Beleidsplan Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland 2012 – 2014
Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland Burg. J. Visserlaan 1 1411 BR Naarden
Beleidsplan Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland Inhoudsopgave Inleiding
p. 2
Hoofdstuk 1. De Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland
p. 2
1.1. Huidige situatie
p. 2
1.2
p. 4
Missie en ambitie
Hoofdstuk 2. Analyse en strategie
p. 4
2.1
De omgeving
p. 4
2.2
Sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen
p. 4
2.3
Strategie
p. 5
Hoofdstuk 3. Doelstellingen en middelen
p. 6
Hoofdstuk 4. Werkplan 2012 – 2014
p. 6
Bijlage: Overzicht van taken en werkzaamheden
p. 8
1
Inleiding Voor u ligt het beleidsplan 2012 -2014 van Stichting Vogelopvangcentrum MiddenNederland. Met dit beleidsplan wordt het kader gegeven waarbinnen het opvangcentrum de komende periode haar activiteiten vormgeeft. In hoofdstuk 1 wordt een beschrijving gegeven van de stichting in haar huidige vorm, haar missie en haar ambities voor de jaren die voor ons liggen. Hoofdstuk 2 geeft een schets van de omgeving waarbinnen de stichting haar doelstellingen probeert te realiseren en welke bedreigingen en kansen er zijn. In hoofdstuk 3 staan de doelstellingen van de stichting beschreven, die vertaald zijn in een overzicht van activiteiten dat is weergegeven in hoofdstuk 4.
Hoofdstuk 1. De Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland 1.1 Huidige situatie Sinds 1957 bevindt zich in Naarden het door Vogelbescherming Nederland en door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (voorheen Landbouw, Natuur en Visserij) erkend vogelopvangcentrum van Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland. Hier worden wilde vogels, die niet meer op eigen vleugels verder kunnen, opgevangen, verzorgd en gerevalideerd. Maar liefst 60% van de opgevangen en verzorgde vogels kan weer in de natuur worden vrijgelaten. Het complex is gesitueerd aan de rand van de oude vesting van Naarden en beslaat een relatief klein oppervlak dat zo efficient mogelijk is ingedeeld. Het opvangcentrum geniet als ‘het Vogelhospitaal Naarden’ brede bekendheid bij de inwoners, gemeenten en andere instellingen binnen haar uitgestrekte werkgebied. Het vogelhospitaal is geheel afhankelijk van donateurs, schenkingen, subsidies en giften in natura. Er worden steeds meer jonge vogels zonder ouders, gewonde en zieke vogels bij het opvangcentrum binnen gebracht. Dit komt niet alleen doordat men steeds beter de weg naar het vogelhospitaal weten te vinden, maar ook omdat er steeds meer vogels om uiteenlopende redenen in de problemen komen. De stichting heeft een vrijwillig bestuur dat bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en twee algemeen bestuursleden, waarvan één tevens vice-voorzitter is. Het bestuur is voltallig en wordt terzijde gestaan door een vrijwillig extern adviseur die in voorkomende gevallen de bestuursvergaderingen bijwoont. Voor het dagelijkse reilen en zeilen zijn twee beheerders verantwoordelijk, één beheerder is in vaste dienst en er werkt één assistent-beheerder op basis van een tijdelijk contract. Beiden hebben een arbeidsovereenkomst voor 40 uur per week. De beheerders worden bijgestaan door al dan niet vaste vrijwilligers en stagiaires van uiteenlopende opleidingen. Door de beheerders worden met behulp van enkele vrijwilligers veel werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd om de kosten zo beperkt mogelijk te houden. Voortdurend wordt gezorgd voor interne scholing van vrijwilligers. De beheerders volgen frequent cursussen voor bijscholing. Hierdoor zijn zij in het bezit van papieren voor bedrijfshulpverlening en praktijkopleider. Verder nemen zij deel aan workshops, stellen zij zich op de hoogte van de gang van zaken bij andere opvangcentra en brengen bezoeken aan organisaties die werkzaamheden verrichten die van belang kunnen zijn voor het functioneren van het opvangcentrum. Het vogelhospitaal vervult een belangrijke functie als stageplaats voor praktijkopleidingen. Het is een door Aequor, Kennis- en communicatiecentrum voor de groene sectoren, erkend
2
leerbedrijf. Ook internationaal geniet het vogelhospitaal nu bekendheid. In 2011 heeft een afgestudeerde Roemeense dierenarts er een half jaar stage gelopen. Een maatschappelijke taak is de inzet van personen met een taakstraf en van mensen met een arbeidsbeperking, die elders niet inzetbaar zijn in het arbeidsproces. Sinds mei 2012 biedt het vogelhospitaal stagemogelijkheden aan uitkeringsgerechtigden in het kader van het bespoedigen van arbeidsreïntegratie. Basis hiervoor is de samenwerking met de afdeling Sociale Zaken van diverse gemeenten met betrekking tot participatiebanen. Jaarlijks worden enkele duizenden vogels aangeboden voor verzorging. Zij worden binnengebracht door dierenambulances en particulieren uit de regio Middden-Nederland. Wanneer de vogels weer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen, worden zij uitgezet in de vrije natuur. Het vogelhospitaal in Naarden beschikt over een zeer goed geoutilleerde accommodatie die voldoet aan de eisen van de tijd en daarmee aan de eisen die de overheid stelt. Voor vogels die na sluitingstijd naar het vogelhospitaal worden gebracht is een adequate nachtopvang aanwezig. De beheerders zijn 24 uur per etmaal bereikbaar en beschikbaar voor noodgevallen en advies. Er wordt nauw samengewerkt met twee vaste dierenartsen bij wie advies wordt ingewonnen en die in voorkomende gevallen de behandeling overnemen. Beiden zijn deskundig op het gebied van geneeskunde van vogels en aangesloten bij de internationale vogelartsvereniging “Association of Avian Veterinarians”. De accommodatie in Naarden bestaat uit 15 kooien die zo zijn ingericht dat zij voldoen aan de eisen die de specifieke vogelsoorten stellen en dat dierziektes worden voorkomen. Er is een speciale ruimte voor soorten van de Rode Lijst. In een andere ruimte worden zieke vogels die intensievere zorg nodig hebben opgevangen en in de zgn. couveuseruimte worden pas geboren vogels verzorgd en eieren tot uitkomen op temperatuur gehouden. Een grote uitwenkooi voor roofvogels, uilen en reigerachtigen bevindt zich ook in het Vogelhospitaal. In zowel Almere als Lelystad bestaat een 24-uurs opvang voor vogels die direct verzorging nodig hebben. Daarnaast heeft de stichting inmiddels de beschikking over een dependance in Almere met een speciale grote kooi voor de verzorging van watervogels. Om werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt dan wel mensen met een arbeidsbeperking opleidingsmogelijkheden te bieden, wordt hier samengewerkt met de stichting NieuwlandZorg. De bevordering van educatie uit zich in lessen voor scholen, rondleidingen en het houden van lezingen in het vogelhospitaal. De behoefte hieraan is groeiende. Er is een jaarlijkse Open Dag. Een promotiekraam is geregeld aanwezig op diverse manifestaties, vooral die van ‘groene organisaties’. Dit soort zaken draagt bij aan de bekendheid bij het publiek en aan het werven van donateurs c.q. vrijwilligers. PR wordt bedreven via lokale, regionale en landelijke televisie en dagbladen, via de website en de verspreiding van nieuwsbrieven. Contacten zijn gelegd met de Faculteit voor Diergeneeskunde in Utrecht en er worden vogels beschikbaar gesteld voor onderzoek aan het Dutch Wildlife Health Center, eveneens in Utrecht. Overleden vogels worden aangeboden aan Naturalis, het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit. Om de overlevingskansen van in het hospitaal verzorgde en in vrijheid gestelde vogels te bepalen, wordt meegewerkt aan het ringonderzoek van het Vogeltrekstation - Centrum voor vogeltrek en demografie. In de komende periode wordt nader onderzocht wat de haalbaarheid is van een samenwerkingsovereenkomst met het
3
Natuurhulpcentrum in Opglabbeek (België). Ook zal verkend worden of we kunnen aansluiten bij het onderzoek naar het voorkomen van vogelgriepvirussen van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Op 31 december 2011 telde de stichting 869 donateurs. 1.2 Missie en ambitie De Stichting Vogelopvangcentrum Midden-Nederland is in het leven geroepen om gewonde, zieke, verzwakte en verweesde wilde vogels te verzorgen, c.q. te laten herstellen waardoor terugplaatsing in de natuur weer mogelijk is. Herstelde niet gedomesticeerde vogels worden weer uitgezet. Het betreft alle van nature in Europa voorkomende vogelsoorten. De zorg voor roofvogels, uilen en reigerachtigen verdient bijzondere aandacht, omdat voor terugplaatsing deze vogels zelfstandig dienen te kunnen foerageren. Dit geldt eveneens voor soorten van de Rode Lijst. Onze ambitie is te gaan behoren tot de top vijf van meest toonaangevende vogelverzorgingscentra in Nederland.
Hoofdstuk 2. Analyse en strategie 2.1 De omgeving In Nederland bestonden tot 2012 tientallen verzorgingscentra voor wilde vogels. In het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren moeten sindsdien alle centra voldoen aan eisen die door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) worden gesteld in een kwaliteitsprotocol voor de opvang van inheemse dieren. Alleen de centra die daaraan beantwoorden, komen in aanmerking voor een ontheffing zoals vastgelegd in de Flora- en faunawet art. 75 van de Natuurbeschermingswet. Met ingang van 11 mei 2012 is de stichting in het bezit van een door het ministerie van EL&I verleende ontheffing voor ons vogelopvangcentrum conform bovengenoemd artikel. Daarvoor voldeed de stichting al aan het kwaliteitsprotocol van de Vereniging van Opvangcentra van Niet-gedomesticeerde Dieren (VOND). Per 1 maart 2010 is zij officieel toegelaten als lid van VOND, klasse 1, voor de opvang van inheemse dieren. Wij zijn ons ervan bewust dat de toenemende druk van mens en maatschappij gepaard gaat met uitdijende bebouwing, verandering in landgebruik, toenemend lucht-, weg- en waterverkeer. Hieruit vloeien veranderingen voort voor het milieu, natuur en landschap. Dit alles zal doorwerken naar de in ons land levende wilde vogels die hierdoor in de verdrukking komen. De vraag naar zorg zal allengs toenemen. Om hierop adequaat in te kunnen spelen, moeten we borg kunnen staan voor een volledig geoutilleerde accommodatie, goed geschoold en zeer gemotiveerd professioneel personeel dat wordt ondersteund door veelal volwassen vrijwilligers. Hiernaast moet voldoende bestuurlijke en diergeneeskundige kennis aanwezig zijn. Teruglopende financiële ondersteuning van gemeenten als gevolg van kortingen op budgetten van lokale overheden vormen een punt van grote zorg. 2.2 Sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen Bij het formuleren van een strategie voor de toekomst is niet alleen van belang om te weten binnen welke context het vogelhospitaal de komende jaren zal moeten opereren. Ook is het belangrijk om inzicht te hebben in de kwaliteiten die benut kunnen worden, kansen die zich mogelijk gaan voordoen en welke aandachtspunten en bedreigingen er
4
zijn. Sterke punten ● goed functionerend opvangcentrum; ● gedreven bestuur, beheerders en vrijwilligers; ● voortdurende inzet tot verbetering en professionalisering; ● gespecialiseerde veterinaire ondersteuning; ● goede contacten met overige opvangcentra; ● goed doordachte projecten; ● vergaande specialisatie. Zwakke punten ● geen uitzicht op structurele financiële ondersteuning; ● te weinig vrijwilligers; ● geen groeimogelijkheden op de huidige locatie; ● specialisatie leidt tot kwetsbaarheid; ● gebrek aan commerciële activiteiten; ● beperkte mate van innovatie. Kansen ● toename van projectfinanciering a.g.v. goede PR, meer bekendheid en toename donateurs en vrijwilligers; ● opzetten gestructureerde fondsenwerving; ● uitbreiding met de opvang van wilde inheemse dieren; ● opvang bieden aan in beslag genomen dieren; ● regulier aanbieden van lesprogramma; ● samenwerkingsverbanden uitbouwen; ● overheden meer bewust maken van het maatschappelijk nut van het vogelhospitaal. Bedreigingen ● afname financiële ondersteuning door overheden; ● afname aantal vrijwilligers; ● afname aantal donateurs; ● mogelijke gedwongen verplaatsing; ● (te) weinig ruimte voor vernieuwing. 2.3 Strategie Wanneer de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen tegen elkaar worden afgezet, zien we welke kwaliteiten we verder moeten uitbouwen om de toekomst van het vogelhospitaal en de opvang van vogels in Midden-Nederland veilig te stellen. Ook wordt duidelijk welke bedreigingen we daartoe het hoofd moeten bieden en wat de kansen zijn die we kunnen benutten. Dat geeft richting aan ons handelen voor de komende jaren. Wanneer wij de uitkomst daarvan in perspectief zetten, levert dat de volgende resultaten op: 1. Een krachtige organisatie met een brede uitstraling naar buiten, gesteund door overheden, andere (natuur)organisaties en een grote groep sponsors en donateurs. 2. Een financieel gezonde stichting die vooruitstrevend durft te zijn voor wat betreft de opvang van inheemse diersoorten en een vooraanstaande positie inneemt in opvangend Nederland. 3. Er is sprake van goede naamsbekendheid, landelijke samenwerking op alle vlakken en een breed draagvlak onder de bevolking.
5
4. We bieden betere en efficiëntere zorg aan de dieren en het percentage uitgezette vogels wordt verhoogd. 5. We bieden goede opleidingsmogelijkheden aan stagiaires met een beroepsgerichte stage. 6. In het opvangcentrum werken we actief mee aan de reïntegratie van werkzoekenden en van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Hoofdstuk 3. Doelstellingen en middelen Om de hierboven beschreven resultaten te realiseren, zetten wij in op de volgende doelstellingen en benodigde middelen: ● ● ● ● ● ● ● ●
Verbetering van de financiële situatie; Toename van het aantal vrijwilligers; Goed PR- en marketingbeleid; Stevig fondsenwervingsprogramma; Drie betaalde krachten in vast dienstverband; Uitbreiding opvangcapaciteit; Uitbreiding van de mogelijkheden voor het volgen van interne en externe opleidingen; Uitbreiding van het bieden van educatie.
Projecten zullen pas worden uitgevoerd als daar een financiële zekerheid (projectfinanciering) tegenover staat. Daarnaast zullen we naar nauwere samenwerking zoeken met vogelopvangcentra in binnenen buitenland en het Dutch Wildlife & Health Center van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Tevens zullen we de komende periode inventariseren wat de mogelijkheden zijn voor uitbreiding van het verzorgingsgebied, in de provincies Flevoland, Utrecht, een deel van Gelderland, het Gooi en het Vechtplassengebied.
Hoofdstuk 4. Werkplan 2012 – 2014 Naast uitvoering van de reguliere taken van de beheerders en bestuursleden (zie Bijlage), wordt in de periode 2012 tot en met 2014 ingezet op het verrichten van de volgende activiteiten: • • • • • • • • • •
Werving nieuwe donateurs. Uitbreiding vaste sponsors, zowel t.b.v. verschillende projecten als t.b.v. vaste inkomsten. Samen met Dierenbescherming Midden-Nederland naar mogelijkheden zoeken om structureel meer inkomsten te verkrijgen van gemeenten en provincies. Onderzoeken samenwerkingsverband Natuurhulpcentrum Opglabbeek. Verkennen aansluiten bij onderzoek naar voorkomen vogelgriepvirus. Aantrekken nieuwe adverteerders t.b.v. de nieuwsbrief. Aantrekken van nieuwe vrijwilligers. Vergroten kennis en betrokkenheid vrijwilligers. Het volgen van cursussen om de kwaliteit te blijven waarborgen en fondsen te werven. Uitbreiden medische kennis en vaardigheden.
6
• • • • • • • • • • • •
Samenwerking met verschillende gemeenten uitbreiden voor wat betreft plaatsing van mensen met een bijstandsuitkering. Groter aantal jongeren met een taakstraf begeleiden. Optimaliseren stages (goede verhouding input-output). Inzicht krijgen in kosten verbruiksgoederen. Bezuinigen op vogelvoer, energie- en waterverbruik. Onderhoud structureren en invoeren periodiek onderhoud. Actualiseren website. Uitbreiding aantal rondleidingen en presentaties. Het realiseren van een educatieruimte met kantine. Overkappen binnenplaats rond ontvangstruimte. Renoveren van de ziekenboeg en Rode-Lijstruimte. Vervangen couveuses.
7
Bijlage: Overzicht van taken en werkzaamheden Algemeen • Het leiden en besturen van de stichting • Onderhouden van contacten met gemeenten, belanghebbenden, sponsors • Het voeren van het financieel beheer van de stichting. Administratie • Beantwoorden binnengekomen mail • Bijhouden administratie binnengekomen vogels volgens besluit EL&I • Bijhouden van het archief, zorgen voor organisatie en verslaglegging van bestuursvergaderingen • Bijhouden website (artikelen en wijzigingen) • Plaatsen bestellingen • Bijhouden dag- en jaarrooster • Aftekenen urenlijsten en nakijken/beoordelen opdrachten stagiaires • Opstellen vrijwilligerscontracten Communicatie • Te woord staan bezoekers • Beantwoorden telefoon • Te woord staan pers • Contact onderhouden met andere opvangcentra • Contact onderhouden met leveranciers • Contact onderhouden met scholen • Artikelen schrijven voor nieuwsbrief Educatie • Voorlichten bezoekers volgens besluit EL&I • Presentaties geven • Opleiden stagiaires MBO dierverzorging (niveau 1,2,3 en 4) • Afnemen praktijkexamens MBO dierverzorging (niveau 1,2 en 3) • Begeleiden en invullen maatschappelijke stages • Voeren van beoordelingsgesprekken (tussentijdse en eind) met stagiaires • Workshops geven aan medewerkers en vrijwilligers dierenambulances Medisch • Stellen van een diagnose bij de binnengebrachte vogels volgens besluit EL&I • Verstrekken van medicamenten • Behandelen van vogels volgens richtlijn dierenarts • Vogels aanbieden bij DWHC voor pathologisch onderzoek • Aanbieden van vogels of monsters bij Sovon voor onderzoek • Bijhouden en verbreden vakkennis Leidinggevend • Aannemen vrijwilligers • Beoordelingsgesprekken voeren met vrijwilligers, beheerder en assistent-beheerder • Inplannen werkzaamheden • Inplannen vrijwilligers en stagiaires • Opstellen inwerktraject • Aansturen stagiaires, vrijwilligers, beheerder en assistent-beheerder • Periodiek overleg voeren met vrijwilligers • Bijwonen bestuursvergaderingen • Up to date houden en uitwerken van werkinstructies
8