havisten, uitbreiding mogelijkheden voor interne doorstroom en opstroom) en het aantrekkelijker maken van opleidingsprogramma’s anderzijds (structureel aanbod empowermenttrainingen, verdere inbedding van studentbedrijven Fast, Flash en FS&S in opleidingstrajecten, internationale stages en Internationale activiteiten en het implementeren van de begeleidingsstructuur). ºº De ambitie uit het strategisch meerjarenplan om in 2010 het curriculum van alle opleidingen volledig competentiegericht vorm te geven, is gehaald. ºº In het kader van ontwikkeling naar resultaatverantwoordelijke teams is de omvang van de teams in relatie tot de verantwoordelijkheid voor een bepaalde groep studenten beter in balans gebracht. ºº Het benoemen van teamvoorzitters, het Florijnbreed afstemmen en concretiseren van hun taken en het Florijnbreed werken met hun zelf ontwikkelde teamplanningsysteem (invulling van het plan van inzet) heeft belangrijke leermomenten opgeleverd voor de ontwikkelingsgang naar resultaatverantwoordelijke teams. • Kellebeek College ºº Het bouwterrein voor de nieuwbouw heeft zijn vorm gekregen en is inmiddels bouwrijp. ºº Het verder uitbouwen van de resultaatverantwoordelijke teams heeft nadrukkelijk bij iedereen op de agenda gestaan. Er is verder vorm gegeven aan de taakverdeling binnen de teams door invulling te geven aan de rol van sterrolhouder voor de domeinen Onderwijs, Examinering, Studentenzaken en BPV. Teamoverstijgend is er een vergelijkbare rol weggelegd voor domeinhouders. ºº De resultaten van de JOB enquête leverde enkele aandachtspunten op, die zijn opgepakt. • Markiezaat College o Nieuwbouw Markiezaat College krijgen vorm in een voorlopig ontwerp. ºº Grondlegger en penvoerder van het consortium ‘Werkend leren in de procestechniek’. ºº Internationalisering krijgt verder vorm door Project Innmain (vakgebied maintenance) en de samenwerking met BAND/Cinop (alle sectoren/afdelingen). ºº Het Fablab aan de Techniekboulevard geeft creatieve/ondernemende inwoners van Bergen op Zoom en regio ongekende kansen om te groeien in hun creativiteit, ondersteund door studenten van de Pagina 41
opleiding Signmaker. ºº In 2010 is het ontwikkeltraject in het kader van resultaatgericht werken gecontinueerd en nemen alle onderwijsteams en de ondersteunende diensten deel aan het traject. In 2011 zal het borgen van resultaatgericht werken centraal staan. • Prinsentuin College ºº Er is een mooie start gemaakt met de concretisering van de nieuwe positionering ’Natuurlijk Ondernemend’. ºº Er is veel aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van de onderwijsteams en het onderwijsconcept ‘Content Competent’. ºº Het Prinsentuin College is een samenwerkingsrelatie aangegaan met de Christelijke Agrarische Hogeschool (CAH) in Dronten voor ontwikkeling en aanbod van een Associate Degree-opleiding. ºº Het Prinsentuin College behoort tot de top 5 MBO-instellingen van Nederland in de landelijke benchmark ‘Studiesucces’ van de MBO Raad. ºº Het Prinsentuin College is een duurzame uitwisselings- en samenwerkingsrelatie aangegaan met een landbouwschool voor Massai jongeren in Tanzania. • Radius College ºº De contacten met het bedrijfsleven zijn versterkt en ook is het relatiebeheer verbeterd door StagePlaza, dat steeds meer een spin in het web is geworden en daardoor voor continuïteit en rust zorgt maar ook veel nieuwe contacten legt en onderhoudt. ºº De toename van de contacten en initiatieven heeft gezorgd voor een uitbreiding van opleidingen bij de Gespecialiseerde aannemerij, de Bouw, Transport&Logistiek en landbouwmechanisatie. ºº Er is een landelijk knooppunt voor de ‘MBO-HBO GEO Nieuwe Stijl’ op het Radius College ontstaan. ºº Voor wat betreft de verdere professionalisering van de verschillende rollen in de onderwijsuitvoering hebben de onderwijsmedewerkers training en scholing gehad in trajectbegeleiding, portfoliobegeleiding en tutorbegeleiding. • Vitalis College ºº In het jaar 2010 zijn de doorontwikkeling van het nieuwe organisatiemodel en het competentiegericht leren elementen die het meest van de Vitalis-medewerkers gevraagd hebben. ºº Daaraan gekoppeld is de ontwikkeling van kwaliteitszorg een belangrijke ondersteuning geweest, om zowel resultaten als processen inzichtelijk te maken. ºº De implementatie van Yucan, toegespitst op het toetsingskader van de inspectie, heeft sterk geholpen om het kwaliteitsbewustzijn te versterken. ºº Een extra element hierbij is de specifieke aandacht voor examenprocessen en –producten die moeten leiden tot examens die de kwaliteitsproeve kunnen doorstaan. ºº Laat onverlet dat het diploma- en jaarresultaat van het Vitalis college (soms erg) ruim boven de norm liggen. • Zoomvliet College ºº Resultaten JOB enquête. ºº Groei van het aantal BOL-leerlingen. ºº Samenwerking met betrekking tot de realisatie van het Poppodium in Bergen op Zoom. ºº Gebouwen Knipplein geheel gerenoveerd en zijn nu CGO proof. ºº Finishfoto 1e beleidsperiode is klaar en laat zien dat de doelstellingen behaald zijn.
4.10.2
VO
• VMBO-entiteit ºº Masterplan Breda verder uitgewerkt voor VMBO, unieke samenwerking tussen ROC West-Brabant en SKVOB ºº Alle VMBO scholen presenteren hun vijfjarenplan ºº Tevredenheid leerlingen scoort op alle scholen voldoende, tevredenheid ouders scoort ruim voldoende ºº Op Prinsentuin Andel slagen alle leerlingen ºº Alle VMBO scholen maken een start met opbrengstgericht werken
Pagina 42
• OVO Breda ºº Met betrekking tot de huisvesting zijn dit jaar een aantal stappen gezet. ºº De OVO-scholen zijn in 2010 gebruik gaan maken van Vensters voor Verantwoording, een initiatief van de VO-raad. ºº Naar aanleiding van de resultaten bij de atheneumafdeling van Graaf Engelbrecht heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek uitgevoerd. Er is een plan opgesteld om de onderwijsopbrengsten te verbeteren. ºº Op Graaf Engelbrecht is in het schooljaar 2009-2010 een meerjarig traject ingezet om het onderwijsen begeleidingsproces te versterken. ºº Op het Stedelijk Gymnasium is op studiebijeenkomsten aandacht besteed aan motivatie en uitdaging van leerlingen in het algemeen en hoogbegaafden in het bijzonder. ºº Op de beide scholen is gekeken naar de kansen die het Convenant leerkracht biedt. De eerste stappen in de ontwikkeling van de functiemix zijn gezet.
4.10.3
BV’s/Diensten/Overige bijdragen
• IT-Workz ºº Er is een start gemaakt met de trainingen Edictis om alle medewerkers van ROC West-Brabant te scholen en certificeren. ºº Het fenomeen Social Media is ontdekt, waarmee IT-Workz klanten enthousiasmeert door middel van trainingen en communities. ºº In 2010 is IT-Workz verder gegroeid. Dit heeft o.a. geresulteerd in een eigen kantoorruimte in EttenLeur. Het nieuwe kantoor staat in het teken van Het Nieuwe Werken. ºº Naast een nieuw logo en een nieuwe huisstijl heeft IT-Workz er ook een vernieuwde website bij. De nieuwsverstrekking naar de klanten is dankzij deze nieuwe website sterk verbeterd en is up-to-date. ºº Het CRM-systeem is operationeel zodat relaties en activiteiten op een professionele wijze kunnen worden beheerd. ºº In 2010 is het Factor4Index onderzoek uitgevoerd. Er is een klankbordgroep geformeerd, met medewerkers van diverse afdelingen, die verder aan de slag gaat met de resultaten en tot een plan van aanpak zal komen. ºº De omzet is in 2010 verder gestegen. Een fors gedeelte van deze stijging is gerealiseerd buiten ROC West-Brabant. • P3transfer BV ºº Het meest in het oog springende was de doorontwikkeling van het concept Xpert; het onderscheidende concept van P3transfer voor het ontwikkelen van medewerkers. ºº Het jaar 2010 kende een toename in het aantal opdrachten in de sector goederenvervoer, de uitzendbranche voor Poolse uitzendkrachten en in de sector Welzijn voor gastouders vanwege de nieuwe wetgeving. De opdrachten in de technische sector bleven wat achter ten gevolgde van de nasleep van de crisis. ºº Eind december 2010 won P3transfer de Ginjaar-Maas Prijs. Deze prijs wordt toegekend aan projecten, die volwassen werkende of werkzoekenden stimuleren tot het volgen van een opleidingstraject om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. ºº Om kwalitatief hoogstaande projecten te realiseren wordt intensief samengewerkt met externe partners, zodat het mogelijk blijft steeds te innoveren en aan te sluiten bij de actuele maatschappelijke ontwikkelingen. ºº Er is geïnvesteerd in de optimalisering van de praktijkbegeleiding; alle begeleiders Praktijkleren zijn in 2010 opgeleid tot gecertificeerde assessor. ºº De groei van de afdeling Ontwikkeling &Opleiding was spectaculair. • WCAA Holding BV ºº De intensivering van de samenwerking tussen het publieke- en commerciële onderwijs: ºº Vergroten opleidingscapaciteit WCAA; ºº Uitbreiden van de afzetmarkt; ºº Kwaliteitsverbetering van het onderwijs; ºº Samenwerkingsverbanden met grote internationale vliegtuigfabrikanten verder uitwerken en Pagina 43
intensiveren. • Dienst Audit & Control ºº Ingebruikname ROC-brede onderzoeksagenda. ºº Forse verbetering organisatie van JOB-monitor, waardoor meer vertrouwen is ontstaan in de uitkomsten. ºº Het alumni-onderzoek is voor het eerst uitgevoerd. ºº Interne audits blijken een goed instrument voor het realiseren van kwaliteitsverbetering, zoals is gebleken op het onderdeel ‘examinering’. • Dienst Huisvesting & Facilitair ºº De in 2009 gestarte uitbreiding van de VMBO-school aan de Tuinzigtlaan is in het voorjaar gerealiseerd. ºº In de aanbestedingskalender 2010 waren de Europese aanbestedingen opgenomen voor schoonmaakdienstverlening en het onderhoud van de electrotechnische en werktuigbouwkundige installaties van de scholen van ROC West-Brabant. • Dienst Financiële Zaken ºº In 2010 is het strategisch beraad, bestaande uit diensthoofden, opgericht met als doel de Raad van Bestuur integraal te adviseren. ºº Het doorontwikkelen tot expertisecentrum, blijkend uit het optreden van adviseur van de Raad van Bestuur, heeft verder vorm gekregen. Hoofditem in 2010 was het actualiseren van de meerjarenbegroting ten gevolge van de nieuwbouwplannen. ºº Er is een aanvang genomen met het in kaart brengen van alle aspecten, die samenhangen met het in leven roepen van de werkkostenregeling. ºº Er is gestart met het standaardiseren van processen rond Edictis. • Dienst Strategie Marketing & Communicatie ºº Er is verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van de visuele merkarchitectuur. ºº Bij communicatie heeft de nadruk gelegen op de ontwikkeling en lancering van nieuwe websites. ºº Bij vormgeving is veel aandacht uitgegaan naar de afronding van de ontwikkeling en uitrol van de nieuwe huisstijlen van de merkenportfolio van ROC West-Brabant. ºº In lijn met het zich veranderende mediagedrag van jongeren is verder gewerkt aan een accentverschuiving binnen het domein ‘vormgeving’ van design naar web en audiovisuele vormgeving. • Onderwijs en Innovatie ºº ROC West-Brabant heeft gekozen om te investeren in structurele ondersteuning en stimulering van innovaties. ºº Een flink aantal trajecten is opgestart en uitgevoerd om medewerkers / deelnemers een betere positie in de samenleving en het betreffende werkveld te verschaffen. • Servicecentrum Studie & Beroep ºº Het aantal keren dat een beroep wordt gedaan op trainingen verzorgd door SS&B is in 2010 fors toegenomen. ºº Hetzelfde geldt voor het aantal individuele onderzoeken en de dienstverlening aan / voor studenten met een beperking. ºº SS&B is betrokken bij een groot aantal projecten, die tot doel hebben voortijdig schoolverlaten te voorkomen (bijvoorbeeld het virtueel loket voor de plusvoorzieningen). ºº De inzet van schoolmaatschappelijk werk bij alle Colleges.
Pagina 44
• Dienst Personeel & Organisatie / Sociaal Jaarverslag ºº Het ziekteverzuim ligt boven de norm van 4%. Met het project vitaliteit en verzuim VMBO wordt getracht een impuls te geven aan het vitaliteitsdenken en verzuimreductie. ºº Het kader, waarbinnen resultaatverantwoordelijke teams invulling kunnen geven aan het zelfstandig verdelen van taken, krijgt vorm door het taaktoebedelingsbeldi tesamen met het functiebouwwerk primair proces. ºº Een professionaliseringstraject binnen het primair proces is gestart. ºº Ter bevordering van de doorstroming van medewerkers is een seniorenmaatregel aangeboden. • Stichting Maintenance Education Consortium ºº Het succes van Friek’s Techniek truck (veel enthousiasme bij de bezochte basisscholieren). ºº De ontwikkelingen rondom de doorlopende leerlijn voor de Maintenance sector. ºº De succesvolle oplevering van het E(M)TC (excellente maintenance training centra)-project. ºº Het samenwerkingsconvenant met de 6 Universiteiten t.b.v. het gezamenlijk ontwikkelen van de wetenschappelijke master en Leerstoel World Class Maintenance. ºº De start van het Dutch Institute World Class Maintenance als expertisecentrum voor de maintenance sector.
Pagina 45
5
Personeel
5.1
Algemeen
Uit onze missie blijkt expliciet dat wij de persoonlijke groei en het vakmanschap van onze medewerkers willen stimuleren en faciliteren. We bevorderen het optimaal ontwikkelen en het productief maken van hun talenten. Onze mission-statement is daarom kort en krachtig : ‘Optimale talentontwikkeling’. Eén van onze kernwaarden is zeer duidelijk: de mens centraal.
5.2
Personeelssterkte
Het aantal medewerkers is de laatste jaren nagenoeg constant gebleven. Om de doorstroming van medewerkers te bevorderen heeft ROC West-Brabant in 2010 aan medewerkers die de fpu-leeftijd hadden bereikt een seniorenmaatregel aangeboden. De maatregel vult voor de medewerkers waarvan de FPU uitkering nog geen 70% van het laatstverdiende salaris is, de uitkering aan tot 70% van het laatstverdiende salaris. Verder voorziet de maatregel in een 100% compensatie van de te derven pensioenopbouw. 42 medewerkers - 35,82 fte – hebben gekozen voor deelname aan de maatregel. Dit blijkt ook uit de cijfers van in- en uitstroom. 300
in aantallen 215
200
211
165
100
0 2008
2009
2010
-178
-158
-202
-100
-200
-300 Uitstroom
5.3
Instroom
Kwaliteit
Gedurende het verslagjaar is het taaktoedelingsbeleid voor de MBO-onderwijsteams ontwikkeld. Tezamen met het functiebouwwerk primair proces vormt dit beleid het kader waarbinnen onderwijsteams de mogelijkheid wordt geboden om zelfstandig taken te verdelen binnen het team. Daarmee is een volgende stap gezet in het komen tot resultaatverantwoordelijke teams. Binnen de diverse Colleges is hier voortvarend mee van start gegaan en in het nieuwe verslagjaar zal er verder aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van deze resultaatverantwoordelijke teams. Naast dit taaktoedelingsbeleid is er gewerkt aan het tot stand komen van een bekwaamheidsdossier. De ambitie om vele collegae te faciliteren middels een in-company professionaliseringstraject zodat zij de docentfunctie verwerven is in 2010 gerealiseerd. De eerste tranche van het scholingstraject voor ca. 30 collegae startte in het laatste kwartaal van 2010. In 2010 is een externe partij geselecteerd voor de uitvoering, is de inhoud van het programma vastgesteld en heeft een selectie van deelnemers plaatsgevonden. De eerste tranche wordt nauwlettend gevolgd en een brede evaluatie wordt door de dienst P&O in 2011 geïnitieerd.
5.4
Professionalisering in het primair proces
De afgelopen periode wordt er steeds meer aandacht besteed aan de professionalisering in het primair proces. Zowel vanuit de politiek (Leraar 2020: een krachtig beroep) als vanuit de sector zelf (Actieplan MBO Raad) verschenen met een grote regelmaat artikelen en/of notities over dit onderwerp. Allen hadden ze als kernthema het Pagina 46
verbeteren van de kwaliteit van de leraren in de sectoren PO, VO, MBO en HBO. Daarbij staan een drietal doelen centraal, te weten: • het duurzaam borgen van de kwaliteit van de leraar en de schoolleider; • het garanderen van professionele scholen met ruimte voor goed onderwijspersoneel; • het garanderen van voldoende en goed opgeleide leraren. Om het duurzaam borgen van de kwaliteit van de leraar en de schoolleider te verwezenlijken zal eerst inzicht verkregen moeten worden in een aantal zaken waaronder de huidige kwaliteit van de leraren en schoolleiders en de wijze waarop het onderwijs binnen scholen en/of colleges zich heeft georganiseerd. De overheid geeft nadrukkelijk aan dat de resultaatverantwoordelijke onderwijsteams de organisatorische basis dienen te zijn binnen MBO-instellingen. Daar zullen scholen moeten investeren om de kwaliteit van deze teams te verhogen. ROC West Brabant heeft daarin haar verantwoordelijkheid reeds genomen. In 2009 is reeds een aanvang genomen met het introduceren van resultaatverantwoordelijke teams. In 2010 is dit in alle Colleges doorgevoerd, is de facilitering geformaliseerd en het taakbeleid op dit punt aangepast. Daarnaast is een aanvang gemaakt met het opzetten van een training voor alle teamvoorzitters om hen in staat te stellen hun rol als teamvoorzitter op een professionele manier in te vullen. Begin 2011 zal er een eerste evaluatie plaatsvinden over de werking van de resultaatverantwoordelijke teams. De uitkomsten van deze evaluatie zullen worden meegenomen in het bepalen van het trainingsprogramma om daarmee zo nauw mogelijk aan te sluiten op de behoeften uit de praktijk. In 2011 zal deze training uitgevoerd gaan worden. Middels het investeren in de professionalisering van deze organisatorische basis zal uiteindelijk het totale onderwijs binnen onze instelling profijt hebben.
5.5
Vitaliteit en verzuim
De ontwikkeling van het ziekteverzuim binnen de organisatie is een belangrijk aandachtspunt. Ziekteverzuim 8,00% 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% jan-09
mrt-09
mei-09
jul-09
sep-09 verzuim%
nov-09
jan-10
mrt-10
voortschr. Verzuim%
mei-10
jul-10
sep-10
nov-10
norm
Het doel van het project ‘Vitaliteit en verzuim VMBO’ is het geven van een impuls aan het vitaliteitsdenken en verzuimreductie binnen de VMBO-scholen. P&O verricht onderzoek naar factoren die het verzuim(gedrag) beïnvloeden binnen de verschillende VMBO-scholen. Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek vinden gerichte interventies plaats met als doel de vitaliteit te bevorderen en het verzuim te reduceren. Het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met directie en management. Het project is naar verwachting medio 2011 afgerond. Het sociaal jaarverslag is integraal opgenomen in de bijlagen op de CD-rom en bevat diverse statistische gegevens en een korte terugblik op de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen.
5.6
Interne Beroep- en bezwarencommissie
De interne geschillencommissie personeelsbeleid ROC West-Brabant kreeg in 2010 geen enkele zaak voorgelegd. Ook aan de interne klachtencommissie medewerkers werden geen klachten voorgelegd in 2010.
Pagina 47
5.7
Samenvatting CMR
Jaarlijks doet de CMR schriftelijk verslag van de werkzaamheden in het voorafgaande jaar. Dit verslag is integraal opgenomen op de CD-rom. Opmerkelijk aan dit verslag is het ontbreken van een vooruitblik voor het volgende jaar. De reden hiervoor is dat medezeggenschap binnen het ROC van een centrale medezeggenschapsraad (CMR) naar een ondernemingsraad (OR) gaat. Met het verslag wordt informatie gegeven over de manier waarop de CMR erin is geslaagd het vast te stellen centraal beleid in 2010/2011 te beoordelen en waar mogelijk te beïnvloeden. Tevens is in het verslag een overdrachtsdocument opgenomen, zodat de OR bij aanvang en meningsvorming weet welke standpunten de CMR huldigde. Enkele belangrijke aandachtspunten zijn. • RSA Het proces van heroriëntatie op de ondersteunende diensten (RSA) gaat binnenkort van start. RSA is een onderwerp waar de OR veel aandacht aan moet gaan besteden. Vooral omdat in de tweede en laatste fase van de RSA mogelijk een stuk werkgelegenheid verhuist c.q. verdwijnt. • Taakbeleid MBO Het taakbeleid MBO blijft ook een terugkerend agendapunt. De resultaatverantwoordelijke teams met de docent centraal zijn sturend voor de organisatie binnen de colleges. Deze situatie is relatief nieuw; op dit moment worden de kaders van het taakbeleid binnen het ROC West-Brabant niet eenduidig geïnterpreteerd en uitgevoerd. • Taakbeleid VMBO Ook bij de VMBO-entiteit staat het huidige taakbeleid op de agenda. Binnen de VMBO-entiteit stuit het taakbeleid door een veelheid van vormen en als gevolg van verschillende onderliggende CAO’s in de uitvoering op praktische problemen. De CMR heeft steeds getracht de eigen doelstellingen te verwezenlijken en de belangen van zijn achterban enerzijds en de belangen van het ROC West-Brabant anderzijds in evenwicht te brengen.
Pagina 48
6
Bedrijfsvoering en Financiën
6.1
Inleiding
Bedrijfsvoering is een zeer breed begrip, omdat het de sturing en beheersing van alle processen binnen ROC WestBrabant betreft. Binnen onze organisatie hebben de onderdelen een grote mate van handelingsvrijheid passend bij het uitgangsprincipe ‘High Trust’. Een aantal aspecten van de bedrijfsvoering is centraal belegd, zoals huisvesting, dan wel wordt vanuit centraal aangestuurd door het stellen van kaders, zoals management control en financiën. Het hoofdstuk wordt afgesloten met resultaten van de benchmark MBO.
6.2
Huisvesting
Huisvesting dient de core business en de wijze waarop het college of de school de uitvoering daarvan vorm en inhoud wil geven te ondersteunen. Hiervoor is een huisvestingsplan geschreven, waarbij de plannen tot en met 2016 inzichtelijk zijn gemaakt. Een heroverweging van de Raad van Bestuur in november 2010 heeft geleid tot een substantiële verlaging van de financiële omvang van de voorgenomen projecten naar € 105 mio. Projecten Nieuwbouw Kellebeek College
Belangrijke doelen Overeenkomst sluiten met gemeente Roosendaal over de koop van de nieuwbouwlocatie aan de Kade. Overeenkomst sluiten met Aramis over hun investeringsaandeel in de nieuwbouw. Vaststelling Voorlopig Ontwerp.
Nieuwbouw Markiezaat College
Vaststelling Voorlopig Ontwerp.
Overeenkomst sluiten met partners Verkeersschool Luijten en SVM.
Nieuwbouw Vitalis College (incl. sportopleiding CIOS)
Uitwerking afspraken met gemeente Breda tot realisatie van de nieuwbouw op de locatie Molengracht. Onderzoek naar alternatieve locaties voor huisvesting.
Pagina 49
Realisatie Definitieve overeenkomst met de gemeente Roosendaal is begin 2011 getekend door partijen. Akkoord bereikt over definitief aandeel.
Vaststelling Voorlopig Ontwerp is uitgesteld tot de overeenkomsten met de gemeente en Aramis definitief zijn. De Raad van Bestuur heeft het Voorlopig Ontwerp afgekeurd vanwege financiële taakstellingen en opdracht gegeven voor een bouwplan met nieuwe uitgangspunten. Met Verkeersschool Luijten is in 2010 een definitieve overeenkomst gesloten voor huisvesting in de nieuwbouw van het Markiezaat College. Met SVM wordt in 2011 een definitieve overeenkomst gesloten. Gemeente Breda heeft in april 2010 de afspraken geannuleerd vanwege financiële perikelen.
Besluit tot ontwikkeling van de nieuwbouw op de locatie Biesdonkweg.
Projecten Nieuwbouw Radius College
Uitbreiding Prinsentuin College VMBO Breda
Belangrijke doelen Medewerking gemeente aan wijziging bestemmingsplan Frankenthalerstraat voor realisatie nieuwbouw. Besluit Raad van Bestuur over de toekomst van ’t Bergse VMBO. Uitbreiding en aanpassing van de bestaande school.
Renovatie en upgrading Kellebeek College Rooseveltlaan Bergen op Zoom
Afronding 1e fase (verbouwing gymzaal tot onderwijsruimte en aula).
Nieuwbouw ’t Bergse VMBO
Upgrading diverse ruimten. Voorbereiding 2e fase (verbetering binnenklimaat). Afronding 2e fase (aula, horeca, theorielokalen en buitenterrein). Aankoop en verbouwing gebouw 42 op locatie FAS in Hoogerheide en bouw van een hangaar.
Renovatie en modernisering Kellebeek College Beemd Breda Huisvesting WCAA en AM&TS in Hoogerheide
6.3
Realisatie Gemeente verwacht in 2011 een beslissing te nemen.
Verwacht wordt dat in 2011 een besluit kan worden genomen. De in juni 2009 gestarte uitbreiding is in maart 2010 gerealiseerd. Gerealiseerd in maart 2010.
Gerealiseerd in juni 2010. Uitvoering vindt plaats in 2011. Gerealiseerd in augustus 2010. In mei 2010 (gebouw 42) en november 2010 (hangaar) gerealiseerd.
Management Control
Binnen ROC West-Brabant wordt een management control model gehanteerd als uitgangspunt voor alle beheersmaatregelen en de ondersteuning van de Raad van Bestuur. Dit model benadert de klassieke beleid- en managementcirkel (Plan-Do-Check-Act-cyclus) zeer dicht. In beeld risico
verantwoorden
strategie
gedrag
beheersen
besluitvorming
risico
De volgende hoofdthema’s van ondersteuning zijn vastgesteld: • Strategie en marktanalyse, gericht op een kompas en radar gestuurde organisatie, koersvast en permanente omgevingsverkenning annex scenarioanalyses, • Besluitvorming en implementatie, Pagina 50
gericht op integrale besluitvorming en implementatietrajecten • Beheersing van processen, gericht op continuïteit van de instelling • Beleidsverantwoording, gericht op maximale transparantie ten behoeve van (horizontale en verticale) stakeholders en optimalisering van back office processen, • Risicomanagement, behoort tot het domein van elk van de hoofdthema’s. In 2010 hebben onder meer de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden op de hoofdthema’s: • Strategie en marktanalyse: ontwikkelen en vaststellen van het nieuwe strategisch beleidsplan Onderwijs met Passie 2015: ‘geen talent onder de korenmaat’; • Besluitvorming en implementatie: gewerkt wordt aan een aanpak om Onderwijs met Passie 2015 te operationaliseren binnen de instituten, de commerciële bv’s en het bestuurscentrum; • Beheersing van processen: in 2010 zijn belangrijke stappen gezet met betrekking tot de standaardisatie van processen betreffende leerling- en deelnemersregistratie; • Beleidsverantwoording: besloten is tot inrichting van een managementdashboard met niet alleen operationele indicatoren maar ook strategische indicatoren. Het dashboard zal de Raad van Bestuur ondersteunen bij het op koers houden van de organisatie; • Risicomanagement: het rekening houden met risico’s (kans op het zich voordoen van een gebeurtenis x de impact op de organisatie) begint steeds vaker gemeengoed te worden binnen ROC West-Brabant.
6.4 6.4.1
Financiën Inleiding
In 2010 is het strategisch beleidsplan ‘Onderwijs met Passie 2015’ vastgesteld. ‘Medio 2010 is een start gemaakt met de voorbereiding van een meer inhoudelijk georiënteerde lange termijn visie voor de periode 2010-2025. In studiedagen is de toekomst verkend en zijn wegen benoemd welke relevant zullen zijn voor een krachtige doorontwikkeling van de organisatie. Erg van belang om ons tijdig te prepareren op mogelijke toekomstige ontwikkelingen, kansen en risico’s. Welke contouren van maatschappelijke ontwikkelingen zijn zichtbaar en welke kwalitatieve en kwantitatieve effecten zullen daarvan het gevolg zijn. Een en ander zal in 2011 worden gecomplementeerd met een risicoanalyse. Om de scholen en colleges in staat te stellen zich maximaal te kunnen richten op hun core business zullen zij voor de ondersteunende processen ‘ontzorgd’ gaan worden. Dit vraagt om een hervorming van de ondersteunende diensten. Hiertoe is in 2010 een plan van aanpak geschreven (RSA). Dit traject beoogt eveneens een maximale efficiencywinst in de ondersteuning teneinde de inkomsten, die wij ontvangen maximaal ten goede te laten komen aan het onderwijs, alsmede een kwalitatieve winst.
6.4.2
Financieel beleid
ROC West-Brabant stelt de kaders voor strategie, positionering en bedrijfsvoering waaronder financiën. De scholen en colleges bepalen binnen de gestelde kaders op welke wijze men het onderwijs wil organiseren en inrichten. Door het stellen van een financieel kader is invulling gegeven aan de beheersing van de risico’s zonder daarbij de ruimte voor ondernemerschap teniet te doen. Het financieel beleid van ROC West-Brabant richt zich op het behouden van onze financieel gezonde positie op de lange termijn. In ontwikkeling is een meerjarenraming 2010-2020 waarvoor in 2010 een eerste longlist van mogelijkheden, opties, kansen en bedreigingen is aangelegd onder de titel ‘Bouwstenen voor financieel beleid 2010-2020’. De longlist onderscheidt de aandachtsgebieden: • Personele ontwikkelingen Pagina 51
• Huisvestingsbeleid • Te verwachten bekostigingseffecten (w.o. die in verband met demografische ontwikkelingen) • Diverse beleidsmaatregelen met grote financiële implicaties Deze longlist zal in 2011 worden ‘ingedikt’ tot een kansrijke shortlist. Deze shortlist zal worden doorgerekend en in beleid worden omgezet. De voorgestane nieuwbouwplannen vergen de komende jaren flinke investeringen die hun impact hebben op de kengetallen solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit. In maart 2010 heeft een eerste grondige doorrekening van de plannen plaatsgevonden (bij ongewijzigd beleid) voor de periode tot en met 2030 teneinde de impact van deze voorgestane investeringen in meerjarenperspectief in kaart te brengen. Inmiddels zijn de plannen, mede naar aanleiding van de uitkomsten, aanzienlijk gewijzigd en zal de doorrekening in 2011 geactualiseerd worden. De uitkomsten hiervan worden meegenomen in de hiervoor aangehaalde meerjarenraming 2010-2020.
6.4.3
Ontwikkelingen boekjaar
Het jaar 2010 stond volop in het teken van het verleggen van grenzen. Letterlijk gegeven de activiteiten met een Europese en mondiale scope maar ook figuurlijk gezien de invoering van CGO, de doorbraak naar werken in verantwoordelijke teams en de ontwikkeling van sterk innovatieve leermiddelen waarmee is aangesloten op de leef-, leer- en communicatiewereld van onze deelnemers. Dit alles heeft impact op de financiële resultaten. In 2010 zijn de contouren zichtbaar geworden van de bezuinigingen die het onderwijs zullen gaan treffen. De aangekondigde bezuiniging hebben nog geen effect gehad op 2010. Sterker nog in 2010 konden we een aantal meevallers tegemoet zien. Zo is de lumpsum met ca € 2,4 miljoen gestegen. Dit heeft met name te maken met het beschikbaar komen van gelden ten behoeve van de invoering van CGO binnen de lumpsum en een aanzienlijke verhoging van de GPL binnen de LNV bekostiging. Dit heeft het financiële resultaat positief beïnvloed.
6.4.4
Financieel resultaat
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen College-, cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten
Begroting Realisatie 2011 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Realisatie 2008
Realisatie 2007
188.241 7.721 1.058 15.372 14.044 226.436
187.541 9.852 1.621 11.338 11.409 221.761
184.360 9.340 910 13.436 12.874 220.920
185.600 10.123 1.728 8.804 9.845 216.100
169.693 9.109 754 7.279 8.934 195.769
158.280 8.253 532 8.324 8.654 184.043
164.432 13.669 15.395 28.114 221.610
162.350 12.895 15.523 27.990 218.758
161.548 13.471 16.075 28.482 219.576
157.531 12.380 16.444 27.817 214.172
143.122 10.927 12.914 24.105 191.068
130.524 8.387 11.986 22.254 173.151
4.826 -2.818
3.003 -2.154
1.344 -1.875
1.928 -559
4.701 400
10.892 423
Vennootschapsbelasting Minderheidsbelang derden
2.008 -492 0
849 -270 -107
-531 0 0
1.369 -407 0
5.101 -97 0
11.315 -20 0
Resultaat na belastingen
1.516
472
-531
962
5.004
11.295
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat
Pagina 52
Rentabiliteit Resultaat gewone bedrijfsvoering / Totaal baten uit
Begroting Realisatie Begroting Realisatie 2011 2010 2010 2009 0,7%
0,2%
-0,2%
0,4%
Realisatie 2008
Realisatie 2007
2,5%
6,0%
gewone bedrijfsvoering (incl. fin.baten)
In dit overzicht en in het overzicht opgenomen in paragraaf 6.4.5 zijn de cijfers opgenomen alsof de vorming van de Bapo-voorziening nooit heeft plaatsgevonden. Het begrote resultaat sloot met een licht tekort van ca. € 0,5 miljoen. Dat was het resultaat van gemaakte beleidskeuzen. Een saldo van baten en lasten van € 0,4 miljoen positief zou geheel binnen de begrotingssystematiek van Stichting ROC West-Brabant passen. Het begrote saldo van baten en lasten ad € 1,3 miljoen lag daar ruim boven. Het gerealiseerde resultaat voor belastingen is met € 849.000 aanzienlijk hoger uitgevallen dan hetgeen begroot was (- € 531.000). Het verschil ad € 1.380.000 wordt grofweg (en per saldo) veroorzaakt door: Extra inkomsten ESF subsidies voorgaande jaren Verhoging VSV prestatiesubsidie 2009 Verhoging wachtgelden Vrijval wettelijk cursusgeld Teruggave sociale lasten 2007 t/m 2009 n.a.v. boekenonderzoek Extra kosten pre-FPU regeling
671.000 718.000 135.000 563.000 317.000 2.404.000 -1.075.000 1.329.000
Effect per saldo
Begroting 2011 De interne normering voor het saldo der baten en lasten is - als basis - vastgesteld op 2%. De uiteindelijke normering is echter mede afhankelijk van het inzetten van middelen uit voorgaande jaren, investeringen in nieuwe opleidingen en initiatieven en geaccepteerde verliezen. In de begroting 2011 wordt € 1,6 miljoen ingezet vanuit het resultaat uit voorgaande jaren, is sprake van investeringen (te maken kosten) voor nieuwe opleidingen en initiatieven ter grootte van € 0,4 miljoen en bedragen de geaccepteerde verliezen € 3,3 miljoen. Dit betekent dat een saldo der baten en lasten van € 0,9 miljoen negatief geheel binnen de kaders van de begrotingssystematiek zou passen. Het werkelijke saldo ligt daar met € 4,8 miljoen ruim boven.
Pagina 53
6.4.5
Toestand op balansdatum 31-12-2010
31-12-2009
31-12-2008
31-12-2007
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
112 175.172 16 175.300
0 170.054 16 170.070
0 154.105 16 154.121
0 142.363 37 142.400
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
143 14.742 66.683 81.568 256.868
165 14.293 25.153 39.611 209.681
153 11.135 41.743 53.031 207.152
133 8.978 53.678 62.789 205.189
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
124.471 10.499 69.135 52.763 256.868
123.999 10.394 29.455 45.833 209.681
123.037 11.174 32.081 40.860 207.152
117.414 12.435 33.697 41.643 205.189
Activa
Solvabiliteit 1
Eigen vermogen / Totaal vermogen
Gemidd. ROC’s
31-12-2010 0,48
31-12-2009 0,59
0,53
Solvabiliteit 2 (Eigen vermogen + Voorzieningen) / Totaal vermogen
Gemidd. ROC’s
1,55
Liquiditeit Vlottende activa/ Kortlopende schulden
Gemidd. ROC’s
31-12-2008 0,59
31-12-2007 0,57
0,37
0,37
0,44
0,64
0,65
0,63
0,50
0,51
0,55
0,86
1,30
1,51
0,82
0,83
0,92
Gemiddelde ROC’s Jaarlijks worden, op basis van de jaarrekeningen, de financiële gegevens verstrekt voor alle ROC’s. De meest recente financiële gegevens die beschikbaar zijn, zijn die op basis van de jaarrekeningen 2009. In 2006 heeft ROC West-Brabant op basis van de geplande investeringen in nieuwbouw, voor een deel van de hiervoor benodigde middelen een toekomstige langlopende lening afgesloten. De rente op langlopende leningen was op dat moment historisch laag. Die lening, met een hoofdsom van € 50 miljoen, is op 1 juli 2010 vrijgekomen. Door vertraging in de uitvoering van de huisvestingsplannen is in 2010 slechts een deel van de gelden ingezet. Naar verwachting zal in 2011 ca € 13 miljoen van deze gelden worden ingezet voor huisvestingsinvesteringen alsmede de aflossing van een lening met een hoger rentepercentage. Door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen zijn in 2009 signaleringsgrenzen vastgesteld voor kengetallen voor vermogensbeheer en budgetbeheer. Deze zijn als volgt: Kengetal Vermogensbeheer Solvabiliteit Kapitalisatiefactor Budgetbeheer Liquiditeit Rentabiliteit
Formule
Ondergrens
Bovengrens
Eigen vermogen/ totaal vermogen Balans totaal/ totale baten
20% geen nader onderzoek
Vlottende activa/ kortlopende schulden Exploitatieresultaat/ totale baten
0,5 0%
1,5 5%
Door het vrijkomen van de lening per 1 juli 2010 is de solvabiliteit ten opzichte van 31-12-2009 gedaald Pagina 54
naar 0,48. Niettemin ligt de solvabiliteit nog steeds ruim boven de door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen gestelde ondergrens van 0,20. Omdat de gelden, door de vertraging in de huisvestingsplannen, slechts deels besteed zijn aan huisvestingsinvesteringen is de liquiditeit ten opzichte van 31-12-2009 fors gestegen naar 1,55 en ligt daarmee net boven de door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen gestelde bovengrens van 1,50. Naar verwachting zal de liquiditeit ultimo 2011 weer onder de bovengrens liggen.
6.4.6
Verloop cashflow
Het verloop van de cashflow (in duizenden euro’s) is als volgt:
2007 2008 2009 2010 2011
Realisatie -8.848 -11.935 -16.590 41.530
Begroot -25.019 -20.190 -19.653 34.683 -11.316
De toename in 2010 heeft te maken met het vrijkomen van de lening ad € 50 miljoen per 1 juli 2010.
6.4.7
Treasurybeleid
Het beleggen en belenen binnen Stichting West-Brabant vindt plaats binnen de kaders van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ en binnen de eigen financiële kaders. De hoofddoelstelling van het financieel beleid van Stichting ROC West-Brabant, afgeleid van het strategisch beleidsplan, luidt: ‘behoud van een gezonde financiële positie’ waarmee de financiële continuïteit wordt gewaarborgd. De hiervan afgeleide financiële kaders luiden: • De solvabiliteit bedraagt minimaal 35% • De liquiditeit bedraagt minimaal 1 De algemene doelstellingen van het treasurybeleid van Stichting West-Brabant luiden: • Optimaliseren van het rendement van overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie) • Minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) • Beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen verbonden zijn (risicominimalisatie) • Zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen optimale condities (beschikbaarheid) Het kader, de doelstellingen alsmede de administratieve organisatie (waaronder mede begrepen de toegestane beleggings- en beleningsvormen) en interne controle rondom het treasurybeleid zijn vastgelegd in het ‘Treasurystatuut Stichting ROC West-Brabant’. Het statuut is in 2010 aangepast naar aanleiding van het uitkomen van de ‘Regeling beleggen en belenen door instelling voor onderwijs en onderzoek 2010’. Gedurende geheel 2010 is reeds in de geest van de aangescherpte regeling gehandeld. Aan de hand van het treasurystatuut wordt in voorkomende gevallen gehandeld. Ten aanzien van het beleggen van de financiële middelen wordt een terughoudend beleid gevoerd. In de basis geschiedt dit via termijndeposito’s, maar omdat de rente-opbrengsten op termijndeposito’s momenteel lager zijn dan die op reguliere/direct opvraagbare bankrekeningen zijn de beschikbare gelden volledig uitgezet op direct opvraagbare bankrekeningen. Gelet op de spreiding van risico’s staan de direct opvraagbare gelden uit bij verscheidene banken. Daar waar leningen gesloten moeten worden of omgezet kunnen worden, wordt op basis van offertes met financiële instellingen die voldoen aan de ratingeisen onderhandeld om een zo voordelig mogelijk resultaat te behalen. In 2003 en 2006 is een renteswap afgesloten welke is gekoppeld aan een langlopende lening. De rente op
Pagina 55
langlopende leningen was op beide momenten historisch laag. Met het aangaan van een renteswap is het risico op een (verdere) stijging van de rente op langlopende leningen afgedekt. De renteswaps voldoen aan de bepalingen zoals opgenomen in het treasurystatuut.
6.4.8
Beleid met betrekking tot vrij besteedbaar vermogen
Bij de vaststelling van de bekostiging per College wordt rekening gehouden met een afroming ten einde de resultaatopdracht van 2% van de som der baten te realiseren. Basisuitgangspunt is dat met de vastgestelde budgetten een sluitende begroting per College moet kunnen worden gerealiseerd. Regel is dat vastgestelde resultaten van de Colleges voor de Colleges, en daarmee voor het onderwijs, beschikbaar zijn vanaf het jaar na vaststelling. Voorwaarde is dat deze gelden moeten worden gekoppeld aan incidentele/ projectmatige activiteiten. De algemene reserve bedraagt op 31-12-2010 € 115.738.000 en is (uitgedrukt in duizenden euro’s) als volgt opgebouwd:
Vrij te besteden - Colleges Vrij te besteden – AVO Vrij te besteden – Algemeen Totaal
Bedrag 15.413 6.549 93.776 115.738
De post ‘vrij te besteden door de Colleges’ betreft de vastgestelde financiële resultaten van de Colleges. De verwachting is dat in 2011 circa € 1,6 miljoen van het resultaat van de Colleges zal worden benut. De post ‘vrij te besteden AVO’ betreft de vastgestelde resultaten van de 2 AVO-scholen. Belangrijke voornemens en genomen besluiten met grote financiële gevolgen • Nieuwbouw diverse MBO-Colleges • Hervorming van de ondersteunende diensten Deze twee besluiten zijn al vóór 2010 genomen en eerder in dit document uitgebreider aan de orde geweest. Beide besluiten maken onderdeel uit van de in 2010 opgestelde longlist (zie paragraaf 6.4.2).
6.5
Benchmark middelbaar beroepsonderwijs
Met de Benchmark MBO laat de sector zien hoe de instellingen hun budget besteden (Financiële prestaties), hoeveel deelnemers het MBO gediplomeerd verlaten (Studiesucces) en wat de deelnemers vinden van het onderwijs (Deelnemersoordeel). De benchmarks worden uitgevoerd in opdracht en onder regie van de MBO Raad door PWC (financiële benchmark) en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (Studiesucces). Voor de benchmark Deelnemersoordeel is gebruik gemaakt van de JOB Monitor 2010. De resultaten van dit onderzoek kunt u terug vinden in paragraaf 4.6 tevredenheidonderzoeken. Van de benchmark Financiële prestaties en Studiesucces zijn instellingsrapportages beschikbaar waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de resultaten van ROC West-Brabant en die van andere deelnemende MBOinstellingen. De Bouwsteen studiesucces bestaat uit het jaar- en diplomaresultaat en de samenstelling van de MBO-studentenpopulatie. Deze informatie is opgenomen in andere delen van het jaarverslag. Een aantal financiële kengetallen is in paragraaf 6.4.5 opgenomen.
Pagina 56
Kengetal Personeelskosten t.o.v. totale lasten Personeelskosten onderwijzend personeel Personeelskosten per FTE in loondienst Aantal gewogen deelnemers per FTE Rijksbijdrage per gewogen deelnemer Rijksbijdragen per FTE
ROC WestBrabant
Toelichting
Sector
Personeelskosten zijn salariskosten eigen personeel, kosten ingehuurd personeel en uitbesteding verminderd met opbrengst detachering. Docenten, instructeurs, onderwijsassistenten, begeleiders bpv en overig onderwijzend personeel Kosten personeel in loondienst per FTE Aantal gewogen deelnemers per FTE beroepsonderwijs Rijksbijdrage beroepsonderwijs inclusief overige OCW-subsidies beroepsonderwijs per gewogen deelnemer Rijksbijdrage beroepsonderwijs inclusief overige OCW-subsidies beroepsonderwijs per FTE
Pagina 57
72,7%
69,9%
73,9%
67,8%
€ 62.599
€ 60.187
8,8
10,6
€ 8.926
€ 7.919
€ 78.323
€ 83.119
7
Notitie Helderheid
7.1
Uitbesteding
Het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestaties (niet zijnde contractonderwijs). Aan de volgende instellingen/organisaties is in 2010 door ROC West-Brabant bekostigd onderwijs uitbesteed: x € 1.000 Van Lente & De Vos 2.215 World Class Education 711 Detache Total Training Management 169 BP Nederland BV 113 Sistema Europeo de Educacion 4U2 105 Wim Luijten Verkeersschool 60 Kroon College 40 Blom Verkeersschool 40 Vacansoleil 39 Marvellous 31 Dielemans Technische Opleidingen 26 Veerkracht-IG 26 Overige instellingen < € 25.000 794 4.369
7.2
Investeren van publieke middelen in private activiteiten
Dit is binnen ROC West-Brabant niet van toepassing.
7.3
Een eigen fonds voor les- en cursusgeld
Dit is binnen ROC West-Brabant niet van toepassing.
7.4
Een overzicht van de deelnemers die relatief snel na 1 oktober de instelling verlaten
In de periode van 1 oktober 2010 t/m 31 december 2010 zijn 1.425 leerlingen uitgeschreven met de volgende redenen: Met diploma beëindigd 781 Overige ongediplomeerde uitstroom 644 Totaal 1.425 Het aantal deelnemers dat in dezelfde periode (van 1 oktober 2010 t/m 31 december 2010) aan een opleiding begonnen is bedraagt 1.167
7.5
Inzicht in de geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs.
Het betreft hier deelnemers waarvoor educatiegelden (Rijksbijdrage WEB of WIN; uit productovereenkomsten met gemeenten) ontvangen worden en die ook een formele inschrijving in het beroepsonderwijs hebben, waar andermaal bekostiging voor wordt ontvangen. Er zijn 3 leerlingen waarvoor dit op 1 oktober 2010 van toepassing was.
7.6
Een overzicht van de deelnemers die tijdens het schooljaar van opleiding/leerweg/ intensiteit veranderd zijn binnen de instelling
In de periode van 1 oktober 2010 t/m 31 december 2010 is sprake van de volgende aantallen: van opleiding veranderd 419 van leerweg veranderd 38 van intensiteit veranderd 0
7.7
Maatwerk aangeboden aan bedrijven of organisatie
(voor wat betreft trajecten waarvoor zowel door de overheid als van een andere partij een bijdrage wordt ontvangen)
Pagina 58
Door de colleges worden maatwerktrajecten verzorgd voor de volgende bedrijven en organisaties: A&R Carton Action Ad van Geloven Agio Sigarenfabriek Aktiesport Alkor Draka Altorffer AMZ Borssele Aviko Cuijk Aviko Lomm Aviko Steenderen Baar en Leendertse Bakkersland Basra Vis Biggelaar Tabak Bolscher BOZ-groep BP Breggen van der Bruijs, Bergen op Zoom BSW Bedrijven Budelpack Burger King Campina Chevron Combisales Concent ic McDonalds Conf. Napoleon Continental Bakeries CSU Breda CSU Schoonmaak CZ DAT De Gier Kraanverhuurbedrijf De Herder De Jong Duke De Waarden Delicia B.V. Dragon Plastics Drie Mollen Duijvelaar Pompen EJA (Egidus Janssen) Ewals Cargo Exxon Farm Diary Flamco
Flanderijn Postkantoren Fourstar Pouw Franke RVS Priema Fuel Services PWS Geelhoed Receptel Gemeente Waalwijk Reef Infra GL Plastics Rens Joosen GL Precision Riethorst Guard Security Services Schaap Holland H&M Scheer en Foppen Hakvoort Schuitema Homecare Smilde Bakery HTM Smurfit Kappa Huispitaal Sonneveld Hurks Beton St. de Wijngaerd Hurks Kemper Stork WorkSphere Huybregts Stromenland IMS Veendam Tante Louise Imtech TDS Schiedam IVT Ten Brink (Euradius) Jongbloed Texaco Keller Keukens Thebe Kingspan Thetford KMWE Thieme Kolibri Labels Thuiszorg Breda Kon. Horeca Nederland Thuiszorg West-Brabant Kuhn Tuijtel Grafisch Bedrijf Kuijper Jenever Uniekaas Lensveld Uniq Lonka Van Houte Systeembouw (Shopwand) Maitre Andre Van Lente & De Vos Marijnissen Transport VDL Mark en Maasmond Vebo Beton & Staal Mission Food Verbrugge Namascor Verhoeven NBC Vista Print Nelemans Bouwstoffen Vivent Nelemans Timmerfabriek Weener Groep Nijhuijs Werk & Vakmanschap Nipro Winexel North Sea Foods Woonboulevard Poortvliet Oeveren van Worksphere Olec Acket Wupperman Oostvogels Transporten BV Xenos Plieger BV Zorggroep VDA
Pagina 59
7.8
Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s
In het jaar 2010 heeft het ROC West-Brabant aan 179 deelnemers meer dan 1 diploma uitgereikt. Aan deze deelnemers zijn in totaal 409 diploma’s uitgereikt. 179 diploma’s komen voor bekostiging in aanmerking. Alle overige diploma’s komen niet voor bekostiging in aanmerking.
7.9
Samenwerkingsverbanden BVE-VO (Kellebeek)
In het schooljaar 2010/2011 volgen 265 leerlingen (die staan ingeschreven bij VO scholen) het onderwijs binnen de vavo-afdeling van ROC West-Brabant. Daarvan betreft het 19 leerlingen van VO-scholen binnen het ROC.
Pagina 60
d e t c e n Con 0 1 0 2 g n i n e k e r r a a J
Jaarrekening 2010 Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2010.....................................................................................................................................61 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2010.........................................................................................................................62 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2010.............................................................................................................................................. 63 Toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.......................................................................................64 Enkelvoudige jaarrekening Balans per 31 december 2010........................................................................................................................................................................98 Staat van baten en lasten over 2010............................................................................................................................................................99 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten...................................................................................................................... 100 Overige gegevens Voorstel resultaatbestemming.................................................................................................................................................................... 108 Gebeurtenissen na balansdatum............................................................................................................................................................... 108 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant...................................................................................................................... 109 Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon.............................................................................................................................................................. 111 Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2010.................................................................................................. 112 OVO scholen...................................................................................................................................................................................................... 113 Huisvesting Scholen Masterplan Breda................................................................................................................................................... 114
Jaarrekening A.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
A.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 (na verwerking resultaatbestemming)
31-12-2010 x € 1.000
1.2 1.2 1.3
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
112 175.172 16
Totaal vaste activa
1.4 1.5 1.7
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2009 x € 1.000
0 170.054 16 175.300
143 14.742 66.683
Totaal vlottende activa
170.070
165 14.293 25.153 81.568
39.611
Totaal activa
256.868
209.681
2.1
Eigen vermogen
124.471
123.999
2.3
Voorzieningen
10.499
10.394
2.4
Langlopende schulden
69.135
29.455
2.5
Kortlopende schulden
52.763
45.833
256.868
209.681
Totaal passiva
Pagina 61
A.1.2 GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 2010 x € 1.000 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
187.541 9.852 1.621 11.338 11.409
Totaal baten
4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
184.360 9.340 910 13.436 12.874 221.761
162.350 12.895 15.523 27.990
Belastingen
Minderheidsbelang derden in resultaat
220.920
216.100
157.531 12.380 16.444 27.817
218.758
219.576
214.172
3.003
1.344
1.928
-2.154
-1.875
-559
849
-531
1.369
-270
0
-407
579
-531
962
-107
0
0
472
-531
962
Resultaat na belastingen 7
2009 x € 1.000 185.600 10.123 1.728 8.804 9.845
161.548 13.471 16.075 28.482
Resultaat 6
Begroting 2010 x € 1.000
Resultaat na belastingen
Pagina 62
A.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2010 2010 x € 1.000 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Minderheidsbelang derden in resultaat
3.003 -107
2009 x € 1.000
1.928 0 2.896
Aanpassingen voor: Afschrijvingen (excl. boekresultaat) Mutaties voorzieningen
12.923 105
1.928 12.390 -780
13.028 Veranderingen in vlottende middelen Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden
22 -449 6.930
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Vennootschapsbelasting Betaalde interest
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Desinvesteringen financiële vaste activa
6.503
1.803
22.427
15.341 1.314 -407 -1.873
-2.424
-966
20.003
14.375
-112 -18.093 52 0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende leningen
-12 -3.144 4.959
847 -270 -3.001
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
11.610
0 -28.712 373 0 -18.153
50.000 -10.320
-28.339
0 -2.626
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
39.680
-2.626
Mutatie liquide middelen
41.530
-16.590
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
25.153 41.530
Eindstand liquide middelen
41.743 -16.590
66.683
Pagina 63
25.153
A.1.4 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1
ALGEMENE TOELICHTING
1.1
Activiteiten De activiteiten van de instelling en haar groepsmaatschappijen bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs.
1.2
Stelselwijziging Ten gevolge van de wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van 22 september 2010 in verband met de verwerking van de kosten van de BAPO-regeling (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) en de SOP-regeling (Seniorenregeling Onderwijs Personeel) in de vorm van periodelasten (in plaats van voorziening) heeft een stelselwijziging plaatsgevonden. De vergelijkende cijfers over 2009 zijn aangepast. Invloed stelselwijziging op vermogen en resultaat De effecten van de stelselwijziging zijn rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen per 1 januari 2010. De invloed van de stelselwijziging op het vermogen is weergegeven in onderstaande aansluiting van het eigen vermogen van 31 december 2009 naar 1 januari 2010. x € 1.000 118.442
Stand per 31 december 2009
5.557
Stelselwijziging Bapo voorziening Stand per 1 januari 2010 1.3
123.999
Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van Stichting ROC West-Brabant opgenomen, haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Stichting ROC West-Brabant overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van stemrechten of op enig andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Indien van toepassing wordt het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat afzonderlijk vermeld. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd. De waarderingsgrondslagen van de groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn gelijk. Aangezien de staat van baten en lasten over 2010 van Stichting ROC West-Brabant in de geconsolideerde jaarrekening is verwerkt, is (in de enkelvoudige jaarrekening) volstaan met weergave van een beknopte staat van baten en lasten in overeenstemming met artikel 2: 402 BW.
Pagina 64
De in de consolidatie begrepen verbonden partijen zijn: Stichting Beheer Florijngebouwen ROC Corbeille B.V. (100%) P3transfer B.V. (100%) P3 Personeels B.V. (100%) IT Workz B.V. (100%) WCAA Holding (100%) Stichting ROC West-Brabant heeft 90% van de aandelen van ROC ICT Services B.V. Daarnaast kan zij de financiële en operationele activiteiten van de Stichting tot Steun aan het Baronie College beheersen en heeft zij de overheersende zeggenschap over de activiteiten van Stichting Talentenfonds ROC West-Brabant. Deze rechtspersonen zijn echter afzonderlijk en gezamenlijk van te verwaarlozen betekenis. Derhalve is ook in 2010 afgezien van consolidatie van deze rechtspersonen.
1.4
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
1.5
Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat het bevoegd gezag van Stichting ROC West-Brabant over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat het bevoegd gezag schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2: 362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
2
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
2.1
Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in duizenden euro's. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Noodzakelijk geachte voorzieningen wegens oninbaarheid van vorderingen worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. Dit is het geval als de boekwaarde van het actief hoger is dan de realiseerbare waarde ervan.
Pagina 65
2.4
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op de balansdatum worden verwacht. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Gebouwen 30 jaar Verbouwingen 10 en 20 jaar Terreinvoorzieningen 10 jaar Terreinen -Bij gebouwen wordt rekening gehouden met een restwaarde van 10%. Overige activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Hard- en software 3 en 4 jaar Meubilair 15 jaar Overig inventaris 10 en 20 jaar Vervoermiddelen 4 jaar Bij vervoermiddelen wordt rekening gehouden met een restwaarde van 20%. De activeringsgrens voor overige activa bedraagt 1.000 euro. Subsidies op investeringen zijn in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. Jaarlijks wordt het plan geactualiseerd.
2.5
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaardemethode wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voorzover Stichting ROC West-Brabant in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. Indien Stichting ROC West-Brabant in deze situatie een vordering op de deelneming heeft die uitstijgt boven de negatieve nettovermogenswaarde, wordt de voorziening in mindering gebracht op de vordering. Vorderingen op deelnemingen De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen op deelnemingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Pagina 66
2.6
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs indien nodig onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen.
2.7
Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
2.8
Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.
2.9
Voorzieningen Voorzieningen zijn gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voorziening wachtgelden De voorziening wachtgelden is gevormd voor toekomstige wachtgelduitkeringen aan ex-werknemers die ultimo boekjaar aanspraak maken op een wachtgelduitkering. Voorziening vervroegd uittreden De voorziening vervroegd uittreden is gevormd ter dekking van de lasten die voortvloeien uit met medewerkers afgesloten overeenkomsten inzake vervroegde uittreding danwel uit door het personeel opgebouwde rechten om uren op een ander tijdstip op te nemen dan in het desbetreffende jaar waarin het verlof is ontstaan. Vanaf 1 augustus 2006 is het vanuit de CAO niet meer mogelijk om dit soort rechten op te bouwen. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers. Voorziening arbeidsongeschiktheid De voorziening arbeidsongeschiktheid is opgenomen voor de verwachte verplichting die op balansdatum bestaat tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Voorziening groot onderhoud Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Deze voorziening wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Pagina 67
Voorziening latente belastingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.
3
GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT
3.1
Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
3.2
Opbrengstverantwoording Rijksbijdrage Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Overige overheidsbijdragen Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst kunnen worden aangetoond. Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Deelnemersbijdragen De deelnemersbijdragen, die bij aanvang van het cursusjaar in rekening worden gebracht, worden tijdsevenredig als baten in het betreffende boekjaar verantwoord. Investeringssubsidies Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten.
Pagina 68
3.3
Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen ROC West-Brabant heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP die wordt gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. ROC West-Brabant heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioenfonds, op basis van RJ 271.310, verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegd bijdrageregeling. De verschuldigde premies over het lopende boekjaar worden als last verantwoord in de staat van baten en lasten. Voor zover de verschuldigde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. Tezamen met andere rechtspersonen past ROC West-Brabant dezelfde bedrijfstakpensioenregeling toe. ROC West-Brabant heeft in geval van een tekort bij de bedrijfstakpensioenfonds geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.
3.4
Afschrijvingen Op materiële vaste activa, behoudens terreinen, wordt afgeschreven op basis van de verkrijgings-/ vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen evenals afboekingen in verband met een duurzame waardevermindering.
3.5
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt.
3.6
Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten.
Pagina 69
4
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Algemeen Onderstaand volgt een toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Hierbij wordt dezelfde nummering zoals weergegeven in de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, aangehouden.
1.1
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn als volgt te specificeren:
1.2
Aanschafprijs t/m 2009
Afschrijvingen t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
Investeringen 2010
Desinvesteringen 2010
Afschrijving en 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000 (-)
x € 1.000
Goodwill
0
0
0
112
0
0
112
Totaal immateriële vaste activa
0
0
0
112
0
0
112
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn als volgt te specificeren: Aanschafprijs t/m 2009
Afschrijvingen t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
Investeringen 2010
Desinvesteringen 2010
Afschrijving en 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000 (-)
x € 1.000
187.198
-74.993
112.205
8.938
0
-7.117
114.026
812 33.057
0 0
812 33.057
738 984
0 0
0 0
1.550 34.041
221.067
-74.993
146.074
10.660
0
-7.117
149.617
65.215
-35.994
29.221
6.995
-10
-6.214
29.992
1.128
-486
642
438
-42
-233
805
Subtotaal
287.410
-111.473
175.937
18.093
-52
-13.564
180.414
Investeringssubsidies
-11.032
5.149
-5.883
0
0
641
-5.242
Totaal materiële vaste activa
276.378
-106.324
170.054
18.093
-52
-12.923
175.172
Gebouwen incl. terreinvoorzieningen In uitvoering Terreinen 1.2.1
Gebouwen en terreinen
1.2.2
Inventaris en apparatuur
1.2.3
Overige
1.2.4
Pagina 70
Aanschafprijs t/m 2010
Afschrijving en t/m 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
Gebouwen incl. terreinvoorzieningen In uitvoering Terreinen Inventaris en apparatuur Overige Investeringssubsidies
196.135 1.550 34.041 67.748 1.383 -11.032
-82.109 0 0 -37.756 -578 5.790
114.026 1.550 34.041 29.992 805 -5.242
Totaal
289.825
-114.653
175.172
De boekwaarde per 31-12-2010 is als volgt opgebouwd:
De investeringen in gebouwen betreffen de volgende verbouwingen: Knipplein 11, Roosendaal Rooseveltlaan 225, Bergen op Zoom Tuinzichtlaan 10, Breda Groene Woud 54A, Oudenbosch Buitenlaan 3, Andel Terheijdenseweg 350, Breda Beemd 10, Breda Baronielaan 4, Breda Groene Woud 2, Breda Aviolandalaan 35, Hoogerheide Overige
x € 1.000 352 211 1.194 125 285 212 619 365 101 4.832 642 8.938
De investeringen inzake gebouwen in uitvoering betreffen met name gemaakte aanloopkosten met betrekking tot de nieuwbouw van het Kellebeek en Markiezaat College. De investeringen in terreinen betreffen:
x € 1.000
Meulenspie 2, Teteringen Aviolandalaan 35, Hoogerheide
105 879 984
De investeringen in inventaris en apparatuur zijn als volgt opgebouwd: Meubilair Hard- en software Overig inventaris
x € 1.000 1.409 3.436 2.150 6.995
Pagina 71
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen OZB-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen Verzekerde waarde inventaris
1.3
1.3.2
Financiële vaste activa
x € 1.000
Peildatum
177.328 331.640 97.321
1-1-2009 en later 2010 2010
Boekwaarde 31-12-2009
Investeringen/ verstrekte leningen
Desinvesteringen/ afgeloste leningen
Resultaat boekjaar 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Andere deelnemingen
16
0
0
0
16
Totaal financiële vaste activa
16
0
0
0
16
Aandeel geplaatst kapitaal in %
Andere deelnemingen De belangen in andere maatschappijen zijn als volgt: ROC ICT Services B.V.
90
De aandelen van ROC ICT Services B.V. zijn op 19 april 2006 verworven. Ook in 2010 hebben er geen activiteiten plaatsgevonden in deze B.V. en is derhalve afgezien van consolidatie. 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
143
165
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
4.344 0 1.753 3.043 81 6.347 -826
3.673 0 1.785 2.634 54 6.780 -633
14.742
14.293
Een voorziening voor incourantheid wordt niet noodzakelijk geacht. 1.5
Vorderingen Deze post is als volgt te specificeren: Debiteuren Ministerie OCW/ LNV Deelnemers/cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening wegens oninbaarheid
1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7
Totaal vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
Pagina 72
1.5.4
Overige overheden Gemeenten Overig
De vordering op gemeenten is als volgt te specificeren: Educatiegelden boekjaar Inburgering boekjaar Ov.gemeentelijke subsidies boekjaar
Nog te ontvangen m.b.t. voorgaande jaren
De verdeling over de gemeenten is als volgt: Bergen op Zoom Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Gemeentelijk Samenwerkingsverband Moerdijk Oosterhout Rucphen Steenbergen Woensdrecht Zundert Overige gemeenten
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
1.647 1.396
2.557 77
3.043
2.634
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
505 421 411
1.303 652 295
1.337 310
2.250 307
1.647
2.557
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
385 678 7 15 125 233 24 28 54 46 38 12 2
413 507 9 21 85 655 73 70 339 55 54 249 27
1.647
2.557
De daling van de vordering op gemeenten hangt samen met de daling van de educatiegelden. De vordering op overige overheden betreft met name een vordering op het Ministerie van SZW uit hoofde van ESF-subsidies.
Pagina 73
1.5.5
1.5.6
1.5.7
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Borgsommen Vorderingen op personeel
53 28
50 4
Totaal overige vorderingen
81
54
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Automatiseringskosten Lopende projecten Leerlingkosten Rente-opbrengsten Detacheringen Huisvesting PR kosten Loyalis Kopieerkosten Te factureren bedragen Samenwerking VO-BVE Overige
1.272 1.186 280 694 568 565 467 239 178 157 468 273
1.652 1.141 211 575 560 552 366 231 63 502 574 353
Totaal overlopende activa
6.347
6.780
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
633 -29 222
602 -104 135
826
633
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Overige vorderingen
Overlopende activa
Voorziening wegens oninbaarheid Stand per 1 januari af: onttrekking bij: dotatie
1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2 1.7.3
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen Deposito's
77 66.606 0
77 17.196 7.880
Totaal liquide middelen
66.683
25.153
Pagina 74
2.1
Eigen vermogen
Mutaties Saldo 31-12-2009
Bestemming resultaat
Saldo 31-12-2010
x € 1.000
Herbestemming reserves x € 1.000
x € 1.000
113.522
1.740
476
115.738
x € 1.000
2.1.2
Algemene reserve
2.1.3
Bestemmingsreserve - publiek Lustrum
500
-500
0
0
Totaal bestemmingsreserve - publiek
500
-500
0
0
Bestemmingsreserve - privaat Algemeen
1.644
-768
0
876
Totaal bestemmingsreserve - privaat
1.644
-768
0
876
Herwaarderingsreserve OKF-gebouwen Overige gebouwen Inventaris
4.254 3.971 108
0 0 0
-280 -165 -31
3.974 3.806 77
Totaal herwaarderingsreserve
8.333
0
-476
7.857
Totaal eigen vermogen
123.999
472
0
124.471
Segmentatie totaal eigen vermogen Publiek Privaat
122.355 1.644
1.240 -768
0 0
123.595 876
123.999
472
0
124.471
2.1.4
2.1.5
Het exploitatiesaldo 2010 is conform het voorstel resultaatbestemming toegevoegd aan de algemene reserve voor wat betreft het publieke deel en aan de bestemmingsreserve - privaat voor wat betreft het private deel. Vanuit het exploitatiesaldo 2007 is een bestemmingsreserve lustrum gevormd. Deze bestemmingsreserve was gevormd ter dekking van de kosten van de lustrumactiviteiten in 2010. De herwaarderingsreserve OKF betreft de in 1997 overgenomen gebouwen in het kader van de OKF. De herwaarderingsreserve overige gebouwen is in 2003 ontstaan en bepaald als het verschil tussen de actuele waarde van de materiële vaste activa in uitvoering en de met derden aangegane verplichtingen inzake de aankoop en afbouw van de onroerende zaken. Ter zake van de herwaardering is geen voorziening voor latente belastingverplichtingen berekend. Deze herwaarderingsreserves worden in 30 jaar, conform de afschrijvingstermijn van de gebouwen, aan de algemene reserve toegevoegd.
Pagina 75
2.3
2.3.1
2.3.3
Voorzieningen
Mutaties Saldo Dotaties 2010 Onttrek-kingen Vrijval 2010 31-12-2009 2010 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 (-) x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
Onderverdeling saldo 2010 < 1 jaar > 1 jaar x € 1.000
x € 1.000
Personeelsvoorzieningen Wachtgelden Vervroegd uittreden Jubilea Arbeidsongeschiktheid
847 2.244 2.044 1.228
4.188 1.490 55 0
-1.409 -549 0 0
-2.806 -579 -12 -255
820 2.606 2.087 973
419 749 146 675
401 1.857 1.941 298
Subtotaal
6.363
5.733
-1.958
-3.652
6.486
1.989
4.497
Overige voorzieningen Groot onderhoud Latente belastingen
4.031 0
120 171
-22 0
-287 0
3.842 171
2.519 0
1.323 171
Subtotaal
4.031
291
-22
-287
4.013
2.519
1.494
10.394
6.024
-1.980
-3.939
10.499
4.508
5.991
Totaal voorzieningen
Voorziening wachtgelden De dotatie aan de voorziening is gevoed uit de ontvangen Rijksbijdragen inzake wachtgeld. De onttrekkingen betreffen de betalingen aan Loyalis. Voorziening vervroegd uittreden De dotatie vloeit met name voort uit de nieuwe regeling die het mogelijk maakte vervroegd uit te treden per 1-8-2010. Hiervan hebben 42 medewerkers gebruik gemaakt. Groot onderhoud Vanuit meerjarenonderhoudsplannen welke jaarlijks worden geëvalueerd/ bijgesteld, wordt de omvang van de benodigde voorziening bepaald.
Pagina 76
2.4
Langlopende schulden langlopend deel 31-122009 x € 1.000
2.4.2
2.4.4
Nieuwe lening/ extra aflossingen 2010 x € 1.000
Aflossingen 2011
Langlopend deel 31-122010
looptijd > 1 jaar
looptijd > 5 jaar
Rentevoet
x € 1.000 (-)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
%
Kredietinstellingen ABN-AMRO Breda ABN-AMRO Breda ABN-AMRO Breda Bank Ned. Gemeenten Crediet en Effectenbank ING Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank
218 125 2.211 4.766 109 0 1.778 2.249 4.305 13.667 0 0
0 0 0 0 0 49.375 0 0 0 -1.000 17 18
-145 -50 -103 -4.766 -49 -2.500 -74 -107 -250 -667 -1 -1
73 75 2.108 0 60 46.875 1.704 2.142 4.055 12.000 16 17
73 75 411 0 61 10.000 299 427 998 2.667 16 17
0 0 1.697 0 -1 36.875 1.405 1.715 3.057 9.333 0 0
Subtotaal
29.428
48.410
-8.713
69.125
15.044
54.081
Ov. langlopende schulden Naam Interbrew Interbrew Vrumona
18 8 1
2 0 0
-12 -6 -1
8 2 0
8 2 0
0 0 0
Subtotaal
27
2
-19
10
10
0
29.455
48.412
-8.732
69.135
15.054
54.081
Totaal langlopende schulden
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Bank Nederlandse Gemeenten Ten behoeve van de financiering van de aankoop en verbouwing van het pand Wilhelminasingel 33 te Breda is door de gemeente Breda een garantie verleend voor een bedrag van € 6.352.923. Voortvloeiend uit deze garantie is het recht van eerste hypotheek verstrekt aan de gemeente Breda voor een bedrag van € 6.352.923 te vermeerderen met rente en kosten. ING Als zekerheid voor de door de ING verstrekte geldleningen en kredietfaciliteiten is verstrekt: - hypothecaire inschrijving ad € 75.000.000 op onroerend goed van St. ROC West-Brabant Op de lening met rentepercentage 5,05% is een renteswap afgesloten. Deze renteswap heeft een looptijd tot en met juni 2025. De marktwaarde van de renteswap bedraagt ultimo boekjaar - € 6.076.000.
Pagina 77
6,03 3,85 6,23 6,58 5,50 5,05 variabel 5,74 5,72 5,25 6,50 6,50
0,00 6,30 0,00
Rabobank Als zekerheid voor de door de Rabobank verstrekte geldleningen en kredietfaciliteiten is verstrekt: - hypothecaire inschrijving ad € 25.000.000 op het onroerend goed te Etten-Leur - borgtocht ad € 8.762.689 door St. Waarborgfonds BVE - verpanding huurgarantie, rechten uit put-optie, huurpenningen, garantie fiscaliteit, garantie afbouw en debiteurenvorderingen - positive-negative pledge, pari-passu verklaring, cross-default. Op de lening met rentepercentage 5,25% is een renteswap afgesloten. Deze renteswap heeft een looptijd tot en met januari 2014. De marktwaarde van de renteswap bedraagt ultimo boekjaar - € 1.504.000. 2.5
Kortlopende schulden Deze post is als volgt te specificeren: Kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en premies soc. verz. Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
2.5.1 2.5.3 2.5.6 2.5.7 2.5.8 2.5.9
Totaal kortlopende schulden
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
8.713 7.492 6.971 2.071 3.267 24.249
1.611 7.658 6.793 2.025 3.230 24.516
52.763
45.833
De kortlopende schulden hebben allen een resterende looptijd van korter dan een jaar.
2.5.6
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Loonheffing Sociale lasten Omzetbelasting Vennootschapsbelasting
5.434 1.312 70 155
5.452 1.185 57 99
Totaal belastingen en premies
6.971
6.793
Belastingen en premies sociale verzekeringen
De belastingen ultimo boekjaar betreffen met name afdrachten over de maand december en de 13e maand.
2.5.7
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Premie ouderdoms-/nabestaandenpensioen Premie VUT/FPU Premie invaliditeits/arbeidsongeschiktheidspensioen Partner plus
1.678 344 42 7
1.614 359 43 9
Totaal schulden terzake pensioenen
2.071
2.025
Schulden terzake van pensioenen
De schulden ultimo boekjaar betreffen afdrachten over de maand december en de 13e maand.
Pagina 78
2.5.8
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Overname panden gemeente Breda Schulden aan personeel Borgsommen Aflossingen leningen o/g derden Ouderraad/ leerlingraad Personeelsvereniging Overigen
3.000 39 144 19 17 44 4
3.000 6 142 15 19 41 7
Totaal overige kortlopende schulden
3.267
3.230
Overige kortlopende schulden
De schuld uit hoofde van de overname van panden van de gemeente Breda vloeit voort uit een toezegging aan Building Breda € 3 miljoen bij te dragen aan uitgaven die gemaakt worden voor de panden van de scholen voor algemeen vormend onderwijs welke onder ROC West-Brabant vallen.
2.5.9
Overlopende passiva Vooruitontvangen wettelijk cursusgeld Geoormerkte doelsubsidies OCW Overige subsidies OCW - niet-geoormerkt Geoormerkte doelsubsidies LNV Overige subsidies LNV - niet-geoormerkt Lopende projecten Vakantiegeld en -dagen Bijdragen deelnemers restant schooljaar Rente langlopende leningen Energie Eindejaarsuitkering Huisvesting Ouderbijdragen Accountants- en advieskosten Detachering/uitzendkrachten Investeringen materiële vaste activa Bijdragen bedrijven Overige personeelskosten Saldo stagefondsen en sponsoring Vooruitontvangen 'subsidies' Kopieerkosten Examenkosten Overige Totaal overlopende passiva
Pagina 79
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
1.105 6.856 1.560 1.378 550 2.182 4.865 1.938 1.395 411 291 246 215 201 190 157 131 96 92 61 0 0 329
1.060 4.212 5.178 1.592 695 2.199 4.756 2.061 245 392 103 65 144 186 369 123 124 60 184 168 149 63 388
24.249
24.516
Het verloop van de post vooruitontvangen wettelijk cursusgeld luidt als volgt: Jaar
Te innen cursusgeld
Inhouding cursusgeld
Saldo 31-12-2009
Te innen cursusgeld 2010 x € 1.000
Inhouding cursusgeld 2010 x € 1.000 (-)
Verlies tlv exploitatie 2010 x € 1.000
Vrijval tgv exploitatie 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
2008 2009 2010
3.006 3.175
-2.449 -2.672
557 503
0 243 3.083
0 0 -2.877
0 0 159
-557 -6 0
0 740 365
Totaal
6.181
-5.121
1.060
3.326
-2.877
159
-563
1.105
x € 1.000
Het te innen cursusgeld betreft het cursusgeld dat verschuldigd is door deelnemers die gedurende het kalenderjaar gestart zijn aan een opleiding. De inhouding cursusgeld betreft de inhouding inzake wettelijk cursusgeld vanuit CFI. Deze inhouding is gebaseerd op de deelnemers per 1-10 in het jaar t-2. Een eventueel overschot wordt niet meteen ten gunste van het resultaat gebracht, omdat deze gelden alsnog (grotendeels) in het jaar t+2 afgedragen zullen moeten worden. De post bevat dan ook maximaal twee jaarlagen. Een eventueel tekort (verlies) wordt wel meteen ten laste van het resultaat gebracht. Het verloop van de post geoormerkte doelsubsidies OCW luidt als volgt: Geoormerkt en aflopend op 31-12-2010 Jaar en kenmerk
Schoolmaatschappelijk werk
2009 - 15163
ESF 2005/2006
2005 - 8586
ESF 2005/2006 ESF 2005/2006 ESF 2005/2006
2005 - 8601 2005 - 8602 2005 - 8603
ESF 2005/2006 ESF 2005/2006 ESF 2005/2006
2005 - 8604 2005 - 8605 2005 - 8606
ESF 2005/2006 ESF 2005/2006 ESF 2005/2006
2006 - 8960 2006 - 8961 2006 - 8962
ESF 2005/2006 ESF 2005/2006 ESF 2004/2005 ESF 2004/2005 ESF 2004/2005
2006 - 8982 2010 - 11635 2009 - 14223 2009 - 14232 2009 - 14234
Subtotaal (1)
Bedrag van toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
Investering Te ver- rekenen 2010 x € 1.000 (-) x € 1.000
755 110 79 315 155 106 163 202 15 30 10 52 -37 128 27 91
755 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -26 0 0
0 68 48 190 63 23 67 88 4 2 5 32 -37 26 27 91
-755 -68 -48 -190 -63 -23 -67 -88 -4 -2 -5 -32 37 0 -27 -91
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2.201
729
697
-1.426
0
0
Bedrag van toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
Investering 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
694 1.493 1.486
0 1.150 0
0 0 0
690 71 1.486
Geoormerkt en dóórlopend na 2010 Jaar en kenmerk
Schoolmaatschappelijk werk Innovatiebox 2009 Innovatiebox 2010
2010 - 16683 2009 - 15095 2010 - 17122
Pagina 80
694 0 1.486
-4 -1.079 0
Jaar en kenmerk
Bedrag van toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
1.468 1.309 1.661 111 37 604 22 32 6 8 151 32 48 904 559 844 1.698 19 532 19 8 2 8 37 1 140 1.304 1.090 500
845 0 0 34 0 604 22 32 0 0 0 0 0 0 456 0 340 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -250 0 0
0 1.309 1.661 0 37 0 0 0 6 8 151 32 48 904 0 844 1.359 19 532 19 8 2 8 37 1 140 704 291 120
Subtotaal (2)
16.827
3.233
Totaal geoormerkte subsidies Van derden
19.028
3.962
Stagebox 2009 Stagebox 2010 Nederlandse taal en rekenen Doorontwikkeling PRO/PS Doorontwikkeling PRO/PS VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie VSV prestatiesubsidie
2009 - 14924 2010 - 16923 2010 - 16375 2008 - 52281 2010 - 74302 2009 - 16147 2009 - 15744 2009 - 16009 2010 - 17245 2010 - 17509 2010 - 17646 2010 - 18787
VSV projectsubsidie VSV projectsubsidie
2010 - 19050 2010 - 19188 2009 - 14321 2010 - 16795
Plusvoorziening Zij-instroom Zij-instroom
2009 - 16291 2010 - 28901 2010 - 31607
Zij-instroom 2010 - 34166 Energiezuinigheid/ binnenmilieu 2010 - 67062 Energiezuinigheid/ binnenmilieu 2010 - 66957 Energiezuinigheid/ binnenmilieu 2010 - 66958 Energiezuinigheid/ binnenmilieu 2010 - 67019 Energiezuinigheid/ binnenmilieu 2010 - 67637 M&ICT the long tail Innovatiearrangement Virtuele games
2010 - 67763 2008 - St.PB * 2007 - 1686
ROCk- en poppodium
2010 - BIB10
Conform Gefis Naar derden (m.n. Plusvoorziening, projectsubs.VSV)
Investering 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
-845 -415 -985 -34 0 -604 -22 -32 -6 -8 -151 0 0 0 -456 -813 -564 0 -171 0 -1 -1 -1 -1 -1 -81 -408 -84 -30
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 894 676 0 37 0 0 0 0 0 0 32 48 904 0 31 1.135 19 361 19 7 1 7 36 0 59 46 207 90
10.420
-6.797
0
6.856
11.117 -1.115
-8.223
0
6.856
10.002 -624
Exploitatie
Naar overlopende passiva 31-12 Vordering op OCW Overlopende activa (lopende projecten)
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
-7.599 31-12-2009 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
4.212 0 -250
6.856 0 0
3.962
6.856
Pagina 81
Het verloop van de post overige subsidies OCW - niet-geoormerkt luidt als volgt: Saldo 31-12-2009 x € 1.000
Totaal niet-geoormerkt
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
5.178
8.522
0
-2.041 -77
Ontvangen van andere scholen Via IB-groep/ derden Conform Gefis
-12.140
Investering 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
0
1.560
6.404
De onder de niet-geoormerkte subsidies opgenomen post 'ontvangen van andere scholen' betreft met name door ROC Zeeland doorbetaalde rijksbijdragen in verband met het uitbesteden van een deel van de Cios opleiding te Goes aan ROC West-Brabant en door VO scholen doorbetaalde rijksbijdragen voor leerlingen die in het kader van het Besluit Samenwerking VO-BVE via de vavo opleiding hun opleiding afronden. Het saldo per 31-12-2010 is als volgt te specificeren: Jaar en kenmerk Inburg. overgang. 08 LGF MBO 2010/2011 School ex programma 2010 Leerplusarrangement Leerplusarrangement Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Kwaliteit VO 2010 Maatschappelijke stages Maatschappelijke stages Maatschappelijke stages Maatschappelijke stages Voorschot projectsubsidie jongerenteam
2007 - 11659 2010 - 18133 2010 - 19441 2010 - 56742 2010 - 56784 2010 - 27832 2010 - 27966 2010 - 31711 2010 - 32807 2010 - 32944 2010 - 33215 2010 - 33299 2010 - 68231 2010 - 79846 2010 - 79907 2010 - 80168 2010 - 80376 2010 - niet via Gefis
x € 1.000 491 294 51 86 154 32 29 28 3 3 4 -6 68 5 48 92 168 10 1.560
Het saldo per 31-12-2010 zal in 2011 besteed worden.
Pagina 82
Het verloop van de post geoormerkte doelsubsidies LNV luidt als volgt: Geoormerkt en aflopend op 31-12-2010 Jaar en kenmerk
Subsidies via LNV: Praktijkleren 2007/2008
07 - 2904417
Subsidies via CFI: Schoolmaatschappelijk werk
2009 - 1063
Subtotaal (1)
Bedrag van toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
Investering Te ver- rekenen 2010 x € 1.000 (-) x € 1.000
728
16
0
-16
0
0
37
37
0
-37
0
0
765
53
0
-53
0
0
Bedrag van toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
Ontvangen Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
Investering 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
254 293 314 316 57 51 74 72 88 58 88 -6 550 550 184 42 14 137
90 293 314 0 37 51 74 72 0 58 0 0 550 0 0 0 0 0
0 0 0 316 0 0 0 0 88 0 88 -6 0 550 184 42 14 137
-90 -293 -314 -12 -37 -51 -54 0 0 -58 0 6 -443 0 -184 -21 -14 -9
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 304 0 0 20 72 88 0 88 0 107 550 0 21 0 128
3.136
1.539
1.413
-1.574
0
1.378
Geoormerkt en dóórlopend na 2010 Jaar en kenmerk
Subsidies via CFI: Innovatiebox 2007 Innovatiebox 2008 Innovatiebox 2009
2007 - 662 2008 - 887 2009 - 1050
Innovatiebox 2010 Stagebox regeling 2006 Stagebox regeling 2007
2010 - 1343 2006 - 10152 2007 - 11526
Stagebox regeling 2008 Stagebox regeling 2009 Stagebox regeling 2010
2008 - 12983 2009 - 14904 2010 - 16904
Prestatiesubsidie VSV Prestatiesubsidie VSV Prestatiesubsidie VSV
2009 - 1141 2010 - 1424 2010 - 1438
Praktijkleren 2009 - 1000 Praktijkleren 2010 - 1157 Versterking primaire opleidingen2010 - 1157 Schoolmaatschappelijk werk 2010 - 1294 Prestatiesubsidie VSV verhoging2010 - 1357 Nederlandse Taal en Rekenen 2010 - 16355 Subtotaal subsidies via CFI
0 Subtotaal (2)
3.136
1.539
1.413
-1.574
0
1.378
Totaal geoormerkte subsidies
3.901
1.592
1.413
-1.627
0
1.378
Conform Gefis
1.413
Naar exploitatie
-1.627
Pagina 83
Het verloop van de post overige subsidies LNV - niet-geoormerkt luidt als volgt: Jaar en kenmerk
Bedrag toewijzing x € 1.000
Saldo 31-12-2009 x € 1.000
133 24 28 31 134 39 24 21 10
133 23 28 31 134 39 24 21 10
0 0 0 0 0 0 0 0 0
444
443
136 142 110 114 26 71 -1 73 6 6 810 9 6 41 193 27 150 0
Subtotaal subsidies via CFI
Totaal niet-geoormerkte subsidies Van andere scholen
Subsidies via LNV: School als kenniscentrum Internationalisering
08 - 2904661 08 - 2904663
Professionalisering 08 - 2904664 Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs School als Kenniscentrum 09 - 1403805 Professionalisering 09 - 1403806 Internationalisering 09 - 1403807 Maatschappelijke stages 09 - 1403808 Kies Kleur in Groen
09 - 1403977
Subtotaal subsidies via LNV Subsidies via CFI: Kwaliteit VO 2009
2009 - 1032
Kwaliteit VO 2010 Maatschappelijke stage Maatschappelijke stage
2010 - 1319 2010 - 1169 2010 - 1573
Conjuncturele effecten L.L gebonden fin.MBO 09/10
2009 - 1281 2009 - 15444
L.L gebonden fin.MBO 08/09 L.L gebonden fin. MBO 10/11 Lerarenbeurs
2010 - 14010 2010 - 18116 2010 - 27802
Lerarenbeurs Wachtgeld 2010 Visueel gehandicapten
2010 - 31674 2010 - 1203 2010 - 1305
Visueel gehandicapten Lesmateriaal 2010 VO
2010 - 16750 2010 - 1326
Groene impuls 2010 - 1399 School Ex-programma 2010 LNV2010 - 1586 L.L gebonden fin. VO 09/10 2010 - 544339 Doorbetaling andere scholen
Investering 2010 x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
-133 -23 -28 -31 -23 0 -8 -21 -10
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 111 39 16 0 0
0
-277
0
166
136 0 58 0 26 32 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 142 52 114 -26 -5 -1 73 6 6 810 10 6 41 193 27 150 -4
-136 -142 -110 0 0 -27 1 -30 -2 -3 -810 -10 -6 -41 0 0 -150 4
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 114 0 0 0 43 4 3 0 0 0 0 193 27 0 0
1.919
252
1.594
-1.462
0
384
2.363
695
1.594 4
-1.739
0
550
Conform Gefis
Ontvangen in Lasten 2010 2010 x € 1.000 x € 1.000 (-)
1.598
Naar exploitatie
-1.739
Pagina 84
2.6
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Vorderingen op OCW en LNV De vordering houdt verband met een stelselwijziging inzake de vergoeding van de loonheffing en premies ABP bij de invoering van de lumpsumbekostiging respectievelijk een vordering inzake vakantiegeld die verband houdt met de overgang naar kalenderjaarbekostiging. Het bedrag van deze posten bedraagt € 810.000 respectievelijk € 4.032.000 en € 185.000. Deze vorderingen komen echter slechts tot uitkering als de Stichting failliet gaat. 31-12-2010 x € 1.000
OCenW In verband met invoering lumpsum financiering BVE voormalig SCB Loonheffing/ premie ABP juli 1991 Loonheffing/ premie ABP juli 1991 voormalig ROC West-Brabant (bestuursnummer 40898)
396 414 810
In verband met overgang naar kalenderjaar financiering Vakantiegeld augustus/ december BVE Vakantiegeld augustus/ december VO
1.829 2.203 4.032
Totaal
4.842 31-12-2010 x € 1.000
LNV In verband met overgang naar kalenderjaar financiering Vakantiegeld augustus/ december BVE Vakantiegeld augustus/ december VO
117 68
Totaal
185
Stichting Waarborgfonds BVE Door de OKF-operatie zijn de gebouwen economisch eigendom geworden van ROC West-Brabant. Voorwaarde voor de overdracht is dat alle ROC's zich aansluiten bij de Stichting Waarborgfonds BVE. Als deelnemer van het Waarborgfonds heeft ROC West-Brabant de verplichting in geval van toekomstige calamiteiten met betrekking tot gebouwen van aangesloten deelnemers een bijdrage te voldoen aan deze Stichting indien het kapitaal van genoemde stichting onder het stichtingsvermogen van € 10 miljoen komt. De bijdrage voor ROC West-Brabant bedraagt maximaal 2% van de aan de instelling rechtstreeks verstrekte Rijksbijdrage. Het mogelijk maximale risico bij calamiteiten bedraagt, op basis van de cijfers 2010, een bedrag van € 2,1 miljoen. Meerjarige financiële verplichtingen Het totaal van de verplichtingen met een looptijd langer dan 1 jaar (telefonie, internet, software, auto's, energie en studieboeken) bedraagt berekend over de totale looptijd, circa € 8,5 miljoen.
Pagina 85
Investeringsverplichtingen Voor enkele bouwprojecten zijn investeringsverplichtingen aangegaan voor een bedrag van totaal € 7,3 miljoen. Huurverplichtingen Het totaal van de huurverplichtingen inzake onroerend goed met een looptijd langer dan 1 jaar bedraagt, berekend over de totale looptijd, circa € 9,4 miljoen. Fiscale eenheden Voor de omzetbelasting is sprake van een fiscale eenheid tussen ROC West-Brabant en haar deelnemingen P3transfer B.V., P3 Transfer Personeel B.V., IT Workz B.V., Novalis Personeels B.V., Aviation Training Group B.V., World Class Aviation Academy B.V., Aircraft Maintenance & Training School B.V., Militairy Aerospace Type Training B.V.. Met ingang van 1 januari 2011 is Briljant Breda B.V. daaraan toegevoegd. Alle entiteiten betrokken in de fiscale eenheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schulden aan de belastingdienst inzake de omzetbelasting. Koopoptie Trivium Hotel Etten-Leur B.V. heeft een koopoptie op het pand Trivium 72 te Etten-Leur gedurende de periode 1 september 2007 tot 1 september 2014 voor een bedrag van € 5.850.000. Dit bedrag wordt jaarlijks geindexeerd.
Pagina 86
3.1
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen LNV
157.110 30.431
154.918 29.442
155.638 29.962
Totaal rijksbijdragen
187.541
184.360
185.600
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
Rijksbijdragen
Rijksbijdragen OCW Rijksbijdrage sector BVE Rijksbijdrage sector VO
96.833 40.538
Totaal rijksbijdrage Geoormerkte OCW subsidies Niet-geoormerkte OCW subsidies
137.371 7.599 12.140
Totaal overige subsidies Totaal rijksbijdragen OCW
Rijksbijdragen LNV Rijksbijdrage sector BVE Rijksbijdrage sector VO
96.302 39.199 135.480
6.136 13.302
135.501 6.744 13.393
19.739
19.438
20.137
157.110
154.918
155.638
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
8.154 18.362
8.348 18.717
Totaal rijksbijdrage Geoormerkte LNV subsidies Niet-geoormerkte LNV subsidies
94.764 40.716
27.065 1.627 1.739
7.931 19.027 26.516
1.549 1.377
26.958 1.489 1.515
Totaal overige subsidies
3.366
2.926
3.004
Totaal rijksbijdragen LNV
30.431
29.442
29.962
De begroting 2010 van de rijksbijdrage voor de onderscheiden sectoren is gebaseerd op het prijspeil van 2009. Met eventuele loon- en prijsaanpassingen wordt geen rekening gehouden. Noch bij de baten, noch bij de lasten. Door loon- en prijsaanpassingen is de realisatie 2010 uiteindelijk hoger dan begroot, hier staat een stijging van de loonkosten tegenover.
Pagina 87
In de begroting 2010 is rekening gehouden met een forse bijdrage in de conjuncturele effecten. Uiteindelijk is de bijdrage door het achterblijven van de deelnemersstijging aanzienlijk lager uitgevallen. Dit is de voornaamste oorzaak van de afwijking tussen realisatie en begroting van de post niet-geoormerkte subsidies OCW. De aansluiting tussen de in de exploitatierekening 2010 opgenomen post rijksbijdrage per sector en de bedragen volgens CFI/ LNV brieven luidt als volgt: BVE x € 1.000
OCW Rijksbijdrage 2010 MBO Personele vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Exploitatie vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Personele vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Exploitatie vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Personele vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Exploitatie vergoeding VO 2010 Personele vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Exploitatie vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Personele vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010 Exploitatie vergoeding VO 2010 Vermindering uitkeringen 2010
25 LX 25 LX 25 LX 25 LX 25 LX 02 HI 02 HI 02 HI 02 HI 15 NY 15 NY 15 NY 19 XV 19 XV 19 XV 19 XV 03 AM 03 AM 03 AM 03 AM
15561 63199 63844 64489 80981 63309 63954 64599 80508 63501 64146 64791 63633 64278 64923 80836 63371 64016 64661 80571
LNV 21 CY Rijksbijdrage 2010 MBO 21 CY VOA-vergoeding 2010 MBO Rijksbijdrage 2010 VMBO exploitatie 21 CY Rijksbijdrage 2010 VMBO huisvesting 21 CY Personele vergoeding VO 2010 Mavo 21 CY Exploitatie vergoeding VO 2010 Mavo 21 CY 21 CY Vermindering uitkeringen 2010 Mavo Halsteren
1078 1116 1090 1103 1211 1216 1222
96.833 10.177 -86 1.164 1 5.979 -53 984 1 2.688 -22 347 12.348 -102 1.633 2 4.910 -41 607 1 96.833
40.538
BVE x € 1.000
VO x € 1.000
7.875 473 16.776 1.106 773 65 -3 8.348
Pagina 88
VO x € 1.000
18.717
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Bijdrage educatie Gemeentelijke bijdragen en subs.
2010 x € 1.000
5.468 2.113
Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.2
Overige overheidsbijdragen Bijdragen Provincies Bijdragen overige Ministeries Overigen
Begroting 2010 x € 1.000
5.530 1.255 7.581
608 1.602 61
2009 x € 1.000
7.385 1.833 6.785
508 1.669 378
9.218 734 0 171
Totaal overige overheidsbijdragen
2.271
2.555
905
Totaal overige overheidsbijdragen
9.852
9.340
10.123
Gemeentelijke bijdragen betreft met de gemeenten afgesloten contracten inzake educatiegelden, eigen gemeentelijke en overige gemeentelijke subsidies. Door de toekenning van ESF-gelden vanuit het Ministerie van SZW is de post overige overheidsbijdragen fors hoger dan in 2009. 2010 3.3
x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
x € 1.000
Cursusgelden sector BVE Lesgelden sector VO Examengelden
469 87 1.065
35 0 875
782 84 862
Totaal cursus-, les en examengelden
1.621
910
1.728
Cursus-, les en examengelden
De cursusgelden sector BVE betreffen de cursusgelden die geïnd worden bij educatie alsmede het saldo van de vrijval van vooruitontvangen wettelijk cursusgeld (uiterlijk na 2 jaar) en het verlies op wettelijk cursusgeld dat meteen genomen wordt (zie de toelichting bij het verloop van de post vooruitontvangen wettelijk cursusgeld).
Pagina 89
2009
2010 3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.1 3.4.2 3.4.3
Contractonderwijs Bijdrage inburgering Overige Totaal baten werk i.o.v. derden
x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
4.576 1.303 5.459
4.418 1.116 7.902
4.237 1.030 3.537
11.338
13.436
8.804
De activiteiten van P3transfer BV inzake overig werk in opdracht van derden zijn fors achtergebleven op de begroting. Het resultaat van deze BV is door het wegvallen van dekking van vaste kosten ook fors lager uitgevallen dan begroot.
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.4 3.5.5.1 3.5.5.2 3.5.5.3
Verhuur Detachering personeel Sponsoring Ouderbijdragen Schoolbijdragen Bijdragen activiteiten / doorverkoop
3.5.6
Overige baten Inkomsten kantines en restaurants Samenwerkingsverbanden OVO Administraties voor derden Overigen Totaal overige Totaal overige baten
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
1.457 1.313 12 359 233 4.696
1.371 3.851 4 393 288 3.583
1.213 1.032 2 174 468 4.073
476 1.110 573 1.180
471 0 0 2.913
483 815 325 1.260
3.339
3.384
2.883
11.409
12.874
9.845
Pagina 90
4.1
Personeelslasten
4.1.1
Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
2010 x € 1.000
120.053 11.324 14.881
Overige personele lasten Mutatie personele voorzieningen Kosten afvloeiingsregelingen Personeel niet in loondienst Overige
2.081 0 9.827 4.839
Subtotaal 4.1.3
118.379 11.103 14.707 146.258
Subtotaal 4.1.2
Begroting 2010 x € 1.000
Af: uitkeringen Totaal personele lasten
2009 x € 1.000
117.740 10.918 14.388 144.189
1.234 0 11.055 5.178
143.046 1.084 190 9.883 4.003
16.747
17.467
15.160
-655
-108
-675
162.350
161.548
157.531
De begroting is gebaseerd op het prijspeil ultimo 2009. Door stijging van de premies voor sociale lasten en pensioenlasten ten opzichte van 2009 is de realisatie hoger dan begroot. Hier staan echter hogere rijksbijdragen en hogere gemeentelijke bijdragen tegenover. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Raad van Bestuur R.Ch.Franken A. Kastelein (vanaf 1-8-2010) H.C. Bos (tot 1-8-2010) Raad van Toezicht N.C.M. Koch A.A. Peters H.A.W.M. Brons J.J.M. Tromp A.M.L. Verpaalen C. Daleboudt
2010
2009
EUR
Begroting 2010 EUR
198.639 66.798 102.935
186.801 0 165.662
187.349 0 164.157
12.500 6.616 4.072 8.500 6.500 4.500
8.100 6.100 3.000 7.100 3.000 3.000
7.500 5.900 3.500 7.600 3.000 3.000
411.060
382.763
382.006
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Voor de verantwoording over 2010 is het grensbedrag vastgesteld op € 193.000. Het grensbedrag omvat het belastbaar loon alsmede de totale pensioenafdracht (werkgevers- én werknemersdeel). In 2010 is het inkomen van R.Ch. Franken ad € 198.639 boven de grens van € 193.000 uitgekomen. De bezoldiging van de Raad van Bestuur vindt plaats op basis van de sectorbrede "Beloningsregeling voor bestuurders van MBO-instellingen".
Pagina 91
EUR
Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2010 waren gemiddeld 2.359 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2009: 2.318) 2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
4.2
Afschrijvingen
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Boekresultaat verkoop materiële vaste activa Vrijval investeringssubsidies
0 13.565 -28 -642
0 14.037 0 -566
0 13.119 -10 -729
Totaal afschrijvingen
12.895
13.471
12.380
Conform de richtlijnen voor de jaarverslaggeving wordt zowel het boekresultaat in verband met verkoop van materiële vaste activa alsmede een eventuele afboeking in verband met een duurzame waardevermindering, verantwoord onder de afschrijvingen. Omdat het een bijzondere post is, worden deze items (indien van toepassing) separaat opgenomen. 2010 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3.1 4.3.3.2 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Verzekeringen Onderhoud Mutatie onderhoudsvoorziening Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
x € 1.000
3.100 350 4.563 -167 3.570 2.546 561 1.000
3.950 373 4.929 -2.028 4.404 2.956 433 1.058
3.151 367 4.970 -192 3.717 2.919 568 944
15.523
16.075
16.444
De mutatie van de onderhoudsvoorziening is aanmerkelijk lager dan begroot omdat bij het opstellen van de begroting niet alle benodigde groot onderhoud werkzaamheden inzake de panden die in het kader van het Masterplan Breda zijn overgekomen in 2009, volledig in beeld was.
Pagina 92
2009
4.4
Overige lasten
4.4.1
Administratie- en beheerslasten Beheer en administratie Overige beheerslasten
2010 x € 1.000 8.437 1.184
Subtotaal 4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris en apparatuur Leermiddelen
Overige PR kosten Kosten leerlingen Kosten restaurant Kosten kantine Subtotaal Totaal overige lasten
8.218 1.465 9.621
1.770 8.251
Subtotaal 4.4.4
Begroting 2010 x € 1.000 8.552 1.057 9.683
923 9.712 10.021
2.579 5.324 294 151
2009 x € 1.000
9.609
1.530 8.956 10.635
2.995 4.781 285 103
10.486
2.488 4.810 288 136
8.348
8.164
7.722
27.990
28.482
27.817
Accountantshonoraria In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten
2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
182 24 139 38
139 28 115 63
383
345
In 2010 en 2009 heeft advisering plaatsgevonden omtrent het project Edictis. De hier mee samenhangende kosten zijn opgenomen onder 'andere niet-controlediensten'.
Pagina 93
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.2
Rentebaten Rentelasten
847 -3.001
1.109 -2.984
1.314 -1.873
Saldo financiële baten en lasten
-2.154
-1.875
-559
Door een verdere daling van het rentepercentage waartegen gelden kunnen worden weggezet zijn de rentebaten lager dan in 2009 en lager dan begroot. De toename van de rentelasten ten opzichte van 2009 hangt samen met de lening bij de ING welke medio 2010 beschikbaar is gekomen. 2010 6
Belastingen Vennootschapsbelasting
x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
-270
0
-407
Dit betreft de vennootschapsbelasting welke verschuldigd is over het door de groepsmaatschappijen P3transfer B.V. en IT Workz B.V. behaalde resultaat. 7
Minderheidsbelang derden in resultaat Dit betreft het minderheidsbelang van derden in de cumulatieve resultaten van Briljant BV. IT Workz BV heeft ultimo 2010 51% van de aandelen verworven. Het negatief eigen vermogen van Briljant BV bedraagt ultimo boekjaar 220 duizend euro.
8
Staat van baten en lasten per bedrijfssegment Binnen ROC West-Brabant zijn de volgende bedrijfssegmenten te onderscheiden: Resultaat 2010 x € 1.000 ROC BVE-sector ROC VO sector AOC
-3.219 1.643 2.048 472
Hiernavolgend wordt de staat van baten en lasten per bedrijfssegment weergegeven. De activiteiten van de groepsmaatschappijen zijn met name gericht op de BVE sector. De staat van baten en lasten van de groepsmaatschappijen zijn dan ook opgenomen in die van het bedrijfssegment ROC BVE-sector.
Pagina 94
ROC BVE-sector 2010 x € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
114.047 9.508 1.462 11.110 6.352
Begroting 2010 x € 1.000
113.117 9.033 799 13.436 8.948
2009 x € 1.000
113.912 9.953 1.618 8.510 5.841
Bijdrage vanuit AOC
142.479 2.563
145.333 2.447
139.834 2.562
Totaal baten
145.042
147.780
142.396
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
106.034 10.360 11.534 17.816
106.026 10.785 11.770 18.509
102.442 10.144 12.005 17.843
145.744
147.090
142.434
-702
690
-38
Financiële baten en lasten
-2.140
-1.841
-644
Resultaat
-2.842
-1.151
-682
-270
0
-407
-3.112
-1.151
-1.089
-107
0
0
-3.219
-1.151
-1.089
Saldo baten en lasten
Belastingen
Resultaat na belastingen Minderheidsbelang derden in resultaat
Resultaat na belastingen
Pagina 95
ROC VO-sector 2010 x € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
42.916 303 87 27 2.569
Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten
41.788 307 87 0 1.906 45.902
35.449 890 2.214 5.849
2009 x € 1.000
41.727 165 84 175 2.777 44.088
34.909 1.012 2.542 5.749
44.928
34.353 782 2.676 5.789
44.402
44.212
43.600
1.500
-124
1.328
143
135
252
1.643
11
1.580
Financiële baten en lasten
Resultaat
Begroting 2010 x € 1.000
Pagina 96
AOC 2010 x € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
30.578 41 72 201 2.488
Begroting 2010 x € 1.000
29.455 0 24 0 2.020
2009 x € 1.000
29.961 5 26 119 1.227
Bijdrage ROC West-Brabant
33.380 -2.563
31.499 -2.447
31.338 -2.562
Totaal baten
30.817
29.052
28.776
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
Resultaat
20.867 1.645 1.775 4.325
20.613 1.674 1.763 4.224
20.736 1.454 1.763 4.185
28.612
28.274
28.138
2.205
778
638
-157
-169
-167
2.048
609
471
Pagina 97
A.1.5 BALANS PER 31 DECEMBER 2010 (na verwerking resultaatbestemming)
31-12-2010 x € 1.000
1.2 1.3
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
128.410 40.460
Totaal vaste activa
1.4 1.5 1.7
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2009 x € 1.000
128.411 38.347 168.870
93 14.967 65.478
Totaal vlottende activa
166.758
98 12.387 24.008 80.538
36.493
Totaal activa
249.408
203.251
2.1
Eigen vermogen
124.578
124.000
2.3
Voorzieningen
9.886
10.012
2.4
Langlopende schulden
69.102
24.689
2.5
Kortlopende schulden
45.842
44.550
249.408
203.251
Totaal passiva
Pagina 98
A.1.6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 2010
Aandeel in resultaat van maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overig resultaat
x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
x € 1.000
-2.077 2.549
-2.435 1.904
-1.495 2.456
472
-531
961
Nettoresultaat
Pagina 99
2009
A.1.7 TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Algemeen Onderstaand volgt een toelichting op de onderscheiden posten van de balans. Hierbij wordt dezelfde nummering zoals weergegeven in de balans aangehouden. 1.2
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn als volgt te specificeren: Aanschafprijs t/m 2009
Afschrijvingen t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
Investeringen 2010
Desinvesteringen 2010
Afschrijving en 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000 (-)
x € 1.000
147.101
-62.793
84.308
4.106
0
-5.859
82.555
812 27.804
0 0
812 27.804
738 105
0 0
0 0
1.550 27.909
Gebouwen en terreinen
175.717
-62.793
112.924
4.949
0
-5.859
112.014
Inventaris en apparatuur
51.130
-30.340
20.790
3.849
-10
-3.705
20.924
1.006
-426
580
368
-34
-200
714
Subtotaal
227.853
-93.559
134.294
9.166
-44
-9.764
133.652
Investeringssubsidies
-11.032
5.149
-5.883
0
0
641
-5.242
Totaal materiële vaste activa
216.821
-88.410
128.411
9.166
-44
-9.123
128.410
Aanschafprijs t/m 2010
Afschrijving en t/m 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000 (-)
x € 1.000
Gebouwen incl. terreinvoorzieningen In uitvoering Terreinen Inventaris en apparatuur Overige Investeringssubsidies
151.207 1.550 27.909 51.612 1.222 -11.032
-68.652 0 0 -30.688 -508 5.790
82.555 1.550 27.909 20.924 714 -5.242
Totaal
222.468
-94.058
128.410
Gebouwen incl. terreinvoorzieningen In uitvoering Terreinen 1.2.1 1.2.2 1.2.3
1.2.4
Overige
De boekwaarde per 31-12-2010 is als volgt opgebouwd:
Pagina 100
1.3
1.3.1 1.3.2 1.3.3
1.3.1
Financiële vaste activa
Boekwaarde 11-2010
investeringen/ verstrekte leningen
desinvesteringen/ afgeloste leningen
Resultaat boekjaar 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Groepsmaatschappijen Andere deelnemingen Vorderingen op groepsmaatschappijen
1.650 16 36.681
9.790 0 2.185
-7.785 0 0
-2.077 0 0
1.578 16 38.866
Totaal financiële vaste activa
38.347
11.975
-7.785
-2.077
40.460
Boekwaarde 1-1-2010
Afwaardering beginsaldo
Investeringen
Resultaat boekjaar 2010
Opwaardering 2010
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
St. Beheer Florijngebouwen ROC-Corbeille B.V. P3transfer B.V. P3 Transfer Personeel B.V. IT Workz B.V. WCAA Holding B.V.
181 0 1.469 0 0 0
0 -5.779 0 -7 -1.189 -810
0 0 0 0 0 0
-168 -667 96 -22 491 -1.807
0 6.446 0 29 698 2.617
13 0 1.565 0 0 0
Totaal
1.650
-7.785
0
-2.077
9.790
1.578
Groepsmaatschappijen
Ultimo 2010 is de boekwaarde van ROC Corbeille B.V., P3 Transfer Personeel B.V., IT Workz B.V. en WCAA Holding B.V. negatief. Deze negatieve waarden zijn gecorrigeerd tot nihil middels afwaardering van de vordering op de deelneming.
1.3.2
Boekwaarde 11-2010
Investeringen
Desinvesteringen
Resultaat deelneming
Boekwaarde 31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
ROC ICT Services B.V.
16
0
0
0
16
Totaal
16
0
0
0
16
Andere deelnemingen
Ultimo 2008 heeft ROC West-Brabant 90% van de aandelen van ROC ICT Services B.V. in handen. Deze aandelen zijn op 19 april 2006 verworven. Ook in 2010 hebben er geen activiteiten plaatsgevonden in deze B.V. en is derhalve afgezien van consolidatie.
1.3.3
Vorderingen op groepsmaatschappijen ROC Corbeille B.V. St. Beheer Florijngebouwen IT Workz B.V. WCAA Holding B.V.
Pagina 101
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
24.176 2.059 8.167 4.464
25.577 2.104 9.000 0
38.866
36.681
De vordering op ROC Corbeille B.V. is met name ontstaan vanuit het aantrekken van externe gelden en het verstrekken van gelden vanuit ROC West-Brabant ter financiering van onroerend goed. Het rentepercentage over de vordering gerelateerd aan de externe gelden bedraagt 5,25%. Het rentepercentage over het restant van de vordering heeft 2% bedragen (het gemiddelde rentepercentage over uitstaande gelden). Omtrent zekerheden en aflossing zijn nog geen afspraken gemaakt. De vordering op St. Beheer Florijngebouwen is met name ontstaan uit het verstrekken van additionele gelden ter financiering van onroerend goed. Het rentepercentage over deze vordering heeft 2% bedragen (het gemiddelde rentepercentage over uitstaande gelden). Omtrent zekerheden en aflossing zijn nog geen afspraken gemaakt. De vordering op IT Workz BV is met name ontstaan uit het verstrekken van gelden ter financiering van de aankoop van hard- en software ten behoeve van ROC West-Brabant en de ontwikkeling van Edictis, het nieuwe softwarepakket voor de deelnemersadministratie van ROC West-Brabant. Het rentepercentage over deze vordering heeft 4,5% respectievelijk 2% bedragen. Afspraken zijn vastgelegd in leningsovereenkomsten. De vordering op WCAA Holding is met name ontstaan vanuit het aantrekken van externe gelden en het verstrekken van de gelden van ROC West-Brabant ter financiering van onroerend goed. Het rentepercentage over de vordering bedraagt 6%. Omtrent zekerheden en aflossing zijn afspraken gemaakt. Verbonden partijen Naam
Florijngebouwen Corbeille P3transfer P3 Personeel IT Workz WCAA Holding
ROC ICT Steun aan BC Talentenfonds
Juridische vorm
Stichting B.V. B.V. B.V. B.V. B.V.
B.V. Stichting Stichting
Statutaire zetel
Breda Bergen op Zoom Breda Breda Etten-Leur Breda
Etten-Leur Breda Breda
Eigen vermogen 31-12-2010
Exploitatie- Verklaring art. saldo 2010 2:403 BW
Deelnamepercentage
Consolidatie ja/nee
x € 1.000
x € 1.000
%
13
-168
N
nvt
J
-6.446 1.565 -29 -698 -2.617
-667 96 -22 491 -1.807
N N N N N
100 100 100 100 100
J J J J J
-8.212
-2.077
18 320 2
0 -155 -7
N N N
90 nvt nvt
N N N
-7.872
-2.239
P3 Personeel heeft 100% van de aandelen van Novalis Personeels B.V. Novalis Personeels B.V. is daarmee indirect een deelneming van Stichting ROC West-Brabant. IT Workz heeft 51% van de aandelen van Briljant B.V. Briljant B.V. is daarmee indirect een deelneming van Stichting ROC West-Brabant.
Pagina 102
WCAA Holding heeft 100% van de aandelen van WCAA B.V. en AM&TS B.V. WCAA B.V. heeft 100% van de aandelen van MATT B.V. WCAA B.V., AM&TS B.V. en MATT B.V. zijn daarmee indirect een deelneming van Stichting ROC West-Brabant. Naam
Doelstelling
Samenstelling bestuurder en directie
Florijngebouwen
Het verzorgen van goede huisvesting voor onderwijsdoeleinden voor onder ROC West-Brabant ressorterende opleidingen
Stichting ROC West-Brabant
Corbeille
idem
Stichting ROC West-Brabant
P3transfer
Het bevorderen van kwalitatief goede onderwijsverstrekking en afstemming van beroepsonderwijs en educatie op de samenleving
Stichting ROC West-Brabant M.A.M. Koevoets-Koremans
P3 Personeel
Verlenen van diensten onder andere door het werven en ter beschikking stellen van personeel
Stichting ROC West-Brabant M.A.M. Koevoets-Koremans
IT Workz
Beheer en ontwikkeling van ICT-infrastructuur
Stichting ROC West-Brabant J.M.L.M. Broeken
WCAA Holding
Het aanbieden van hoogwaardige luchtvaarttechnische opleidingen voor civiele en militaire klanten
Stichting ROC West-Brabant
ROC ICT
Beheer en ontwikkeling van ICT-infrastructuur
H.C. Bos
Steun aan BC
Ondersteunen van niet-subsidiabele activiteiten van St. ROC West-Brabant
A.C.A.D. Koreman F.H.A.B. de Bekker I.A.M. Sutorius W.M.M. van Fessem A.A. den Hartog R.Ch. Franken
Talentenfonds
Belonen van bijzondere prestaties en stimuleren en financieel ondersteunen van ideeën en initiatieven van studenten van ROC West-Brabant
J.G.F. van der Horst R.Ch. Franken A.C.J. Flink
Pagina 103
1.5
Vorderingen Deze post is als volgt te specificeren: Debiteuren Ministerie OCenW/ LNV Groepsmaatschappijen Deelnemers/cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Voorziening wegens oninbaarheid
1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8
Totaal vorderingen
1.5.3
Groepsmaatschappijen Rek.courant WCAA Holding B.V. Rek.courant IT Workz B.V.
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
2.707 0 1.930 2.316 3.034 74 5.674 -768
1.980 0 1.494 2.282 2.629 51 4.550 -599
14.967
12.387
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
1.920 10
238 1.256
1.930
1.494
31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2 1.7.3
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen Deposito's
73 65.405 0
76 16.052 7.880
Totaal liquide middelen
65.478
24.008
Pagina 104
2.1
Eigen vermogen
Mutaties Saldo 31-12-2009
Bestemming resultaat
Saldo 31-12-2010
x € 1.000
Herbestemming reserves x € 1.000
x € 1.000
114.199
1.078
476
115.753
x € 1.000
2.1.2
Algemene reserve
2.1.3
Bestemmingsreserve - publiek Lustrum
500
-500
0
0
Totaal bestemmingsreserve - publiek
500
-500
0
0
Bestemmingsreserve - privaat Algemeen
968
0
0
968
Totaal bestemmingsreserve - privaat
968
0
0
968
Herwaarderingsreserve OKF-gebouwen Deelneming ROC Corbeille Inventaris
4.254 3.971 108
0 0 0
-280 -165 -31
3.974 3.806 77
Totaal herwaarderingsreserve
8.333
0
-476
7.857
124.000
578
0
124.578
2.1.4
2.1.5
Totaal eigen vermogen
De afwijking tussen het eigen vermogen volgens de enkelvoudige balans en het eigen vermogen volgens de geconsolideerde balans is als volgt te verklaren: 31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Eigen vermogen volgens de enkelvoudige balans bij: correctie eigen vermogen P3transfer B.V. af: minderheidsbelang derden in resultaat
124.578 0 -107
124.000 -1 0
Eigen vermogen volgens de geconsolideerde balans
124.471
123.999
Pagina 105
2.3
2.3.1
2.3.3
Voorzieningen
Mutaties Saldo Dotaties 2010 Onttrek-kingen Vrijval 2010 31-12-2009 2010 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 (-) x € 1.000 (-)
Saldo 31-12-2010 x € 1.000
Onderverdeling saldo 2010 < 1 jaar > 1 jaar x € 1.000
x € 1.000
Personeels voorzieningen Wachtgelden Vervroegd uittreden Jubilea Arbeidsongeschiktheid
847 2.244 2.044 1.228
4.188 1.490 55 0
-1.409 -549 0 0
-2.806 -579 -12 -255
820 2.606 2.087 973
419 749 146 675
401 1.857 1.941 298
Subtotaal
6.363
5.733
-1.958
-3.652
6.486
1.989
4.497
Overige voorzieningen Groot onderhoud
3.649
43
-22
-270
3.400
2.234
1.166
Totaal voorzieningen
10.012
5.776
-1.980
-3.922
9.886
4.223
5.663
Voor een nadere toelichting op deze post wordt verwezen naar de tekst zoals opgenomen op pagina 76. 2.4
Langlopende schulden langlopend deel 31-122009 x € 1.000
2.4.2
2.4.4
Nieuwe lening/ extra aflossingen 2010 x € 1.000 (-)
Aflossingen 2011
Langlopend deel 31-122010
looptijd > 1 jaar
looptijd > 5 jaar
Rentevoet
x € 1.000 (-)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
%
Kredietinstellingen ABN-AMRO Breda ABN-AMRO Breda ABN-AMRO Breda Crediet en Effectenbank ING Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank
218 125 2.211 109 0 1.778 2.249 4.305 13.667
0 0 0 0 49.375 0 0 0 -1.000
-145 -50 -103 -49 -2.500 -74 -107 -250 -667
73 75 2.108 60 46.875 1.704 2.142 4.055 12.000
73 75 411 61 10.000 299 427 998 2.667
0 0 1.697 -1 36.875 1.405 1.715 3.057 9.333
Subtotaal
24.662
48.375
-3.945
69.092
15.011
54.081
Ov. langlopende schulden Naam Plaats Interbrew Breda Interbrew Breda Vrumona Bunnik
18 8 1
2 0 0
-12 -6 -1
8 2 0
8 2 0
0 0 0
Subtotaal
27
2
-19
10
10
0
24.689
48.377
-3.964
69.102
15.021
54.081
Totaal langlopende schulden
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.
Pagina 106
6,03 3,85 6,23 5,50 variabel 5,74 5,72 5,25
0,00 6,30 0,00
ING Als zekerheid voor de door de ING verstrekte geldleningen en kredietfaciliteiten is verstrekt: - hypothecaire inschrijving ad € 75.000.000 op onroerend goed van St. ROC West-Brabant Op de lening met rentepercentage 5,05% is een renteswap afgesloten. Deze renteswap heeft een looptijd tot en met juni 2025. De marktwaarde van de renteswap bedraagt ultimo boekjaar - € 6.076.000. Rabobank Als zekerheid voor de door de Rabobank verstrekte geldleningen en kredietfaciliteiten is verstrekt: - hypothecaire inschrijving ad € 25.000.000 op het onroerend goed te Etten-Leur - borgtocht ad € 8.762.689 door St. Waarborgfonds BVE - verpanding huurgarantie, rechten uit put-optie, huurpenningen, garantie fiscaliteit, garantie afbouw en debiteurenvorderingen - positive-negative pledge, pari-passu verklaring, cross-default. Op de lening met rentepercentage 5,25% is een renteswap afgesloten. Deze renteswap heeft een looptijd tot en met januari 2014. De marktwaarde van de renteswap bedraagt ultimo boekjaar - € 1.504.000. 2.5
Kortlopende schulden 31-12-2010 x € 1.000
31-12-2009 x € 1.000
Kredietinstellingen 2.5.1 Crediteuren 2.5.3 Belastingen en premies soc. verzekeringen 2.5.6 Schulden terzake van pensioenen 2.5.7 Overige kortlopende schulden 2.5.8 Overlopende passiva 2.5.9
3.945 7.571 6.353 2.007 3.241 22.725
1.445 8.669 6.300 1.976 3.229 22.931
Totaal kortlopende schulden
45.842
44.550
Deze post is als volgt te specificeren:
2.6
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Hiervoor wordt verwezen naar de tekst zoals opgenomen op pagina 85 en 86. Deze tekst is hier eveneens van toepassing met uitzondering van - de paragraaf meerjarige financiële verplichtingen en - de paragraaf over de fiscale eenheid Deze paragrafen kunnen hier buiten beschouwing worden gelaten.
Pagina 107
Overige gegevens VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING Het resultaat over 2010 bedraagt € 272.000. Voorgesteld wordt om het resultaat als volgt toe te voegen aan de posten binnen het eigen vermogen: x € 1.000 Algemene reserve - publiek Bestemmingsreserve - privaat
1.240 -768
472 Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich na balansdatum geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan.
Pagina 108
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Bestuur van Stichting ROC West-Brabant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting ROC West-Brabant te Breda gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de in Nederland geldende Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. De Raad van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs en in artikel 18, derde lid van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van het interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door de Raad van bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Pagina 109
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ROC West-Brabant per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010, in alle van materieel belang zijnde aspecten, voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:293 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Eindhoven, 21 juni 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. E.M.A. van Heugten RA
Pagina 110
Bijlagen GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON Rechtspersoon Bestuursnummer Naam instelling
31107 Stichting ROC West Brabant
Adres Postadres Postcode / Plaats Telefoon Internet-site
Trivium 76 Postbus 699 4870 AR ETTEN-LEUR 076 - 50 48 000 www.rocwb.nl
Contactpersoon Naam Functie Telefoon E-mail
mw. I.J.H.M. van Toren RA Hoofd Financiële Zaken 076 - 50 48 065
[email protected]
Brinnummers 03 AM 19 XV 02 HI 15 NY 21 CY 25 LX
Stedelijk Gymnasium Prisma College Markiezaat vmbo Praktijkschool Breda Prinsentuin College ROC West-Brabant
Samenstelling Raad van Toezicht Mr. N.C.M. Koch Ir. A.A. Peters H.A.W.M. Brons J.J.M. Tromp A.M.L. Verpaalen C. Daleboudt
voorzitter vice-voorzitter lid lid lid lid
Samenstelling Raad van Bestuur R.Ch. Franken A. Kastelein
voorzitter lid
Pagina 111
REGELING INNOVATIEBOX BEROEPSONDERWIJS 2006 TOT EN MET 2010 Overige innovatiegelden Beschikbaar gesteld: Overloop toegekend bedrag 2009 naar 2010 Toegekend bedrag 2010 Totaal beschikbaar 2010
totaal 1.847.323 1.802.127 3.649.450
1.013.191
2.1
Versterken praktijkgerichtheid in het leertraject
AMBITIE personeel overig 668.910 228.672
REALISATIE personeel overig 529.637 234.830
2.2
Optimaliseren van de schoolorganisatie
358.375
574.076
248.679
272.593
2.3
Verbeteren begeleiding deelnemers binnenschools
267.500
7.500
175.612
225
2.4
Verbeteren begeleiding deelnemers buitenschools
10.000
25.000
6.988
26.204
3
Verbetering aansluiting beroepskolom
9.000
0
15.209
0
4
Vernieuwing beroepsonderwijs met bedrijfsleven
147.500
62.500
237.384
1.833
5
Bevorderen ondernemerschap
45.400
0
30.454
8.299
1.506.685 2.404.433
897.748
1.243.963 1.787.947
543.984
Totaal besteed in 2010 Totaal beschikbaar 2010
3.649.450
3.649.450
Te besteden in 2011
1.245.017
1.861.503
Pagina 112
LNV 697.239 315.952
OCW 1.150.084 1.486.175 2.636.259
te besteden
besteed
OCW LNV
1.557.010 304.493
1.079.249 708.698
Totaal
1.861.503
1.787.947
OVO SCHOLEN Staat van baten en lasten 2010 x € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Cursus-, les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
21.050 455 87 8 1.644
20.516 412 87 0 1.253
Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
Begroting 2010 x € 1.000
23.244
17.472 805 1.403 2.943
20.659 452 84 81 1.585 22.268
16.995 917 1.433 3.046
Totaal lasten
2009 x € 1.000
22.861
17.023 887 1.742 2.976
22.623
22.391
22.628
Saldo baten en lasten
621
-123
233
Financiële baten en lasten
144
135
243
Resultaat
765
12
476
2010 x € 1.000
Begroting 2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
125 640
-84 96
230 246
765
12
476
Het resultaat is als volgt verdeeld over de OVO scholen
Stedelijk gymnasium Prisma College
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen van het OVO bedraagt 30% (2009: 27%) en valt daarmee binnen de met de VO raad afgesproken signaleringsgrenzen van 10%(min) en 40%(max).
Pagina 113
HUISVESTING SCHOLEN MASTERPLAN BREDA Algemeen In 2009 zijn in het kader van het Masterplan Breda de gebouwen van de vmbo scholen die tot dan toe eigendom waren van de Gemeente Breda overgedragen aan ROC West-Brabant. Het gaat daarbij om de volgende vmbo-scholen/ gebouwen: vmbo school Praktijkschool Breda de Rotonde van Cooth Tessenderlandt Kompas Christoffelschool
lokatie Baronielaan 4 Groene Woud 2 Biesdonkweg 33 van Riebeecklaan 2 Heuvelstraat 52a Rijnesteinstraat 1
Ook de daarbij behorende vergoedingen worden doorbetaald aan ROC West-Brabant. ROC West-Brabant dient jaarlijks verantwoording af te leggen over de besteding van de vergoeding die de gemeente hiervoor doorbetaalt. Onderstaande cijfers hebben betrekking op bovengenoemde panden en maken onderdeel uit van de enkelvoudige cijfers van ROC West-Brabant zoals opgenomen in deze jaarstukken. De vergoeding vanuit de gemeente Breda aangevuld met een bijdrage vanuit de scholen was in 2010 niet toereikend. De exploitatie heeft fors onder druk gestaan door de vervanging van de stalen kozijnen bij Tessenderlandt. Hiermee is in 2010 aangevangen en één en ander zal naar verwachting in 2011 afgerond worden. Het betreft groot onderhoud met een totale omvang van ca. € 1,5 miljoen. In de voorziening groot onderhoud is reeds rekening gehouden met de toekomstige uitgaven in dit kader. Ook voor de eerstkomende jaren is de verwachting dat de vergoeding niet toereikend zal zijn en er door ROC West-Brabant eigen middelen geïnvesteerd moeten worden. Voor de komende jaren staan namelijk ook nog een 3-tal grote investeringsprojecten gepland. 1. Uitbreiding van de Rotonde (gymzalen, kantine, extra lokalen en docentenkamer); verwachte investering € 2,8 miljoen. 2. Herhuisvesting Praktijkschool; verwachte investering € 8 miljoen. 3. Herhuisvesting Kompas; verwachte investering ca € 0,5 miljoen. Deze investeringen leggen eveneens, middels de daarmee gepaard gaande afschrijvingen en financieringen, een grote druk op de exploitatie.
Pagina 114
Balans per 31 december 2010 (na verwerking resultaatbestemming) 31-12-2010 € Vaste activa Materiële vaste activa
8.162.047
Totaal vaste activa
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
31-12-2009 €
7.713.160 8.162.047
0 -4.755.393
Totaal vlottende activa
7.713.160
107.915 -4.347.887 -4.755.393
-4.239.972
3.406.654
3.473.188
-1.078.087
66.688
Voorzieningen
1.404.500
406.500
Kortlopende schulden
3.080.241
3.000.000
Totaal passiva
3.406.654
3.473.188
Totaal activa
Eigen vermogen
Pagina 115
Staat van baten en lasten over 2010 2010 € Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
161.175 871.430 56.852
Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Begroting 2010 € 162.000 871.400 0
1.089.457
18.416 45.123 1.948.662 0
2009 € 160.650 1.124.395 0
1.033.400
20.000 113.000 1.037.000 30.000
1.285.045
17.758 5.477 994.648 0
2.012.201
1.200.000
1.017.883
Saldo baten en lasten
-922.744
-166.600
267.162
Financiële baten en lasten
-222.031
-253.000
-136.186
-1.144.775
-419.600
130.976
Resultaat
Pagina 116
Kasstroomoverzicht 2010 2010 € Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat
-922.744
2009 € 267.162
-922.744
Aanpassingen voor: Afschrijvingen (excl. boekresultaat) Mutaties voorzieningen
45.123 998.000
267.162
5.477 406.500 1.043.123
Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Kortlopende schulden
107.915 80.241
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Betaalde interest
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa
-107.915 3.000.000 188.156
2.892.085
308.535
3.571.224
-222.031
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
411.977
-136.186 -222.031
-136.186
86.504
3.435.038
-494.010
-7.705.467
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-494.010
-7.705.467
Mutatie liquide middelen
-407.506
-4.270.429
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
-4.347.887 -407.506
Eindstand liquide middelen
-77.458 -4.270.429
-4.755.393
Pagina 117
-4.347.887
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn als volgt te specificeren: Aanschafprijs t/m 2009
Afschrijvingen t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
Investeringen 2010
Desinvesteringen 2010
Afschrijving en 2010
Boekwaarde 31-12-2010
€
€ (-)
€
€
€
€ (-)
€
Gebouwen Praktijkschool Rotonde van Cooth Tessenderlandt Kompas Christoffelschool
30.964 0 46.203 0 0 0
-17.161 0 -502 0 0 0
13.803 0 45.701 0 0 0
364.629 101.170 8.211 0 0 20.000
0 0 0 0 0 0
-29.690 -3.372 -10.061 0 0 -2.000
348.742 97.798 43.851 0 0 18.000
Totaal gebouwen
77.167
-17.663
59.504
494.010
0
-45.123
508.391
Terreinen Praktijkschool Rotonde van Cooth Tessenderlandt Kompas Christoffelschool
1.006.167 364.895 1.543.776 3.553.086 71.694 1.114.038
0 0 0 0 0 0
1.006.167 364.895 1.543.776 3.553.086 71.694 1.114.038
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
1.006.167 364.895 1.543.776 3.553.086 71.694 1.114.038
Totaal terreinen
7.653.656
0
7.653.656
0
0
0
7.653.656
Generaal totaal
7.730.823
-17.663
7.713.160
494.010
0
-45.123
8.162.047
Liquide middelen Dit betreft de negatieve kasstroom met betrekking tot de masterplan gebouwen. Dit vloeit met name voort uit de aankoop van de gebouwen begin 2010. Deze aankoop is aan de liquide middelen van het ROC onttrokken. Eigen vermogen
Algemene reserve
Pagina 118
Saldo 31-12-2009 €
Bestemming resultaat €
Saldo 31-12-2010 €
66.688
-1.144.775
-1.078.087
Voorzieningen
Onderverdeling saldo 2010 Saldo Dotaties 2010 31-12-2009 € €
Saldo 31-12-2010 €
< 1 jaar
> 1 jaar €
€
Groot onderhoud
406.500
998.000
1.404.500
1.404.500
0
Totaal voorzieningen
406.500
998.000
1.404.500
1.404.500
0
Kortlopende schulden 31-12-2010 €
31-12-2009 €
Overlopende passiva
3.080.241
3.000.000
Totaal kortlopende schulden
3.080.241
3.000.000
Deze post is als volgt te specificeren:
De betreft met name een schuld aan Building Breda in verband met een toezegging gemaakt ten tijde van de overname van panden van de gemeente Breda, om € 3 miljoen bij te dragen aan uitgaven die gemaakt worden voor de panden van de scholen voor algemeen vormend onderwijs welke onder ROC West-Brabant vallen. Rijksbijdragen Dit betreft het vanuit de scholen doorbetaalde aandeel in de instandhoudingskosten welke dienen ter dekking van huisvestingslasten. In 2010 is hiervoor een tarief van € 75 per leerling aangehouden. 2010
2009
€
Begroting 2010 €
20.475 28.275 31.800 80.625
21.000 28.275 31.800 80.925
20.250 28.200 33.900 78.300
161.175
162.000
160.650
Deze post is als volgt opgebouwd: Praktijkschool Rotonde van Cooth Tessenderlandt incl. Christoffel/ Kompas Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen
Dit betreft de via Building Breda ontvangen bijdrage vanuit de Gemeente Breda inzake de panden welke zijn overgedragen in het kader van het Masterplan.
Pagina 119
€
2010
2009
€
Begroting 2010 €
Bijdrage 2010 resp. 2009 Afrekening 2008
871.430 0
871.400 0
856.861 267.534
Totaal overige overheidsbijdragen
871.430
871.400
1.124.395
Deze post is als volgt opgebouwd:
€
Overige baten Dit betreft de verhuur van lokalen aan de Biesdonkweg aan het Orion College. Personele lasten Dit betreft de inzet van personeelsleden van de dienst Huisvesting van ROC West-Brabant welke is toe te rekenen aan de masterplan gebouwen. 2010
2009
€
Begroting 2010 €
Gebouwen
45.123
113.000
5.477
Totaal afschrijvingen
45.123
113.000
5.477
2010
2009
€
Begroting 2010 €
46.840 80.241 777.250 998.000 40.056 6.275
165.466 79.710 727.000 64.878 -54 0
30.510 75.694 446.638 406.500 31.193 4.113
1.948.662
1.037.000
994.648
Afschrijvingen
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Mutatie onderhoudsvoorziening Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
De mutatie in de onderhoudsvoorziening hangt met name samen met de vervanging van de stalen kozijnen bij Tessenderlandt. In 2009 is slechts rekening gehouden met de hiermee in 2010 samenhangende kosten en niet met het gehele bedrag dat hiermee gemoeid is zijnde € 1,5 miljoen. Financiële baten en lasten Dit betreft de rentelast over de negatieve kasstroom met betrekking tot de masterplan gebouwen.
Pagina 120
€
€
d e t c e n Con Bijlagen
Bijlagen 1. Organogram 2. Opbrengsten 2010 3. Intensivering Taal en Rekenen 4. Samenvatting onderzoeken door de Inspectie van het Onderwijs
BIJLAGE 1 Organogram
Pagina 121
*4
Pagina 122
BIJLAGE 2 Opbrengsten 2010 In deze bijlage zijn de in 2010 gerealiseerde opbrengsten per onderwijssoort, VMBO, MBO en educatie weergegeven.
VMBO De opbrengstoordelen worden door de Inspectie van het Onderwijs gepubliceerd op haar website. Via de button schoolprestaties op de website van de school kan toegang verkregen worden tot “Vensters voor verantwoording”. Met deze vensters kunnen alle geïnteresseerden kennis nemen van informatie over de school. Deze informatie bestaat niet alleen uit resultaatgegevens maar ook uit algemene informatie, informatie over onderwijsbeleid, kwaliteit en bedrijfsvoering. In deze bijlage zijn de opbrengstoordelen 2011 per school en per leerweg opgenomen. Het opbrengstoordeel 2011 is gebaseerd op resultaten behaald in 2008, 2009 en 2010. Per school en per leerweg is ook het percentage geslaagden weergegeven.
MBO Vanaf december 2010 publiceert de Inspectie van het Onderwijs een instellingsprofiel voor de bekostigde en niet-bekostigde instellingen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Dit instellingsprofiel bevat de volgende informatie: • Uitkomsten toezicht • Rendementsbeoordeling • Financiële informatie • Aanbod en studenten De rendementsbeoordeling bevat het jaarresultaat (gediplomeerden per jaar), het diplomaresultaat (gediplomeerde uitstromers) en de voortijdig schoolverlaters 2008/2009 ten opzichte van 2005/2006. Deze informatie wordt op ROC West-Brabant niveau weergegeven, niet op instituutsniveau. Binnen ROC West-Brabant ligt de verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit laag in de organisatie. Dit is de reden waarom intern de rendementsgegevens per instituut worden bepaald en beoordeeld. Ook de ontwikkelingen op het gebied van VSV wordt per instituut gevolgd. Hierna worden de rendementsgegevens per instituut weergegeven. Gekozen is voor een afzonderlijke weergave inclusief en exclusief bedrijfsgroepen. Alle aangeboden opleidingen zijn gericht op het kunnen behalen van een MBO-diploma. Een deelnemer kan zich wel inschrijven voor een deel van een traject. Bedrijfsgroepen zijn reguliere BBL-opleidingen waarvoor een overeenkomst wordt afgesloten met een onderneming c.q. instelling. De inhoud van de opleiding wordt voor zover mogelijk toegesneden op de specifieke situatie van de opdrachtgever. Alle deelnemers aan de opleiding zijn werknemers van deze opdrachtgever. Ook bij deze opleidingen is het uitgangpunt diplomering. Binnen deze opleidingen wordt echter relatief vaak gekozen om niet het volledige traject te doorlopen. Daarnaast stoppen deze deelnemers met deze opleiding zodra ze veranderen van werkgever. Omdat de bedrijfsgroepen om de genoemde redenen een neerwaarts effect hebben op de rendementen, is er voor gekozen om dit effect expliciet zichtbaar te maken. Bij de vaststelling van het inspectieoordeel zijn we uitgegaan van de normen voor 2009. De inspectienormen voor 2010 zijn nog niet bekend. De volgende normen zijn gehanteerd: Niveau 1 2 3 4
Jaarresultaat 60,7% 56,5% 65,3% 64,2%
Diplomaresultaat 45,1% 45,2% 67,3% 67,3%
Pagina 123
Een voortijdig schoolverlater is een leerling of deelnemer jonger dan 22 jaar die zonder startkwalificatie de onderwijsinstelling verlaat en daarna niet meer bij een andere onderwijsinstelling staat ingeschreven. Een VOA-deelnemer is een deelnemer zonder een VO-diploma of met een diploma lager dan VMBOgemengde leerweg. Het aantal VOA-deelnemers en het diplomaresultaat van deze groep maakt onderdeel uit van het geïntegreerd jaardocument. De definitie en de operationalisering van deze indicator zijn nog niet definitief vastgesteld. We zijn daarom uitgegaan van de deelnemersaantallen niveau 1 en 2.
Pagina 124
De Rotonde, Breda Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 4 4 4 2 3 3 2 1 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende onvoldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 4 4 4 4 4 5 3 2 4 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende onvoldoende voldoende
2008 2009 2010 4 4 4 5 4 5 5 4 3 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende onvoldoende voldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Theoretisch
Aantal deelnemers 26 29 16
Aantal geslaagden 24 29 15
Percentage geslaagden 92,3% 100,0% 93,8%
Pagina 125
Effent, Oosterhout Opbrengstoordeel 2011 Theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 3 3 3 Gering verschil
Slaagpercentage Leerweg Theoretisch
Aantal deelnemers 190
Aantal Geslaagden 177
Percentage geslaagden 93,2%
Pagina 126
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
Prinsentuin Andel Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 4 4 3 3 4 4 3 3 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 4 4 3 4 4 4 4 4 5 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 4 4 3 3 3 5 4 3 4 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd
Aantal deelnemers 53 71 46
Aantal geslaagden 53 71 46
Percentage geslaagden 100,0% 100,0% 100,0%
Pagina 127
Prinsentuin Breda Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 3 2 3 4 4 4 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 3 1 3 2 3 3 4 Gering verschil
2008-2010 voldoende onvoldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 1 1 2 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd
Aantal deelnemers 55 41 44
Aantal geslaagden 55 40 41
Percentage geslaagden 100,0% 97,6% 93,2%
Pagina 128
Prinsentuin Halsteren Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 3 3 4 3 3 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 3 1 3 1 2 3 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende onvoldoende voldoende voldoende voldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 1 2 1 1 1 1 Groot verschil
2008-2010 voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd en theoretisch
Aantal deelnemers 33 49 54
Aantal geslaagden 32 44 46
Pagina 129
Percentage Geslaagden 97,0% 89,8% 85,2%
Prinsentuin Oudenbosch Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 4 3 4 3 3 3 2 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 4 3 3 3 5 2 1 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 4 4 4 3 5 2 1 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende onvoldoende voldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd
Aantal deelnemers 38 46 39
Aantal geslaagden 38 41 34
Percentage geslaagden 100,0% 89,1% 87,2%
Pagina 130
Scala, Teteringen Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 3
2009 2010 3 3 5 3 3 4 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 3 3 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 3 3 3 3 4 3 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd en theoretisch
Aantal deelnemers 13 70 96
Aantal geslaagden 13 64 87
Pagina 131
Percentage Geslaagden 100,0% 91,4% 90,6%
’t Bergse VMBO, Bergen op Zoom Locatie Nobellaan Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 4 3 4 3 3 3 3 1 1 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende onvoldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 4 3 4 5 3 2 1 1 1 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde leerweg: deze leerweg is niet meer actief binnen ’t Bergse VMBO.
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd
Aantal deelnemers 26 48 7
Aantal geslaagden 25 41 7
Percentage geslaagden 96,2% 85,4% 100,0%
Pagina 132
’t Bergse VMBO, Bergen op Zoom Locatie Pomonalaan Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 1 1 3 2 3 3 4 1 3 Gering verschil
2008-2010 onvoldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 1
2008-2010 onvoldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2009 1
2010 3
4 geen oordeel
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht
Aantal deelnemers 23 <5
Aantal geslaagden 23 <5
Percentage geslaagden 100,0% 100,0%
Pagina 133
Van Cooth, Breda Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 3 5 5 3 3 5 Gering verschil
2008-2010 voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2009 2010 3 3 3 3 2 3 1 1 3 Groot verschil
2008-2010 voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde en theoretische leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 3 3 3 1 1 3 1 1 3 Groot verschil
2008-2010 voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd en theoretisch
Aantal deelnemers 42 64 19
Aantal geslaagden 42 61 18
Pagina 134
Percentage Geslaagden 100,0% 95,3% 94,7%
Westerpoort, Tholen Opbrengstoordeel 2011 Basisberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2008 2009 2010 2 1 3 1 3 2 3 5 4 Gering verschil
2008-2010 onvoldoende onvoldoende voldoende voldoende onvoldoende
2008 2009 2010 2 1 3 2 2 3 3 3 4 Gering verschil
2008-2010 onvoldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
2008 2
2008-2010 onvoldoende onvoldoende onvoldoende voldoende onvoldoende
Kaderberoepsgerichte leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
Gemengde leerweg Indicatoren Rendement onderbouw Rendement bovenbouw Cijfers centraal examen Verschil schoolexamen – centraal examen Opbrengstoordeel 2011
2009 2010 1 3 1 1 1 1 Gering verschil
Slaagpercentage Leerweg Basisberoepsgericht Kaderberoepsgericht Gemengd
Aantal deelnemers 31 30 15
Aantal geslaagden 29 27 11
Percentage geslaagden 93,5% 90,0% 73,3%
Pagina 135
Cingel College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 100,0% 100,0% voldoende 57,3% 52,0% voldoende 66,7% 61,2% voldoende 51,9% 50,6% onvoldoende 59,7% 55,3%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 100,0% 100,0% voldoende 56,7% 50,0% voldoende 66,7% 60,4% voldoende 51,9% 50,6% onvoldoende 59,6% 54,6%
De voornaamste oorzaak van de onvoldoende resultaten van niveau 4 is het samenvallen van de volgende twee effecten: • In 2009/2010 zijn er minder niveau 4-diploma’s behaald. Het aantal studenten in de examenklassen was zeer gering, als gevolg van de behoorlijke uitstroom/geringe instroom die in 2005-2007 ontstond in de 1e klassen van de niveau 4-opleidingen en de aanloopperikelen van de afdeling Facilitair in de jaren 2005 tot en met 2007. • Het aantal studenten is de laatste 2 jaar (gelukkig) weer aan de onderzijde behoorlijk toegenomen, maar dat betekent bij een gelijkblijvend percentage aantal vertrekkende studenten per jaar dat de vertrekkende studenten in getal ook behoorlijk zijn toegenomen. Grofweg gezegd wordt bij de rendementsberekeningen het aantal diploma’s uitgedrukt in een percentage van het aantal diploma’s plus de uitval. De twee effecten missen daardoor evenwicht (een piramide met een heel brede basis) en hebben dus in combinatie met elkaar een negatieve invloed op de rendementen.
VSV VSV 05/06 73
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 22
Maximum VSV-ers 09/10 51
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 81
Werkelijk in % van maximum 159%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Reden niet bekend Oorzaak bij student
Oorzaak bij school Totaal
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Motivatie Omgeving Gedrag Administratieve redenen
Aantal 1 16 3 1 33 1 17 9 81
Onder het aspect gezondheid zijn begrepen: ziekte en het “niet-kunnen” vanwege psychische dan wel fysieke beperkingen. Onder administratieve redenen wordt verstaan, dat op het moment van registreren het resultaat nog niet bekend was. In deze aantallen is een aantal VSV-ers vermeld, dat niet alleen het Cingel College aangerekend kan worden. Verder betreft het studenten die vanuit de Praktijkschool de AKA-opleiding volgen en voor wie een niveau 2 niet realistisch is, terwijl zij hun persoonlijke doelstelling beslist hebben behaald. En het
Pagina 136
betreft de studenten die na een Matchpoint-traject niet plaatsbaar blijken. Officieel staan zij namelijk nog ingeschreven bij het Cingel College. In het jaarverslag van het Cingel College staat uitgelegd wat zoal aan activiteiten is ontplooid op het terrein van het terugdringen van voortijdige schooluitval. Dat ondanks deze maatregelen niet het gewenste effect is gesorteerd, is zondermeer teleurstellend en maakt duidelijk dat blijvende aandacht voor dit probleem nodig is en klaarblijkelijk niet alleen op de niveaus 1 en 2.
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 0 0% 335 41% 479 59% 814 100%
2010 Absoluut % totaal 0 0% 299 33% 600 67% 899 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief
Pagina 137
-/-36 +/+ 121 +/+ 85
-/- 8% +/+ 8%
Florijn College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 100,0% 100,0% voldoende 67,3% 62,7% voldoende 66,4% 64,5% voldoende 75,1% 76,1% voldoende 72,2% 72,4%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 100,0% 100,0% voldoende 67,3% 62,7% voldoende 66,4% 64,5% voldoende 76,4% 77,3% voldoende 72,8% 73,2%
Kijkend naar diplomaresultaat en jaarresultaat 2009-2010 maken we de volgende analyse: • De opleidingen van het Florijn College voldoen aan de normen van de inspectie. • Het succes van interne doorstroom naar hogere niveaus (“stapeling”) heeft een negatieve invloed op de diplomaresultaten voor niveau 3. Uit nader onderzoek kan dit effect worden aangetoond. Een gecombineerd diplomaresultaat van niveau 3 en 4 bevestigt het beeld dat het onderwijs en de opbrengsten van voldoende kwaliteit zijn.
VSV VSV 05/06 187
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 56
Maximum VSV-ers 09/10 131
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 119
Werkelijk in % van maximum 100%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Reden niet bekend Oorzaak bij student
Oorzaak bij school Totaal
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Beperkingen Motivatie Geen leerbedrijf Gedrag Relationele problemen Verhuizing Administratieve redenen
Aantal 17 3 16 2 45 1 1 3 1 30 119
Pagina 138
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 0 0% 251 15% 1.434 85% 1.685 100%
2010 Absoluut % totaal 0 0% 224 14% 1.392 86% 1.616 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief
Pagina 139
-/- 27 -/- 42 -/- 69
-/- 1% +/+ 1%
Kellebeek College Diplomaresultaat en jaarresultaat Rendementen inclusief bedrijfsgroepen Niveau 1 2 3 4 totaal
Jaarresultaat 64,5% 78,8% 70,1% 79,0% 72,3%
Diplomaresultaat 49,8% 77,6% 73,0% 84,0% 71,0%
Inspectieoordeel voldoende voldoende voldoende voldoende
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen en inclusief AKA met werk JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 73,3% 59,3% voldoende 75,5% 67,3% voldoende 73,2% 72,2% voldoende 79,0% 84,0% voldoende 72,4% 68,6%
Volgens de VSV-definitie dient een uitstromer minimaal een startkwalificatie te behalen wil hij/zij niet mee tellen als VSV-er. Er is een groep deelnemers waarvoor het behalen van een startkwalificatie niet is weggelegd. Om deze reden is de VSV-definitie aangepast voor deelnemers aan de AKA-opleiding. Zij tellen niet mee als VSV-er wanneer zij een baan hebben. De Inspectie van het Onderwijs krijgt de gegevens aangeleverd vanuit DUO, onderdeel van het Ministerie van OC&W. DUO en dus ook de inspectie heeft niet de juiste informatie om dit onderscheid te kunnen maken. Omdat het Kellebeek College relatief veel deelnemers heeft in de AKA-opleiding heeft de juiste verwerking van deze groep een grote invloed op het rendement.
VSV VSV 05/06 181
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 54
Maximum VSVers 09/10 127
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 195
Werkelijk in % van maximum 172%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Reden niet bekend Oorzaak bij student
Oorzaak bij school
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Motivatie Omgeving Gedrag Administratieve redenen Opleidingsniveau
Totaal
Aantal 10 5 15 5 34 8 16 99 3 195
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 488 19% 298 11% 1.815 70% 2.601 100%
2010 Absoluut % totaal 443 17% 377 14% 1.808 69% 2.628 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 45 -/- 2% +/+ 79 +/+ 3% -/- 7 -/- 1% +/+ 27
Pagina 140
Markiezaat College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 68,7% 63,8% voldoende 74,1% 68,6% voldoende 77,2% 83,8% voldoende 77,7% 81,6% voldoende 75,0% 74,7%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 86,1% 83,6% voldoende 74,0% 68,3% voldoende 78,2% 85,2% voldoende 77,7% 81,4% voldoende 76,6% 76,8%
Als onderwijsinstelling streeft het Markiezaat College ernaar dat zoveel mogelijk studenten met een diploma de opleiding verlaten. Zij willen daarbij behoren tot de best scorende Techniek MBO’s van Nederland.
VSV VSV 05/06 305
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 92
Maximum VSVers 09/10 213
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 123
Werkelijk in % van maximum 58%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Oorzaak bij student
Oorzaak bij school
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Motivatie Omgeving Gedrag Diploma niveau 1 behaald Administratieve redenen Geen diploma wordt extraneus
Totaal
Aantal 1 8 1 40 21 5 5 20 22 123
Analyses van de ongediplomeerde uitstroom zijn vanaf 2009 een vast onderdeel in de maandelijkse managementsrapportages. Vanaf 2010 wordt er maandelijks een controle uitgevoerd op de DUOrapportage VSV. Als gevolg van deze acties zijn verbeteringen doorgevoerd in de processen van de deelnemersadministratie (tijdige verwerking mutaties en betere registratie uitstroomredenen) en in de begeleiding van de studenten (verzuimbeleid, intensivering individuele begeleiding, inzet schoolmaatschappelijk werk).
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 128 4% 1.249 43% 1.518 53% 2.895 100%
2010 Absoluut % totaal 93 3% 1.234 43% 1.519 54% 2.846 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 35 -/- 1% -/- 15 +/+ 1 +/+ 1% -/- 49
Pagina 141
Prinsentuin College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 91,5% 90,1% voldoende 72,7% 64,7% voldoende 86,5% 89,8% voldoende 75,8% 78,5% voldoende 81,1% 80,5%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 91,5% 90,1% voldoende 72,7% 64,7% voldoende 86,5% 89,8% voldoende 75,8% 78,5% voldoende 81,1% 80,5%
Het Prinsentuin College had geen Bedrijfsgroepen in het schooljaar 2009/2010. Om deze reden zijn de rendementen inclusief en exclusief Bedrijfsgroepen gelijk.
VSV VSV 05/06 76
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 23
Maximum VSVers 09/10 53
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 79
Werkelijk in % van maximum 149%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Oorzaak bij student
Oorzaak bij school
Totaal
Detail Diploma niveau 1 behaald Remigratie Afgemeld Financiële beperkingen Fysieke beperkingen Langdurige afwezigheid Psychische beperkingen Ziekte Diploma niet behaald Doubleren Geen diploma wordt extraneus Inhoud opleiding bevalt niet Maximum tijd overschreden Niet gekomen Niveau opleiding te hoog Onvoldoende capaciteit Opleiding afgebroken Verkeerd beeld van de opleiding Verkeerd beeld van het beroep Voorkeur andere activiteiten Wijziging opleiding/leerweg
Aantal 17 2 2 1 1 3 2 4 2 1 7 4 3 1 3 2 2 7 2 11 2 79
Pagina 142
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 123 9% 305 21% 988 70% 1.416 100%
2010 Absoluut % totaal 112 8% 291 20% 1.054 72% 1.457 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 11 -/- 1% -/- 14 -/- 1% +/+ 66 +/+ 2% +/+ 41
Pagina 143
Radius College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 78,4% 67,6% voldoende 72,2% 68,4% voldoende 82,7% 86,7% voldoende 70,7% 75,0% voldoende
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 78,4% 67,6% voldoende 72,2% 68,3% voldoende 82,7% 86,6% voldoende 70,7% 75,0% voldoende
Het Radius College heeft in 2010 geen bedrijfsgroepen gehad. Het kleine verschil bij het diplomaresultaat voor niveau 2 en 3 ten opzichte van het rendement inclusief bedrijfsgroepen wordt verklaard door het feit dat het hier gaat om studenten die na hun opleiding bij het Radius College via Bedrijfsgroepen van een ander instituut een opleiding hebben gevolgd zonder diploma te behalen waardoor hun eerder behaalde diploma bij het Radius College meetelt bij uitstroom.
VSV VSV 05/06 212
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 64
Maximum VSVers 09/10 148
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 256
Werkelijk in % van maximum 173%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Oorzaak bij student
Oorzaak bij school
Detail Diploma niveau 1 behaald AKA-diploma behaald Diploma behaald na 1 oktober 2010 Geen diploma wordt extraneus Gezondheid Fysieke beperkingen Psychische beperkingen Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Gedrag (afspraken niet nakomen) Verkeerd beeld van het beroep Verkeerd beeld van de opleiding Voorkeur andere activiteiten Financiële beperkingen Geen leerbedrijf / ontslag Andere verplichtingen Langdurige afwezigheid Relationele problemen Niveau opleiding te hoog Administratieve redenen
Totaal
Aantal 2 5 14 5 2 2 3 9 2 23 18 31 39 2 23 11 15 2 4 44 256
De doelstelling voor schooljaar 2010/2011 is maximaal 127 VSV-ers. Ten opzichte van het huidige aantal VSV-ers moet dit leiden tot een halvering.
Pagina 144
Als gevolg van de beschreven analyse en het nog niet voldaan hebben aan de reductiedoelstelling worden een aantal verbeteringen doorgevoerd op het gebied van registratie en begeleiding: • digitaal mutatieformulier • training tajectbegeleiders • begeleidingsmodule Edictis • overstapmogelijkheden • project keuzeprocessen Een nadere toelichting op deze verbeteringen is te vinden in het jaarverslag van het Radius College.
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 94 3% 1.349 40% 1.929 57% 3.372
100%
2010 Absoluut % totaal 69 2% 1.289 40% 1.848 58% 3.206
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 25 -/- 1% -/- 60 -/- 81 +/+ 1%
100%
Pagina 145
-/- 166
Vitalis College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 83,3% 86,0% voldoende 76,2% 73,8% voldoende 71,5% 71,5% voldoende 80,5% 82,7% voldoende 76,5% 76,5%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 83,3% 86,0% voldoende 75,4% 72,6% voldoende 71,3% 71,2% voldoende 80,5% 82,7% voldoende 76,1% 76,1%
VSV VSV 05/06 248
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 74
Maximum VSV-ers 09/10 174
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 145
Werkelijk in % van maximum 83%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Reden niet bekend Oorzaak bij student
Oorzaak bij school
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Motivatie Omgeving Gedrag Administratieve redenen Opleidingsniveau
Totaal
Aantal 47 9 9 4 3 28 6 37 2 145
Om voortijdige uitval verder tegen te gaan is er in de loop van 2010 een aantal maatregelen genomen. Met de hulp van VSV-projectgelden is er een Student Succes Centrum (SSC) ingesteld, dat ondersteuning biedt aan studenten die dreigen uit te vallen. Daarnaast zijn de procedures “Tussentijdse uitstroom” en “Doorstroom” herzien en aangepast om dreiging van voortijdige uitval tijdig te kunnen signaleren. Met ditzelfde doel is er een Vitalis-brede applicatie ter registratie van aan- en afwezigheid van studenten geïmplementeerd. Binnen de verschillende teams zijn daarnaast diverse verbeteracties ter voorkoming van uitval ingezet. Onder andere een verbetering van de intakeprocedure om vooraf een beter beeld te geven over de opleiding en het beroep.
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 47 2% 797 28% 1.982 70% 2.826 100%
2010 Absoluut % totaal 21 1% 727 27% 1.930 72% 2.678 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 26 -/- 1% -/- 70 -/- 1% -/- 52 +/+ 2% -/- 148
Pagina 146
Zoomvliet College Diplomaresultaat en jaarresultaat
Niveau 1 2 3 4 totaal
Rendementen inclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 92,7% 86,7% voldoende 52,1% 60,0% voldoende 74,3% 65,2% voldoende 69,5% 72,7% voldoende 67,4% 67,9%
Rendementen exclusief bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 0,0% 100,0% voldoende 69,9% 65,9% voldoende 73,3% 60,0% voldoende 74,0% 75,4% voldoende 72,8% 70,8%
De resultaten van niveau 3 worden voornamelijk bepaald door de opleidingen verkoopspecialist / verkoopspecialist detailhandel (39,7%) en commercieel medewerker / commercieel medewerker binnendienst ECABO / commercieel medewerker buitendienst (41,1%). Deze resultaten worden aanmerkelijk beter als de overeenkomstige opleidingen uit de eindtermgerichte structuur in de beschouwingen betrokken worden. Het totaal diplomaresultaat voor niveau 3 wordt sterk beïnvloed door het groot aantal doorstromers naar niveau 4. Daardoor komt het jaarresultaat van deze groep wel boven de norm uit.
VSV VSV 05/06 242
Doelstelling reductie 09/10 (30%) 73
Maximum VSVers 09/10 169
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 124
Werkelijk in % van maximum 73%
Analyse oorzaak uitstroom zonder behalen startkwalificatie: Hoofdgroep Reden niet bekend Oorzaak bij student
Oorzaak bij school Totaal
Detail Gezondheid Onvoldoende capaciteit Bereikbaarheid Motivatie Omgeving Gedrag Administratieve redenen Opleidingsniveau
Aantal 35 4 4 1 43 9 14 12 2 124
Het aantal VSV-ers bij het Zoomvliet College is lager dan de doelstelling. In het bijzonder drie maatregelen hebben daar een bijdrage aan geleverd. In de eerste plaats moet elke nieuwe leerling een test bij de intake ondergaan waardoor de studiekeuze beter onderbouwd kan worden. Ten tweede moet iedere student die de opleiding wil staken eerst langs de decaan die in een indringend gesprek de student op andere gedachten probeert te brengen. Op de derde plaats hebben we een zogenaamde oriëntatieklas in het leven geroepen waar twijfelende studenten vanaf januari een plaats kunnen vinden om hun keuze te heroverwegen.
Pagina 147
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 183 7% 635 25% 1.769 68% 2.587 100%
2010 Absoluut % totaal 0 0% 424 19% 1.838 81% 2.262 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut Relatief -/- 183 -/- 7% -/- 211 -/- 6% +/+ 69 +/+ 13% -/- 325
Pagina 148
ROC West-Brabant breed Alle contractactiviteiten zijn door ROC West-Brabant ondergebracht bij P3transfer BV. Uit dien hoofde heeft P3transfer contacten met bedrijven en instellingen. Het is wenselijk om met één gezicht naar buiten te treden en opdrachtgevers ook met één aanspreekpunt voor maatwerktrajecten afspraken te laten maken. Daarom is besloten om het accountmanagement van de Bedrijfsgroepen ook onder te brengen bij P3tranfer. Aangezien het reguliere BBL-opleidingen betreft, ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding bij ROC West-Brabant. Bij regionaal verzorgde opleidingen is de verantwoordelijkheid bij instituten ondergebracht; bij een landelijk account ligt de verantwoordelijkheid bij P3transfer.
Diplomaresultaat en jaarresultaat Niveau 1 2 3 4 totaal
Jaarresultaat 18,5% 93,2% 19,0% 23,6% 26,4%
Rendementen Diplomaresultaat 16,0% 93,2% 19,0% 23,6% 25,2%
Inspectie oordeel onvoldoende voldoende onvoldoende onvoldoende
Door P3transfer BV worden in principe diplomerende en kwalificerende trajecten aangeboden. Het komt regelmatig voor, dat met een werkgever een afspraak gemaakt wordt voor de uitvoering van een substantieel deel van een opleiding. Altijd bestaat de mogelijkheid om uiteindelijk een diploma te verkrijgen. Ter toelichting op deze rendementen: Op niveau 1 is de opleiding 10425 aangeboden met alleen deelkwalificatie 110. Dat is speciaal gedaan om de betreffende deelnemers (bijna uitsluitend productmedewerkers die machines bedienen: operators) bekend te maken met het fenomeen leren in een MBO-opleiding. De intentie van deze opleiding is er op gericht deze deelnemers zo ver te krijgen dat zij doorgaan met een nieuwe opleiding en uiteindelijk op niveau 2 uit te komen. Helaas is dat niet bij alle trajecten zo gelopen. In 2010 is besloten deze opleiding uitsluitend in niveau 2 aan te bieden en wel alleen nog maar diplomerend. Op niveau 3 zijn een aantal trajecten gestart met Kraamzorginstellingen. Het betreffende kwalificatiedossier is vrij breed opgezet en geeft niet de mogelijkheid aan de medewerkers van de kraamzorginstellingen om een gerichte opleiding af te ronden. Vandaar dat een groot aantal trajecten uitgevoerd is op dit terrein. De betreffende deelnemers hebben dan ook geen diploma behaald, maar wel een deelcertificaat. Het behalen van dat deelcertificaat was voor het bestuurscentrum wel de doelstelling: deze deelnemers zijn uitgeschreven met de reden “doelstelling behaald”. Maar deze zaken hebben een negatief effect op de resultaten, zoals zij gedefinieerd zijn door de Inspectie.
VSV VSV 05/06 0
Doelstelling reductie 09/10 (30%) n.v.t.
Maximum VSVers 09/10 n.v.t.
Werkelijk aantal VSV-ers 09/10 26
Werkelijk in % van maximum n.v.t.
Dit aantal VSV-ers is verwaarloosbaar. Van deze 26 deelnemers die uitgestroomd zijn zonder diploma niveau 2 en hoger, volgden er 23 de opleiding 10425.
Pagina 149
VOA Niveau 1 2 3 en 4 Totaal
2009 Absoluut % totaal 1.959 89% 135 6% 111 5% 2.205 100%
2010 Absoluut % totaal 1.830 73% 579 23% 88 4% 2.497 100%
2010 t.o.v. 2009 Absoluut % totaal -/- 129 -/- 16% +/+ 444 +/+17% -/- 23 -/- 1% +/+ 292
Pagina 150
Bijlage 3 Intensivering Taal en Rekenen Onderdeel 1: Ondernomen activiteiten, bestede middelen, bereikte deelnemers en personeelsleden Activiteit(en)
Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)
Hieraan besteedde middelen in euro’s
Aantal bereikte deelnemers
A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Inventarisatie huidige en gewenste situatie T&R ! 111.345,00 700 2. Onderzoek methodes T&R ! 124.904,00 5.750 3. Ontwikkelen taaltaken en taalprtofio T ! 50.000,00 500 B Toetsing van deelnemers 1. Diverse toetsen T&R ! 98.960,00 4.890 C Extra onderwijstijd 1. Vergroten onderwijstijd ! 210.344,00 2.410 2. Introduceren Remedial Teaching ! 12.355,00 0 3. D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1. Taalgame T ! 104.495,00 3.000 2. Rekengame R ! 68.656,00 0 3. Taalacademie en Talenlab T ! 38.011,00 2.000 4. Overige faciliteiten ! 52.214,00 400 E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen E.1 Professionalisering van docenten 1.Vakdidactiek taal en rekenen T&R ! 80.635,00 n.v.t. 2.Eigen taal-/rekenvaardigheid T&R ! 36.796,00 n.v.t. E.2 Professionalisering van overige functionarissen 1. Projectleiding T&R ! 3.423,00 n.v.t. F. Overig 1.Coördinatie implementatieplannen/voorbereiding centrale examinering T&R ! 85.285,00 n.v.t. 2. Communicatie T/R ! 6.910,00 n.v.t.
Aantal bereikte personeelsleden
46 121 32 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
257 56 3 225 160
Opmerking De hier verantwoorde middelen zijn hoger dan de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Het verschil wordt verklaard, doordat ook eigen middelen zijn besteed aan de activiteiten die in dit overzicht zijn opgenomen.
Onderdeel 2: reflectie op behaalde resultaten In het jaar 2010 is het ROC West-Brabant aan de slag gegaan met de intensivering van (Nederlandse) taal en rekenen. Daartoe is door alle Colleges een implementatieplan geschreven. Hierbij is gebruik gemaakt van de ICO-verantwoordingssystematiek. Op een inzichtelijke wijze is duidelijk gemaakt, welke middelen en financiën nodig en gepland zijn om te gaan voldoen aan de jongste eisen van de commissie Meijerink: 2F (voor niveau 2-en 3-opleidingen) en 3F (voor niveau 4-opleidingen) en de verplichte landelijke examinering. De te ontplooien activiteiten zijn geclusterd rond 5 hoofdthema’s. ROC West-Brabant heeft een zesde hoofdthema toegevoegd: “Overig”.
A Aanpassingen in de pedagogiek en didactiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs ROC-breed is geïnventariseerd hoeveel uren taal en rekenen er binnen de huidige opleidingen op het rooster staan. Voor de verschillende crebo’s zijn voor Nederlands en Rekenen ook de te bereiken
Pagina 151
niveaus in beeld gebracht en is onderzocht wat er nog toegevoegd moet worden aan het huidig aanbod om aan de doelstelling van de regeling te voldoen. De uren taal en rekenen zijn herkenbaar op de roosters geplaatst. Er is onderzoek gedaan naar de diverse onderwijsmethodes, de aanwezigheid en voordelen van taalcoaches binnen de instituten, de verschillende leermiddelen en uiteindelijk hebben de Colleges een keuze gemaakt voor vernieuwing op het gebied van taal en reken didactiek en pedagogiek (digitale leermiddelen en taalportfolio’s). Daarnaast is een groot aantal activiteiten centraal ontplooid ter ondersteuning van het taal- en rekenonderwijs op de verschillende instituten. Voorbeelden daarvan zijn: het opzetten van een ROCbrede portalsite met alle informatie inzake de ontwikkelingen op reken- en taalgebied, het ontwikkelen van een ROC-brede kenniskring, een ROC-breed coördinerend projectteam dat tevens vraagbaak is voor alle contactpersonen binnen de instituten en dat ook sturing heeft gegeven aan de prepilot centrale examinering, waaraan vier instituten binnen ROC WB hebben deelgenomen (zie ook F). Belangrijk is ook dat het projectteam zorg heeft gedragen voor het ondersteunen van de instituutsteams d.m.v. scholing op het gebied van reken- en taaldidactiek (zie ook E). Daardoor is de professionaliteit van de docenten aanzienlijk vergroot en daarmee voor de studenten de kans op het behalen van de niveaus 2F en 3F.
B
Toetsing van deelnemers
Toetsing vindt veelal plaats aan het begin van de opleiding om het instroomniveau te bepalen. De middelen die daarvoor binnen ROC West-Brabant zijn gehanteerd zijn verschillend; de meeste instuten werken echter met de TOA-instrumenten. Dit heeft zinvolle informatie opgeleverd en zal de basis vormen voor gedifferentieerd werken en uiteindelijke keuzes voor definitieve systemen. Vier instituten hebben bovendien meegewerkt aan de landelijke prepilot centrale examinering, waardoor niet alleen veel inzicht is verkregen in de niveaus van de studenten, maar ook veel waardevolle informatie is verkregen over de vereisten van een digitale centraal georganiseerde examinering op grote schaal.
C
Extra onderwijstijd
In de voorgaande jaren was de ingeroosterde onderwijstijd voor taal en rekenen niet toereikend om studenten op het vereiste niveau te brengen. Het aantal uren onderwijs Nederlands en rekenen is met ingang van augustus 2010 uitgebreid. Daarnaast is in 2010 remedial teaching op bredere schaal geïntroduceerd, hetgeen in 2011 nog verder uitgebreid zal gaan worden.
D
Nieuwe en aangepaste faciliteiten
Taalgame In 2006 is gestart met het ontwikkelen van een talengame Nederlands “Embargo”. Het is enerzijds een eigentijdse onderwijstool en anderzijds een nieuwe manier van communiceren met de studenten. De game is samen met externe partners ontwikkeld. De game is online via een internet-browser tijd- en plaatsonafhankelijk te spelen. De game is een extra element binnen het onderwijsrepertoire. In 2010 zijn alle Colleges bezocht. Tijdens deze bezoeken is aan de verschillende teams de game gepresenteerd. Daarna zijn verschillende workshops georganiseerd. Het doel is om bij elke College de taalgame “Embargo” in het schooljaar 2011-2012 bij minimaal 1 curriculum per College te implementeren. Naar verwachting zal deze doelstelling niet worden gehaald, omdat de implementatie minder voorspoedig verloopt dan gepland. De kans van slagen is groter indien: o de implementatiestrategie wordt gedragen door het management o het innoverend vermogen van de teams voldoende is o er voldoende digitale vaardigheden aanwezig zijn bij de teams o de techniek ons niet in de steek laat bij het gamen op grote schaal.
Rekengame In 2010 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een rekengame “Calculus”. De opdracht was het realiseren van een volledig uitgeteste game die voldoet aan de centrale exameneisen van 2013-2014. De opzet zou dan zijn, met reële zekerheid vast kunnen stellen dat iemand, die de
Pagina 152
rekengame regelmatig hanteert, het examen zou kunnen halen. Na een risicoanalyse is geconstateerd, dat het niet mogelijk is deze garantie af te geven. Daarom is er nu voor gekozen te wachten op het beschikbaar komen van een leermiddel op de markt, waarbij ROC West-Brabant kan aanhaken en zijn expertise in gameontwikkeling kan inbrengen.
Taalacademie Bij een aantal Colleges is ervoor gekozen om taalonderwijs aan studenten zoveel mogelijk op maat aan te bieden. Studenten volgen voor een groot deel een individueel traject op het gebied van taal. De onderwijsvoorzieningen zijn en worden daarop aangepast. Vanaf augustus 2010 wordt gewerkt in een tijdelijke ‘taalacademie’. Daartoe breidde het talenlab uit van 24 naar 48 computers. Het was een tijdelijke oplossing, omdat er nog een verbouwing moest plaatsvinden. In februari 2011 is de officiële taalacademie van start gegaan. Deze biedt ruimte aan 80 computers en beschikt over 2 groepsruimten.
Overige faciliteiten Er zijn middelen besteed aan de aanschaf van nieuwe methoden (o.a. De Vries en Malmberg), maar ook aan het geschikt maken van het leerlingvolgsysteem.
E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen. In 2010 is scholing verzorgd in vakdidactiek taal en rekenen ter bevordering van de professionaliteit van de docenten die taal- en rekenonderwijs verzorgen of gaan verzorgen. Velen hebben daartoe gerichte certificaten behaald. Er is een duidelijke behoefte aan scholing in didactiek zowel voor rekenen als voor taal. Uit de evaluatie van alle aangeboden cursussen blijkt, dat docenten dit als zeer zinvol hebben ervaren en dat dit aanbod hun professionaliteit vergroot heeft. In de komende jaren zal scholing van onderwijsmedewerkers op didactisch gebied voortgezet en verdiept worden. Daarnaast zien we binnen ROC West-Brabant het belang van scholing in de eigen taal- en rekenvaardigheden van alle medewerkers, zodat zij minimaal het vereiste niveau waar studenten aan moeten voldoen, beheersen.. Er is een start gemaakt met het vergroten van het bewustzijn van onderwijsmedewerkers t.a.v. hun eigen taal- en rekenvaardigheid. Scholing zal volgen in de komende jaren.
F
Overig o
Coördinatie implementatieplannen / voorbereiden centrale examinering De uit het implementatieplan voortvloeiende coördinerende werkzaamheden zijn in 2010 uitgevoerd door een centrale projectorganisatie, ondersteund door de verschillende contactpersonen binnen de instituten. Tijdens de uitvoering van het implementatieplan is gebleken, dat de centrale examinering prioriteit moest krijgen. Als ROC hebben we met 4 Colleges meegedaan met de prepilot COE. Al snel bleek dat er op technisch en logistiek vlak veel aanpassingen nodig zijn in de organisatie van de betrokken Colleges. Dit noodzaakte tot ondersteuning van IT Workz, omdat de COE digitaal moet worden afgenomen. De projectorganisatie blijft actief gedurende de looptijd van de regeling en zal een ondersteunende/sturende rol vervullen in de uitvoering van het implementatieplan ROCbreed en de deelimplementatieplannen. De projectorganisatie wordt vanaf 2011 uitgebreid met een medewerker die de invoering van de COE gaat coördineren en begeleiden, zodat het ROC in 2014 optimaal voorbereid is op de COE.
o
Communicatie Het is van groot belang dat de juiste informatie de juiste mensen bereikt. Daarom wordt geïnvesteerd in: o Het opzetten en beheren van een projectsite als verzamelplaats van relevante informatie, best practices en beschikbare leermiddelen (taal). o Het initiëren van kenniskringen taal en rekenen, zodat het mogelijk wordt kennis te delen. Er is al uitwisseling rondom beleid, verantwoording, scholingstrajecten en
Pagina 153
o
landelijke ontwikkelingen. Tevens is er een pre-pilotgroep actief geweest om gezamenlijk de eerste stappen te zetten op het gebied van COE. De uitwisseling van ervaringen wordt door deelnemers als zeer nuttig ervaren. De participanten komen al naar gelang de behoefte bestaat, bij elkaar. De bereidheid tot deelname is groot. De kenniskringen worden in de komende jaren voortgezet en waar nodig uitgebreid. Het informeren van aspirant-leerlingen, VMBO-scholen en decanen wordt niet vergeten.
Pagina 154
BIJLAGE 4 Samenvatting onderzoeken door de Inspectie van het Onderwijs 1
Onderzoek kwaliteit examinering diplomaroute gastouders 2010
In maart en juni heeft er bij het ROC West-Brabant (P3transfer) een onderzoek plaatsgevonden naar de kwaliteit van de examinering van de diplomaroute gastouders. Dit onderzoek is uitgevoerd n.a.v. een brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en had betrekking op de volgende opleiding: Crebo 92640, Helpende Zorg & Welzijn (BOL). De examinering van de onderzochte opleiding is van voldoende kwaliteit. De standaarden examinering (1-2-3-4-5 en 7, inclusief Nederlands standaarden 3-4) voldoen aan de gestelde eisen, met uitzondering van standaard 6. De integrale examenkwaliteit is onvoldoende geborgd omdat de examencommissie niet kan aantonen dat zij zich als eindverantwoordelijke van het examineringsproces voldoende laat informeren over het verloop van het examineringsproces en op grond daarvan de verbeteringen aanstuurt.
2 2.1
Kwaliteitsonderzoek (VMBO/VO) Prinsentuin – Breda
De kwaliteit van het onderwijs op de gemengde leerweg van de afdeling VMBO van Prinsentuin College Breda is zwak vanwege de onvoldoende opbrengsten die de school realiseert. De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende maar het didactisch handelen is onvoldoende gericht op afstemming van het onderwijs en toetsing op deelgroepen van leerlingen in de combinatieklassen kader/gemengd. Drie indicatoren van de kwaliteitszorg zijn onvoldoende. De inspectie constateert bij dit onderzoek dat het team en de directie de oorzaken van de onvoldoende opbrengsten in beeld hebben gebracht en maatregelen hebben genomen die tot verbetering van de opbrengsten moeten leiden.
2.2
Prinsentuin – Halsteren
De kwaliteit van de afdeling VMBO GT van het Prinsentuin College Halsteren is zeer zwak. De opbrengsten zijn onvoldoende en ook in het primair proces heeft de inspectie enkele belangrijke tekortkomingen geconstateerd. Deze liggen vooral op het gebied van onvoldoende adequaat taalbeleid, onvoldoende betrokkenheid van de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten en planmatige uitvoering van de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daar staat tegenover dat de school een goed pedagogisch klimaat weet te realiseren en op systematische wijze problemen op school-emotioneel gebied aanpakt. Op het gebied van de kwaliteitszorg zijn mede door een fusie van enkele jaren geleden, achterstanden ontstaan. Deze achterstanden worden in een snel tempo gerepareerd. De school heeft in het algemeen een goed inzicht in haar sterke en zwakke punten maar de systematiek in de interne kwaliteitszorg behoeft nog versterking.
2.3
Van Cooth
De kwaliteit van het onderwijs van het VMBO-K en het VMBO-GT van de vestiging Van Cooth Breda is beoordeeld als zwak vanwege onvoldoende opbrengsten. Het onderwijsleerproces is van voldoende kwaliteit. De nieuwe schoolleiding die sinds anderhalf jaar in functie is, heeft veel noodzakelijke verbeteringen gerealiseerd, onder meer op het gebied van pedagogisch didactisch handelen en leerlingenzorg. Dit proces van verbetering is nog niet volledig afgerond. Het succes hangt wellicht samen met het besef van urgentie onder het personeel van de noodzaak van hogere kwaliteit en betere opbrengsten.
2.4
’t Bergse VMBO
De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op ’t Bergse VMBO, locatie Nobellaan afdeling kaderberoepsgerichte leerweg te Bergen op Zoom als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Pagina 155
De opbrengsten van de schooljaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen, onvoldoende; Het onderwijsproces vertoont weliswaar enkele tekortkomingen, voornamelijk op het punt van het leerstofaanbod in de bovenbouw en de planmatigheid van de zorg, maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit; De school werkt in haar kwaliteitszorg onvoldoende systematisch en planmatig waardoor de kwaliteitszorg als onvoldoende wordt beoordeeld; De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na met uitzondering van regelgeving ten aanzien van bevoegde leraren.
2.5
Westerpoort College
Het onderwijs op de gemengde leerweg van het Westerpoort College is zeer zwak vanwege onvoldoende kwaliteit van het onderwijsproces, onvoldoende kwaliteitszorg en opbrengsten die niet beoordeeld kunnen worden omdat er nog geen gegevens beschikbaar zijn van voldoende leerjaren. De kwaliteit van het onderwijs van de basisberoepsgerichte leerweg is vanwege voldoende opbrengsten wel voldoende, hoewel de inspectie eveneens kritisch is over sommige aspecten van de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De tekortkomingen in het onderwijsleerproces van beide leerwegen doen zich voor op het gebied van taalbeleid, respectvolle omgang, taakgerichte werksfeer, betrokkenheid van leerlingen bij de onderwijsactiviteiten en planmatige uitvoering van de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
2.6
Graaf Engelbrecht
Na een risicoanalyse waarbij de opbrengsten onvoldoende waren, heeft de Inspectie van het Onderwijs op 30 november 2010 een onderzoek uitgevoerd op Graaf Engelbrecht afdeling VWO om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op Graaf Engelbrecht afdeling VWO te Breda als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen: De opbrengsten van de schooljaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen, onvoldoende; Het onderwijsleerproces vertoont weliswaar enkele tekortkomingen, voornamelijk op het punt van de actieve betrokkenheid van de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten, maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit; De school werkt in haar kwaliteitszorg voldoende systematisch en planmatig waardoor de inspectie deze als voldoende heeft beoordeeld; De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na.
3
Onderzoek onderwijstijd BVE 2010
In mei en juni 2010 heeft de inspectie landelijk onderzoek gedaan naar het voldoen aan de onderwijstijd door instellingen in de BVE-sector. In totaal zijn 134 (129 bekostigde) opleidingen onderzocht.
3.1
Onderwijstijd
Uit het onderzoek is gebleken dat landelijk 23% van de opleidingen onvoldoende onderwijstijd had geprogrammeerd en dat 25% onvoldoende onderwijstijd zou gaan realiseren. Na herstelmaatregelen blijkt het eindresultaat op 11 en 13% te liggen. Niettemin moet worden vastgesteld dat het gehele resultaat teleurstellend is. Er zijn nog altijd te veel opleidingen waar onvoldoende onderwijstijd wordt geprogrammeerd en gerealiseerd. Op de betrokken opleidingen zal een sanctie worden toegepast. Voorts zal onderzocht worden waarom de instellingsaccountants in hun onderzoek naar de geprogrammeerde onderwijstijd tot andere conclusies zijn gekomen.
3.2
Roosters
Tijdens het onderzoek naar de onderwijstijd hebben de inspecteurs tevens de kwaliteit van de roosters beoordeeld. Deze beoordeling (waar geen formele gevolgen uit voortvloeien) was erop gericht te bepalen of de inrichting van de roosters binnen een schooljaar en over het geheel van de opleiding, voldoende evenwichtig zijn en een voldoende vulling opleveren voor de deelnemers.
Pagina 156
De landelijke resultaten laten zien dat bij 20% sprake was van een onevenwichtige opbouw en bij 40% van een te lage belasting. Daar zitten de opleidingen bij die onvoldoende onderwijstijd realiseren maar ook opleidingen waarbij de tijd wel voldoet. Verbetering van de kwaliteit van de roosters, zowel in intensiteit als samenhang, kan een positieve bijdrage leveren aan verbetering van de onderwijsresultaten.
4
Stelselonderzoek Florijn College
In het kader van het stelselonderzoek zijn op 15 juni 2010, uit een aselecte steekproef, de volgende opleidingen door de Inspectie van het Onderwijs beoordeeld: Crebo 10002, Ondernemer Groothandel, niveau 4; Crebo 93494, Manager Handel (Vestigingsmanager groothandel), niveau 4 Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van cijfers uit de voorlopige foto uit BRON, schooljaar 2008-2009. De inspectie beoordeelt op basis hiervan de kwaliteit van het onderwijs vanwege de onvoldoende opbrengsten als onvoldoende en zwak. De kwaliteit van het onderwijsproces is wel voldoende alleen de criteria maatwerk en leertijd worden als onvoldoende beoordeeld. Na diverse gesprekken, schrijven en herberekeningen van het ROC West-Brabant en de Inspectie van het Onderwijs, kan geconcludeerd worden dat de opbrengsten berekend over de definitieve foto, wel voldoen aan de gestelde eisen van 64.2% (jaarresultaat) en 67,3% (diplomaresultaat). Inmiddels is een officiële bevestiging van wijziging naar basisarrangement door de Inspectie van het Onderwijs gegeven.
5
Stelselonderzoek Zoomvliet College
In het kader van het stelselonderzoek zijn op 17 juni 2010, uit een aselecte steekproef, de volgende opleidingen door de Inspectie van het Onderwijs beoordeeld: Crebo 90680, Leidinggevende horeca, contractcatering, informatie, recreatie en bakkerij, niveau 4; Crebo 90688, Leidinggevende horeca, contractcatering, informatie, recreatie en bakkerij (Leisure & hospitality executive), niveau 4 De inspectie beoordeelt het onderwijs van de opleidingen als voldoende. Dit oordeel is gebaseerd op een positief oordeel over zowel de opbrengsten als de kwaliteit van het onderwijsproces. Alleen het criterium maatwerk wordt als onvoldoende beoordeeld. In een kleine setting weten de docenten de deelnemers te enthousiasmeren d.m.v. een praktijkgericht programma en een actieve begeleiding. Wel merkt de Inspectie van het Onderwijs op dat de afspraken over werkprocessen en de verbeteringen in het onderwijsproces onvoldoende zijn geborgd en beter in de organisatie verankerd moeten worden. De Inspectie van het Onderwijs oordeelde derhalve dat er geen reden is om het toezicht te intensiveren en aan bovenstaande opleidingen het basisarrangement toekent.
6
Bestuurlijk gesprek Raad van Bestuur
Op 15 november 2010 heeft het Bestuurlijk Gesprek tussen de Raad van Bestuur van ROC WestBrabant en de Inspectie van het Onderwijs plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek is een aantal onderwerpen besproken, zie onderstaand globaal verslag, gemaakt door de Raad van Bestuur (mondeling geaccordeerd door de Inspectie van het Onderwijs). Het formele verslag van de Inspectie van het onderwijs is nog niet ontvangen: 1.
Kennismaking
2.
Algemene zaken rondom toezicht
3.
Kwaliteit MBO 3.1 Algemeen - Jaarverslag: positieve beoordeling, nog versterken met klachtenafhandeling, audit systematiek, kwaliteitszorg, betrekken van externe deskundigheid en zelfevaluaties - Job-monitor: positief en boven gemiddeld - Financiën: er zijn geen risico’s geconstateerd; prima in orde;
Pagina 157
-
3.2
4.
Opbrengsten op ROC West-Brabant niveau in orde: jaarresultaat 68% versus 64% landelijk, diplomaresultaat 67% versus 64% landelijk Bevindingen op crebo niveau De 324 uitgevoerde opleidingen zijn bekeken op jaar- en diplomaresultaten. Van de 324 opleidingen zijn 20 opleidingen met risico aangeduid, waarvan 13 risico, 3 ernstige risico en 4 zeer ernstige risico bevatten.
Kwaliteit VO 4.1 De basisarrangementen Effent, Scala, Prinsentuin Andel, Oudenbosch en Rotonde besproken. Oudenbosch heeft risico’s die veroorzaakt worden door toegankelijkheidsen plaatsingsbeleid 4.2 (Zeer) zwakke scholen: t.a.v. de (zeer) zwakke scholen geldt veelal de GemengdTheoretische Leerweg, zeker in het groen onderwijs is dit een landelijk beeld. Een positief te waarderen inspanning om (te zwakke) leerlingen zo hoog mogelijk mee te nemen, keert zich tegen de scholen. School Prinsentuin Halsteren Prinsentuin Breda Westerpoort Van Cooth Graaf Engelbrecht Praktijkschool ’t Bergse VMBO
Leerweg GL GL GL KB/GT KB VO KB
Beoordeling Zeer zwak Zwak Zeer zwak Zwak Zwak Na vervolgonderzoek basisarrangement toegekend Zwak
5.
Kwaliteit VAVO Vanaf 2011 beoordeling op basis van (al of niet bijgesteld) waarderingskader VO; o.a. verhouding Schriftelijk Examen en Centraal Examen, rendementen. Graag aandacht hiervoor. Voor 1 maart 2011 zal een nadere analyse op de verschillen SE/CE gemaakt moeten worden: VWO verschil: 0.79 (norm is 0.5 maximaal); HAVO verschil: 0.19 = prima VMBO-T verschil: 0.15=prima
6.
Kwaliteit Educatie Ook ten aanzien van Educatie is de inspectie op zoek naar landelijke beoordelingskaders. Op basis van een eerste “opbrengsten analyse”scoren we laag, 30 van de 39. Om hier een oordeel aan te hangen zullen er nadere aanduidingen, normen en kaders vastgesteld moeten gaan worden. Tevens loopt het onderzoek naar “stamgegevens”.
Onderdeel 3.2 bevindingen op crebo niveau heeft geleid tot vervolgacties door ROC West-Brabant. In overleg met de Inspectie van het Onderwijs is een rendementanalyse opgesteld. Er is nu overeenstemming over de wijze van berekening van de rendementen. De Inspectie van het Onderwijs is echter uitgegaan van voorlopige deelnemergegevens. Wanneer uitgegaan wordt van definitieve deelnemergegevens ontstaat een ander beeld. OVERZICHT RENDEMENT ANALYSE N.A.V. BESTUURLIJK GESPREK Crebo
Instituut(en)
Opleiding
Rendement (%) JR DR
-
Cingel College
Facilitair management
n.v.t.
n.v.t.
Reizen
n.v.t.
n.v.t.
Welzijn, Maatschappelijke Zorg
n.v.t.
n.v.t.
-
Cingel College en Zoomvliet College Kellebeek en Vitalis College
90400
Zoomvliet College
Mediavormgever
n.v.t.
n.v.t.
-
Markiezaat College
Procestechniek
n.v.t.
n.v.t.
Pagina 158
Reden/ Analyse/Actie Nieuwe opleiding, geen actie noodzakelijk Dalend rendement, verklaarbaar, geen actie noodzakelijk Verklaarbaar, geen actie noodzakelijk Verklaarbaar, geen actie noodzakelijk Bedrijfsgroepen Geen actie noodzakelijk
Crebo
Instituut(en)
Rendement (%) JR DR
Opleiding
Kellebeek College 91190
64.0
52.6
Kellebeek College
NOVA AKA (Breda en Bergen op Zoom)
58.1
21.2
Cingel College
Medewerker bediening
n.v.t.
n.v.t.
Inclusief bedrijfsgroepen
76.9
70.8
Exclusief bedrijfsgroepen
81.1
77.3
94140 Zoomvliet College
93494
n.v.t.
Schoonheidspecialist Vitalis College
90440 90910 90660
n.v.t.
Florijn College
Opleiding is in 2008/2009 niet aangeboden Rendement onder norm, zie oorzaak 1 (uitleg verderop) Resultaten herberekend t.o.v. uitstroom naar werk, resultaten zijn nu wel in orde. Opleiding is in 2008/2009 niet aangeboden Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement boven de inspectienorm. Rendement boven de inspectienorm Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement boven de inspectienorm. Rendement boven de inspectienorm Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement boven de inspectienorm. Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement onder de inspectienorm. Betreft deels onvolgroeide opleiding.
86.9
86.5
Zoomvliet College
100
100
Florijn College
70.1
71.4
29.0
38.7
n.v.t.
n.v.t.
Rendement boven de inspectienorm
46.2
61.5
Rendement berekend over combinatie van opleidingen.
57.9
78.9
Rendement boven de inspectienorm
90530
Groothandel
Medewerker M&C Zoomvliet College
Florijn College 90500 Zoomvliet College
Commercieel medewerker bank & verzekeringswezen Inclusief bedrijfsgroepen Exclusief bedrijfsgroepen
Florijn College
Verkoopspecialist
54.2
36.4
Zoomvliet College
Inclusief bedrijfsgroepen Exclusief bedrijfsgroepen
52.6
44.1
57.1
44.0
Verkoper
53.2
44.1
Inclusief bedrijfsgroepen
36.2
35.7
Exclusief bedrijfsgroepen
52.6
60.9
Administratief
65.8
46.9
90383
Florijn College en Zoomvliet College 93751 Zoomvliet College
90472
Reden/ Analyse/Actie
Florijn College
Pagina 159
Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement onder de inspectienorm. Oorzaak hiervoor is opstroom van deelnemers naar niveau 4. Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement onder de inspectienorm. Zie oorzaak 3 (uitleg verderop). Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement onder de inspectienorm. Zie oorzaak 2 (uitleg verderop). Rendement berekend over combinatie van opleidingen. Rendement onder de inspectienorm. Zie oorzaak 3 (uitleg verderop) Rendement exclusief bedrijfsgroepen boven inspectienorm. Rendement berekend over
Crebo
Instituut(en)
Opleiding
Rendement (%) JR DR
Reden/ Analyse/Actie
81.3
combinatie van opleidingen. Rendement boven de inspectienorm.
medewerker Zoomvliet College
66.7
Ter toelichting: Algemeen: Er is in een aantal gevallen gekozen voor de rendementen van een groep opleidingen in plaats van het rendement van een enkel crebo. De redenen daarvoor luiden als volgt: tijdens deze verslagperiode sluiten de deelnemers de opleiding nog voor een belangrijk deel af met diploma’s van eindtermgerichte crebonummers. De (tussentijdse) ongediplomeerde uitstroom vindt echter voornamelijk plaats in vervangende competentiegerichte opleidingen met andere crebonummers; enkele competentiegerichte opleidingen hebben in een aantal opeenvolgende leerjaren jaarlijks nieuwe crebonummers gekregen; bij de eindtermgerichte opleidingen van sommige afdelingen werden in het verleden alle deelnemers ingeschreven op één crebonummer. Bij het einde van de opleiding blijkt dan vervolgens dat een vrij groot aantal van deze deelnemers niet voldoen aan de diplomavoorwaarden maar wel in aanmerking komen voor een diploma van een aanverwante opleiding. De betrokken deelnemers worden aan het eind van hun opleiding overgeboekt naar andere crebonummers die, ten gevolge van de toegepaste methodiek, zelf geen of nauwelijks ongediplomeerde uitstroom hebben. Oorzaken van onvoldoende rendementen: 0. Schoonheidsspecialist Vitalis College: Oorzaak rendement onder de norm van de Inspectie van het Onderwijs door het verkeerde beeld door uitingen in diverse media, dat de deelnemers hebben van de opleiding. Tijdens voorlichting en intake wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan het theoretische deel en minder leuke elementen van de opleiding. Binnen de opleiding is de theorie steeds meer gekoppeld aan de praktijk zonder concessies te doen aan het niveau van de theorie. Het percentage voortijdige uitval is de laatste jaren sterk gedaald, desondanks scoort de opleiding nog niet op of boven de norm van de Inspectie; 1. Verkoper Florijn College: Deze groep wordt beschouwd als het zorgenkindje binnen het Florijn College. Er is sprake van een hoge absentie waardoor leerachterstanden opgelopen worden. Zodra deelnemers niet meer leer- of kwalificatieplichtig zijn, stopt men met de opleiding. Door de volgende maatregelen hoopt men het rendement van deze opleidingen te verhogen: aan- en afwezigheid van de deelnemers volgen en hen hierop aanspreken; het tijdig signaleren van leerachterstanden en het nemen van actie; Bij de BOL-deelnemers hebben deze maatregelen vruchten afgeworpen. De resultaten bij BBL-deelnemers blijven hierbij achter zodat het rendement van de totale groep zich onder de norm van de Inspectie bevindt. 2. Verkoper en verkoopspecialist van het Zoomvliet College: Het rendement van deze twee opleidingen is in het schooljaar 2008/2009 opvallend laag. Veel deelnemers zijn, zonder opgaaf van redenen, na de zomervakantie niet teruggekeerd op school. Diverse deelnemers boven 18 jaar zijn gestopt vanwege gebrek aan motivatie en zijn gaan werken. Er zijn zelfs leerplichtige deelnemers die hun opleiding hebben gestaakt met toestemming van de leerplichtambtenaar.
7
Onderzoek ouderbijdrage 2010-2011 Prinsentuin Breda (21CY-2)
Naar aanleiding van één of meer ernstige signalen heeft de Inspectie van het Onderwijs aan de hand van door de school aangeleverde gegevens, gecontroleerd of het Prinsentuin Breda voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende de aan ouders gevraagde bijdragen voor schoolkosten (zgn. ouderbijdrage). De volgende indicatoren voldoen niet aan de gestelde inspectienorm:
Pagina 160
•
Indicator 1: artikel 24a van de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) houdt in dat ouders adequaat via de schoolgids moeten worden geïnformeerd over álle bijdragen die de school vraagt. Dit betekent dat álle soorten voorzieningen, activiteiten of bestemmingen waarvoor aan ouders een bijdrage wordt gevraagd, moeten worden vermeld in de schoolgids, inclusief het daarbij behorende bedrag. De tekst in de schoolgids van het Prinsentuin Breda voldoet hier niet aan omdat nergens vermeld staat dat ouders een keuze kunnen maken.
•
Indicator 2: artikel 24a van de WVO: zowel in de schoolgids als op de website van het Prinsentuin is geen modelovereenkomst aangetroffen.
•
Indicator 3: toegankelijkheid (artikel 27.2 van WVO); de school mag leerlingen niet van de (reguliere) lessen of activiteiten uitsluiten als er geen bijdrage door de ouders wordt betaald. De school dient te voorzien in een alternatief waarmee vergelijkbare leerdoelen worden gerealiseerd, zonder dat dit leidt tot extra kosten voor ouders of leerlingen.
•
Indicatoren 4 t/m 11: de inspectie heeft bij de definitieve rapportage gevraagd om aanvullende informatie toe te zenden. Aangezien geen modelovereenkomst is ontvangen en deze evenmin in de schoolgids of op de website is opgenomen, worden deze indicatoren ook als negatief beoordeeld.
Conclusie: aangezien het Prinsentuin Breda niet aan één of meer van de wettelijke vereisten voldoet, besluit de inspectie tot verscherpt toezicht op het punt van de wettelijke vereisten betreffende de ouderbijdrage. Inmiddels zijn in april 2011 enkele wijzigingen doorgevoerd in de “Regeling Ouderbijdrage VMBO ROC West-Brabant 2010-2011” en is een overeenkomst “Ouderbijdrage ROC West-Brabant VMBO 2010-2011” opgesteld.
8
Onderzoek Kwaliteitsverbetering Examinering (OKV’s 2009)
Tijdens het kwaliteitsonderzoek in 2009-2010 werd door de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van de examinering van de volgende opleidingen in eerste instantie als van onvoldoende kwaliteit beoordeeld. Na indienen verbeterplannen zijn de exameninstrumenten alsnog beoordeeld als zijnde van voldoende kwaliteit. Instituut Markiezaat College
Radius College Cingel College
Crebo
Opleiding
Leerweg
10223 10423
BOL BBL BBL
2–3–4–6
*2
BBL
3
*1
10799
Autotechnicus Mechanisch Operator A Onderhoudsmonteur Installatietechniek (OMi) Monteur Sterkstroominstallaties (MSI) Voeger
Onvoldoende Standaard 2–3–6 2–3–4–6
BBL
3
*3
10384
Middenkaderfunctionaris Reizen
BOL
3
*1
10534 10261
Acties *1: de examenproducten zijn aangepast en in december 2010/februari 2011 opnieuw door de Inspectie beoordeeld. Alle exameninstrumenten zijn nu van voldoende kwaliteit. *2: de eindtermgerichte opleiding is omgezet naar de competentiegerichte opleiding 94272. Aangezien er op deze CGO nog geen examinering heeft plaatsgevonden, zal deze opleiding in de loop van 2011 nogmaals beoordeeld worden. *3: zelfgemaakt (afgekeurd) examineringinstrument is stopgezet.
Pagina 161
Actie *1 *1
9
Onderzoek Kwaliteit Examinering BVE 2010-2011
In december 2010 en februari 2011 heeft de inspectie een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de examinering bij het ROC West-Brabant. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de examinering van de volgende opleidingen voldoende is: Instituut
Markiezaat College
Florijn College
Zoomvliet College
Kellebeek College
Crebo
Opleiding
Leerweg
90012
Operator B
BBL
93460
Bedrijfsautotechniek (Technisch specialist bedrijfsauto’s)
BBL
93902
Metselaar (inclusief lichte scheidingswanden)
BOL 1
94272
Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) *
BBL
94920
Timmerman
BOL
10040
Directiesecretaresse (Management assistent)
BBL
10025
Sociaal juridisch medewerker (Sociale zekerheid)
BBL
10039
Administrateur
BOL
10044
Commercieel medewerker binnendienst
BBL
90111
Commercieel medewerker binnendienst
BOL
90414
Mediavormgever (interactieve vormgeving)
BOL
92662
Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider spec. doelgroepen)
BOL
1
het eindoordeel over de examenkwaliteit van de opleiding 94272 (Installeren) is uitgesteld. De inspectie onderzoekt deze opleiding daarom zodra de examinering plaats heeft gevonden. Dit vervolgonderzoek zal in het najaar van 2011 plaatsvinden. Pagina 162
.nl b w c o r . w w w