Jaarverslag 2012
ROC Midden nederlanD
roc midden nederland
Jaarverslag 2012
COLOFON Uitgave Vormgeving Eindredactie
ROC Midden Nederland, Utrecht peer&dedigitalesupermarkt, Utrecht Dienst Marketing & Communicatie
juni 2013 Wilt u reageren op ons jaarverslag? ROC Midden Nederland t.a.v. College van Bestuur Bestuursbureau Postbus 3065 3502 GB Utrecht (030) 754 64 00
[email protected]
Disclaimer Dit jaarverslag is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Aan de inhoud ervan kunnen echter op geen enkele wijze rechten of aanspraken worden ontleend. Dit geldt zowel voor de teksten als de beelden die u in deze uitgave aantreft.
jaarverslag 2012
inhoudsopgave • • • • • • • •
Leeswijzer Hoofdstuk 1 - Voorwoord van het College van Bestuur Hoofdstuk 2 - Bericht van de Raad van Toezicht 2.1 Inleiding 2.2 Organisatie van de Raad van Toezicht 2.3 Governance en ontwikkeling van het toezicht 2.4 Highlights '2012 2.5 Vanuit de commissies van de Raad van Toezicht 2.5.1 De Financiële Commissie 2.5.2 De Onderwijscommissie 2.5.3 De P&O-Commissie 2.6 Gesprekken 'dieper' in de organisatie en werkbezoeken 2.7 Contact met de medezeggenschap / OR: 2.8 Beoordeling CvB-leden 2.9 Leden Raad van Toezicht ROC MN Hoofdstuk 3 - Bericht van de ondernemingsraad 3.1 Voortgang 3.2 Participatieve medezeggenschap 3.3 Achterban 3.4 Thema's 3.5 Leden OR Hoofdstuk 4 - Visie, missie en kernwaarden Hoofdstuk 5 - Doelstellingen en voortgang focus 2014 Hoofdstuk 6 - Kwaliteit van het onderwijs 6.1 Indicatoren 6.2 Kwaliteit van het onderwijs 6.2.1 Resultaten: kwaliteitskaarten 6.2.2 Kwaliteitszorg voor de diensten 6.2.3 Jaar- en diplomaresulaten 6.2.4 Voortijdig schoolverlaten 6.2.5 Waardering door deelnemers 6.2.6 Resulaten enquête alumni 2010-2011 (afgenomen in 2012) 6.2.7 Klachten: Monitor klachtenmanagement 6.2.8 Kwaliteitsbeoordeling Inspectie: Maatregelen na beoordeling door inspectie Hoofdstuk 7 - Effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering en een gezondere financiële positie 7.1 Indicatoren 7.2 Investeren in de organisatie en processen 7.2.1 Een klantgerichte organisatiestructuur 7.2.1.1 Beroepsopleidingen 7.2.1.2 Bedrijfsopleidingen 7.2.1.3 Participatieopleidingen 7.2.1.4 Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo) 7.2.1.5 Platte organisatiestructuur met regionale oriëntatie 7.2.2 Eigenheid binnen kaders 7.2.3 Ondersteunende diensten 7.2.4 Optimalisatie van ondersteunende processen (programma Flow) 7.2.5 Duurzaamheid
7 10 12 12
13
14
15 16 16
17 18 20 24 24 25 26
27 28 29 30 32 32 33
34 35
• • • • •
7.3 Profiel van de instelling 7.4 Juridische structuur 7.5 Financieel Perspectief 7.5.1 Realisatie 2012 7.5.2 Financiële kengetallen 7.5.3 Begroting 2013 Hoofdstuk 8 - Sterkere marktpositie, met betere aansluiting bij de student, het beroepenveld en de maatschappij 8.1 Indicatoren 8.2 Investeren in partnerschappen en regionale samenwerking Hoofdstuk 9 - Klantgerichte organisatie en competentere medewerkers 9.1 Indicatoren 9.2 Resulaten 9.2.1 Professionalisering uitgevoerd door ROC-Academie 9.2.2 Salarismix / Convenant Leerkracht 9.2.3 Leiderschap en Management Development (MD) 9.2.4 Loopbaan van de student centraal tijdens 'De Essentie' 9.2.5 Opleiden in de school professioneler ingericht 9.3 Overige P&O-zaken 9.3.1 Het P&O Service Centrum 9.3.2 Arbo, gezondheid en preventie van verzuim 9.4 Feiten en cijfers Hoofdstuk 10 - Overige onderwerpen 10.1 Governance 10.2 Risico's en kansen 10.3 Rekenschap en helderheid 10.4 Beleid en uitvoering ten aanzien van het beleggen en belenen 10.5 Kengetallen 10.6 Verklaring bevoegd gezag 10.7 College van Bestuur Hoofdstuk 11 - De colleges van ROC Midden Nederland Hoofdstuk 12 - Vavo Lyceum, PO en BO
4
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
36 37 38 39 42 42 43 46 46 47 48 49 50
51 54 54 55 56 57
61 119
Bestuursverslag
5
jaarverslag 2012
Leeswijzer Geïntegreerd Jaardocument 2012
Het Geïntegreerd Jaardocument van ROC Midden Nederland bestaat conform de regelgeving uit drie onderdelen, te weten het Jaarverslag, de Jaarrekening en de bijbehorende bijlagen. Het bevat tevens de jaarberichten van de Raad van Toezicht en van de Ondernemingsraad. Dit Geïntegreerd Jaardocument is bestemd als verantwoording aan toezichthoudende instanties en iedereen die belang heeft bij een goed functionerend ROC Midden Nederland: • studenten en hun ouders of partners • bedrijven, instellingen, belangenorganisaties en intermediaire organisaties • Ministerie van OCW en Raad van Toezicht van ROC Midden Nederland • toeleverende scholen voortgezet onderwijs • hbo-instellingen die onze gediplomeerde studenten inschrijven • collega-roc’s en MBO-Raad • gemeentelijke en regionale overheden • personeelsleden Het Geïntegreerd Jaardocument kunt u lezen / downloaden via onze website www.rocmn.nl/jaarverslag. • Deel 1: Bestuursverslag van het College van Bestuur • Deel 2 : Jaarrekening 2012, overzicht van de exploitatierekening en de balans, plus toelichting en (samenvatting van de) accountantsverklaring • Deel 3 : Bijlagen (w.o. Verantwoording Governance, Verdieping Kwaliteit van het onderwijs, overzicht samenwerkingspartners, huisvesting, ICT). Alle drie delen van het Jaardocument zijn te downloaden vanaf onze website. In het Bestuursverslag gaan we in op • visie, missie, kernwaarden en doelstellingen (hfdst.4) • doelstellingen en voortgang van ons strategisch plan Focus 2014 (hfdst.5), met daarbij het verslag over de voortgang van de realisatie van de in Focus vastgestelde doelen, m.b.t. resp. • de kwaliteit van het onderwijs (hfdst. 6) • bedrijfsvoering en financiële positie (hfdst. 7); • onze marktpositie (hfdstk. 8) • onze organisatie en medewerkers (hfdst.9) • een overzicht van onze colleges en overige onderwijs-onderdelen Wilt u reageren op ons jaarverslag? Neem contact op met Marijke Hoekert, Bestuursbureau ROC Midden Nederland, (030) 754 6400, of mail
[email protected] ROC Midden Nederland t.a.v. Bestuursbureau Postbus 3065 3502 GB Utrecht (030) 754 1900 v(samenvatting van de) accountantsverklaring; • Bijlagen. Alle drie delen van het jaarverslag zijn afzonderlijk te downloaden van onze website (www.rocmn.nl/organisatie/jaarverslagen). Bestuursverslag
7
jaarverslag 2012
bestuursverslag
hoofdstuk 1 • bestuursverslag
Voorwoord van het College van Bestuur
In dit Geïntegreerd Jaardocument 2012 van ROC Midden Nederland leggen we als College van Bestuur verantwoording af over de resultaten die in 2012 zijn behaald. Voor het jaar 2012 hebben we een aantal duidelijke doelen gesteld die zijn ontleend aan ons strategisch beleidsplan ‘Focus’.
2012: we doen wat we beloofd hebben We zijn er in 2012 grotendeels in geslaagd de doelen die we voor ogen hadden te realiseren. We hebben grote stappen gezet richting het realiseren van onze ambitie zoals beschreven in Focus 2014.’ We zijn er trots op dat we een aantal positieve resultaten kunnen melden, zoals • Groei van het studentenaantal: na jaren van daling in het aantal studenten dat bij ROC Midden Nederland een opleiding volgt, is deze trend omgezet naar een stijging van 2% (ten opzichte van 2011). • Verbetering van het jaar- en diplomaresultaat: in schooljaar 2011-2012 zijn zowel jaar- als diplomaresultaat weer gestegen, terwijl landelijk er juist sprake is van een forse daling. De stijging doet zich met name voor in de opleidingen op niveau 3 en 4. • Hogere studenttevredenheid: onze studenten zijn meer tevreden over hun opleiding en over de school. • Huisvesting: het aantal m2 is de afgelopen jaren gedaald. Ook voor de komende jaren wordt deze trend voortgezet. Naast bovenstaande resultaten geldt het realiseren van financiële stabiliteit als belangrijk doel voor de periode tot en met 2014, zoals beschreven in ‘Focus’. In het jaar 2012 is het te melden financiële resultaat te beperkt. Dit heeft inmiddels geleid tot de aanpassing van het beleid met betrekking tot de verdere reductie van personeelskosten. ROC Midden Nederland besteedt in verhouding te veel van haar bekostiging aan personeelskosten. Redenen hiervoor zijn dat de organisatie beschikt over teveel personeel (in verhouding tot de studentaantallen), en dat de gemiddelde loonkosten per medewerker te hoog zijn (met name wegens de hoge gemiddelde leeftijd). In het najaar van 2012 is hierop actie ondernomen, teneinde in 2013 en 2014 de formatiekosten te reduceren. Uitgangspunt hierbij is: we doen het met de (vaste) mensen die we in huis hebben. Dit resulteert in de reductie van het aantal externe en tijdelijke medewerkers, en het opvullen van hun plaatsen door vaste medewerkers vanuit andere organisatieonderdelen (i.e. mobiliteit). Daarnaast zullen ook maatwerkafspraken worden gemaakt met medewerkers die extern mobiel willen worden of met vervroegd pensioen willen gaan. Dit alles zal zonder gedwongen ontslag plaatsvinden. Het CvB is hierover in goed overleg met de Ondernemingsraad tot een akkoord gekomen.
10
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
In 2012 is ook veel aandacht besteed aan de voorbereiding op Focus op Vakmanschap. In het masterplan 'Focus op onderwijs' van ROC MN is de koppeling gemaakt tussen de maatregelen uit Focus op Vakmanschap en de thema’s onderwijs, financiën, bedrijfsvoering, en professionalisering, om zo te komen tot een integrale aanpak. Belangrijk hierin is de vaststelling van de onderwijsstandaarden en vervolgens de implementatie hiervan. Het uiteindelijk doel is de kwaliteit van het onderwijs en van de organisatie zelf te borgen en te verhogen. Focus op Vakmanschap en ons eigen strategisch beleidsplan ‘Focus’ liggen dus in elkaars verlengde. Om de lat omhoog te krijgen. dient echter eerst de basis op orde te zijn. Daarop lag in 2012 het accent. Het verder standaardiseren van werkprocessen, het beter gebruik maken van de beschikbare managementinformatie, het inhoudsvol maken van de PDCA-cyclus en het realiseren van een organisatiecultuur die gericht is op permanente verbetering zijn daarbij de belangrijkste aangrijpingspunten.
2013: consistent en consequent onze koers uitvoeren Ons strategisch beleidsplan Focus is een meerjarenkwaliteitsagenda voor de periode 2010-2014. Wij gaan onverminderd en consistent door met de realisatie van dit strategisch beleid. Voor de meeste aandachtsgebieden werpt dit inmiddels zijn vruchten af, zoals te zien is in de resultaten over 2012. Ter realisatie van de doelstelling van financiële stabiliteit zal extra sturing ingezet worden, met name waar het gaat om de reductie van formatiekosten (zoals al begonnen eind 2012). Tot slot We willen op deze plek graag onze waardering uitspreken naar onze medewerkers: zij zetten zich elke dag in voor de uitvoering van onze missie: kwalitatief goed onderwijs voor onze studenten. We willen daar graag onze dank voor uitspreken!
Het College van Bestuur van ROC Midden Nederland. Dhr. mr. L.K. (Leonard) Geluk Mevr. drs. W.J.M. (Hermien) Hendrikx Dhr. mr. H.J. (Kees) Rutten Utrecht, maart 2013
Dit is inclusief de groei middels de samenwerking met de VrouwenVakSchool (VVS).
1
Bestuursverslag
11
hoofdstuk 2 • bestuursverslag
Bericht van de Raad van Toezicht
2.1 Inleiding Vanuit de maatschappelijke doelstellingen en de daarmee verbonden onderwijsdoelstellingen van ROC Midden Nederland ziet de Raad van Toezicht (RvT) toe op het beleid van de College van Bestuur (CvB) en de uitvoering ervan. Dat toezicht vindt integraal plaats: alle aspecten van de organisatie worden daarin meegenomen. Conform de statuten worden een aantal documenten goedgekeurd, waaronder het strategisch plan van het CvB, de jaarrekening en de begroting. De Raad laat zich door het CvB hoogfrequent en uitgebreid informeren over de interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor ROC MN. In het Bestuursreglement en in de Statuten staat (onder meer) beschreven hoe RvT- en CvB-leden worden benoemd en voor welke termijn, welke de taken zijn van RvT en CvB, wat de werkwijze is en welke zaken door het CvB worden voorgelegd aan de RvT. In 2012 hebben zeven1 overleggen tussen RvT en CvB plaatsgevonden, naast de gesprekken in de verschillende commissies die onder de Raad vallen. Met name in deze commissies komt de adviesrol van de Raad tot uiting. Daarnaast vindt ook structureel overleg plaats tussen de voorzitters van de RvT en het CvB. De RvT evalueert jaarlijks het eigen functioneren en ziet erop toe dat de benodigde competenties aanwezig zijn. De resultaten worden gearchiveerd door de voorzitter.
2.2 Organisatie van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van ROC MN kent, naast de gehele raad, drie commissies die meer in detail ingaan op deze onderwerpen binnen het aandachtsgebied van de betreffende commissie. Bij deze overleggen zijn, naast de leden vanuit de raad, verder aanwezig de portefeuillehouder vanuit het CvB, de betreffende dienstdirecteur(en) en eventuele andere medewerkers van ROC MN. De secretaris van het CvB vervult ook de functie als secretaris van de RvT.
In het vervolg van dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op elk van de commissies. In 2013 zullen voor alle commissies reglementen worden opgesteld.
2.3 Governance en ontwikkeling van het toezicht De Raad werkt conform de governance code van de sector (‘Goed bestuur in de bve-sector’2). In de vergadering van november 2012 is ook de evaluatie besproken van deze code (die is uitgevoerd in opdracht van de MBO raad en het Platform Raden van Toezicht MBO). Op basis van de aanbevelingen in de (concept-) rapportage van dit onderzoek heeft de Raad besloten extra aandacht te gaan besteden aan een uitgebreidere verantwoording in het jaarverslag en het verder invullen van hoe de RvT zich verhoudt tot de externe omgeving. De leden van de RvT ontvangen een honorering conform de sectorbrede honoreringsregeling3. Gedurende het hele jaar heeft minstens één lid van de Raad deelgenomen aan het Landelijk Platform voor leden van Raden van Toezicht MBO.
2.4 Highlights ’2012 De Focus op Onderwijs In 2012 is binnen de RvT (bijvoorbeeld middels de Onderwijs Commissie) veel aandacht geweest voor onderwijs in het algemeen en de kwaliteit van onderwijs in het bijzonder. Hierbij is ‘Focus op Onderwijs’ (i.e. de manier waarop ROC MN het actieplan Focus op Vakmanschap gaat invoeren) veelvuldig aan de orde geweest. Middels het masterplan Focus op Onderwijs heeft het CvB inzicht gegeven in de manier waarop FoV zal worden verwerkt binnen de organisatie. ROC MN heeft daarmee een eigen intern toetsingskader ontwikkeld voor onderwijskwaliteit en voert interne visitaties uit.
Een geplande achtste vergadering (in december 2012) is verplaatst naar begin januari 2013. http://www.mboraad.nl/media/uploads/www90226-MBO%20Goed%20bestuur.pdf 3 http://www.mboraad.nl/media/uploads/thema/goed%20bestuur/Honoreringsregeling%20toezichthouders.pdf 1 2
12
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
De RvT vindt de voorgestelde aanpak robuust, maar ook ambitieus. Een strakke regie hierop zal daarom nodig zijn om grip te kunnen blijven houden op de implementatie. De Raad heeft ook uitgesproken dat het belangrijk is de eigen koers (zoals ingezet vanuit Focus 2014) vast te blijven houden. Dit moet de grondslag zijn voor de invoering van ‘Focus op Vakmanschap’. Met deze (en enkele andere) toevoegingen heeft de Raad het ‘masterplan FoO’ goedgekeurd4. Financiële stabiliteit Eén van de doelen uit ‘Focus 2014’ is een duurzame en gezonde financiële positie. Niet alleen in de Financiële Commissie, maar ook in de reguliere RvT overleggen is dit een terugkerend onderwerp geweest. De Raad beoordeelt de stabiliteit van ROC Midden Nederland op basis van de gestelde KPI’s zoals deze zijn geformuleerd in ‘Focus 2014’, en van de geldende brancheratio’s voor onder meer solvabiliteit en liquiditeit. Hierbij heeft de Raad steeds aangedrongen op het bezien van het meerjarig perspectief, de begrotingsdiscipline en het prudent omgaan met investeringen. ASA/Amarantis Een aanzienlijk deel van de vergaderingen in 2012 van de Raad is besteed aan de ontwikkelingen rond ASA/ Amarantis. De Raad volgde deze ontwikkelingen op de voet, vanuit twee invalshoeken: allereerst om hier lering uit te trekken voor ROC Midden Nederland. Er is meermalen gesproken over de ‘lessons learned’ vanuit deze casus. Daarnaast hebben RvT en CvB besproken hoe, gegeven de omstandigheden, gezorgd kan worden voor een situatie, waarin niet de concurrentie tussen onderwijsinstellingen, maar juist een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod leidend kan zijn in de regio.
2.5 Vanuit de Commissies van de Raad van Toezicht 2.5.1 De Financiële Commissie Vanuit de Raad hebben de heren Van Eijkern en Beekers zitting in de Financiële Commissie. Bij de overleggen is, naast de vertegenwoordiging vanuit ROC MN, ook een vertegenwoordiging van accountant 5 PwC 6 aanwezig geweest. De overleggen van de Financiële Commissie vinden (in de regel) twee weken voorafgaand aan elke algemene RvT-vergadering plaats. Zodoende heeft het
(reguliere) overleg van de Financiële Commissie in 2012 zeven maal plaatsgevonden, plus een extravergadering in september 2012. Terugkerende agendapunten voor het overleg van deze commissie zijn de financiële ontwikkelingen en stand van zaken, middels de maandrapportages, alsook de kaderbrief, de begroting en de jaarrekening. Na een positief advies van de Financiële Commissie heeft de Raad de jaarrekening7 goedgekeurd. Daarnaast is ook meerdere malen gesproken over de financiële meerjarenplanning, de ontwikkeling van de liquiditeit en het strategisch huisvestingsplan. In de laatste vergadering van 2012 heeft de Financiële Commissie gesproken over de begroting voor 2013. Deze is vervolgens begin 2013 in de voltallige Raad behandeld. Op 19 september 2012 vond een extra vergadering van de Financiële Commissie plaats waarin toestemming is gegeven aan het CvB voor het aangaan van een leenfaciliteit van maximaal € 25 miljoen bij het Ministerie van Financiën (zgn. ‘schatkistbankieren’). Als voorbereiding hierop is de Financiële Commissie door het CvB meegenomen in de verschillende ramingen welke als basis dienden voor deze leenaanvraag:de meerjarenbegroting, het allocatiemodel en de geconsolideerde begroting 2013, de investeringsbegroting 2012-2014 en de taxaties van het onroerend goed. In de bespreking hiervan heeft de Financiële Commissie telkens het belang benadrukt van een sluitende exploitatie, én van de verbinding tussen onderwijs, personeel en financiën. Middels de Financiële Commissie houdt de Raad stevig de vinger aan de pols wat betreft het financiële beleid van ROC MN en keuzes die binnen de organisatie worden gemaakt met substantiële financiële gevolgen.
2.5.2 De Onderwijscommissie Vanuit de Raad heeft de heer Van Hout zitting in de Onderwijscommissie. Deze commissie is in 2012 zes maal bijeengekomen. Elk van deze bijeenkomsten had een specifiek thema, waarover aan de hand van presentaties en beleidsstukken is doorgepraat. In 2012 zijn de volgende thema’s aan de orde geweest: - Focus op Onderwijs, (zijnde de implementatie van Focus op Vakmanschap binnen ROC MN), inclusief bijvoorbeeld bespreking over de aanpak, budget en planning, de onderwijsstandaarden, scholing en communicatie hierover. - Verschillende onderwerpen vanuit Kwaliteitszorg, waaronder het project MBO Beter - Uitkomsten van de interne visitaties - Bespreking van het Inspectierapport ‘Staat van de Instelling’ - Loopbaanbegeleiding en loopbaanleren - Rondetafelgesprek met afdelingsmanagers - Rondetafelgesprek met LD-docenten - Informatievoorziening en Informatiemanagement
Tijdens de vergadering van 12 september 2012. De accountant is ook aanwezig geweest bij de vergadering van de RvT waarin is gesproken over de jaarrekening en de managementletter. 6 Er was in 2012 geen sprake van benoeming of herbenoeming van de externe accountant. 7 De jaarrekening van de Holding ROC Midden Nederland contractactiviteiten BV is door de betreffende RvC van deze Holding goedgekeurd. 4 5
Bestuursverslag
13
Door de bijeenkomsten van de Onderwijscommissie heeft de Raad het interne toezicht op onderwijskwaliteit verder versterkt en de informatieverwerving verbeterd. De Raad heeft op deze wijze goed en tijdig zicht op de onderwijskwaliteit binnen ROC Midden Nederland.
2.5.3 De P&O-Commissie Vanuit de Raad heeft mevrouw Monissen zitting in de P&O-commissie. Deze commissie is in 2012 vier maal bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomsten is de commissie meegenomen in de stand van zaken op het gebied van Personeel en Organisatie binnen ROC MN. Zo is besproken welke beleid reeds is ontwikkeld en geïmplementeerd, alsmede wat de agenda voor de komende jaren is. De belangrijkste thema’s die aan de orde zijn geweest: - Jaarplan 2012 van de Dienst P&O - Strategisch P&O-beleid - Aanpak formatie-reductie en mobiliteit - Plan van aanpak Professionalisering - Management development-programma Door de bijeenkomsten van de P&O-Commissie heeft de Raad een duidelijk en gedetailleerd beeld gekregen van de zaken die binnen de P&O-portefeuille worden opgepakt door ROC MN.
2.6 Gesprekken ‘dieper’ in de organisatie en werkbezoeken De vergaderingen van de RvT vinden plaats op steeds een andere locatie van ROC MN; de ene keer in Utrecht, dan weer in Amersfoort, Nieuwegein of op een andere locatie in Midden Nederland. Zo krijgt de Raad een beter beeld van wat er op de verschillende locaties speelt. Het eerste uur van elke vergadering vindt een ontmoeting plaats met een van de dertien collegedirecteuren. Tijdens deze ontmoeting vertelt de directeur wat hem/haar zo al bezig houdt bij het betreffende college, wat goed gaat en waar nog verbeteringen mogelijk zijn. Vaak wordt het gesprek afgesloten met een korte rondleiding door het gebouw. Tijdens de commissievergaderingen, met name die van de Onderwijscommissie, vinden ontmoetingen plaats met medewerkers van ROC MN: docenten, afdelingsmanagers en medewerkers van de diensten. Met ingang van 2013 zullen leden van de Raad ook zelfstandig op werkbezoek gaan binnen ROC Midden Nederland.
14
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
De RvT-leden hebben incidenteel maar niet structureel zelf contact gehad met externe belanghebbenden zoals de Inspectie, studenten en/of ouders, het beroepenveld, het Ministerie OCW of gemeenten waarin ROC MN actief is. De Raad wordt hierover ook door het CvB geïnformeerd bijvoorbeeld middels Inspectie-rapporten, onderzoeken naar studententevredenheid, en verslagen van werkbezoeken van ambtenaren, politici en gemeentebesturen aan ROC MN. Zoals al eerder beschreven zal de Raad in 2013 nader invulling geven aan hoe zij zich verhoudt tot de externe omgeving.
2.7 Contact met medezeggenschap / OR: In 2012 heeft één ontmoeting plaatsgevonden tussen de Raad en de OR, in aanwezigheid van het CvB. Tijdens deze bijeenkomst, welke in het kader stond van bespreking van de algemene gang van zaken van de onderneming (conform artikel 31 van de WOR), heeft het CvB hierover een presentatie gegeven. Daarnaast hebben RvT en OR ook uitgewisseld welke zaken zij prioritair achten. Vanuit de OR zijn als onderwerpen benoemd: de externe inhuur, het financieel meerjarenperspectief, het taakbeleid en de mobiliteit van personeel. De Raad heeft de OR verzekerd dat ook zij de ontwikkelingen op deze onderwerpen scherp volgt. Tenslotte hebben de RvT en de OR afgesproken om begin 2013 te kijken hoe de voordracht van een lid van de RvT door de OR verder vormgegeven kan worden. De Raad heeft de OR hiertoe ter vergadering een profiel voor een nieuwe lid RvT voorgelegd. Middels dit profiel zal worden gestreefd naar het vergroten van de diversiteit van de RvT-leden via open werving.
2.8 Beoordeling CvB-leden Jaarlijks vinden beoordelingsgesprekken plaats door de Raad met de CvB-leden, zoals staat beschreven in het Bestuursreglement. In deze evaluaties wordt door de CvB-leden verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de daarmee samenhangende resultaten. De Raad van Toezicht gebruikt deze evaluaties als uitgangspunt voor de beoordeling. De gesprekken over het jaar 2012 hebben plaatsgevonden begin 2013. Hierbij wordt ook stilgestaan bij de nevenfuncties van de CvB-leden. Eventuele nieuwe nevenfuncties worden door CvB-leden voorgelegd aan de RvT. In 2013 zal de Raad de criteria formuleren waaraan de nevenfuncties van CvB-leden worden getoetst.
2.9 Leden Raad van Toezicht ROC MN Onderstaand overzicht toont de welke leden in 2012 zitting hadden in de Raad van Toezicht van ROC Midden Nederland, als mede wat hun voornaamste functies zijn, de honorering over 2012 en de zittingstermijn.
Naam
Functie binnen RvT
Hoofdfunctie (en eventuele nevenfuncties)
prof. dr. P.A.H. van Lieshout
Voorzitter
Lid WRR (Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid)
Honorering 2012 € 9.400
Aftredend per 01-01-2014 (niet herbenoembaar)
€ 8.000
Aftredend per 01-06-2015 (niet herbenoembaar)
€ 8.000
Aftredend per 01-12-2015 (niet herbenoembaar)
€ 8.000
Per 01-04-2013 herbenoembaar (1e termijn)
€ 8.000
Per 01-04-2013 herbenoembaar (1e termijn)
Nevenfuncties: - lid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid - Hoogleraar Theorie van de Zorg, Universiteit Utrecht - Voorzitter Raad van Toezicht Arkin - Lid Wetenschappelijke Adviesraad Stichting Instituut Gak - Lid Curatorium SID (Society for International Development) - Voorzitter Raad van Toezicht Careyn - Voorzitter QANU, Quality Assurance Netherlands Universities - Lid Nederlands-Vlaams Toekomstdenkgroep (in opdracht van de Ministers-president van Nederland en Vlaanderen) mr. H.J.M. Beekers Lid RvT en Lid Financiële Commissie
Voormalig voorzitter ING Bank, district Midden Nederland
Zittingstermijn
Nevenfuncties: - Voorzitter van het bestuur van de Utrechtse Ondernemers Academie. - Adviseur (Beekers Advies) op het gebied van bedrijfskundige en financiële advisering dr. F.E.H. van Eijkern
Lid RvT en Lid Financiële Commissie
Voormalig organisatie adviseur en interim-manager Boer&Croon Executive Managers Nevenfuncties: - Lid bestuur Facultyclub Utrecht - Member of the Board of the Socionext Foundation
prof. dr. J.F.M.J. van Hout
Lid RvT en Lid Onder- Emeritus Hoogleraar Onderwijskunde van het hoger wijs Commissie onderwijs Universiteit van Amsterdam Nevenfuncties: geen bestuurlijke nevenfuncties
mw. drs. D.M.J.J. Monissen
Lid RvT en Lid P&O Commissie
Voorzitter Raad van Bestuur De Friesland Zorg- verzekeraar Nevenfuncties: - Voorzitter bestuur Special Arts - Voorzitter raad van toezicht NIGZ - Lid bestuur Zorgverzekeraars Nederland en q.q. lid bestuur Centrum Klantervaring Zorg en q.q. lid bestuur SKMS - Lid raad van toezicht jeugdzorg Flevoland
De heren Beekers en Van Lieshout hebben daarnaast zitting in de Raad van Commissarissen van de Holding ROC Midden Nederland BV, welke toezicht houdt op de activiteiten in deze BV.
Bestuursverslag
15
hoofdstuk 3 • bestuursverslag
Bericht van de Ondernemingsraad
3.1 Voortgang Ruim een jaar na de installatie van de Ondernemingsraad en de invoering van de WOR in de BVE-sector zijn de leden van de Ondernemingsraad steeds beter ingevoerd in de wijzingen die dit in de medezeggenschap met zich meebrengt. Dit is niet in de laatste plaats te danken aan de door het Platform BVE georganiseerde tweedaagse scholing die de voltallige raad ook in 2012 weer heeft gevolgd. Daar is de deskundigheid van de leden niet alleen vergroot op het terrein van de regelgeving van de WOR, maar heeft zich ook de strekking van het professioneel statuut als aanvulling op de WOR steeds meer uitgekristalliseerd. De insteek hiervan, de zeggenschap van de professional, is één van de speerpunten geworden van de Ondernemingsraad in 2012. Gedurende deze periode heeft het overleg met het CvB ook steeds meer vorm gekregen. Ook heeft een eerste ‘Artikel 24-vergadering’ plaatsgevonden, waarin het CvB de beleidsagenda voor de komende tijd heeft toegelicht in aanwezigheid van een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht. In de beleidsagenda is duidelijk opgenomen op welke momenten de ondernemingsraad bij de besluitvorming wordt betrokken. Eind 2012 naderde deze ondernemingsraad het einde van haar tweejarige termijn en is het nieuwe verkiezingsreglement vastgesteld. Na zorgvuldige overwegingen heeft deze OR gekozen voor een nieuwe ondernemingsraad op basis van één kieslijst en één kiesgroep, waarbij wel de verhouding tussen onderwijzend en ondersteunend personeel gewaarborgd is.
3.2 Participatieve medezeggenschap De huidige Ondernemingsraad streeft naar participatieve medezeggenschap, waarin de leden van de Raad in een vroeg stadium meedenken over het te voeren beleid. Daarbij spelen de vaste commissies een belangrijke rol.. In deze commissies worden de voorgenomen besluiten die ter advisering of instemming worden aangeboden, voorbesproken en becommentarieerd. De vragen die in de commissie worden opgesteld over de voorliggende beleidsstukken, worden in dezelfde commissie toegelicht door het betrokken lid van het College van Bestuur (of diens vertegenwoordiger). De aldus voorbereide besluiten worden vervolgens in de voltallige OR-vergadering besproken zodat er op effectieve wijze tot de advisering- of instemmingsprocedure kan worden overgegaan.
16
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
In 2012 telde de ondernemingsraad zes vaste commissies, te weten - Commissie Financiën - Commissie Arbo en Huisvesting - Commissie Personeel - Commissie Onderwijs - Commissie Bestuur en Organisatie - Commissie Reorganisatie en Herstructurering In de loop van 2012 is de commissie Bestuur en Organisatie wegens overlap met de overige commissies komen te vervallen.
3.3 Achterban Gezien de omvang van ROC Midden Nederland en het feit dat er geen onderdeelcommissies zijn ingesteld vindt de Ondernemingsraad het van belang om de communicatie met de achterban goed vorm te geven. Eén van de middelen daartoe is het instellen van voorbereidingscommissies voor actuele kwesties. Wanneer er een belangrijk voorgenomen besluit ter instemming of advisering voorligt waarbij met name een bepaald onderdeel van het ROCMN betrokken is, dus bijvoorbeeld een dienst of College, stelt de Ondernemingsraad voor de duur van de procedure een voorbereidingscommissie samen waarin twee of drie personeelsleden uit het betrokken onderdeel zitting nemen op verzoek van de ondernemingsraad. Deze commissie adviseert dan de OR in de onderhavige kwestie. In 2012 hebben er drie voorbereidingscommissies gefunctioneerd, te weten: - voorbereidingscommissie Reorganisatie Participatieopleidingen - voorbereidingscommissie Herstructurering Bedrijfsopleidingen - voorbereidingscommissie Reorganisatie Dienst OI&I Daarnaast heeft de Ondernemingsraad in 2012 een zogenaamde ‘roadshow’ georganiseerd waarmee de leden van de OR op de verschillende Colleges en opleidingen informatie hebben gegeven over doel, werkwijze en
speerpunten van de OR, over het professioneel statuut en de betekenis daarvan voor de zeggenschap van het personeel. Helaas bleek het vaak niet mogelijk om deze presentaties in te passen in bestaande bijeenkomsten van het personeel, zodat de opkomst soms wat tegenviel. Maar de bijeenkomsten werden door de aanwezigen wel altijd erg gewaardeerd en leidden tot een vruchtbare uitwisseling tussen de OR-leden en de achterban. De OR brengt regelmatig een nieuwsbrief uit die onder alle personeelsleden wordt verspreid. Daarin wordt verslag gedaan van de belangrijkste zaken die aan de orde zijn geweest tijdens de overlegvergaderingen met het CvB. Natuurlijk zijn daarnaast alle agenda’s en goedgekeurde notulen van de OR- en overlegvergaderingen via Blackboard beschikbaar voor het voltallige personeel.
3.4 Thema’s Als belangrijke speerpunten voor deze zittingstermijn en dus ook voor 2012 heeft de Ondernemingsraad de uitvoering van het Professioneel statuut en de invoering van de ‘Organisatie van het werk’, conform artikel F5 van de CAO BVE gekozen. De strekking van het Professioneel Statuut raakt immers aan veel onderwerpen die in de beleidsagenda van dat jaar centraal stonden, zoals professionalisering, de implementatie van ‘Focus op Vakmanschap’ en het taakbeleid. Uitgangspunt is de verantwoordelijkheid en de zeggenschap van de professional over zijn of haar werkzaamheden. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de zeggenschap van de docenten over pedagogisch-didactische aanpak en lesmethodes, maar ook over de verdeling van de werkzaamheden door en in de teams. Een en ander dient o.a. vastgesteld te worden in een Regeling Werkoverleg. Aangezien ROC MN niet over een dergelijke regeling beschikt, heeft de OR gebruik gemaakt van zijn initiatiefrecht om een voorstel daartoe in te dienen. De gesprekken met het CvB over het taakbeleid verliepen moeizaam; de OR staat op het standpunt dat hij op basis van de uitbreiding van zijn bevoegdheden het recht van instemming heeft op het taakbeleid, het CvB daarentegen is van mening dat een en ander uitputtend in de CAO-BVE geregeld is. Desondanks zijn OR en CvB over deze onderwerpen voortdurend in gesprek gebleven. De OR hoopt over het taakbeleid nog voor het einde van haar termijn (voorjaar 2013) in overleg met het CvB tot overeenstemming te komen. Door het CvB zijn in 2012 een aantal belangrijke voorgenomen besluiten aan de OR voorgelegd. In de eerste plaats de herstructurering van de Dienst Onderwijs Services. Na een aantal aanpassingen heeft de OR met
het voornemen ingestemd. Een andere omvangrijke operatie betrof de afbouw van Participatieopleidingen. De OR heeft veel tijd en energie gestoken in een reorganisatieplan met flankerend beleid, waarmee de medewerkers van Participatieopleidingen een reële kans krijgen aangeboden om in het MBO als docent aan de slag te gaan. Een transitietraject van een jaar met veel inwerktijd is het resultaat. Daarnaast is er sprake van vertrekbevorderende maatregelen. Bij de totstandkoming van dit transitieplan was er sprake van een vruchtbare samenwerking tussen de OR en het CvB. Een onderwerp waarbij OR en CvB niet tot een eensluidend standpunt zijn gekomen is de herstructurering van Bedrijfsopleidingen en de oprichting van een BV met als doel het uitvoeren van onbekostigde trajecten. Het CvB heeft deze adviesaanvraag ingetrokken, na hierover meerdere malen te hebben overlegd. Met name het feit dat er met andere arbeidsvoorwaarden gewerkt zou worden, én dat het zittende personeel mogelijk niet in de nieuwe BV aan het werk zou kunnen, maar boventallig zou kunnen worden, was voor de OR een breekpunt. Daarnaast vond de OR de financiële onderbouwing van de plannen onvoldoende. Ook een belangrijk onderwerp dat in 2012 speelde, was de keuze voor een nieuwe arbodienst. Het contract met de vorige arbodienst, de ArboUnie, liep af en er moest een keuze voor een nieuwe arbodienst gemaakt worden. De OR heeft hierin een grote stem gehad -ook in de keus van de betreffende arts en arbeidsdeskundige en is zeer tevreden over het resultaat. Niet over alle kwesties kwamen CvB en de OR tot overeenstemming. Het besluit om de Van Rijngelden niet langer in te zetten voor het flexbudget viel bij de OR niet in goede aarde. Helaas had de Raad in deze kwestie geen formele bevoegdheid, het was wel één van de momenten waarop zij de overschrijding van de begroting op het gebied van externe inhuur wederom aan de orde heeft gesteld. Ook dit punt is een steeds terugkerend item voor de OR waar het de financiën betreft.
3.5 Leden OR De samenstelling van de ondernemingsraad was in 2012 was als volgt: Jenno Westra (voorzitter), Bedrijfsopleidingen Peter Sturkenboom (vice-voorzitter), Business & Administration College Francien van der Meer (secretaris), Participatieopleidingen Renée van Aken, Gezondheidszorg College Bertrik Gotink, Bouw & Interieur College Jaqueline Ederzeel, Welzijn College Johan Hoekstra, Dienst Marketing & Communicatie Ger Roelen, Dienst Onderwijs, Innovatie & Informatiemanagement Sjon de Vries, Welzijn College Henk Heinhuis, Facilitair Bedrijf Hans Balder, Horeca & Travel College Lillian Martini, Participatieopleidingen Martine Stoffers, Tech College Hans Oostenrijk, Business & Administration College Maarten Gadellaa, Dienst Onderwijs Services
Bestuursverslag
17
hoofdstuk 4 • bestuursverslag
Visie, missie en kernwaarden
Visie
profiel
Kennis en vaardigheden zijn dé vitale ingrediënten voor beroepsbeoefening en burgerschap. Dat is het perspectief voor onze verantwoordelijkheid als onderwijsinstelling in een snel veranderende wereld, die zich op alle niveaus steeds verder ontwikkelt tot een kennissamenleving. ROC Midden Nederland staat midden in de maatschappij en geeft daar mede vorm aan. Wij stimuleren onze studenten bij de ontwikkeling van al hun talenten. Wij versterken hun ambities en sociaal functioneren en zetten hun potentieel om in persoonlijke groei.
ROC Midden Nederland is een onderwijsorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs, participatieonderwijs en bedrijfsopleidingen in de provincie Utrecht. Ons dienstenpakket omvat het initiële beroepsonderwijs, contractactiviteiten, volwasseneneducatie, reïntegratietrajecten en preventie. Wij verzorgen met ongeveer 1.850 medewerkers (1.500 fte’s) het onderwijs voor circa 24.000 studenten, cursisten en deelnemers, in gezamenlijk ondernemerschap met onze partners. De partnerschappen met gemeenten, werkgevers, (koepel) organisaties, onderwijs en maatschappelijke instanties zijn voor ons onmisbaar. We slagen in onze opdracht als onze studenten, inclusief de medewerkers van de bedrijven en instellingen waarvoor we opleiden, tevreden zijn over ons onderwijs.
missie Wij verzorgen kwalitatief goed onderwijs. Ons onderwijs is gericht op het kwalificeren voor werk en maatschappelijke participatie, rust toe tot vakbekwaamheid en burgerschap en biedt perspectief op persoonlijke ontplooiing en verdere studie. Wij zijn ambitieus in maatschappelijke dienstbaarheid en professioneel in klantgerichtheid. Wij zijn een solide partner in de samenwerking met onze opdrachtgevers en tonen ons betrokken bij mens en samenleving.
18
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Positionering Kwaliteit, kleinschaligheid en persoonlijk contact. Op deze wijze leveren wij meerwaarde voor studenten en bedrijven. Dit wordt door onze klanten herkend in alle facetten. Alle studenten kunnen rekenen op intensieve persoonlijke begeleiding; deze begint al voordat de student bij ons staat ingeschreven en wordt gedurende zijn studieloopbaan ingevuld. Iedere student krijgt bij ons maatwerk. Op deze wijze realiseren we persoonlijke groei. Met deze persoonlijke begeleiding onderscheiden wij ons van andere roc’s. De kleinschaligheid vertalen we in de positionering en organisatie; het beroepsonderwijs is georganiseerd in 12 beroepsgerichte en kleinschalige colleges, waarin we samenwerken met het bedrijfsleven.
Profilering De intensieve persoonlijke begeleiding past goed bij onze motto’s ‘Beleef je toekomst nu’ en ‘Toekomst verzekerd’. Wij maken de belofte ‘Toekomst verzekerd’ waar, door onze klanten optimaal te faciliteren bij de ontwikkeling die zij nodig hebben, zowel studenten als bedrijven. Wij zien daar persoonlijk op toe.
Good Governance ROC MN heeft zich gecommitteerd aan de principes van Good Governance. In dit licht is een samenhangend pakket van maatregelen vervaardigd dat als basis dient voor een deugdelijk, transparant en professioneel bestuur van de instelling met waarborgen voor ‘checks en balances’. Alle documenten van Good Governance zijn verzameld in de map Governance Documenten. In 2012 zijn alle documenten uit deze map herijkt en zijn enkele nieuwe documenten aan de map toegevoegd. De Governance documenten zijn leidraad zijn voor de Governance van ROC MN.
Kernwaarden ROC Midden Nederland ontwerpt en realiseert het beleid vanuit vier kernwaarden die inspirerend, sturend en toetsend zijn voor ons functioneren. Onze kernwaarden zijn: ambitieus, solide, professioneel en betrokken. Deze waarden zijn de bakens voor medewerkers, teams en de organisatie, als permanente oriëntatie voor onze werkzaamheden. De kernwaarden zijn de idealen waarop wij onszelf als medewerkers en als organisatie willen laten aanspreken, in alle functies en op alle niveaus. Zij staan ook in onderlinge relatie tot elkaar. De kernwaarden ‘ambitieus’ en ‘solide’ geven het spanningsveld aan tussen de wil om hoge doelen te stellen en de noodzaak om met beide benen op de grond
te blijven staan. Wij willen immers, aan de ene kant, dienstbaar zijn aan grote belangen, namelijk de toekomst van studenten en bedrijven en instellingen. Daarvoor dienen wij, aan de andere kant, voor de medewerkers en teams een stimulerende en bevredigende werkomgeving te scheppen. Het één kan niet zonder het ander. De kernwaarden ‘professioneel’ en ‘betrokken’ geven het andere spanningsveld aan. Ze verlenen in hun combinatie vitaliteit aan onze organisatie. Wij zijn vanuit een professionele grondhouding klantgericht en bieden kwalitatief goed onderwijs, waardoor wij als organisatie efficiënt en effectief met mensen en middelen omgaan. Tegelijkertijd is met deze professionaliteit de kernwaarde betrokkenheid onverbrekelijk verbonden; het is een essentiële kernwaarde voor ons werk. Het betreft de betrokkenheid van onze medewerkers bij onze studenten en bedrijven, van onze leidinggevenden bij de medewerkers en van onze organisatie bij de samenleving. Dit komt tot uiting in persoonlijke aandacht en goede loopbaanbegeleiding maar ook in het organiseren van onderwijs in colleges, dicht tegen de branche en de beroepsbeleving aan. Bovenstaande geeft in compacte vorm onze identiteit weer. Dit is waar wij de komende jaren voor staan. Een uitwerking van de kernwaarden op het gebied van onderwijs: Ambitieus Het is onze ambitie om studenten de mogelijkheid te bieden het beste uit zichzelf te halen door hen een optimaal op het beroep betrokken opleiding aan te bieden. Wij kwalificeren onze studenten zo hoog mogelijk en zorgen voor maximale doorstroom. Doorstroom naar het hoger onderwijs kan daarvan onderdeel uitmaken. Met onze sprintopleidingen en in gezamenlijkheid met de door het hbo uitgevoerde associate degree-programma’s zijn wij onderscheidend. Voor de meest ambitieuze studenten bieden wij tweetalig onderwijs aan. Solide Wij zorgen voor een optimale balans tussen theorie en praktijk: theorie waar het nodig is en praktijk waar het past. Wij bieden een solide basis omdat wij 935 (bol), resp. 335 (bbl) uren programmeren en voorzien in een vaste roosterstructuur. Begeleiding van de student van vmbo en havo tot in het hbo of de beroepspraktijk is ons strategisch speerpunt. Professioneel Wij leiden zodanig op dat het succes oplevert. Medewerkers en de organisatie zijn professioneel en klantgericht. We koppelen aan effectieve loopbaanbegeleiding van de student zorg en maatwerk als de student dat nodig heeft. Betrokken Wij bieden professionaliteit als opleider door te kiezen voor kwaliteit in de dienstverlening op een hoog niveau. Wij kennen onze studenten en hechten aan persoonlijke aandacht.
Bestuursverslag
19
hoofdstuk 5 • bestuursverslag
Doelstellingen en Voortgang Focus 2014
Plateau 4 augustus 2014 Plateau 3 augustus 2013 Plateau 2 augustus 2012 Plateau 1 augustus 2011
Het tweede plateau richting Focus 2014 is bereikt. De essentie van onze koers is de focus op de klant: studenten, inclusief de werknemers van de bedrijven waarvoor we opleiden, en bedrijven. We zijn consequent, in alle keuzes die we maken, een student- en arbeidsmarktgerichte organisatie. Daarvoor werken we continu aan een samenhangend concept van dienstverlening, waarbij onderwijs en ondersteunende diensten op elkaar afgestemd worden vanuit de belangen en beleving van onze klanten. Om dit te realiseren, ook om voortdurend te kunnen bijsturen, is het van belang de basiszaken op orde te hebben. We werken binnen vastomlijnde kaders aan standaardisering van processen, onder het motto ‘het is standaard tenzij de student of het bedrijf anders vraagt’. We zijn succesvol als onze studenten en de bedrijven en instellingen tevreden zijn over ons onderwijs en de dienstverlening die we
20
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
bieden. Uiteraard is een gezonde bedrijfsvoering hierbij het uitgangspunt. Dit vertaalt zich naar de volgende doelen waaraan wij ons voor de periode 2010 – 2014 hebben gecommitteerd: 1. Een sterkere marktpositie met betere aansluiting bij de student, het beroepenveld en de maatschappij; 2. Een betere kwaliteit van het onderwijs; 3. Een klantgerichtere organisatie en competentere medewerkers; 4. Een effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering en gezondere financiële positie.
ROC MIDDEN NEDERLAND op weg naar 2014 In 2012 is ROC MN opnieuw dichterbij de realisatie gekomen van de in Focus 2014 geformuleerde einddoelen. Waar bij het ene aanzienlijke stappen zijn gezet, vielen de resultaten op andere terreinen nog wat tegen. Hoe groot of bescheiden de vooruitgang die we boeken ook is, we zijn ervan overtuigd dat we op de goede weg zijn. We horen dat terug, zowel binnen als buiten de organisatie. We zijn met andere woorden zichtbaar goed op weg als organisatie die de kwaliteit van onderwijs centraal stelt.
8
In het vervolg van dit verslag zal aan de hand van de vier Focusdoelen worden beschreven hoe de organisatie zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld. Een korte samenvatting hiervan is zichtbaar in onderstaande tabel:
Doel FOCUS 2014
Indicator 2014
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Een betere kwaliteit van onderwijs (hoofdstuk 6 van dit verslag)
Waardering voor onze opleidingen met een 3,5 of hoger door de studenten (JOB score, 5 puntsschaal)
3,5
3,5
Diplomarendement: Niveau 1 minimaal 55% Niveau 2 65% Niveau 3 68% Niveau 4 72%
niveau 1: 79,5% niveau 2: 69,9% niveau 3: 55,8% niveau 4: 67,4%
niveau 1: 72% niveau 2: 65,6% niveau 3: 67,5% niveau 4: 69,2%
2% meer studenten
- 3,8%
+1,9%8
10% minder voortijdige schoolverlaters per jaar
10,9%
10,6%
Waardering van onze opleidingen als voldoende of goed door de Onderwijsinspectie
Drie opleidingen zijn zwak (4,1% van onze studenten)
Twee opleidingen kennen zwak onderwijsproces of onvoldoende opbrengsten (3,7% van onze studenten)
Een sterke marktpositie met betere aansluiting bij student, beroepenveld en maatschappij (hoofdstuk 8)
Waardering van een 7 of hoger door onze afnemers, bedrijven, gemeenten en instellingen (op een 10-puntsschaal)
rapportcijfer 6,7
Er is geen roc-breed onderzoek uitgevoerd in 2012
Een klantgerichtere organisatie en competentere medewerkers (hoofdstuk 9)
Waardering van onze instelling door medewerkers met een trustindex van minimaal 65% in 2012 en 70% in 2014
Geen meting gedaan in (in afwachting van mbo-sectorbreed onderzoek naar medewerkerstevredenheid (door MBO-Raad)
Een effectievere en meer efficiënte bedrijfsvoering en gezondere financiële positie (hoofdstuk 7)
Basishuishouding is voor 1-1-2011 zodanig op orde dat deze bijdraagt aan de realisatie van de doelen
Er wordt hard gewerkt aan het verder op orde brengen van de basishuishouding, middels het programma ‘Flow’. De gestelde doelen zijn nog niet gerealiseerd.
Financieel rendement van 2,5% bij MBO, Participatieopleidingen (PO) en Vavo en 10% bij Bedrijfsopleidingen (BO)
2% voor MBO, 3,4% voor BO, 0,5% voor VAVO en negatief resultaat voor PO (-8,5%)
- 0,9% voor MBO, - 39,5% voor PO, 7,5% voor Vavo en - 1,9% voor BO
Of + 5,1% als ook de studenten vanuit het contract met Vrouwen Vak School worden meegerekend.
Bestuursverslag
21
Prioriteiten voor de jaren 2013 / 2014 In 2013 zal ROC Midden Nederland een volgende stap zetten richting realisatie van Focus. Daarbij ligt het accent op kwaliteit van onderwijs, in combinatie met het versterken van de financiële stabiliteit en het op orde brengen van de processen. Naast onze koers Focus, is nu en de komende jaren ook het actieplan Focus op Vakmanschap (FoV) van het Ministerie van OCW een belangrijk thema. ROC MN voert dit actieplan in, door het
22
masterplan Focus op Onderwijs (FoO). Daarnaast blijft financiële stabiliteit en prudent financieel beleid een uitgangspunt en vereiste. Voor 2013 en 2014 zijn de volgende beleidsprioriteiten bepaald, voor elk van de Focus-doelen:
Beleidsterrein
Prioriteit
Onderwijs
- Herinrichting van het onderwijs op basis van FoV (FoO) - Aandacht voor rol en taken van de docent - Implementatie van de onderwijskaders - Herinrichting dienst Onderwijs & Innovatie - Zorg / verlagen VSV
Strategie & Markt
- Groeistrategie en portfolio-keuzes - Waarden / vitalisering van de organisatie - Innovatie / Centrum voor Innovatief Vakmanschap - Bedrijfsopleidingen
P&O
- Mobiliteit en formatiereductie - Professionalisering van de medewerker (docent en ondersteunend personeel) - Strategische personeelsplanning
Bedrijfsvoering en Financiën
- Financiële stabiliteit - Processen op orde (programma Flow) - Dienstverlening geoptimaliseerd ter ondersteuning van het primair proces (verbinding en nabijheid) - Herinrichting dienst IT - Huisvesting (verlaging kosten en uitvoering huisvestingsplan)
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bestuursverslag
23
Hoofdstuk 6 • bestuursverslag
O SCHO O MB L
IN
M
6.1 Indicatoren Om de vooruitgang te meten met betrekking tot onze strategische doelstellingen zijn indicatoren vastgesteld. De indicatoren voor een betere kwaliteit van het onderwijs zijn: - 2% meer studenten per jaar; - een diplomarendement op niveau 1 van minimaal 55% van onze studenten. Op niveau 2 is dat 65%, niveau 3: 68% en niveau 4: 72%;
24
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
ID
AND
KW
T I E T ALI RL
BES TE
Kwaliteit van het onderwijs
DEN NED
- 10% minder voortijdige schoolverlaters per jaar; - waardering van onze opleidingen met een 3,5 of hoger door de studenten; - waardering van onze opleidingen als voldoende of goed, op basis van de normen van de Onderwijsinspectie. In de volgende paragrafen wordt uiteengezet, hoe het afgelopen jaar is gestreefd naar het behalen van de doelstellingen.
E
6.2 Kwaliteit van het onderwijs Het aantal studenten is in 2012, na jaren van daling, weer gestegen met 2% (ongewogen). We hebben hiermee onze doelstelling van 2% groei per jaar gehaald.
Aantal deelnemers 2008 Totaal aantal deelnemers absoluut
2009
2010
2011
2012
19.900 19.667 19.102 18.072 18.442
(Bron: 1-10-2006 t/m 1-10-2011 definitieve bekostiging- stelling; 1-10-2012 voorlopige telling, bekostigde en onbekostigde deelnemers)
Ontwikkeling aantal deelnemers ROC Midden Nederland naar leerweg 12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
bbl
2009
2010
2011
2012
01-10-2009
01-10-2010
01-10-2011
01-10-2012
10.090
9.191
8.269
7.468
bol dt
198
130
144
135
bol vt
9.497
9.779
9.659
10.839
Bestuursverslag
25
6.2.1 Resultaten: kwaliteitskaarten
6.2.2 Kwaliteitszorg voor de diensten
De kwaliteitskaart is het centrale instrument voor kwaliteitstoetsing en verbetering door de onderwijsteams. Jaarlijks krijgen de teams een kwaliteitskaart waarop de binnen de opleidingen behaalde resultaten staan. De resultaten zijn een afspiegeling van de kwaliteit van het onderwijs en worden afgezet tegen de normen die door het CvB en Inspectie zijn vastgesteld.
In 2011 is begonnen met kwaliteitszorg voor de diensten. Per dienst is er, in overleg met de dienstdirecteur, gekozen voor een verbetertraject. In 2012 is dit voortgezet en is er een kwaliteitskaart per dienst gemaakt. Op de kwaliteitskaart per dienst staan: klanttevredenheid (score en actiepunten), professionalisering medewerkers, kritische prestatie indicatoren uit het jaarplan en financiën: begroting versus realisatie. In 2012 is gestart met de verantwoordingsgesprekken tussen dienstdirecteur en College van Bestuur.
De onderwerpen op de kwaliteitskaart zijn: • deelnemersaantallen • opbrengsten / diplomarendement • voortijdige uitval • waardering door de belanghebbenden • oordeel van de inspectie • klachten
In april 2012 heeft een onderzoek plaatsgevonden onder het management van het ROC over de tevredenheid over de (interne) dienstverlening. Deze gegevens zijn ter beschikking gesteld aan de diensten. Dit is input gebleken voor de jaarplannen welke de diensten hebben opgesteld. Aandachtspunt (vanuit het onderzoek) over alle diensten heen is het onderling afstemmen en de integrale samenwerking. De diensten pakken dit aandachtspunt gezamenlijk op, waarbij goede voortgang is te zien in de integrale samenwerking tussen de diensten.
De onderwijsteams worden uitgenodigd en uitgedaagd om na te denken over de vraag: wat kunnen wij doen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Antwoorden op deze vraag leiden tot actieplannen die het team zelf formuleert. Deels zijn dat acties voor de onderwijsteams zelf, deels betreft het acties die op andere niveaus moeten worden opgepakt. De actieplannen worden opgenomen in het afdelingsjaarplan waarin ook een scholingsplan is opgenomen. Halverwege het jaar wordt stilgestaan bij de voortgang van de acties en de resultaten en wordt het afdelingsplan zo nodig bijgesteld. Met de terugkoppeling van de volgende kwaliteitskaart met de nieuwe kwaliteitsgegevens is de kwaliteitscyclus rond. Daarnaast worden de kwaliteitskaarten (op college-niveau) ook gebruikt voor de verantwoordingsgesprekken tussen College-directeur en College van Bestuur.
6.2.3 Jaar- en diplomaresultaat Het jaar- en diplomaresultaat worden jaarlijks door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie van Onderwijs) berekend voor alle onderwijsinstellingen. Bij ROC Midden Nederland zijn in 2011-2012 zowel jaar- als diplomaresultaat weer gestegen terwijl landelijk er juist sprake is van een forse daling. De stijging is voor een belangrijk deel het gevolg van sterk gestegen opbrengsten bij enkele niveau 3 opleidingen.
Jaarresultaat ROC Midden Nederland % gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen 2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
ROC MN
65,4
68,7
65,8
67,8
Landelijk1
65,9
67,3
67,7
64,5
Diplomaresultaat ROC Midden Nederland % studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten 2008-2009 ROC MN Landelijk
1
2009-2010
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
2011-2012
67,6
65,9
68,7
64,6
66,5
67,5
62,2
1 het landelijke cijfer betreft het jaar- en diplomaresultaat van de vergelijkingsgroep Bron: www.duo.nl
26
2010-2011
64,3
Bij ROC Midden Nederland is er veel aandacht voor de opbrengsten. Actuele cijfers worden in de colleges en afdelingen besproken en geanalyseerd. Hierbij is het van belang verder te kijken dan de geconsolideerde cijfers en te kijken naar de analyse in de teams. Indien nodig worden op basis hiervan verbeteracties in gang gezet.
In 2013 wordt onverminderd voortgeborduurd op het ingezette ROC MN-beleid en worden de nieuwe landelijke OC&W-normen van het convenant 2012-2015 gevolgd. Om deze streefnormen in de komende jaren te kunnen halen is extra aandacht noodzakelijk voor uitval in alle niveaus, behalve niveau 1. Naar aanleiding van VSV-cijfers en eigen analyses ligt het accent het komend jaar op onderstaande activiteiten. • De uitval onder de 18-20 jarigen blijft het hoogst. Een reden is dat studenten, zo gauw ze 18 jaar zijn, stoppen met de opleiding omdat ze niet meer verplicht naar school moeten. Voorlichting aan ouders en studenten over het maatschappelijk en economisch nut van het halen van een startkwalificatie kan bijdragen aan een lagere schooluitval. • Extra aandacht blijft nodig voor niveau 3- en 4-studenten. De uitval in absolute getallen is te hoog, Het project LOB/ Leersucces richt zich op verdere professionalisering van docenten en binding met studenten waardoor verzuim en daardoor VSV voorkomen kan worden. Ook niveau 2-studenten worden meegenomen in deze projecten. • Studenten die zich laat aanmelden of die vanwege een verkeerde studiekeuze een heroriëntatietraject gevolgd hebben, kunnen vanaf 2013 in een aantal colleges instromen via het project “Invoegstroken”. • Verzuimaanpak en de opvolging daarvan heeft extra aandacht nodig met nadruk op de eerste schoolweken. Bij regelmatig ziekmelden volgt verwijzing naar de schoolarts (pilot). • Effecten op de loopbaan van studenten die trajecten volgen bij het studieloopbaancentrum, worden beter in beeld gebracht.
6.2.4 Voortijdig schoolverlaten Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV) is een van de speerpunten van ROC MN. Er is de afgelopen jaren geïnvesteerd op verschillende niveaus: - betere begeleiding en zorg - betere aansluiting VMBO-MBO - betere aansluiting op de onderwijs- en arbeidsmarkt - meer maatwerk en flexibiliteit - betere managementinformatie - betere monitoring van uitval in de kwaliteitszorgcyclus. Het beleid van ROC MN in samenhang met de RMCsamenwerking heeft in het schooljaar 2011-2012 (voorlopige cijfers) geresulteerd tot een verdere daling van het aantal voortijdig schoolverlaters (10,6%). Ten opzichte van de nulmeting 2005-2006 is de schooluitval gereduceerd met 27,1 %. Hoewel ROC MN hiermee relatief grote stappen heeft gemaakt op het gebied van VSV (ook in vergelijking met de ‘peers’), betekent dit ook dat de vastgestelde OCW-norm van 40% reductie (nog) niet is gehaald.
VSV cijfers ROCMN 2011-2012 en normen VSV vanaf 2012 per opleidingsniveau 9 VSV 2010-2011 Aantal VSV Landelijk
% VSV
VSV 2011-2012 Voorlopige cijfers # Studenten
Aantal VSV
Norm 2012-2013 % VSV
8,2
393.565
27.002
6,9
Aantal VSV*
% VSV
Norm 2013-2014 Aantal VSV*
% VSV
Norm 2014-2015 Aantal VSV*
% VSV
totaal ROCMN
1.315
10,9
11.762
1.241
10,6
Niveau 1
156
40,3
407
150
36,9
132
32,5
112
27,5
92
22,5
Niveau 2
554
17,6
3.108
518
16,7
420
13,5
357
11,5
311
10,0
Niveau 3/4
612
7,1
8.247
573
6,9
350
4,3
201
3,5
158
2,8
*
Bij gelijkblijvend aantal studenten < 23 jaar (2011-2012)
9
Bron: DUO
Bestuursverslag
27
De VSV-activiteiten sluiten aan bij het algemene onderwijsbeleid van ROC MN. De verantwoordelijkheden voor visie en beleid, VSV-maatregelen en de resultaten worden in de komende periode nog nadrukkelijker belegd in de lijn, waarbij extra aandacht is voor draagvlak op de werkvloer. De maandelijkse managementinformatie vormen de basis waarop de colleges en afdelingen gedurende het jaar het beleid ten aanzien van VSV kunnen bijsturen.
6.2.5 Waardering door deelnemers Jaarlijks wordt een deelnemersenquête gehouden waarbij de waardering van het onderwijs en de dienstverlening wordt gemeten. Bij het beroepsonderwijs is dat de landelijke JOB-enquête, bij de andere eenheden zijn dat eigen enquêtes via ROC-Spiegel. De resultaten worden opgenomen in de kwaliteitskaarten en teruggekoppeld naar de teams. De landelijke JOB-enquête wordt elke twee jaar gehouden. In de tussenliggende jaren worden de JOB-vragen in eigen beheer afgenomen. De resultaten daarvan wijken steeds iets af van de landelijke enquête (i.e. zijn iets negatiever), maar zijn wel goed vergelijkbaar met eigen vorige metingen. Daarom zijn er twee overzichten gemaakt. De rapportcijfers uit de landelijke enquêtes blijven stabiel. De beoordeling voor de stage bij de bol- opleidingen is ten opzichte van 2010 gedaald met 0,2. De waardering voor de onderwijsfaciliteiten is met 0,2 gestegen. Afgelopen jaar is er geïnvesteerd in meubilair en aankleding van de gebouwen. Dit is in de scores duidelijk terug te zien.
Vergelijking met 2010 (en 2011) De waardering is op de volgende onderdelen gedaald 2010 (en 2011)
2012
Stages bol
3,7
3,6
Stages bbl
3,9
3,8
De waardering is op de volgende onderdelen gelijk gebleven 2010 (en 2011)
2012
Informatievoorziening
3,3
3,3
Lessen
3,4
3,4
Competenties
3,7
3,7
Organisatie
3,2
3,2
School en studie
3,3
3,3
Rapportcijfer opleiding
7,0
7,0
Rapportcijfer school
6,5
6,5
Totaal gemiddelde score
3,5
3,5
De volgende thema’s zijn gestegen
28
2010 (en 2011)
2012
Toetsing
3,3
3,3
Studiebegeleiding
3,4
3,4
Onderwijsfaciliteiten
3,7
3,7
Veiligheid
3,2
3,2
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
6.2.6 Resultaten enquête alumni 2010-2011 (afgenomen in 2012) Elke twee jaar voert ROC MN een onderzoek uit onder alumni. Dit zijn deelnemers die de opleiding succesvol hebben afgesloten en een half jaar later terugkijken op de opleiding. Dit kan zijn in het perspectief van een vervolgopleiding of werk. Deze gegevens zijn een aanvulling op de jaarlijkse JOB- enquêtes. Onze alumni kunnen met meer afstand de kwaliteit en relevantie van hun opleiding beoordelen. De uitslagen van dit onderzoek levert daarom waardevolle informatie welke wordt meegenomen worden in de jaarplannen van de colleges. De respons van het onderzoek onder alumni was 12% (d.w.z. 643 respondenten). Terugblik naar de school Aan de gediplomeerde schoolverlaters is gevraagd een oordeel te geven over een aantal kwaliteitskenmerken van ROC MN. Voor de tevredenheid wordt als norm 3,5 (op een vijfpunts schaal). Indien een aspect onder deze norm scoort, is actie gewenst. Bij de gediplomeerde bol-verlaters van ROC Midden Nederland is in 2010-2011 op de meeste punten sprake van een lichte stijging of gelijkblijvende tevredenheid op de verschillende kwaliteitskenmerken. Op twee punten daalt de tevredenheid. Zo is de tevredenheid over de begeleiding door de opleiding tijdens stage gedaald met 0,2 punt naar 3,0 en de tevredenheid over de sfeer op de opleiding is met 0,1 punt gedaald van 3,6 naar 3,5. Een hardnekkig aandachtspunt blijft de lagere score voor de informatievoorziening over roosters en cijfers. Dit ondanks de inspanning die hier in 2012 op is gepleegd. Bij de gediplomeerde bbl-schoolverlaters van van ROC Midden Nederland is in 2010-2011 zijn er t.o.v. de bol-schoolverlaters minder punten waarbij sprake is van een lichte stijging of onveranderde tevredenheid op de verschillende kwaliteitskenmerken. De gemiddelde score is in 2010-2011 dan ook gelijk gebleven aan die van eerdere onderzoeken, nl. 3,4. De bbl-schoolverlaters van ROC MN zijn in het algemeen wel meer tevredenen dan de bol-schoolverlaters gedurende de jaren.
Scores over school en opleiding van gediplomeerde BOL en BBL roc-verlaters bol 2010 -2011 n (aantal)
324
inhoud lesprogramma
3,1
bbl
20082009
20102011
3,0
3,4
20082009
319 3,4
persoonlijke begeleiding
3,3
3,3
3,5
3,5
begeleiding door je opleiding tijdens de stage / bpv
3,0
3,2
3,1
3,0
professionaliteit docenten
3,3
3,3
3,7
3,6
praktijkkennis docenten
3,6
3,5
3,8
3,8
manier lesgeven
3,1
3,0
3,4
3,4
aanwezige voorzieningen / apparatuur
3,1
3,0
3,2
3,4
beroepsgerichte uitstraling opleiding
3,2
3,1
3,4
3,5
gebruikte lesmateriaal op de opleiding
3,1
3,0
3,3
3,3
aantrekkelijkheid leeromgeving
3,1
3,0
3,1
3,1
sfeer op je opleiding
3,5
3,6
3,7
3,6
voorlichting vervolgmogelijkheden (alleen BOL)
3,0
2,8
aansluiting theorieopleiding op huidige werk/ vervolgopleiding
3,1
2,9
3,4
3,5
aansluiting stage op mijn huidige werk/vervolgopleiding (alleen BOL)
3,5
3,4
informatievoorziening over roosters, cijfers etc.
2,9
2,8
3,3
3,3
begeleiding bij leerbedrijf door leermeester (alleen BBL)
3,6
3,6
bruikbaarheid opleiding (alleen BBL)
3,4
3,7
3,4
3,4
Gemiddelde beoordeling
3,2
3,1
Aan de alumni is ook gevraagd of zij de opleiding en ROC Midden Nederland als school aan anderen zouden aanraden. Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010-2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen opleiding aanraden
school aanraden
aantal
ROC MN 2010-2011
71,8%
68,9%
643
ROC MN 2008-2009
66%
67%
465
6.2.7 Klachten: Monitor klachtenmanagement Studenten kunnen een klacht indienen via het digitale klachten- systeem. De kwaliteitsadviseur van een college of eenheid vervult de rol van klachtencoördinator. Deze ondersteunt het management in het werken met het klachtensysteem en bewaakt de afhandeling van de klacht. Daarnaast ondersteunt hij/zij het management in de analyse van de klachten en het benoemen van verbeterpunten. Als een klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost binnen de opleiding of sector, kan de student in beroep gaan bij de Geschillencommissie. Klachten over ongewenst gedrag worden ingediend bij de vertrouwenspersoon. Klachten over de beoordeling van toetsen en examens worden voorgelegd aan de examencommissies en (in laatste instantie) aan de Commissie van Beroep voor de examens Klachten geven informatie over de kwaliteit van ons onderwijs en onze dienstverlening. In 2012 zijn er 66 klachten ingediend en geregistreerd. Dit is een stijging ten opzicht van 2011 (met 11 klachten). Waarschijnlijk is dit veroorzaakt doordat het indienen van klachten via het digitale klachtensysteem (ingevoerd eind 2011) nu makkelijker werkt en duidelijker is voor de studenten, waardoor ze eerder een klacht indienen. De meeste meldingen werden gedaan door studenten, maar ook ouders dienden klachten in. De meerderheid van de klachten ging over de organisatie van het onderwijs en over de examinering (organisatie en beoordeling van examens). De verwachting dat de collegevorming zou leiden tot minder klachten is dus nog niet overal gerealiseerd. De colleges met de meeste klachten: • het Business & Administration College (17) • het Gezondheidszorg College (16) • het Welzijn College (7). Colleges met weinig klachten zijn respectievelijk: • het Sport College (2) • het Tech College (1) • het Horeca & Travel College (1) • het Creative College (1). Ook kwamen er weinig klachten binnen over: • Participatieopleidingen (2) • het VAVO Lyceum (1).
Positief is dat zowel het percentage gediplomeerde schoolverlaters dat de opleiding aanraadt als de school aanraadt, in 2010-2011 t.o.v. 2008-2009 flink gestegen is.
Bestuursverslag
29
6.2.8 Kwaliteitsbeoordeling Inspectie: Maatregelen na beoordeling door inspectie Elke drie jaar doet de onderwijsinspectie een onderzoek naar de “staat van de instelling”. De Inspectie van het Onderwijs voerde in september en oktober 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Midden Nederland. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs en het vavo. Op basis van de resultaten wordt een vervolgtraject bepaald. Dit kan zijn dat er geen vervolgonderzoek komt en de inspectie over drie jaar weer een onderzoek doet naar de “staat van de instelling” of dat er risico’s geconstateerd worden. Het oordeel van de inspectie wordt door management en onderwijsteam besproken en moet leiden tot verbetermaatregelen. De conclusie van de inspectie was: “Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de Instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij ROC Midden Nederland voldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico’s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico’s komen naar voren bij de kwaliteit van de examens en het niveau van de opbrengsten. Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs leidt er toe dat we vertrouwen hebben in het in control zijn van ROC Midden Nederland. We voeren een beperkt aanvullend toezicht uit. ROC Midden Nederland dient zelf nader onderzoek uit te voeren naar de naleving vrijwillige schoolbijdrage.”
30
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Het samenvattend oordeel van de Onderwijsinspectie is: “We stellen vast dat bij ROC Midden Nederland de risico’s beperkt blijven tot enkele. Het grootste risico zien we, net als het CvB, bij de examinering. De staat van de kwaliteitsborging op instellingsniveau geeft ons vertrouwen omdat tekortkomingen zoals wij die hebben geconstateerd ook al in het zicht waren van de verantwoordelijken voor de kwaliteit van het onderwijs. Ook de opleidingen met onvoldoende opbrengsten heeft de instelling in het vizier. Elk jaar worden daar per kwartaal geïntensiveerde gesprekken over gevoerd met het management en maatregelen zijn reeds getroffen. Echter de effectiviteit van de maatregelen dient strikter gecontroleerd te worden. Aandachtspunten zijn enerzijds het duidelijker positioneren van de monitoring van de kwaliteit van de examinering in het totaal van de kwaliteitszorgsystematiek. Nu lijkt het los te staan en wordt de verbinding met de kwaliteit van het onderwijs onvoldoende gelegd. Anderzijds vraagt de intake, en vooral de plaatsing, nog aandacht, mede met het oog op het verbeteren van het rendement van de opleidingen op niveau 3. De uitvoering van het voorgenomen beleid over het heffen van de vrijwillige bijdrage wordt verschillend geïnterpreteerd en zorgt ervoor dat er bij sommige opleidingen niet aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. Dit behoeft de aandacht van het College van Bestuur.”
Bestuursverslag
31
hoofdstuk 7 • bestuursverslag
Effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering en een gezondere financiële positie 7.1 Indicatoren Om de vooruitgang te bekijken in relatie tot de strategische doelstellingen zijn indicatoren vastgesteld. Als indicatoren voor een effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering en gezondere financiële positie zijn vastgesteld: - Financieel rendement van 2,5% bij MBO, Participatieopleidingen en Vavo en 10% bij Bedrijfsopleidingen; - De onderwijsprocessen worden nader gestandaardiseerd om ‘op orde’ te komen. In de volgende paragrafen worden de strategieën uiteengezet, die zijn gestart in 2012 om deze doelstellingen te behalen en geven we een toelichting op hoe ROC Midden Nederland in 2012 gepresteerd heeft ten opzichte van de hiervoor genoemde indicatoren. Daarnaast wordt ook de organisatiestructuur beschreven.
7.2 Investeren in de organisatie en processen Gezien de verscheidenheid aan doelgroepen kunnen wij ons niet vanuit één identiteit en organisatie richten op de verschillende klantgroepen. Segmentatie en kleinschaligheid zijn noodzakelijk om specifieke dienstverlening te bieden en optimaal meerwaarde te kunnen leveren. Om echter een herkenbare en aantrekkelijke school te zijn voor de verscheidenheid aan klantgroepen, dienen de basiszaken zoveel mogelijk gestandaardiseerd te zijn.
32
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
7.2.1 Een klantgerichte organisatiestructuur De organisatiestructuur bestaat uit vier delen, gebaseerd op specifieke product/marktcombinaties: - Beroepsopleidingen (mbo); - Bedrijfsopleidingen; - Participatieopleidingen; - Vavo In lijn hiermee kennen wij naast het centrale merk ROC Midden Nederland voortaan drie merken. De merken ROC Midden Nederland Beroepsopleidingen en Participatieopleidingen hebben een verdere onderverdeling naar submerken en labels, de colleges. Deze labels worden centraal ontwikkeld en gevisualiseerd, in samenhang met het centrale merk. 7.2.1.1 De businessunit Beroepsopleidingen biedt het beroepsonderwijs aan in colleges. In totaal twaalf kleinschalige en branchegerichte colleges vormen samen deze businessunit - Automotive College; - Beauty College; - Bouw & Interieur College; - Business & Administration College; - Creative College; - Gezondheidszorg College; - Horeca & Travel College; - ICT College; - Sport College; - Tech College; - Veiligheid & Defensie College; - Welzijn College. De colleges opereren dichtbij de bedrijven en partners, waarmee ook samen actief de opleidingen worden ingericht, zodat het aanbod ‘van binnenuit’ optimaal is afgestemd. Ook zijn en/of worden de colleges, waar de marktsituatie het mogelijk maakt, gevestigd in zowel Utrecht/Nieuwegein als in Amersfoort en eventueel ook in de randgebieden om de regionale posities te versterken. We realiseren ons dat een gezamenlijke identiteit en daarmee een voorspelbare kwaliteit van ROC Midden Nederland, noodzakelijk is om onze doelen te bereiken. Daarom gaan we onze dienstverlening aan de klanten vanuit eenzelfde aanpak inrichten, waarbij men bij elk college in de basis ongeveer hetzelfde kan verwachten. Dit vertaalt zich in de processen en in afspraken over de standaarden in het curriculum en de loopbaanbegeleiding.
7.2.1.2 De businessunit Bedrijfsopleidingen stelt de kennis en expertise van de onderwijsorganisatie beschikbaar voor de zakelijke en particuliere markt. Bedrijfsopleidingen is de vraaggericht werkende verkoop- en adviesorganisatie van ROC Midden Nederland. Daarnaast verzorgt deze businessunit de voorbereiding voor bblincompanytrajecten, maatwerkcursussen en vakgerichte trainingen, ofwel het contractonderwijs. De businessunit Bedrijfsopleidingen heeft regionale en landelijke klanten en werkt zo nodig samen met andere roc’s en andere externe partners. 7.2.1.3 De businessunit Participatieopleidingen levert geïntegreerde oplossingen voor het (leer-) vraagstuk van individuen met een afstand tot de arbeidsmarkt en een afstand tot optimale deelname aan de samenleving. ROC Midden Nederland legt de focus op de participatie- en re-integratiemarkt. In de participatiemarkt staan volwassenen met een educatieve of sociaal-maatschappelijke achterstand centraal. Bij inburgering gaat het naast de maatschappelijke achterstand ook om het behalen van een inburgeringexamen. Potentiële opdrachtgevers zijn gemeenten, re-integratiebedrijven, publieke verzekeraars en individuen. Vanwege de bezuinigingen worden de budgetten bij potentiële opdrachtgevers steeds kleiner. Bij re-integratie gaat het om het reduceren van uitkeringen en realiseren van arbeidsmarktparticipatie van (jeugdig) werklozen en arbeidsongeschikten of terugkeer van zieken op de werkplek. Potentiële opdrachtgevers zijn gemeenten en intermediairs. De diensten van Participatieopleidingen worden gegroepeerd naar diverse labels, waardoor het op een voor de specifieke doelgroep herkenbare en aansprekende wijze wordt aangeboden. Gezien de dalende omzet (wegens bezuinigingen) wordt Participatieopleidingen binnen ROC MN afgebouwd. Medewerkers van Participatieopleidingen zijn / worden zoveel als mogelijk in een van de MBO-Colleges geplaatst (met de benodigde begeleiding, scholing en een inwerkprogramma). 7.2.1.4 De businessunit Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo) is het vierde onderdeel van de ROC MN-organisatie. Het Vavo is apart gepositioneerd, los van andere onderdelen. Op deze wijze kan het Vavo vanuit zijn eigen expertise en kracht slagvaardig reageren op de ontwikkelingen in dit onderwijssegment. Wanneer er raakvlakken zijn, bijvoorbeeld met het MBO-onderwijs, wordt gebruik gemaakt van de gemeenschappelijke basis om zodoende voor beide onderdelen een win-win te realiseren. 7.2.1.5 Platte organisatiestructuur met regionale oriëntatie De organisatiestructuur is relatief plat met maximaal drie managementlagen (incl. CvB). De colleges zijn over de diverse vestigingsplaatsen heen georganiseerd. Dat hangt samen met de keuze voor een branchegerichte ordening en een heldere identiteit van de colleges. Deze is in beginsel leidend. De collegedirecteur waarborgt de eenheid van beleid, zowel binnen elk college als in de regionale vestigingen. Ook op het niveau van afdelingsmanagement komt de regionale en lokale oriëntatie terug. Afdelingsmanagers bedienen in beginsel niet meer dan één vestigingsplaats.
Bestuursverslag
33
De organisatie ziet er als volgt uit:
CvB
P&O
M&C
FB
OI&I
FP&C
DOS
Binnen sommige vestigingen, zijn meerdere colleges gehuisvest. Bijvoorbeeld op de Disketteweg in Amersfoort of de Vondellaan in Utrecht. Het afgelopen jaar is ook steeds meer gekeken naar het organiseren van bijvoorbeeld facilitaire zaken op vestigingsniveau, in plaats van voor elk college afzonderlijk. Deze lijn zal in 2013 nader worden uitgewerkt en ingezet.
7.2.2 Eigenheid binnen kaders Colleges werken aan en vanuit hun eigen identiteit en sluiten daarmee aan bij de student en het werkveld waarvoor opgeleid wordt. Dat betekent echter niet dat colleges zelfstandig kunnen opereren. ROC Midden Nederland stelt de (beleids-)kaders vast waarbinnen colleges zich kunnen bewegen. Deze kaders zijn bedoeld om te kunnen sturen maar ook om richting te geven op alle beleidsterreinen: van onderwijs tot personeel en organisatie, van marketing en communicatie tot huisvesting. Deze kaderstelling is scherp geformuleerd: het gaat om standaardisering waar dat mogelijk is. Alleen specifieke kenmerken van student of werkveld zijn legitieme redenen om van dat principe af te wijken. Standaardisering zorgt immers voor efficiency. Het gaat daarbij niet alleen om het terugdringen van kosten, maar ook om het terugbrengen van regeldruk. Juist daardoor ontstaat rust en ruimte voor het vereiste maatwerk. Standaardisering zorgt ook voor kwaliteit, transparantie en borging. Daarnaast zorgt standaardisering voor een beter herkenbare identiteit: doordat bijvoorbeeld (delen van) de loopbaanbegeleiding voor de student zijn gestandaardiseerd, is ROC Midden Nederland op dat punt ook herkenbaar.
34
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Participatieopleidingen
Bedrijfsopleidingen
VAVO Lyceum
Horeca & Travel
Sport
Beauty
Veiligheid & Defensie
Business & Administration
ICT
Creative
Bouw & Interieur
Gezondheidszorg
Welzijn
Tech
Automotive
BB
7.2.3 Ondersteunende diensten Sinds 2010 is de ondersteuning binnen ROC MN georganiseerd in zeven diensten: • Personeel en Organisatie (P&O); • Finance, Planning & Control (FP&C); • Facilitair Bedrijf (FB); • Onderwijsontwikkeling, Informatie en Innovatie (OI&I); • Dienst Onderwijs Services (DOS); • Marketing en Communicatie (M&C); • Bestuursbureau (BB). De ondersteuning kent verschillende niveaus van dienstverlening • strategische beleidsondersteuning (klanten: CvB en collegedirecteuren); • ondersteuning op tactisch niveau (klanten: directie en management van de colleges); • ondersteuning op operationeel niveau (klanten: alle medewerkers en studenten ROC MN). De dienstverlening wordt door de diensten zoveel mogelijk decentraal aangeboden, tenzij een specifieke situatie vraagt om een centraal aanbod. De collegedirecteur bepaalt in zijn/haar operationele aansturing de focus van de inzet van de medewerkers van de ondersteunende dienst. De ondersteuning vindt plaats door middel van fysieke aanwezigheid op de locatie, intranet en/of per telefoon of e-mail.
In 2012 is begonnen met de reorganisatie van de diensten OI&I en de afdelingen rond IT binnen FB en OI&I. Dit zal in 2013 tot besluitvorming en herinrichting leiden, om te komen tot een dienst O&I (Onderwijs & Innovatie) en een dienst IT (samenvoeging van afdelingen uit diensten OI&I en FB). In de bijlage van dit verslag wordt een overzicht gegeven van de mutaties op huisvestingsgebied en de belangrijkste ICT-projecten welke in 2012 binnen ROC MN zijn gerealiseerd.
7.2.4 Optimalisatie van ondersteunende processen (programma Flow) Het programma Flow zorgt voor verbetering van de samenhang tussen een aantal cruciale administratieve processen en -systemen. De processen rondom Instroom, Werkplekleren en Roosteren, en Aan- en Afwezigheidsregistratie hebben daarbij prioriteit. Deze zijn immers cruciaal voor bijvoorbeeld bekostiging of het voldoen aan wettelijke verplichtingen. Die processen gaan we ondersteunen door het nieuwe en gebruikersvriendelijke deelnemervolgsysteem EduArte en door een moderne ict--infrastructuur, de ict-Basisvoorzieningen 2015.
ROC Midden Nederland wil de informatievoorziening aan studenten en medewerkers verbeteren. Informatie over roosters en roosterwijzigingen, studieresultaten en -voortgang, opleidingsinformatie, persoonsgegevens en aanwezigheid moet tijdig en betrouwbaar voor iedereen bereikbaar en beschikbaar zijn (via pc, tablet, smartphone of laptop). In eerste instantie gaat het programma Flow om het ontwerpen van nieuwe processen: deze worden eenvoudiger beter digitaal ondersteund en met minder fouten uitgevoerd. Een grote stap binnen Flow is de vervanging van het deelnemervolgsysteem nOISe door EduArte in januari 2013. De afgelopen twee jaar hebben de meeste colleges met ondersteuning vanuit het programma VOPP de processen gestandaardiseerd en ondersteunende systemen ingevoerd. EduArte herbergt veel meer functionaliteit dan nOISe, het vorige deelnemervolg- systeem.
De extra functionaliteit wordt niet direct ingezet, er is voor gekozen de verandering stapsgewijs, beheerst en beheersbaar uit te voeren. In 2012 is naar de ingebruikname van Eduarte toe gewerkt en zijn betrokken medewerkers getraind. Over de verdere fasering van EduArte wordt eind januari 2013 besloten. Tegelijkertijd is ook gekeken naar de organisatie van de Dienst Onderwijs Services (DOS). Op de locatie Vondellaan is een pilot gestart met de deconcentratie van de Dienst. De gedachte hierachter is dat wanneer DOS op de locaties aanwezig is, de ondersteuning beter kan worden georganiseerd. De pilot moet informatie opleveren om in voorjaar 2013 besluiten over deze deconcentratie te kunnen nemen. Onder verantwoordelijkheid van CvB-lid Kees Rutten, leidt programmamanager Frits Gronsveld het programma Flow, dat in alle colleges wordt uitgevoerd. De collegedirecteuren zijn nauw betrokken bij de uitvoering van Flow en nemen actief deel aan het overleg. Door de collegedirecteuren aan het stuur te zetten, willen we ervoor zorgen dat het onderwijs goed betrokken wordt bij het programma. Projectleiders vanuit de organisatie ondersteunen de collegedirecteuren bij het ontwerp en de implementatie van de aangepaste processen.
7.2.5 Duurzaamheid Binnen ROC Midden Nederland wordt actief beleid gevoerd met betrekking tot duurzaamheid. Dit beleid wordt op meerdere gebieden uitgevoerd, o.a. inkoop, facilitaire dienstverlening en huisvesting. Daarvoor is een groot aantal initiatieven ontwikkeld: • ROC Midden Nederland heeft in 2009 het programma Duurzame Ontwikkeling opgesteld en vastgesteld. • Deelname aan de Toorts der Verwachting, welke door de samenwerkende Utrechtse natuur- en milieuorganisaties in 2008 aan ROC MN is uitgereikt. Met het in ontvangst nemen van deze Toorts heeft ROC MN zich gecommitteerd aan het afgesloten convenant en is duurzaamheid een vast onderdeel geworden van zowel diverse lesprogramma’s, als van het beleid voor de eigen organisatie, onder andere op het gebied van inkoop en gebouwenbeheer. • De ondertekening van het convenant Duurzaam Inkopen. Dit convenant is in 2009 opgesteld tussen de vereniging MBO Raad en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (destijds VROM). Doelstelling van ROC MN is om in 2015 100% duurzaam in te kopen. • Duurzaamheid is een vast onderdeel van alle (meervoudig) onderhandse en Europese aanbestedingen, welke in opdracht van ROC MN worden uitgevoerd. • De deelname aan het energieconvenant van de Gemeente Utrecht, met als ambitie, dat deelnemende organisaties binnen de gemeente in 2030 CO2 neutraal zijn.
Bestuursverslag
35
• Diverse maatregelen op gebied van huisvesting en klimaatbeheersing (het waterzijdig inregelen van de verwarmingsinstallaties van diverse gebouwen, het op afstand inregelen van klimaatbeheersingssystemen, het vervangen van cv-ketels voor energiezuinige installaties, het toepassen van energiezuinige tl-verlichting, het aanbrengen van dubbelglas in oudere gebouwen enz.) Verder zijn er EPA-U plus rapporten opgesteld voor de panden van ROC MN. • Er is aandacht voor gezonde voeding binnen de kantinecatering als onderdeel van het project ‘De gezonde school’. • Op milieugebied is er veel aandacht voor het gescheiden inzamelen van afval en het gebruik van milieuvriendelijke materialen. • ROC Midden Nederland werkt actief mee aan het vinden van passend werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er wordt op diverse locaties gewerkt met vrijwilligers. Daarnaast bieden meerdere afdelingen stageplaatsen aan diverse organisaties, zoals Reafors te Amersfoort, maar ook aan onze eigen cursisten. Binnen het Facilitair Bedrijf van ROC MN heeft in 2012 een groep mensen in het kader van werkervaringplekken, ervaring op kunnen doen in diverse facilitaire functies (receptie, conciërges, centraal archief, catering), waarna zij, buiten ROC MN, konden doorstromen naar tijdelijke functies. Verder heeft een aantal mensen via opstapbanen (o.m. via Vakwerk Houten) een vaste baan kunnen verwerven binnen ROC MN. Binnen relevante (Europese) aanbestedingen is de inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een onderwerp in het Plan van Eisen.
7.3 Profiel van de instelling ROC Midden Nederland is een van de grootste onderwijsinstellingen in midden Nederland. Op het gebied van beroepsonderwijs, bedrijfsopleidingen en participatieopleidingen speelt ROC MN een belangrijke rol in de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de regio. Zo'n 24.000 jongeren en volwassenen volgen
onderwijs bij ROC MN. Het opleidingenaanbod kan op de volgende manier verdeeld worden: - Middelbaar beroepsonderwijs; - Vavo; - Participatieopleidingen; - Bedrijfsopleidingen. In totaal verzorgt ROC Midden Nederland voor studenten en bedrijven bijna 400 erkende opleidingen op mboniveau (bol, bbl en maatwerk) en vavo. Het aanbod van Participatieopleidingen omvat onder meer: inburgering, cursussen, taaltrajecten en duale opleidingen.
Locaties Onderwijslocaties voor het mbo vinden we in de volgende steden/gemeenten: Utrecht, Amersfoort, Zeist, Nieuwegein, Woerden en Veenendaal. Zowel op deze locaties als op vijftien andere locaties, bieden wij daarnaast Vavo en Participatieopleidingen aan. Vavo-locaties zijn in: Amersfoort, Veenendaal, Utrecht en Zeist. Participatieopleidingen bieden we aan in: Utrecht, Amersfoort, Baarn, De Bilt, Driebergen, Maarssen, Mijdrecht, Nieuwegein, Soest, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist. Bedrijfsopleidingen worden aangeboden in overleg met de klant, soms in een locatie van ROC MN, soms in-house of op een externe locatie.
7.4 Juridische structuur De juridische structuur van ROC Midden Nederland is weergegeven in onderstaand schema:
Stichting Van Beuningenfonds Fiscale eenheid BTW Fiscale eenheid VpB
Stichting ROC MN
Holding ROC Midden Nederland Contractactiviteiten
Gildevaart Contractactiviteiten BV (slapend)
36
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bedrijfsopleidingen Midden Nederland BV
7.5 Financieel perspectief
Het resultaat per businessunit is in onderstaande tabel opgenomen.
7.5.1 Realisatie 2012
Het geconsolideerde netto resultaat over de periode januari tot en met december 2012 bedraagt € 2,8 mln. negatief. Het rendement van ROC MN komt hiermee op -1,9% van de totale baten.
Business Unit
Het volgende overzicht laat zien dat ROC Midden Nederland € 0,3 beter dan begroot heeft gepresteerd ten opzichte van de gestelde indicatoren met betrekking tot de te behalen rendementen per businessunit.
Bedragen x 1000 BATEN
Totaal ROC MN Totaal ROC MN begroting
Norm rendement
Realisatie 2012
Mbo-opleidingen
2,5 %
- 0,9%
Participatieopleidingen
2,5 %
- 39,5%
VAVO Lyceum
2,5 %
7,6%
Bedrijfsopleidingen
2,5 %
- 2,0%
Mbo incl. diensten
Vavo Lyceum
Participatie opleidingen
Bedrijfs opleidingen
1e geldstroom (OCW) Innovatie & stage (OCW) Overige overheidsbijdragen Opbrengst werk i.o.v. derden Bijdragen diensten Overige baten
115.174 1.104 9.582 10.494 0 5.071
121.280 1.175 11.536 7.797 0 5.864
117.478 1.175 1.119 0 5.025 5.297
161 0 3.331 3.221 -1.779 402
9 0 7.086 0 -2.439 69
3.632 0 0 4.576 -807 96
Totaal baten
141.425
147.652
130.094
5.336
4.725
7.497
94.259 8.765 7.729 8.158 -227 10.396 15.083
97.984 11.447 7.600 6.196 -6 9.897 17.163
87.169 10.394 7.595 2.233 -692 8.855 15.552
4.276 30 3 0 -132 507 249
4.064 819 2 0 66 446 1.196
2.475 204 0 3.963 752 89 166
144.163
150.281
131.106
4.933
6.593
7.649
-2.738
-2.629
-1.012
403
-1.868
-152
-309
-182
-184
0
0
2
-3.047
-2.811
-1.196
403
-1.868
-150
LASTEN Pers lasten in loondienst Inhuur derden Afschrijvingen Inkoop extern Inkoop intern Huisvesting Overige instellingslasten Totaal lasten Som baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Exploitatie resultaat
De businessunit Beroepsopleidingen (MBO) laat een negatief resultaat zien van € 1,2 mln. Dat is -0,9 % van de totale baten. De businessunits voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO) realiseert een positief resultaat € 0,4 mln. De businessunits Participatieopleidingen en Bedrijfsopleidingen laten respectievelijk een verlies zien van € - 1,9 mln. en € -0,1 mln. De tabel op de volgende bladzijde geeft een overzicht van de belangrijkste effecten ten opzichte van de begrote resultaat van € - 3,0 mln. aan.
Bestuursverslag
37
€ Baten Extra toegekende lumpsumbekostiging OC&W
+ € 2,1 mln.
Niet begrote inzet op subsidie "Professionalisering van het MBO"
+ € 0,8 mln.
Niet begrote activiteiten Salarismix
+ € 1,9 mln.
Niet begrote diverse doelsubsidies
+ € 1,4 mln.
Hogere overige overheidsbijdragen
+ € 1,9 mln.
Lagere baten werk in opdracht van derden
-/- € 2,7 mln.
Hogere baten uit projecten (geen overheidsbijdrage)
+ € 0,9 mln.
Subtotaal baten
+ € 6,2 mln.
Lasten Overschrijding lonen en salarissen,
+ € 2,3 mln.
waarvan onttrekking personele voorzieningen.
-/- € 1,9 mln.
Meer inhuur derden dan begroot
+ € 3,0 mln.
Aanvulling voorzieningen wachtgeld
+ € 2,1 mln.
Aanvulling voorzieningen reorganisatie
+ € 0,4 mln.
Aanvulling reservering vakantiedagen
+ € 0,5 mln.
Lagere huisvestingslasten (huur- en energiekosten)
-/- € 0,5 mln.
Lagere afschrijvingslasten
-/- € 0,1 mln.
Lagere inkoopkosten werk voor derden
-/- € 1,7 mln.
Hogere advieskosten
+ € 0,6 mln.
Hogere kosten diverse instellingslasten
+ € 1,4 mln.
Subtotaal lasten
+ € 6,1 mln.
Subtotaal effect op het resultaat door baten en lasten
+ € 0,1 mln.
Financiële baten & lasten
+ € 0,1 mln.
Totaal effect op het resultaat door baten, lasten en financiële baten
+ € 0,2 mln.
7.5.2 Financiële kengetallen Naast rentabiliteit zijn de belangrijkste kengetallen solvabiliteit en liquiditeit. De ontwikkeling van deze kengetallen is als volgt: 2006
2008
2009
2010
2011
2012
solvabiliteit
32,0%
36,0%
27,0%
37,8%
39,6%
44,9%
40,0%
Gemiddelde solvabiliteit van alle roc's
48,7%
45,0%
36,1%
36,3%
45,7%
44,6%
n.n.b
1,94
1,21
0,99
1,13
1,28
1,22
0,90
1,3
1,06
0,99
0,96
1,02
n.n.b
n.n.b
Rentabiliteit
1,6%
-2,1%
-11,7%
1,0%
3,3%
1,8%
-1,9%
Gemiddelde rentabiliteit van alle roc's
2,7%
20,0%
-1,1%
0,7%
0,7%
-0,5%
n.n.b
Liquiditeit Gemiddelde liquiditeit van alle roc's
Bron 2012: Jaarrekening 2012 ROC MN Bron 2006-2011: DUO-CFI
38
2007
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Solvabiliteit De solvabiliteit bedraagt 41,7% (ten opzichte van 44,9 % in 2011). De verslechtering ten opzichte van 2011 is in de eerste plaats toe te schrijven aan het behaalde rendement in 2012. Daarnaast is er sprake van balansvergroting als gevolg van het aantrekken van een nieuwe lening bij het Ministerie van Financiën.
Liquiditeit De liquiditeitsratio is gedaald van 1,22 naar 0,89. Op basis van de huidige ambities zullen er ook komende periode nog additionele investeringen plaatsvinden, waardoor de ratio verder zal dalen.
Eigen Vermogen Segmentatie Met de invoering van BW/RJ 660 in 2008 is het aan de mbo-instelling de keuze te maken voor handhaving van het vermogen als volledig publiek dan wel te splitsen in een deel publiek en een deel privaat vermogen. Als er geen keuze wordt gemaakt, is het gehele vermogen publiek. Hiertoe zijn de activiteiten geïnventariseerd en conform de richtlijnen die vanuit de MBO-Raad zijn opgesteld (samen met externe accountants) gerubriceerd in de volgende drie categorieën: A) publieke activiteiten (publieke taak, gericht op de publieke doelen zoals omschreven in de WEB) B) private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (bijvoorbeeld inburgering, re-integratie- en contractactiviteiten in het verlengde van de publieke taak). C) overige private activiteiten (bijvoorbeeld contractactiviteiten niet in het verlengde van de publieke taak Conclusie van dit onderzoek is dat alle activiteiten die ROC Midden Nederland verricht vallen onder publieke activiteiten, dan wel onder private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke taak. Het volledige eigen vermogen van ROC Midden Nederland is derhalve Publiek Vermogen.
7.5.3 Begroting 2013 In ‘Focus’ zijn de strategische doelen van ROC Midden Nederland verwoord. Naast de verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs is ook de verbetering van onze financiële positie een belangrijk doel. In de begroting 2013 zetten we een belangrijke stap in het verder realiseren van de doelen van Focus.
Het is belangrijk om een gezonde financiële positie te realiseren. We maken in de begroting 2013 en in de begrotingen de komende jaren de keuzes die leiden tot die gezonde en goede school. We willen zorgvuldig met de ons ter beschikking staande middelen omgaan. We willen deze benutten om de kwaliteit van het onderwijs te vergroten, om te investeren in onze gebouwen en meubilair, ons opleidingsaanbod en ICT en we willen de kosten van de ondersteunende diensten verder terugbrengen. Financieel gezien is de startsituatie voor 2013 niet ideaal. Door het dalende aantal deelnemers van de afgelopen jaren en een lagere diplomabekostiging, nemen de baten fors af. Dit geeft naar verwachting een exploitatietekort. De kernproblemen zijn: • Te veel personeel met te hoge gemiddelde loonkosten. • Te veel externe inhuur. • Nauwelijks een flexibele schil. • Geen financiële ruimte om reorganisaties te financieren met vertrekpremies. • Te veel vierkante meters. • Te lage kosteneffectiviteit ondersteuning onderwijs. Daarom heeft het College van Bestuur besloten tot een extra taakstelling in 2013 om de personeelskosten te reduceren (€ 3,4 mln). ROC MN kiest bewust niet voor een brede reorganisatie. Reorganisaties kosten tijd en leiden tot extra personele kosten. De sleutel om met minder mensen onze activiteiten uit te voeren ligt in het vergroten van de inzetbaarheid van onze vaste medewerkers, met name in directe onderwijstaken. ROC MN kiest bewust voor de aanpak van verbreding van de inzetbaarheid en organisatie van de mobiliteit. Om vraag en aanbod van de (onderwijs)teams met elkaar in overeenstemming te brengen, zullen we de inzetbaarheid van medewerkers vergroten, over de functies, over de afdelingen en over de colleges en diensten heen. Mensen blijven zo aan het werk en worden breder inzetbaar zonder hoge extra kosten voor de organisatie. Ons uitgangspunt is en blijft de kwaliteit van onderwijs. Dit vraagt om professionalisering en ontwikkeling van de competenties van medewerkers. Met deze aanpak gericht op mobiliteit en inzetbaarheid willen we een moderne onderwijsorganisatie realiseren: ontwikkelingsgericht, professioneel, doelmatig en flexibel. De reductie van personeelskosten vindt plaats door: • beëindiging van externe inhuur en vervanging door vaste medewerkers; • beëindiging van tijdelijke contracten en vervanging door vaste medewerkers; • mobiliteit tussen afdelingen/colleges en functies van overformatie naar waar nog personeelsbehoefte is; • inzet van meer eigen mensen bij de trajecten van Bedrijfs- opleidingen.
Bestuursverslag
39
Daarnaast zet ROC MN in op : • stimuleren externe mobiliteit via loopbaanoriëntatie en begeleiding en vrijwillig outplacement • stimuleren vervroegd uittreden op basis van maatwerkafspraken • tijdelijke detachering bij andere organisaties Over bovenstaande is begin 2013 met de OR, na goed en constructief overleg, overeenstemming bereikt. Om het kostenniveau verder te verlagen zijn tevens een aantal panden afgestoten om zodoende het aantal m2 terug te brengen en de hieraan verbonden uitgaven voor het Facilitair Bedrijf te reduceren. Met het oog hierop zijn in de tweede helft van 2012 acties ingezet.
De baten in de begroting 2013 zijn € 4,7 mln. lager dan in de begroting 2012. De lasten van begroting 2012 zijn rekening houdend met de reductiemaatregelen 2013 teruggebracht met € 4,6 mln. Dit geeft een tekort van € -1,0 mln. De te hoge lasten zijn voor € 2,1 mln. toe te schrijven aan incidentele lasten “Salarismix”, waarvoor in 2010 een bestemmingsreserve is gevormd, en voor € 3,3 mln. aan voorfinanciering deelnemersgroei voortvloeiend uit de samenwerking met de Capabel VVS/Vrouwen Vakschool.
Begroting 2013 Bedragen x 1000 BATEN
Begroting 2013
Realisatie 2012
1e geldstroom (OCW) Innovatie & stage (OCW) Overige overheidsbijdragen Opbrengst werk i.o.v. derden Overige baten
114.123 1.340 12.041 5.692 3.552
121.280 1.175 11.536 7.797 5.864
Totaal baten
136.748
147.652
93.061 7.672 7.955 10.729 41 9.314 14.190
97.984 11.447 7.600 6.196 -6 9.897 17.163
142.962
150.281
-6.214
-2.629
-954 2.719
-182 0
-4.449
-2.811
LASTEN Pers lasten (ild) Inhuur derden Afschrijvingen Inkoop extern Inkoop intern Huisvesting Overige lasten Totaal personele lasten Som baten en lasten Financieel resultaat Buitengewoon resultaat Exploitatie resultaat (excl. reductie personele kosten)
40
Maatregelen reductie personele kosten
3.408
Exploitatie resultaat (incl. reductie personele kosten)
-1.041
Waarvan: Bestemmingsreserva Salarismix Voorfinanciering groei deelnemers (VVS)
-2.136 -3.339
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bestuursverslag
41
hoofdstuk 8 • bestuursverslag
Sterkere marktpositie, met betere aansluiting bij de student, het beroepenveld en de maatschappij
8.1 Indicatoren Om de vooruitgang te meten in relatie tot de strategische doelstellingen zijn indicatoren vastgesteld. Als indicatoren voor een sterkere marktpositie, een betere aansluiting bij studenten, het beroepenveld en de maatschappij zijn vastgesteld: - Waardering van een 3,5 of hoger door onze afnemers, de bedrijven, gemeenten en instellingen (op een vijf-puntsschaal).
42
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
In de volgende paragrafen worden de strategieën uiteengezet die zijn gestart in het afgelopen jaar om de doelstellingen te behalen en wordt er een toelichting gegeven hoe ROC Midden Nederland in 2012 gepresteerd heeft ten opzichte van de hiervoor genoemde indicator.
8.2 Investeren in partnerschappen en regionale samenwerking ROC Midden Nederland opereert in nauwe samenhang tussen studenten, bedrijven, instellingen en maatschappij. Alleen op die wijze zijn we in staat om maximaal aan te sluiten bij de competenties die bedrijven, gemeenten, instellingen en de maatschappij van onze studenten vereisen. Voor het waarborgen van de randvoorwaarden voor effectief onderwijs wordt samengewerkt met ketenpartners, met als belangrijkste partner het regionale bedrijfsleven. Hierbij staan co-design en co-makership centraal: vanuit een gemeenschappelijk doel worden opleidingstrajecten ontworpen, samen met werkgevers, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat van de ontwikkelde leerprocessen is dat de kansen op de arbeidsmarkt voor de student optimaal zijn. Maximale invulling werkplekleren Dankzij de samenwerking met bedrijven kunnen wij een authentieke leeromgeving bieden. De student leert in een realistische arbeidscontext, werkplekleren genoemd. Het werkplekleren gaan wij vergaand doorvoeren wat een aantal consequenties heeft: - Onderwijsinhoud: de student kan maximaal flexibel, in een versneld of vertraagd tempo studeren dankzij een volledig gemoduleerd curriculum; - Wisselwerking: er is veelvuldig contact tussen studenten en docenten en er wordt gebruik gemaakt van een brede variëteit aan didactische werkvormen; - ICT en nieuwe media: afstandleren en begeleiding op afstand zullen substantieel toenemen; - Beschikbaarheid: het onderwijs is maximaal toegankelijk, gerekend in aantallen weken per jaar. Betere doorstroming in de beroepskolom Wij blijven werken aan de kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de doorstroomtrajecten vanuit het voortgezet onderwijs en naar het hbo.
Er wordt meer dan voorheen ingezet op: - Versterken van de relatie met havo en mbo 4, ook met het oog op doorstroom naar vervolgopleiding (hbo); - Versterken van zij-instroom naar niveau 1 – 2 en mbo 3 – 4 via EVC; - Meer doorstroom binnen het mbo, van niveau 2 naar 3. In onze beroepskolom hebben wij als speerpunten: - Uitbreiden en versterken van de niveau 4-opleidingen, gericht op doorstroom naar vervolgopleiding (hbo); - Optimaliseren van de doorstroom van niveau 2 naar niveau 3. ROC Midden Nederland kiest niet voor fysieke samenwerking met het vmbo. Dat betekent dat we in principe niet deelnemen aan vakcolleges waarbij vestiging in het gebouw van een vmbo noodzakelijk zou zijn. Vmbo-scholen die hun leerlingen in vakcolleges willen plaatsen, kunnen bij ons terecht. In bijzondere gevallen brengt ROC Midden Nederland wel bepaalde niveau 3- en 4-opleidingen fysiek onder bij hogescholen: onder meer in Amersfoort waar de sprintopleiding Marketing en Communicatie wordt gegeven op de locatie Nieuwe Poort van Hogeschool Utrecht. We gaan daarmee verder dan uitsluitend programmatische afstemming. Te denken valt aan bol-opleidingen die van oudsher al aansluiten op het hbo. Wij willen hiermee de daadwerkelijke doorstroom verder vergroten. Ons zwaartepunt ligt in Amersfoort, Utrecht en Nieuwegein met een goede spreiding van de colleges. Daarnaast investeren we in de randgemeenten (Zeist, Woerden e.a.). Dat alles leidt tot een aanbod dat is aangepast aan de specifieke demografische gegevens en ontwikkelingen per gemeente. Samenwerkingsverbanden Belangrijke principes voor ROC Midden Nederland zijn de inbreng van betrokken organisaties en partijen (stakeholders), brede prestatiemeting en prestatieverantwoording en de rol van het toezicht. Inbreng van stakeholders geven we onder meer vorm in samenwerkingsverbanden en netwerken. Hieronder een overzicht van de belangrijkste samenwerkingsverbanden welke in 2012 tot stand zijn gekomen:
Bestuursverslag
43
Partij(en)
Onderwerpen
Rabobank Utrecht
Samenwerking tussen Rabobank en ROC MN op het gebied van maatschappelijke ontwikkelingen in bedrijven en de samenleving in het algemeen en het onderwijs, met speciale aandacht voor ondernemerschap.
Meander Medisch Centrum
Het Gezondheidszorg College zal vanaf eind 2013 lessen verzorgen in het onderwijsgebouw van het nieuwe Meander Medisch Centrum (Amersfoort). In november 2012 werd hiervoor de huurovereenkomst ondertekend. Dit versterkt de inhoudelijke samenwerking en brengt onderwijs en zorg dichter bij elkaar.
Capabel VVS (VrouwenVakSchool)
ROC Midden Nederland en Capabel VVS (VrouwenVakSchool) zijn vanaf vanaf 1 februari 2012 in verschillende steden gestart met Zorg- en welzijnopleidingen (MBO) met een extra taalcomponent, speciaal voor oud-inburgeraars.
Talent voor Zorg
Talent voor Zorg is een samenwerkingsverband van Verzorging en Verpleegtehuizen (VVT) regio Eemland, ROC Midden Nederland en ROC ASA, corporaties SSH en de Alliantie, en SOVEE.
Opleidingsbedrijf Metaal Midden Nederland
Gezamenlijk investeren in Praktijkcentrum Metaal in Nieuwegein en bruikleenovereenkomst voor een CNC-kantbank die door het OBM ter beschikking is gesteld aan het Tech College.
Wijkrestaurant Bij de Tijd
Samenwerking van Horeca & Travel College met gemeente De Bilt, stichting De Opbouw en Stichting Animo voor het opzetten en uitbaten van een wijkrestaurant in De Bilt.
Convenant School en Veiligheid in Utrecht Zuidwest
Voortzetting van een convenant tussen de scholen voor voortgezet onderwijs en de roc’s in Kanaleneiland, Transwijk en Rivierenwijk, de politie, Doenja, Bureau Halt en de Gemeente Utrecht over samenwerking op het gebied van veiligheid.
Nieuwegein Business Center
Samenwerkingsovereenkomst voor de opleiding Hotel-, Congres- en Evenementenmanagement (H&T College)
ROC Midden Nederland, Landstede en Zadkine
De drie roc’s gaan intensief samen werken in de opleiding Hotel-, Congres- en Evenementenmanagement, welke zij alle drie aanbieden. Zij hebben afgesproken hun samenwerking verder te verstevigen en de opleiding verder uit te breiden in hun verzorgingsgebied.
Energie Convenant Utrecht (ECU)
Convenant welke ROC Midden Nederland samen met 14 andere grote Utrechtse bedrijven heeft ondertekend, (op de Dag van de Duurzaamheid). Met de ondertekening van het ECU onderstreept ROC MN dat het streeft naar een reductie van de CO2-uitstoot. De ambitie is om in 2020 een reductie van 30% te realiseren ten opzichte van 2010. Het Energie Convenant Utrecht stimuleert het bereiken van CO2-reductiedoelstellingen van organisaties en bedrijven in de gemeente.
ROC MN betrekt de branche bij het onderwijs en de ontwikkelingen. Zo zijn binnen de colleges beroepen- of werkveldcommissies ingesteld. Op deze manier willen we onze betrokken partijen een rol geven om inhoudelijk en regionaal mee te denken. Doel van de commissie is de visie en de ontwikkelingen binnen de colleges op strategisch niveau te verrijken en de opleidingen te adviseren. Deze commissie komt in principe twee keer per jaar bij elkaar waarbij de directeur van het college als gastheer en facilitator optreedt. Het is voor ROC Midden Nederland van groot belang om goed zicht te houden op en contact te houden met ontwikkelingen in de samenleving. Daarvoor is overleg met vertegenwoordigers uit de samenleving van belang. Daarom is in 2012 een Raad van Advies ingesteld. Deze Raad zal worden samengesteld uit strategische partners en externe relaties, vanuit het hele maatschappelijke, opleidings- en beroepenveld waarop ROC Midden Nederland zich beweegt.
44
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Inbreng van studenten wordt nadrukkelijk gestimuleerd. Diverse colleges hebben studentenraden ingesteld of werken met een andere vorm van studentenparticipatie. In oktober 2012 zijn verkiezingen gehouden voor de Studentenraden op college-niveau. Vanuit deze raden zijn vertegenwoordigers gekozen voor de Centrale Studentenraad. Op meerdere plaatsen binnen ROC Midden Nederland worden forums en klankbordgroepen ingericht. Ook worden bij alle onderwijsafdelingen panelgesprekken gevoerd met studenten. De resultaten van alle uitgevoerde metingen zijn opgenomen in de kwaliteitskaarten van elke onderwijsafdeling. Deze vormen op hun beurt weer input voor de jaarplannen. De feedback van studenten wordt gebruikt om de onderwijsprestaties te verbeteren. ROC Midden Nederland heeft ook alumnibeleid voor oud-studenten en ex-personeelsleden ontwikkeld.
Bestuursverslag
45
hoofdstuk 9 • bestuursverslag
Klantgerichte organisatie en competentere medewerkers
9.1 Indicatoren Om de vooruitgang te meten in relatie tot de strategische doelstellingen zijn indicatoren vastgesteld. Als indicatoren voor een klantgerichte organisatie en competentere medewerkers zijn vastgesteld: - waardering van ROC MN met een trustindex van minimaal 65% (2012) en 70% (2014) door de medewerkers; - maximale gemiddelde formatie in 2012: 1430 fte. In de volgende paragrafen worden de strategieën uiteengezet, die zijn gestart in het afgelopen jaar om de doelstellingen te behalen en geven we een toelichting op hoe ROC Midden Nederland in 2012 gepresteerd heeft ten opzichte van de hiervoor genoemde indicator.
9.2 Resultaten ROC Midden Nederland staat voor de uitdaging haar Focus 2014-doelstellingen en ‘Focus op vakmanschap’ te realiseren. Hieronder zijn de acties en resultaten beschreven die op het gebied van Personeel en Organisatie zijn geleverd om samen met het management, medewerkers en OR een bijdrage te leveren aan de realisatie van die ambitie. Daarnaast belichten we de maatregelen gericht op beperking van personele kosten en versterking van inzetbaarheid en mobiliteit van onze medewerkers. In het najaar van 2012 zijn de normen voor de financiële en formatieruimte van de colleges en diensten aangescherpt. Op de volgende resultaatgebieden is stevig ingezet in 2012. Deze blijven ook in de komende jaren speerpunt binnen de P&O-strategie: 1. Versterken van professionaliteit: versterken van competenties van docenten en creëren van een sterk management. Daarnaast een kwaliteitsslag binnen de diensten om de dienstverlening en aansluiting naar colleges verder te verbeteren.
46
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
2. Beheersing en reductie van loonkosten en formatie; scherpe formatieplanning en -beheer zijn noodzakelijk gebleken om de personele ontwikkeling te kunnen sturen en faciliteren.
Leiderschap zorgt voor de verbindende schakel door richting te geven aan de professionaliseringsactiviteiten en bij te dragen aan het realiseren van een cultuur waarin leren vanzelfsprekend is; leren dat gericht is op verbetering van resultaten, in reactie op wat leerlingen en bedrijven/instellingen over ons onderwijs melden. Bij de professionalisering van onderwijsteams en individuele docenten is het beroepsprofiel ‘Docent mbo’ richtinggevend voor de wijze waarop professionalisering invulling krijgt. In 2012 is ongeveer 1.8 miljoen euro (ongeveer 2 % van de loonsom) vrijgemaakt en ingezet voor professionaliseringsactiviteiten.
3. Verhogen van de productiviteit binnen de colleges en de diensten om te kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld aan de ratio student/docent en de verhoging van de urennorm. 4. Creëren van een meer flexibele arbeidsorganisatie om slagvaardig te kunnen inspelen op veranderingen in de markt en op interne veranderingen.
De professionalisering voor onderwijzend personeel kent de komende jaren de volgende speerpunten, gekoppeld aan de rollen van de docent en de implementatie van ‘Focus op Onderwijs’ : a. Verdiepen van kennis en kunde m.b.t. loopbaanbegeleiding en verbetering van de onderlinge samenwerking van de eerste en tweede lijn, respectievelijk de onderwijsteams en het Studie & Loopbaancentrum. b. Versterken van kennis en kunde op het gebied van curriculumopbouw en -ontwerp en onderwijsvernieuwing. c. Kennis van digitaal leren in combinatie met de pedagogisch– didactische kwaliteiten van docenten en instructeurs, als essentiële voorwaarden voor het leersucces van de student; d. Taal en rekenen. ROC Midden Nederland volgt de ontwikkelingen en schoolt haar docenten waar nodig aanvullend. e. Examinering: we scholen en begeleiden docenten op verschillende terreinen: toetsvaststelling, beoordelaar/assessor, verschillende rollen in de examencommissie. f. Toename van het aantal docenten met een masteropleiding.
5. Realiseren van hoge medewerkersmotivatie en betrokkenheid om de verbinding met- en betrokkenheid bij de organisatie te versterken. Medewerkers voelen zich zo onderdeel van een moderne onderwijsorganisatie die resultaat- en ontwikkelingsgericht, flexibel en professioneel is. Deze bovenstaande strategische P&O-resultaatgebieden staan in nauw verband met elkaar.
Ad 1. Professionalisering Visie op professionalisering ROC In 2012 is een meerjarenplan voor professionalisering opgesteld. Dit plan is richtinggevend voor het totale programma op dit gebied tot 2016. ROC Midden Nederland kreeg van het ministerie OCW voor dit plan het cijfer 8. Op basis van het meerjarenplan werken we verder aan de ontwikkeling van een samenhangend programma op het gebied van training, coaching en opleiding, ondergebracht in leerlijnen voor verschillende groepen en rollen van medewerkers. De professionalisering betreft zowel de medewerkers in het primair proces als die in de ondersteunende diensten. Professionalisering is essentieel om de strategische organisatiedoelen van ROC Midden Nederland te realiseren , zoals verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en verhoging van de productiviteit.
9.2.1 Professionalisering uitgevoerd door ROC-Academie De organisatie en uitvoering van de belangrijkste activiteiten op het gebied van professionalisering van medewerkers zijn ondergebracht bij de ROC Academie. Deze werkt aan de uitvoering van het professionaliseringsprogramma, samen met vijftig interne trainers/coaches en met een aantal externe samenwerkingspartners.
Kerncijfers ROC-Academie Schooljaar
2007/2008
Aantal deelnemers
Aantal dagdelen
228
789
2008-2009
410
1.255
2009-2010
491
1.468
Intern * scholing uitgevoerd met interne experts
Extern * scholing uitgevoerd met externe bureaus
Intern dagdelen
Externe dagdelen
2010-2011
2.608
3.984
2.127
2.537
195
185
2011-2012
5.873
6.061
3.483
2.578
299
190
Bestuursverslag
47
Het aantal deelnemers aan het aanbod m.b.t. professionalisering door de ROC Academie is meer dan verdubbeld. Vooral de deelname aan activiteiten rond training en coaching, begeleid door eigen experts, nam sterk toe. Het totaal aantal dagdelen dat besteed is aan professionalisering nam met 50% toe tot ruim 6000. Dat houdt in dat iedere medewerker gemiddeld zo’n drie dagdelen aan professionalisering heeft besteed via de ROC Academie. De waardering voor interne en externe trainingen door deelnemers is nog steeds hoog, met een gemiddelde score van 8,2. Voorbeelden van scholingsactiviteiten: • Scholing van alle medewerkers van de Dienst DOS in klantgericht werken en hospitality. • Teamtrajecten: in Amersfoort is een project uitgevoerd bij alle teams, samen met het Studie & Loopbaancentrum in het kader van de Loopbaanscan als voorbereiding op De Essentie (rocbrede scholingsdag in november 2012); teamdagen rond vorming van zelfsturende teams; teambuildingsactiviteiten. • Trainingen vanuit het SLC (Studie Loopbaan Centrum), zoals scholing in de Opmaat-methodiek, zijn ondergebracht bij de ROC Academie. • Voorbereiding van medewerkers van Participatieopleidingen op de overstap naar het MBO middels een modulair programma. • Een groep van 13 collega’s is gestart met het traject voor m.n. zij-instromers voor het behalen van een pedagogisch-didactische bevoegdheid; het traject is geëvalueerd, bijgesteld en verzwaard; de samenwerking met de Hogeschool Utrecht is verder verstevigd. • Toenemend aantal lesobservaties, waarbij collega’s vanuit de ROC Academie gaan observeren bij collega’s in de klas, feedback geven en ontwikkelpunten formuleren. • Doorbraakproject, gericht op het versterken van leren van docenten in groepen/teams, is afgerond en door het HPBO beoordeeld met een ‘goed’. Leereffect is toegenomen door professionaliseren nog meer te koppelen aan organisatiedoelen en door instrumenten in samenhang in te zetten. Er zijn een vijftigtal interne trainers en coaches actief in de ROC Academie. Door dit werk ontwikkelen zij een bredere blik en doen nieuwe ervaring op. Dat heeft een positief effect op de inzetbaarheid en interne mobiliteit van deze groep medewerkers. Tien geselecteerde trainers hebben een professionaliseringstraject ‘Trainersvaardigheden’ succesvol afgerond.
9.2.2 Salarismix / Convenant Leerkracht In december 2008 is het ‘Convenant Leerkracht’ bekrachtigd door de sociale partners en het Ministerie van OCW. De invoering van het plan geeft een impuls aan de kwaliteit van het onderwijs en aan het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en de loopbaanmogelijkheden van docenten en het verlagen van de werkdruk in het primair proces.
48
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Binnen ROC MN zijn o.a.middelen ingezet om medewerkers de kans te bieden zich te ontwikkelen tot docent LC en LD. ROC MN heeft de koppeling gemaakt tussen functie-inhoud, functievervulling, scholingseisen en beloning. Docenten die in 2011 bevorderd zijn in het kader van het plan Salarismix, zijn in 2011 begonnen met scholingstrajecten in de vorm van een master opleiding of een maatwerktraject waarbij een substantiële scholingsinspanning aan de orde is. Ongeveer een kwart van de bevorderde docenten is met een master bezig, de overige met maatwerktrajecten. Aantal promoties LC en LD docenten in wtf’s en aantallen per 1/10/2012 Functie
WTf
Aantallen
Docent LC
111,8
140
Docent LD
42,8
57
Tussen 2008 en 1 augustus 2011 gerealiseerde promoties LC docenten
21
23
Totaal
175,6
220
De mogelijkheden voor promotie en investeringen in scholing wordt positief ervaren en draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Het doel is dat in de periode 2012-2015 tenminste 100 docenten een HBO- of WO-Masteropleiding gevolgd hebben. Bij de projecten en onderzoeksopdrachten die docenten in het kader van hun opleiding doen, zal de verbinding worden gelegd met de uitdagingen waarvoor de teams staan in het kader van ‘Focus op Onderwijs’. Deze docenten worden ingezet op het gebied van herontwerp van opleidingen. Regelmatig zoeken deze collega’s elkaar op: er is een informeel netwerk gefaciliteerd door de ROC Academie met de naam MasterMind.
9.2.3 Leiderschap en Management Development (MD) De effectiviteit van de vanaf 1 augustus 2011 werkende nieuwe organisatie en de verbinding tussen de vernieuwde groep college- en dienstdirecteuren onderling en met het College van Bestuur waren belangrijke gespreksthema’s voor het senior management. Hieraan is invulling gegeven door o.m. regelmatig terugkerende strategiedagen en inspiratiedagen. Het CvB doorliep met de directeuren van de colleges en de diensten een intensief beoordelingstraject waarvoor 360graden-feedback door middel van interviews als input werd gebruikt.
De collegedirecteuren gaven binnen de colleges invulling aan de opbouw van de nieuwe managementteams, samengesteld uit een mix van ervaren en nieuwe afdelingsmanagers. Dit gebeurde bijvoorbeeld door middel van MT-themabijeenkomsten en teambuilding. Eind 2012 is een plan uitgewerkt voor een gemeenschappelijk traject van leiderschaps- en organisatieontwikkeling. Dit wordt vanaf het tweede kwartaal van 2013 uitgevoerd.. In dit traject staan de opgaves centraal zoals deze in Focus op Onderwijs zijn benoemd in combinatie met de vereiste veranderkundige aanpak en onderwijskundig leiderschap. Naast dit meer centraal gestuurde ontwikkeltraject zal ook de door de managers gewenste uitwisseling van kennis en kunde gefaciliteerd worden. Voor de invulling zijn de thema’s die managers zelf aandragen leidend.
9.2.4 Loopbaan van de student centraal tijdens ‘De Essentie’ Alle colleges en diensten van ROC Midden-Nederland hebben op 8 november 2012 een eigen professionaliseringsdag georganiseerd, “De Essentie’’, met als thema ‘De loopbaan van de student’. Aan dit thema is vorm en inhoud gegeven door een groot aantal workshops, sprekers en presentaties, samen met in- en externe samenwerkingspartners. De workshops die in de evaluatie zeer goed gewaardeerd zijn, werden op de website van de ROC Academie geplaatst, gekoppeld aan diverse leerlijnen, zodat die door meer medewerkers gebruikt kunnen worden. De inhoud van De Essentie is in de evaluatieronde met de directeuren gewaardeerd als ‘goed’ tot ‘zeer goed’. De meeste directeuren vinden een ROC-brede scholingsdag een bruikbaar concept, mits er voldoende ruimte is voor eigen inkleuring. Het voornemen is om iedere twee à drie jaar zo’n dag te organiseren. Belangrijke meerwaarde is leren van elkaar, inspiratie opdoen, ontmoeting tussen medewerkers en het bijdragen aan het ROC MN-gevoel.
9.2.5 Opleiden in de school professioneler ingericht In 2012 is er gewerkt aan een professionele inrichting van de organisatie en begeleiding van ‘docenten in opleiding’ binnen ROC MN. Onderdeel daarvan is een meerjarig convenant met de Hogeschool Utrecht voor het opnemen van docenten in opleiding. De schoolopleiders, die verantwoordelijk zijn voor de organisatie en begeleiding binnen de verschillende colleges, hebben hun onderlinge samenwerking versterkt. De werkprocessen en ieders rol daarin zijn verhelderd en beschreven en er zijn er eenduidige regels geformuleerd voor de vergoeding van stagiairs.
Ad 2. Beheersing en reductie van loonkosten en formatie De beheersing van loonkosten, het realiseren van een optimale bezetting, het voorkomen van kwalitatieve mismatch en overformatie zijn belangrijke opgaven voor ROC MN. In 2012 zijn in alle colleges stappen gezet in het opstellen van langere termijnplannen voor kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de formatie. Daarmee zijn de colleges beter voorbereid zijn op afnemende bekostiging, eisen die de politiek stelt aan het onderwijs, veranderende portfolio’s, nieuwe inzichten in didactiek, uitstroom door vergrijzing, enzovoorts. Om deze plannen te realiseren zijn elkaar versterkende maatregelen getroffen op het gebied van mobiliteit, productiviteit, flexibilisering en professionalisering. De uitvoering van deze plannen vereist een integrale aanpak waarin regie en sturing op de gestelde doelstellingen en activiteiten plaatsvindt. Een belangrijk doel is de reductie van de personele kosten. De effecten van de uitvoering van deze plannen zullen in 2013 en 2014 merkbaar worden. Het beoogde resultaat is een onderwijsorganisatie die zowel kwalitatief sterk als doelmatig is; het met minder mensen meer en beter doen!
Ad 3. Het verhogen van de productiviteit In de colleges dient de productiviteit verhoogd te worden. De gemiddelde docent-student ratio is te laag. De invoering van ‘Focus op Vakmanschap’ stelt verdere eisen aan productiviteit. Dit vraagt gedeeltelijke herinrichting van de onderwijsorganisatie en een meer op directe onderwijstaken gerichte inzet van medewerkers. In 2012 is gestart met de analyse en verkennen van oplossingsrichtingen zoals herziening van de portfolio’s, de mogelijkheid om kleine klassen samen te voegen, bundeling van algemene vakken en een efficiëntere taakverdeling tussen docenten en ondersteunend personeel. Deze aanpak wordt in 2013 verder doorgezet. Ook in de diensten wordt gekeken naar hoe de productiviteit van de medewerkers te verhogen is, om zodoende kosteneffectief te werken.
Ad 4. Creëren van een flexibele arbeidsorganisatie Flexibiliteit in de personeelsvoorziening is nodig om goed te kunnen inspelen op veranderingen in de markt en op interne veranderingen. Ook het volume van niet-structurele financiële middelen vraagt om een deels flexibele bezetting. Dit gebeurt door het creëren van een externe schil via payroll, uitzendkrachten en, in beperkte mate, zzp-ers op specialistische taken. De kosteneffectiviteit is daarbij een belangrijk criterium. In 2012 bedroeg de externe flexibele schil ruim 90 fte. Gezien de noodzaak om formatie te reduceren zal die in 2013 en 2014 voor een deel beperkt worden. Daarnaast vindt interne flexibilisering plaats door middel van het aantrekken van nieuwe medewerkers op tijdelijke contracten en een bredere inzet van vaste medewerkers. Door het aanbieden van tijdelijke dienstverbanden blijft het mogelijk om de in de toekomst noodzakelijke talentvolle jonge medewerkers kennis te laten maken met onze organisatie. Vaste medewerkers zullen vaker collegebreed en op andere plekken binnen ROC MN worden ingezet.
Bestuursverslag
49
Er zijn voorbereidingen getroffen voor een roc-brede mobiliteitspool die in het eerste kwartaal van 2013 operationeel wordt. Beschikbare vacatures, projecten en taken worden gematcht met interne kandidaten om het eigen arbeidspotentieel optimaal in te zetten. Een grote groep medewerkers van Participatie-opleidingen, waarvan het werk door aflopende subsidie eindigde, heeft een nieuwe werkkring gevonden binnen de colleges.
niet voldoende: gemiddeld scoren de colleges van het ROCMN 61,4% waar het gaat om het voeren van functioneringsgesprekken. Het streven is om op korte termijn naar 100% te gaan. Aan de beoogde driejarige cyclus van beoordelingsgesprekken wordt dus nog onvoldoende uitvoering gegeven.
Ad 5. Realiseren van hoge medewerkersmotivatie en -betrokkenheid
9.3 Overige P&O-zaken
ROC MN stelt nadrukkelijk haar medewerkers centraal in het realiseren van haar organisatiedoelen. Door op verschillende niveaus binnen het ROC actief bezig te zijn met het delen van informatie en visie op strategie, beleid en resultaten en door te werken aan gezamenlijke professionalisering versterken we betrokkenheid. Het gezamenlijke onderzoek van de dienst P&O en de OR naar de uitvoering van het taakbeleid is hiervan een voorbeeld. Daarin gaat het om de verantwoordelijkheid en de rol van zowel de afdelingsmanager als die van het onderwijsteam en de individuele docent in de uitvoering van de organisatie van het onderwijs en ook de mogelijkheden om een hogere productiviteit te genereren, met aandacht voor een gezond takenpakket. Het blijven investeren in de gesprekscyclus (functioneren - ontwikkelen - beoordelen) is eveneens een cruciaal middel om betrokkenheid op gezamenlijke doelen te creëren, die noodzakelijk is voor de implementatie van ‘Focus op Onderwijs’. ROC Midden Nederland kent een jaarlijkse cyclus van functioneringsgesprekken en een driejaarlijkse cyclus van beoordelingsgesprekken. De start van de nieuwe organisatie in augustus 2011 was een belangrijke reden om de gesprekscyclus begin 2012 (weer) op de agenda te zetten. De P&O-partners hebben het beleid en de instrumenten in de MT’s gepresenteerd, daarnaast is er ondersteuning en training aangeboden. De verwachting was dat door een meer beperkte caseload het voor de leidinggevende haalbaar zou moeten zijn om jaarlijks een functioneringsgesprek met de medewerkers te houden. Er is een duidelijke groei te zien in de gespreksfrequentie, maar deze is nog
9.3.1 Het P&O Service Centrum In 2012 heeft het P&O Servicecentrum gewerkt aan het stabiliseren van de personeelssystemen en een verdere standaardisatie van de werkprocessen. De digitalisering van p&o-processen, zoals de start van selfservice voor medewerkers, is voorbereid en wordt in 2013 geïmplementeerd. Het P&O-Service Centrum is een steeds centralere rol gaan spelen in de aanlevering van personele managementinformatie voor diverse projecten binnen ROC MN.
9.3.2 Arbo, gezondheid en preventie van verzuim Na een aanbestedingsprocedure is de arbodienstverlening vanaf 1 september 2012 gewijzigd. De bedrijfsarts wordt geleverd door Arbo Vitale en de arbeidsdeskundige door Tredin. Door een intensieve inzet op preventie van ziekteverzuim daalde het ziekteverzuim in 2012 verder naar 4.6%, dat is onder de norm van 5%. Het (dreigend) ziekteverzuim werd effectief aangepakt en gemonitord. Van belang daarbij waren: een goede en snelle afstemming over de verzuimaanpak tussen managers, de dienst P&O en de Arbodienst; frequente bijeenkomsten van de SMT’s (sociaal-medische teams); training van managers; analyses van cijfers over verzuim.
Ziektepercentage
Ziektepercentage over alle afdelingen (streefcijfer 2012: 5% 6.0 % 5.0 % 4.0 % 3.0 % 2.0 % 1.0 % 0.0 % 2011-12
2012-01
2012-02
langer dan 1 jaar
50
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
2012-03
2012-04 2012-05 2012-06 lang
middel
2012-07
2012-08 2012-09 kort
2012-10
2012-11
2012-12
Periode
9.4 Feiten en cijfers Formatie totaal 2008
2009
2010
2011
2012
Aantal medewerkers
2.291
2.031
1.857
1.845
1.813
Wtf
1.764
1.572
1.440
1.442
1.421
De formatie laat een lichte daling in fte zien van 1.5%. Doel voor 2013 is dat de formatie verder daalt met ruim 100 fte, door natuurlijk verloop en niet verlengen van tijdelijke contracten. Daarnaast wordt ook de externe inhuur (welke niet wordt meegeteld in de formatie) aanzienlijk verminderd.
Formatie Verhouding Vast / Tijdelijk 2008 Vast Tijdelijk Totaal
2009
2010
2011
2012
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
aantal
%
1.968
85,9
1.894
93,3
1.780
95,8
1.696
91,9
1.626
89,7
323
14,1
137
6,7
77
4,2
149
8,1
187
10,3
2.291
100,0
2.031
100,0
1.857
100,0
1.845
100,0
1.813
100,0
Het aantal medewerkers met een tijdelijk dienstverband is met 25% gestegen en bedroeg ruim 10% van het totaal aantal medewerkers.
Formatie Verhouding Man / Vrouw 2008
2009
2010
2011
2012
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
aantal
%
Mannen
933
40,7
830
40,9
756
40,7
750
40,7
752
41,5
Vrouwen
1.358
59,3
1.201
59,1
1.101
59,3
1.095
59,3
1.061
58,5
Totaal
2.291
100,0
2.031
100,0
1.857
100,0
1.845
100,0
1.813
100,0
Het percentage mannen nam iets toe ten opzichte van de voorgaande jaren.
Formatie Verhouding OP / OBP 2008
2009
2010
2011
2012
wtf
%
wtf
%
wtf
%
wtf
%
wtf
%
Primair proces
1.101
62,4
978
62,2
918
63,8
1.009
70,0
1.001
70,4
Ondersteuning
663
37,6
594
37,8
522
36,2
432
30,0
420
29,6
1.764
100,0
1.572
100,0
1.440
100,0
1.442
100,0
1.421
100,0
Totaal
De verhouding OP/OBP bleef vrijwel gelijk, conform de in 2011 gestelde 70/30-doelstelling voor de verhouding tussen de functies in het primair proces c.q. de ondersteunende functies.
Formatie Verhouding Voltijd / Deeltijd 2008 Voltijd
2009
2010
2011
2012
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
aantal
%
813
35,5
719
35,4
652
35,1
654
35,4
637
35,1
Deeltijd
1.478
64,5
1.312
64,6
1.205
64,9
1.191
64,6
1.176
64,9
Totaal
2.291
100,0
2.031
100,0
1.857
100,0
1.845
100,0
1.813
100,0
Het percentage medewerkers dat in deeltijd werkt bleef vrijwel gelijk op bijna 65%. Deze deeltijdfactor verhoogt de interne flexibiliteit, medewerkers die dat willen, kunnen voor kortere periodes extra ingezet worden, bijvoorbeeld voor ziektevervanging.
Bestuursverslag
51
Medewerkers in en uit dienst In 2012 kwamen 95 medewerkers in dienst (in 2011: 146 medewerkers) en verlieten 146 medewerkers onze organisatie (in 2011: 149 medewerkers). Dit is in de lijn der verwachting, maar deze reductie draagt nog onvoldoende bij aan de beoogde reductie van loonkosten.
Leeftijdsopbouw op 31-12-2012 Leeftijd
aantal absoluut
%
8
1
25-29
77
4,3
30-34
70
3,9
35-39
86
4,8
40-44
145
8,2
<24
45-49
213
11,9
50-54
331
18,5
55-59
456
25,5
60-64
382
21,3
26
1,5
1794
100
>65 totaal
Van de medewerkers is 66,7% 50 jaar of ouder. Dit gegeven onderstreept de noodzaak om jonge medewerkers aan ons te binden en kennisoverdracht en continuïteit te waarborgen.
Lengte dienstverband op 31-12-2012 aantal
%
0-5
307
wtf
%
17%
240,47
17%
5-10
175
10%
144,93
10%
10-15
465
26%
358,14
26%
15-20
215
12%
158,75
11%
20-25
248
14%
187,63
13%
25-30
224
12%
178,74
13%
30-35
119
7%
94,61
7%
35-40
37
2%
29,99
2%
5
0%
4,46
0%
1795*
100%
1397*
100%
40totaal
Opnieuw blijkt dat veel medewerkers een lang dienstverband hebben (35% van de medewerkers 20 jaar en meer). Opvallend is daarnaast het relatief grote aantal medewerkers met een dienstverband tussen nul en vijf jaar. Dit zijn naar verwachting merendeels medewerkers met een tijdelijk dienstverband. Gezien de verwachtte uitstroom vanaf 2016 door pensionering zal het nodig zijn uit deze groep voldoende mensen te behouden als nieuw arbeidspotentieel. * De oorzaak van de afwijking in aantal en wtf van de onder formatie totaal genoemde cijfers ligt aan het feit dat hier de peildatum 31 december wordt gebruikt en geen jaargemiddelde.
Mannen en vrouwen in leidinggevende functies man aantal leidinggevenden percentage aantal fte leidinggevenden percentage
vrouw 71
44
61,74%
38,26%
68,83
40,77
62,80%
37,20%
Het percentage vrouwen in leidinggevende functies (38.3%) is lager dan hun aandeel in de arbeidsdeelname (58.5 %). Het percentage vrouwen is op alle leidinggevende niveaus (CvB, directeuren, afdelingsmanagers) vrijwel gelijk, namelijk 33% of meer.
52
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bestuursverslag
53
hoofdstuk 10 • bestuursverslag
Overige onderwerpen
10.1 Governance ROC Midden Nederland heeft zich gecommitteerd aan de principes van Good Governance (beleidsnotitie Governance in het onderwijs, OCW 2005). Het sluit direct aan bij Governance Code BVE (2009). Deze dient te waarborgen dat de onderwijsinstelling haar opdracht zo goed mogelijk vervult. In deze code staat de samenhang in sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden op een instelling centraal. Een en ander is gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen. In dit licht is een samenhangend pakket van maatregelen vervaardigd dat als basis dient voor een deugdelijk, transparant en professioneel bestuur van de instelling met waarborgen voor ‘checks en balances’. Op het gebied van bedrijfsvoering zijn deze elementen meegenomen. In de Governance van ROC Midden Nederland zijn de volgende hoofdstukken opgenomen:
54
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
• het Organigram, • de juridische structuur, • de statuten van de stichting ROC Midden Nederland, • het Bestuursreglement, • het Besluitvormingsproces, • de Mandatering en Procuratieregeling, • het Treasurystatuut, • het OR reglement, • de Ethische code, • de Klokkenluidersregeling, • het Privacy reglement Deelnemersgegevens, • het Privacy reglement Werknemersgegevens, • de Compliance regeling, • het Reglement ombudsman personeel, • het Deelnemerstatuut en • het Reglement Commissie van beroep voor de examens.
De MBO Raad heeft een checklist opgesteld voor de verantwoording van de naleving van de Governance Code voor het geïntegreerd jaarverslag 2012. ROC Midden Nederland voldoet voor het grootste deel aan de in deze lijst genoemde punten. In bijlage 2 (zie deel Bijlages) wordt een overzicht gegeven van de zaken die in 2012 ontbraken of niet voldoende waren beschreven. Deze worden in 2013 toegevoegd. Een van de items uit deze checklist waar ROC Midden Nederland nog niet aan heeft voldaan, is het gesprek tussen Raad van Toezicht en de Studentenraad. Aangezien de verkiezingen voor de Studentenraad begin november 2012 hebben plaatsgevonden, heeft er nog geen gesprek kunnen plaatsvinden tussen beide raden. Ook worden een aantal items niet expliciet beschreven in de Governance Code. Deze zijn opgenomen in een afzonderlijke document. In 2013 zullen deze onderwerpen ook worden opgenomen in de betreffende documenten.
10.2 Risico’s en kansen Het werken volgens een vaste beleidscyclus is een belangrijk uitgangspunt om tot een goede interne beheersing te komen. Ieder jaar wordt daartoe een integrale planning en controlkalender opgesteld, deze planning en controlkalender is in het najaar van 2012 uitgesplitst naar “controles” binnen de colleges en diensten. In 2012 zijn door de colleges en diensten wederom de activiteitenplannen opgesteld. In het activiteitenplan komen de doelen, de beoogde resultaten en worden de activiteiten om deze te bereiken geformuleerd. ROC MN voert interne audits uit. Risicomanagement is uitgewerkt onder andere in de vorm van een ‘risk framework’. Met behulp van een specifieke applicatie worden geïnventariseerde risico’s beheert en beheerst. De doelen die ROC Midden Nederland nastreeft met risicomanagement zijn: • stimuleren van het risicobewustzijn in de organisatie, • inzicht krijgen in de risico’s die ROC Midden Nederland loopt, • beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen, • voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Behalve de genoemde specifieke applicatie wordt ook gebruik gemaakt van een zgn. ‘risk charter’. Hierin staan alle risico’s benoemd waaraan de komende twee jaar wordt gewerkt teneinde deze te beheersen. Het risk charter wordt zodanig opgesteld, dat bij de activiteiten die moeten worden uitgevoerd, het belang of de grootte van het risico zichtbaar is. Tevens wordt in dit risk charter geprobeerd dat risico’s zoveel mogelijk in samenhang worden gebracht, consistent zijn en dat de risico’s voor de organisatie transparant zijn en worden gedragen. Het risk charter wordt ook gebruikt als instrument waarin de afspraken over het beheersen van risico’s zijn vastgelegd.
Enkele externe risico’s die ROC Midden Nederland onderkent, zijn: • demografische ontwikkelingen (afname studentenaantallen), • dalende opleidingsmarkt • bezuinigingen van de overheid, • veranderingen in het bekostigingstelsel (onduidelijkheid voor financiële en personele planning) • intensiveren van de onderwijstijd • toenemende concurrentie van andere ROC’s en andere onderwijsaanbieders • uitblijven van duidelijkheid over kwalificatiedossiers en besluitvorming nieuw bekostigingsstelsel Interne risico’s hebben veelal te maken met het gegeven dat nog niet de gehele administratieve organisatie is beschreven en/of dat nog niet alle interne controlemaatregelen nauwgezet worden vastgelegd. Om tot een volwaardige PDCA-cyclus te komen is in 2012 extra getoetst op de duurzame werking van de administratieve organisatie; deze toetsing wordt ook in 2013 verder ingezet en geborgd. Tevens worden in 2013 de zgn. ‘hard controls’ verder vormgegeven. Naast deze controles krijgt ook het voorbeeldgedrag van het management aandacht. Interne risico’s van ROC Midden Nederland zijn: • borging proces examinering; • toekomstige wachtgeldverplichtingen door afbouw van de personele capaciteit, onder meer door de verandering in de inburgeringbudgetten; • gestaag uitvoeren van het huisvestingsplan; • reorganiseren van de IT-functie in relatie tot informatiemanagement en Governance, • terugbrengen van het aantal opleidingen en het aanpassen van onderwijsprogramma’s. Om risico’s te beperken voert ROC Midden Nederland diverse interne controles uit. Dat gebeurt in het primaire proces naar o.m. de zorgplicht, de onderwijstijd en de examinering. In de ondersteunende processen richten de controles zich op betalingen, inkoop, Europese aanbestedingen, deelnemerdossiers in het kader van de bekostiging en de rechtmatigheid van uitbetaalde salarissen. Belangrijke documenten voor de interne beheersing zijn: • Allocatiemodel en de kaderbrief. • Begroting. • Maandrapportages en halfjaarcijfers. • Huisvestingsplan 2011/2012. • Liquiditeitsoverzichten. • Meerjarenramingen. • Planning & control kalender.
Bestuursverslag
55
10.3 Rekenschap en Helderheid In de dienst Finance, Planning & Control worden de toezichthoudende taken op het gebied van naleving van bekostigingsregels gecombineerd met intern financieel toezicht en het interne toezicht op de naleving van de regels betreffende onderwijs en examinering. Helderheid II is vertaald in richtlijnen voor ROC Midden Nederland in het handboek “Voldoen aan wet- en regelgeving deelnemersgegevens beroepsopleidingen” dat breed beschikbaar is gesteld en via de interne website toegankelijk is. Ieder jaar opnieuw wordt dit handboek geactualiseerd. Aan de hand van de opgestelde matrix voor risicocontrolemaatregelen, waarin de aspecten uit Helderheid II zijn opgenomen, voert de afdeling Compliance controles uiten geeft adviezen voor verbetering.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft een aantal specifieke thema’s benoemd in de notitie “Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie”, waarover jaarlijks een rapportage van de instelling wordt gevraagd. Op basis van deze notitie “Helderheid” legt ROC Midden Nederland op deze onderdelen (thema’s) verantwoording af: Een volledig overzicht is terug te vinden in bijlage 8 van dit jaarverslag.
Thema 1: Uitbesteding
Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten
Thema 3: Verlenen van vrijstellingen
Thema 4: Les- en Cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf
ROC Midden Nederland werkt samen met commerciële instellingen en niet- commerciële instellingen, waarbij deROC Midden Nederlanddeelnemers (een deel van) de opleiding bij een (niet-)commerciële instelling volgen.
Alle activiteiten die ROC Midden Nederland verricht, vallen onder publieke activiteiten, dan wel onder private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke taak.
ROC Midden Nederland draagt uitsluitend deelnemers voor bekostiging voor die voldoen aan de norm voor de onderwijstijd.
ROC Midden Nederland betaalt geen cursusgeld voor deelnemers.
Thema 5: Uitstroom vlak na de peildatum
Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven (omzwaaiers)
Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven
Thema 8: Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland
In totaal zijn er 179 deelnemers binnen een maand na 1 oktober uitgestroomd waarvan 83 zonder diploma.
Naar een ander crebo betreft het totaal 638 deelnemers naar een andere leerweg is geldt dit voor 29 deelnemers.
ROC Midden Nederland biedt in feite aan iedere deelnemer een maatwerktraject. ROC Midden Nederland verzorgt ook maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties.
Per 1 oktober 2012 heeft ruim 6% van de deelnemers van ROC Midden Nederland een buitenlandse identiteit. ROC Midden Nederland verzorgt geen onderwijs in het buitenland.
10.4 Beleid en uitvoering ten aanzien van het beleggen en belenen Het treasurybeleid van ROC Midden Nederland vindt plaats binnen de kaders van de regeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 25 juli 2001, nummer FVE2001/57965N, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). In deze regeling is aangegeven dat de instelling de publieke middelen net als de overige middelen voor zover deze niet afgescheiden zijn van de publieke middelen, risicomijdend dient te beleggen en te belenen. Voornoemde regeling is verder uitgewerkt in het Treasurystatuut van het ROC Midden Nederland.
56
In Bijlage 8 is de extra informatie opgenomen conform het document “Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie”.
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
ROC Midden Nederland is midden 2009 overgestapt naar schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën waarbij de publieke mbo-gelden worden aangehouden bij het ministerie van Financiën. Geldstromen c.q. banksaldi van Educatie en het contractonderwijs worden afgewikkeld c.q. aangehouden bij private banken. Bij het ministerie van Financiën is een rekening-courant- faciliteit beschikbaar van € 11 miljoen op basis van 10% van de mbo-omzet (€ 110 miljoen).
kredietfaciliteit ad € 25 mln. is op 17 december 2012 een lening opgenomen van € 10 mln. (looptijd 30 jaar, lineair per jaar aflossen, rente 2,25% voor 30 jaar rentevast). De resterende € 15 mln. is in 2012 niet opgenomen. Voor het deel dat er middelen beschikbaar worden gesteld aan de contractactiviteitenvennootschap wordt een marktconforme rentevergoeding berekend. Het betreft hier de (voor-)financiering in rekening courant van private activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke activiteiten van ROC Midden Nederland en worden uitgevoerd in het verlengde van de doelstellingen van het beroepsonderwijs.
Eind 2009 zijn drie panden (Kretadreef 61 in Utrecht, Disketteweg 10 in Amersfoort en Noordweg 12 in Zeist met een financiële waarde van € 17 miljoen) in onderpand gegeven aan het Ministerie van Financiën, ter zekerstelling van een lening van € 15 miljoen (15 jaar aflopend, € 1 miljoen vaste aflossing per jaar, rente (via perfect hedged swap), 6,05% fixed versus drie-maandseuribor). Eind 2012 is een kredietfaciliteit ad € 25 mln. met het Ministerie afgesloten met als zekerheidstelling een zevental panden. De totale nieuwe hypothecaire zekerheidsstelling bedraagt € 40,7 mln. Onder de
10.5 Kengetallen 2006 Beroepsopleidingen
1
Deelnemers beroepsonderwijs en educatie Medewerkers2 Baten OCW3
2007
2008
2009
2010
2011
2012
278
351
396
465
369
408
390
25.991
24.395
24.689
26.884
24.611
23.455
23.305
2.241
2.289
2.291
2.031
1.857
1.845
1.813
109.937
116.995
120.579
119.899
122.091
120.035
122.455
Overige overheidsbijdragen3
18.027
17.569
18.546
19.466
14.600
13.257
11.536
Werk voor derden3
16.604
15.784
14.364
10.461
11.459
7829
7.797
Solvabiliteit als %
4
Liquiditeit
32
36
27
38
40
45
40
1,9
1,2
1,0
1,1
13
1,2
0,9
Aantal actieve crebo-opleidingen (d.w.z. met inschrijvingen of uitgereikte diploma’s); de opvallende toename in 2007 wordt veroorzaakt door de experimentele opleidingen waarbij de verschillende uitstroomdifferentiaties als afzonderlijke opleidingen zijn geteld. 2 Aantal medewerkers. 3 Bedragen x € 1000. 4 Eigen vermogen als percentage van het balanstotaal (2009, gecorrigeerd voor effect bestemmingsreserve BAPO). 1
10.6 Verklaring bevoegd gezag ROC Midden Nederland wil dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Hiertoe heeft ROC Midden Nederland binnen de dienst FP&C, een onafhankelijke afdeling ingericht, de afdeling Compliance. Deze ziet er op toe dat interne procedures, gedragscodes en instructies van ROC Midden Nederland overeenstemmen met de geldende (wettelijke) bepalingen en codes. Tevens draagt de afdeling zorg voor het bewustzijn bij dat ROC Midden Nederland zich in haar bedrijfsvoering bewust is van reputatie- en integriteitsrisico’s m.b.t. de relevante wet- en regelgeving.
10.7 College van Bestuur Samenstelling van het College van Bestuur Dhr. mr. L.K. Geluk Voorzitter Mw. drs. W.J.M. Hendrikx Lid Dhr. mr. H.J. Rutten Lid (per 01-04-2012) Opgave bezoldiging van het College van Bestuur De bezoldiging voor iedere bestuurder wordt conform artikel 2:383c van het Burgerlijk Wetboek uitgesplitst naar de periodiek betaalde beloningen (salaris, vakantie-uitkering), beloningen betaalbaar op termijn (pensioenlasten, jubileumuitkeringen), uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband (ontslagvergoedingen) en bonusbetalingen.
Bestuursverslag
57
Nevenfuncties van het College van Bestuur Mr. L. K. Geluk: • Lid Raad van Toezicht Cardea Thuiszorg, Leiden, bezoldigd • Voorzitter bestuur Stichting Laurenskerk, Rotterdam, onbezoldigd; • Lid Raad van Toezicht Nederlands Jeugd Instituut, Utrecht, bezoldigd (tot november 2012): • Bestuurslid Stichting Rotterdam Basketbal, onbezoldigd; • Bestuurslid FC4YOU, onbezoldigd; • Voorzitter Playing for Succes Rotterdam, onbezoldigd; • Voorzitter Transitiecommissie Jeugd, bezoldigd; • Lid Raad van Advies JINC, onbezoldigd • Lid Raad van Advies Frisse Blikken, onbezoldigd; • Lid Raad van Advies brancheteam Onderwijs Van Benthem en Keulen, onbezoldigd; • Lid Economic Board Utrecht, onbezoldigd Drs. W.J.M. Hendrikx • Voorzitter Bedrijfstakgroep uiterlijke verzorging MBO-Raad, Woerden • Lid bestuur KOC (Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de uiterlijke verzorging), Nieuwegein • Lid Bestuur Platform Defensie Midden • Lid Bestuur TCU (Technocentrum Utrecht) • Voorzitter Bestuur Examenplatform UV Dhr. mr. H.J. Rutten (vanaf 1 april 2012) • Lid Raad van Toezicht Hogeschool InHolland • Voorzitter Stichting Studielink • Voorzitter Raad van Commissarissen Parnassia Groep (GGZ Randstad) • Voorzitter Raad van Commissarissen SPF Beheer • Adviesraad European Leadership Platform De bezoldiging in 2012 bedroeg: Naam
Periodiek betaalde belo-
Pensioen-
Totaal
lasten
ningen Dhr. mr. L.K. Geluk
€ 169.995,05
€ 23.954,34
€ 193.949,39
Dhr. mr. H.J. Rutten
€ 71.772,23
€ 12.834,54
€ 84.606,77
€ 145.201,92
€ 24.198,72
€ 169.400,64
(vanaf 1-4-2012, voor 0,7 fte) Mw. drs. W.J.M. Hendrikx Bezoldiging totaal in 2012
58
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
€ 447.956,80
Bestuursverslag
59
60
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
HOOFDSTUK 11 • BESTUURSVERSLAG
DE COLLEGES VAN ROC MIDDEN NEDERLAND In dit hoofdstuk komen de 12 colleges van ROC Midden Nederland aan de orde. Van elk college is een aantal kerngegevens opgenomen (jaar- en diplomaresultaat, aantallen studenten, externe waardering). Naast het profiel en het portfolio van het college worden de ontwikkelingen in 2012 beschreven in het onderwijs, de samenwerking met de branche en externe partners, en het personeel. Aansluitend wordt het perspectief voor 2013 geschetst. Dit alles wordt geïllustreerd aan de hand van bijzondere nieuwsfeiten uit de colleges.
Bestuursverslag
61
62
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
AUTOMOTIVE COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • CARROSSERIETECHNIEK
Het College biedt opleidingen aan in de volgende richtingen:
• MANAGEMENT & COMMERCIE
• MOTORVOERTUIGENTECHNIEK • TRANSPORT & LOGISTIEK
• TWEEWIELERTECHNIEK (in totaal 31 kwalificatiedossiers)
• Persoonlijke sfeer op een kleine locatie.
Waarin het Automotive College zich onderscheidt:
• Locatie van het College temidden van de branche (autodealers, importeurs) • Nauwe samenwerking met andere branchepartijen, w.o. Innovam, waardoor de nieuwste materialen beschikbaar zijn. • Geen lesuitval
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is het afgelopen jaar gedaald, met name in de BBL. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 1156 1037
BOL 267 296
Totaal 1423 1333
Bestuursverslag
63
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 70,4% 2 70,2% 3 83,5% 4 74,0%
2010–2011 60,9% 59,5% 77,8% 55,3%
2011–2012 63,4% 65,4% 82,5% 72,5%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 82,2% 2 72,0% 3 69,6% 4 68,4%
2010–2011 75,7% 61,4% 69,4% 47,6%
2011–2012 72,2% 67,9% 75,9% 69,9%
Bovenstaande resultaten zijn het afgelopen jaar over de gehele breedte gestegen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat bij de examinering en begeleiding steviger de regie is genomen en dat bij een aantal opleidingen opleiding en examinering (door een externe partij: IBKI) meer met elkaar in verband gebracht zijn.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 AUT 6,7 7,3 6,7 7,0 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012
ONDERWIJSONTWIKKELING /AANBOD OPLEIDINGEN
Door de terugloop van studenten en werkgelegenheid ontstaat de noodzaak om keuzes te maken in het opleidingsaanbod. Momenteel worden de keuzes onderzocht voor het uitfaseren van de brommer- en scooteropleiding. Daarnaast staat ook de opleiding Werkplaatsmanager onder druk. De branche vraagt in toenemende mate hoogopgeleide specialisten. Daarop zal het Automotive College zich de komende jaren gaan richten. Verder is er vraag naar duurzame mobiliteit, dat is de reden waarom de projecten hierop zijn gericht. Voorbeelden zijn het Innovatief Duurzaam Raceteam en de projecten rond de inzet van elektrische fietsen.
64
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Automotive 76,9% 76,9% 16 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS
• In de branche wordt nadrukkelijk samengewerkt met het kennis- en opleidingscentrum voor de mobiliteitssector Innovam. Het betreft hier samenwerking in scholing, examinering, projecten, en huisvesting. • Ook heeft het college re-integratie partners zoals Zpits (Rotterdam) en Sagènn (Vlaardingen) waar we opleidingen verzorgen. • Met E&R-rijopleidingen wordt samengewerkt in het opleiden van onze studenten voor een rijbewijs. • Met Koops-Furness is samengewerkt in een project voor leerbedrijfloze carrosserie studenten, bij het opknappen van een Automotive College-promotiebus. • Voor Welzorg worden monteurs van scootmobiels opgeleid.
PERSONEEL
Door de terugloop van studenten in het Automotive College en door teruglopende bekostiging, zullen we onze kwalitatieve ambities met minder medewerkers moeten realiseren. Dit doen we enerzijds door afscheid te nemen van een aantal medewerkers via interne mobiliteit, anderzijds door adequate scholing (middels onderwijskundige masters, training in hybride technieken en elektrische technieken e.a.). Verder verzorgen we scholing voor onze toekomstige medewerkers door stageplaatsen aan te bieden voor docenten in opleiding.
PERSPECTIEF 2013
In 2013 zullen we ons curriculum opnieuw gaan inrichten. Dit doen we op basis van de nieuwe kwalificatiedossiers en vanuit de kaders, ‘Focus op vakmanschap’ en de nieuwe onderwijsstandaarden. Verder zullen we nadrukkelijk keuzes maken in ons portfolio. We voorzien een grote behoefte aan logistieke en chauffeursopleidingen als de conjunctuur weer aantrekt; daarop willen we voorbereid zijn. Verder is er een toenemende vraag naar technisch specialisten. We zullen ons zeker op deze opleidingengaan richten.
NIEUWS
SAMENWERKING IN TIEL
Het Automotive College startte met ingang van schooljaar 2012/2013 een nieuwe opleidings- en trainingslocatie in Tiel. Dit gaat gebeuren in samenwerking met VTL Transport en Logistiek en Verkeersschool Wesseldijk. Deze verkeersschool zorgt voor de rijlessen. VTL kan de leerlingen die wij opleiden in dienst nemen en detacheren bij erkende leerbedrijven. Exclusief voor ROC Midden Nederland verzorgt VTL deze service in de regio Rivierenland. In de nabije toekomst verwacht VTL een tekort aan chauffeurs. Op de nieuwe locatie in Tiel biedt het Automotive College de volgende bbl-opleidingen aan op niveau 1 t/m 4: Assistent Logistiek medewerker, Logistiek Medewerker, Chauffeur goederenvervoer Planner wegtransport, Logistiek Teamleider, Logistiek Supervisor. Het Automotive College heeft in Tiel een ideale locatie gevonden: nabij het bedrijventerrein Medel én prima bereikbaar voor leerlingen. De gemeente Tiel reageerde positief op het initiatief van de komst van dit Centrum voor Transport en Logistiek.
Bestuursverslag
65
TOPPRESTATIE IDRT IN DEBUUTJAAR
Zondag 21 oktober was de laatste race van het seizoen van de Saker Sportscars Challenge. Het Innovatief Duurzaam Raceteam (IDRT) van het Automotive College pakte uiteindelijk na drie races een fraaie tweede plaats. Niels van der Meer (leerling Automotive College en teamlid): “Voor het hele team is dit een prachtig jaar geweest. We hebben ongelooflijk veel geleerd in de voorbereidingsfase en tijdens de races. Niet alleen over specifieke racetechniek, maar ook over samenwerking, timing, administreren en vele andere
66
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
zaken.” In het Raceteam doen studenten Autotechniek van het Automotive College mee. Door actieve samenwerking tussen Innovam, het Automotive College en Bas Koeten Racing krijgt jong en technisch talent de kans om alle fijne kneepjes van het racevak te leren, zowel op technisch als organisatorisch gebied. De IDRT-auto (Saker) rijdt op bioethanol, daarmee is het raceteam aanjager en stimulator van duurzame racetechniek. Het team wordt actief ondersteund door Saker Sportscars Europe en andere partners uit de branche.
Bestuursverslag
67
68
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
BEAUTY COLLEGE PROFIEL
Het College biedt opleidingen in de richtingen
PORTFOLIO • SCHOONHEIDSVERZORGING
• HAARVERZORGING (in totaal 5 kwalificatiedossiers)
• Nieuw gebouw, optimale faciliteiten, up-to-date praktijkomgeving
Waarin het Beauty College zich onderscheidt
• Kleinschalige leslocatie • Ambitie
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is het afgelopen jaar gestegen. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 140 154
BOL 403 436
Totaal 543 590
Landelijk is er sprake van een daling van het aantal studenten bij de kappersopleidingen, het Beauty College realiseert een groei van 5 %. Bij de opleidingen schoonheidsverzorging is er een kleine groei die ongeveer gelijk is aan de landelijke trend.
Bestuursverslag
69
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 100,0% 2 43,7% 3 52,7% 4 33,3%
2010–2011 100,0% 50,5% 75,2% 93,5%
2011–2012 100,0% 58,7% 72,4% 89,7%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 2 53,9% 3 65,0% 4 33,3%
2010–2011
2011–2012
58,6% 77,0% 93,0%
68,0% 77,0% 82,9%
De resultaten in 2011 – 2012 zijn boven de inspectie normen.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 Beauty College 6,3 7,3 6,4 7,3 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Beauty 65,0% 40,0% 22 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 ONDERWIJS
Het Beauty College heeft in 2012 ingezet op een verbetering van de interne organisatie. Dit uit zich in verbetering van het curriculum, het opzetten van vaste roosters en de verbetering van de interne communicatie en werkprocessen. Meer studenten zijn doorgestroomd naar niveau 3 en 4 opleidingen. Door de economische crisis stonden de stageplaatsen met name bij de kappersopleidingen onder druk. De bedrijven moeten zich houden aan de CAOafspraken om de studenten stagevergoeding te betalen. Veel bedrijven vinden deze kosten te hoog. In samenwerking met het kenniscentrum KOC is intensief gezocht naar voldoende stageplaatsen, waardoor vrijwel alle studenten toch een
70
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
stageplaats hebben gevonden. Het Beauty College wil in 2013 starten met de ontwikkeling van een versnelde opleiding schoonheidsverzorging en de opleiding medisch pedicure om ook havisten en vmbo-tl’ers met hoge cijfers een uitdagende opleiding van twee jaar aan te bieden.
PERSONEEL
Bij het Beauty College werken 38 vrouwen en 6 mannen. De meeste personeelsleden zijn afkomstig uit de branche. Verheugend is dat zeven medewerkers een bachelor- of masteropleiding zijn gaan volgen. De salarismixgelden van de overheid maken het mogelijk hiervoor een behoorlijk aantal studie-uren beschikbaar te stellen.
NIEUWS
HET PRESTATIEBUREAU
Het Prestatiebureau van het Beauty College kan ervoor zorgen dat je een nieuwe ‘look’ krijgt. Wie even wil ontspannen of toe is aan een heerlijk ontspannen massage, die is bij het Beauty College aan het goede adres. Een korte zonnebankkuur of een gezichtsbehandeling? Je kunt bij het Prestatiebureau onder meer terecht voor een persoonlijk huidadvies, voor haar & make up voor feestjes en voor stoelmassages. Wie meer wil weten of een afspraak wil maken, kan mailen naar
[email protected]
Bestuursverslag
71
72
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
BOUW & INTERIEUR COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • BESCHERMING EN AFWERKING • BOUW
Het Bouw & Interieur College biedt opleidingen aan in de richtingen:
• BOUWKUNDE
• HOUT, MEUBEL & WONEN
• INFRATECHNIEK, GROND-, WEG- EN WATERBOUW
• SPECIALISTISCHE BOUWBEROEPEN (in totaal 46 kwalificatiedossiers)
• Persoonlijke aandacht • Voor de branches een divers breed aanbod
Het Bouw & Interieur College onderscheidt zich o.m. door
AANTAL STUDENTEN
• Landelijk unieke opleidingen • Vernieuwing van opleidingenaanbod • Flexibele aanmelding • Diplomering boven de norm • Hoge betrokkenheid docenten
Het aantal bbl-studenten is door het sterke afname van arbeidsplaatsen in de branches het afgelopen jaar verder gedaald. Het aantal bol-studenten is daarentegen echter gestegen. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 1156 838
BOL 231 302
Totaal 1387 1140
Bestuursverslag
73
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 76,6% 2 71,5% 3 95,3% 4 71,2%
2010–2011 70,9% 63,2% 97,2% 64,5%
2011–2012 70,0% 71,8% 95,3% 73,3%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 80,2% 2 75,9% 3 81,9% 4 68,1%
2010–2011 81,5% 71,4% 82,5% 63,0%
2011–2012 74,0% 72,9% 82,7% 71,0%
Het diploma- en jaarresultaat, met name voor niveau 4, is het afgelopen jaar weer gestegen. De getroffen maatregelen hebben effect gehad. Deze maatregelen hadden betrekking op een veel betere aansturing van en controle op de processen op de werkvloer; het instellen van examineringscommissies op college- en afdelingsniveau waarbij met name de aandacht uitging naar een professionele werkwijze van procesinstructie, vaststelling en controle. Uitval en VSV zijn verder afgenomen naar een niveau onder het gemiddelde van ROC MN.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 Bouw 6,1 7,2 6,6 7,0 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
GLOBALE TRENDS
ONDERWIJSONTWIKKELING:
In 2012 heeft het college de inschrijving voor bol-leerlingen gestimuleerd om de gesignaleerde verdere teruggang van (bbl-)arbeidsplaatsen -deels- te kunnen compenseren en op die wijze opleidingscapaciteit te kunnen blijven aanbieden voor doorstromers vanuit het vmbo. Ook heeft het College nieuwe en unieke opleidingen in de markt gezet. Daarmee kunnen technische beroepen aantrekkelijker worden voor nieuwe doelgroepen, kan een aantrekkelijke doorstroom vanuit het VO worden gecreëerd en kan de doorstroom naar een (nieuwe) arbeidsmarkt worden gecontinueerd. In 2012 is daarom met succes gestart met de opleiding Servicemedewerker Gebouwen, die toegankelijk is voor bol- en bbl-leerlingen. Ook is gestart met een bol-variant van de opleiding Stucadoren en is er meer ruimte gecreëerd voor de bol-variant van de opleiding Schilderen.
74
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * Opleiding School College aantal aanraden aanraden Bouw & 75,0% 75,0% 20 Interieur * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS:
Het college heeft, buiten haar invloedssfeer om, afscheid moeten nemen van Tectum, de organisatie waarmee de opleiding Dakdekken werd uitgevoerd. Dit kost het college 160 leerlingen op jaarbasis. Door de effecten van de economische crisis in de diverse bedrijfstakken, staan ook andere samenwerkingsverbanden, ondanks de goede werkrelaties, onder druk. Met alle energie wordt gepoogd deze in stand te houden en daarmee de (vaak unieke) opleiding te continueren. Met trots melden we dat in samenwerking met Royal Van Lent Shipyard (Kaag) de kaderopleiding Scheepsinterieurbouwer (niveau 4) is gestart.
PERSONEEL
De formatie is in 2012 licht toegenomen door ziektevervanging voor medewerkers, een inhaalslag op het gebied van onderwijs in taal en rekenen, en beleidsmaatregelen. Een deel van de medewerkers is bezig met scholing op het gebied van onderwijsontwikkeling, digitaal onderwijs en management.
toegankelijk voor jonge vrouwen en is geschikt voor horizontale instroom van havisten. De bol–4 opleiding Bouw zal starten met drie varianten: Ontwerp, Bouwmanagement en Vastgoedmanagement, allen in een driejarig traject. In 2013 zal de implementatie van Focus op Vakmanschap veel aandacht krijgen in samenhang met de optimalisatie van enkele processen.
PERSPECTIEF 2013:
In 2013 start het college met de nieuwe bol 4- opleiding Ontwerpend meubelmaker. Deze opleiding is met name ook
NIEUWS
EREMETAAL ROC MN-ERS OP EUROSKILLS
Ricardo Veenschoten en Ward Appeldoorn (beiden ROC MN) leverden in oktober 2012 een topprestatie geleverd op de Euroskills, de Europese kampioenschappen voor beroepen, in Spa. Ze behaalden een bronzen medaille in de categorie Stukadoren/ Systeemwandmontage.
THIJS VAN TOOR KAMPIOEN MACHINIST
Op zaterdag 14 april werd Thijs van Toor, student grond- wegen waterbouw bij het Bouw & Interieur College, de nieuwe kampioen machinist hydraulische graafmachine 2012. Tijdens het 5e machinistenkampioenschap Alblasserwaard & Vijfheerenlanden streden 46 machinisten om het kampioenschap. Thijs liet zien dat hij bij de onderdelen piketten plaatsen, parcours rijden, boomstam stapelen, banden stapelen, ringsteken, puzzelen, sjoelen, gespiegeld spijkerpoepen en talud trekken de graafmachine als beste bediende. Thijs won de eerste prijs; een bokaal en een 2-daagse reis naar een van de Europese fabrieken van de producent Liebherr.
Bestuursverslag
75
PRIMA PRESTATIES PARKETLEERLINGEN BOUW & INTERIEUR COLLEGE
Een aantal (oud-)leerlingen van het Bouw & Interieur College heeft de afgelopen dagen uitstekend gepresteerd op de Nederlandse Kampioenschappen Parketleggen. Deze vonden eind maart plaats tijdens de Vakdagen Parket &
76
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Woninginrichter in de Evenementenhal in Gorinchem. Bas van de Kroef (BRN-parket, IJsselstein, oudleerling niveau 3 mag zich een jaar lang de beste parketteur van Nederland noemen. Henk Pruysen (Pruysenparket, Dussen), oudleerling niveau 2 haalde zilver. Bij de junioren haalde Rik Simons (Simons vloeren, Haastrecht), oudleerling niveau 3, goud, Joey Leenders (Michels Parket), leerling niveau 3 zilver en Guido Schuit (BRN-parket IJsselstein), leerling niveau brons.
Bestuursverslag
77
78
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
BUSINESS & ADMINISTRATION COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • BEDRIJFSADMINISTRATIEF
Het College biedt opleidingen aan in de richtingen;
• COMMERCIEEL EN INTERNATIONAAL • HANDEL
• INFORMATIEDIENSTVERLENING • JURIDISCH
• SECRETARIEEL (in totaal 17 kwalificatiedossiers)
• Sterke werkgelegenheidspositie • Goed draaiende werkveldcommisses
Het Business & Administration College onderscheidt zich door
• Veel know how bij docenten • Aandacht voor stages en beroepspraktijk
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is het afgelopen jaar gestegen. Aantal studenten (absoluut) BBL 1–10–2011 362 1–10–2012 395
BOL 1905 1984
Totaal 2267 2379
Bestuursverslag
79
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 56,1% 2 73,3% 3 45,0% 4 71,6%
2010–2011 71,7% 56,0% 64,8% 66,3%
2011–2012 66,4% 59,5% 40,6% 70,7%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 66,9% 2 72,1% 3 48,6% 4 70,6%
2010–2011 73,5% 55,7% 65,2% 64,7%
2011–2012 72,7% 61,0% 52,4% 70,1%
De redenen voor de ontwikkelingen van de resultaten (betere resultaten voor niveaus 2 en 4, en slechtere resultaten voor niveaus 1 en 3) zijn divers. Niveau 1: Het betreft kleine aantallen studenten waarbij relatief kleine fluctuaties in deelnemersaantallen snel zorgen voor percentagewijzigingen. Niveau 2: De intakeprocedure is de laatste twee jaar aangescherpt, hetgeen moet leiden tot verdere stijging van het percentage. Ook beter onderwijs en betere begeleiding dragen daaraan bij. Niveau 3: Op niveau 3 kent vier opleidingen waarbij allemaal verschillende oorzaken een rol spelen in het lagere resultaat. Bij de commerciële opleidingen is meer structuur in de opleiding aangebracht, waardoor het onderwijsprogramma veel helderder en duidelijker is geworden. Bij de handelsopleidingen zijn de rendementen vooral laag in Amersfoort. De intake is in Utrecht van oudsher veel strenger dan in Amersfoort, o.a. door de druk van de studentenaantallen. Bij de financiële opleiding is het jaarresultaat net onder de norm. Het diplomaresultaat is nog lager omdat veel studenten doorstromen naar niveau 4 dat een hoog rendement kent. Uitval op niveau 3 komt vooral voor onder de groep ‘late intake’. Hierop wordt nu meer gestuurd. Tenslotte wordt er op dit moment nader onderzoek gedaan naar de secretariële opleiding. Hierbij gaat hem om een kleine groep waarbij niveau 3 en 4 gemixt is. Niveau 4: Het rendement op niveau 4 ligt boven de norm. Algemeen is ook hier ingezet op een scherpere intake.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 BAC 6,2 6,9 6,3 6,9 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
80
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * Opleiding School College aantal aanraden aanraden Business & 73,3% 69,0% 110 Administration * Alumni-onderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 ONDERWIJSONTWIKKELING
In 2012 is een operatie in gang gezet die er op gericht is de opleidingen in Utrecht en Amersfoort verder te synchroniseren qua examinering en curriculum. Richtinggevende kaders zijn daarbij geweest Focus op Vakmanschap, Focusnotities ROC MN en de Beleidskaders onderwijs ROC MN. In 2012 zijn als gevolg daarvan Opleidingsexamencommissies ingericht op de clusters Handel, Juridische opleidingen, Commerciële Opleidingen en Financieel-administratieve Opleidingen. Voor ROC MN als geheel, is er een opleiding Ondernemerschap ingericht. Deze opleiding wordt naast de beroepsopleiding gevolgd in de avonduren en is gericht op studenten die een toekomst als zelfstandig ondernemer ambiëren. De opleiding leidt tot een aparte certificering. Zowel in het curriculum als in de examinering wordt samengewerkt met de Rabobank als convenantpartner.
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS
Met het kenniscentrum Ecabo is overeengekomen te gaan werken volgens het VO-model waarbij Ecabo zorg draagt voor de samenstelling van de Werkveldcommissie en de rol van secretariaat vervult. Op afdelingsniveau zijn nieuwe vormen van samenwerking gestart. Zo kent de afdeling Handel Utrecht inmiddels de ‘speeddate’ waarbij studenten zich profileren bij potentiële stagebedrijven.
PERSONEEL
Conform het strategisch personeelsbeleid is waar mogelijk invulling gegeven aan de gewenste verjonging en een betere balans tussen onderwijsfuncties (instructeur, LB-, LC- en LDdocenten). Het heeft naast culturele effecten ook geleid tot
een verlaging van de GPL. Qua professionalisering is er een verplichte scholing op ICT-vaardigheden (en –kennis) van start gegaan voor alle onderwijsgevenden. Speerpunten daarbij zijn het professionele gebruik van smartboards en kennis van social media. De scholing loopt door gedurende geheel 2013. Er is een werkgroep Digitale Didactiek ingesteld, waarbij specialisten uit iedere afdeling een agenda opstellen voor de verdere professionalisering van het College. De werkgroep wordt gecompleteerd met deelname vanuit de diensten O&I (Onderwijs & Innovatie) en IM (Informatiemanagement). Kennisnet adviseert het management bij de verdere aanpak.
PERSPECTIEF 2013
De operatie gericht op synchronisatie (tussen Utrecht en Amersfoort) wordt voortgezet waarbij het perspectief enigszins gekanteld is: Herontwerp is het uitgangspunt nu de nieuwe kwalificatiedossiers beschikbaar komen en de uitwerking van Focus op Vakmanschap scherper is. Synchronisatie is niet meer zozeer het doel in zichzelf, als wel het gevolg van de Herontwerpoperatie. Qua opleidingen wordt scherper geprofileerd op niveau 4 en daarbinnen krijgt het concept van sprintopleidingen een impuls. In 2013 starten drie sprintopleidingen waarbij de verkorte duur vooral gericht is op (ex-)havisten, naast de in- en doorstroom van zeer goede vmbo–tl’ers. In de loop van 2013 verhuizen alle (zes) afdelingen van het college, naar nieuwbouw aan de Marco Pololaan. De aanloop daartoe verhoogt (tijdelijk) de al niet geringe hectiek, maar zal dan leiden tot de zeer gewenste concentratie van afdelingen in twee hoofdlocaties en een dependance (Zeist). Dit maakt onderlinge samenwerking aanzienlijk eenvoudiger, waarbij concepten als een onderwijsleerbedrijf, taal- en rekencentra e.d. bereikbaar worden. De planvorming daarvoor is in een vergevorderd stadium. In het eerste halfjaar worden examenfunctionarissen van alle afdelingen geschoold op hun formele taken.
Bestuursverslag
81
NIEUWS
BEDRIJVENMARKT OP HOGESCHOOL UTRECHT
Vrijdag 23 maart vond een inspirerende bedrijvenmarkt plaats op de locatie De Nieuwe Poort in Amersfoort van de Hogeschool Utrecht (HU). Het Business & Administration College verzorgt op de Nieuwe Poort de opleiding Medewerker Marketing & Communicatie. Tijdens de bedrijvenmarkt presenteerden ondernemers uit de regio hun onderneming aan eerste- en tweedejaars van de HU-opleiding BM (Business Management) en eerste- en tweedejaars van de opleiding M&C (Marketing & Communicatie) van het College. Studenten en ondernemers konden deze middag op een persoonlijke manier met elkaar in gesprek komen. Derdejaarsstudenten van de ROC MN-opleiding M&C die op dit moment een half jaar stage doen, bezetten op de markt een aantal kramen en gaven informatie over hun stagebedrijf en het werk dat zij daar doen. Ze wilden daarmee eerstejaars voorlichten en enthousiast maken voor een stage bij ‘hun’ bedrijf.
82
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
STUDENTEN METEEN AAN DE SLAG
Bij het begin van het schooljaar werden docenten van de opleiding Administratief Medewerker (Amersfoort) benaderd met de vraag of een aantal studenten een aantal ochtenden kon assisteren bij de ontvangst van deelnemers van een congres van het CPS. Er was direct een groep bereid om deze klus op te pakken. Voor hen een mooie kans om (nu al) te laten zien wat zij in huis hebben op het gebied van representatie, klantvriendelijkheid en communicatie. Na afloop van het congres kreeg de opleiding het bericht: ‘Complimenten voor jullie leerlingen. We hoorden van gasten en collega’s goede berichten over hun inzet en gastvrijheid. Ik hoop dat ik jullie volgend jaar weer mag benaderen, de samenwerking was een waar genoegen. Cecile van Wieringhen Borski, CPS Academie’ Met andere woorden: deze eerstejaars lieten zich (al in de derde schoolweek!) van hun beste kant zien!
Bestuursverslag
83
84
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
CREATIVE COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • ARTIEST
Het Creative College biedt opleidingen aan in de volgende richtingen:
• AUDIOVISUELE PRODUCTIE • LEISURE & EVENTS
• MEDIAVORMGEVING
• PODIUM- EN EVENEMENTENTECHNIEK (in totaal 10 kwalificatiedossiers)
• Aandacht voor creativiteit en ondernemerschap
Het Creative College onderscheidt zich door
• Hoge waardering van studenten • Studenten vinden via stages vaak snel een baan
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is dit jaar licht gestegen. Aantal studenten (absoluut) BBL 1–10–2011 1–10–2012
BOL 874 887
Totaal 874 887
Bestuursverslag
85
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 100,0% 2 44,8% 3 41,1% 4 81,2%
2010–2011 100,0% 71,7% 29,4% 77,0%
2011–2012 100,0% 58,1% 34,2% 75,6%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 2 54,1% 3 42,4% 4 80,8%
2010–2011
2011–2012
70,0% 27,0% 77,4%
67,2% 34,6% 75,2%
De diploma- en jaarresultaten zijn licht gedaald, behalve voor niveau 3. De reden hiervoor verschilt per opleiding. In 2011–2012 stijgen de resultaten voor niveau 3 licht en dalen voor niveau 2 en 4. Niveau 3 wordt bij enkele opleidingen gebruikt als instapcrebo waarna doorstroom plaatsvindt naar niveau 4. De uitval ligt veelal in het eerste jaar en drukt volledig op niveau 3, terwijl de diplomering meegeteld wordt bij niveau 4. Ook zijn studenten soms na het doorlopen van het niveau 3-crebo (ongediplomeerd) doorgestroomd naar niveau 4. Ook zijn er de nodige verbeteringen aangebracht en de verwachting is dat het rendement er volgend jaar beter uit zal zien.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 CRE 6,4 7,2 7,0 7,1 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Creative 61,1% 61,1% 22 * Alumni-onderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012
ONDERWIJSONTWIKKELING /AANBOD OPLEIDINGEN Het Creative College is in 2011 gestart met opleidingen die afkomstig zijn uit drie verschillende sectoren. De nadruk ligt op de verbinding van de verschillende opleidingen binnen één college. De verbinding met de diensten waar het de invoering van Focus op Vakmanschap betreft is in volle ontwikkeling. Hieronder een overzicht van de ontwikkeling per opleiding:
• Mediavormgeving - drie uitstroomprofielen: • Audiovisuele Vormgeving, niveau. 4: een grote opleiding, die elk jaar verder groeit. • Art & Design,niveau 4: nog onvoldoende bekend, trekt veel vrouwelijke studenten; • Interactieve Vormgeving niveau.4: een lichte daling in studentaantallen. Banden met branches worden sterker aangetrokken, zodatde lessen aantrekkelijker worden.
86
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
• Sound & Vision: het aantal studenten stijgt licht. • Leisure & Events: Niveau–4 opleidingen zijn erg in trek bij havisten; • Artiest: Beide opleidingen hebben een stabiel studentenaantal. Studenttevredenheid is hoog.
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS:
Het Creative College is al een belangrijke partner in diverse gremia, landelijk, provinciaal en lokaal. Er liggen nog voldoende kansen voor verdere uitbouw van relaties in en samenwerking met werkveld. Met name het zelfstandig ondernemerschap heeft een grote nadruk in het Creative College. Vanuit de creatieve industrie wordt bij grote en kleine evenementen voortdurend gezocht naar samenwerking. Daaraan kunnen alle opleidingen, vanuit hun missie, vóór, op of achter de schermen hun bijdrage leveren.
PERSONEEL
Er wordt zorgvuldig gekeken naar de optimale verdeling tussen vaste formatie en flexibele schil, waar het vakspecialismes betreft.
PERSPECTIEF 2013
In september 2013 krijgen alle opleidingen die in Utrecht worden aangeboden, een nieuwe gezamenlijke huisvesting op de locatie Brandenburchdreef in Utrecht. De verbouwing van het pand is gestart in voorjaar 2013. De verhuizing zal een
NIEUWS
extra impuls geven aan het gezicht van het Creative College. In het kader van werkplekleren zullen ook ‘levensechte opdrachten’ een grotere plaats gaan innemen. De verbinding van de verschillende opleidingen biedt de mogelijkheid om grotere opdrachten aan te nemen, zowel binnen als buiten ROC Midden Nederland. De evenementenbranche zal in het Creative College in toenemende mate een goede partner vinden. Enkele op handen zijnde evenementen in 2013 waarbij het College betrokken is zijn de Vrede van Utrecht en LegoWorld.
CREATIEVE SAMENWERKING IN AMERSFOORT
Vrijdag 11 mei zetten op de Amersfoortse Wagenwerkplaats het Prisma College (vmbo), ROC Midden Nederland (mbo) en Circus Amersfoort de next step in hun creatieve samenwerking. De vmbo-leerlingen van Prisma en de studenten van het Creative College van ROC Midden Nederland krijgen de kans om zich te ontwikkelen in de creatieve omgeving van het Circus Amersfoort en De Wagenwerkplaats. Het Prisma College startte in 2010 met de afdeling EEM (Event, Entertainment en Multimedia), die leerlingen voorbereidt op een creatieve, kunstzinnige of culturele vervolgopleiding in het mbo. Het Creative College gaat samen met het Prisma College en Circus Amersfoort werken aan film, theater, dans, nieuwe media en games. De onlangs geopende verbouwde huisvesting op De Wagenwerkplaats geeft voor meer jongeren mogelijkheden om zich te ontplooien.
STUDENTEN CREATIVE COLLEGE NAAR WK STREETDANCE Op 11 maart deden Kenzo Alvares en Seun Latukolan, twee studenten van De Dansopleiding van het Creative College mee aan het Worldwide Streetdance Festival in Bercy, Parijs tijdens Juste Debout Steez 2012. Deze internationale danscompetetie kent voorrondes in 22 wereldsteden waaronder Amsterdam. Vier studenten van De Dansopleiding streden daar tegen elkaar in de finale. Op de wereldfinale in Parijs kwamen zo’n 25.000 jonge dansers uit de hele wereld af.
Bestuursverslag
87
88
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
GEZONDHEIDSZORG COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO Het College biedt opleidingen aan in de volgende richtingen:
• VERPLEEGKUNDIGE EN MEDISCHE ONDERSTEUNING • ZORG & WONEN
• LABORATORIUMONDERWIJS (in totaal 13 kwalificatiedossiers)
• Onderwijskwaliteit • Sterke aandacht voor individuele begeleiding, degelijke zorgstructuur
Waarin het Gezondheidszorg College zich onderscheidt
• Samenwerking en afstemming met groot aantal partners in de VVT-zorg, Gehandicaptenzorg, GGZ en de ziekenhuizen in de regio (onder meer met UMC Utrecht, Meander Medisch Centrum, Careyn, Beweging 3.0, GGZ Centraal) • Diverse bbl-maatwerktrajecten met samenwerkingspartners • Sterk college in omvang, met groei – vooral in de bol-opleidingen • Uitstekende werkgelegenheidskansen na diplomering • De opleidingen op niveau 4 hebben een goede inhoudelijke aansluiting gerealiseerd met de HU (Hogeschool Utrecht)
Bestuursverslag
89
AANTAL STUDENTEN Het aantal deelnemers is het afgelopen jaar, met name in de bol-opleidingen, fors gestegen. Het aantal bbl-studenten loopt terug als gevolg van de economische ontwikkelingen en de bezuinigingen in de zorg. De stijging in het aantal bolstudenten is vooral een resultaat van het contract dat ROC MN heeft gesloten met de VrouwenVakSchool/Capabel voor de niveau 2-opleiding Helpende Zorg en welzijn. Daarnaast kennen de niveau 4 opleidingen Verpleegkunde, Laboratorium en Assistenten Gezondheidszorg groei in de bol.
Aantal studenten (absoluut) BBL BOL 1–10–2011 1844 1592 1–10–2012 1737 2246 (NB: 1–10–2012 incl. vrouwenvakschool)
Totaal 3436 3983
RESULTAAT Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Het diplomaresultaat over 2012 voor niveau 3 en 4 is (fors) gestegen, dat voor de niveaus 1 en 2 daarentegen gedaald. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 76,2% 2 77,7% 3 70,1%
2010–2011 85,4% 80,9% 40,6%
2011–2012 64,3% 65,0% 70,3%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 72,2% 2 85,8% 3 66,4%
2010–2011 83,7% 80,8% 36,3%
2011–2012 69,2% 68,7% 67,6%
In vergelijking tot het afgelopen jaar zijn de resultaten voor opleidingen op niveau 1 en 2 gedaald, maar bij niveau 3 is een aanzienlijke stijging te zien. Redenen hiervoor zijn de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en nieuwe wet- en regelgeving (transitie van de langdurende zorg, afbouw AWBZ e.a.)
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. De waardering voor de opleidingen is hoog. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 GC 6,3 7,0 6,0 7,0 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * Opleiding School College aantal aanraden aanraden Gezondheidszorg 71,7% 68,3% 189 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 ONDERWIJSONTWIKKELING
Het werkveld ontwikkelt zich snel, mede als gevolg van bezuinigingen. Voortdurend actualiseren van de vakkennis is een belangrijk onderwerp geweest in de onderwijsontwikkeling in 2012. Met verschillende samenwerkingspartners is intensief gesproken over de noodzakelijke inhoudelijke aanpassingen in het curriculum.
90
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Ook werken meerdere afdelingen mee aan het project Kennisbundels, dat Vilans (kenniscentrum langdurende zorg) samen met een aantal andere landelijke organisaties, heeft opgezet. Hierin wordt ‘state of the art’ vakkennis op 10 actuele vakthema’s omgezet in handzaam lesmateriaal voor het MBO.
AANBOD OPLEIDINGEN
SAMENWERKING IN AMERSFOORT
Vanwege het gebrek aan stageplekken voor de niveau 2 opleiding Helpende is in Utrecht in 2011 een leer-werkbedrijf gestart, dat in 2012 tot wasdom is gekomen. Eind 2012 is dit ook gestart in Amersfoort.
PERSONEEL
Eind 2012 is besloten enkele opleidingen niet meer aan te bieden in 2013: de bbl-opleiding Laboratorium omdat er onvoldoende leer-werkplekken beschikbaar zijn, en de boldeeltijdopleiding Doktersassistenten omdat de financiering hiervan wordt beëindigd.
In Amersfoort zal het college begin 2014 verhuizen naar nieuwe huisvesting in een onderwijsgebouw dat onderdeel vormt van de nieuwbouw van het Meander Medisch centrum. In de tweede helft van 2012 zijn de voorbereidingen voor de inrichting van het gebouw gestart. Ook is een overeenkomst voor inhoudelijke samenwerking gesloten met Meander.
Inzet van personeel uit werkveldinstellingen, onder de voorwaarde dat ze bevoegd zijn tot lesgeven, is sinds de tweede helft van 2012 een speerpunt in het personeelsbeleid van het college. Gezien de geringe mobiliteit van personeel zal dit stapsgewijs uitvoering kunnen krijgen.
NIEUWS
NIEUWBOUW SAMEN MET MEANDER
Het Gezondheidszorg College gaat vanaf eind 2013 lessen verzorgen in het onderwijsgebouw van het nieuwe Meander Medisch Centrum (Amersfoort). Hermien Hendrikx, lid van het College van Bestuur van ROC Midden Nederland en Anita Wydoodt, lid Raad van Bestuur van Meander Medisch Centrum ondertekenden hiervoor op 28 november 2012 een huurovereenkomst. Dit brengt onderwijs en zorg dichter bij elkaar, aangezien docenten en studenten dichtbij de praktijk van alledag zijn. De huisvesting van het Gezondheidszorg College bij Meander Medisch Centrum biedt ook plaats aan andere zorg-gerelateerde opleidingen welke in samenspraak met andere instellingen zo goed mogelijk worden gevuld zodat alle studenten zich er thuis voelen.
STUDENTE LAB-ONDERWIJS WINT ZILVEREN VLAM
Simone Stek, vorig jaar afgestudeerd aan het Gezondheidszorg College, is op 8 mei onderscheiden met De Zilveren Vlam. De ‘Vlam’ is de jaarlijkse prijs van de Nederlandse Vereniging van Biomedisch Laboratoriummedewerkers (NVML). De NVML reikt de prijs uit aan de best afgestudeerde student van het middelbaar en het hoger laboratorium onderwijs. De laboratoriumafdeling had Simone voorgedragen voor de prijs. Vorig jaar behaalde Simone het diploma klinisch Chemisch Analist bij de laboratoriumafdeling van het Gezondheidszorg College. Haar prestaties tijdens de opleiding waren van buitengewone kwaliteit; een 9 voor haar stageverslag en een 10 voor vakkennis op haar eindlijst. Haar onderzoeksopdracht, uitgevoerd in het Albert Schweitzerziekenhuis in Dordrecht, ging over de betrouwbaarheid van de zogenaamde Friedewald formule. Dit is een formule om het LDL-cholesterol te berekenen. De jury prees haar verslag om de duidelijkheid en het hoge niveau.
Bestuursverslag
91
92
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
HORECA & TRAVEL COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO Het Horeca & Travel College biedt opleidingen aan in de volgende richtingen:
• FACILITAIRE DIENSTVERLENING • HORECA
• TOERISME (in totaal 13 kwalificatiedossiers)
• Nauwe samenwerking met werkveld, studenten leren veel in de praktijk
Het Horeca & Travel College onderscheidt zich door
• Twee trendy restaurants binnen de school • Uitstekende faciliteiten, nieuwste apparatuur • Actieve inzet stagebureau • Schoolorganisatie
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is dit jaar licht gedaald. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 598 645
BOL 594 518
Totaal 1192 1163
Bestuursverslag
93
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 74,6% 2 67,0% 3 74,0% 4 68,0%
2010–2011 80,0% 55,9% 65,0% 71,8%
2011–2012 86,2% 58,9% 66,3% 74,7%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 75,0% 2 70,8% 3 70,4% 4 68,9%
2010–2011 80,8% 62,6% 59,5% 71,4%
2011–2012 83,3% 61,8% 54,8% 71,9%
De diploma- en jaarresultaten vertonen bij de niveau 1-opleidingen al een aantal jaren een stijgende lijn door de aangepaste klassengrootte en de uitgebreide begeleiding. De resultaten van de niveau 3-opleidingen zijn gedaald en die van de niveau 4 gestegen omdat met name bij de afdeling Travel veel leerlingen doorstromen van niveau 3 naar 4.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 HTC 6,3 7,0 6,3 6,9 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012
ONDERWIJSONTWIKKELING /AANBOD OPLEIDINGEN Het Horeca & Travel College biedt 29 uitstroomrichtingen (crebo’s) aan op twee locaties. Op één opleiding na zijn alle opleidingen driejarig. De opleiding Manager Ondernemer Horeca is met vier jaar de enige uitzondering. Het College biedt competentiegericht onderwijs voor de opleidingen Horeca, Travel, Facilitaire Dienstverlening en Service, van niveau 1 t/m niveau 4, in zowel de bol- als de bbl-varianten. Werkplekleren vormt overeenkomstig de uitgangspunten van ROC MN een steeds belangrijker onderdeel in de opleiding van onze studenten.
Ons eigen praktijkleerbedrijf Horeca, Travel & Facility Events is hèt voorbeeld van studenten die in een levensechte en contextrijke setting opdrachten uitvoeren en ervaring opdoen die ze later in het bedrijfsleven kunnen inzetten. Het wijkrestaurant “Bij de Tijd” in De Bilt en de catering aan de Newtonbaan, die door en voor studenten worden geëxploiteerd, zijn dit jaar de nieuwe loten aan deze stam.
94
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * Opleiding School College aantal aanraden aanraden Horeca & 55,6% 59,3% 32 Travel * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS
Er bestaat in het Horeca & Travel College van oudsher een hechte samenwerking met de branche, vooral op operationeel niveau. Meer dan 80% van onze praktijkdocenten komt uit de branche en veel studenten zien we na verloop van tijd terug als leermeester of praktijkopleider van nieuwe studenten. De contacten met de branche worden ook onderhouden in een adviesraad die in 2012 is verbreed van de Horeca naar alle aangesloten branches. Met onze samenwerkingspartners delen wij de ontwikkelingen op onderwijsgebied zoals Focus op Vakmanschap, en spreken we over de directe raakvlakken als beroepspraktijkvorming en stages.
PERSONEEL
Het Horeca & Travel College heeft een redelijk stabiel personeelsbestand dat we kwalitatief op niveau proberen te houden door de inzet van opleiding en ontwikkeling. Tien docenten volgen in 2012 een hbo- of universitaire master.
Verder wordt de internationale docentenstage breed ingezet voor innovatie en ontwikkeling van de docenten. Dit gebeurt aan de hand van opdrachten die in lijn liggen met de afdelings- of collegeontwikkelingen. In 2012 gaan er 13 docenten op stage, in 2013 zijn dat er 20.
PERSPECTIEF 2013
Het Horeca & Travel College zal in 2013 in zijn geheel worden ondergebracht op één locatie, de Newtonbaan. Dat betekent een verhuizing van de afdeling Travel. Verder zal
NIEUWS
EERSTE LICHTING HCEMGEDIPLOMEERDEN
samen met de roc’s Zadkine (Rotterdam) en Landstede (Zwolle) een nieuwe niveau 4 bbl-opleiding voor de horeca worden neergezet (in het segment Horeca-, Congres- en Evenementen Management): de opleiding Leidinggevende keuken. Mogelijk volgt op een later moment de opleiding Leidinggevende Front Office voor de afdeling Travel. Die afdeling zal verder binnen ons praktijkleerbedrijf de samenwerking met de Jaarbeurs gaan vormgeven door het adopteren van een beurs.
WIJKRESTAURANT BIJ DE TIJD GEOPEND
Vier koks openden op symbolische wijze 2 maart het restaurant in De Bilt. Het waren niet zo maar koks: Herman Mittendorff (wethouder welzijn De Bilt), Harm Booi (directeur Horeca & Travel College), Hans Helgers (Raad van Bestuur, stichting De Opbouw) en John Vork (directeur Stichting Animo): zij vertegenwoordigen de organisaties die betrokken zijn bij de realisatie van het wijkrestaurant, dat zes dagen per week open is. Bij de opening waren 300 bezoekers aanwezig: uit de wijk, vanuit het woon- en zorgcentrum, van betrokken organisaties en andere belangstellenden. Het Wijkrestaurant is een initiatief van De Bilthuysen, Welzijnsstichting Animo en het Horeca & Travel College en is ook een leer- en werkplek voor leerlingen van het College.
Begin oktober kreeg de eerste groep studenten van de opleiding Hotel-, Congres- en Evenementenmanagement de diploma’s. De meeste studenten begonnen vier jaar geleden aan de opleiding en hebben in die tijd in diverse bedrijven gewerkt: van kleine regionale tot grote hotels, zoals het Theaterhotel Figi & Slot Zeist. Een deel van de studenten begon in de regio Utrecht/Zeist, waarna sommigen naar de Achterhoek en de Randstad vertrokken om zo het meeste rendement uit hun opleiding te halen. Naast dit diploma gingen de studenten met nog twee extra’s de deur uit: zij hebben ook een BHV- en een leermeestercertificaat behaald. Daarmee zijn ze meer dan 100% voorbereid op de praktijk en hebben ze een toegevoegde waarde voor de bedrijven waar ze terecht komen.
Bestuursverslag
95
96
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
ICT COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • ICT-BEHEER
• NETWERKBEHEER
• PARTICULIER DIGITAAL ONDERZOEK (AFBOUW)
Het ICT College biedt opleidingen aan in de richtingen:
• MEDEWERKER BEHEER ICT • MEDEWERKER ICT
• APPLICATIE ONTWIKKELING EN BEHEER (in totaal zes kwalificatiedossiers)
• Goed arbeidsmarktperspectief • Vrijwel geen lesuitval
Het ICT College onderscheidt zich o.m. door
• Intensieve samenwerking met bedrijfsleven • Stevige inzet op bol–4-opleidingen met veel doorstroom naar het hbo
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is in 2012 met ca. 10% gestegen, een mooi resultaat! Aantal deelnemers (absoluut) BBL 1–10–2011 135 1–10–2012 124
BOL 656 749
Totaal 791 873
Bestuursverslag
97
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 2 60,3% 3 55,7% 4 82,3%
2010–2011 52,5% 45,7% 87,8%
2011–2012 53,7% 51,1% 76,9%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 2 68,6% 3 57,4% 4 78,9%
2010–2011 53,4% 44,7% 78,0%
2011–2012 59,6% 51,5% 64,2%
De diploma- en jaarresultaten zijn het afgelopen jaar in niveau 4 iets gedaald, maar in de overige niveaus gestegen. De verschuiving in diplomarendement heeft voor een groot deel te maken met de start van nieuwe crebo’s in het jaar 2011–2012. Daardoor is de instroom in deze crebo’s wel groot maar het diplomarendement nog minimaal. Deze deelnemers zitten immers nog maar kort op de opleiding in een nieuw crebo,maar zijn nog niet in de fase van diplomering.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 ICT 5,6 6,6 6,0 6,5 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012
ONDERWIJSONTWIKKELING /AANBOD OPLEIDINGEN:
Het ICT College is in maart 2012 voorzichtig begonnen de kaders van Focus op Vakmanschap te vertalen naar het onderwijsprogramma. Programmering, examinering en de mix van werkplekleren en het programma worden opnieuw bezien en krijgen een vertaling naar kortere opleidingen, die meer toegespitst zijn op het werkveld en waarin een efficiëntere leertijd, leerrendement en diplomarendement samengaan. De eisen ten aanzien van Taal & Rekenen worden aangescherpt. Daarom is het ICT College reeds begonnen met de invoering van dit beleid. Er zijn pilotexamens voor het instellingsdeel ontwikkeld en deelnemers hebben al aan meerdere centrale examens meegedaan. Daarnaast is er gekeken om in vakken en projecten waar talige aspecten aan de orde komen, deze parallel te programmeren met het vak Nederlands. Voor studenten met een aan autisme verwante problematiek hebben we zowel in Amersfoort als Utrecht een speciaal programma, de zogenaamde structuurklassen. Hierin worden studenten zo goed mogelijk bediend op hun leer- en zorgvraag
98
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal ICT 50,0% 50,0% 24 * Alumni-onderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
SAMENWERKING:
Het ICT College is gefocust op de snelle veranderingen en ontwikkelingen in de ict-branche. Daarom wordt geprobeerd opleidingen actueel te houden. Dit doen we onder meer door docenten kennis te laten maken met nieuwe ontwikkelingen in de ict door hen workshops aan te bieden, verzorgd door ondernemers of door de Stichting Praktijk Leren. Verder kent het College werkveldcommissies waarin ondernemers actief betrokken worden bij de onderwijsprogrammering en vormgeving. Zij hebben met name cloudcomputing en applicatiebeheer als een belangrijke trends genoemd. De opleiding Applicatieontwikkeling is dan ook in het eerste jaar beter geprofileerd met projecten en keuzemodules. Dit heeft al geleid tot meer instroom in het eerste leerjaar. Bij de Stichting Praktijk Leren worden nu modules voor cloudcomputing ontwikkeld voor onze projecten. Ondernemers uit het bedrijfsleven geven regelmatig gastcolleges, daarnaast verzorgen vakmensen uit de ictbranche delen van het lesprogramma. Naast de intensieve samenwerking met het bedrijfsleven werkt het College zowel in Amersfoort als in Utrecht samen
met maatschappelijke organisaties om bijvoorbeeld een project als Samen on Line vorm te geven. In dit project leren studenten senioren met computers en computertoepassingen zoals internet om te gaan, zodat ook zij digitaal met hun wereld mee kunnen (zie ook onder Nieuws). Met de vmbo-scholen wordt intensief samengewerkt in Doedagen, oriëntatielessen, meeloopdagen. De ervaring is dat veel studenten, die bij op het college een doe-dag meemaken of een aantal lessen meelopen, een beter gefundeerde keuze maken voor een ict-opleiding en zich dan ook bij ons college aanmelden. Met het HBO zijn niet alleen afspraken gemaakt over gastlessen/oriëntatielessen, dat geldt ook voor de verkorting van de HBO-route voor studenten met een MBO-diploma niveau 4. Veel van onze niveau 4 studenten stromen door naar het hoger beroepsonderwijs.
PERSONEEL
Een grote uitdaging voor het ICT College is het vakbekwaam houden van het onderwijspersoneel, zowel op het gebied van ict als waar het pedagogisch-didactische vaardigheden betreft. Sommige docenten volgen vaktrainingen bij externe samenwerkingspartners. Voor de didactische bekwaamheden is een aantal lesobservaties uitgezet met feedback en POPgesprekken en een daaropvolgend didactisch bijscholingstraject met (soms) coaching on the job. Een aantal medewerkers zal zich verder moeten ontwikkelen op het gebied van ict-vaardigheden om inzetbaar te blijven als docent
PERSPECTIEF 2013:
In 2013 richten we ons op de verdere inzet op de activiteiten in kader van Focus op Onderwijs, de verdere ontwikkeling van pedagogisch-didactische en ict-vaardigheden bij docenten en onze samenwerking met het bedrijfsleven om de BPV en het onderwijsprogramma verder vorm te geven (co-design).
NIEUWS
FEESTELIJKE START BOUW MARCO POLOLAAN
Op woensdag 3 oktober werd de start van de nieuwbouw gevierd van de onderwijslocatie aan de Marco Pololaan. ROC Midden Nederland bouwt hier aan de toekomst van de studenten van het Business & Administration College en het ICT College. Bij de openingshandeling werden de handen van Gilbert Isabella, locoburgemeester en wethouder gemeente Utrecht, en Leonard Geluk, voorzitter College van Bestuur ROC Midden Nederland, op de bouwplaats in het cement vereeuwigd. De verwachting is dat eind volgend jaar (2013) het gebouw kan worden opgeleverd en voor het onderwijs in gebruik kan worden genomen.
STUDENTEN CERTIFICEREN OUDEREN
Op vrijdag 20 januari jl. hebben acht studenten van het ICT College certificaten uitgereikt aan 12 ouderen die actief zijn bij de Vrijwilligerscentrale Utrecht. De groep kreeg ruim twee maanden lang twee dagdelen per week les van de studenten in basisvaardigheden op de computer. De lessen werden gegeven op het Bartholomeus Gasthuis en Zorgcentrum Transwijk, in Utrecht. Samenonlinenederland.nl is een landelijk project en wordt in samenwerking met meerdere ROC’s en zorgcentra uitgevoerd, met name in de grote steden.
Bestuursverslag
99
100
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
SPORT COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • SPORT EN BEWEGINGSBEGELEIDER • SPORT- EN BEWEGINGSLEIDER
• SPORT- EN BEWEGINGCOÖRDINATOR (3 PROFIELEN)
Het Sport College biedt opleidingen aan de volgende richtingen:
• BEWEGINGSAGOOG
• BUURT, ONDERWIJS, SPORT MEDEWERKER • OPERATIONEEL SPORT- EN BEWEGINGSMANAGER
• Hoge waardering door studenten op begeleiding, organisatie, docenten en lessen
Het Sport College onderscheidt zich o.m. door
• Weinig tot geen lesuitval • Persoonlijk onderwijsklimaat • Docenten uit de praktijk • Sterke samenwerking met het HBO
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is het afgelopen licht gestegen. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 51 54
BOL 537 548
Totaal 588 602
Bestuursverslag
101
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 2 33,3% 3 35,0% 4 68,9%
2010–2011 45,5% 44,2% 55,4%
2011–2012 55,9% 46,9% 69,1%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 2 34,8% 3 34,8% 4 68,0%
2010–2011 45,5% 47,5% 53,9%
2011–2012 63,4% 48,1% 68,3%
De resultaten van het Sport College zijn voor alle niveaus gestegen, met name bij niveau 2 en niveau 4. De resultaten bij de niveau 3-opleidingen staan nog steeds onder druk. Een aantal studenten wordt meegenomen naar niveau 4 zonder diplomering op niveau 3. Het resultaat bij niveau 3 is met name te danken aan de matige cijfers bij de bbl–opleiding. Er is te hoge uitval omdat studenten geen betaalde leerwerkplek kunnen vinden of omdat het arbeidscontract stopt.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 SPO 6,4 7,2 6,7 7,1 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 AANBOD OPLEIDINGEN, ONDERWIJSONTWIKKELING: Op alle niveaus vinden ontwikkelingen plaats:
• Kleine aparte niveau 2-opleiding; • Sterke positionering niveau 3-opleiding als “sportinstructeur- specialist”; • Sterke positionering niveau 4 ; • Sprint in combinatie met aansluiting op het HBO; • Sterke aansluiting op externe ontwikkelingen (Beweegteams, Aansluiting Fysiotherapie via profiel Fitness/health, Sportbuurtcoach, 50+); • Bbl-opleidingen behouden wanneer er voldoende rendement en genoeg werkplekken zijn.
PERSONEEL
Een team in balans met een evenwichtige leeftijdsopbouw, laag ziekteverzuim, professioneel, ambitieus, creatief, praktisch en op de praktijk gericht, staat open voor verandering,
102
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Sport 75,0% 87,5% 11 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS
Het Sport College is al een belangrijke partner in diverse gremia, landelijk, provinciaal en lokaal. Er liggen nog voldoende kansen voor uitbouw en samenwerking met werkveld, met name waar het gaat om initiatieven voor bijzondere doelgroepen, sport als middel voor gezondheid, lifestyle en preventie
PERSPECTIEF 2013
Voor het komende jaar richt het Sport college zich op de volgende zaken: • Herontwerp van de opleiding aangepast aan Focus op vakmanschap • minder complex en sterke inzet op examinering • Inhoudelijke samenwerking met vmbo-scholen voor doorstroom naar het Sport College, met name in Amersfoort;
• Aandacht voor ‘sport’ is groeiend, evenals voor vitaliteit, gezondheid en sport als middel. Binnen de opleiding willen we het profiel Fitness/Health/lifestyle opzetten; • Mogelijkheden om aan te sluiten bij onderwijsagenda Sport, Bewegen en gezonde leefstijl‘, ‘Gezonde school’concept landelijk vignet MBO-scholen;
• sportdeskleiders ondersteunen sportaanbod van alle colleges (modern beweeg- en sportaanbod via menukaart en flexibel aanbod) • Nadruk op vitaal profiel van ROC Midden Nederland benadrukken (rol van Sportbureau i.s.m Onderwijs Sport en Bewegen vergroten)
NIEUWS
SPORT COLLEGE ORGANISEERT SYMPOSIUM SPORT EN BEWEGEN
Het Sport College was 15 maart 2012 op de locatie op De Dreef in Utrecht, gastheer van het symposium ‘Focus op ons vakmanschap in sport en bewegen’, dat werd georganiseerd door de branche samen met de MBO-Raad. Het symposium vond plaats op de locatie De Dreef (Utrecht) van het College en richtte zich op medewerkers van de 35 mbo-opleidingen Sport en Bewegen. Centraal stonden vragen als: kunnen we als Sport & Bewegen-opleidingen een goed beeld geven van kwaliteit en inhoud? Leiden we op voor wat de markt vraagt?
TOPSPORTERS ONDERTEKENEN CONTRACT
Op woensdag 3 oktober ondertekenden een groep studenten met een geldige topsportstatus hun topsportcontract, samen met CvB-voorzitter Leonard Geluk. Deze toptalenten krijgen van ROC Midden Nederland faciliteiten en ondersteuning bij de combinatie van studie/sport. Gemiddeld studeren verspreid over de Colleges zo’n 35 tot 40 studenten /sporters met een geldige topsportstatus. Een aantal van hen komen van het Nationaal Topsportcentrum Waterpolo in Zeist. Daarnaast zijn er sportende studenten in de disciplines schaatsen, korfbal, worstelen, motorcross, tennis, hockey, voetbal, basketbal, handbal, sportklimmen, volleybal, atletiek en badminton
Bestuursverslag
103
104
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
TECH COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • DESIGN & ENGINEERING
Het Tech College biedt opleidingen aan in de volgende richtingen:
• ELEKTROTECHNIEK
• INSTALLATIE- EN KOUDETECHNIEK
• WERKTUIGBOUWKUNDE (in totaal 24 kwalificatiedossiers)
• Brede waardering voor kwaliteit van het onderwijs
Het Tech College onderscheidt zich door
• Stevige inbedding in het werkveld • Breed aanbod van vakopleidingen • Samenwerking met de branche
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten op het Tech College is het afgelopen bij met name de bbl-opleidingen (fors) gedaald. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 826 654
BOL 503 509
Totaal 1329 1163
Bestuursverslag
105
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 68,9% 2 64,0% 3 81,4% 4 77,1%
2010–2011 82,7% 63,3% 85,4% 75,2%
2011–2012 86,4% 67,1% 88,9% 71,4%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 70,4% 2 66,3% 3 65,7% 4 75,3%
2010–2011 85,1% 67,8% 72,0% 72,9%
2011–2012 88,3% 61,0% 68,4% 64,2%
De resultaten laten een lichte stijging zien, met uitzondering van die van de niveau 4-opleidingen. Graag toelichting hiervan.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 TEC 6,3 7,0 6,1 6,9 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Tech 54,3% 61,8% 44 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 De wereld van de techniek kenmerkt zich door snelle ontwikkelingen en innovaties in diensten, producten en productiemethoden. Het Tech College wil daar bij aansluiten door studenten zo actueel mogelijk op te leiden. MBOfuncties in techniek liggen steeds meer op de niveaus 3 en 4. Duurzaamheid, robotisering, maintenance en het perspectief van de gebruiker zijn dominante thema’s. Het portfolio van het Tech College speelt daar op in.
ONDERWIJSONTWIKKELING /AANBOD OPLEIDINGEN
Onze locatie Nieuwegein kreeg een modern Mechatronica-lab, met onderwijs voor bol- én bbl-leerlingen. Amersfoort verbeterde de praktijklokalen Metaal en Elektro. In Amersfoort start bol–4 start in 2012 met een gemeenschappelijk eerste jaar en kent projectonderwijs duurzame energietechniek in samenwerking met praktijkexperts. We werken internationaal samen aan onderwijs voor de International Service Technician. Bol 4-studenten volgden buitenlandse stages, o.a. in Finland en Portugal. Steeds meer leerlingen stromen vanuit niveau 2, bbl opleidingen door naar niveau 3. Het competentiegericht onderwijs Installatie- en Elektrotechniek stelt de beroepspraktijk van de cursist centraal. De geïntegreerde
106
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
trajecten voor nieuwe Nederlanders blijven populair, ook in tijden van bezuiniging. Ook stond 2012 in het teken van versterking van het Taal- en Rekenonderwijs, ter voorbereiding op landelijke examinering.
SAMENWERKING MET DE BRANCHE E/O EXTERNE PARTNERS
Het Tech College participeert actief in initiatieven om techniek op de kaart te zetten bij jongeren. Onderwijsvernieuwing geven we vorm in samenwerking met meerdere partners: • Met het OBM (Opleidingsbedrijf Metaal) bieden we de versnelde Topklas Vakmanschap 2–3 aan; • A&O Metalektro heeft ons aangewezen als kwartiermaker “Bedrijf en School, het nieuwe samenwerken”. • Met Dumebo DWS (branchevereniging voor specialistische aannemers voor metalen dak- en gevelsystemen) startten we de landelijke opleiding Gevelplaatbekleding. • We verzorgen de landelijke Bedrijfsschool voor Van Dorp Installaties, door Kenteq benoemd tot Beste Leerbedrijf 2012.
• We participeren actief in het CGO-project van Otib (Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatie Bedrijf), gericht op sterkere samenwerking en actualisering van onderwijs in de Installectro • Het partnerschap met het VakCollege Amersfoort versoepelt de doorstroom binnen de beroepskolom.
PERSONEEL
PERSPECTIEF 2013
De koers die we hebben uitgezet gaat zich bewijzen: We verwachten een groei van leerlingen, we zetten de innovatie en actualisering door, o.a. met een driejarige bol–4 opleiding Middenkader Engineering. En we haken verder aan op actuele regionale agenda vanuit het Techniekpact met de ambitie om in midden Nederland dé opleider MBO Techniek te zijn.
2012 is het jaar van één Tech College, Amersfoort én Nieuwegein, bol- en bbl-opleidingen met gemeenschappelijke studiedagen over o.m. leerlingbegeleiding en innovatie. De kwaliteit van onderwijs en begeleiding staan als vaste onderwerpen op de teamagenda. Veel aandacht ging dit jaar uit naar het verbeteren van de processen rond Instroom en Werkplekleren, ook in afstemming met de betrokken diensten.
NIEUWS
OPENING TECHLAB IN NIEUWEGEIN
Donderdag 8 november opende CvB-lid Kees Rutten het TechLab op het Tech College (locatie Harmonielaan, Nieuwegein), dat mede tot stand is gekomen dankzij de steun van Festo Nederland. Met de investeringen in een modern mechatronica-lokaal zette het Tech College een verdere stap in de profilering: beroepsonderwijs met een actueel programma in een daarbij passende omgeving. Festo heeft bijgedragen aan de ontwikkeling, inrichting en outillage van het TechLab. Daardoor is het o.m. mogelijk om nu ook Festogecertificeerde cursussen te geven.
SAMENWERKING TECH COLLEGE MET OPLEIDINGSBEDRIJF METAAL
Het Tech College en het Opleidingsbedrijf Metaal Midden Nederland gaan verder samenwerken. Het OBM MN werkt al nauw samen met het Tech College bij twaalf opleidingen in de metaal (bbl en bol, niveau 2 t/m 4). Resultaten van de samenwerking: het aantal mbo- leerlingen is in de afgelopen vijf jaar toegenomen van 10 naar 107 (!) (niveau 2 en 3). Leerlingen kunnen gedurende het hele jaar instromen, de uitval is teruggebracht tot 5% per jaar. Naast deze successen liggen er ook uitdagingen. Het Tech College en OBM gaan daarmee aan de slag door wijzigingen aan te brengen in de lesprogramma’s, meer en betere communicatie tussen bedrijven en onderwijsinstelling over de voortgang van leerlingen en aanpassing van de inhoud van het examen.
Bestuursverslag
107
MARCO BARNEVELD MBO-UITBLINKER 2012 Bij de verkiezing tot uitblinker heeft met name meegewogen dat Marco op bijzondere wijze zijn praktijk in de opleiding heeft ingevuld: hij deed het afgelopen jaar twee buitenlandse stages via zijn leerbedrijf Walraven BV te Mijdrecht, dat bevestigingssystemen voor de installatietechniek produceert. Marco werkte vorig jaar vijf maanden in de Tsjechische vestiging, dit voorjaar hielp hij zeven weken mee bij de opstart van Walraven bij Shanghai. Hij voerde daar niet alleen zelfstandig verschillende taken uit, onder zijn verantwoordelijkheid werden ook onderaannemers aangestuurd. Tijdens de stage hield hij zeer regelmatig contact met de opleiding en zijn opleidingsbedrijf Walraven. Bijzonder is dat Walraven vorig jaar ook werd uitgeroepen tot beste internationaal leerbedrijf. Docent Leo Schrier van het Tech College noemde Marco ‘een echte ambassadeur voor de techniek en onze opleiding’. Peter Verkerk, stagebegeleider van Walraven, vond dat Marco niet alleen gaat voor techniek, maar dat combineert met een zelfstandige manier van werken, met verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit in het vinden van oplossingen voor problemen.
108
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bestuursverslag
109
110
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
VEILIGHEID & DEFENSIE COLLEGE PROFIEL
Het College biedt opleidingen in de richtingen
PORTFOLIO • VEILIGHEID
• DEFENSIE (in totaal 13 kwalificatiedossiers)
Het Veiligheid & Defensie College onderscheidt zich o.m. door
• Breed aanbod opleidingen • Nieuwe kleinschalige eigen locatie
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten is het afgelopen jaar gestegen. Aantal studenten (absoluut) 1–10–2011 1–10–2012
BBL 460 512
BOL 386 386
Totaal 846 898
Bestuursverslag
111
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 2 65,8% 3 68,3%
2010–2011 73,2% 59,0%
2011–2012 61,6% 60,0%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 2 68,0% 3 61,1%
2010–2011 74,8% 51,3%
2011–2012 62,8% 57,1%
De daling in de rendementen op niveau 3 worden vooral veroorzaakt door startende opleidingen en opleidingen die zijn beëindigd. In het eerste geval worden er namelijk nog geen diploma’s behaald maar is er al wel uitval; als een opleiding stopt, drukt dat op het totaalrendement.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 VED 6,9 7,5 6,8 7,1 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * Opleiding School College aantal aanraden aanraden Veiligheid & 83,7% 87,8% 59 Defensie * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE Het Veiligheid & Defensie College zoekt steeds meer de verbinding met het bedrijfsleven. Defensie-medewerkers geven les op ons College; er is een goede intensieve samenwerking gezocht en gevonden met de gemeentes in de regio voor de opleiding HTV-P (Handhaver Toezicht en Veiligheid); het nieuwe bbl-curriculum Beveiliger wordt samen met de branche ontwikkeld en besproken. Deze lijn wordt steeds meer doorgezet: samenwerking, afstemming en overleg met alle partners van dit College. Op dit moment ligt het
112
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
accent op de de onderwijsontwikkeling van bbl- en bol–opleidingen. Naast standaardisatie zullen we in dat ontwikkelingsproces zoeken naar ict–toepassingen die aansluiten bij de doelgroep en de branche. Ook onderwijsgevenden moeten meegroeien in deze nieuwe didactiek. In dat kader zijn ontwikkeling van deskundigheid en competenties relevante begrippen voor ons eigen personeel.
NIEUWS
VEILIGHEID & DEFENSIE COLLEGE SPECTACULAIR GEOPEND
Woensdag 24 oktober openden minister van Veiligheid & Justitie Opstelten en Lt.-Generaal Wehren, plv. Commandant Strijdkrachten, de vernieuwde locatie van het Veiligheid & Defensie College in Nieuwegein. Voorafgaand aan deze opening verwelkomde Leonard Geluk, voorzitter College van Bestuur van ROC Midden Nederland, de 150 genodigden, waaronder burgemeester Backhuijs en wethouder Van de Berg van Nieuwegein, vertegenwoordigers van de krijgsmachtonderdelen, politie, beveiligingsorganisaties, kenniscentra, bedrijven betrokken bij de bouw en uiteraard medewerkers en studenten van ROC MN. Hij vertelde over de keuze voor de inrichting van twaalf kleinschalige en branchegerichte colleges. Minister Opstelten benadrukte in zijn speech het belang van de kwalitatief goede opleidingen van ROC MN voor de toekomst van de krijgsmacht, de politie en beveiliging. Luitenant-generaal Wehren vertelde over de langdurige relatie van de strijdkrachten met het Veiligheid & Defensie College en de noodzaak van goed opgeleid personeel. Het nieuwe gebouw van het college is ingrijpend aangepast en heeft een outdoorklimwand en hindernisbaan, nieuwe sportlokalen, een fitnessruimte en voldoende theorielokalen.
SAMENWERKING MET RESULTAAT
ROC Midden Nederland is één van de grootste opleiders van aankomend defensiepersoneel. Op dit moment volgen ongeveer 300 leerlingen een opleiding Veiligheid en Vakmanschap op niveau 2 en 3 aan het Veiligheid & Defensie College. Zowel de Landmacht, de Luchtmacht als de Marine maken voor het werven van nieuw personeel gebruik van deze opleidingen. Afdelingsmanager Ruud van Diemen is positief over de samenwerking met Defensie, waar vooral behoefte is aan vak(-technisch) personeel. Van Diemen ziet ook dat leerlingen met een vakdiploma worden ‘weggekaapt’ door het bedrijfsleven, nog voordat ze bij Defensie gaan werken. “Het bedrijfsleven wil graag mensen met een vakdiploma die uit het juiste hout zijn gesneden. We bieden een unieke combinatie aan met een opleiding met veel sport, militaire vakken en samenwerken.” Defensie is een prima tijdelijke werkgever. Tijdelijk, omdat de meeste militairen op niveau 2 en 3 na een aantal jaren weer vertrekken. Zij kunnen dan én goed opgeleid én met de nodige werkervaring terecht in het bedrijfsleven. Bij de opleiding ‘Veiligheid en Vakmanschap’ gaat het volgens Van Diemen vooral om dat laatste. “Vakmanschap geeft de meerwaarde aan het diploma. Als een student na de opleiding niet kiest voor een baan bij Defensie, dan heeft hij of zij wél een landelijk erkend mbovakdiploma in handen, én een voorsprong op andere sollicitanten omdat je gedisciplineerd bent in houding en gedrag.”
Bestuursverslag
113
114
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
WELZIJN COLLEGE PROFIEL
PORTFOLIO • ONDERWIJSASSISTENT
• PEDAGOGISCH WERK (KINDEROPVANG EN JEUGDZORG)
Het College biedt opleidingen in de volgende richtingen
• SOCIAAL-CULTUREEL WERK
• SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING (in totaal vijf kwalificatiedossiers)
Het Welzijn College onderscheidt zich o.m. door:
• Goede loopbaanbegeleiding • Persoonlijke aandacht voor de student • Ouderbetrokkenheid
AANTAL STUDENTEN Het aantal studenten blijft in grote lijnen gelijk, wel is er een verschuiving van bbl- naar bol-opleidingen. Aantal studenten (absoluut) BBL 1–10–2011 300 1–10–2012 183
BOL 1922 2024
Totaal 2222 2207
Bestuursverslag
115
RESULTAAT
Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten of met een diploma doorstromen. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten die in het verslagjaar de instelling verlaten. Diplomaresultaat niv. 2009–2010 3 79,5% 4 66,0%
2010–2011 75,1% 68,8%
2011–2012 73,9% 66,7%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 3 79,6% 4 63,4%
2010–2011 76,5% 66,5%
2011–2012 73,1% 64,4%
De jaar- en diplomaresultaten van onze opleidingen staan onder druk. Voor niveau 3 geldt dat het aantal studenten met problemen van diverse aard toeneemt. Voor niveau 4 geldt dat de opleidingen SCW en SMD een te laag jaar- en diplomarendement hebben. Deze opleidingen worden vaak gekozen door studenten die al eerder een mbo-opleiding hebben afgebroken en wat ouder zijn. Het afgelopen jaar hebben we sterk ingezet op verbetering van de intake en onze pedagogisch didactische aanpak.
WAARDERING Op 1 augustus 2011 zijn bij ROC Midden Nederland colleges van start gegaan. De rapportcijfers van de onderzoeken in 2009, 2010 en 2011 zijn omgerekend naar de collegestructuur. Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding? * 2009 2010 2011 2012 WEL 5,9 6,7 6,3 6,9 * 2009 en 2011 eigen onderzoek ROC MN, 2010 en 2012 landelijk onderzoek JOB monitor
Percentage gediplomeerde roc-verlaters 2010–2011 dat opleiding en school zou aanraden bij anderen * College Opleiding aanraden School aanraden aantal Welzijn 80,4% 72,3% 109 * Alumnionderzoek 2010–2011 ROC Midden Nederland
GLOBALE TRENDS COLLEGE 2012 Onze opleidingen zullen in de toekomst wijzigen. Er komen twee kwalificatiedossiers met als werktitels Pedagogisch Didactisch Werk en Sociaal Werk. Daarmee zullen onze studenten breder opgeleid worden. Dit is een gevolg van de landelijke ontwikkelingen in het MBO. Ook sluit het aan bij de ontwikkelingen in het werkveld, dat in toenemende mate behoefte heeft aan breder opgeleide professionals. Het Welzijn College kent een breed samengestelde werkveldcommissie. De opleidingen kennen daarnaast ook vormen van samenwerking met het werkveld Pedagogisch Werk maakt deel uit van een Samenwerkingsverband, waarin in vier roc’s en zo’n 45 organisaties op het gebied van Kinderopvang vertegenwoordigd zijn. (SOO) Het Welzijn College werkt op drie locaties: Utrecht, Zeist en Amersfoort. We hebben het afgelopen jaar aandacht besteed
116
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
aan verschillende college-brede activiteiten. Deze werden door onze medewerkers als positief ervaren. Het afgelopen jaar is een aanzienlijk aantal medewerkers begonnen met een masteropleiding. Dit vraagt veel van de betrokkenen. Tegelijkertijd zien we ook de vruchten van de verschillende professionaliseringstrajecten. In 2013 verwachten we een verdere terugval van het aantal bbl-studenten. Dit heeft alles te maken met de bezuinigingen in de kinderopvangbranche. We zullen aankomende studenten informeren over de teruglopende werkgelegenheid in de welzijnssector. Zij worden eventueel doorverwezen naar andere opleidingen. In 2013 zullen we onze curricula herontwerpen, met bijzondere aandacht voor de doorstroom naar het HBO. Veel studenten hebben immers de ambitie om een vervolgopleiding te doen.
NIEUWS
PRINSES MÁXIMA OP BEZOEK
Vrijdagochtend 10 februari bracht Prinses Máxima een werkbezoek aan ROC Midden Nederland, locatie Vondellaan, Utrecht. Ze woonde daar in het kader van haar erevoorzitterschap van de stichting ’Wijzer in Geldzaken’ een ‘LEF-les’ bij (LEF: Leven en Financiën) van de opleiding Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening. In deze opleiding wordt de nodige aandacht besteed aan het belang van adequate schuldhulpverlening in relatie tot het werk dat sociaal-maatschappelijk dienstverleners doen. In de les van docent (Wetgeving en financiën) Moerad el Ouariachi discussieerden studenten in groepen over geld, hun uitgavenpatroon en hun financieel profiel.
STAGIAIRES ORGANISEREN KERSTBENEFIET
Stagiaires van het Servicepunt Welzijn (schoolleerbedrijf) organiseerden een kerstbenefiet voor drie goede doelen met kerst, met een feestelijke afsluiting op 20 december. De laatste weken van het jaar is er geld ingezameld door studenten en werknemers van de locatie Vondellaan voor resp. de Stichting Leergeld, het Project Perspectief en Stichting Zwerfjongeren. De doelen werden gekozen omdat ze zich op dezelfde leeftijdsgroep richten als onze studenten.
Bestuursverslag
117
118
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
HOOFDSTUK 12 • BESTUURSVERSLAG
VAVO, PO EN BO
In dit hoofdstuk komen resp. het VAVO, Participatieopleidingen en Bedrijfsopleidingen van ROC Midden Nederland aan de orde. Van elk onderdeel is een aantal kerngegevens opgenomen (resultaat, aantallen deelnemers, externe waardering). Naast het profiel en het portfolio worden de relevante ontwikkelingen in 2012 beschreven, samen. Dit alles wordt geïllustreerd aan de hand van bijzondere nieuwsfeiten.
Bestuursverslag
119
120
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
VAVO LYCEUM PROFIEL
AANTALLEN DEELNEMERS
Aantal deelnemers (absoluut) VAVO Lyceum (peildatum 1 oktober betreffende schooljaar) 1–10 2010 1–10–2011 VO-VAVO 564 477 VAVO-regulier 741 588 Totaal 1305 1065
1–10–2012 552 595 1147
RESULTAAT / RENDEMENT
Certificaat rendement VAVO Lyceum 2009–2010 VO-VAVO 71% VAVO regulier 72% Totaal 72%
2010–2011 75% 75% 75%
2011–2012 80% 76% 78%
Het certificaatrendement geeft aan hoeveel % van het totaal aantal cursisten dat voor een certificaat is opgegaan, dat ook daadwerkelijk behaald heeft. NB: Het aantal certificaten is niet gelijk aan het aantal cursisten. Een cursist kan immers voor meer dan een certificaat zijn opggeaan. In 2012 is het rendement van het VAVO Lyceum verder gestegen. Verschil tussen Schoolexamen en Centraal examen VAVO Lyceum 2009–2010 2010–2011 Vmbo-t 0,42 0,45 Havo 0,19 0,06 Vwo 0,41 0,49
2011–2012 0,32 0,01 0,28
Norm: voldoende als voor de afgelopen 3 jaren het gemiddelde van het schoolexamen minder dan 0,5 punt hoger is dan het gemiddelde van het centraal examen.
Bestuursverslag
121
WAARDERING Rapportcijfer opleiding VAVO Lyceum * 2009–2010 Rapportcijfer cursisten 6,6 * bron: tevredenheidsonderzoek ROC MN onder cursisten VAVO Lyceum
GLOBALE TRENDS VAVO 2012 Het volledige jaarverslag van het VAVO Lyceum over 2012 is te vinden op de website van ROC Midden Nederland, zie http://www.rocmn.nl/jaarverslag. Het vavo van ROC Midden Nederland richt zich met een aantal trajecten specifiek op jongere deelnemers (16- en 17-jarigen). Voortijdig schoolverlaten kan hiermee worden voorkomen. Zo is op alle vavo-locaties van ROC Midden Nederland een havoschakelklas ingevoerd. Deze schakelklas is een goed instrument in de landelijke strijd tegen voortijdig schoolverlaten. Naast de vaste lesroosters is er aandacht voor structuur extra begeleiding. Leerlingen krijgen extra tijd voor vakken waarin ze achterstand hebben, krijgen huiswerkbegeleiding en leren organiseren en plannen. Hierdoor zijn ze vaak wel in staat het havo-diploma te behalen of stromen ze uit naar het mbo. De persoonlijke aandacht tijdens de intakeprocedure leidt tot het vermijden van verkeerde keuzes. Daarmee wordt het uitvalpercentage van het vavo laag gehouden. Sinds de invoering van de wet Samenwerking VO-BVE in 2006, krijgt het vavo veel leerlingen binnen (ca. 30%) die in het reguliere voortgezet onderwijs dreigen uit te vallen. Het gaat om leerlingen die om verschillende redenen een leerachterstand hebben opgelopen. Het vavo biedt deze leerlingen de mogelijkheid om alsnog hun vmbo-, havo- of vwo-opleiding met een diploma af te ronden. Voor vmbo-tl – leerlingen bestaat de mogelijkheid om in één jaar de havo te doen of door te stromen naar het mbo.
2010–2011 6,7
2011–2012 6,8
ONTWIKKELING VAN EEN ZORGSTRUCTUUR
We signaleren een toename van deelnemers die worden aangemeld voor het vavo na doorverwijzing vanuit het reguliere voortgezet onderwijs, Bureau Leerplicht of RMC. Ook Jeugdzorg en reclassering hebben het vavo ontdekt als mogelijkheid om alsnog een startkwalificatie te behalen. We constateren een toename van het aantal deelnemers met een meervoudige problematiek. Van docenten worden, naast het verzorgen van goed onderwijs, steeds meer zorgtaken gevraagd. Om aan deze vraag tegemoet te komen zijn de volgende maatregelen genomen: • Intakeprocedure met gesprekken en zo nodig screening; • Trajectbegeleiding: iedere deelnemer heeft een docent als trajectbegeleider, waarmee vorderingen en problemen worden doorgesproken; • Schoolfit, een digitaal leerlingvolgsysteem, is ingevoerd. Daarmee kan snel gecommuniceerd kan worden door alle betrokkenen. • Intern Zorgteam: regelmatig overleg binnen de afdeling met opleidingscoördinatoren en het StudieLoopbaan Centrum van ROC MN; • Doorverwijzing naar het Studie Loopbaan Centrum van ROC MN: als een trajectbegeleider dat nodig vindt, wordt een deelnemer verder begeleid door specialisten; • Zorg Advies Team: als daartoe aanleiding is, kan een deelnemer besproken worden door een speciaal adviesteam met externe relaties, waarna ook extern aan een hulpvraag voldaan kan worden. Op enkele locaties is een dergelijk team nog in oprichting. Het vavo heeft oog voor de ontwikkelingen op dit gebied, maar is geen zorginstelling.
122
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
NIEUWS
TESSA CLEMENT (VAVO LYCEUM) WINT DUITSE LITERATUURWEDSTRIJD Tessa Clement, cursiste 6 vwo van het VAVO Lyceum te Utrecht heeft in voorjaar 2012 de eerste prijs gewonnen in de Duitse Literatuurwedstrijd van de Deutsche Internationale Schule. Uit handen van de heer Rainer Manke van het Goethe Instituut mocht zij de prijs op 18 april in de internationale school in Den Haag in ontvangst nemen. Deze onderscheiding is bijzonder, omdat er niet minder dan 176 leerlingen van 20 scholen uit heel Nederland deelnamen aan de wedstrijd. De opdracht bestond uit een vertaling van een fragment van het nog niet verschenen boek van Clemens Meyer “Als wir träumten” en een vrije schrijfopdracht in het Nederlands naar aanleiding van het vertaalde fragment. Tessa mag deelnemen aan een “Jugendsprachkurs” van drie weken in Duitsland, waarbij ze de mogelijkheid heeft met jongeren uit de hele wereld een gevarieerd taal- en cultuurprogramma te volgen.
INEZ DE GRAAFF ONTVANGT KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING
Op 27 april heeft Inez de Graaff, collega bij het VAVO-Lyceum Amersfoort, een Koninklijke Onderscheiding ontvangen van burgemeester Bolsius. Inez is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege haar inzet voor het alfabetiseringswerk. Vorig jaar zat zij veertig jaar in het onderwijs waarvan vijfendertig jaar als docente NT–1 (Nederlands als eerste taal). Zowel beroepsmatig als privé zet Inez zich in voor het alfabetiseringswerk. Begin jaren zeventig richtte zij mede de Moedermavo Amersfoort op, nu het huidige VAVO-Lyceum en maakte de eerste cursus voor analfabeten voor de Volksuniversiteit van Amersfoort. Inez was oprichter van het Onderwijs Informatiepunt Amersfoort (1986). Inez verzorgt diverse voorlichtingsactiviteiten over laaggeletterdheid en schreef mee aan diverse hand- en werkboeken over dit onderwerp. Sinds 2008 is zij vrijwilliger voor het CINOP en lid van het Forum A tot Z.
Bestuursverslag
123
124
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
PARTICIPATIE OPLEIDINGEN PROFIEL
PORTFOLIO Het aanbod van Participatieopleidingen bestaat uit
• CURSUSSEN
• INBURGEREN
• GEÏNTEGREERDE TRAJECTEN
AANTAL DEELNEMERS Het aantal deelnemers is in vergelijking met voorgaande jaren verder afgenomen als gevolg van de afnemende vraag van gemeenten (door de bezuinigingen vanuit het Rijk). Aantal deelnemers (absoluut) 2010 2011 WEB 3987 2697 WI 2851 2651 Totaal 6838 5348
2012 1990 1726 3716
Bestuursverslag
125
RESULTAAT Rendement
Inburgeringsexamen Staatsexamen
2010 70% 62%
2011 70% 68%
2012 62% 53%
Daling van rendement kan als volgt worden verklaard: Om de afbouw WI (Wet Inburgering) te realiseren hebben wij de langzitters, die niet leerbaar waren, laten deelnemen aan het examen.
WAARDERING Meting Keurmerk Inburgering WI 2010 7,6 6,2
Rapportcijfer cursisten Rapportcijfer opdrachtgevers
2011 6,7 5,8
2012 8,0 6,9
(Bron cijfers 2012 : Tevredenheidsonderzoek ROC Midden Nederland 31 augustus 2012) De waardering voor het werk van Participatieopleidingen is (ondanks de turbulente omstandigheden) verder gegroeid.
GLOBALE TRENDS Het volledige jaarverslag van Participatieopleidingen over 2012 is te vinden op de website van ROC Midden Nederland, zie http://www.rocmn.nl/jaarverslag. Onderwijsontwikkeling /aanbod opleidingen /omgeving • We hebben afgelopen periode gestuurd op kortere intensieve en effectievere cursussen; dit heeft geleid tot een hoger rendement. • Vanaf 2013 worden er geen WI-cursussen (Wet Inburgering) meer bij ons ingekocht en richten we ons uitsluitend op WEB-contracten. Deze contracten richten zich op:
NIEUWS
WEEK VAN DE ALFABETISERING OP RTV
Ter gelegenheid van de Week van de Alfabetisering, was Loes Ypma, onderwijswethouder van de gemeente Woerden, aanwezig bij een les lezen en schrijven op ROC Midden Nederland, locatie Woerden. Zij sprak de cursisten toe en onderstreepte nog eens het belang van het kunnen lezen en schrijven. De Week van de Alfabetisering viel in 2013 vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen, een gegeven dat door verschillende maatschappelijke instanties werd aangegrepen om aandacht te vragen voor alfabetisering omdat zonder te kunnen lezen, vergelijken van verkiezingsprogramma’s vrijwel onmogelijk is. De Lokale Omroep Woerden maakte een nieuwsitem over dit bezoek.
126
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
1. 2. 3. 4.
Basis cursus Nederlands en rekenen Opleiding tot NT2 gericht op alfabetisering Opleiding tot Nederlands als tweede taal Opleiding tot Staatsexamen 1 of 2
Personeel Door de afbouw van de WI en de wijzigingen van de WEB (Wet Educatie Beroepsonderwijs) is er een personeel reductie gerealiseerd van 50% . Toelichting 2012/perspectief 2013 In 2013 bouwen wij WI geheel af en zullen we ons verder alleen richten op WEB. Hiervoor is een personeelsformatie begroot van ca. 24 WTF.
Bestuursverslag
127
128
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
BEDRIJFSOPLEIDINGEN PROFIEL
AANTALLEN DEELNEMERS Aantal deelnemers (absoluut) BBL 1–10–2011 918 1–10–2012 832
BOL 12 36
Totaal 930 868
De stijging van het aantal bol-deelnemers is het resultaat van deelnemers op niveau 1 die met behoud van uitkering stage en opleiding combineerden. De daling van het aantal bbldeelnemers is het gevolg van de turbulente arbeidsmarkt.
RESULTAAT Diplomaresultaat niv. 2009–2010 1 45,0% 2 80,0% 3 49,1% 4
2010–2011 80,0% 81,9% 36,0% 65,1%
2011–2012 57,6% 66,7% 81,1% 63,6%
Jaarresultaat niv. 2009–2010 1 63,3% 2 87,3% 3 48,0% 4
2010–2011 80,0% 83,3% 38,7% 65,2%
2011–2012 57,6% 66,9% 80,0% 58,3%
Als gevolg van de toenemende eisen op het gebied van taal en rekenen, stroomt een deel van de niveau’s 1 en 2 -studenten eerder uit. Een uitgebreide screening bij de start van opleidingstrajecten, eventueel aangevuld met extra les, voorkomt dit. Bij niveau 3-studenten zien we een ontwikkeling in stijgende lijn, ook hier als gevolg van betere monitoring van de instroom door afspraken met betrekking tot de relatie arbeidscontract-opleidingsduur.
Bestuursverslag
129
EXTERNE WAARDERING Op basis van de positieve uitslag van het in april 2011 uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek mag ROC MN voor de periode van twee jaar het predicaat ‘Cedeo-erkend’ voeren.
PORTFOLIO (GESELECTEERDE VOORBEELDEN) dossier Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent Assistent operator Assistent operator (Basisoperator) Logistiek medewerker Operator Verkoper Timmerman 2 Kok 2 Elektrotechnische industriële producten en systemen 2 Helpende Zorg & Welzijn Allround operator Commercieel medewerker 3
Niveau 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 3 3
dossier Verkoopspecialist Timmerman 3 Kok 3 Verzorgende-IG Commercieel medewerker 4 Logistiek supervisor Operator C Medewerker marketing en communicatie Kaderfunctionaris bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij Manager handel Installeren 4 Mbo-Verpleegkundige
Niveau 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4
GLOBALE TRENDS BEDRIJFSOPLEIDINGEN 2012 In 2012 kozen veel bedrijven en organisaties nog voor bekostigde opleidingsvarianten met het zicht op de verwachte invoering van de 30plusregeling en de op handen zijnde verhoging van de urennorm. Daarnaast ontstonden vernieuwende varianten van verkorte trajecten door deze vooraf te laten gaan door het concept ‘waarderen-valideren’. Een kwalitatieve slag in vormgeving van de bpv garandeert een steviger verweving van het leren op de werkplek. De toenemende eisen voor taal en rekenen zorgen voor meer vraag naar maatwerktrainingen. Dit werd o.a. zichtbaar in de non-profitsector. Ook de instroom van anderstaligen op diverse arbeidsterreinen vraagt om ondersteunend maatwerk.
130
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Qua personele inzet binnen Bedrijfsopleidingen is een kwaliteitsslag gemaakt in de samenwerking tussen docenten binnen klantgebonden opleidingstrajecten. Beschikbaarheid van docentbevoegdheden en regievoering op het onderwijstraject zijn volgens de vigerende regels ingevuld. Voor 2013 wordt een verdere verschuiving naar maatwerkcursussen en vakgerichte trainingen voorzien. Hierin kunnen individueler onderwijs met behulp van blended learning en modulaire varianten een baanbrekende rol spelen.
NIEUWS
BEDRIJFSOPLEIDINGEN START MODULE LEESCONSULENT
ROC Midden Nederland Bedrijfsopleidingen organiseert in opdracht van Kunst van Lezen en de Bibliotheek op School vanaf begin 2012 de MBO+ module Leesconsulent, welke bestaat uit zes lesdagen. De cursus is ontstaan vanuit de vraag naar gekwalificeerde Leesconsulenten op MB0+ niveau en tot stand gekomen vanuit de samenwerking tussen Kunst van Lezen en ROC Midden Nederland. De Leesconsulent is de vertegenwoordiger van de bibliotheek in de basisschool, ondersteunt het team, adviseert kinderen en is de spil rond leesbevordering en de boekencollectie in de school. De leesconsulent heeft grote affiniteit met onderwijs, leesbevordering en kinderen. De kennis en vaardigheden die de leesconsulent nodig heeft om deze taken uit te voeren zijn breed en divers. Daarom hebben we vanuit Kunst van Lezen in overleg met ROC Midden Nederland een instapniveau vastgesteld, dat gelijk is aan de kwalificatie die behaald wordt met de MBO+ cursus Jeugdbibliotheekwerk.
‘DOORBURGERAARS’ VIA VROUWENVAKSCHOOL AAN DE SLAG IN DE ZORG
ROC Midden Nederland en Capabel VVS (voorheen: vrouwenvakschool) starten vanaf 1 februari 2012 in verschillende steden zorg- en welzijnsopleidingen op mboniveau met een extra taalcomponent, speciaal voor oudinburgeraars. Zo vergroten deze zgn. ‘doorburgeraars’ hun kansen op de arbeidsmarkt verder, en wordt de krapte in de zorg tegengegaan. Vanaf 2006 is de Wet Inburgering van kracht: tienduizenden inwoners van Nederland maakten al gebruik van deze regeling om aan hun Nederlandse taalvaardigheid te werken. In de praktijk blijkt het inburgeringsdiploma echter niet altijd voldoende voor een goede start op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd ontstaan er tekorten in de zorg, die moeilijk op te lossen zijn. Capabel VVS springt in dit gat en biedt een vervolgstap. Doorburgeraars volgen een vakopleiding waar ze theorieles krijgen en stage lopen. Uniek is dat ze ook extra taallessen krijgen die specifiek zijn afgestemd op de sector. De eerste opleiding waarmee wordt gestart is Helpende Zorg en Welzijn. Dit omdat in de ouderenzorg veel werknemers nodig zijn en het een opleiding is die aansluit bij de interesse van veel migrantenvrouwen die nog niet participeren. ROC Midden Nederland en Capabel VVS (onderdeel van Capabel Onderwijs Groep) zijn een samenwerkingsverband aangegaan om deze opleiding te faciliteren. De opleiding start 1 februari 2012 in Den Haag, Deventer en Tilburg. Het aantal locaties zal verder uitgebreid worden.
Bestuursverslag
131
132
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland
Bestuursverslag
133
134
Jaarverslag 2012 • ROC Midden Nederland