BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Collegevoorstel Inleiding Dit collegevoorstel gaat in op regionale samenwerking binnen het district Meierij voor de nazorg ex-gedetineerden. Begin 2011 zijn de mogelijkheden hiervoor onderzocht, omdat: - samenwerking mogelijk kan leiden tot efficiencywinst en kwalitatief betere nazorg - het Rijk eenmalig middelen beschikbaar gesteld heeft voor de gemeentelijke coördinatie van nazorg en de regionalisering van nazorg. Een intergemeentelijke ambtelijke werkgroep, met beleidsmedewerkers Veiligheid en Welzijn uit het district Meierij, heeft enkele opties voor samenwerking uitgewerkt. In het portefeuillehoudersoverleg Maatschappelijke Zaken van 23 februari jl. bleek dat de voorkeur van de meeste gemeenten uitging naar uitwerking van de ‘lichte samenwerkingsvariant’. In dit collegevoorstel wordt deze variant nader uitgewerkt met het advies te kiezen voor deze vorm van samenwerking.
Feitelijke informatie Waarom hebben gemeenten een rol bij de nazorg van ex-gedetineerden? Hiervoor zijn verschillende redenen: - gemeenten hebben in het kader van de WMO een zorgplicht voor hun burgers. Nazorg biedt gemotiveerde ex-gedetineerden een kans op succesvolle re-integratie in de samenleving; - de recidive onder ex-gedetineerden is hoog (60% wordt binnen 4 jaar opnieuw veroordeeld). Met een goede nazorg kunnen gemeenten recidive terugdringen en daarmee hun burgers een veiligere omgeving bieden met minder overlast en criminaliteit; - in de samenwerkingsovereenkomst Nazorg hebben Justitie en VNG in 2009 de taken en ambities van Rijk en gemeenten voor nazorg vastgelegd. Nazorg is dus een gedeelde zorg. Wat? In het samenwerkingsmodel Nazorg is opgenomen wat de taken van Rijk en gemeenten voor nazorg zijn. De gemeente heeft als taak zich te richten op het op orde brengen van vijf basisvoorwaarden voor re-integratie in de samenleving, te weten: • een geldig identiteitsbewijs; • onderdak direct na detentie (minimaal maatschappelijke opvang); • inkomen uit werk of uitkering; • schuldhulpverlening; • zorg: vaststellen van de behoefte aan en bieden van zorg. De veronderstelling is dat wanneer deze zaken op orde zijn, de kans op recidive afneemt. Het merendeel van deze taken is overigens niet nieuw: gemeenten moesten bijvoorbeeld altijd al paspoorten en uitkeringen verstrekken. Nieuw is dat de gemeente de regie heeft op de uitvoering van de nazorg: zij coördineert de nazorg en benadert de ketenpartners voor de uitvoering van (onderdelen van) de nazorg. De omvang van het probleem Uit onderstaande tabel blijkt dat er in de periode 2007-2010 ca. 480 ex-gedetineerden van de Penitentiaire Inrichtingen (PI’s) zijn teruggekeerd naar het district Meierij.
1
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Tabel 1 Jaar Gemeente Boxtel Haaren Heusden Schijndel ’s-Hertogenbosch St. Michielsgestel St. Oedenrode Vught TOTAAL
2007
28 4 44 18 325 19 12 80 530
2008
42 4 42 27 347 20 9 29 520
2009
26 5 29 13 293 22 11 21 420
2010
33 5 50 18 309 12 8 24 459
Gemiddelde 2007-2010 32 5 41 19 318 18 10 39 482
% aandeel in gemiddelde uitstroom regio 6% 1% 9% 4% 66% 4% 2% 8% 100%
Naar de regio (excl. ’s-Hertogenbosch) stromen gemiddeld 164 mensen per jaar terug (482 -/318). Opvallend zijn de grote verschillen per gemeente. De meeste uitstroom binnen de regio (90%) vindt plaats naar ’s-Hertogenbosch (66%), Heusden (9%), Vught (8%) en Boxtel (6%). De meerderheid van de uitstroom binnen het district Meierij 1 is man (92%) en 27 jaar of ouder (66%). Een kwart van de uitstroom is 18 t/m 23 jaar. Bijna 50% zit korter dan 1 maand in detentie, een klein deel (10%) zit langer dan 1 jaar in detentie en de rest daar tussen in. Dit zijn officiële cijfers van het Rijk. Opvallend is dat de meeste regiogemeenten aangeven dat zij veel minder meldingen per jaar ontvangen. Dit doet vermoeden dat een deel van de gedetineerden ‘tussen wal en schip valt’ en dus niet voor een eventueel aanbod benaderd kan worden. Betrokkenen kunnen uiteraard te allen tijde een verzoek om hulp doen. De problemen van ex-gedetineerden Uit landelijke cijfers blijkt: • 20% heeft een probleem met het identiteitsbewijs • 40% beschikt direct na detentie niet over een inkomen • 30% heeft problemen op het gebied van huisvesting • 70% van de gedetineerden heeft schulden • 30% heeft voor detentie contact met een zorginstelling (verslavingszorg, psychiatrische zorg) • 40% heeft intensieve nazorg nodig, waarbij gemeente en zorgpartners intensief contact hebben met de ex-gedetineerde en vaak meerdere trajecten naast elkaar lopen. Deze gegevens zijn niet bijgehouden op gemeentelijk niveau. Om toch een beeld te krijgen van het aantal ex-gedetineerden met problemen op één of meer van deze leefgebieden binnen het district Meierij, zijn de landelijke percentages toegepast op de gemiddelde uitstroom binnen het district. Dit geeft het volgende beeld:
1
een deel van deze cijfers is gebaseerd op de uitstroom naar Boxtel, ’s-Hertogenbosch en Heusden (2009) omdat deze cijfers niet
beschikbaar waren voor gemeenten met een uitstroom kleiner dan 25 personen per jaar.
2
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Tabel 2 Gemiddeld aantal ex-gedetineerden met problemen, per gemeente, per jaar Gemeente Boxtel Haaren Heusden Schijndel ’s-Hertogenbosch St. Michielsgestel St. Oedenrode Vught TOTAAL
Gemidd. uitstroom ‘07-‘10 32 5 41 19 318 18 10 39 482
Geen IDbewijs (20%) 6 1 8 4 64 4 2 8 97
Geen inkomen (40%) 12 2 16 8 128 8 4 16 194
Probleem huisvesting (30%) 10 2 12 6 95 2 3 12 142
Schulden (70%) 22 4 28 14 223 10 7 28 338
Intensieve nazorg nodig (40%) 12 2 16 8 128 8 4 16 194
Hoe heeft de gemeente de nazorg momenteel geregeld? Op dit moment heeft de gemeente geen concreet aanbod met betrekking tot nazorg en worden alleen de basale zaken zoals geen identiteitsbewijs, verwijzingen in verband met een uitkering of huisvesting etc. op de reguliere wijze behandeld. Bureau Nazorg van de gemeente ‘s-Hertogenbosch Voor de nazorg wordt nog niet of nauwelijks (alleen urgente gevallen) samengewerkt met het Bureau Nazorg van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Dit Bureau is (fysiek) ondergebracht bij het Veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch en heeft de regie bij het terugdringen van recidive voor alle legale ex-gedetineerde burgers van 18 jaar en ouder uit ’s-Hertogenbosch. Het Bureau Nazorg werkt nauw samen met alle betrokken ketenpartners (politie, zorginstellingen, schuldhulpverlening etc.). Deze samenwerking vindt o.a. plaats in de casusoverleggen van het Veiligheidshuis: het casusoverleg Nazorg en het casusoverleg ISD (Inrichting Stelselmatige Daders). Hier worden veelal ex-gedetineerden met meervoudige problemen besproken en wordt een plan van aanpak opgesteld. Ook neemt Bureau Nazorg deel aan het Veelplegeroverleg en het Trajectberaad (voor jeugdige ex-gedetineerden) van het Veiligheidshuis, waarmee de verbindingen tussen de diverse overleggen van het Veiligheidshuis gelegd worden en tijdig op ontwikkelingen ingespeeld wordt. Taken van het Bureau Nazorg van de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn: • contact onderhouden met Penitentiaire Inrichtingen en ketenpartners over exgedetineerden die terugkeren naar ’s-Hertogenbosch en bepalen welke ex-gedetineerden nazorgtrajecten nodig hebben en wat deze nazorg inhoudt • coördineren en uitzetten van nazorgtrajecten voor ex-gedetineerden bij de ketenpartners; • inkopen van specifieke zorgtrajecten • volgen van ex-gedetineerden (o.a. ISD-ers) en administratieve afhandeling van dossiers • ontwikkelen van beleid nazorg ex-gedetineerden • registratie van managementinformatie Rijksgelden voor nazorg en regionalisering Het Rijk heeft incidenteel middelen beschikbaar gesteld om de gemeenten te stimuleren de coördinatie van de nazorg voor ex-gedetineerden op te pakken binnen regionale
3
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
samenwerkingsverbanden zoals de Veiligheidshuizen. Deze Rijksbijdrage is beschikbaar gesteld aan de centrumgemeente ’s-Hertogenbosch en bedraagt afgerond € 98.000 voor 2010 en voor 2011 (excl. Heusden dat in district Tilburg valt). Het Rijk zal waarschijnlijk vanaf 2012 geen middelen meer beschikbaar stellen voor de nazorg.
Afweging Voordelen van nazorg Zoals gezegd is er bij de zorg voor ex-gedetineerden nog nauwelijks sprake van samenwerking binnen het district Meierij. Indien gewenst kunnen de regiogemeenten voor een deel van de taken aansluiten bij het Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch. Dit heeft de volgende voordelen: -
regiogemeenten kunnen gebruik maken van de expertise en deskundigheid van het Bureau Nazorg (het BN heeft door haar hogere caseload meer ervaring);
-
regiogemeenten kunnen intensiever gebruik maken van de al bestaande structuren van het Bureau Nazorg, zoals het casusoverleg Nazorg én van koppeling van de nazorg aan het veelplegeroverleg van het Veiligheidshuis;
-
een kwalitatieve verbetering van de nazorg voor regiogemeenten die momenteel nog weinig intensief op nazorg inzetten;
-
voor de Penitentiaire Inrichtingen is het voordeel dat zij bij regionale samenwerking niet met acht gemeenten maar slechts met één partij (BN) afspraken hoeven te maken.
Modellen van regionalisering Er zijn verschillende modellen van regionalisering, waarbij de mate van samenwerking verschilt. Dit varieert van alleen een adviesfunctie door de centrumgemeente tot en met volledige inkoop van alle gemeentelijke nazorgtaken (zowel regie als bijv. verstrekking uitkering). Het portefeuillehoudersoverleg Maatschappelijke zaken heeft op 23 februari jl. een voorkeur uitgesproken voor een ‘lichte variant’ van samenwerking en verzocht deze variant verder uit te werken. Deze variant is hieronder beschreven. De ‘lichte’ variant In deze variant verzorgt het Bureau Nazorg van de gemeente ‘s-Hertogenbosch de eerste stappen van het werkproces, namelijk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
ontvangen van de melding van de Penitentiaire Inrichting (P.I.) dat een inwoner van de gemeente in hechtenis is gekomen coördinatie (verplichte) invulling gemeenteblad (registratiegegevens m.b.t. de persoon) naar aanleiding van deze melding binnen 5 dagen ontvangen melding / screeningsrapportage in het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) van de P.I. overleg met P.I. bij vragen (meestal telefonisch) tijdige advisering van regiogemeente over wel / niet ondernemen actie en aard van de actie en terugkoppelen informatie aan gemeente in overleg met contactpersoon regiogemeente (indien gewenst) agendering voor casusoverleggen Nazorg in het Veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch opstellen korte jaarrapportage (overzicht aantallen en verstrekte adviezen).
4
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Voorwaarde is dat iedere gemeente een eigen contactpersoon nazorg heeft, als aanspreekpunt voor Bureau Nazorg. In deze variant blijven de volgende taken bij de regiogemeenten: 1. 2.
3.
4. 4.
5.
invulling onderdelen gemeenteblad door contactpersoon contactpersoon regiogemeente is zelf verantwoordelijk voor leggen van contacten met Sociale Zaken, Burgerzaken én evt. lokale partners voor de gewenste nazorg op individueel niveau (indien van toepassing) bestuurlijke afspraken maken met ketenpartners over te bieden zorg, huisvesting, dagbesteding etc. en eventueel inkopen van specifieke trajecten (bijv. GRIP, Exodus) verstrekken van uitkering, ID-bewijs, voorschotten, doorbetaling huur tijdens detentie etc. deelname van de contactpersoon in het casusoverleg Nazorg én benaderen van ketenpartners voor deelname in casusoverleggen (indien deze niet aangesloten zijn bij het Veiligheidshuis) bij bespreking van cases uit de betreffende regiogemeente. volgen van de cliënt en administratieve afwikkeling (bijhouden dossiers, archivering).
Daarnaast is Bureau Nazorg / gemeente ’s-Hertogenbosch bereid om indien gewenst voorlichting / instructie te geven over: de invulling van het gemeenteblad, exacte afstemming van taken tussen Bureau Nazorg en de gemeentelijke contactpersonen, en de Bossche werkwijze van casemanagers Sociale Zaken bij intake in P.I. Voordelen van deze variant: - er is één aanspreekpunt voor de verschillende P.I.’s - de gemeenten krijgen alle instroom in beeld (momenteel vallen er vermoedelijk mensen tussen wal en schip) - de gemeenten krijgen deskundig advies van Bureau Nazorg over de te volgen aanpak en kunnen probleemgevallen inbrengen in de casusoverleggen - deze werkwijze is relatief snel in te voeren, omdat een groot deel van het werk bij de gemeenten blijft en hiervoor (als het goed is) al een structuur is.
Inzet van Middelen De kosten binnen het Bureau Nazorg van de gemeente ’s-Hertogenbosch van deze variant zijn begroot op ca. € 27.000 per jaar: -
coördinator: € 15.000 (164 cases per jaar x 1,5 uur = 246 uur) bijdrage aan administratief systeem en kosten projectleider Bureau Nazorg: € 12.000. evt. scholing/instructie voor casemanagers Sociale Zaken en gemeentelijke contactpersonen door afdeling AmSZ en Bureau Nazorg van ’s-Hertogenbosch: € 0
Deze inzet kan voor 2011 en 2012 volledig gefinancierd worden uit de Rijksbijdrage 2010 en 2011 die de betrokken gemeenten ontvangen.
5
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Het voorstel is deze werkwijze per 2011 in te voeren en begin 2012 te evalueren of en hoe deze werkwijze in de praktijk werkt. Als dit positief is en de gemeenten deze werkwijze willen voortzetten, dienen bij voorjaarnota 2012 structurele middelen vanaf 2013 gereserveerd te worden. De hoogte van de bijdrage per regiogemeente is dan afhankelijk van de mate van ondersteuning door Bureau Nazorg (voor een indicatie van de bedragen: zie tabel 3). Begin 2012 kan ook de conclusie zijn dat intensivering van de rol van Bureau Nazorg gewenst is (groeimodel) óf dat vanaf 2013 geen regionale rol meer voor Bureau Nazorg is weggelegd. Tabel 3 (Rijksbijdrage)
Gemeente
Uitstroom ‘08
Aandeel 2010 / 2011
Subsidie in €
Boxtel
42
8,8%
8.600
Haaren
4
0,8%
800
’s-Hertogenbosch
347
72,6
71.300
St. Michielsgestel
20
4,2%
4.100
9
1,9%
1.900
Schijndel
27
5,6%
5.500
Vught
29
6,1%
6.000
478
100%
98.200
St. Oedenrode
Subtotaal district ‘s-Hertogenbosch Heusden Totaal Meierij
42
+/+ 6.075 € 104.275
Alternatief Gemeenten kunnen ook besluiten geen gebruik te maken van de diensten van het Bureau Nazorg. Zij houden dan zelf alle onderdelen van de regie én uitvoering in eigen hand en doen alleen voor de bespreking van complexe gevallen (vaak mensen met een meervoudige problematiek) een beroep op het casusoverleg Nazorg van het Veiligheidshuis. In dit geval kan de incidentele Rijksbijdrage van 2011 teruggestort worden aan deze gemeenten, volgens de bovenstaande verdeelsleutel (gebaseerd op de Rijksbijdrage) 2
2
Het Rijk heeft voor de toekenning van de gelden 2010 en 2011 gebruik gemaakt van de uitstroomcijfers 2008 van de Dienst Justitieel
Inrichtingen.
6
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Risico’s Er zijn tot en met 2012 geen financiële consequenties aan dit voorstel verbonden. In het voorjaar van 2012 wordt geëvalueerd over de continuering van de inzet van het Bureau Nazorg van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Procedure De gemeente Heusden valt met betrekking tot de nazorg ex-gedetineerden onder centrumgemeente Tilburg. De vastgestelde Rijksbijdrage voor nazorg wordt door Tilburg aan Heusden ter beschikking gesteld. Wanneer u instemt met dit voorstel wordt deze bijdrage door ’s-Hertogenbosch aan Heusden gefactureerd.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
7
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
BESLUIT
Het college van Heusden heeft in de vergadering van 21 juni 2011;
besloten: -
voor 2011 en 2012 voor een aantal taken op het gebied van de nazorg voor exgedetineerden aan te sluiten bij het Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch (‘lichte variant’);
-
kennis te nemen van het feit dat de kosten hiervan volledig gedekt worden uit de Rijksmiddelen die het Rijk voor 2010/2011 aan de centrumgemeenten ’s-Hertogenbosch en Tilburg ter beschikking heeft gesteld;
-
op basis van een evaluatie begin 2012 te bezien of voortzetting van de samenwerking met Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch wenselijk is, danwel geïntensiveerd of gestopt moet worden.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
8
BVRC10 Onderwerp
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
9
Zaaknummer: Onderwerp:
BVRC10
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Samenvatting: Inleiding: Dit collegevoorstel gaat in op regionale samenwerking binnen het district Meierij voor de nazorg ex-gedetineerden. Begin 2011 zijn de mogelijkheden hiervoor onderzocht, omdat: - samenwerking mogelijk kan leiden tot efficiencywinst en kwalitatief betere nazorg - het Rijk eenmalig middelen beschikbaar gesteld heeft voor de gemeentelijke coördinatie van nazorg en de regionalisering van nazorg. Een intergemeentelijke ambtelijke werkgroep, met beleidsmedewerkers Veiligheid en Welzijn uit het district Meierij, heeft enkele opties voor samenwerking uitgewerkt. In het portefeuillehoudersoverleg Maatschappelijke Zaken van 23 februari jl. bleek dat de voorkeur van de meeste gemeenten uitging naar uitwerking van de ‘lichte samenwerkingsvariant’. In dit collegevoorstel wordt deze variant nader uitgewerkt met het advies te kiezen voor deze vorm van samenwerking.
Afweging Voordelen van nazorg Er is bij de zorg voor ex-gedetineerden nog nauwelijks sprake van samenwerking binnen het district Meierij. Indien gewenst kunnen de regiogemeenten voor een deel van de taken aansluiten bij het Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch. Dit heeft de volgende voordelen: - regiogemeenten kunnen gebruik maken van de expertise en deskundigheid van het Bureau Nazorg (het BN heeft door haar hogere caseload meer ervaring); -
regiogemeenten kunnen intensiever gebruik maken van de al bestaande structuren van het Bureau Nazorg, zoals het casusoverleg Nazorg én van koppeling van de nazorg aan het veelplegersoverleg van het Veiligheidshuis;
-
een kwalitatieve verbetering van de nazorg voor regiogemeenten die momenteel nog weinig intensief op nazorg inzetten;
voor de Penitentiaire Inrichtingen is het voordeel dat zij bij regionale samenwerking niet met acht gemeenten maar slechts met één partij (BN) afspraken hoeven te maken. Modellen van regionalisering Er zijn verschillende modellen van regionalisering, waarbij de mate van samenwerking verschilt. Dit varieert van alleen een adviesfunctie door de centrumgemeente tot en met volledige inkoop van alle gemeentelijke nazorgtaken (zowel regie als bijv. verstrekking uitkering). Het portefeuillehoudersoverleg Maatschappelijke zaken heeft op 23 februari jl. een voorkeur uitgesproken voor een ‘lichte variant’ van samenwerking en verzocht deze variant verder uit te werken. Deze variant is hieronder beschreven. De ‘lichte’ variant In deze variant verzorgt het Bureau Nazorg van de gemeente ‘s-Hertogenbosch de eerste stappen van het werkproces, namelijk: 1.
ontvangen van de melding van de Penitentiaire Inrichting (P.I.) dat een inwoner van de gemeente in hechtenis is gekomen
Zaaknummer: Onderwerp: 2. 3. 4. 5. 6. 7.
BVRC10
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
coördinatie (verplichte) invulling gemeenteblad (registratiegegevens m.b.t. de persoon) naar aanleiding van deze melding binnen 5 dagen ontvangen melding / screeningsrapportage in DPAN van de P.I. overleg met P.I. bij vragen (meestal telefonisch) tijdige advisering van regiogemeente over wel / niet ondernemen actie en aard van de actie en terugkoppelen informatie aan gemeente in overleg met contactpersoon regiogemeente (indien gewenst) agendering voor casusoverleggen Nazorg in het Veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch opstellen korte jaarrapportage (overzicht aantallen en verstrekte adviezen).
Voorwaarde is dat iedere gemeente een eigen contactpersoon nazorg heeft, als aanspreekpunt voor Bureau Nazorg. In deze variant blijven de volgende taken bij de regiogemeenten: 1. 2.
3.
4. 4.
5.
invulling onderdelen gemeenteblad door contactpersoon contactpersoon regiogemeente is zelf verantwoordelijk voor leggen van contacten met Sociale Zaken, Burgerzaken én evt. lokale partners voor de gewenste nazorg op individueel niveau (indien van toepassing) bestuurlijke afspraken maken met ketenpartners over te bieden zorg, huisvesting, dagbesteding etc. en eventueel inkopen van specifieke trajecten (bijv. GRIP, Exodus) verstrekken van uitkering, ID-bewijs, voorschotten, doorbetaling huur tijdens detentie etc. deelname van de contactpersoon in het casusoverleg Nazorg én benaderen van ketenpartners voor deelname in casusoverleggen (indien deze niet aangesloten zijn bij het Veiligheidshuis) bij bespreking van cases uit de betreffende regiogemeente. volgen van de cliënt en administratieve afwikkeling (bijhouden dossiers, archivering).
Daarnaast is Bureau Nazorg / gemeente ’s-Hertogenbosch bereid om indien gewenst voorlichting / instructie te geven over: de invulling van het gemeenteblad, exacte afstemming van taken tussen Bureau Nazorg en de gemeentelijke contactpersonen, en de Bossche werkwijze van casemanagers Sociale Zaken bij intake in P.I. Voordelen van deze variant: - er is één aanspreekpunt voor de verschillende P.I.’s - de gemeenten krijgen alle instroom in beeld (momenteel vallen er vermoedelijk mensen tussen wal en schip) - de gemeenten krijgen deskundig advies van Bureau Nazorg over de te volgen aanpak en kunnen probleemgevallen inbrengen in de casusoverleggen - deze werkwijze is relatief snel in te voeren, omdat een groot deel van het werk bij de gemeenten blijft en hiervoor (als het goed is) al een structuur is.
Zaaknummer: Onderwerp:
BVRC10
Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij
Advies: Voor 2011 en 2012 voor een aantal taken op het gebied van de nazorg voor ex-gedetineerden aan te sluiten bij het Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch (‘lichte variant’); Voor kennis aan te nemen dat de kosten hiervan volledig gedekt worden uit de Rijksmiddelen die het Rijk voor 2010/2011 aan centrumgemeente ’s-Hertogenbosch en Tilburg ter beschikking heeft gesteld; Op basis van een evaluatie begin 2012 te bezien of voortzetting van deze samenwerking met Bureau Nazorg ’s-Hertogenbosch wenselijk is, of juist geïntensiveerd of gestopt moet worden. De eventuele financiële gevolgen van deze keuze dienen bij voorjaarsnota 2012 voor de jaren vanaf 2013 meegenomen te worden.