Zaaknummer: AVGLvW33 Onderwerp
Verzoek om tegemoetkoming in schade ex artikel 6.1 Wro
Collegevoorstel Inleiding Op 19 april 2010 heeft de gemeente Heusden een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ontvangen van de heer A. Khaloukki en mevrouw N. Khaloukki – Dezzaz, Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen. Zij menen schade in de vorm van waardevermindering van hun eigendom te hebben geleden naar aanleiding van de vrijstelling ex artikel 19 WRO op basis waarvan de oprichting van een multifunctionele accommodatie en 42 woningen mogelijk zijn gemaakt op het perceel aan de Nassaulaan te Vlijmen.
Feitelijke informatie Deze aanvraag is voor advies voorgelegd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam (“SAOZ”). Op 5 oktober 2011 heeft SAOZ een conceptadvies uitgebracht. Aanvragers zijn gedurende vier weken in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen in te dienen maar hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Op 17 november 2011 heeft SAOZ een definitief advies uitgebracht.
Afweging Op de te beoordelen gronden vigeerden op het moment van het verlenen van de vrijstelling de bepalingen van het bestemmingsplan “1e partiële herziening Vliedberg-I-1985”. De te beoordelen gronden, gelegen direct ten oosten van de onroerende zaak van aanvragers, hadden in dit bestemmingsplan de bestemming ‘Bijzondere doeleinden’, met de aanduiding ‘II’. Bij besluit van 2 oktober 2008 heeft het college een vrijstelling ex artikel 19 WRO en een bouwvergunning verleend voor de oprichting van een zogenaamde multifunctionele accommodatie bestaande uit een brede school, een buurthuis, een gymzaal, zorgvoorzieningen en 42 appartementen, op het perceel aan de Nassaulaan te Vlijmen. Voorts zijn de ten zuiden gelegen gronden gewijzigd naar parkeervoorzieningen. De bouwvergunning is op of omstreeks 21 april 2009 onherroepelijk geworden. Voorgeschiedenis planvorming Reeds sinds 18 september 2001 wordt gesproken over de vestiging van een brede school in de Vliedberg. Bij besluit van 18 september 2001 heeft het college kennis genomen van de ‘rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden van een brede school in de Vliedberg’ en is besloten tot een verdere uitwerking van de onderzoeksresultaten. In vermelde rapportage wordt aangegeven dat er behoefte bestaat aan het realiseren van een brede school waarin de basisschool ’t Palet, Sphinx, Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk participeren. Tevens zouden diverse medegebruikers gebruik maken van de faciliteiten. In de rapportage wordt voorts aangegeven dat nieuw te ontwikkelen woningbouw eveneens onderdeel uit zal maken van de ontwikkeling. Vermeld rapport is in de openbare raadsvergadering van 30 oktober 2001 vastgesteld. Bij besluit van 10 februari 2004 heeft de gemeenteraad voorts besloten in te stemmen met de nadere visie op de Brede School in De Vliedberg.
1
Zaaknummer: AVGLvW33 Onderwerp
Verzoek om tegemoetkoming in schade ex artikel 6.1 Wro
Planologische vergelijking Ingevolge de bepalingen van het bestemmingsplan “1e partiële herziening Vliedberg-I-1985” mochten de te beoordelen gronden, gelegen ten oosten van de onroerende zaak van aanvragers, in planologische zin worden aangewend ten behoeven van diverse ruimtelijke functies, waaronder educatieve, sociale, culturele, religieuze en medische voorzieningen. Ten behoeven van deze functies mocht in planologische zin, deels op een afstand van circa 13 meter tot de perceelsgrens van aanvragers en deels op een afstand van 25 meter tot de perceelsgrens van aanvragers, een aaneengesloten gebouw worden opgericht met een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 9 meter. De ten zuiden gelegen gronden mochten worden aangewend ten behoeve van groenvoorzieningen en recreatieve voorzieningen. Thans is, ten oosten van het object van aanvragers, op een afstand van circa 15 meter tot de perceelsgrens van aanvragers een aaneengesloten gebouw opgericht met een maximale bouwhoogte van deels circa 4 meter en deels circa 10 meter. Dit gebouw wordt gebruikt voor diverse ruimtelijke functies zoals onderwijs, een buurthuis, een gymzaal, diverse zorgvoorzieningen en 42 appartementen. De ten zuiden van het object van aanvragers gelegen gronden hebben thans een verkeers- en parkeerfunctie. Vanwege de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO is het daardoor mogelijk gemaakte gebouw deels circa 1 meter hoger geworden en staat dit, met name ten zuidoosten van de woning van aanvragers, op enigszins kortere afstand tot de woning van aanvragers. SAOZ oordeelt dat het uitzicht van aanvragers op en over de gronden van het plangebied in geringe mate verdergaand is verslechterd, met name vanuit de voorzijde van de woning en in zuidoostelijke richting. Vanwege de verleende vrijstelling zijn de bebouwingsmogelijkheden op deze gronden in beperkte mate, met name ten zuidoosten van de woning van aanvragers, toegenomen, waardoor sprake is van een beperkte verdergaande verstening van de omgeving van de woning van aanvragers. SAOZ is van oordeel dat de situering van de woning van aanvragers vanwege de verleende vrijstelling in zeer beperkte mate verdergaand is verslechterd. In planologische zin dienden aanvragers reeds rekening te houden met een niet onaanzienlijke gebruiksdruk op hun woning en de daarbij behorende hinder en overlast. Naar het oordeel van SAOZ zal uitsluitend de verkeer/parkeerfunctie leiden tot een zeer beperkte toename van de gebruiksdruk op de woning van aanvragers, waardoor sprake zal zijn van een zeer beperkte toename van de hinder en overlast van aanvragers. De privacy van aanvragers werd reeds beïnvloed door de toegestane gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden ten behoeve van onder meer een verzorgingstehuis of een ziekenhuisfunctie. Vanwege de verleende vrijstelling is een reguliere woonfunctie toegestaan op deze gronden. SAOZ is van oordeel dat – rekening houdend met de reeds toegestane gebruiksmogelijkheden - hierdoor de privacy van aanvragers niet in relevante mate verdergaand is beïnvloed. SAOZ concludeert dat de planologische maatregel voor aanvragers heeft geleid tot een beperkt nadeliger positie waaruit op de voet van artikel 6.1 Wro voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgevloeid.
2
Zaaknummer: AVGLvW33 Onderwerp
Verzoek om tegemoetkoming in schade ex artikel 6.1 Wro
Risicoaanvaarding SAOZ heeft vastgesteld dat reeds vanaf 18 september 2001/30 oktober 2001 in voldoende mate concreet bekend was dat op deze gronden een brede school, met ondersteunende faciliteiten en met wooneenheden, zou worden gerealiseerd. Verwezen wordt naar de rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden voor een brede school in de Vliedberg die op 30 oktober 2001 in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden is vastgesteld. Het beleidsvoornemen om op deze locatie een brede school te realiseren is voorts in de raadsvergadering van 10 februari 2004 bevestigd. Aanvragers hebben de eigendom van de onroerende zaak verkregen op 2 juli 2004. De daartoe benodigde koopovereenkomst is gesloten op 19 mei 2004. Beide data zijn gelegen na de raadsvergaderingen van 30 oktober 2001 en 10 februari 2004. Volgens bestendige jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is er sprake van voorzienbaarheid indien ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die, van overheidswege, openbaar zijn gemaakt. Hierbij is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft. Op basis hiervan overweegt SAOZ dat aanvragers ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak hadden kunnen weten dat op de naastgelegen gronden een brede school met ondersteunende faciliteiten en wooneenheden planologisch mogelijk gemaakt zou worden. SAOZ is van oordeel dat aanvragers met de aankoop van hun woning actief het risico op een mogelijke waardevermindering hebben aanvaard, waardoor de waardevermindering van hun woning, onverminderd de vraag of deze het normaal maatschappelijk risico heeft overstegen, geheel voor rekening van aanvragers dient te blijven. SAOZ adviseert uw college dan ook de door de heer A. Khaloukki en mevrouw N. Khaloukki – Dezzaz ingediende aanvraag tot tegemoetkoming in planschade af te wijzen vanwege voorzienbaarheid en actieve risicoaanvaarding. Voor de volledigheid verwijs ik het college naar de inhoud van het bijgevoegde definitieve advies van SAOZ.
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid tot bezwaar en beroep.
Procedure Vervolgstappen Besluit kenbaar maken aan aanvragers.
Voorgenomen besluit
3
Zaaknummer: AVGLvW33 Onderwerp
Verzoek om tegemoetkoming in schade ex artikel 6.1 Wro
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 6 december 2011; gelet op: artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening; besloten: het door de heer A. Khaloukki en mevrouw N. Khaloukki – Dezzaz ingediende verzoek om tegemoetkoming in schade ex artikel 6.1 Wro ter zake van het object Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen, af te wijzen vanwege voorzienbaarheid en actieve risicoaanvaarding.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
4
SAOZ ADVISEUR
IN ONROERENDE
ZAKEN
INGEKOMEN
1 8 NOV 2011 Gemeente Heusden
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA VLlJMEN
Rotterdam, Opdracht: Adviseur: Telefoon: E-mail: Onderwerp:
17 november 2011 3133230 de heer drs. P.A.J.M. van Bragt 010-4693866
[email protected] definitief advies Jacob van RUijsdaelstraat19 te Vlijmen
Geacht college, Ter voldoening aan uw verzoek, gedaan bij uw brief van 28 maart 2011, met kenmerk 00202374, m behandeling bij mevrouw L. van Wingerden, zenden wij u het door ons samengestelde definitieve advies betreffende de aanvraag tot tegemoetkoming in planschade ex artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening inzake bovengenoemde kwestie. Wij hebben aanvrager eveneens een definitief advies gezonden.
Hoog achtend,
mr. drs. C.M.L. v Adjunct-directeu
Bijlagen: advies in tweevoud
STICHTING KRUISPLEIN
25 • 301<\
F 010 -4136768·
PlANSCHAOE
•
RISICOANALYSE
[email protected].
•
ADVIESBUREAU
DB ROTTERDAM
NAOEELCOMPENSATIE
• POST8US
WWW.SAOZ.NL.
•
TAXATIE
ONROERENDE 29196 ING
•
.3001
508019·
GRONOVERWERVING
ZAKEN GD ROTTERDAM BTW
• T 010 - 4693899
NL002767661BOl
•
ONTEIGENING
• KVK
•
41126679
MILlEUSCHAOE
•
GRONDBELEID
SAOZ AOVISEUR
IN ONROERENOE
ZAKEN
ADVIES betreffende de aanvraag tot tegemoetkoming in planschade als bedoeld in art. 6.1 Wro van de heer A. Khallouki en mevrouw N. Khallouki-Dezzaz, ter zake van het object Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen.
CONCLUSIE Wij adviseren het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden de door de heer A. Khallouki en mevrouw N. Khallouki-Dezzaz, ter zake van het object Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen ingediende aanvraag tot tegemoetkoming in planschade vanwege voorzienbaarheid en actieve risicoaanvaarding af te wijzen.
Opdracht: Datum: Adviseur: Referentie:
3133230 november 2011 drs. P.A.J.M. van Bragt 2011-01
STICHTING KRUISPLEIN
25 • 3014
F 010·4136768
PlANSCHAOE.
RISICOANALYSE
•
[email protected]
•
ADVIESBUREAU
DB ROTTERDAM
NADEELCOMPENSATIE
• POSTBUS
• WWW.SAOZ.NL
•
TAXATIE
ONROERENDE 29196 • ING
•
• 3001
508019
GRONOVERWERVING
ZAKEN GD ROTTERDAM
• 8TW
NL002767661
•
ONTEIGENING
• T 010·4693899 801
• KVK
•
41126679
MllIEUSCHADE
•
GRONDBELEIO
SAOZ ADVISEUR
IN ONROERENDE
ZAKEN
INHOUDSOPGAVE
1
2
INLEIDING
3
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
3 3 3 4
.4 5
PLANOLOGIE 2.1 2.2 2.2
3
Opdracht Procedure De aanvraag en de daarop gegeven toelichtingen Gebruikte informatie Toepasselijke procedureverordening Conceptadvies
Planologisch regime bestemmingsplan "1e partiele herziening Vliedberg-I1985" Planologisch regime vrijstelling ex artikel 19 WRO d.d. 2 oktober 2008 Voorgeschiedenis planvorming
AANVULLENDE 3.1
6
RELEVANTE GEGEVENS
6 7 9 11
Rechtsbetrekking
11
4
OVERWEGINGEN
MET BETREKKING TOT ARTIKEL 6.1 WRO
12
5
OVERWEGINGEN
VERGOEDBAARHEID
14
6
BEOORDELlNG 6.1 6.2 6.3 6.4
7
8
9
PLANOLOGIE
Grondslag beoordeling Gerechtigde-begrip Planologische vergelijking Uitkomst planologische vergelijking
16
~
16 16 16 19
OPNAMEVERSLAG
20
7.1
20
Beschrijving van de onroerende zaak en de directe omgeving
BEOORDELlNG VAN DE VERGOEDBAARHEID
21
8.1
21
Risicoaanvaarding
CONCLUSIE
23
SAOZ ADVISEUR
1
INLEIDING
1.1
Opdracht
IN
ONROERENDE
ZAKEN
Bij brief van 28 maart 2011 (verzonden 1 april 2011) heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken, hierna afgekort tot SAOZ, gevraagd tegemoetkoming
advies uit te brengen
inzake de aanvraag
tot
in de planschade van de heer A. Khallouki en mevrouw N. Khallouki-
Dezzaz, ter zake van het object Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen.
1.2
Procedure
De heer drs. P.A.J.M. van Bragt, medewerker van de SAOZ, heeft de in de onderhavige procedure
betrokken
partijen in de gelegenheid
gesteld een toelichting
te geven en
aanvullende informatie te verschaffen.
De mondelinge behandelingen hebben plaatsgevonden
Van
de
zijde
van
de
gemeente
is
een
op 21 september 2011.
toelichting
gegeven
door
mevrouw
mr. L. van Wingerden.
Oe heer A. Khallouki en mevrouw N. Khallouki-Dezzaz,
nader te noemen: "aanvragers",
hebben de aanvraag nader toegelicht.
Aansluitend
aan de mondelinge behandeling zijn de onroerende zaak en de omgeving
daarvan opgenomen.
1.3
De aanvraag en de daarop gegeven toelichtingen
Bij de gemeente Heusden is op 19 april 2010 een aanvraag tot tegemoetkoming
in de
planschade ingekomen.
Samengevat
wordt
waardevermindering d.d.
2 oktober
in
de
aanvraag
gesteld,
dat
schade
in
de
vorm
van
is geleden in verband met de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO
2008
op
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraal19
basis
waarvan
de
oprichting
van
een
multifunctionele
3 van 23
SAOZ ADVISEUR
accommodatie
en 42 woningen
IN DNROERENDE
ZAKEN
zijn mogelijk gemaakt op het perceel Nassaulaan
te
Vlijmen.
Van de zijde van de gemeente
is tijdens de mondelinge
behandeling
in hoofdzaak
informatie over de relevante oude en nieuwe planologie verstrekt.
Tijdens de mondelinge behandeling is zijdens aanvragers in hoofdzaak ingegaan op de inhoud van de aanvraag.
In aanvulling daarop hebben aanvragers
nader aangegeven
welke vormen van hinder en overlast zij ondervinden van de nieuwe woningen.
Van de zijde van de SAOZ is tijdens de mondelinge
behandeling
een uiteenzetting
gegeven over het stelsel en de toetsingscriteria van artikel 6.1 Wro.
Aangezien met het voorgaande de essentie wordt weergegeven van hetgeen door partijen tijdens de besprekingen verslag
van
de
naar voren is gebracht, merken wij het voorgaande aan als het
mondelinge
behandeling
zoals
dat
is
voorgeschreven
in
de
procedureverordening.
1.4
Gebruikte informatie
Ten behoeve van het opstellen van dit advies hebben wij de navolgende stukken gebruikt:
•
het aanvraagformulier;
•
stukken met betrekking tot de oude en nieuwe planologie (zie Hoofdstuk 2);
•
kadastrale informatie (bron: kadaster online).
1.5
Toepasselijke
procedureverordening
Oe gemeente Heusden beschikt ten tijde van het uitbrengen van onderhavig advies niet over een nieuwe procedureverordening oude planschaderegeling
ingevolge de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Oe
kan evenwel niet worden toegepast daar deze uitsluitend ziet op
planschadevergoedingsaanvragen
op grond van artikel49 WRO (oud).
Wij hebben derhalve aansluiting
gezocht bij de procedurebeschrijving
van het Besluit
ruimtelijke ordening, welke procedure wij, voor zover noodzakelijk hebben aangevuld door een analoge toepassing van de modelverordening
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
van de VNG.
4 van 23
SAOZ ADVISEUR
Deze verordening
schrijft vervolgens
IN DNROERENOE
ZAKEN
voor, dat het definitieve
advies -
waarin
de
zienswijzen van partijen en de reactie van de adviseur daarop zijn verwerkt - alleen aan het college van burgemeester
en wethouders
wordt uitgebracht. Van de zijde van de
adviseur wordt derhalve het definitieve advies niet naar de aanvrager en de eventuele belanghebbende ex artikel 6.4a Wro gezonden.
In overleg met de gemeente is evenwel besloten om het definitieve advies alsnog toe te zenden aan de betrokken partijen.
1.6
Conceptadvies
Op 5 oktober 2011 is een conceptadvies naar partijen gezonden. Gedurende 4 weken zijn partijen in de gelegenheid gesteld, een schriftelijke zienswijze te geven.
Van de zijde van de gemeente
is op 7 oktober 2011, onder het maken van enkele
redactionele opmerkingen, ingestemd met het advies. De redactionele opmerkingen zijn in het advies verwerkt.
Van de zijde van aanvrager is geen reactie ontvangen.
Evenmin is tijdig verzocht om
uitstel van de reactietermijn.
Wij hebben derhalve het advies ongewijzigd definitief vastgesteld.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
5 van 23
SAOZ ADVISEUR
2
PLANOLOGIE
2.1
Planologisch
IN ONROERENDE
regime bestemmingsplan
ZAKEN
"1e partiele
herziening
Vliedberg-I-
1985" "1e partlele herziening Vliedberg-I-1985"
Bestemmingsplan
Op de te beoordelen gronden vigeren de bepalingen van het bestemmingsplan herziening Vliedberg-I-1985"
zoals dat op 24 februari
vastgesteld
1986 door
en op
bestemmingsplan
15 juli
Gedeputeerde
"1e partiele
1986 door de gemeenteraad Staten
is goedgekeurd.
is Het
is nadien in werking getreden en onherroepelijk geworden.
De te beoordelen
gronden, gelegen
direct ten oosten van de onroerende
aanvragers, hebben in dit bestemmingsplan
zaak van
de bestemming "Bijzondere doeleinden", met
de aanduiding "11".
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
6 van 23
SAOZ ADVI5EUR
IN
ONROERENDE
ZAKEN
Op deze gronden, bedoeld voor overheidsinstellingen, religieuze en medische voorzieningen, bebouwingsvlakken, een
goothoogte
educatieve en/of sociale, culturele,
mogen, binnen de op de plankaart aangegeven
en ten dienste van de bestemming, gebouwen worden opgericht met van
bebouwingspercentage
6
meter
en
een
bouwhoogte
9
meter.
Het
maximaal
bedraagt 80.
Buiten de aangegeven bebouwingsvlakken
mogen tevens bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, worden opgericht, zoals erfafscheidingen
met een maximale hoogte van 2 meter
en overige bouwwerken met een hoogte van 3,5 meter.
Oe ten zuiden van de woning van aanvragers gelegen gronden hebben de bestemming "Groenvoorzieningen",
bedoeld voor openbare groenvoorzieningen,
en bij wonen horende
recreatieve voorzieningen.
2.2
Planologisch regime vrijstelling ex artikel19 WRO d.d. 2 oktober 2008
Bij besluit van 2 oktober 2008 hebben burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 19 vrijstelling verleend van de bepalingen van het bestemmingsplan herziening Vliedberg-I-1985" zogenaamde buurthuis, Nassaulaan
en bouwvergunning
multifunctionele
een gymzaal, te Vlijmen.
accommodatie
zorgvoorzieningen
"1 e partiele
verleend voor de oprichting
bestaande
uit een brede
en 42 appartementen,
Voorts zijn de ten zuiden gelegen
gronden
van een
school,
een
op het perceel gewijzigd
naar
parkeervoorzien ingen.
3133230 Jacob van RUijsdaelstraat 19
7 van 23
SAOZ AOVISEUR
De vrijstelling
en bouwvergunning
IN
ONROERENOE
ZAKEN
zijn op dezelfde
datum verzonden
en in werking
getreden.
Tegen de bouwvergunning
is geen bezwaar aangetekend
zodat deze op of omstreeks
21 april 2009 onherroepelijk is geworden.
Het thans mogelijk gemaakte gebouw heeft een getrapte bouwhoogte van circa 4 meter en circa 10 meter. Uitsluitend op de hoek Nassaulaan/Jan
Steenstraat
heeft het een
bouwhoogte van circa 13,5 meter.
t
1.
_ LL .. _ ..
c
I
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
8 van 23
SAOZ AOVISEUR
2.2
IN ONROERENDE
ZAKEN
Voorgeschiedenis planvorming
Op basis van de door de gemeente verstrekte informatie hebben wij geconstateerd
dat
reeds sinds 18 september 2001 wordt gesproken over de vestiging van een brede school in de Vliedberg. Bij besluit van 18 september 2001 hebben burgemeester en wethouders kennis genomen van de "rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden van een brede school
in de Vliedberg"
en is besloten
tot een verdere
uitwerking
van de
onderzoeksresultaten.
In de "rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden van een brede school in de Vliedberg" wordt aangegeven dat er behoefte bestaan aan het realiseren van een brede school, waarin de basisschool
't Palet, Sphinx, Kinderopvang
participeren.
diverse
Tevens
zouden
Thuiszorg/Consultatiebureau, faciliteiten.
Bureau
In de rapportage
wordt
medegebruikers, Jeugdzorg voorts
en
en Peuterspeelzaalwerk
zoals GGD
aangegeven
Allochtonen
gebruik dat
nieuw
maken
Platform, van
de
te ontwikkelen
woningbouw eveneens onderdeel uit zal maken van de ontwikkeling.
Ten aanzien van de locatie wordt in de rapportage opgemerkt dat de huidige locatie van de basisschool
't Palet geen belemmeringen
met zich meebrengt.
De locatie is voorts
weergegeven in bijlage 6 van de rapportage
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
9 van 23
SAOZ ADVISEUR
.
-
;t
I~ T
I
I
tli.
-
,
I
_1
--
1
r;':;;"":_'- --
~
•
I
~01
~rI-, J1~11-'~QDI ,,.--]-olF·Mm. "i J t..-o1 s: .
~rr-I
t
. '..
,
I~J I~
r
"',...i
----
-
/"
Z
_--
$
....
'1
...
~
ft~C
p;
I~ MtII
S~iJJ5
~
\/r
d
~
',~
...
vtJatsf1tl,AT
'-
1
,....-
---
..
,
L_~
I
~
...
...
>4 ..1;,
...
..
i!I
..
,~: ,
II .....
J
'~
,
..-
J:,..--=~
1
...........
'" ;' ...
1.:
..i
_L
-: ._
I
.__,
'"
, '
•
.......
-\,.-
, {ffINJ( sim
/
1_'
I~
\
.. - , ~ - -...... --~ -,1 » I
f1~
I
!
:_ly~
:J
"\
~l; "
I
, ""'_ ..J
ZAKEN
lU
.....
~~.;~
1 f,
IN ONROERENDE
41,69
:1
-' -
PAU,!5
"pm
--
lA.1
I
\
Ro&ultaat Ylf!1'I - t ondenoei: De grotB bet'eidheid tot samenwel1Ci1g VJm rtlOg&lijke partiei~nten e:n het dra~ak voor ee QnlW1'kke-llr19 V3n -de brede school fn de Vll!dbet9 vjiln de ~!lelijke hoo dgebrulkeJ'$ 91'1de mogetipre rnedegebruihefs ~n da ba5ls vOOtdu 00' _ 9 ViIll eenbrooe 5thcot op he vlak van RO 2i~ngeen belemrneriogen om Op de beoogde IOcabe rondorn 't Palet een brede lUloo1 t,o I'fjs!isemn Bemmm 1m %1" QP (llt momeot W411 aanwezig 'n - bHltmm 9$f.Ilao1a \1, wonlngbouw. Patticipatie \l'~n Woonvesteln hel prqJect is zeer wense:lik, Daarom za ,ir'l de ont" ..lkkellng \I'C1l"1 een n 'JW bestemmingspLm moger e wo.nirtg'bouwword .(1 opgeool1Wl. ~ bij1ageB, sitlJatiesc E.
Voornoemd rapport is in openbare raadsvergadering
van 30 oktober 2001 vastgesteld.
Bij besluit van 10 februari 2004 heeft de gemeenteraad voorts besloten in te stemmen met de nadere visie op de Brede School in De Vliedberg.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
10 van 23
SAOZ ADVISEUR
3
AANVULLENDE
3.1
Rechtsbetrekking
Oe aanvraag
IN DNROERENDE
ZAKEN
RELEVANTE GEGEVENS
heeft betrekking
op de onroerende
Vlijmen, sectie H, nummer 3974, plaatselijk
zaak, kadastraal
bekend, gemeente
bekend, Jacob van Ruijsdaelstraat
19 te
Vlijmen.
I
L 3999
4000
!)
,
~ ~
4001
,
I
~ ~
J
IrC;C
;0
~ . 3976 3975
7
3974
1-
j
1-
........ 11
15
~ :>
'9
" :;: ~
'" 3
-
rn
,
!":l
...
" s
J
1---
l:Il
'::::.
~ 1--
'"'" '"e el
Aanvragers zijn op 2 juli 2004 eigenaar geworden van de onroerende zaak. Oe daartoe benodigde koopovereenkomst
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
is gesloten op 19 mei 2004.
19
11 van 23
SAOZ ADVI5EUR
4
OVERWEGINGEN
IN ONROERENOE
ZAKEN
MET BETREKKING TOT ARTIKEL 6.1 WRO
Ingevolge artikel 6.1 Wro kennen burgemeester van een inkomensderving
en wethouders degene die in de vorm
of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak
schade lijdt of zal lijden als gevolg van een in het tweede genoemde
oorzaak,
redelijkerwijs
op aanvraag
een tegemoetkoming
lid van artikel 6.1 Wro
toe voor zover
de schade
niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de
tegemoetkoming
niet voldoende anderszins is verzekerd.
Op een aanvraag tot tegemoetkoming
in de planschade
kan pas ten gronde worden
beslist na het tijdstip waarop een maatregel als bedoeld in artikel 6.1 Wro onherroepelijk is geworden.
Bij gebreke van een dergelijke onherroepelijke
maatregel mist artikel 6.1
Wro toepassing. Ingevolge artikel 6.1 lid 4 Wro dient een aanvraag te worden ingediend binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van de oorzaak als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 6.1 Wro mist eveneens toepassing, indien een aanvrager op het tijdstip van het in werking treden van de in het geding zijnde maatregel niet in een rechtsbetrekking
stond
tot het beweerdelijk getroffen object.
Bij een inhoudelijke wijziging
beoordeling
van het planologisch
komt aan de orde de vraag of er sprake is van een regime. Zo dit het geval is, wordt beoordeeld
of de
aanvrager daardoor in een nadeliger positie is komen te verkeren, waardoor schade is of wordt geleden. Daarbij is wat betreft het oude planologische
regime niet de feitelijke
situatie van belang, doch hetgeen op grond van dat regime maximaal gerealiseerd,
ongeacht de vraag of verwezenlijking
Bij het bepalen van de maximale worden ontheffingsmogelijkheden zover
de beweerdelijk
mogelijkheden
daadwerkelijk
heeft plaatsgevonden.
van het oude planologische
ex artikel 3.6 Wro alleen meegenomen
schadeveroorzakende
kon worden
planologische
maatregel
regime
indien en voor in werking
is
getreden v66r 1 juli 2008.
Slechts wanneer
realisering
regime met aan zekerheid daarin aanleiding
van de maximale grenzende
worden gevonden
mogelijkheden
waarschijnlijkheid om te oordelen
van het planologische
kan worden uitgesloten,
dat van voormeld
kan
uitgangspunt
afgeweken moet worden. Dit betekent dat, hoezeer ook een situatie feitelijk ingrijpend
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
12 van 23
SAOZ ADVISEUR
IN ONROERENDE
gewijzigd kan zijn, zulks niet noodzakelijkerwijs
ZAKEN
met zich brengt dat vergelijking van de
planologische maatregelen leidt tot een planologisch nadeliger positie.
Indien wordt geconcludeerd
dat de wijziging van het planologisch regime leidt tot schade,
dient naar het tijdstip van het in werking treden van de in het geding zijnde planologische maatregel het schadebedrag te worden bepaald. Bij vermogensschade
is de hoogte van
het bedrag afhankelijk van een aantal factoren, waarvan de waarde van de onroerende zaak met inbegrip van de oude maximale planologische mogelijkheden v66r de mutatie er een is.
Ten
slotte
dient
te worden
vastgesteld
of het schadebedrag
voor
vergoeding
in
aanmerking komt.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
13 van 23
SAOZ ADVISEUR
5
IN ONROERENDE
ZAKEN
OVERWEGINGEN VERGOEDBAARHEID
Uit artikel 6.1 Wro vloeit rechtstreeks voort, dat van een tegemoetkoming
in planschade
alleen sprake kan zijn indien de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort
te blijven en voor zover de tegemoetkoming
verzekerd.
Er
zijn
met
betrekking
tot
dit
niet voldoende
onderwerp
vier
anderszins
deelonderwerpen
is te
onderscheiden:
•
passieve risicoaanvaarding;
•
actieve risicoaanvaarding;
•
anderszins verzekerd zijn van de schade;
•
normaal maatschappelijk
risico.
Passieve risicoaanvaarding Het beperken of wegnemen van bebouwings-
en/of gebruiksmogelijkheden
op gronden
van een aanvrager kan planschade tot gevolg hebben. Indien dit het geval is dient te worden bezien of de aanvrager gedurende langere tijd zijn mogelijkheden
onbenut heeft
gelaten, terwijl men op basis van daartoe afgegeven planologische signalen (bijvoorbeeld een structuurschets
of plan, een voldoende concreet geformuleerd voorbereidingsbesluit
of een ter inzage gelegd bestemmingsplan),
op de hoogte was of kon zijn van de
toekomstige nadelige ontwikkeling (het zogeheten "verwijtbaar stilzitten").
Actieve risicoaa nvaa rding Het is bestendige jurisprudentie
dat ten aanzien van de vergoedbaarheid
schade het aspect van risicoaanvaarding
van de geleden
ten tijde van aankoop van de onroerende zaak
een rol kan spelen. In algemene zin kan worden gesteld dat indien voor de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan (een reeks van) planologisch (toekomst)visie
op
gebruiksmogelijkheden dergelijke
besluiten
de
of een besluit ex artikel 19 WRO sprake is geweest van relevante
besluiten waaraan
uiteindelijke
planologische
een bestendige
lijn in de
bebouwings-
en/of
van de betreffende locatie kan worden ontleend (voorbeelden van zijn hiervoor
worden tegengeworpen
reeds gegeven),
voorzienbaarheid
in beginsel
kan
indien (een van) deze planologisch relevante besluiten ten tijde
van aankoop kenbaar waren.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
14 van 23
SAOZ ADVISEUR
Ten aanzien van risicoaanvaarding
IN ONROERENDE
ZAKEN
heeft overigens te gelden, dat niet is vereist dat de
plannen al volledig zijn uitgekristalliseerd:
het ten dezen aan te leggen criterium is of er
voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestaat om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie in ongunstige zin zou veranderen.
Anderszins verzekerd zijn van de schade Indien planschade
is ontstaan kan het voorkomen
dat deze schade al anderszins
is
vergoed of verzekerd. De opgetreden schade komt dan niet nogmaals voor vergoeding in aanmerking. Blijkens jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak State dient uit de casuistiek
van het geval naar objectieve
van de Raad van
maatstaven
te worden
vastgesteld of, en zo ja in hoeverre, de schade anderszins verzekerd is in de zin van artikel 6.1 Wro.
Normaal maatschappelijk Artikel6.2
risico
Wro, eerste lid bepaalt dat binnen het normale maatschappelijke
risico vallende
schade voor rekening van de aanvrager blijft. Blijkens het tweede lid van dit artikel blijft van schade in de vorm van een vermindering van de waarde van een onroerende zaak in ieder geval voor rekening van de aanvrager: een gedeelte gelijk aan twee procent van de waarde van de onroerende zaak onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, tenzij de vermindering het gevolg is van de bestemming van de tot de onroerende zaak behorende grond, of van op de onroerende zaak betrekking hebbende regels als bedoeld in artikel 3.1 Wro. Gelet op de totstandkomingsgeschiedenis
van artikel 6.2 Wro zien wij, mede
gelet op het ontbreken van jurisprudentie
op dit punt, vooralsnog geen aanleiding om te
veronderstellen,
risico op een hoger percentage dan twee zou
dat het maatschappelijk
moeten worden gesteld.
3133230 Jacob van Ruijsdaeistraat
19
15 van 23
SAOZ AOVISEUR
IN
6
BEOORDELlNG PLANOLOGIE
6.1
Grondslag beoordeling
ONROERENOE
ZAKEN
Gesteld wordt dat door de verleende vrijsteliing ex artikel 19 WRO d.d. 2 oktober 2008, het object van aanvragers in waarde is gedaald. De in het geding zijnde planologische maatregel is onherroepelijk en de aanvraag is binnen de in artikel 6.1 lid 4 Wro genoemde termijn ingediend, zodat ten gronde op de aanvraag kan worden beslist.
6.2
Gerechtigde-begrip
Aanvragers
stonden ten tijde van het in werking treden van de in het geding zijnde
planologische
maatregel in een zakenrechtelijke
rechtsbetrekking
tot het object, zodat
dienaangaande geen belemmering bestaat om de aanvraag inhoudelijk te beoordelen.
6.3
Planologische vergelijking
In casu dient een planologische vergelijking te worden gemaakt tussen het planologische regime
van het bestemmingsplan
"1e herziening
Vliedberg-I-1985"
enerzijds
en de
planologische situatie vanwege de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO d.d. 2 oktober 2008 anderzijds.
Ten aanzien hiervan hebben wij het volgende overwogen.
Ingevolge
de bepalingen
Vliedberg-I-1985"
van het bestemmingsplan
mogen
de te beoordelen
onroerende zaak van aanvragers,
"bestemmingsplan
gronden,
gelegen
"1 e herziening
ten oosten
van
de
in planologisch zin worden aangewend ten behoeve
van diverse ruimtelijke functies, waaronder educatieve, sociale, culturele, religieuze en medische voorzieningen. Ten behoeve van deze functies mag in planologische zin, deels op een afstand van circa 13 meter tot de perceelsgrens van aanvragers en deels op een afstand van 25 meter tot de perceelsgrens van aanvragers, een aaneengesloten gebouw worden
opgericht
met een
maximale
goothoogte
van 6 meter en een maximale
bouwhoogte van 9 meter. De ten zuiden gelegen gronden mochten worden aangewend ten behoeve van groenvoorzieningen
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
en recreatieve voorzieningen.
16 van 23
SAOZ ADVISEUR
IN
DNROERENDE
ZAKEN
Thans is, ten oosten van het object van aanvragers, op een afstand van circa 15 meter tot de perceelsgrens van aanvragers een aaneengesloten
gebouw opgericht met, voor zover
relevant voor de beoordeling van deze aanvraag, een maximale bouwhoogte van deels circa 4 meter en deels circa 10 meter. Dit gebouw wordt gebruikt voor diverse ruimtelijke functies, zoals onderwijs, 41 appartementen,
een buurthuis,
een gymzaal,
diverse zorgvoorzieningen
en
De ten zuiden van het object van aanvragers gelegen gronden hebben
thans een verkeers- en parkeerfunctie.
Op basis van het bovenstaande hebben wij overwogen dat het zicht van aanvragers op en over de te beoordelen planologische
gronden
mogelijkheid
reeds
tot oprichting
in belangrijke
mate werd
van een aaneengesloten
bepaald
door de
gebouw
met een
maximale bouwhoogte van 9 meter. Vanwege de verleende vrijsteliing ex artikel 19 WRO is het thans mogelijk gemaakte gebouw deels circa 1 meter hoger geworden, en staat deze, met name ten zuidoosten
van de woning van aanvragers,
op enigszins kortere
afstand tot de woning van aanvragers. Wij hebben ter zake overwogen dat het uitzicht van aanvragers op en over de gronden van het plangebied, rekening houdende met de reeds toegestane bebouwingsmogelijkheden,
in geringe mate verdergaand is verslechterd, met
name vanuit de voorzijde van de woning en in zuidoostelijke richting.
De aard en het karakter van de omgeving van de woning van aanvragers, en de ligging van de woning daarin, werd voorheen in planologische zin bepaald door de aanwezigheid van
een
gebouw
met
een
aanwendingsmogelijkheden,
bijzondere
voorzieningen
doeleindenfuncties,
met
de
en bebouwingsmogelijkheden,
de overige aanwendings- en bebouwingsmogelijkheden
bijbehorende alsmede door
in de onmiddeliijke omgeving. De
omgeving van de woning van aanvragers kon op basis hiervan worden getypeerd als een verstedelijkte
omgeving,
met dien verstande
aanvragers een groenvoorziening
dat ten zuiden
van
de woning
van
was gelegen.
Vanwege de verleende vrijsteliing ex artikel 19 WRO zijnde de bebouwingsmogelijkheden op deze gronden
in beperkte
mate, met name ten zuidoosten
van de woning van
aanvragers, toegenomen, waardoor sprake is van een beperkte verdergaande verstening van de omgeving van de woning van aanvragers. Tevens zijn de gronden ten zuiden van de woning van aanvragers thans verhard ten behoeve van onder meer parkeren.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
17 van 23
SAOZ ADVISEUR
IN
DNROERENOE
ZAKEN
Gegeven de situering van de woning van aanvragers ten opzichte van het plangebied, alsmede
rekening
houdende
bebouwingsmogelijkheden
met
de
voorheen
reeds
zijn wij van oordeel dat de situering
toegestane
van de woning van
aanvragers vanwege de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO in zeer beperkte mate verdergaand is verslechterd.
De
gebruiksmogelijkheden
planologische
van
zin bepaald
de
te
beoordelen
werden
voorheen
in
aanwendingsmogelijkheden,
welke
waren gerelateerd aan de bebouwingsmogelijkheden
en de overige voorzieningen.
Hierbij
kan
school,
worden
gedacht
verzorgingstehuis,
door de verschillende
gronden
aan
onder
meer
een
ziekenhuis
of
een
maar ook aan een combinatie van de toegestane educatieve, sociale,
culturele, religieuze en medische voorzieningen. van
een
aanvragers
konden
speelvoorzieningen.
onder
meer
De gronden ten zuiden van de woning
worden
Dit betekent in planologische
gebruikt
ten
zin dat aanvragers
behoeve
van
reeds rekening
dienden te houden met een niet onaanzienlijke gebruiksdruk op hun woning en de daarbij behorende hinder en overlast, zoals geluidhinder, lichthinder en verkeersbewegingen.
Vanwege de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO mogen deze gronden thans worden aangewend
ten behoeve van diverse functies, welke in beginsel in planologische
vergelijkbaar
zijn met de reeds toegestane
vigerende bestemmingsplan. van de woning
planologische
functies
zin
op basis van het
Daartegenover staat dat op de gronden gelegen ten oosten
van aanvragers,
een aanvullende
ruimtelijke
functie
is toegevoegd,
namelijk de functie wonen en op de gronden gelegen ten zuiden, de functie verkeer en parkeren is toegevoegd. Naar ons oordeel zal uitsluitend de verkeeriparkeerfunctie tot een zeer beperkte toename van de gebruiksdruk
leiden
op de woning van aanvragers,
waardoor sprake zal zijn van een zeer beperkte toename van de hinder en overlast van aanvragers.
De privacy van aanvragers werd, met name in de achtertuin reeds bemvloed door de toegestane
gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden,
verzorgingstehuis
of een ziekenhuisfunctie.
Vanwege de verleende vrijstelling ex artikel
19 WRO is thans een reguliere woonfunctie houdende
met de reeds toegestane
ten behoeve van onder meer een
toegestaan
op deze gronden.
gebruiksmogelijkheden
Rekening
zijn wij van oordeel dat
hierdoor de privacy van aanvragers niet in relevante mate verdergaand is beinvloed.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
18 van 23
SAOZ ADVISEUR
6.4
IN ONROERENDE
ZAKEN
Uitkomst planologische vergelijking
De planologische
maatregel heeft voor aanvragers geleid tot een zeer beperkt nadeliger
positie waaruit op de voet van artikel 6.1 Wro voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering en geconcludeerd
is voortgevloeid. Gelet op hetgeen wij hierna hebben overwogen
komen wij evenwel niet toe aan een waardering van de toerekenbare
waardevermindering.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraal19
19 van 23
'1, SAOZ
\" 7
OPNAMEVERSLAG
7.1
8eschrijving
ADVISEUR
IN ONROERENDE
ZAKEN
van de onroerende zaak en de directe omgeving
Het object van aanvragers
betreft een hoekwoning
c.a. met bijgebouw,
tuin, erf en
ondergrond, staande en gelegen aan de Jacob van Ruijsdaelstraat 19 te Vlijmen.
De indeling van de woning (ten tijde van de peildatum) is als volgt:
8egane grond Hal, toilet, woonkamer, dichte keuken. 1e Verdieping Overloop, drie slaapkamers, badkamer voorzien van bad en wastafel.
2e Verdieping Voorzolder, zolderkamer.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
20 van 23
SAOZ ADVISEUR
IN DNROERENDE
ZAKEN
8
BEOORDELlNG VAN DE VERGOEDBAARHEID
8.1
Risicoaanvaarding
Op basis van de beschikbare
informatie
hebben
wij vastgesteld
dat reeds
vanaf
18 september 2001/30 oktober 2001 in voldoende mate concreet bekend was dat op deze gronden een brede school, met ondersteunende
faciliteiten en met wooneenheden,
zou
worden gerealiseerd. Wij verwijzen hierbij naar de rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden openbare
voor een brede school in de Vliedberg
vergadering
beleidsvoornemen raadsvergadering
Aanvragers daartoe
van de raad van de gemeente
die op 30 oktober 2001 in de Heusden
is vastgesteld.
Het
om op deze locatie een brede school c.a. te realiseren is voorts in de van 10 februari 2004 bevestigd.
hebben de eigendom van de onroerende zaak verkregen op 2 juli 2004. De
benodigde
koopovereenkomst
gelegen na zowel de raadsvergadering
is gesloten
op 19 mei 2004. Beide data zijn
van 30 oktober 2001 als de raadsvergadering
van
10 februari 2004.
Zoals hiervoor reeds is aangegeven, Afdeling bestuursrechtspraak ten tijde van de aankoop handelend
is er, volgens bestendige jurisprudentie
van de
van de Raad van State sprake van voorzienbaarheid van de onroerende
koper aanleiding
bestond
zaak voor een redelijk
om rekening
te houden
indien
denkend
en
met de kans dat de
planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens zijn gemaakt.
Het is voorts voor de beoordeling
dergelijk beleidsvoornemen 2009,
200900755/1/H2
zekerheid
bestaat
die, van overheidswege,
openbaar
van dit aspect niet vereist dat een
een formele status heeft (zie onder meer ABRS 21 oktober
op www.raadvanstate.nl).
over de (reikwijdte)
Ten slotte
van de voorzienbare
is het niet nodig planologische
dat
wijziging
(ABRS 26 september 2001 inzake Crevecoeur en Van Nee - gemeente Westerveld en ABRS 2 januari 2002 inzake (gemeente Tilburg - Van Beurden c.s).
Op basis van het vorenstaande hebben wij dan ook overwogen dat aanvragers, ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak hadden kunnen weten dat op de naastgelegen gronden
een
brede
school
met
ondersteunende
faciliteiten
en
wooneenheden
planologisch mogelijk gemaakt zou worden.
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
21 van 23
SAOZ ADVI5EUR
IN ONROERENDE
ZAKEN
Wij zijn dan ook van oordeel dat aanvragers met de aankoop van hun woning actief het risico
op
een
mogelijke
waardevermindering maatschappelijk
waardevermindering
van hun woning,
hebben
onverminderd
aanvaard,
waardoor
de
de vraag of deze het normaal
risico heeft overstegen, geheel voor rekening van aanvragers dient te
blijven.
3133230 Jacob van RUijsdaelstraat 19
22 van 23
SAOZ ADVISEUR
9
IN
ONROERENDE
ZAKEN
CONCLUSIE
Wij adviseren het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden de door de heer A. Khallouki en mevrouw N. Khallouki-Dezzaz, Jacob van Ruijsdaelstraat
19 te Vlijmen ingediende
planschade vanwege voorzienbaarheid
ter zake van het object
aanvraag tot tegemoetkoming
en actieve risicoaanvaarding
in
af te wijzen.
Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken,
3133230 Jacob van Ruijsdaelstraat
19
23 van 23