gegevens 2003 gecontroleerd: ok
STICHTING ROC MIDDEN NEDERLAND Jaarverslag 2009
Versie
1.0
Jaarverslag 2009 Inhoudsopgave Pagina
Bestuursverslag
1 2 3 4 5 6 7 8
Voorwoord van het College van Bestuur Bericht van de Raad van Toezicht Bericht van de Centrale Medezeggenschapsraad Visie, missie en doelstellingen Good Governance Profiel van de instelling Onderwijs en bedrijfsvoering Kengetallen Juridische structuur Organogram Overige gegevens
7 8 10 12 12 15 16 32 32 33 34
Geconsolideerde jaarrekening 2009 Geconsolideerde balans per 31 december 2009 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2009 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2009 Algemene grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
36 39 41 43
Toelichting op de geconsolideerde balans Materiële vaste activa OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overzicht verbonden partijen
46 46 47 48 48 48 49 50 51 52 53 54
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2009 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en - subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Financiële baten en lasten
55 55 55 55 55 56 56 56 56 57
Enkelvoudige jaarrekening 2009 Enkelvoudige balans per 31 december 2009 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009
60 63
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Financiele vaste activa Eigen Vermogen Voorzieningen Baten
64 65 65 66
Overige gegevens Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Gegevens over de rechtspersoon
67 67 67
Accountantsverklaring
68
Overzicht indicatoren Geïntegreerd Jaardocument BVE
69
Bijlagen bestaan uit: Toelichting op de exploitatierekening: realisatie versus begroting Toelichting op de exploitatierekening: realisatie 2009 versus realisatie 2008 Toelichting op de balans: realisatie 31-12-2009 versus realisatie 31-12-2008 Specificatie vordering en schulden OCW Specificatie subsidies OCW Rapportage IBO-BVE 2009 Rapportage OCW-regelingen Innovatie- en stagebox 2006-2012 Commissie "Schutte"(Helderheid) Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Bezoldiging Bestuurders Overzicht van partijen waarmee samenwerkingsovereenkomsten zijn afgesloten Woordenlijst
bijlage 1 bijlage 2 bijlage 3 bijlage 4 bijlage 5 bijlage 6 bijlage 7 bijlage 8 bijlage 9a bijlage 9b bijlage 10 bijlage 11
STICHTING ROC MIDDEN NEDERLAND
Bestuursverslag
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
7
Bestuursverslag
Voorwoord van het College van Bestuur Gang van zaken 2009 2009 is te karakteriseren als een overgangsjaar voor ROC Midden Nederland. De eerste beleidsperiode na de fusie tussen ROC de Amerlanden en ROC Utrecht werd afgesloten. In de afgelopen jaren is gebouwd aan een nieuwe organisatie, is enorm geïnvesteerd in het onderwijs, ondermeer om dit praktijkgerichter en eigentijdser te maken en is ook op het punt van de bedrijfsvoering achterstallig onderhoud aangepakt. In 2008 is, zoals in het verslag van vorig jaar vermeld, als onderdeel van een noodzakelijke efficiencyslag, een reductie van onderwijzend en ondersteunend personeel afgekondigd. Deze operatie had in 2009 consequenties voor ongeveer 170 fte in onze organisatie. Tegelijkertijd is de inhuur van tijdelijk extern personeel substantieel teruggebracht. Het streven was om ondanks deze ingrepen de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en op onderdelen verder te verbeteren. Uit dit jaarverslag blijkt aan de hand van de scores op een een aantal indicatoren – waaronder rendement en studenttevredenheid – dat dit moeite heeft gekost, maar dat ons personeel een enorme betrokkenheid en veerkracht heeft getoond en in staat is gebleken om het verlies van vele gewaardeerde collega’s op een goede manier op te vangen. Daar zijn we zeer trots op! De inspanningen van zeer velen hebben er ook toe geleid dat 2009 met een bescheiden positief exploitatieresultaat is afgesloten. Daarmee wordt het eigen vermogen weer versterkt. In combinatie met een meer solide liquiditeitspositie, draagt dit bij aan verbetering van de mogelijkheden om in de toekomst te kunnen blijven investeren. De belangrijkste investeringen in 2009 werden gedaan in het onderwijs, verbetering van de ICTinfrastructuur en huisvesting (samenwerkingsverband met Innovam te Nieuwegein). Toekomstparagraaf De balans die is opgemaakt aan het einde van de eerste beleidsperiode van ROC Midden Nederland kende vele positieve punten, maar vroeg ook voor verbeteringen in de toekomst. Het College van Bestuur heeft in 2009, weer op volle sterkte door de komst van twee nieuwe bestuurders, de basis gelegd voor een nieuw strategisch plan voor 2014. Op basis van een contourennota voor het reguliere MBO-onderwijs, de activiteiten op de Participatiemarkt en het Contractonderwijs, hebben de leden van het College van Bestuur met ongeveer de helft van alle medewerkers en vele stakeholders, een dialoog gevoerd over de positionering van ROC Midden Nederland in de nabije toekomst. Belangrijke uitdagingen blijven het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, met name de loopbaanbegeleiding, het vergroten van het marktaandeel en het efficiënter en moderner maken van de ondersteuning van het onderwijs. In dit licht zullen in de periode van 2010 tot en met 2012 nog ruim 200 fte afvloeien. Hiervoor zijn in 2009 eveneens plannen gemaakt, besluiten genomen en adequate voorzieningen getroffen. Slot Wij realiseren ons dat we van ons personeel heel veel hebben gevraagd in 2009. En ook in de komende jaren nog een stevig beroep zullen gaan doen op onze medewerkers om de hierboven omschreven uitdagingen tot een goed einde te brengen. Mede namens de leden van het management willen wij daar vanaf deze plaats onze waardering en dank voor uitspreken. Het College van Bestuur van ROC Midden Nederland. Utrecht, mei 2010
Dhr. mr. L.K. Geluk Voorzitter College van Bestuur
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
8
Bestuursverslag
Bericht van de Raad van Toezicht In 2009 is veel aandacht uitgegaan naar de financiële situatie van ROC Midden Nederland en de financiële ombuigingen die in 2008 waren voorbereid. Deze ombuigingen hebben in 2009 bijgedragen tot een formatiereductie van 170 fte. Daar de verwachting was dat ook 2009 met een negatief resultaat zou worden afgesloten, is halverwege 2009 besloten tot een tweede reorganisatie om het ROC kwalitatief te verbeteren. Er is in 2009 ook uitgebreid stilgestaan bij de nieuwe strategische (onderwijs)koers. Andere onderwerpen waren: • Wisseling van het voorzitterschap van het College van Bestuur: debat over profiel, werving en selectie, resulterend in de komst van de nieuwe voorzitter per 1 september 2009 • De ROC Midden Nederland jaarrekening 2008 en de ROC Midden Nederland begroting 2010 • Het accountantsverslag over de uitkomsten van de controle 2008 • De contourennota Focus 2009-2012 • Financiële rapportages en voortgangsrapportages op diverse inhoudelijke onderwerpen • Voortgangrapportages op de reorganisatie • Wetswijziging Raad van Toezicht en College van Bestuur • Huisvesting • Zorgstructuur van ROC Midden Nederland • Samenwerking Paars Partnerschap • Werving nieuwe leden van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft jaarlijks een overleg met de Medezeggenschapsraad in aanwezigheid van het College van Bestuur. Het afgelopen jaar stond dit overleg in het teken van de werkwijze van de Medezeggenschapsraad en de algemene gang van zaken binnen ROC Midden Nederland met het accent op de financiële situatie. De Raad van Toezicht heeft met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur jaargesprekken gevoerd. De Financiële Commissie ROC Midden Nederland heeft een Financiële Commissie die is samengesteld vanuit de Raad van Toezicht, de heren H. J.M. Beekers en F.E.H. van Eijkern en vanuit het College van Bestuur, de heer P.A.M. Thijssen. Het hoofd Planning & Control is hierbij aanwezig. De Financiële Commissie heeft voor elke raadsvergadering de financiële rapportages voor de Raad beoordeeld, diverse malen in bijzijn van de accountant. De Selectie Commissie: Voor de selectie van de voorzitter van het College van Bestuur is een Selectiecommissie aan het werk geweest bestaande uit: de heer P.A.H. van Lieshout (RvT), mevrouw E. Karsten (RvT), de heer P.A.M. Thijssen (CvB), mevrouw W.J.M. Hendrikx (CvB), mevrouw S. Blenk (HRM) en de heer J. Schmieman (Medezeggenschapsraad). Ontwikkeling van het toezicht en beloning Buiten aanwezigheid van het College van Bestuur sprak de raad over professionalisering van zichzelf en zijn werkwijze. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een honorering conform de sectorbrede honoreringsregeling “Honorering van leden van de Raad van Toezicht van mbo-instellingen” van oktober 2008. Leden ontvangen € 6.300, leden met werkzaamheden in de financiële commissie ontvangen € 8.000 en de voorzitter ontvangt € 9.400 bruto per jaar. De totale kosten van de bezoldiging toezichthouders ROC Midden Nederland bedroeg in 2009: € 38.000. In de Raad van Toezicht van ROC Midden Nederland hadden in 2009 zitting:
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
9
Bestuursverslag
prof. dr. P.A.H. van Lieshout
voorzitter, lid Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid
mr. H.J.M. Beekers
voormalig voorzitter ING Bank district Midden Nederland
dr. F.E.H. van Eijkern
organisatieadviseur en interim-manager New Canal BV en Boer&Croon Executive Managers
mw. E. Karsten (tot 1-7-2009)
algemeen directeur bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland
prof. dr J.F.M.J. van Hout
emeritus hoogleraar onderwijskunde van het hoger onderwijs
(vanaf 1-4-2009)
Universiteit van Amsterdam
mw. drs. D.M.J.J. Monissen
voorzitter Raad van Bestuur De Friesland Zorgverzekeraar
(vanaf 1-4-2009)
Raad van Toezicht van ROC Midden Nederland.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
10
Bestuursverslag
Bericht van de Centrale Medezeggenschapsraad De werkzaamheden van de Medezeggenschapsraad in 2009 werden gedomineerd door de financiële ombuigingen in het ROCMN, die eind 2008 waren voorbereid. Daarnaast heeft de MR voortgang geboekt in het effectueren van de nieuwe participatieve werkwijze binnen de medezeggenschap, die sinds 2007 in gang is gezet. De hoofdlijnen van de nieuwe manier van werken komen in het kort op het volgende neer. Al in een vroeg stadium -in samenspraak tussen MR en management- vindt er overleg plaats over de behandeling van een onderwerp en over de participatie van de medezeggenschapsraad in het voortraject. Het doel is de besluitvorming te versnellen en te komen tot meer draagvlak in de organisatie. Immers, als het onderwerp in besluitvormende zin aan de MR wordt voorgelegd, zijn de opmerkingen van de MR hierbij al verwerkt en is er al gekeken naar de gevolgen van het besluit voor het personeel en de organisatie. Dat maakt de formele besluitvorming en de implementatie van het besluit binnen de organisatie in principe een stuk makkelijker. In 2008 is er door de deelraden uitdrukkelijk voor gekozen om meer onderling samen te werken en informatie uit te wisselen. Dit heeft geresulteerd in een vast vergadermoment voor alle DMR-leden, namelijk de maandagmiddag, en in zeswekelijkse centrale bijeenkomsten van alle DMR-leden. Daarnaast zijn er in oktober 2009, tijdens de jaarlijkse studiedagen van alle MR en DMR-leden, afspraken gemaakt over het werken in MR-brede commissies op het gebied van inhoudelijke onderwerpen. De medezeggenschap binnen ROC MN is hierdoor versterkt. De nieuwe werkwijze heeft veel winst opgeleverd bij de behandeling van de bovengenoemde financiële ombuigingen. Eind 2008 zijn verschillende plenaire bijeenkomsten gehouden waarin alle DMR-leden door het College van Bestuur op de hoogte zijn gebracht van de financiële problemen van het ROC en de positie van de verschillende sectoren en GDC’s daarin. De DMR-leden hebben de reorganisatieplannen van de sectoren bekeken en onderling vergeleken en elkaar ondersteuning verleend in de bespreking ervan met de directies/hoofden GDC’s. Binnen de medezeggenschap zijn criteria geformuleerd op basis waarvan de deelraden de sectorreorganisatievoorstellen zouden gaan toetsen. Na het accorderen van deze deelplannen, heeft de MR zich gebogen over het ROC-reorganisatieplan, zijnde een optelsom van de verschillende deelplannen. Ook de MR heeft gebruik gemaakt van een lijst van toetsingscriteria die vooraf was opgesteld en besproken met het College van Bestuur. De MR heeft de voorgestelde plannen en gepresenteerde cijfers laten toetsen door een extern financieel adviseur. Naar aanleiding van deze rapportage heeft de MR de analyse van het CvB met betrekking tot de omvang van de financiële problemen onderschreven. Er is vastgesteld dat, omgerekend in FTE’s, er een ombuiging moest plaatsvinden van tussen de 200 en 230 FTE’s t/m 2011. Wat betreft de oorzaken van de problemen was de MR van mening dat het CvB te weinig duidelijkheid bood over het ontstaan ervan. Met het CvB is afgesproken dat een meer diepgaande analyse van de begrotingsdiscipline zal worden gemaakt, met als doel om er van te leren voor de toekomst. Deze analyse is begin 2010 gereed gekomen, met de MR besproken en breed gedeeld in de organisatie. Bij bestudering van het ROC-reorganisatieplan, is de MR tot de conclusie gekomen dat de inzichten m.b.t. de reorganisatie sinds december 2008 waren veranderd, en dat de reorganisatie in eerste instantie alleen kwantitatief werd ingezet. Een strategische visie op de kwalitatieve inzet van personeel ontbrak vooralsnog. Gelet op de urgentie om de financiële situatie van het ROC te verbeteren, kon de MR deze keuze begrijpen. Omdat de reorganisatie van 170 fte in eerste instantie “beleidsarm” werd ingestoken, concludeerde de MR dat een aantal belangrijke inhoudelijke toetsingscriteria van de MR nog niet van toepassing waren. De MR heeft besloten om deze punten aan te houden en “over te hevelen” naar de tweede reorganisatie voor nog eens 60 fte binnen de ondersteuning, die zou volgen vanaf juli 2009.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
11
Bestuursverslag
Het ging om o.a. de volgende punten: 1) Er komen vaste kengetallen voor de verhouding direct/indirect 70/30 op ROC-niveau, voor de verhouding management/overig indirect en voor de verhouding personeelsleden/aantal studenten; 2) De vier personeelscategorieën die genoemd worden in de benchmark van PriceWaterhouseCoopers, worden door het ROC MN eerst gedefinieerd en besproken met de MR. 3) Er wordt inzichtelijk gemaakt welke functies er zijn en welke “werkelijke werkzaamheden” er worden uitgevoerd. Er worden keuzes gemaakt in uit te voeren werkzaamheden. 4) Er wordt beschreven welke maatregelen er worden genomen om de gewenste cultuuromslag te bereiken en er wordt gemonitord wat de resultaten zijn. Eind 2009 was deze aangekondigde tweede reorganisatie nog in voorbereiding. De financiële situatie van ROC Midden Nederland heeft gedurende heel 2009 een groot beslag gelegd op de beschikbare vergadertijd van de MR. Een andere belangrijk onderwerp waarmee de medezeggenschap zich in 2009 heeft bezig gehouden, en dat naar mening van de Raad op deze plaats genoemd moet worden, is een enquête van de MR over de uitvoering van de regeling “Organisatie van het werk” onder het onderwijzend personeel. In 2008 heeft de MR de invoering van deze nieuwe CAO-regeling van de verdeling van taken binnen de teams nauwgezet gevolgd. Doel van de MR-enquête was te onderzoeken hoeveel teams op basis van de nieuwe regeling zijn gaan werken en of de invoering goed is verlopen. Op de oproep hebben ongeveer 125 onderwijscollega’s gereageerd. Belangrijkste conclusie van de evaluatie was dat er nog veel te verbeteren valt. Onder het personeel bestaat veel onduidelijkheid, de begeleiding bij de invoering schoot tekort en er was veel kritiek op het inzicht in en de beschikbaarheid van middelen. Op basis van de opbrengsten gaat de MR begin 2010 in gesprek met het CvB over de verbetering van de uitvoering van de regeling in het schooljaar 2010/2011. In het kader van dit jaarverslag voert het te ver om de andere onderwerpen waarmee de MR zich in 2009 heeft bezig gehouden te benoemen. De MR volstaat daarom met een korte opsomming: inrichtingsplannen voor de nog op te richten ondersteunende diensten, huisvestingszaken en het nieuwe strategische beleid van het ROC Midden Nederland (Focus 2012). Samenstelling van de Centrale Medezeggenschapsraad in 2009: Johan Schmieman - Sector THFUS, voorzitter Jenno Westra - Sector M&S, vice-voorzitter Bertine Klinkenberg - GDC’s, t/m februari Henk Heinhuis - GDC’s, vanaf maart Hans Olij - GDC’s Riek Benthem - Sector Educatie Bertrik Gotink - Sector Techniek Wouter de Fockert - Sector Zorg & Welzijn t/m juli Gerben Kolbrink - Sector Zorg & Welzijn vanaf augustus Rick Gerritsen - Sector Zorg & Welzijn vanaf oktober Peter Sturkenboom - Sector Economie
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
12
Bestuursverslag
1. ROC Midden Nederland Visie, missie en doelstellingen Het proces van strategische beleidsvorming is gestart in het voorjaar van 2009 en zal in maart 2010 worden afgerond. Verkenningen hebben een eerste schets van de contouren opgeleverd. Deze contouren zijn voorgelegd aan de medewerkers. Zij hebben een waardevolle bijdrage geleverd door met het College van Bestuur in gesprek te gaan tijdens managementdagen en bijeenkomsten van onze zogeheten Focustoer. Kritische aanvullingen hebben geleid tot een aanscherping van de keuzes. Externe belanghebbenden zijn op eenzelfde wijze betrokken. Er zijn rondetafelgesprekken georganiseerd met partners en deskundigen uit de regio en de beroepskolom. Dit alles zal leiden tot een visie die herkenbaar is, breed wordt gedragen door onze organisatie en getoetst is bij belanghebbenden. ROC Midden Nederland wil kwalitatief goed beroepsonderwijs aanbieden en wil excelleren in educatie aan volwassenen. ROC Midden Nederland wil zijn studenten een concreet toekomstperspectief bieden en hen kwalificeren en voorbereiden op hun rol in de maatschappij. Het ontwikkelen van eigen talenten staat daarbij centraal. Daarnaast streeft ROC Midden Nederland ernaar om bedrijven en instellingen actueel, specifiek en toekomstbestendig opgeleid personeel te bieden. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de uitdagingen waarvoor ROC Midden Nederland-partners zich in de toekomst geplaatst zien.
2 Good Governance ROC Midden Nederland heeft zich gecommitteerd aan de principes van Good Governance. In dit licht is een samenhangend pakket van maatregelen vervaardigd dat als basis dient voor een deugdelijk, transparant en professioneel bestuur van de instelling met waarborgen voor checks and balances. Op het gebied van bedrijfsvoering zijn de elementen zoveel mogelijk meegenomen. Het jaarverslag is conform de eisen van de code ingericht. Belangrijke principes van good governance zijn de inbreng van stakeholders, brede prestatiemeting en – verantwoording en de rol van het toezicht Inbreng van stakeholders wordt onder andere vormgegeven in samenwerkingsverbanden en netwerken. Ook in 2009 zijn weer nieuwe verbindingen gecreëerd. Met de volgende partijen zijn overeenkomsten afgesloten: Partij(en) 2009 Centraal College Amerpoort
Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname Nederland (UTSN)
Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname Nederland (UTSN) Deltion College, ROC Eindhoven, ROC Friese Poort, ROC Kop van Noord-Holland, ROC Midden Nederland, ROC West-Brabant en ROC
Onderwerpen Aanvraag leerweg VM2 Samenwerking in 2009 en 2010 ten behoeve van de inrichting van het onderwijs, de uitvoering van de beoordeling en examinering, het gezamenlijk initiëren van begeleidings- en onderwijsactiviteiten. UTSN levert een bijdrage van maximaal 85% van de door de penvoerder daadwerkelijk gemaakte kosten t.b.v. de realisatie van het project ‘Opstart ICT opleiding’. Financiering van samenwerkingsprojecten ‘Samen op weg voor Horeca-onderwijs in Suriname’. Oprichting van Paars Partnerschap Coöperatief U.A. en samenwerkingsovereenkomst met het Ministerie van Defensie in het kader van opleiden van
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
13
Bestuursverslag
Zadkine Paauw bedrijven Hogeschool Leiden
Openbare nijverheidsschool en adviescollege van Surinaamse Horecabedrijven Stichting Scholing en Werkgelegenheid Meubel SPBU
De Wissel (project 23U.007)
KNVB Nibe-SVV BV JOB Moroccan Dutch Leadership Institute
OSG Schoonoord Gemeente Utrecht, Hogeschool Utrecht, Mitros, SSH Utrecht en ROC Midden Nederland Mitros Vereniging Sport
defensiepersoneel Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent. Intentieverklaring om de doorstroming te versterken van afgestudeerden uit MBO en versterking van de positie van het beroep en de beroepsbeoefenaar. Indienen van een twinningproject om te komen tot een vakopleiding Horeca. EVC- en opleidingstrajecten t.b.v. SSWM. Samenwerkingsovereenkomst in het kader van opleidingen bouw en schilderen, zoals omschreven in het businessplan. Uitvoeringsovereenkomst in het kader van Efro doelstelling 2 programma kansen voor West, programmadeel Utrecht. Opleiden van voetbal trainer/coaches. Partners opleidingen aanbieden voor werknemers in de bank- en verzekeringsbranche. JOB-monitor 2010 Samenwerkingsovereenkomst in het kader van het creëren van een leerafdeling voor studenten van diverse opleidingen binnen ROC Midden Nederland Samenwerking intensiveren met het doel betere onderwijskansen te creëren. Technocampus Utrecht Samen Beter Intentieovereenkomst Kanaleneiland en Grebbeberglaan. Samenwerkingsovereenkomst verlengd.
Inbreng van stakeholders is onder meer ook vormgegeven in sectoradviescommissies. Stakeholders worden zo in de gelegenheid gesteld om inhoudelijk en regionaal mee te denken. Doel van de sectoradviescommissies is de visie en de ontwikkelingen binnen de sectoren op strategisch niveau te verrijken en de opleidingen te adviseren. De sectoradviescommissie komt in principe twee keer per jaar bij elkaar waarbij de sectordirectie als gastheer en facilitator optreedt. De sectoradviescommissie van Educatie en Marketing & Sales is in 2009 niet bij elkaar geweest. Met de beoogde veranderingen bij Educatie en Marketing & Sales zal worden bekeken welke samenstelling het beste past bij de nieuwe situatie. Bij Toerisme, Horeca, Facilitaire Dienstverlening, Uiterlijke Verzorging en Sport & Bewegen en bij de sector Zorg & Welzijn zijn de sectoradviescommissies als volgt samengesteld:
1. Toerisme, Horeca, Facilitaire Dienstverlening, Uiterlijke Verzorging en Sport & Bewegen: ANVR Sportservice MN Grand Hotel Karel V Conferentiecentrum Woudschoten KOC
Dhr. H. E.E.J van Wijck, manager Arbeidszaken en Onderwijs Dhr. H. van der Harst, directeur Dhr. T. Naber, general manager Dhr. H. van Pelt, directeur Dhr. N.T.M. Persoon
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
14
Bestuursverslag
2. Zorg & Welzijn: Doenja Dienstverlening Meander Medisch Centrum Universitair Medisch Centrum Utrecht Hogeschool Utrecht, faculteit Maatschappij en Recht Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg Stichting Kinderopvang Amersfoort Cumulus Welzijn
Dhr. H. Schiller, lid Raad van Bestuur Mevrouw L.G. Jansen-de Ruiter, manager meander Academie Mevrouw J. Meijers, manager Zorg Divisie Kinderen Mevrouw A. Menger, lector Werken in een Justiteel Kader Dhr. P. Westmeijer, manager Altrecht Academie Mevrouw C. Boonstra, manager HR Dhr. W. van de Giessen, voorzitter Raad van Bestuur
3. Techniek & Innovatie Techniek & Innovatie is bezig beroepenveldcommissies in te stellen. Techniek & Innovatie heeft binnen de bedrijven / branches de hieronder opgenomen gesprekspartners om het onderwijs mede vorm te geven: Dakdekkerbranche Installatiebranche Bouw Centrum Natuursteen AVEX Audio Visuele Sector Betonbranche Metaalbranche Mobiliteitsbranche
Dhr. K.J. Batenburg, directeur Tectum Dhr. B. Smit, directeur ROI Dhr. J. Visser, directeur SPBU Dhr. T. van Rooij, directeur Centrum Natuursteen Mevrouw C. van Riet, hoofd P&O Dhr. P. Steenbrink, directeur LSVB Dhr. R. den Butter, directeur OBM Dhr. L. Fransen, directeur Innovam
4. Economie & Dienstverlening Economie & Dienstverlening heeft in 2009 beroepenveldcommissies ingesteld voor Juridisch, Detailhandel en ICT. Naast bovenvermelde commissies en gesprekspartners binnen de branche heeft ROC Midden Nederland een rocbrede adviescommissie voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) ingesteld. Deze commissie is in 2009 tweemaal bij elkaar geweest met als doel de samenwerking te bevorderen tussen ROC Midden Nederland, private bedrijven en instellingen in de publieke sector uit de regio, onder meer door het inbrengen van praktijkkennis en –inzichten, ten behoeve van het optimaliseren van opleidingen in het MBO en meer in het bijzonder het BBL onderwijs. In het najaar van 2009 hebben de leden van deze BBL-commissie er de voorkeur aan gegeven zich aan te sluiten bij een bestaande sectoradviescommissie of beroepenveldcommissie. Samenstelling BBL-adviescommissie en aansluiting bij: Mevr. A. Balistreri-de Ruiter, tijdelijk gestopt na de Sara Lee Nederland laatste bijeenkomst Dhr. H. Raamsdonk, gaat op termijn naar de sectoradviescommissie Economie & Dienstverlening Pro-rail-HRM AntonMesosGroep Dhr. M. Rook MBA, gestopt na de laatste bijeenkomst Mevr. C. Boonstra, gaat naar de Stichting Kinderopvang Amersfoort sectoradviescommissie Zorg & Welzijn Mevr. M. Stigter, gaat naar een beroepenveld Stigho Electro commissie van Techniek Dhr. P. Verbree, gaat naar een beroepenveld Vertegenwoordiger St. Vaartsche Rijn commissie van Techniek
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
15
Bestuursverslag
Dhr. W. van der Giessen, gaat naar de sectoradviescommissie Zorg & Welzijn Cumulus Welzijn Inbreng van studenten wordt nadrukkelijk gestimuleerd. Diverse sectoren hebben studentenraden ingesteld of werken met een andere vorm van studentenparticipatie: • Toerisme, Horeca, Facilitaire Dienstverlening, Uiterlijke Verzorging en Sport & Bewegen heeft bij elke afdeling een studentenraad ingesteld. • Economie & Dienstverlening heeft sinds 2005 een actieve studentenraad bij de opleiding ICT, bij de andere afdelingen zijn ze in voorbereiding. Bij de meeste afdelingen wordt al wel met panelgesprekken met cursisten gewerkt. • Bij Zorg & Welzijn zijn verschillende oplossingen gevonden in de diverse opleidingen: maatwerk wordt geprefereerd boven een centrale studentenraad. • Techniek & Innovatie experimenteert met een vorm van studenten-/ouderraad. Op meerdere plaatsen worden forums, klankbordgroepen etc. ingericht. ROC Midden Nederland heeft daarnaast alumnibeleid voor oud-studenten ontwikkeld en uitgevoerd. Ook voor ex-medewerkers is beleid ontwikkeld en zijn activiteiten georganiseerd. In het project Leren van resultaten wordt feedback van leerlingen en alumni gebruikt om de onderwijsprestaties te verbeteren.
In bijlage 10 is een overzicht opgenomen van alle samenwerkingsverbanden
3. Profiel van de instelling ROC MN is de grootste onderwijsinstelling in midden Nederland. Op het gebied van beroepsonderwijs en educatie speelt ROC MN een belangrijke rol in de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de regio. Ongeveer 27.000 jongeren en volwassenen volgen onderwijs bij ROC MN. Het opleidingenaanbod bestrijkt een breed palet : • economie & dienstverlening • informatie- en communicatietechnologie • zorg & welzijn • sport & bewegen • kunst, cultuur & media • techniek, design & creativiteit • toerisme, recreatie, horeca & facilitaire dienstverlening • uiterlijke verzorging • veiligheid • educatie • contractonderwijs. Er zijn MBO-onderwijslocaties in de volgende steden/gemeenten: Utrecht Amersfoort Zeist Nieuwegein Woerden Veenendaal
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
16
Bestuursverslag
4. Onderwijs en bedrijfsvoering 4.1
Deelnemers
Aantal deelnemers Het aantal deelnemers in het beroepsonderwijs is bij ROC Midden Nederland de laatste jaren min of meer constant (zie onderstaande tabel).
Totaal aantal deelnemers (absoluut)
2006 19617
2007 19990
2008 19900
2009 19738
(Bron: 1-10-2006 t/m 1-10-2008 definitieve bekostigingstelling; 1-10-2009 voorlopige telling)
Wel verandert de samenstelling van de deelnemerpopulatie. De trend is dat het aantal BBLdeelnemers toeneemt ten koste van het aantal voltijd-deelnemers (zie onderstaand staafdiagram).
Ontwikkeling aantal deelnemers ROC Midden Nederland naar leerweg 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2006
2007
2008
2009
1-10-2006
1-10-2007
1-10-2008
1-10-2009
bbl
7684
8852
9764
9998
bol dt
427
339
230
170
bol vt
11506
10799
9906
9570
De positie van ROC Midden Nederland als marktleider voor BBL opleidingen is in 2009 verder versterkt. Dit is terug te voeren op de praktijkgerichtheid van de opleidingen en succesvolle acquisitie van bedrijfsopleidingen bij grote en middelgrote landelijke en regionale werkgevers. De daling van de BOL opleidingen is te verklaren door een gebrekkig meld- en inschrijfproces. Komend schooljaar zal dat anders worden aangepakt. Tevens wreekt zicht het dat het aanbod van de BOL-opleidingen, in vergelijking tot de concurrenten, beperkt vernieuwd is de afgelopen jaren.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
17
Bestuursverslag
4.2
Opbrengsten
Opbrengsten van het beroepsonderwijs constant Door de Inspectie voor het Onderwijs zijn voor het bepalen van de opbrengst (het rendement) voor het beroepsonderwijs indicatoren geïntroduceerd, nl. het jaarresultaat en het diplomaresultaat. Deze indicatoren zijn in afstemming met de MBO-sector door de Inspectie voor het Onderwijs opgesteld. De opbrengsten worden jaarlijks door het CFI berekend. In de onderstaande tabellen zijn voor de jaren 2006-2007 t/m 2008-2009 de resultaten voor ROC Midden Nederland voor beide indicatoren weergegeven. Jaarresultaat ROC Midden Nederland Het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen 2006-2007 2007-2008 2008-2009 niv. 1 66,0 67,6 67,1 niv. 2 62,9 64,8 66,7 niv. 3 62,6 61,9 58,9 niv. 4 65,3 62,5 66,5 Totaal 63,8 63,7 64,7 Landelijk 62,6 62,5 64,8 Bron: www.cfi.nl
Diplomaresultaat ROC Midden Nederland Het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten 2006-2007 2007-2008 2008-2009 niv. 1 52,5% 51,1 52,6 niv. 2 57,1% 59,9 61,2 niv. 3 69,2 70,7 65,6 niv. 4 68,2 67,2 70,4 Totaal 63,3 64,5 65,3 Landelijk 61,2 62,5 64,7 Bron: www.cfi.nl
Het totale jaarresultaat en diplomaresultaat zijn in 2008-2009 licht gestegen t.o.v. de voorgaande jaren en liggen boven het landelijke gemiddelde. Aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) Tevens kijkt de Inspectie voor het Onderwijs in het kader van de opbrengsten naar het aantal voortijdig schoolverlaters (VSV-ers) bij een instelling. Vsv-ers zijn studenten die zonder startkwalificatie en jonger dan 23 jaar gedurende het verslagjaar vanuit de instelling het onderwijs verlaten (zie onderstaande tabel). Aantal vsv-ers ROC Midden Nederland Landelijk Bron: CFI
2005-2006 12,3% 10,5%
2006-2007 11,6% 10,2%
2007-2008 11,6% 9,6%
2008-2009 11,7% 9,3%
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
18
Bestuursverslag
Alhoewel het jaarresultaat en diplomaresultaat beter zijn dan het landelijke gemiddelde, blijft het percentage vsv-ers achter bij de landelijke gemiddelde. Hiermee blijft het ook achter bij de doelstelling zoals die in de ‘Lissabon-accoorden’ zijn afgesproken. Het aantal vsv-ers is bij ROC Midden Nederland hoger dan gemiddeld bij de ROC’s. Dit kan o.a. verklaard worden door de samenstelling van de deelnemerpopulatie van ROC Midden Nederland. Een van de conclusies in het SCP-rapport “Gestruikeld voor de start” (augustus 2008) waarin onderzocht is wat belangrijke factoren zijn voor voortijdig schoolverlaten, is dat het risico van voortijdig schoolverlaten voor deelnemers in sterk verstedelijkte gebieden ruim 1,5 keer zo groot is als in nietverstedelijkte gebieden. Uitvalvermindering is een van de speerpunten van ROC Midden Nederland en vormt voor iedere sector een kritische prestatie-indicator. Ook in 2009 zijn aan ROC Midden Nederland middelen toegekend ten behoeve van de versterking van begeleiding van zorgleerlingen; de IBO-middelen. In bijlage 6 is de verantwoording van deze middelen opgenomen.
4.3 Onderwijs en Kwaliteit Oordeel deelnemers Jaarlijks meet ROC Midden Nederland de kwaliteit van het geleverde onderwijs af aan de tevredenheid van de deelnemers. Het ene jaar in samenwerking met de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), het andere jaar in eigen beheer. In onderstaande tabellen worden de rapportcijfers weergegeven, zowel voor het ROC als geheel als voor de opleidingen die door de deelnemers gevolgd worden. Rapportcijfers ROC Midden Nederland (bron 2007-2008: cfi) 2007-2008 Rapportcijfer voor opleiding bij ROC Midden Nederland 7,0 Landelijk gemiddelde opleiding 6,9
2008-2009 6,3 geen data
Rapportcijfer voor ROC Midden Nederland Landelijk gemiddelde ROC's
6,1 geen data
6,5 6,3
NB: In 2008-2009 heeft ROC Midden Nederland het onderzoek in eigen beheer uitgevoerd.
De scores 2007-2008 van ROC Midden Nederland zijn beter dan die van de vergelijkingsgroep (roc’s/aoc’s/vakscholen). Beide rapportcijfers zijn in 2008-2009 voor ROC Midden Nederland lager dan in de voorgaande jaren, en liggen onder het ambitieniveau van minimaal 7,0. Vergelijking met landelijke cijfers is voor 20082009 niet mogelijk. In 2009-2010 is er wederom een landelijk onderzoek. Daaruit blijkt dat de studententevredenheid weer is verbeterd en voor veel opleidingen weer minimaal een 7,0 wordt gescoord. Het deelnemertevredenheidonderzoek is uit verschillende thema’s opgebouwd. In onderstaande tabel zijn de tevredenheidscores van ROC Midden Nederland voor enkele thema’s vergeleken met de landelijke scores. Ook hier zijn de scores van 2007-2008 van ROC Midden Nederland beter dan die van de vergelijkingsgroep (roc’s/aoc’s/vakscholen).
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
19
Bestuursverslag
Scores deelnemertevredenheid per thema (bron: cfi) 2007-2008 2008-2009 Land. gem. Land. gem. ROC MN ROC MN score score Informatievoorziening 3,5 3,5 3,2 geen data geen data Lessen / programma 3,3 3,2 3,2 geen data Docenten 3,6 3,5 3,4 geen data Studiebegeleiding 3,4 3,3 3,3 geen data Onderwijsfaciliteiten 3,1 3,1 3,0 geen data Stage/BPV (BOL) 3,6 3,6 3,5 geen data Werkplek/BBL 3,7 3,7 3,6 geen data Organisatie 3,2 3,1 3,0 geen data Inspraak 3,1 3,0 2,9 geen data Veiligheid 3,6 3,7 3,4 * gemiddelde score op een 5-puntsschaal
De scores zijn voor ROC Midden Nederland op alle thema’s licht gedaald. De uitkomsten van het deelnemer tevredenheidonderzoek zijn in 2009 op sector- en afdelingsniveau besproken en geanalyseerd. Vervolgens zijn verbeterpunten opgesteld die opgenomen zijn in de verschillende sector- en afdelingplannen. Bij de volgende meting (voorjaar 2010) zal blijken of de verbeterplannen het gewenste resultaat hebben. Daarnaast zijn er ROC breed werkprogramma’s waarin aandacht besteed wordt aan de verschillende aspecten die in het onderzoek aan de orde komen, zoals bijv. loopbaanbegeleiding en cursistenparticipatie
Oordeel bedrijven en instellingen Eenmaal in de twee jaar wordt aan bedrijven waar gediplomeerde schoolverlaters werkzaam zijn gevraagd een oordeel te geven over ROC Midden Nederland. In het najaar van 2008 is dit onderzoek uitgevoerd. Begin 2009 waren de resultaten van dit onderzoek bekend. Uit het bedrijvenonderzoek blijkt dat de tevredenheid van de bedrijven over zowel het kennis- als het vaardigheidsniveau van de oud-deelnemers van ROC Midden Nederland licht gedaald is. Tevredenheid bedrijven in % over niveau ouddeelnem ers ROC MN 80 60
60
59
60
57
40 20 0 vaardigheidsniveau
kennisniveau 2006
2008
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
20
Bestuursverslag
Bij de bedrijven staat ROC Midden Nederland als goed bekend. De bedrijven zijn daarentegen niet erg tevreden over de mate van het contact dat ze met ROC Midden Nederland hebben. Slechts de helft van de bedrijven vindt dat er genoeg contact is met ROC Midden Nederland. Oordeel bedrijven over ROC MN 80
77
75 57
60
54
40
20
0 ROC MN staat goed bekend 2006
Algehele tevredenheid 2008
Oordeel van de Inspectie voor het Onderwijs In februari 2009 heeft de Inspectie voor het Onderwijs ROC Midden Nederland in het kader van het Jaarlijks Onderzoek bezocht. In haar rapportage n.a.v. het bezoek oordeelt de Inspectie dat in 2006 door ROC Midden Nederland gestarte systeem van kwaliteitsbewaking en verantwoording geleidelijk wordt uitgewerkt maar nog niet geheel functioneert. Uit het systeem van kwaliteitskaarten ontstaat een overzichtelijk beeld van de kwaliteit van het onderwijs en mogelijke oorzaken van achterblijvende kwaliteit. De kwaliteitskaarten stellen de leidinggevenden van ROC Midden Nederland in staat de vinger aan de pols te houden en waar nodig bij te sturen. Naar aanleiding van het jaarlijks bezoek zijn door de Inspectie vijf opleidingen aangewezen voor een vervolgonderzoek. In mei 2009 zijn deze opleidingen door de Inspectie bezocht. In het najaar heeft de inspectie de Rapporten van Bevindingen vastgesteld. Bij drie van de onderzochte opleidingen bleek de kwaliteit van het onderwijs op orde. Bij de overige twee opleidingen heeft de Inspectie voor het Onderwijs geconstateerd dat het onderwijs belangrijke tekortkomingen vertoont en deze vallen daarom onder intensief toezicht van de Inspectie voor het Onderwijs. Dit betekent dat de Inspectie in 2010 resp. 2011 opnieuw de opleidingen zal bezoeken om te kijken of de tekortkomingen zijn opgeheven. Oordeel over de examinering De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op onderwijs en examinering in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering trekt de inspectie jaarlijks een steekproef van opleidingen. In december 2009 heeft de Inspectie van het Onderwijs onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de examinering bij ROC Midden Nederland. Het onderzoek is gebaseerd op het Toezichtkader BVE 2009 en de hierin opgenomen standaarden en normering voor examinering. Het gaat hierbij om zeven standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit, de borging van de deskundigheid van betrokkenen, de inhoudelijke uitstroomeisen en de toetstechnische eisen van het exameninstrumentarium, de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, de beoordeling en diplomering, de borging van de examinering en de wettelijke vereisten.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
21
Bestuursverslag
De kwaliteit van de examinering is voldoende als vijf van de zeven standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval de inhoudelijke uitstroomeisen van exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteitseisen (standaard 4), de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) en de naleving van wettelijke vereisten (standaard 7). Bij zes van de negen onderzochte opleidingen was de kwaliteit van de examinering voldoende.
Moderne vreemde talen st 3 en 4
Nederlands standaard 3 en 4
4 V
5 V
6 V
7 V
3/4 -
3/4 -
V
V
V
V
O
V
V
V
V
O
V
-
-
V
V
V
O
V
V
V
V
V
V
O
V
O
-
V
V
V
V
V
O
-
V
Bij drie onderzochte opleidingen was de kwaliteit van de examinering onvoldoende. • Eerste monteur communicatie-installatie (10241 BBL) • Bedrijfsmanager carrosseriebouwbedrijf (10845 BBL) • Kaderfunctionaris meubelindustrie en interieurbouw (10927 BBL)
Eindoordeel
Naleving wettelijke eisen
Sociaal juridisch medewerker arbeidsvoorziening en pers.werk (10026), BOL Logistiek medewerker (90252), V V V BBL Allround woningstoffeerder, V V V (10860), BBL Autotechniek (Autotechnicus), V V V (93410), BOL Pedagogisch werk (Pedagogisch V V V werker 3 kinderopvang), (92620), BOL Kapper (Junior kapper), (91172), V V V BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Borging examinering
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten 3 V
Afname, beoordeling, diplomering
2 V
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
1 V
Borging deskundigheid
Vertrouwen beroepenveld
• Sociaal juridisch medewerker-arbeidsvoorziening en personeelswerk (10026 BOL) • Logistiek medewerker (90252 BBL) • Allround woningstoffeerder (10860 BBL) • Autotechniek (93410 BOL) • Pedagogisch werk (92620 BOL) • Kapper (91172 BOL)
V
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
22
Moderne vreemde talen st 3 en 4
2 V
3 O
4 O
5 V
6 O
7 V
3/4 -
3/4 -
V
V
O
O
V
O
V
-
-
O
V
V
O
O
V
O
V
-
-
O
Eindoordeel
Naleving wettelijke eisen
Nederlands standaard 3 en 4
Borging examinering
1 V
Borging deskundigheid
Afname, beoordeling, diplomering
Bedrijfsmanager carrosseriebouwbedrijf, (10845), BBL Kaderfunctionaris meubelindustrie en interieurbouw, (10927), BBL
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Eerste monteur communicatieinstallaties (EMCI), (10241), BBL
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Bestuursverslag
O
In het verbetertraject zal speciale aandacht zijn voor: 1. de borging van de examinering; 2. de kwaliteit van het ingekochte exameninstrumentarium. Commissie van Beroep voor Examens In het jaar 2009 is er geen deelnemer in beroep gegaan bij de Commissie van Beroep voor Examens tegen een beslissing van de beoordelaar of de (sub)examencommissie. Klachten van deelnemers zijn binnen de sectoren volgens de klachtenprocedure behandeld. Klachtenbehandeling In cursusjaar 2008 – 2009 is een nieuwe klachtenprocedure gestart waarbij meer uniform en sneller gereageerd wordt op klachten. De adviseur kwaliteitszorg is klachtencoördinator per sector en zorgt voor een goede klachtenafhandeling. In totaal zijn er 90 klachten in het cursusjaar 2008 - 2009 binnengekomen. De meeste klachten (in totaal 30) vallen in de categorie ‘overige klachten’. Tevens zijn er veel klachten over een onduidelijk lesprogramma en een matige organisatie (26). ROC Midden Nederland spant zich in om klachten op een correcte en voor de klager op een bevredigende manier af te handelen. De procedure voor klachtenbehandeling is voor eenieder in te zien op de website van ROC Midden Nederland (www.rocmn.nl).
Oordeel van de medewerkers In 2007 heeft ROC Midden Nederland besloten om in het kader van het onderzoek naar de tevredenheid van medewerkers eenmaal per twee jaar deel te nemen het Great Place to Work onderzoek. Dit is een internationaal onderzoek waarin medewerkers wordt gevraagd een oordeel te geven over de mate waarin de instelling voldoet aan de aspecten van ‘goed werkgeverschap’.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
23
Bestuursverslag
De resultaten van het onderzoek in 2007 en 2009 waren als volgt: Oordeel medewerkers in % over de mate van realisatie door ROC MN van onderstaande aspecten van ‘goed werkgeverschap’. Trustindex ● Geloofwaardigheid ● Respect ● Eerlijkheid ● Trots ● Saamhorigheid (teamoriëntatie) Aantal
2007 51% 44% 40% 60% 62% 54% 1332
2009 54% 59% 45% 58% 59% 53% 1161
Het onderzoek is in 2009 uitgevoerd in de maanden november en december. Er wordt een plan van aanpak opgesteld om in 2010 op basis van de scores te komen tot verbeteracties op alle niveaus.
4.4
Onderwijs en Innovatie
Innovatie is een structurele activiteit binnen ROC Midden Nederland. Innovatie- en Stagebox In bijlage 7 is een verslag opgenomen over producten en resultaten van de activiteiten die in het kader van de Innovatie- en Stagebox hebben plaatsgevonden. Innovatie-arrangementen ROC MN heeft in 2009 drie projecten uitgevoerd in het kader van de subsidieregeling voor innovatiearrangementen. Deze regeling heeft tot doel het beroepsonderwijs - vmbo, mbo en hbo - en het bedrijfsleven uit te nodigen in gezamenlijkheid experimentele projecten op te zetten die moeten leiden tot beter beroepsonderwijs. De drie projecten zijn: - 1. Project “Mobiliteitscentrum Midden Nederland”, uitgevoerd door de afdeling Mobiliteit (sector Techniek) in samenwerking met de Innovam (Kennis- en opleidingscentrum voor de Mobiliteitsbranche). Het project richt zich op de gezamenlijke start en inrichting van een mobiliteitscentrum in de regio. In 2009 heeft het mobiliteitscentrum meer en meer concreet vorm gekregen. Er is hard gewerkt om het onderwijsprogramma af te stemmen met het bedrijfsleven. Onder andere door bedrijfstrainingen een plek te geven in de curricula van de opleidingen. Deelnemers krijgen op deze manier met de nieuwste ontwikkelingen te maken in hun opleiding en theorie en praktijk zijn direct gekoppeld. Er wordt op deze manier gewerkt aan de overbrugging van de kenniskloof die tussen het bedrijfsleven en onderwijs geconstateerd is. Het onderwijs wordt verzorgd door zowel ROC MN-docenten als Innovamtrainers. Door deze samenwerking komen bedrijfscultuur en schoolcultuur samen, wordt er van elkaar geleerd en elkaars expertise benut. De voorbereidingen voor het onderwijsleerbedrijf waren in 2009 in volle gang. Met het bedrijfsleven zijn afspraken gemaakt over de routing, zodat in 2010 het leerbedrijf van start kan gaan. In 2009 is gestart met de verbouwing van een pand, waar zowel het onderwijsleerbedrijf als alle lessen en workshops ondergebracht kunnen worden. Begin 2010 vond de opening plaats van het nieuwe en up-to-date Automotive College.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
24
Bestuursverslag
- 2. Project “Doorbraakproject in werkplekleren” waarin de sector Zorg en Welzijn zowel op landelijk als sectoraal niveau participeert. Het project richt zich op de ontwikkeling en implementatie van het concept ‘leerafdeling in de zorg’, een samenwerkingsverband van een onderwijsinstelling en een zorginstelling. Het Doorbraakproject werkplekleren bestaat uit zeven regionale deelprojecten, die verschillende varianten van werkplekleren openstellen voor landelijk vergelijkend onderzoek. Het ROC MN neemt deel aan het project samen met de Hogeschool Utrecht en drie zorginstellingen (Meander Medisch Centrum, Amersfoort, Diakonessenhuis Utrecht en Birkhoven Zorggoed, Amersfoort). De leerafdeling in de zorg staat centraal in het project. Kern is het verbeteren van de samenwerking tussen zorgorganisaties, onderwijsinstellingen, afdelingen, opleidingsprofielen, medewerkers en studenten. Het landelijk onderzoek biedt de regionale ontwikkeling handvaten met betrekking tot het optimaal didactisch vormgeven van werkplekleren, de reflectie en beoordeling van studenten, begeleidingsmodellen waarin hbo- en mbo-studenten een rol spelen en het vormgeven van werkplekleren en co-makership, om tot een collectieve en eenduidige werkwijze ten aanzien van het werkplekleren te komen. De ontwikkelingen zijn gericht op het verbeteren van de praktijkbegeleiding (minder uitval), het verbeteren van de aansluiting onderwijs en beroepspraktijk en het vergroten van de uitwisseling daartussen. Andere benoemde onderzoeksterreinen zijn de relatie tussen formeel en informeel leren, de status van boventalligheid van de student en de communicatie tussen studenten en medewerkers onderling. Het gehele project geeft een impuls aan een ‘leven lang leren’ in de regio. Naar aanleiding van het onderzoek wil de regio een breder inzicht verkrijgen in de betekenis van de leerafdeling in het competentiegericht onderwijs bij MBO-en HBO-opleidingen en professionalisering. - 3. Project “Professionalisering Doel is om vast te stellen welke vormen van professionalisering goed werken en leiden tot beter onderwijs. In de eerste helft van 2009 is dit project voorbereid en na de zomer is men gestart met de uitvoering van professionaliseringsactiviteiten in afdelingen van alle beroepssectoren. De nadruk ligt op samenwerking in het team en gedeelde onderwijsconcepten. In het schooljaar. 2009-2010 staat daarbij loopbaanbegeleiding centraal. POP’s, observaties van het lerarengedrag vanuit het CGO-observatiekader, de bekwaamheidseisen, de onderwijsvisie en gewenst leergedrag door studenten vormen de input voor de scholingsvragen van de teams. De professionalisering wordt ingebed in de dagelijkse praktijk. Het is de bedoeling dat er ‘communities of practice’ zullen ontstaan. Interventies zullen gericht zijn op reflectie, feedback vragen, innovatief gedrag en kennisdelen. Natuurlijk zijn ook kennis van het leren en trainingen op vaardigheden onderdeel van het repertoire. Instrumenten als de kwaliteitskaart worden ingezet om het leren, de resultaten van professionaliseringsactiviteiten, te verbinden met de beoogde verbetering van het onderwijs. De accenten in de deelprojecten in de sectoren verschillen. In het doorbraakproject participeren in 2009 - het co-designteam Installatietechniek ROC-ROI in de sector Techniek en Innovatie, - het team laboratoriumtechniek in de sector Zorg en Welzijn - drie teams Juridisch, secretarieel en ICT bij de sector Economie en Dienstverlening - twee teams Toerisme in de sector THFUS In alle deelprojecten wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, behalve bij de afdeling Toerisme. Daar wordt in 2010 een oplossing voor gevonden. De Universiteit Twente is betrokken bij het onderzoek naar het leerrendement en heeft in 2009 al een eerste keer een brede vragenlijst uitgezet. Het Doorbraakproject Professionalisering van ROC Midden Nederland maakt deel uit van een groep van zes ROC’s die ook zo’n project uitvoeren. Samen vormen zij een Koepel Doorbraakproject Professionalisering. De deelnemende ROC’s wisselen ervaringen uit, leren waar mogelijk van elkaar
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
25
Bestuursverslag
en zorgen voor afstemming m.b.t. het koepelbrede onderzoek dat in opdracht van Het Platform Beroepsonderwijs wordt uitgevoerd door IVA Beleidsonderzoek en –Advies.
4.5
Bedrijfsvoering
Personeel De formatie is in 2009 aanmerkelijk afgenomen ten opzichte van 2008. Dat geldt zowel voor het aantal FTE als voor het aantal medewerkers.
2004 2005 2006 2007 2008 Medewerkers 2494 2290 2241 2289 2291 Fte 1870 1730 1710 1779 1764 Aantallen per 31-12 , exclusief stagiaires, lio’s (leraren in opleiding), lido’s (leraren in duale opleidingen) etc.
2009 2031 1572
Het aandeel medewerkers in vaste dienst is in 2009 afgenomen. Procentueel gezien is er sprake van een stijging. Dit als gevolg van het feit dat er in het kader van de reorganisatie vooral afscheid is genomen van tijdelijk boventallig personeel.
Vast Tijdelijk Totaal
2004 als % 2005 als % 2006 als % 2007 als % 2008 als % 2009 als % 2325 93,2 2188 95,5 2119 94,5 2070 90,4 1968 85,9 1894 93,3 169 102 123 219 323 137 6,8 4,5 5,5 9,6 14,1 6,7 2494 100,0 2290 100,0 2241 100,0 2289 100,0 2291 100,0 2031 100,0
De man/vrouw verhouding vertoont geen significante wijziging ten opzichte van 2008.
Mannen Vrouwen Totaal
2004 als % 2005 als % 2006 als % 2007 als % 2008 als % 2009 als % 989 924 910 951 933 830 39,7 40,3 40,6 41,5 40,7 40,9 1505 60,3 1366 59,7 1331 59,4 1338 58,5 1358 59,3 1201 59,1 2494 100,0 2290 100,0 2241 100,0 2289 100,0 2291 100,0 2031 100,0
De verhouding tussen de formatie in het primaire proces en de formatie in ondersteunende functies wordt op basis van het aanwezige aantal fte weergeven. Bij het vaststellen van het verhoudingsgetal is uitgegaan van de formatie exclusief stagiaires, lio’s, lido’s etc. Ten opzichte van 2008 is sprake van een lichte daling van het aandeel van de formatie in het primair proces. Dit als gevolg van het feit dat het een relatief groter deel van de reductie in het kader van de reorganisatie van 170 fte die in 2009 heeft plaatsgevonden binnen de onderwijssectoren is gerealiseerd.
Primair proces Ondersteuning Totaal
2006 als % 1070 62,5 640 37,5 1710 100,0
2007 als % 2008 als % 1112 62,5 1101 62,4 667 663 37,5 37,6 1779 100,0 1764 100,0
2009 978 594 1572
als % 62,2 37,8 100,0
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
26
Bestuursverslag
Net als in 2008, neemt het aandeel van voltijdfuncties (marginaal) af. Ook hier is uitgegaan van de aantallen exclusief stagiaires, lio’s lido’s etc.
2004 als % 2005 als % 2006 als % 2007 als % 2008 854 793 791 836 813 Voltijd 34,2 34,6 35,3 36,5 1640 Deeltijd 65,8 1497 65,4 1450 64,7 1453 63,5 1478 2494 100,0 2290 100,0 2241 100,0 2289 100.0 2291 Totaal Voltijd: alle aanstelling groter of gelijk aan 1,0
als % 35,5 64,5 100,0
2009 719 1312 2031
Reorganisaties In 2009 is er sprake geweest van een reorganisatie binnen de sectoren van het beroepsonderwijs en binnen een deel van de ondersteunende functies. Met deze reorganisatie werd een reductie beoogd van 170 fte. Vanwege additionele externe financiering is dit aantal in de loop van het traject met 17 fte verminderd. Door het succes van de mobiliteitsbevorderende maatregelen in de voorfase en in de vrijwillige fase van de reorganisatie, kon de fase van gedwongen mobiliteit uitblijven. Daarmee werd deze reorganisatie positief afgerond. In de laatste maanden van 2009 is gestart met de voorbereiding van een reorganisatietraject gericht op een verdere reductie van de formatie binnen het segment management en ondersteuning en bij de sectoren Techniek, THFUS en Educatie. De beoogde omvang van deze reductie is voor het management en ondersteuning 125 fte, voor Techniek 34 fte, voor THFUS 12 fte en voor Educatie 47 fte. Het totaal te reduceren aantal fte zal 218 bedragen. Begeleiding naar het zelfstandig opereren op de arbeidsmarkt Het ROC Midden Nederland heeft ten aanzien van de opvang van tijdelijk aangestelden na nietverlenging van hun contract wettelijk de plicht om te zorgen voor een goede begeleiding. Behalve deze wettelijke plicht getuigt het ook van goed werkgeverschap deze medewerkers een goede nazorg te geven (sommigen zijn al langer in tijdelijke dienst bij het ROCMN). Een derde reden is dat oudmedewerkers zonder nieuwe baan een WW-uitkering (plus eventueel een bovenwettelijke uitkering) kunnen aanvragen waarvan de kosten worden doorberekend aan het ROCMN (eigen risico). Deze begeleidingstaak is belegd bij het Loopbaancentrum, dat verschillende producten aanbiedt waarbij rekening wordt gehouden met de individuele behoeften van de medewerkers. Er wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd. Naast individuele gesprekken worden ook verschillende workshops aangeboden. De verschillende vormen van begeleiding kunnen worden gecombineerd.
Inzetbaarheid In mei 2009 heeft het College van Bestuur het projectplan Inzetbaarheid goedgekeurd. De aanleiding voor dit plan was in eerste instantie gelegen in het hoge verzuimcijfer van ROC MN. Er is gekozen voor een projectvorm om op deze wijze een extra impuls te geven aan het thema inzetbaarheid.. Per juli 2009 is een projectleider aangesteld om dit project vorm te geven. Definitie: Inzetbaarheid is de mate waarin iemand zijn/haar huidige of potentieel toekomstige werk productief, gemotiveerd en gezond kan en wil blijven vervullen.
Cijfers inzetbaarheid 2009 Het gemiddelde inzetbaarheidspercentage van 2007 was 93.2%, in 2008 was dat 93,7%. In 2009 was het gemiddelde inzetbaarheidspercentage 94.2%. Dit betekent dat het inzetbaarheidspercentage in vergelijking tot 2008 met 0.5% is gestegen. Op basis van de gekozen speerpunten uit het projectplan Vergroten Duurzame Inzetbaarheid is de verwachting dat dit percentage in 2010 nog verder zal stijgen. Realisatie Inzetbaarheid 2009
als % 35,4 64,6 100,0
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
27
Bestuursverslag
•
Naar aanleiding van het bovengenoemde projectplan Inzetbaarheid heeft de projectleider een werkplan Vergroten duurzame inzetbaarheid geschreven. Dit werkplan bestaat uit een cultuuranalyse van ROC MN. De vier cultuurlijnen uit deze analyse zijn gekoppeld aan interventies op het terrein van communicatie(middelen), beleid en scholing/training. In het portefeuillehoudersoverleg van november 2009 is gekozen om te starten met een tweetal interventies op het terrein van verzuim.
Verzuim 1. Speerpunt 1 - Het maken van een informatiebrochure ‘Verzuim & Gezondheid’ voor alle medewerkers in het kader van eenduidige informatieverstrekking, zodat voor iedereen duidelijk is welke regels gelden inzake verzuim en wat werkgever en werknemer van elkaar kunnen verwachten. 2. Speerpunt 2 - Inventarisatie/analyse en plan van aanpak van alle bestaande casussen van langdurig verzuim. Dit speerpunt zal starten in januari 2010. Belangrijkste conclusies met betrekking tot verzuim 2009 • Het kortdurend ziekteverzuim is in de loop van 2009 afgenomen. • Het middellang verzuim in 2010 fluctueert per maand. • Het langdurige verzuim en ook de verzuim langer dan 1 jaar is in 2009 toegenomen. Vandaar ook de keuze voor het eerdergenoemde tweede speerpunt. Preventie •
Daarnaast zijn in 2009 de voorbereidingen getroffen om in het kader van gezondheidspreventie en -bevordering een gezondheidsmarkt te organiseren die tevens de start is voor het BRAVO-project (BRAVO staat voor meer Bewegen, niet Roken, matig met Alcohol, gezonde Voeding, voldoende Ontspanning.) Deze gezondheidsmarkt en kick off van het BRAVO-project vindt plaats op 29 januari 2010. Na de markt worden alle medewerkers gevraagd een digitale leefstijltest in te vullen. Afhankelijk van de uitslag krijgt men het advies om bij de ARBO-Unie een fysieke test te doen. Ook zullen wensen worden geïnventariseerd op het gebied van bewegen en ontspannen. Op grond van deze inventarisatie zal een verder aanbod worden ontwikkeld.
•
Daarnaast worden vanuit het projectplan Vergroten duurzame inzetbaarheid maatwerkadviestrajecten uitgevoerd, wanneer de situatie binnen het team/afdeling zodanig is dat er sprake is van dreigend verzuim van meerdere medewerkers. Een dergelijk maatwerkadviestraject is bijvoorbeeld uitgevoerd voor een onderdeel van het GDC Facilitair.
Leiderschap •
Alle managers en HRM adviseurs hebben in 2009 meegedaan aan de managementgame inzake verbetering van inzetbaarheid.
Ambities 2010 •
Het is de bedoeling dat in 2010 aan de hand van inventarisatie/analyse en plan van aanpak van alle bestaande casussen van langdurig verzuim het percentage langdurig zieken zal dalen.
•
Gezondheidsrisico’s worden in kaart gebracht door het aanbieden van leefstijltesten, indien gewenst door fysieke testen.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
28
Bestuursverslag
•
Preventieve interventies: op basis van de behoefteninventarisatie (februari 2010) zullen preventie activiteiten worden aangeboden aan alle medewerkers.
Duale opleidingstrajecten en zij-instroom Net als in voorgaande jaren heeft ROC Midden Nederland in 2009 stevig geïnvesteerd in het duaal opleiden van leraren. Meer dan 150 eerste-, tweede-, derde- en vierdejaars studenten van (vooral) de Archimedes Lerarenopleiding deden in ROC Midden Nederland hun praktijkstage in een vorm van werkend leren. Daarnaast volgden in 2009 33 zij-instromers een Certificeringstraject Startbekwaamheid BVE. In 2009 heeft ROC Midden Nederland het ontwikkelingsgerichte Keurmerk Opleiden in de School verworven Voor het opleiden in de school heeft ROC Midden Nederland in 2009 ook subsidie aangevraagd en gekregen om te kunnen blijven investeren in een deugdelijke opleidingsschool om van daaruit ook een impuls kunnen geven aan integraal personeelsbeleid. Enige citaten uit het beoordelingsrapport van de NVAO (de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie) die de staatssecretaris adviseerde over deze subsidieaanvraag. Het advies aan de staatssecretaris luidde: “Excellent” “De opleidingsschool is prima verankerd van strategisch tot en met operationeel niveau en het gegeven dat hier sprake is van een geoliede opleidingsschool binnen een complex ROC is bijzonder. Ook de kwaliteitszorg is van uitzonderlijk goede kwaliteit in vergelijking met andere opleidingsscholen. De ontwikkeling en uitvoering van het ontwikkelingsgerichte keurmerk is een belangrijk proces hierin geweest”. “Samengevat: dit samenwerkingsverband staat als een huis. Het in grote omvang opleiden van collega’s is vanzelfsprekend onderdeel geworden van de dagelijkse taken, met accenten op professionaliseren en innoveren. De uitdaging voor deze opleidingsschool schuilt erin om deze vanzelfsprekendheden expliciet en fris te houden.”
Huisvesting In 2009 heeft er een verdere uitwerking plaatsgevonden van het strategisch huisvestingsplan (SHP). In gezamenlijkheid is met sectordirecties gekeken naar de mogelijke versnellingen binnen het SHP. Daarnaast is het SHP gekoppeld aan de uitkomsten van de uitgevoerde regioscan, met het daaruit voortvloeiend vestigingsbeleid. Verder is waar mogelijk een koppeling gemaakt met beleidsuitgangspunten op gebied van collegevorming / en strategische samenwerkingsverbanden met HBO M.b.t. de verdere uitwerking van het SHP zijn de volgende items nader uitgewerkt: - Er is een format businesscase m.b.t. de verhuizingen ontwikkeld en vastgesteld. - Er is beleid vastgesteld, op basis waarvan sectoren hun daadwerkelijke M²-verbruik doorbelast krijgen. - De voortgang van afbouw M² is gespreksonderwerp geworden tijdens de besprekingen van de maandrapportages. - Er is een plan “versnelde reductie huisvesting” opgesteld. - Er zijn gesprekken gevoerd met gemeenten en mogelijke partners op het gebied van (ver)huur van ruimten en (ver)koop van gebouwen - In 2009 is het aantal m2 in gebruik bij ROC MN afgenomen met 12.971 m². Van dit aantal is 9.733 m² daadwerkelijk afgestoten en 3.238 m² voor 3 jaar extern verhuurd. Deze reductie komt overeen met 85% van de geplande reductie voor 2009. Tactisch - Bewustzijn van het m2 gebruik binnen het ROC stimuleren - Zorg dragen voor sturing op ruimtegebruik / normontwikkeling - Coördinatie van de verbouwingen, verhuizingen en afstoot van panden Operationeel Verdere invoer t.b.v informatievoorziening (FMIS) van de grootonderhoudgegevens
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
29
Bestuursverslag
-
efficiencyverbetering door delen en verlengen (roostering / verhuur)
Financieel perspectief Het geconsolideerde netto resultaat over de periode januari tot en met december 2009 bedraagt € 1,6 mln positief. Het rendement van ROCMN komt hiermee op +1,0% van de totale baten. Het resultaat is door incidentele baten en lasten negatief beïnvloed. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste effecten. € Incidentele baten Vrijval voorziening bapo/jubileum Vrijval voorziening wachtgeld (incl reorganisatiedeel) Vrijval voorziening SWAP (rente-instrument) Eenmalige OCW vergoeding salarismix in de Randstad
+ 0,5 mln + 1,3 mln + 2,4 mln + 1,2 mln
Incidentele lasten Dotatie nieuwe voorziening reorganisatie Eenmalige kosten voortijdig aflossen lening Dotatie voorziening groot onderhoud Dotatie voorziening projecten Dotatie voorziening leegstand gehuurde panden Afboeking belastinglatentie
- 5,2 mln - 0,6 mln - 0,5 mln - 0,3 mln - 0,1 mln - 0,8 mln
Totaal effect op het resultaat door incidentele baten en lasten
- 2,1 mln
Gecorrigeerd voor deze effecten komt het genormaliseerde resultaat uit op + € 3,7 mln (positief) Een uitgebreide analyse van het resultaat is opgenomen in bijlage 1 en bijlage 2
Financiële kengetallen Naast rentabiliteit zijn de belangrijkste kengetallen solvabiliteit en liquiditeit. De ontwikkeling van deze kengetallen is als volgt:
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
30
Bestuursverslag
Solvabiliteit Solvabiliteit bedraagt 26,5%. Een toelichting op de solvabiliteit is opgenomen in bijlage 3. In 2010 zorgt het positief exploitatieresultaat (begroot op + € 2,7 mln) ervoor dat de algemene reserve verder groeit en de begrote solvabiliteit uitkomen op circa 28%. Liquiditeit Door de operationele verliezen in 2007 en 2008, het begrote verlies in de eerste helft van 2009 en de benodigde middelen voor de uitfinanciering van de reorganisatievoorziening was eind 2008 zichtbaar dat de liquiditeitspositie van ROC Midden Nederland onder druk zou komen te staan. Om die reden heeft het College van Bestuur besloten beschikbaarheid van extra kredietruimte te realiseren. Met het Ministerie van Financiën is hiertoe een kredietovereenkomst aangegaan die waarborgt dat de beschikbare liquiditeit in 2009 en 2010 steeds minimaal 5 mln. zal bedragen. Op basis van de genomen en voorgenomen maatregelen in de exploitatie en het veiligstellen van de financiering is duurzame voortzetting van de activiteiten geborgd. De liquiditeit is gestegen van 0,99 naar 1,1. Een verdere toelichting op de liquiditeit is opgenomen in bijlage 3.
Eigen Vermogen Segmentatie Met de invoering van BW/RJ 660 in 2008 is het aan de mbo-instelling de keuze te maken voor handhaving van het vermogen als volledig publiek dan wel te splitsen in een deel publiek en een deel privaat vermogen. Als er geen keuze wordt gemaakt, is het gehele vermogen publiek. Hiertoe zijn de activiteiten geïnventariseerd en conform de richtlijnen die vanuit de MBO raad zijn opgesteld (samen met externe accountants) gerubriceerd in de volgende drie categorieën: A publieke activiteiten (publieke taak, gericht op de publieke doelen zoals in de WEB omschreven) B private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (bijvoorbeeld inburgering, reintegratie en contractactiviteiten in het verlengde van de publieke taak). C overige private activiteiten (bijvoorbeeld contractactiviteiten niet in het verlengde van de publieke taak Conclusie van dit onderzoek is dat alle activiteiten die ROC Midden Nederland verricht vallen onder publieke activiteiten, dan wel onder private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke taak. Het volledige eigenvermogen van ROC Midden Nederland is derhalve Publiek Vermogen. Negatieve algemene reserve Door het positieve resultaat van 2009 is de algemene reserve gestegen. De in 2009 ingezette reorganisatie van arbeidsplaatsen en m2 heeft geleid tot een omwenteling in het exploitatieresultaat. Deze ingrepen zijn noodzakelijk om de continuïteit te kunnen waarborgen. Het aantal arbeidsplaatsen wordt over de periode 2009-2012 met circa 300 gereduceerd en het aantal m2 met 50.000. In 2009 is de formatie met 170 fte gereduceerd en het aantal m2 is afgenomen met 13.000. De ingezette reorganisatie moet leiden tot een structurele reductie van de jaarlijkse kosten met circa € 20 mln. Met deze structurele kostenreductie werkt het College van Bestuur toe naar versterking van het eigen vermogen (via positieve exploitatieresultaten). Tevens wordt hiermee ruimte gecreëerd om de noodzakelijke verdere investeringen in onderwijs, personeel, ICT-leermiddelen, huisvesting en positionering te kunnen bekostigen. In 2010 zal een positief exploitatieresultaat (begroot op + € 2,7 mln) de algemene reserve verder laten groeien. Risico’s en risicobeheersing Binnen het GDC Planning & Control is de afdeling Compliance operationeel. Binnen deze afdeling wordt het risicomanagement uitgewerkt onder andere in de vorm van een “risk framework”. Om de risico’s te beperken worden diverse interne controles uitgevoerd door Compliance ten aanzien van onderwijs (850 uur/350 uur, oer’en, zorgplicht enz.) en de ondersteunende processen (betalingen,
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
31
Bestuursverslag
inkoop, personeel, deelnemersdossiers in het kader van de bekostiging etc). Ieder onderzoek wordt volgens een vast stramien uitgevoerd. De rapportages van Compliance worden aan de betreffende hoofden en directies gestuurd en in het College van Bestuur besproken en opgevolgd. Tevens worden in toenemende mate zelfcontroles door de afdelingen/sectoren uitgevoerd waarop Compliance en toezichthouders kunnen sturen. Bij de beoordeling van de risico’s is in het afgelopen jaar in het bijzonder aandacht besteed aan de ontwikkeling van de resultaten en het vermogen van de contractactiviteiten. De analyse heeft geleid tot de conclusie dat de contractactiviteiten gesaneerd dienen te worden, zodanig dat het resultaat en het vermogen weer positief worden. Aangezien de bijdrage van bedrijfsopleidingen en contractactiviteiten, liggend in het verlengde van de publieke taak van ROC Midden Nederland, als waardevol worden gezien, zullen deze activiteiten worden voortgezet maar in geherstructureerde vorm, mede op basis van het op te stellen meerjaren-businessplan dat medio juni 2010 wordt gepresenteerd. Beleid en de uitvoering ten aanzien van het beleggen en belenen Het treasurybeleid van ROC MN vindt plaats binnen de kaders van de regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 25 juli 2001, nummer FVE2001/57965N, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). In deze regeling is aangegeven dat de instelling de publieke middelen, alsmede de overige middelen voor zover deze niet afgescheiden zijn van de publieke middelen, risicomijdend dient te beleggen en te belenen. ROC MN is medio 2009 overgestapt naar schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën. De intentie is om de publieke MBO-gelden aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Geldstromen van Educatie en het contractonderwijs worden afgewikkeld bij private banken. Tevens is bij het Ministerie van Financiën een rekening courant faciliteit afgesloten van € 11 mln op basis van de MBOomzet (€ 110 mln). De rekening courant faciliteit (€ 15 mln) en de investeringsfaciliteit (€ 30 mln) bij de Rabobank zijn medio 2009 contractueel beëindigd, mede hierdoor is de overstap naar schatkistbankieren gemaakt. Eind 2009 zijn drie panden ( Kretadreef 61 Utrecht, Disketteweg 10 Amersfoort en Noordweg 12 Zeist met een financiële waarde van € 17 mln) in onderpand gegeven aan het Ministerie van Financiën, ter zekerstelling aan een lening van € 15 mln (3 maands euribor). Hiermee is de positie van de SWAP (rente instrument ter waarde van € 15 mln, 15 jaar aflopend, 5,95 % fixed versus 3-maands-euribor) perfect gehedged. Zodoende blijft nu een lening van 6,05 % (zijnde 5,95% + 0,1 % opslag Ministerie van Financiën) zichtbaar in de jaarrekening. De lening (€ 11 mln) bij de Rabobank is afgelost. Vanwege de opgeheven financieringsfaciliteiten worden bij de Rabobank de hypothecaire zekerheden geroyeerd. Dit is in mei 2010 afgehandeld. Voor het deel dat er middelen beschikbaar worden gesteld aan de contractactiviteiten-vennootschap wordt een marktconforme rentevergoeding berekend. Het betreft hier de (voor-) financiering in rekening courant van private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke activiteiten van ROC MN en worden uitgevoerd in het verlengde van de doelstellingen van het beroepsonderwijs. Rekenschap en Helderheid In het GDC Planning & Control worden de toezichthoudende taken op het gebied van naleving van bekostigingsregels gecombineerd met intern financieel toezicht en het interne toezicht op de naleving van de regels betreffende onderwijs en examinering. Helderheid II is vertaald in richtlijnen voor ROC MN in het handboek “Voldoen aan wet- en regelgeving deelnemersgegevens beroepsopleidingen” dat breed beschikbaar is gesteld en via de interne website toegankelijk is. Aan de hand van de opgestelde risico-controle maatregelenmatrix, waarin de aspecten uit Helderheid II zijn opgenomen, worden controles uitgevoerd en adviezen voor verbetering gedaan. In bijlage 8 is de extra informatie opgenomen conform het document “Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie”.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
32
Bestuursverslag
5. Kengetallen 1
Beroepsopleidingen Deelnemers beroepsonderwijs en educatie 2 Medewerkers 3 Baten OCW 3 Overige overheidsbijdragen 3 Werk voor derden 4 Solvabiliteit als % Liquiditeit
2004 277 25.539
2005 277 24.842
2.494 110.623 32.935 12.011 32 1,1
2.290 110.369 29.623 10.075 32 2,2
2006 278 25.991
2007 351 24.395
2008 396 24.689
2009 465* 26.884
2.241 109.937 18.027 16.604 32 1,9
2.289 116.995 17.569 15.784 36 1,2
2.291 120.579 18.546 14.364 27 1,0
2.031 119.899 19.466 10.461 27 1,1
1
Aantal actieve crebo opleidingen (d.w.z. met inschrijvingen of uitgereikte diploma’s); de opvallende toename in 2007 wordt veroorzaakt door de experimentele opleidingen waarbij de verschillende uitstroomdifferentiaties als afzonderlijke opleidingen zijn geteld. 2 Aantal medewerkers 3 Bedragen x € 1000. Vanaf 2006 zijn de opbrengsten voor Inburgering (Educatie), die eerder waren ondergebracht bij de Overige overheidsbijdragen, opgenomen onder Werk voor derden. 4 Eigen vermogen als percentage van het balanstotaal
* idem, alle uitstroomvarianten binnen de actieve crebo’s (zowel eindtermgerichte als competentiegerichte) in 2009 zijn afzonderlijk meegenomen in de telling.
6. Juridische structuur: De juridische structuur van ROC Midden Nederland is weergegeven in onderstaand schema;
Stg Van Beuningenfonds
Stg Beh.fonds Vaartsche Rijn
Fiscale eenheid BTW
Fiscale eenheid VpB
Stichting ROC MN
Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten BV
Gildevaart Contractactiviteiten BV (slapend)
Bedrijfsopleidingen Midden Nederland BV
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
33
Bestuursverslag
7. Organogram ROC MN is georganiseerd in zes sectoren, ondersteund door Gemeenschappelijke Dienstencentra (“GDC's”) en een centraal apparaat maar functioneert naar de buitenwereld in netwerken. Ook intern zijn netwerken ontwikkeld om kennis en ervaring uit te wisselen. Het organogram kan als volgt worden weergegeven. Marketing en Sales
Teams Studieadvies
Teams
Sector Techniek & Innovatie
Sector Educatie
GDC Facilitair GDC Planning & Control GDC HRM
Teams
Sector Economie & Dienstverlening
GDC ICT
CvB Lid
Lid VZ GDC Administratie
Dienst Onderwijs Bestuursondersteuning
Teams
Teams Sector THFU&S (Toerisme, Horeca, Facilitaire Dienstverlening,
Sector Zorg & Welzijn
Uiterlijke Verzorging & Sport & Bewegen)
Studieadvies
Marketing & Sales
GDC Marketing & Communicatie
Resultaatverantwoordelijke teams De binnen het ROC MN gevoerde dialoog heeft een verrijkte notitie opgeleverd die de kaders zal bieden voor de verdere implementatie van het concept van resultaatverantwoordelijke teams. De resultaatverantwoordelijke teams maken gebruik van een zogenaamde kwaliteitskaart, welke volgens INK-systematiek, alle relevante middelen en resultaten inzichtelijk maakt.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
34
Bestuursverslag
8. Overige gegevens Samenstelling van het College van Bestuur Dhr. B.J.F. Fransen Msc Dhr. mr. L.K. Geluk Mw. drs. W.J.M. Hendrikx Dhr. P. A.M. Thijssen RA
Voorzitter Voorzitter Lid Lid
tot 1 mei 2009 vanaf 1 september 2009 vanaf 1 februari 2009
Opgave bezoldiging van het College van Bestuur De bezoldiging voor iedere bestuurder wordt conform artikel 2:383c van het Burgerlijk Wetboek uitgesplitst naar de periodiek betaalde beloningen (salaris, vakantie-uitkering enz.), beloningen betaalbaar op termijn (pensioenlasten, jubileumuitkeringen e.d.), uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband (ontslagvergoedingen e.d.) en bonusbetalingen. De bezoldiging in 2009 bedroeg: Naam
Periodiek PensioenUitkeringen bij Totaal betaalde lasten beëindiging van het beloningen dienstverband Dhr. B.J.F. Fransen Msc € 64.832 € 13.144 € 166.059 € 244.035 Dhr. mr. L.K. Geluk € 43.403 € 11.037 € 54.440 Dhr. P.A.M. Thijssen RA € 162.140 € 51.555 € 213.695 Mw. drs. W.J.M. Hendrikx € 123.987 € 30.358 € 154.345 Bezoldiging totaal in 2009 € 394.362 € 106.094 € 166.059 € 666.515 De heer B. Fransen is in 2009 tot 1 mei in dienst geweest. Conform de bepalingen in zijn contract is bij de beëindiging tevens een bedrag ter hoogte van 1 jaarsalaris (€ 166.059) vergoed. De hoogte van deze vergoeding is in overeenstemming met de richtlijn voor de beloning van bestuurders in de (BVE-) sector. Nevenfuncties van het College van Bestuur Dhr. B.J.F. Fransen: • Voorzitter EDventure: landelijke brancheorganisatie van schooladviesdiensten • Voorzitter Platform Bewegen & Sport BVE • Gastdocent Utrechtse School voor Bestuur- en Organisatiewetenschap Universiteit Utrecht • Lid College van Aanbeveling van de postinitiële Masteropleiding Public Controlling Erasmus Universiteit • Lid Raad van Advies Kennisland • Lid Olympisch Plan 2028 Dhr. L. K. Geluk: • Lid raad van toezicht Cardea Thuiszorg, Leiden, bezoldigd • Voorzitter bestuur Stichting Laurenskerk, Rotterdam, onbezoldigd • Lid raad van toezicht Nederlands Jeugd Instituut, Utrecht, bezoldigd • Lid van de Onderwijsraad, Den Haag, bezoldigd • Lid raad van toezicht Stopkindermisbruik, Amsterdam, onbezoldigd Mw. W.J.M. Hendrikx: • Voorzitter bedrijfstakgroep uiterlijke verzorging MBO Raad, Woerden • Lid bestuur KOC (Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de uiterlijke verzorging), Nieuwegein • Lid bestuur Amersfoort Prominent, Amersfoort • Lid stichting Gastvrij Amersfoort, Amersfoort Dhr. P.A.M. Thijssen: • Penningmeester en secretaris bestuur BVE Platform Informatievoorziening • Voorzitter platform Subsidies (MBO Raad)
STICHTING ROC MIDDEN NEDERLAND
Jaarrekening
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 (voor resultaatbestemming)
36
x € 1.000 Cfi model B2
Activa Vaste Activa Materiële vaste activa Gebouwen Terreinen
Inventaris en apparatuur
31-12-2009 €
€
31-12-2008 €
60.476 12.494
61.351 12.494
72.970
73.845
9.171
11.806 82.141
Financiële vaste activa Overige financiële vaste activa
-0
Totaal vaste activa
€
85.651
756 -0
756
82.141
86.407
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Deelnemers/cursisten Overige vorderingen Overlopende activa
7.062 1.195 371 4.181 3.024
7.796 1.090 814 5.311 1.956
Totaal vorderingen
15.833
16.967
Liquide middelen
20.806
8.997
36.639
25.963
118.780
112.370
Totaal vlottende activa
Totaal activa
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 (voor resultaatbestemming)
37
x € 1.000
Passiva 31-12-2009 €
€
31-12-2008 €
€
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves
-4.539 35.982
Totaal eigen vermogen
-10.721 40.566
31.444
29.845
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Voorziening wachtgelden Voorziening "uitgestelde personele beloningen" Voorziening reorganisatie Overige voorzieningen
2411 2421 2431 2432 2433
2.528 10.226 15.498 6.923 5.711
Totaal voorzieningen
2.255 12.615 18.229 3.847 8.468
40.886
45.414
Langlopende schulden Kredietinstellingen Overige langlopende schulden
2521 2541
14.000 38
Totaal langlopende schulden
10.100 38
14.038
10.138
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Ministerie van OCW Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
Totaal passiva
2611
1.000 6.485 33 5.225 1.401 219 18.050
1.000 2.720 0 4.748 1.531 300 16.674
32.413
26.973
118.780
112.370
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
39
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2009
Cfi model B3
Staat van baten en lasten
x € 1.000
2009 €
€
Begroting 2009 €
2008 €
€
€
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en - subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
120.650 19.466 2.547 10.461 3.357
Totaal Baten
114.940 18.615 2.905 10.206 2.620 156.481
120.579 18.546 3.092 14.364 6.468 149.286
163.049
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
113.869 7.797 11.746 19.134
Totaal Lasten
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
112.492 8.438 9.889 20.658
133.978 8.767 12.460 27.153
152.547
151.477
182.358
3.934
-2.191
-19.309
464 2.043
234 1.661
810 726
Saldo financiële baten en lasten
-1.579
-1.427
84
Resultaat
2.355
-3.618
-19.225
Belastingen
-756
0
438
1.599
-3.618
-18.787
Nettoresultaat
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
41
Cfi model B4
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2009
x € 1.000
2009 €
2008 €
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
Resultaat (saldo baten en lasten) Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Belastingen
3.934 7.797 -4.528 -756
-19.309 8.767 6.937 438
2.514
16.142
Verandering in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden
0 1.134 5.440
50 3.373 -9.588 6.573
Financiële baten Financiële lasten
464 2.043
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie financiele vaste activa Investeringen materiële vaste activa Des-investeringen materiële vaste activa
Totale kasstroom
-9.332 810 726
-1.579
84
11.442
-9.249
756 -4.295 7
0 -3.614 21 -3.532
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aangaan langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-6.165
13.021
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
15.000 -11.100
-3.593
-1.040 3.900
-1.040
11.810
-13.881
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:
2009
2008
Stand per 1 januari Mutatie boekjaar
8.997 11.810
22.879 -13.881
Stand per 31 december
20.806
8.997
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
42
Toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten 1 Algemene toelichting 1.1 Activiteiten De activiteiten van de instelling en haar groepsmaatschappijen (‘de Groep’) bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van Beroepsonderwijs (MBO) en volwassenenonderwijs. 1.2 Continuïteit De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling is gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de instelling.
1.3 Stelselwijzigingen Per 1 januari 2008 is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van toepassing geworden. De eerste toepassing hiervan heeft een stelselwijziging tot gevolg. Bij het ROC MN blijft de stelselwijziging beperkt tot een rubricering van de egalisatiereserve onder de overlopende passiva. 1.4 Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van de instelling opgenomen, haar groepsmaatschappijen en andere instellingen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen (op grond van de feitelijke situatie) of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin de instelling overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enig andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep. Aangezien de staat van baten en lasten over 2009 van de instelling in de geconsolideerde jaarrekening is verwerkt, is (in de enkelvoudige jaarrekening) volstaan met weergave van een beknopte staat van baten en lasten in overeenstemming met artikel 2:402 BW. De in de consolidatie begrepen instellingen zijn: Stichting ROC MN, Utrecht (100%) Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten B.V., Utrecht (100%) ROC MN Bedrijfsopleidingen BV (vh Training & Advies B.V.), Utrecht (100%) Gildevaart Contract B.V., Utrecht (100%) 1.5 Verbonden partijen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in paragraaf 1.4, evenals de deelnemingen, worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. 1.6 Acquisities en desinvesteringen van groepsmaatschappijen Vanaf de overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen instelling opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend in de betreffende instelling. De maatschappijen die in de consolidatie betrokken zijn, blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; deconsolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen en indien de maatschappij slechts gehouden wordt om te vervreemden. 1.7 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen bij geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. 1.8 Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
43
Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. 2.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar door de invoering van de Regeling Jaarverslageving onderwijs per 1 januari 2008. Het effect voor ROC MN is echter beperkt en heeft alleen betrekking op de presentatie van de post "Egalisatierekening investeringssubsidies". Per 1 januari 2008 is deze post ad. € 49 K ondergebracht bij de post "Overlopende passiva" (ultimo 2008: € 17 K). 2.4 Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, die in het kader van de OKF-operatie zijn overgedragen, zijn gewaardeerd tegen de normatieve waarde verminderd met de afschrijvingen. In 2009 heeft geen herwaardering op de normatieve waarde plaatsgevonden. De overige gebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 2.6. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. 2.5 Financiële vaste activa De deelnemingen waarop invloed van betekenis wordt uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de netto vermogenswaarde, berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien er een negatieve waarde ontstaat, wordt voor dat deel een voorziening opgenomen. Deelnemingen waar de instelling invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode worden de deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van de instelling in de vermogenswaarde vermeerderd met het aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in deze jaarrekening. In de exploitatierekening wordt het aandeel van de instelling in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Voor deelnemingen waarvan de nettovermogenswaarde negatief is, wordt indien aanzuivering van het vermogen zal plaatsvinden een voorziening getroffen. 2.6 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Per verslagdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de reëele waarde van een actief minus verkoopkosten of de bedrijfswaarde. Indien de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, wordt het actief geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. 2.7 Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen inkoop- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van een (eventuele) voorziening voor incourantheid. 2.8 Onderhanden projecten De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen kosten van direct materiaalgebruik en arbeid, met een opslag voor indirecte kosten. Een voorziening voor verwachte verliezen voor een project wordt in mindering gebracht op de post onderhanden werk voor zover deze niet groter is dan de actiefpost van dit project. De vervallen termijnen die in relatie staan tot het onderhanden werk worden in mindering gebracht op het onderhanden werk. De daadwerkelijk vooruitgefactureerde en vooruitontvangen termijnen worden opgenomen onder de kortlopende schulden. 2.9 Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. 2.10 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de gevolgde bedrijfseconomische grondslagen anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voorzover reeds bij wet vastgesteld. Latente belastingvorderingen, met inbegrip van die voortvloeiend uit voorwaartse verliescompensatie, worden gewaardeerd indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Belastinglatenties worden gewaardeerd op nominale waarde.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
44
Grondslagen voor waardering van activa en passiva (vervolg) 2.11 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. 2.12 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Bestemmingsreserve A Het bedrag en de beperkte doelstelling van iedere bestemmingsreserve moet worden vermeld, alsmede het feit dat het bestuur deze beperking heeft aangebracht. Bestemmingsfonds A Het bedrag en de beperkte doelstelling van ieder bestemmingsfonds moet worden vermeld, alsmede de reden van deze beperking en alle overige voorwaarden die door derden zijn gesteld. Voor een verdere toelichting van het vermogen wordt verwezen naar het enkelvoudig deel van deze jaarrekening. 2.12 Eigen Vermogen Segmentatie Met de invoering van BW/RJ 660 in 2008 is het aan de mbo-instelling de keuze te maken voor handhaving van het vermogen als volledig publiek dan wel te splitsen in een deel publiek en een deel privaat vermogen. Als er geen keuze wordt gemaakt, is het gehele vermogen publiek. Hiertoe zijn de activiteiten geinventariseerd en conform de MBO Guidelines gerubriceerd in de volgende drie categorieën A publieke activiteiten (publieke taak, gericht op de publieke doelen zoals in de WEB omschreven) B private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (bijvoorbeeld inburgering, re-integratie en contractactiviteiten in het verlengde van de publieke taak). C overige private activiteiten (bijvoorbeeld contractactiviteiten niet in het verlengde van de publieke taak Conclusie van dit onderzoek is alle activiteiten die ROC Midden Nederland verricht vallen onder publieke activiteiten, danwel onder private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke taak. 2.14 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. 2.15 Langlopende schulden Langlopende schulden worden opgenomen tegen nominale waarde. 2.16 financiële instrumenten Het ROC Midden Nederland past kostprijshedge-accounting toe voor de renteswaps die ervoor zorgen dat bepaalde vastrentende schulden worden omgezet in variabel rentende leningen. Het ineffectieve deel van de waardeverandering van de renteswaps worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder de financiële baten en lasten.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
45
Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1 Algemeen Het jaarresultaat wordt bepaald door de opbrengsten te verminderen met de kosten en lasten over dezelfde periode. Daarbij worden baten aan het verslagjaar toegerekend voor zover de betreffende prestaties zijn verricht in het verslagjaar. De kosten en opbrengsten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de onder de grondslagen van waardering vermelde levensduur. 3.2 Opbrengstverantwoording Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Projectopbrengsten en projectkosten Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als nettoomzet en kosten in de staat van baten en lasten naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoCmethode). 3.3 Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. 3.4 Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. 3.5 Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. 3.6 Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 3.7 Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. 3.8 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. 3.9 Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
46
Toelichting op de geconsolideerde balans x € 1.000
Materiële vaste Activa
Geconsolideerd
Gebouwen
Terreinen
Inventaris en apparatuur
Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa
Totaal
€
€
€
€
€
€
€
91.692 -30.341
12.494 0
76.849 -65.043
0 0
0 0
0 0
181.035 -95.384
Boekwaarden
61.351
12.494
11.806
0
0
0
85.651
Mutaties Investeringen Herwaarderingen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Desinvesteringen (aanpassing 2007) Afschrijvingen desinvesteringen (aanpassing 2007)
2.560 -10 0 -3.426 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
1.744 0 -42 -4.371 35 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
4.305 -10 -42 -7.797 35 0 0
-875
0
-2.634
0
0
0
-3.510
12.494 0
78.551 -69.380
0 0
0 0
0 0
185.288 -103.147
60.476
12.494
9.171
0
0
0
82.141
Afschrijvings-percentages
2,5 - 3,33
0
5 - 33,3
0
0
0
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen
Bedrag
Stand per 31 december 2008 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waarde-verminderingen en afschrijvingen
Saldo Stand per 31 december 2009 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waarde-verminderingen en afschrijvingen
94.243 -33.767
Andere In uitvoering vaste van vooruitbedrijfsmid betalingen delen
0
Boekwaarden
1.1.a.1 OZB waarde gebouwen en terreinen 1.1.a.2 Verzekerde waarde gebouwen
Peildatum
€ 89,9 mln 1-jan-09 € 178,6 mln 31-dec-09
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
47
Toelichting op de geconsolideerde balans x € 1.000
Stand per 31 december 2008 Investeringen Resultaat deelnemingen Koersverschillen Nieuwe consolidaties Dividend Desinvesteringen Mutatie als gevolg van afwaardering Waarde-verminderingen Stand per 31 december 2009
Financiele vaste activa
Geconsolideerd
Deelnemingen
Vorderingen op OCW
Effecten
Overige vorderingen*
Totaal
€ 0
€
€
€ 756
€ 756 0 0 0 0 0 0 7560
756-
-
-
-
0-
* Betreft de vpb-belastinglatentie, die vanaf 2009 is ondergebracht onder de rubriek "Financiele vaste activa" De belastinglatentie is gewaardeerd op nominale waarde. De berekening van de latente belastingvordering geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voorzover reeds bij wet vastgesteld. De latente belastingvordering, met inbegrip van die voortvloeiend uit voorwaartse verliescompensatie, worden gewaardeerd indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.
0-
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de geconsolideerde balans
48
Cfi model B53 t/m B55
Vlottende activa
X € 1.000 31-12-2009 €
€
31-12-2008 €
€
Vorderingen Debiteuren Debiteuren zakelijk Debiteuren gemeenten Debiteuren personeel Totaal debiteuren
1511 1512 1513
4.181 2.879 2
5.574 2.220 2 7.062
7.796
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Stand per 31 december 2008 Onttrekking Dotatie/ vrijval Stand per 31 december 2009
2009 207 -66 311 451
2008 351 -39 -105 207
Ministerie van OCW Vorderingen inzake ESF subsidies (*)
1.195
1.090
371
814
2009 429 -221 2 210
2008 444 -165 150 429
In de post debiteuren zakelijk is de voorziening dubieuze debiteuren gesaldeerd conform onderstaand overzicht met het saldo van per 31 december
1521
(*) Een uitgebreide specificatie is opgenomen in bijlage 4.
Deelnemers/cursisten 1541 In de post deelnemers is de voorziening dubieuze debiteuren gesaldeerd gesaldeerd conform onderstaand overzicht (per 31 december) Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Stand per 31 december 2008 Onttrekking Dotatie/ vrijval Stand per 31 december 2009 Overige vorderingen Gemeenten Overige vorderingen
1551 1554
3.785 395
Totaal overige vorderingen Overlopende activa Nog te factureren omzet Vooruitbetaalde kosten Diverse overlopende activa
5.181 129 4.181
1562 1563
Totaal overlopende activa
Totaal vorderingen
0 1.673 1.351
5.311
155 1.114 687 3.024
1.956
15.833
16.967
5.736 22 15.047
7.982 20 995
20.806
8.997
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
Liquide middelen 1.7.1 Banken 1.7.2 Kasmiddelen 1.7.4 Spaarrekeningen/deposito's
1711 1721 1731
Totaal liquide middelen De liquiditeiten staan na aftrek van de verstrekte bankgaranties ad. € 78 geheel ter vrije beschikking.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de geconsolideerde balans (vervolg)
Cfi model B56 t/m B57
Eigen vermogen en voorzieningen
Boekwaarde 31-12-2008
Eigen vermogen 2.1.2 Algemene reserve Algemene reserve en resultaatbestemming Reserve Stichting Van Beuningenfonds 2.1.3 Bestemmingsreserves Egalisatiereserve huisvesting 1) Mobiliteitsbevordering 2) Subtotaal
Totaal eigen vermogen
49
Mutaties +
Mutaties -
€
€
-11.262 540 -10.721
Boekwaarde 31-12-2009
€
€
6.176 7 6.183
0
-5.086 547 -4.539
37.307 3.259 40.566
0
1.325 3.259 4.584
35.982 0 35.982
29.845
6.183
4.584
31.444
1) Deze reserve is ten behoeve van egalisatie van exploitatieresultaten huisvesting welke mede door grote investeringen en desinvesteringen forse schommelingen te weeg brengt. Het resultaat van huisvesting 2009 is toegevoegd aan de bestemmingsreserve huisvesting. Het doel en verwachting is dat het huisvestingsresultaat meerjarig hieruit kan worden gefinancieerd. 2) Deze reserve is een salderingsrekening (fonds) welke t/m 2006 gevoed is vanuit een resterend saldo wachtgeldbekostiging en dient ter dekking van kosten voortvloeiende uit mobiliteitsbeleid als gevolg van reorganisaties en herstructureringen. Onttrekkingen kunnen alleen plaatsvinden tot zover het saldo van het fonds het toelaat (lees: positief is)” . In 2009 zijn de kosten ter dekking van het mobiliteitsbeleid opgenomen in de voorziening reoganisatie, waardoor het doel van deze reserve is komen te vervallen en deze reserve is vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de geconsolideerde balans (vervolg) Voorzieningen
50 Cfi model B57
x € 1.000 Mutaties 2009 Saldo 31-12-2008
Dotaties
Onttrekkinge n
Saldo 31-12-2009
Vrijval
Onderverdeling saldo
Kortlopend deel Langlopend deel < 1 jaar > 1 jaar
€
€
€
€
€
2.255 2.255
509 509
205 205
31 31
2.528 2.528
1.046 1.046
1.482 1.482
Uitgestelde personele beloningen Voorziening Bapo Voorziening Jubileumverplichtingen Totaal Uitgestelde personele beloningen
16.360 1.869 18.229
481 481
2.032 175 2.207
852 152 1.005
13.476 2.022 15.498
2.000 175 2.175
11.476 1.847 13.323
Wachtgelden Totaal wachtgelden
12.615 12.615
0
1.075 1.075
1.314 1.314
10.226 10.226
1.083 1.083
9.143 9.143
Voorziening reorganisatie
3.847
5.220
2.145
0
6.923
4.638
2.285
Voorzieningen personeel overig Voorziening leegstand gehuurde gebouwen Voorziening ontmantelingskosten Voorziening Rente Swap Projecten en activiteiten Totaal overige voorzieningen
185 2.083 200 2.425 3.575 8.468
9 446
4 397
7 343
384 784
2.425 0 2.775
524 200 668 1.392
183 1.266 -
348 803
183 1.790 200 0 3.538 5.711
45.414
7.013
6.417
5.124
40.886
10.334
30.552
Groot onderhoud Voorziening groot onderhoud
Totaal voorzieningen
2.870 4.319
Voorziening groot onderhoud Deze kostenegalisatievoorziening beoogt egalisatie van kosten voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud van onroerende zaken die over de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. Voorziening Bapo Conform CAO Bve heeft het personeel bij ROC Midden Nederland recht op de Bapo-regeling (Bevordering arbeidsparticipatie ouderen), welke als doel heeft het behouden van senioren voor het arbeidsproces door taakverlichting en -vermindering. Personeel dat gebruik maakt van de regeling (per 1 januari 2009 vanaf 53 jaar tot einde dienstverband) kiest ervoor de feitelijke jaartaak te verminderen tegen gedeeltelijke inlevering van het salaris. De toekomstige gedeeltelijke vergoeding door de werkgever is aan te merken als een uitgestelde beloning waarvoor conform RJ 271 een voorziening is gevormd. De leeftijdsopbouw van het personeel binnen de organisatie is dusdanig dat een groot deel hiervan Bapo gerechtigd is of binnen enkele jaren dit zal worden. In deze voorziening worden per medewerker die 47 jaar of ouder is, rekening houdend met de periode in dienst, de totale rechten bepaald. Bij de berekening van de voorziening is rekening gehouden met een 'blijfkans van het huidig personeel', 'ontwikkeling salaris', 'mate van gebruik' en 'contante waarde'. Voorziening Jubileumrechten Conform Cao Bve heeft het personeel van ROC Midden Nederland bij 25 en/of 40 jarig ambtelijk dienstverband recht op een jubileumgratificatie. Deze gratificatie is bij 25 jarige diensttijd 50% en bij 40 jarig jubileum 100% van de bezoldiging (per maand inclusief vakantiegeld). De toekomstige gratificatie is aan te merken als een uitgestelde beloning waarvoor conform RJ 271 een voorziening is gevormd. De gemiddelde (ambtelijke) diensttijd is gelet op de leeftijdsopbouw dusdanig dat ROC MN de komende periode in toenemende mate met jubileumrechten zal worden geconfronteerd. Bij de berekening is rekening gehouden met de individuele situatie van de personeelsleden en de contante waarde van deze verplichting. Voorziening wachtgeld Met ingang van 1 juli 2005 is de instelling door gewijzigde regelgeving volledig risicodrager voor het wachtgeldrisico. Hiervoor is een voorziening getroffen. De wachtgeldvoorziening is gevormd voor de per balansdatum bestaande (bovenwettelijke) wachtgeldverplichtingen. De totale toekomstige lasten worden voorzien voor de volledige termijn waarop de gerechtigde recht heeft. Deze verplichting is contant gemaakt. Daarnaast een voorziening gevormd ter dekking van de kosten van WW en BW uitkeringen van medewerkers die als gevolg van de reorganisatie ROC Midden Nederland in 2010 en 2011 zullen verlaten. Voorziening reorganisatie Deze voorziening is gevormd ten behoeve van een rocbrede reorganisatie, waarbij sprake is van een boventalligheid van 190 fte. Binnen de gevormde voorziening zijn een viertal maatregelen te onderscheiden (Vertrekpremie boven FPU spilleeftijd/ VVU regeling/ Begeleiding tijdelijke medewerkers die voor ontslag in aanmerking komen en Vrijwillige mobiliteit). Personele voorzieningen De voorziening voor de spaarverlofregeling zal in de komende jaren gaan verdwijnen omdat door de komst van de levensloopregeling opbouw niet meer mogelijk is (excl. indexatie). In de komende jaren zal er alleen nog sprake zijn van onttrekking. Voorziening leegstand gehuurde gebouwen Deze voorziening is in de eerste plaats voor gehuurde gebouwen die meerjarig niet gebruikt worden maar waarvoor wel een langdurige huurverplichting bestaat. Bij de berekening is rekening gehouden met de verwachting of deze kosten kunnen worden verminderd door onderverhuur of de huurperiode kan worden verkort door voortijdige opzegging. Daarnaast is er ter dekking van de kosten van de huurpanden die afgestoten zullen worden conform een strategisch huisvestingsplan, een bedrag voorzien gelijk aan de huurkosten van een periode van 3 maanden en overige onvermijdbare kosten. In de laatste plaats is er bij de af te stoten eigendomspanden vanuit gegaan dat een pand gemiddeld 1 jaar leegstaat tot het moment dat het pand verkocht wordt. Voorziening ontmantelingskosten Deze voorziening is getroffen voor de verwachte kosten voortkomend uit de voorgenomen sloop van een deel van de Grebbeberglaan. Voorziening rente-swap (ter afdekking negatieve waarde) Op 18 juli 2002 is een rente-swap afgesloten met de Rabobank op een nominaal bedrag van € 15 mln met als ingangsdatum 02-01-2008 en als afloopdatum 03-01-2023. Deze rente-swap is doorgerold in 2007 en in 2008 met als ingangsdatum 02-01-2009 en als afloopdatum 03-01-2024. De vaste rente is vastgesteld op 5,95% (exclusief debiteurenopslag). Eind 2009 zijn 3 panden ( Kretadreef 61Utrecht, Disketteweg 10 Amersfoort en Noordweg 12 Zeist; met een financiële waarde van € 17 mln) in onderpand gegeven aan het Ministerie van Financiën, ter zekerstelling aan een lening van € 15 mln (3 maands euribor). Hiermee is de positie van de SWAP (rente instrument ter waarde van € 15 mln, 15 jaar aflopend, 5,95 % fixed versus 3-maands-euribor) perfect gehedge en de voorziening vrijgevallen. Voorziening Projecten en activiteiten Binnen deze rubriek is in de eerste plaats een voorziening opgenomen om afrekenrisico inzake de ESF/OCW subsidies voor VSV/BBL op te vangen. In de tweede plaats zijn de kosten voorzien voor het opleveringsklaar maken van de panden. Deze bestaan uit uitruimkosten en het in oorspronkelijke staat terugbrengen van de af te stoten huurpanden (aanpassingskosten). Deze voorziening is tevens gevormd voor het maken van dubbele kosten. Gedurende de periode 2009-2010 zal er een nieuw HRM-pakket worden ingevoerd. Bij de overgang naar het nieuwe pakket zullen dubbele ICT-kosten gemaakt worden waar geen dekking tegenover staat.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de geconsolideerde balans (vervolg)
51
Cfi model B58
Langlopende schulden
X € 1.000
2.5.2 Kredietinstellingen Rabobank (hypotheekinschrijving € 5.000)
Stand per
Aangegane
31-12-2008
leningen 2009
10.100
Ministerie van Financien (schatkistbankieren)
Totaal kredietinstellingen
Aflossingen 2009 Stand per
31-
Rente %
12-2009
Resterende looptijd in jaren
10.100
0
0
15.000
1.000
14.000
10.100
15.000
11.100
14.000
5,65% 3mnd euribor + 0,1%
14
Algemeen ROC Midden Nederland had één lening lopen bij de Rabobank tegen een rentepercentage van 5,65%. Per 1-10-2009 is deze lening afgelost. Tegelijk is er een nieuwe lening aangegaan via Schatkistbankieren bij het Ministerie van Financien. Deze lening is groot € 15 mln, waarvan € 1 mln kortlopend is. Deze wordt verantwoord bij de - kortlopende schulden (kredietinstellingen). Deze lening is aangegaan om een perfect hedge tot stand te brengen met de swap. Rabobank - Bij de Rabobank lopen ultimo 2009 geen financieringsfaciliteiten meer. De gestelde zekerheden bij de Rabobank bestaan uit: - Hypotheek ad € 0,95 mln op Dasseweide 3 te Nieuwegein. - Hypotheek ad € 55 mln op: o Utrecht: Amerikalaan 109; Brandenburchdreef 20; Grebbeberglaan 15; Kampereiland 6 en Vondellaan 174. o Nieuwegein: Dasseweide 3 en Harmonielaan 2. Vanwege de opgeheven financieringsfaciliteiten worden bij de Rabobank de bovengenoemde hypothecaire zekerheden geroyeerd. Dit is in mei 2010 afgehandeld. Ministerie van Financien - Bij het Ministerie van Financien loopt vanaf 1-10-2009 een lening ad € 15 mln tegen 3-maands euribor + 0,1%. Deze lening loopt jaarlijks lineair af met € 1 mln. De gestelde zekerheden bij het Ministerie van Financien bestaan uit: - Hypotheek ad € 3,7 mln op Kretadreef 61, te Utrecht; - Hypotheek ad € 11,3 mln op Disketteweg 10, te Amersfoort; - Hypotheek ad € 2,2 mln op Noordweg 12, te Zeist. 31-12-2009 Overige langlopende schulden Overige Totaal overige langlopende schulden
Totaal langlopende schulden
2541
31-12-2008
38
38 38
38
14.038
10.138
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de geconsolideerde balans (vervolg)
Cfi model B59
Kortlopende schulden
2.6 2.6.1 2.6.3 2.6.4 2.6.6 2.6.7
X € 1.000
31-12-2009 €
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren OCW Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden
2.6.9 Overlopende passiva Reservering vakantietoeslag Vakantiedagen Ministerie van OCW geoormerkte bijdragen Vooruitontvangen investeringssubsidies (*) Vooruitontvangen leerlinggelden Vooruitontvangen bijdragen gemeenten Vooruitontvangen contractactiviteiten Vooruitontvangen/overlopende projecten Overige overlopende passiva
52
2611 2631 2641 2661 2671 2681
2691 2692 2693 2694 2695 2696 2697 2698 2699
31-12-2008 €
€ 1.000 6.485 33 5.225 1.401 219
3.357 1.517 4.082 0 910 930 -1 1.493 5.763
Totaal kortlopende schulden
€ 1.000 2.720 0 4.748 1.531 300
3.464 1.077 4.306 17 833 1.783 359 480 4.355 18.050
16.674
32.413
26.973
(*) De egalisatierekening investeringssubsidies is cf. nieuwe Regeling jaarverslaggeving onderwijs per 1 januari 2008 ondergebracht bij de overlopende passiva.
31-12-2008 Overzicht geoormerkte bijdragen OCW (RJ 660, model G) LGF 2008/2009 => naar schulden ocw
181
Strategisch bel. plan internat. Silo 002120 e-link Stagebox 2008 Innovatiebox FES 2008 Innovatiebox 2008 Pres.Sub.Convenant 2009 Projectsubsidie VSV8 Eem en Vallei LGF 2006/2007 LGF 2007/2008 Overgangsregeling MBO Visueel gehandicapten 2009 Stagebox 2009 Innovatiebox 2009 structureel Projectsubsidie VSV9 Eem en Vallei Schoolmaatschappelijk werk 2009 Krachtig meesterschap LGF 2009/2010 Pres. Sub convenant 2010 Tijdelijke plusvoorzieningen overbelaste jongeren Eem & Vallei Tijdelijke regeling opvang conjuncturele effecten 2009 Tijdelijke regeling opvang conj effecten : mobiliteitsregistratie/opl adv Regeling versterking salarismix leraren mbo in de randstad
7 19 64 1.802 1.431 510 292
Totaal geoormerkte subsidies OCW (*)
4.306
(*) Een uitgebreide specificatie en toelichting is opgenomen in bijlage 5.
Ontvangen in Lasten in 2009 Afgedragen 2009 aan derden -30 118
4 -1 -24 20 1.198 1.715 447 668 104 321 682 131 305 394 1.126
7 19 64 1.802 1.431 0 109 4 -1 -24 20 1.065 924 0 5 0 131 0 0 0 0 1.126
6.782
6.682
-308
142
142
31-12-2009 33 0 0 0 0 0 202 41 0 0 0 0 133 791 447 662 104 189 682 131 305 394 0 4.082
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
53
Cfi model B6
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
X € 1.000
Voorwaardelijke verplichtingen: Bankgaranties Ultimo 2009 zijn door de Stichting bankgaranties verstrekt aan: Contractpartij De Waal Beheer O.G. Beheer-maatschappij Kraaikamp B.V.
looptijd onbepaald onbepaald
€ 75 3
(Meerjarige) financiële verplichtingen: Meerjarige huurverplichting met betrekking tot het vastgoed Ten aanzien van de volgende locaties bestaan langdurige huurovereenkomsten. Adres: Newtonbaan 12 Kanaalweg 84a + 84b Martinbaan 4 Disketteweg 11 Ravellaan 7 Pahud de Mortagnedreef Graaf Adolflaan Di Lassostraat 65 Cathesiusweg 90a Utrechthaven 11a Bloemstede 3/4 Bisschopsweg 167 Mr Abbink Spainkstraat 36 Ariaweg 113 Poeldijk Maartvlinder 7 Kerkstraat 28 Kerkplein 2 Leuvenplein 12-13 Pr. Wilhelminalaan 31 Jan Steenstraat 2 Prins Hendrikstraat 5 Klaproos 2 Prof. dr. T.M.C. Asserweg 2 Walplantsoen 14 Hazelaarsplein 4 Nieuwe Zandweg 16 De Akker 41 Adelaarstraat Structuurbaan Onderdoor 7 Schooneggendreef Totaal
Plaats: Nieuwegein Utrecht Nieuwegein Amersfoort Utrecht Utrecht Zeist Soest Utrecht Nieuwegein Maarssen Amersfoort IJsselstein Amersfoort Breukelen Utrecht Baarn Doorn Utrecht Mijdrecht Woerden Bunschoten Dreibergen de Bilt Wijk bij Duurstede Vianen Linschoten Lopik Utrecht Nieuwegein Houten Utrecht
Huur bedrag p/j 661 641 491 363 290 189 77 64 89 71 39 32 26 19 17 12 12 11 10 6 5 6 11 6 3 5 2 32 152 70 221 3.633
Einde contract 31-7-2011 31-7-2012 31-7-2012 1-12-2012 31-7-2012 15-5-2015 31-7-2010 onbepaald 31-7-2012 onbepaald onbepaald onbepaald 15-7-2011 onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald 31-7-2012 onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald 2010 per jaar bekeken 31-8-2018 per jaar bekeken 31-8-2018
Langlopende huurverplichtingen In 2005 is een huurovereenkomst getekend met Océ Document Print Services voor een periode van 72 maanden betreffende de huur van copiers en printers ingaande 1 april 2005. Contractwaarde € 385 per jaar. Voor dezelfde periode is een dienstverleningsovereenkomst aangegaan met Océ Facility Services voor het verlenen van reprografische diensten. Leaseverplichting Er zijn meerjarige leaseverplichtingen ten behoeve van motorvoertuigen aangegaan ten bedrage van € 36 op jaarbasis. Stichting Waarborgfonds Bve Indien instellingen niet langer aan hun financiele verplichting voor de geborgde leningen kunnen voldoen, kan binnen de daartoe geldende regels het Waarborgfonds worden aangesproken. Mede ter afdekking van dit risico houdt de Stichting een eigen vermogen aan. Dit vermogen is per 31 december 2009 aangegroeid tot € 18,8 miljoen (2008: € 18,1 miljoen). Mocht het eigen vermogen de minimale omvang van € 9,98 miljoen van het waarborgdepot onderschrijden dan hebben de aangesloten instellingen zich verbonden om dit vermogen aan te vullen naar evenredigheid van de in dat jaar ontvangen rijksbijdrage. Deze verplichte bijdrage geldt tot een maximum van 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage. Op deze wijze beschikt het Waarborgfonds over een aanvullende zekerheid van maximaal € 72 miljoen op jaarbasis (gegevens 2008). Investeringsverplichtingen In december 2009 is er een verplichting aangegaan inzake backup, storage en data domain investeringen ter waarde van € 550. Levering en facturatie vindt in 2010 plaats. Per 31 december 2009 zijn er geen bouwverplichtingen aangegaan met aannemers.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
54
Cfi model B7
Overzicht verbonden partijen
X 1.000
De Stichting ROC Midden Nederland is 100% aandeelhouder van Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten B.V., waarvan het College van Bestuur de statutaire directie vormt. Een Raad van Commissarissen is ingesteld bij deze besloten vennootschap. Deze holding stelt zich ten doel via dochterwerkmaatschappijen de ontwikkeling van contractactiviteiten te bevorderen. Holding ROC Midden Nederland contractactiviteiten B.V. heeft drie dochtermaatschappijen, te weten Gildevaart Contract B.V., Bedrijfsopleidingen Midden Nederland BV (voorheen ROC Utrecht Training & Advies B.V.) en ROC Utrecht Maatwerk B.V. In 2007 is ROC Maatwerk B.V geliquideerd. Verder zijn aan ROC Midden Nederland twee actieve zogenaamde steunstichtingen verbonden. Het betreft de stichting “Van Beuningenfonds” te Utrecht en de stichting "Vaartsche Rijn" te Nieuwegein. Het bestuur van de Stichting van Beuningenfonds wordt uitgeoefend door het College van Bestuur van Stichting ROC Midden Nederland. De stichting "Van Beuningenfonds" heeft als doel de achterstandsdeelnemers van ROC Midden Nederland te ondersteunen. De Stichting Vaartsche Rijn bevordert de BBL-leerroute binnen ROC Midden Nederland. Het bestuur van deze Stichting doet een bindende voordracht voor één lid van de Raad van Toezicht van ROC Midden Nederland en is vertegenwoordigd in de adviescommissie BBL. Meerderheidsdeelneming
Beslissende zeggenschap
Naam
Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten B.V.
Stichting Van Beuningenfonds
Juridische vorm
Besloten Vennootschap
Stichting
Statutaire zetel
Utrecht
Utrecht
Code Activiteit
1. Contractonderwijs
4. Overig
-4.421 -1.484 2.486
547 0 0
Nee Ja 100%
Nee Ja 100%
Eigen vermogen 31 december 2009 Exploitatiesaldo 2009 Omzet 2009 (*) Verklaring art 2:403 BW Consolidatie Percentage deelneming
Overige verbonden partijen De Stichting ROC Midden Nederland neemt samen met 3 andere ROC's deel in de op 3 maart 2004 opgerichte stichting ROC-opleidingen.nl. Het doel van deze stichting is het verzorgen, bevorderen en afstemmen van (internet) marketingactiviteiten voor contractactiviteiten van deelnemende instellingen. (*) De contractomzet wordt gesplitst naar financieringsbron. Dit betekent dat alle crebo of overwegend crebo gefinancierde opbrengst in de Stichting wordt verantwoord. Alle andere contractomzet wordt verantwoord binnen de Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten BV.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
55
Cfi model B81 t/m B84
Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening
X 1.000
€ 3.
Begroting 2009
2009
CFI code
€
€
2008 €
€
€
Baten Rijksbijdragen OCW
3.1.1 (Normatieve) rijksbijdrage OCW Geoormerkte subsidies 3.1.2 Niet geoormerkte subsidies
3111 3121 3122
Totaal OCW
3.2.1
104.638 6.167 4.135
105.412 8.251 6.916
120.650
114.940
120.579
Overige overheidsbijdragen
Gemeentelijke bijdrage educatie 3.2.2 Overige gemeentelijke bijdragen
3211 3213
17.697 1.665
Totaal gemeentelijke bijdragen Overig Equal/ESF Totaal overig
3.5.1 College-, cursus-, les- en examengelden
17.995 620 19.362
3221
105
Totaal overige overheidsbijdragen
3.4
109.531 5.679 5.440
3511
16.277 2.269 18.615
0
18.546
0
105
0
0
19.466
18.615
18.546
2.547
2.905
3.092
Opbrengst werk i.o.v. derden Contractonderwijs Gemeentelijke bijdrage inburgering
3411
Totaal opbrengst werk i.o.v. derden
7.144 3.317
6.905 3.300
10.805 3.559
10.461
10.205
14.364
1.696 961 219 152 330
1.476 758 110 152 125
2.088 1.295 274 414 2.397
3.357
2.621
6.468
Overige baten 3.5.3 Projecten (geen overheidsbijdragen) 3.5.5 Verhuur onroerend goed 3.5.8 Restauratieve voorzieningen 3.5.9 Stage- en schoolactiviteiten 3.5.10Overige (*)
3521 3541 3561 3571 3581
Totaal overige baten
(*) Onder de post "overige" is in 2008 een bedrag opgenomen van € 995.572 betreffende de verkoop van het pand Churchillaan 156 te Urecht. Deze opbrengst is aan te merken als een bijzonder resultaat.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
56
Cfi model B85 t/m B88
Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening (vervolg) 4.
X 1.000 begroting
Lasten
2009 €
2009 €
€
2008 €
€
€
Personele lasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Sociale lasten Pensioenlasten Totaal lonen en salarissen incl. werkgeverslasten 4.1.3 4.1.3.1Dotatie/vrijval voorziening 4.1.3.2Personeel niet in loondienst 4.1.3.3Overige Totaal overige personele lasten
4111 4121 4122
4.1.4 Uitkeringen -/-
4141
84.991 9.181 10.755
87.481 8.247 10.726 104.928
4131 4132 4133
3.435 5.518 426
102.319 358 4.867 5.108
9.379
Totaal personele lasten
106.454 10.659 16.110 1.137
10.334
27.906
-438
-161
-382
113.869
112.492
133.978
3.426 4.371
4.000 4.438
3.686 5.081
7.797
8.438
8.767
4.099 791 1.094 2.541 2.493 847 150 -269
3.200 0 960 2.125 2.245 809 160 390
4.201 1.060 1.760 2.489 2.471 876 290 -687
11.746
9.889
12.460
Afschrijvingen 4.2.2 Gebouwen 4.2.3 Inventaris en apparatuur
4221 4231
Totaal afschrijvingen
Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Dotatie/ vrijval voorzieningen huisvesting Klein onderhoud en exploitatie, incl. tuinonderhoud Energie en water Schoonmaakkosten en vuilafvoer Heffingen/belastingen/verzekeringen Beveiligingskosten 4.3.7 Overige huisvestingslasten
4311 4321 4331 4341 4351 4361 4371 4381
Totaal huisvestingslasten
Overige instellingslasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten Inkoopkosten werk voor derden Administratie en beheer ICT-gerelateerd Abonnementen en contributies Reprokosten (incl. huur kopieerapparaten) Porto- en telefoonkosten Advieskosten Accountantskosten Kantoorartikelen Administratie en beheer overig
4411 4412 4413 4414 4415 4416 4417 4418 4419
7.074 1.895 838 1.458 564 329 171 280 468
Totaal administratie en beheer 4.4.2 Leermiddelen en activiteiten Leermiddelen en activiteiten Leermiddelen ICT-gerelateerd Examenkosten en externe legitimering
13.078
4421 4422 4423
3.729 663 969
Totaal leermiddelen en activiteiten 4.4.3 Dotatie/vrijval overige voorzieningen
5.400 2.548 972 1.161 816 553 278 203 601
4431
7.428 2.185 902 1.356 824 1.026 221 423 672 12.532
4.218 385 880
15.036
5.124 532 839
5.361
5.483
6.495
-1.974
181
1.935
(incl. dotatie voorz. dubieuze debiteuren)
4.4.4 Overige PR & Marketing Restauratieve voorzieningen Overige Totaal overige
Totaal overige materiële lasten
4441 4442 4443
1.312 1.302 55
1.428 829 204
1.957 1.477 253
2.670
2.461
3.687
19.134
20.658
27.153
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
57
Cfi model B89
Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening (vervolg) Financiële baten en lasten
X 1.000 begroting 2009
2009 €
5.1 Financiële baten 5.1.1 Financiële baten
5111
464
810
464
5211
€
234
Financiële baten 5.2 Financiële lasten 5.2.1 Financiële lasten
2008 €
234
2.043
810
1.661
Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
726
2.043
1.661
726
-1.579
-1.427
84
Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2009 waren gemiddeld 1.646 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2008: 1.786).
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Duur dienstverband in het verslagjaar
Belastbaar loon
Pensioenafdracht (werkgevers- en werknemersdeel)
Functie
In dienst in 2009
1 Voorzitter CvB 2 lid CvB/CFO 3 Afdelingsmanager
1-1 tot 1-5 € 1-1 t/m 31-12 € 1-1 t/m 31-12 €
2009
72 148 190
2009
2008
€ € €
171 189 56
€ € €
13 52 13
2008
€ € €
(x € 1.000)
Overige vergoeding en betaalbaar Bijv. levensloop, reserveringe n voor
Uitkeringen ivm beëindiging van het dienstverband
2009
2009 en 2008
38 33 12
geen geen geen
€ € €
Totaal
2009
2008
166 -
€ € €
-
€ € €
251 199 203
Motivering overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van onze ministers over het jaar 2009 (€ 188.000): Voorzitter CvB Uitkering ivm beëindiging van het dienstverband (€ 166) lid CvB/CFO Extra pensioenafdracht in 2009 ten bedrage van € 13 (25,3% x € 52) over een verrichte nabetaling in 2008 Afdelingsmanager Uitkering ivm beëindiging van het dienstverband opgenomen in het belastbaar loon (€ 128) De voorzitter van het CvB is in 2009 tot 1 mei in dienst geweest. Conform de bepalingen in zijn contract is bij de beëindiging tevens een bedrag ter hoogte van 1 jaarsalaris (€166) vergoed. De hoogte van deze vergoeding is in overeenstemming met de richtlijn voor de beloning van bestuurders in de (BVE-) sector. De specificatie van de WOPT is opgenomen in bijlage 9a
Bezoldiging bestuurders (x € 1.000) College van Bestuur Dhr B.J.F. Fransen (tot 1-5-2009) Dhr L.K. Geluk (vanaf 1-9-2009) Dhr P.A.M. Thijssen Mw W.J.M. Hendrikx (vanaf 1-2-2009) Bezoldiging 2009 CvB totaal
Bezoldiging 244,0 54,4 213,7 154,4 666,5
Raad van Toezicht Prof. dr. P.A.H. van Lieshout Mr. H.J.M. Beekers Dr. F.E.H. van Eijkern Mw E. Karsten (tot 1-7-2009) Prof. dr. J.F.M.J. van Hout (vanaf 1-4-2009) Mw. Drs. D.M.J.J. Monissen (vanaf 1-4-2009) Bezoldiging RvT totaal 2009
De specificatie van de bezoldiging van de bestuurders is opgenomen in bijlage 9b
Bezoldiging 9,4 8,0 8,0 3,2 4,7 4,7 38,0
2008
€ € €
209 222 68
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Stichting ROC Midden Nederland (Enkelvoudig) Jaarrekening 2009
59
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Enkelvoudige Balans per 31 december 2009
Cfi model B9
Activa
x 1000 31-12-2009
Vaste Activa Materiële vaste activa Gebouwen Terreinen
Inventaris en apparatuur
€
31-12-2008
€
€
€
60.476 12.494 72.970
61.351 12.494 73.845
9.171
11.806
Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Van Beuningen fonds Totaal financiële vaste activa
60
82.141
548
Totaal vaste activa
85.651
541 548
541
82.689
86.192
Vlottende activa
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Deelnemers/cursisten Overige vorderingen Verbonden partijen (Holding ROC MN B.V.) Overlopende activa
4.378 1.195 343 4.180 8.324 2.321
4.226 1.090 697 5.291 12.898 1.551 20.741
25.753
Liquide middelen
18.452
2.387
Totaal vlottende activa
39.193
28.140
121.882
114.332
Totaal activa
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Enkelvoudige Balans per 31 december 2009 (na resultaatbestemming) Passiva
61
Cfi model B9 x 1000
31-12-2009 €
31-12-2008 €
€
€
Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves
-4.539 35.982
-10.721 40.566 31.444
29.845
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Voorziening wachtgelden Voorziening "uitgestelde personele beloningen" Voorziening reorganisatie Voorziening deelnemingen Overige voorzieningen
2.528 10.226 15.498 6.923 4.421 5.711
2.255 12.615 18.229 3.847 2.937 8.460 45.307
48.343
Langlopende schulden Kredietinstellingen Overige langlopende schulden
14.000 38
10.100 38 14.038
10.138
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Ministerie van OCW Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
2611 2631 2641 2661 2671 2681 2681
1.000 5.594 33 5.204 1.398 198 17.667
1.000 2.465 0 4.700 1.420 74 16.347 31.094
26.006
121.882
114.332
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009
63
Cfi model B10
Staat van baten en lasten
x 1.000 Resultaat 2009 € €
Begroting 2006 € €
€
Resultaat 2008 €
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en - subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
120.650 19.224 2.547 7.729 3.845
120.579 18.545 3.093 8.303 7.265 153.995
157.785
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
112.771 7.797 11.859 17.149
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten
132.103 8.767 12.329 22.503 149.576
175.702
4.419
-17.917
677 2.019
667 269 -1.343
398
Resultaat
3.076
-17.519
Resultaat deelnemingen
-1.477
-1.268
Nettoresultaat
1.599
-18.787
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland (Enkelvoudig) Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de enkelvoudige balans en staat van baten en lasten
64
x 1.000
Algemeen De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 2.5 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. We lichten die posten toe van de enkelvoudige jaarrekening indien deze afwijken van de geconsolideerde jaarrekening.
Financiele vaste activa
Mutaties Boekwaarde 01-01-2008
Investeringen 2009
€
€
Des- investeringen 2008 Resultaat 2009
€
€
Boekwaarde 31-12-2009
€
Deelnemingen Stichting Van Beuningenfonds
541
Totaal deelnemingen
541
0
0
7
548
7
548
Conform de grondslagen voor waardering van activa en passiva is er ten behoeve van de negatieve waarde van de deelneming "Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten B.V.", een voorziening opgenomen.
Vorderingen Onder de post "Verbonden partijen (Holding ROC MN B.V.)" wordt de rekening courantverhouding tussen de Stichting ROC Midden Nederland en de Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten B.V. weergegeven. Er zijn geen afspraken gemaakt over aflossingen en er zijn geen zekerheden gesteld. Over de rekening courantverhouding wordt rente berekend.
Liquide middelen De liquiditeiten staan na aftrek van de verstrekte bankgaranties ad. € 78 K geheel ter vrije beschikking.
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Toelichting op de onderscheiden posten van de enkelvoudige jaarrekening
Cfi model B5
Eigen vermogen
x 1.000 Boekwaarde
Mutaties +
Mutaties
-
31-12-2008
Eigen vermogen Algemene reserve Algemene reserve Reserve deelneming St. Van Beuningenfonds
€
€
€
Vrijval tgv alg
Boekwaarde
res
31-12-2009
€
€
-11.262 540 -10.721
1.592 7 1.599
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve huisvesting Mobiliteit
37.307 3.259
0
Subtotaal
40.566
0
0
-4.584
35.982
Totaal vermogen
29.845
1.599
0
0
31.444
4.584 0 0
4.584
-5.086 547 -4.539
-1.325 -3.259
35.982 0
Voorzieningen
x 1.000 Mutaties Saldo 31
Dotaties
Onttrekkingen Vrijval 2009
Saldo 31
december 2008 €
Voorziening groot onderhoud
2009 €
2009 €
december 2009 €
€
2.255
509
205
31
2.528
Uitgestelde personele beloningen Voorziening Bapo Voorziening jubilieumverplichtingen Totaal Uitgestelde personele beloningen
16.360 1.869 18.229
0 481 481
2.032 175 2.207
852 152 1.005
13.476 2.022 15.498
Voorziening wachtgelden
12.615
0
1.075
1.314
10.226
Voorziening reorganisatie
3.847
5.220
2.145
0
6.923
178 2.083 200 2.425 3.574 8.460
9 446
4 397
0 343
0 348 803
0 384 784
2.425 0 2.768
183 1.790 200 0 3.538 5.711
45.406
7.013
6.417
5.117
40.886
2.937
1.484
0
0
4.421
48.343
8.497
6.417
5.117
45.307
Voorziening overige Personeel overig Voorziening leegstand gehuurde gebouwen 2.4.4 Voorziening ontmantelingskosten Voorziening Rente Swap 2.4.5 Projecten en activiteiten Voorzieningen overige Totaal voorzieningen passiefzijde balans (excl. deelneming) 2.4.10 Voorziening deelnemingen (1) Totaal voorzieningen passiefzijde balans (incl. deelneming)
65
(1) Deze voorziening heeft betrekking op de negatieve vermogenswaarde van de Holding ROC Midden Nederland contractactiviteiten B.V. waarvan het voornemen bestaat dit tekort aan te vullen.
Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland (Enkelvoudig) Jaarrekening 2009
Pagina
66 Cfi model B12
Toelichting op de exploitatierekening
x 1.000
2009 €
€
Totaal opbrengst werk i.o.v. derden
2008 €
€
7.729
8.303
Mede naar aanleiding van aanbevelingen vanuit een algemeen onderzoek door de Rekenkamer en een brief van de toenmalige staatssecretaris Rutte is besloten om met ingang van 2006 de contractomzet te splitsen naar financieringsbron. Dit betekent dat alle crebo of overwegend crebo gefinancierde opbrengst in de Stichting wordt verantwoord. Alle andere contractomzet wordt verantwoord in Bedrijfsopleidingen Midden Nederland BV. De directe en indirecte kosten van de contractactiviteiten worden naar rato van de omzet toegedeeld aan de Stichting danwel Bedrijfsopleidingen Midden Nederland BV. 2009 €
€
College-, cursus-, les- en examengelden
2008 €
€
2.547
3.093
Overige baten Projecten (geen overheidsbijdragen) Restauratieve voorziening Verhuur onroerend goed/medegebruik Stage- en schoolactiviteiten Overige Totaal overige baten
1.676 219 961 152 839
2.073 274 1.295 414 3.209 3.845
7.265
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Resultaatbestemming
67
Cfi model C2
Resultaatbestemming:
€
Het College van Bestuur stelt voor het resultaat ad
Onttrekking aan egalisatiereserve huisvesting: Toevoeging aan reserve van Beuningenfonds Toevoeging aan de algemene reserve:
1.599 als volgt te bestemmen:
-1.325 7 2.917
De Raad van Toezicht heeft de jaarrekening 2009 en het voorstel resultaatbestemming goedgekeurd.
Gebeurtenissen na balansdatum
Cfi model C3
Het hypothecaire beslagen op de panden Dasseweide 3, Amerikalaan 109, Brandenburchdreef 20, Grebbeberglaan 15, Kampereiland 6, Vondellaan 174 en Harmonielaan 2 zijn in mei 2010 geroyeerd.
Gegevens over de rechtspersoon Naam instelling:
Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Midden Nederland
Adres:
Kretadreef 61
Postadres:
Postbus 3065
Postcode/plaats
3502 GB UTRECHT
Telefoon: Fax:
030-2852700 030-2852705
E-mail: Internetsite:
[email protected] http://www.rocmn.nl
Bestuursnummer:
40597
Brinnummer:
25 LH
KvK-nummer:
41186931
Accountant:
PricewaterhouseCoopers
Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail:
Dhr. B. Koene 030-2852348 030-2852704
[email protected]
Cfi model D1
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009 Aan: Het College van Bestuur van Stichting ROC Midden Nederland
Pagina
68 Cfi model C1
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting ROC Midden Nederland te Utrecht bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2008 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Tevens is het bestuur van de stichting verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, tweede lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het controleprotocol OCW 2009. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ROC Midden Nederland per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2009 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW 2009 opgenomen relevante weten regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 referentiekader.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht, 18 juni 2010 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel ondertekend door: drs. Th.A.J.C. Snepvangers RA
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
69
Overzicht indicatoren Geïntegreerd Jaardocument BVE Het ministerie van OCW werkt aan de invoering van de jaarverslaggeving, ook wel het Geïntegreerd Jaardocument (GJ) genoemd, in de BVE-sector. Een van de aspecten van de regeling is dat separaat aan het jaarverslag en de jaarrekening een nader te bepalen set gegevens moeten worden toegevoegd. Voor de BVE-sector is er een, voorlopige, lijst opgesteld van indicatoren die dit betreft. In onderstaande overzicht worden de resultaten van deze indicatoren voor ROC Midden Nederland op deze indicatoren gepresenteerd. In het bestuursverslag wordt op een aantal criteria uitvoeriger ingegaan.
1. Verklaring bevoegd gezag ROC Midden Nederland streeft ernaar dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Hiertoe heeft ROC Midden Nederland een onafhankelijke afdeling ingericht die er op toeziet dat de interne procedures, gedragscodes, instructies van ROC Midden Nederland overeenstemmen met de geldende (wettelijke) bepalingen en codes en die ervoor zorgt dat ROC Midden Nederland in haar bedrijfsvoering bewust is van reputatie- en integriteitrisico’s van de relevante wet- en regelgeving. 2. Opbrengsten 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 Bron 61,5% 63,3% 64,5% 65,3% Cfi 58,5% 61,2% 62,5% 64,7% Cfi
Diplomaresultaat ROCMN Diplomaresultaat Vergelijkingsgroep Jaarresultaat ROCMN Jaarresultaat Vergelijkingsgroep
63,4% 61,6%
63,8% 62,6%
63,7% 62,5%
64,7% Cfi 64,8% Cfi
% nieuwe VSV-ers ROCMN % nieuwe VSV-ers Vergelijkingsgroep
12,3% 10,5%
11,6% 10,2%
11,6% 9,6%
11,7% Cfi 9,3% Cfi
NB: In bovenstaande overzicht zijn de gegevens opgenomen voor het ROC. Daarnaast beschikt ROC Midden Nederland over gegevens per organieke eenheid. 2006 € 17.043 K
Opbrengst Educatie
2007 € 16.352 K
2008 € 16.277 K
2009 € 17.697K
Bron Jaarrekening
4 V
5 V
6 V
7 V
3/4 -
3/4 -
V
V
V
V
O
V
V
V
V
O
V
-
-
V
V
V
O
V
V
V
V
V
V
O
V
O
-
V
V
V
V
V
O
-
V
Eindoordeel
Naleving wettelijke eisen
Moderne vreemde talen st 3 en 4
Borging examinering
Nederlands standaard 3 en 4
Afname, beoordeling, diplomering
1 2 3 Sociaal juridisch medewerker V V V arbeidsvoorziening en pers.werk (10026), BOL Logistiek medewerker (90252), V V V BBL Allround woningstoffeerder, V V V (10860), BBL Autotechniek (Autotechnicus), V V V (93410), BOL Pedagogisch werk (Pedagogisch V V V werker 3 kinderopvang), (92620), BOL Kapper (Junior kapper), (91172), V V V BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Borging deskundigheid
Vertrouwen beroepenveld
3. Examinering De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op onderwijs en examinering in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering trekt de inspectie jaarlijks een steekproef van opleidingen. In december 2009 heeft de Inspectie van het Onderwijs onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de examinering bij ROC Midden Nederland.
V
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
Overzicht indicatoren Geïntegreerd Jaardocument BVE (vervolg) Bij 3 onderzochte opleidingen was de kwaliteit van de examinering onvoldoende.
Moderne vreemde talen st 3 en 4
Nederlands standaard 3 en 4
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
3 O
4 O
5 V
6 O
7 V
3/4 -
3/4 -
V
V
O
O
V
O
V
-
-
O
V
V
O
O
V
O
V
-
-
O
Eindoordeel
2 V
Afname, beoordeling, diplomering
1 V
Borging deskundigheid
Naleving wettelijke eisen
Bedrijfsmanager carrosseriebouwbedrijf, (10845), BBL Kaderfunctionaris meubelindustrie en interieurbouw, (10927), BBL
Borging examinering
Eerste monteur communicatieinstallaties (EMCI), (10241), BBL
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
• Eerste monteur communicatie-installatie (10241 BBL) • Bedrijfsmanager carrosseriebouwbedrijf (10845 BBL) • Kaderfunctionaris meubelindustrie en interieurbouw (10927 BBL)
O
In het verbetertraject zal speciale aandacht zijn voor: 1. de borging van de examinering; 2. de kwaliteit van het ingekochte exameninstrumentarium.
Commissie van Beroep voor Examens In het jaar 2009 is er geen deelnemer in beroep gegaan bij de Commissie van Beroep voor Examens tegen een beslissing van de beoordelaar of de (sub)examencommissie. Klachten van deelnemers zijn binnen de sectoren volgens de klachtenprocedure behandeld.
4. VOA Omvang Diplomaresultaat
2006-2007 26,9% 52,6%
2007-2008 28,4% 56,3%
2008-2009 28,7% NB
Bron Cfi Cfi
70
Stichting ROC Midden Nederland Jaarrekening 2009
Pagina
71
Overzicht indicatoren Geïntegreerd Jaardocument BVE (vervolg)
5. Tevredenheid deelnemers De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) voert iedere twee jaar landelijke een tevredenheidsonderzoek (het zogenaamde ODIN onderzoek) uit onder deelnemers. De gepresenteerde cijfers voor ROC Midden Nederland zijn afkomstig uit de onderzoeken ODIN4 (2006-2007) en ODIN5 (2007-2008). ROCMN
Rapportcijfers
School Opleiding
ROCMN
2006-2007 6,4 6,7
2007-2008 6,5 7,0
vergelijkings groep* 2007-2008 6,3 6,9
2006-2007 3,2 n.v.t. 3,4 3,5 3,8 3,4 3,2 2,7 3,5 3,1
2007-2008 3,3 3,6 3,4 3,6 3,7 3,5 3,2 3,1 3,6 3,1
2007-2008 3,2 3,5 3,3 3,6 3,7 3,5 3,1 3,0 3,7 3,1
ROCMN 2008-2009 6,1 6,3
Oordeel (score op 5-puntsschaal) Lessen / programma Docenten Studiebegeleiding Stage (BOL) Werkplek (BBL) Informatie Organisatie Inspraak Veiligheid Onderwijsfaciliteiten
2006-2007 3,2 3,4 3,3 3,5 3,6 3,2 3,0 2,9 3,4 3,0
* bron cfi: de cijfers voor de vergelijkingsgroep betreffen bij de meeste indicatoren het totaal van alle instellingen in de vergelijkingsgroep (roc's) . Uitzondering zijn de financiële gegevens, waar de mediaan1 wordt gehanteerd, en‘tevredenheid’, waar het gemiddelde van alle deelnemende instellingen (roc's/aoc's/vakscholen) wordt gebruikt. NB: In bovenstaande overzichten zijn de gegevens opgenomen voor het ROC. Daarnaast beschikt ROC Midden Nederland over gegevens per organieke eenheid.
6. Personeel De indicatoren zijn nog niet vastgesteld.
7. Financiële positie 2005 32,0% 48,0%
2006 32,0% 46,0%
2007 36,0% 42,0%
2,23 1,19
1,94 0,98
1,21 0,86
Rentabiliteit ROCMN Rentabiliteit vergelijkingsgroep
-8,8% 2,0%
1,6% 2,2%
-2,1% 0,6%
Weerstandsvermogen (EV/Baten ex bijz baten)
30,0%
33,7%
30,3%
Solvabiliteit ROCMN Solvabiliteit vergelijkingsgroep Liquiditeit ROCMN Liquiditeit vergelijkingsgroep
2008 2009 27,0% 26,5% 33,0% niet beschikb 0,99 0,68
1,13 niet beschib
1,0% -11,7% -0,8% niet beschikb 18,2%
20,0%
Bron'2009: Jaarrekeningen 2009 Bron 2005-2009: CFI
8. Regelingen Innovatiearrangement
Innovatiebox Stagebox Duale trajecten
Taal en rekenen in het MBO
LGF 9. Financiele rechtmatigheid Zie accountantverklaring.
ROCMN heeft in 2009 drie projecten uitgevoerd in het kader de subsidieregeling voor innovatiearrangementen. Deze regeling heeft tot doel het beroepsonderwijs - vmbo, mbo en hbo - en het bedrijfsleven uit te nodigen in gezamenlijkheid experimentele projecten op te zetten die moeten leiden tot beter beroepsonderwijs. De 3 projecten zijn: - Project “Mobiliteitscentrum Midden Nederland”, uitgevoerd door de afdeling Mobiliteit (Techniek) in samenwerking met de Innovam (KBB). Het project richt zich op de gezamenlijke start en inrichting van een mobiliteitscentrum in de regio; - Project “Doorbraakproject in werkplekleren” waarin sector Zorg en Welzijn zowel op landelijk als sectoraal niveau participeert. Hert project richt zich op de ontwikkeling en implementatie van het concept ‘leerafdeling in de zorg’, een samenwerkingsverband van een onderwijsinstelling en een zorginstelling. - Project “Professionalisering” Doel is om vast te stellen welke vormen van professionalisering goed werken en leiden tot beter onderwijs. Het project "Mobiliteitscentrum" is in 2009 afgesloten, de beide andere pojecte worden in 2010 gecontinueerd. Zie bijlage 7. Zie bijlage 7. Net als in voorgaande jaren heeft ROC Midden Nederland in 2009 stevig geïnvesteerd in het duaal opleiden van leraren. Meer dan 150 eerste-, tweede-, derde- en vierdejaars studenten van vooral de Archimedes Lerarenopleiding deden in ROC Midden Nederland hun praktijkstage in een vorm van werkend leren. Daarnaast volgden in 2009 33 zij-instromers een Certificeringstraject Startbekwaamheid BVE. In 2009 heeft ROC Midden Nederland het ontwikkelingsgerichte Keurmerk Opleiden in de School verworven Voor het opleiden in de school heeft ROC Midden Nederland in 2009 ook subsidie aangevraagd en gekregen om te kunnen blijven investeren in een deugdelijke opleidingsschool en van daaruit ook een impuls kunnen geven aan integraal personeelsbeleid. ROC MN-breed is een implementatieplan Taalbeleid ontwikkeld. In de sectoren zijn werkgroepen Taalbeleid gestart om dit plan te vertalen naar concrete actieplannen. Het ROC MN is bezig om TOA als toetsinstrument ROC MN-breed te implementeren om het startniveau en de voortgang van de leerlingen te kunnen monitoren. In de sectoren Zie bijlage 5. Techniek & Innovatie en Zorg & Welzijn zijn in een aantal teams taalcoaches aan de slag gegaan.