Zaaknummer: OWZAD17 Onderwerp
Regionaal projectplan transitie Awbz
Collegevoorstel Inleiding De rijksoverheid is op basis van het regeerakkoord al een aantal jaren bezig om de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) terug te brengen tot haar oorspronkelijke kern: langdurige en onverzekerbare niet-geneeskundige zorg. Dit houdt in dat oneigenlijke functies van de Awbz worden overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten moeten gedecentraliseerde taken gaan uitvoeren en de gevolgen opvangen van taken die het rijk schrapt. Concreet gaat het over: 1. het decentraliseren van de functie Begeleiding voor mensen met matige of zware beperkingen zonder verblijfsindicatie (invoering per 2013/2014), inclusief vervoer en dagbesteding; 2. het decentraliseren van de functie Kortdurend verblijf (invoering per 2013/2014); 3. het opvangen van de gevolgen van het schrappen van zorg voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85 én een grondslag licht verstandelijk gehandicapt (invoering per 2013); 4. herijking cliëntondersteuning (2015) en; 5. het opvangen van de gevolgen van het doorzetten van het proces scheiden wonen en zorg (invoering vanaf 2014). Ten behoeve van de voorbereiding van de overname van deze rijkstaken is in het regionale samenwerkingsverband De Meierij een regionaal projectplan opgesteld. Het betreffende projectplan treft u bijgaand aan. Uw college wordt gevraagd om in te stemmen met het proces van beleidsvoorbereiding van deze transitie Awbz op basis van het Regionaal projectplan Transitie Awbz.
Feitelijke informatie In het projectplan wordt gekozen voor een beleidsintensieve voorbereiding, waarbij de taak extramurale begeleiding wordt benaderd volgens de visie van De Kanteling in de Wmo (eigen kracht en medeverantwoordelijkheid, oplossingsgericht handelen i.p.v. verzekerd recht, meer algemene voorzieningen). Een alternatieve benadering is dat gemeenten de taak extramurale begeleiding voorlopig één op één overnemen uit de Awbz. De beleidsvoorbereiding is dan minder intensief, maar de vormgeving van eigen beleid is dan minimaal. Gemeenten hebben slechts één jaar om zich voor te bereiden op nieuwe klanten en klanten voor wie de indicatie vanuit de Awbz afloopt. Echter, de gemeenten worden in 2013 meteen geconfronteerd met een forse bezuiniging op de extramurale begeleiding. Daarom is gekozen voor een meer intensieve aanpak waarbij de taak vanaf 2013 zo efficiënt mogelijk wordt georganiseerd. Daarnaast is het ook voor klanten duidelijker om de omslag in benadering meteen bij de overgang van Awbz naar Wmo te communiceren. Een gedegen analyse van de aard, omvang, herkomst en huidige mate van dienstverlening aan de nieuwe doelgroep is van groot belang. In fase 1 van het voorliggende projectplan (Inventarisatie en Analyse, pagina 12) wordt hier nader op ingegaan. De bestaande klantgegevens van het Zorgkantoor, het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ), het Centraal Administratie Kantoor (CAK) en van Bureau Jeugdzorg (BJZ) moeten worden geanalyseerd.
1
Zaaknummer: OWZAD17 Onderwerp
Regionaal projectplan transitie Awbz
Omdat de ontvangen gegevens van de verschillende organisaties behoorlijk van elkaar verschillen, wordt voorgesteld om Bureau HHM opdracht te geven om deze analyse voor de regio uit te voeren. De daartoe opgestelde offerte van HHM treft u eveneens bijgaand aan. De totale kosten (kosten op basis van de offerte en bijkomende kosten) bedragen € 16.469,60. Op basis van een overeengekomen verdeling naar inwoneraantal, komt een bedrag van € 2.204,16 voor rekening van de gemeente Heusden.
Afweging De voorbereiding en invoering van de nieuwe Wmo-taken zijn van een dusdanige aard en omvang dat een dergelijke klus niet door een gemeente in de orde van grootte van Heusden alleen kan worden opgepakt. Op basis van de bestaande samenwerkingsrelatie in de regio is er vooralsnog voor gekozen om hiervoor aan te sluiten bij de regio De Meierij. Ondertussen wordt de mogelijkheid tot toekomstige samenwerking op dit gebied in de richting van Midden-Langstraat ook niet uit het oog verloren.
Inzet van Middelen dekking Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van € 47,6 miljoen en in 2013 een bedrag van € 32,0 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de Awbz. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25%) en via een bedrag per inwoner (75%). Voor Heusden komt deze toevoeging neer op € 120.000,-- in 2012 en € 80.000,-- in 2013. In de 2e berap 2011 is hiervan melding gemaakt. Dit budget is in de begroting 2012 als stelpost opgenomen. Voorgesteld wordt om de kosten van de inhuur van HHM ad. € 2.204,16 ten laste te brengen van de stelpost voor het implementatietraject.
personele consequenties Voor zover dit is in te schatten is hiermee rekening gehouden in de betreffende teamplannen. Daar waar meer ambtelijke of externe capaciteit is benodigd kan door uw college gebruik worden gemaakt van de genoemde implementatiebudgetten.
Risico's De kamerbehandeling van de wetswijziging die noodzakelijk is voor de geschetste transitie Awbz moet nog plaatsvinden. De invoeringsdatum is afhankelijk van het verloop van de kamerbehandeling. Er zal geen sprake zijn van afstel, maar uitstel behoort wel tot de mogelijkheden.
2
Zaaknummer: OWZAD17 Onderwerp
Regionaal projectplan transitie Awbz
Procedure Het regionaal projectplan Transitie Awbz voorziet in het vóór de zomervakantie voorleggen van een keuzenota aan uw college. Deze kan vervolgens ter besluitvorming worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
3
Zaaknummer: OWZAD17 Onderwerp
Regionaal projectplan transitie Awbz
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 24 januari 2012;
besloten:
1. in te stemmen met de inhoud en het proces van de beleidsvoorbereiding van de transitie Awbz volgens het Regionaal projectplan Transitie Awbz (bijlage 1); 2. in te stemmen met de offerte van Bureau HHM voor een ‘analyserapportage decentralisatie begeleiding’ per gemeente voor de regio Meierij (bijlage 2, exclusief optie transitie jeugdzorg); 3. in te stemmen met een regionale verdeling van de kosten van deze offerte, in totaal € 16.469,60, op basis van inwoneraantal; 4. de voor rekening van de gemeente Heusden komende kosten ad € 2.204,16 ten laste te brengen van de in de begroting 2012 opgenomen stelpost van € 120.000,--.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
4
REGIONAAL PROJECTPLAN
ALGEMEEN Datum
24 november 2011
Versienummer
2
Steller
Regionale projectgroep Transitie AWBZ
Naam programma
Transitie AWBZ
Naam project
Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ inclusief vervoer dagbesteding PoHo MZ
Opdrachtgever
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
1
INHOUDSOPGAVE
Aanleiding
3
Programma Transitie AWBZ
4
Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
5
Ambitie, doelstellingen en resultaten
8
Doelgroep
9
Speelveld
10
Aanpak en planning
12
Risico’s
19
Projectorganisatie
20
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
2
AANLEIDING
De aanspraken op grond van de Algemene wet bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) zijn tussen 1999 en 2011 fors gegroeid. Dit komt vooral door de vergrijzing en de technologische vooruitgang. Maar ook door een ruimer indicatiebeleid en een toename van het aantal persoonsgebonden budgetten. De zorg op grond van de AWBZ kost in 2011 € 23,7 miljard, een stijging van ruim 75% ten opzichte van 1999. Om de kostenstijgingen in de AWBZ te beperken heeft het Rijk de afgelopen jaren forse maatregelen genomen. Het Rijk zoekt naar manieren om de AWBZ efficiënter uit te voeren. Maar de belangrijkste maatregelen zitten in het terugbrengen van de AWBZ tot haar oorspronkelijke kern: langdurige en onverzekerbare niet-geneeskundige zorg. Dit houdt in dat oneigenlijke functies van de AWBZ worden ondergebracht van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo). Gemeenten moeten gedecentraliseerde taken gaan uitvoeren of de gevolgen opvangen van taken die het rijk schrapt. Concreet gaat het over (zie bijlage 1): 1. het decentraliseren van de functie Begeleiding voor mensen met matige of zware beperkingen zonder verblijfsindicatie (invoering per 2013/2014) inclusief vervoer dagbesteding; 2. het decentraliseren van de functie Kortdurend verblijf (invoering per 2013/2014); 3. het opvangen van de gevolgen van het schrappen van zorg voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85 én een grondslag licht verstandelijk gehandicapt (invoering per 2013); 4. herijking cliëntondersteuning (2015) en; 5. het opvangen van de gevolgen van het doorzetten van het proces scheiden wonen en zorg (invoering vanaf 2014).
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
3
PROGRAMMA TRANSITIE AWBZ
Acht gemeenten in de Meierij werken intensief en pragmatisch samen op het dossier Transitie AWBZ. Het gaat om de gemeenten Boxtel, Haaren, Heusden, 's-Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, Schijndel, Sint-Oedenrode en Vught. Om de gevolgen van de ingrepen in de AWBZ voor gemeenten goed te volgen en te coördineren zijn de gemeenten gestart met twee projecten: • Project 1: Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ inclusief vervoer dagbesteding. • Project 2: Decentralisatie kortdurend verblijf AWBZ. Nog nadere standpunten over samenwerking moeten genomen worden over de onderwerpen: • Project 3: IQ-maatregel. • Project 4: Herijking cliëntondersteuning. • Project 5: Scheiden wonen en zorg. • Project 6: Convenant gemeente – zorgkantoor/zorgverzekeraar. Deze onderwerpen zijn (vooralsnog) niet opgenomen in dit projectplan. Project 1 is het meest omvangrijk en heeft de hoogste prioriteit. Voor dit project is naar verhouding de meeste informatie vanuit het Rijk beschikbaar. Daarom is er nu al een projectplan. Het projectplan zal tussentijds nog moeten worden aangepast aan nieuwe informatie van het Rijk. Het is dan ook een momentopname (november 2011). Projectgroep Transitie AWBZ Een regionale projectgroep Transitie AWBZ volgt de ontwikkelingen rond de Transitie AWBZ en bereidt de transitie in de acht gemeenten gezamenlijk voor. De projectgroep komt driewekelijks bijeen en bestaat uit de projectleiders Transitie AWBZ van de betrokken gemeenten. Om de regionale samenhang te borgen met de voorbereiding op de Wet werken naar vermogen (Wwnv) en de Transitie jeugdzorg wordt een voorstel voor regionale samenwerking voorbereid door de verantwoordelijke afdelingshoofden.(vaststelling PoHo MZ op 14 december 2011). Daarnaast is er binnen elke gemeente een lokale afstemmingsstructuur. Leeswijzer Dit projectplan zet zo goed mogelijk op een rij wat er moet gebeuren om de decentralisatie van extramurale begeleiding van de AWBZ naar de Wmo in de acht gemeenten tot een succes te maken. Omdat er nog veel onzeker is, moet dit projectplan worden gezien als een dynamisch document. Het plan zal steeds worden aangepast wanneer de ontwikkelingen daar aanleiding toe geven.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
4
DECENTRALISATIE EXTRAMURALE BEGELEIDING AWBZ
Dit projectplan gaat over de decentralisatie van de extramurale begeleiding AWBZ inclusief vervoer (project 1). Het kabinet schrapt de extramurale begeleiding uit de AWBZ en brengt deze onder in de Wmo. Hierdoor worden gemeenten verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep met matige tot zware beperkingen. De decentralisatie past in een ontwikkeling waarbij de gemeenten een steeds grotere rol krijgen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie van burgers. Het past ook bij de visie van het kabinet dat zorg en maatschappelijke ondersteuning zo dicht mogelijk bij de burgers georganiseerd moeten worden. Compensatieplicht De decentralisatie van de extramurale begeleiding naar de Wmo betekent dat er niet langer sprake is van verzekerde rechten voor burgers, maar van een compensatieplicht voor gemeenten. Artikel 4 van de Wmo beschrijft de compensatieplicht. Het eerste lid van dit artikel wordt uitgebreid met de plicht voor gemeenten om voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning te bieden die mensen met beperkingen in staat stellen dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijke leven te structuren en daarover regie te voeren. Het instrument om dit resultaat te bereiken kan begeleiding zijn. Het gaat dan om individuele begeleiding en groepsbegeleiding (dagbesteding) inclusief het vervoer daar naar toe. Begeleiding wordt ingezet om te voorzien in vijf soorten ondersteuningsbehoeften: • het verkrijgen en behouden van de regie over het eigen leven (plannen, organiseren, overzicht houden); • het praktisch ondersteunen; • het ontlasten van mantelzorgers; • het verrichten van activiteiten ter vervanging van (kinder)opvang, school en arbeid en; • het voorkómen van erger (preventie en vroegsignalering). Vanzelfsprekend zijn rond het compensatiebeginsel (artikel 4 Wmo) i.c. het keukentafelgesprek ook andere oplossingsmogelijkheden. Wetgevingstraject en voorbereidingstijd Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2013 verantwoordelijk voor inwoners die voor het eerst begeleiding nodig hebben, die extra begeleiding nodig hebben en bij wie de indicatie afloopt in 2013. Vanaf 1 januari 2014 is de gemeente verantwoordelijk voor alle burgers die begeleiding nodig hebben. Het uitgangspunt is dat gemeenten minimaal een jaar voorbereidingstijd krijgen tussen de afronding van het wetgevingstraject en het moment waarop de gewijzigde Wmo in werking treedt. Dit houdt in dat de wetswijziging voor 1 januari 2012 gereed moet zijn. Financiën Voor de invoering van de nieuwe taak krijgen de gemeenten een transitiebudget. Per gemeente is dit in de meest recente septembercirculaire als volgt opgenomen:
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
5
Gemeente Boxtel Haaren Heusden Sint-Michielsgestel 's-Hertogenbosch Schijndel Sint-Oedenrode Vught
Bedrag 2012 € 93.103 58.626 120.000 88.387 328.000 77.593 66.466 84.000
Bedrag 2013 € 63.050 38.759 80.000 59.375 221.000 52.119 44.639 56.000
Het is nog niet duidelijk hoe groot het bedrag is dat gemeenten vanaf 2013 ontvangen voor de daadwerkelijke uitvoering van de begeleiding. Richtlijn is het bedrag dat in 2010 door de AWBZ hieraan is uitgegeven minus een decentralisatiekorting van 5%. Overigens wordt er vanuit dat de korting in de praktijk hoger zal uitpakken, omdat bijvoorbeeld geen rekening is gehouden met onder meer de effecten van de landelijke Pgb-maatregel en de effecten van het scheiden van wonen en zorg voor de vraag naar maatschappelijke ondersteuning bij gemeenten. Ook de verdeling van het bedrag over de gemeenten en de ontwikkeling daarvan is vooralsnog onduidelijk. Voor de uitvoering van de gedecentraliseerde taken krijgen gemeenten een uitvoeringsbudget. Over de hoogte hiervan is nog niets bekend, omdat eerst landelijke onderzoeken moeten worden afgerond. Omvang extramurale begeleiding AWBZ Er is nu nog geen volledig en eenduidig cijfermateriaal beschikbaar over de huidige omvang van de extramurale begeleiding. In de huidige praktijk zijn er twee indicatieorganen: het Centrum Indicatiestelling Zorg (alle indicaties behalve jeugd GGz) en Bureau Jeugdzorg (jeugd GGz). Van het CIZ (peildatum 1 januari 2011) zijn de volgende gegevens over indicaties voor extramurale individuele en begeleiding groep beschikbaar. Gemeente
Totaal aantal indicaties
Aantal indicaties individuele begeleiding Boxtel 385 290 Haaren 130 100 Heusden 430 300 Sint-Michielsgestel 280 205 's-Hertogenbosch 1.667 1.298 Schijndel 285 230 Sint-Oedenrode 195 150 Vught 335 245 Totaal 3.707 2.818 (procesopmerking: de recente gegevens van CIZ
Gemiddeld aantal uur per week
Aantal Gemiddeld indicaties aantal uur begeleiding per week groep 3.3 185 4.7 6.1 60 4.6 3.9 215 4.3 4.8 130 4.2 3.7 732 4.7 4.2 125 4.3 5.3 90 4.7 4.2 160 4.3 4.4 1.697 4.5 (1 juli 2011) en CAK worden nog opgenomen)
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
6
Totaal aantal indicaties Uit de tabel blijkt dat het totaal aantal indicaties lager is dan de optelsom van de indicaties begeleiding individueel een groep. Dit is te verklaren doordat sommige mensen een indicatie voor beide hebben. Mensen met een indicatie voor zowel individuele begeleiding als groepsbegeleiding zijn in de totaal aantallen in de rapportage van het CIZ één keer meegenomen. Indicaties individuele begeleiding De indicaties komen voor bij mensen met somatische (som), psychogeriatrische (pg) en psychiatrische (psy) aandoeningen en bij mensen met een verstandelijke (vg), lichamelijke (lg) en zintuiglijke (zg) handicap. De meeste indicaties komen voor bij mensen met een psychiatrische stoornis (psy) en een verstandelijke handicap (vg). Voorbeelden van extramurale individuele begeleiding zijn: • woonbegeleiding bij mensen met een psychiatrische stoornis; • thuisbegeleiding van terminale patiënten en; • praktisch pedagogische gezinsbegeleiding bij kinderen met een autistische stoornis. Indicaties begeleiding groep Ook hier geldt dat de indicaties worden afgegeven bij mensen in alle sectoren (som, pg, psy, vg, lg en zg). Er is een duidelijke oververtegenwoordiging bij mensen met een verstandelijke handicap (vg). Voorbeelden van extramurale begeleiding in groepsverband (dagbesteding) zijn: • dagactiviteitencentrum voor mensen met een psychiatrische stoornis; • dagopvang voor dementerende ouderen en; • leerwerkplaatsen voor jongeren. Er is overlap met de Transformatie Jeugdzorg bij de doelgroepen Jeugd GGz en Jeugd LVG. Tevens is er overlap met de invoering van de Wet werken naar vermogen bij mensen met een verdiencapaciteit van minder dan 40%. Er zijn nog geen indicatiegegevens beschikbaar van Bureau Jeugdzorg. Deze worden, inclusief toelichting en beschrijving cliënten, in december 2011 verwacht. Zorgaanbieders Er zijn in de regio zo'n 40 zorginstellingen die extramurale begeleiding in natura leveren. Zij bedienen circa 60% van het totale aantal cliënten met extramurale begeleiding. De overige circa 40% wordt geleverd door kleinere zorgaanbieders aan inwoners die hebben gekozen voor een persoonsgebonden budget (Pgb). Een aantal grote zorginstellingen die op dit moment de meeste extramurale begeleiding bieden zijn: • Van Neynselgroep, Vivent en Thebe (som, pg); • Reinier van Arkelgroep (psy); • Cello (vg); • Samenwerkende woon- en zorgvoorzieningen (lg) en; • Robert Coppes Stichting en Kentalis (zg)/ Er is een regionaal overzicht beschikbaar van alle aanbieders (zie ook fase 1 plan van aanpak)
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
7
AMBITIE, DOELSTELLINGEN EN RESULTATEN
Ambitie De ambitie van het project is de decentralisatie van de extramurale begeleiding van de AWBZ naar de Wmo in de acht gemeenten probleemloos te laten verlopen. Doelstellingen De doelstellingen van het project zijn: 1. Vanaf 1 januari 2013 ondersteunen de gemeenten maatschappelijke ondersteuning aan inwoners met beperkingen die op 1 januari 2013 geen gebruik maken van extramurale begeleiding op grond van de AWBZ. Dit om ze in staat te stellen dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijk leven te structureren en daarover regie te voeren; 2. Vanaf 1 januari 2014 bieden gemeenten ondersteuning aan alle inwoners met beperkingen om ze in staat te stellen dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijk leven te structureren en daarover regie te voeren. Resultaten De beoogde projectresultaten zijn: 1. regionaal plan van aanpak (PoHo 14 december 2011, lokale vaststelling volgt z.s.m.); 2. raadsbesluiten visie en kaderstelling (juni 2012); 1 3. implementatieplan gemeentelijke organisatie (april 2012) ; 4. communicatieplan (april 2012); 5. contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen en vervoerders of contractafspraken met het zorgkantoor voor het aanbod in de tweede lijn voor 2013 (medio 2012); 6. raadsbesluiten verordening Wmo (december 2012); 7. collegebesluiten financieel besluit/beleidsregels Wmo (december 2012); 8. meerjarige contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen vanaf 2014 (medio 2013) en; 9. levering begeleiding en dagbesteding door zorg- en welzijnsinstellingen inclusief de monitoring daarvan. Als de invoeringsdata verschuiven (bijvoorbeeld omdat de wetswijziging Wmo niet voor 1 januari 2012 is afgerond), verschuiven ook de bovengenoemde data onder doelstellingen en resultaten. In de bijlage is een procesplanning opgenomen.
1
In april 2012 moet er een beeld zijn van wat de decentralisatie van de extramurale begeleiding inhoudt voor de gemeentelijke
organisatie in termen van personeel, werkprocessen, management en organisatie.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
8
DOELGROEP
Cliëntprofielen Het CIZ onderscheidt tien cliëntprofielen. Bureau HHM heeft de tien profielen ingedikt tot de volgende zes onderscheidende groepen: 1. Ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek (som 65 jaar en ouder, pg 65 jaar en ouder). 2. Volwassenen met psychiatrische problematiek (psy 18 jaar en ouder). 3. Mensen met een verstandelijke beperking (vg). 4. Mensen met een zintuiglijke beperking (zg) 5. Mensen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte (som 0-64 jaar, lg). 6. Jongeren met psychiatrische problematiek in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen (psy 0-17 jaar). Doelgroep geïndiceerd voor extramurale begeleiding Op 1 januari 2011 hadden 3.707 mensen uit de samenwerkende gemeenten een CIZ-indicatie voor extramurale begeleiding. (Het gaat om mensen die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van: • de sociale redzaamheid; • het bewegen en verplaatsen; • het psychisch functioneren; • het geheugen en de oriëntatie of; • die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. De meeste indicaties zijn afgegeven voor mensen met een psychiatrische aandoening of beperking of voor mensen met een verstandelijke handicap. Gelet op de vestiging van instellingen kunnen binnen de regio lokale verschillen zijn. Het gaat hier om mensen die volgens het CIZ en BJZ langdurige, gespecialiseerde begeleiding en dagbesteding nodig hebben vanuit de tweede lijn. Potentiële doelgroep (bron Nationaal Kompas voor de Volksgezondheid) De acht gemeenten tellen circa 23.000 mensen met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. De aantallen zijn afgeleid uit landelijke gegevens 2 en zijn niet meer dan een globale schatting. Slechts een gering aantal heeft een indicatie van het CIZ of BJZ voor extramurale begeleiding op grond van de AWBZ. Het merendeel van hen redt zich in het gewone leven of kan weer verder na een kort contact in de eerste lijn. De ontwikkeling van de potentiële doelgroep bepaalt het toekomstige beslag op de financiële middelen voor begeleiding en dagbesteding. Er moet rekening gehouden worden met een uitbreiding van de potentiële doelgroep. Dit heeft o.a. te maken met de ( dubbele) vergrijzing van inwoners van 75 jaar en ouder.
2
Aantallen gemeente ’s-Hertogenbosch: landelijke aantallen * 0,85%.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
9
SPEELVELD
Partijen Binnen het project decentralisatie extramurale begeleiding spelen de volgende partijen een rol: inwoners, leveranciers gegevens, financiers/inkopers, zorginstellingen, welzijnsinstellingen en adviesraden. Inwoners • Individuele burgers (cliënten en mantelzorgers). • Burgers in georganiseerd verband (patiënten- en cliëntenraden). Leveranciers gegevens • Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). • Bureau Jeugdzorg (BJZ). • Centraal administratiekantoor (CAK). • Zorgkantoor Noordoost Brabant. • Transitiebureau Financiers/inkopers • Zorgkantoor Noordoost Brabant. • Zorgverzekeraars (UVIT, CZ). • Gemeente. Zorginstellingen Zorg in natura: • Ouderenzorg: Van Neynselgroep, Vivent, Zorggroep Elde, BrabantZorg, Buurtzorg Nederland, IVT Thuiszorg, Pantein en Actief Zorg . • Geestelijke gezondheidszorg: Reinier van Arkelgroep, GGZ Oost Brabant, SMO, Bureau MAKS en Novadic-Kentron. • Verstandelijk gehandicaptenzorg: Cello, Humanitas DMH, Philadelphia, Amarant en Prisma • Lichamelijk gehandicaptenzorg: SWZ Zorg, Professionals in NAH. • Zintuiglijk gehandicaptenzorg: Robert Coppes Stichting, Kentalis, Visio en GGMD. • Jeugdzorg: Sterk in Werk. Persoonsgebonden budget • Kleinschalige zorgaanbieders. Welzijnsinstellingen • Divers/Juvans • Partis • Delta Boxtel/de Twern • MEE. • Gemeente
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
10
Adviesraden • Wmo adviesraden van de acht gemeenten • Cliëntenraden Wet werken naar vermogen van de acht gemeenten Overig • Eerstelijns gezondheidszorg (ROSE Phoenix, gezondheidscentra, huisartsen). Bewegingen op het speelveld De Transitie AWBZ betekent een accentverschuiving van zorg naar maatschappelijke ondersteuning. Zorgaanbieders in de tweede lijn gaan zich naar verwachting meer profileren als aanbieders van maatschappelijke ondersteuning in de eerste lijn. Bestaande aanbieders van maatschappelijke ondersteuning in de eerste lijn zien groeipotentieel.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
11
AANPAK EN PLANNING
Het regionale project decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ richt zich in eerste instantie op het jaar 2012. In 2013 kunnen nieuwe klanten voor begeleiding immers een beroep doen op gemeenten. De planning hiervoor bestaat uit vier fasen: 1. Inventarisatie en analyse (november 2011 tot en met februari 2012). 2. Visie en keuzes (november 2011 tot en met juni 2012). 3. Verwerking aanpak en keuzes (ontwikkelen bestekken, concept verordening mei 2012 tot en met juli 2012). 4. Implementatie (augustus 2012 tot en met december 2012). Fase 1: Inventarisatie en analyse In deze fase wordt informatie verzameld, worden relevante ontwikkelingen gevolgd en worden samen met de belangrijkste spelers in het veld de eerste stappen gezet richting beleid en uitvoering. Verzamelen van informatie Er is nog veel onduidelijk over de decentralisatie extramurale begeleiding. Er moet informatie worden verzameld bij: • cliënten en mantelzorgers; • adviesraden; • indicatiestellers; • zorginstellingen (zorg in natura); • zorginstellingen (persoonsgebonden budget); • welzijnsinstellingen; • zorgkantoor/zorgverzekeraars; • Transitiebureau. CLIËNTEN EN MANTELZORGERS
Om kennis te maken met de huidige uitvoeringspraktijk in de AWBZ en om ideeën en suggesties op te halen voor de beleidsontwikkeling binnen de kaders van de Wmo worden werkbezoeken afgelegd. Ook wordt er een regionale bijeenkomst georganiseerd voor cliëntenraden. (gehandicapten, psychiatrische patiënten, ouderen, jeugd en mensen met een persoonsgebonden budget (Pgb). Wat betreft het niveau van participatie gaat het om informeren en consulteren. ADVIESRADEN
De Wmo-adviesraad en de Cliëntenraad WWB hebben een adviserende rol bij de ontwikkeling van beleidskaders die college en raad moeten vaststellen. Om de adviesraden goed voor te bereiden op hun adviestaak is de keuze gemaakt om al in een vroegtijdig stadium contact te zoeken om informatie te delen en suggesties op te halen voor de beleidsontwikkeling. Qua niveau van participatie gaat het om informeren, consulteren en adviseren. INDICATIESTELLERS
Wij proberen zowel bij het CIZ (alle indicaties, behalve Jeugd GGz) als bij BJZ (Jeugd GGz) zoveel mogelijk te weten te komen over de ontwikkeling van het aantal indicaties.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
12
Van het CIZ zijn al geaggregeerde gegevens aangeleverd (januari jl. rapport “Wie is de cliënt” en in oktober jl. rapport “Begeleiding in beeld”). In de tweede helft van 2012 volgen de individuele cliëntgegevens. Dit zijn landelijke afspraken tussen het CIZ en het Transitiebureau van de VNG/VWS. Het Transitiebureau heeft afspraken gemaakt Jeugdzorg Nederland over de aanlevering van gegevens van de Bureaus Jeugdzorg (BJZ) in december 2011. Dit inclusief toelichting en beschrijving van cliënten. ZORGINSTELLINGEN (ZORG IN NATURA)
De gemeenten 's-Hertogenbosch en Heusden hebben al een vragenlijst verstuurd naar de zorginstellingen en gegevens retour gekregen. De vragenlijst had tot doel inzicht te verkrijgen in de huidige aard en omvang van de extramurale begeleiding. De overige gemeenten ontvangen deze gegevens eind 2011. Daarnaast zijn en worden werkbezoeken afgelegd bij instellingen. ZORGINSTELLINGEN (PGB)
De extramurale begeleiding AWBZ wordt voor circa 60% van de cliënten in natura geleverd (ZIN). Dit betekent dat de overige circa 40% zorg inkoopt met een Pgb. Het is erg lastig om zicht te krijgen op de partijen die extramurale begeleiding leveren aan houders van een Pgb. Dit kunnen de instellingen zijn die ook zorg in natura leveren, maar ook talloze kleine aanbieders of betaalde mantelzorgers. In samenwerking met Per Saldo, MEE en de Branchevereniging Kleinschalige Zorg (BVKZ) verwachten wij meer zicht te krijgen op deze groep. Wij organiseren hiervoor een bijeenkomst op 13 december 2011. Wat betreft het niveau van participatie gaat het om informeren en consulteren. WELZIJNSINSTELLINGEN
Op het gebied van maatschappelijke ondersteuning zullen instellingen in de eerste lijn het verschil gaan maken. Zij bieden lichte en tijdelijke ondersteuning aan mensen met een beperking met het doel hen weer in hun eigen kracht te krijgen en te houden en dure ondersteuning in de tweede lijn in de vorm van individuele voorzieningen te voorkómen. De werkwijze Welzijn Nieuwe Stijl en de Kantelinggedachte in de Wmo zijn daarbij uitgangspunt. Dit vraagt een omslag in denken en handelen van zowel welzijnsinstellingen als gemeenten alsook in het formuleren van programma’s van eisen met betrekking tot opdrachtverlening aan welzijnsinstellingen. Daarbij ligt de nadruk het versterken van participatie. ZORGKANTOOR/ZORGVERZEKERAARS
De financiers van de sectoren zorg en maatschappelijke ondersteuning zoeken elkaar steeds meer op in wijken, rondom doelgroepen of rondom ziektebeelden. Het Zorgkantoor Noordoost Brabant (20 gemeenten) krijgt van het CIZ en BJZ de indicaties voor extramurale begeleiding AWBZ en moet deze voor de cliënten verzilveren: ofwel in de vorm van zorg in natura of in de vorm van een Pgb. Het zorgkantoor kan inzicht geven in de feitelijke zorgconsumptie en uitgaven. Het zorgkantoor is in ons werkgebied hoofdzakelijk ondergebracht bij zorgverzekeraar UVIT. Daarnaast is de CZ-groep actief. Het is de bedoeling dat het zorgkantoor op 1 januari 2013 gaat verdwijnen en dat de verzekeraars de inkoop van AWBZ-zorg voor de eigen verzekerden gaan inkopen. Wij voeren diverse verkennende gesprekken met het zorgkantoor. Het doel is:
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
13
• •
3
gegevens te verkrijgen over de feitelijke zorgconsumptie en uitgaven (extramurale begeleiding) ; te verkennen in hoeverre gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraars en gemeente als financiers van de zorg en maatschappelijke ondersteuning gezamenlijk op kunnen trekken (strategisch, beleidsmatig en in de uitvoering van concrete projecten in wijken, rondom doelgroepen of ziektebeelden). Wat betreft het niveau van participatie gaat het om informeren, consulteren en adviseren, maar ook om coproduceren. TRANSITIEBUREAU
Het Transitiebureau van de VNG en het Ministerie van VWS zal gemeenten, aanbieders en welzijnsinstellingen voorzien van relevante informatie om de decentralisatie van de extramurale begeleiding tot een succes te maken. Het Transitiebureau komt de komende maanden met een aantal factsheets en handreikingen waaronder: • stappenplan/tijdpad (cruciale data op weg naar 2013); • cliëntenprofielen: soorten cliënten, voorzieningen en de mogelijkheden van de Wmo-aanpak daarbij; • stand van zaken AWBZ-begeleiding in het onderwijs; • betekenis Europese aanbestedingsregels voor de begeleiding; • mededinging en samenwerking; • vademecum begeleiding in de AWBZ (beschrijving huidige situatie); • Wmo verklaard voor AWBZ-aanbieders en • handreiking toegang/indicatiestelling. Resultaat fase 1 Fase 2: Visie en keuzes Inzicht in doelgroep, aantallen, aanbieders en omvang van de indicaties + een analyse van deze gegevens. De uitkomsten van deze inventarisatie en de veldverkenning in fase 1, alsook de lokale (Wmo)beleidsplannen vormen de basis voor de keuzenota die in maart 2012 ter besluitvorming aan de colleges wordt voorgelegd. De gemeenteraden nemen hierover in juni 2012 een besluit. De keuzenota gaat in op de visie op en de beleidsuitgangspunten voor de decentralisatie van de extramurale begeleiding. Visie Transitie AWBZ De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft tijdens het PoHo MZ op 5 oktober 2011 een denklijn voorgesteld voor de Transitie AWBZ. Deze denklijn gaat uit van een model van lijnen (nulde, eerste en tweede lijn) en domeinen. Het PoHo MZ onderschreef deze denklijn. De regionale projectgroep Transitie AWBZ bereidt op basis van deze denklijn begin 2012 de beleidsuitgangspunten voor. Keuzenota Transitie AWBZ Onderwerpen waarover in ieder geval bestuurlijke en politieke besluitvorming nodig is zijn: • inhoud algemene/collectieve voorzieningen nulde/eerste lijn en individuele voorzieningen tweede lijn; • wel/niet macrobudget aanvullen uit lokale middelen; 3
UVIT-gegevens worden in week 39 aangeleverd.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
14
• • • • • • •
verdeling macrobudget eventueel aangevuld met lokale middelen over algemene/collectieve voorzieningen nulde/eerste lijn en individuele voorzieningen tweede lijn; wijze van toegang tot individuele voorzieningen (indicatiestelling); wel/niet aanbieden van de mogelijkheid van een Pgb bij individuele voorzieningen tweede lijn en zo ja, onder welke voorwaarden; wel/niet heffen van een eigen bijdrage bij individuele voorzieningen tweede lijn en zo ja, onder welke voorwaarden; wijze van sturing op resultaten in de nulde, eerste en tweede lijn; wijze van kwaliteitscontrole en; wel/niet kantelen bij specifieke doelgroepen.
De visie en kaderstelling worden juridisch vertaald in een nieuwe verordening Wmo waarover de gemeenteraden uiterlijk in december 2012 een besluit nemen. Fase 3: Verwerking aanpak en keuzes Nadat de gemeenteraden in juni 2012 de keuzenota’s hebben vastgesteld, volgt een intensieve periode van voorbereiding van de uitvoering. In de praktijk zullen gemeenten hiermee al een begin maken in de eerste helft van 2012. In deze fase moeten onder meer de volgende zaken aan de orde komen: • uitwerking keuzenota in een conceptverordening en beleidsregels; • schrijven en publiceren van bestekken; • offertetrajecten en; • besluitvorming in de colleges over concept verordening (juni 2012). De regiogemeenten zijn per 1 januari 2013 verantwoordelijk voor nieuwe cliënten voor individuele begeleiding en dagbesteding. De gemeente moet dan de indicatiestelling op orde hebben. Het nieuwe aanbod op het gebied van individuele begeleiding en dagbesteding in de eerste en tweede lijn is dan nog niet op orde. Fase 4: Implementatie In deze fase moeten onder meer de volgende zaken aan de orde komen: • publiekscommunicatie op basis van een communicatieplan (in concept gereed in april 2012); • organisatie toegang en vraagverheldering op basis van gemeentelijke implementatieplannen (in concept gereed in april 2012); • inrichting administratieve organisatie en werkprocessen op basis van gemeentelijke implementatieplannen (in concept gereed in april 2012); • uitwerking toekomstbestendige regelingen voor Pgb en eigen bijdragen; • inkoop en aanbesteding; • contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen en vervoerders of contractafspraken met het zorgkantoor voor het aanbod in de tweede lijn voor 2013; • meerjarige contractafspraken met zorg- en welzijnsinstellingen vanaf 2014 en; • besluitvorming in de colleges over definitieve verordening, beleidsregels en financiële besluiten (december 2012) en; • publicatie definitieve verordening (december 2012). In de praktijk zullen de gemeenten hiermee al een begin maken in de eerste helft van 2012.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
15
Stappen op het speelveld Gedurende de fase van voorbereiding op de uitvoering onderhoudt de projectgroep het contact met alle partijen op het speelveld: cliënten, adviesraden, indicatiestellers, zorg- en welzijnsinstellingen, financiers, bestuur en politiek en regiogemeenten. In deze fase gaat de participatie verder dan alleen consulteren en adviseren. Wij willen zorg- en welzijnsinstellingen deels laten coproduceren. Voorbeeld daarvan is het programma van eisen dat Boxtel, in samenspraak met het zorgkantoor UVIT, heeft opgesteld rond de opzet van toekomstige dagvoorzieningen in de gemeente Boxtel.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
16
RISICO’S
Algemeen De invoeringstermijn tot 1 januari 2013 is buitengewoon krap. De ondersteuning vanuit het Transitiebureau van het Rijk is daarbij tot nu toe minimaal. Hierdoor gaat de neiging ontstaan om de bestaande AWBZ-praktijk te gaan kopiëren naar het domein van de Wmo. Op inhoudelijke én financiële gronden moet dat juist worden voorkómen. Maatschappelijke risico’s Er kan maatschappelijke onrust ontstaan bij kwetsbare mensen. Hiertoe behoren ook mensen met een beperking. Op dit moment komen veel bezuinigingsmaatregelen van het Rijk bij deze groepen samen, zoals: • de verhoging van de eigen bijdragen in de GGz; • de drastische inperking mogelijkheden om eigen regie te voeren door middel van een Pgb; • de bezuinigingen binnen de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en; • de gevolgen van de invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv). Financiële risico’s Er is een reëel risico dat op termijn de vraagontwikkeling uit de pas gaat lopen met de beschikbare financiële middelen. Dit wordt versterkt door vraagopdrijvende maatregelen zoals het proces scheiden wonen en zorg. Ook zullen de kortingen op de re-integratiemiddelen in de nieuwe Wwnv ertoe leiden dat burgers een groter beroep gaan doen op voorzieningen uit de Wmo. Organisatorische risico’s De decentralisatie van de extramurale begeleiding vraagt om een integrale benadering vanuit het perspectief van een burger met een ondersteuningsvraag. Dit vereist echte samenwerking tussen portefeuilles, domeinen, instellingen en afdelingen binnen de gemeente en gemeenten onderling. Voortdurend is het risico aanwezig dat het integrale belang van de burger ondersneeuwt.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
17
PROJECTORGANISATIE
4
De volgende regionale projectorganisatie wordt voorgesteld : • Regionale stuurgroep (PoHo MZ) • Regionale projectgroep Transitie AWBZ Regionale stuurgroep (PoHo MZ) De stuurgroep ziet toe op het behalen van de projectdoelstellingen en is verantwoordelijk voor de bestuurlijke afstemming en doorgeleiding naar de lokale colleges. Tenslotte bewaakt de stuurgroep de afstemming met de Transitie jeugdzorg en de invoering van de Wet werken naar vermogen. De stuurgroep heeft geen besluitvormende bevoegdheid. Deze is voorbehouden aan de colleges en raden van de afzonderlijke acht gemeenten. Regionale projectgroep Transitie AWBZ De projectgroep bestaat uit de acht projectleiders van de betrokken gemeenten. In de projectgroep werken de projectleiders intensief en pragmatisch samen aan de uitvoering van de activiteiten per fase in dit regionale projectplan.
4
Op 28 november jl. hebben de managers van de 8 gemeenten overlegd over de structuur regionale aanpak drie transities. Dit
overleg stond in het teken van verkenning van mogelijkheden. Er zijn (vooralsnog) geen knopen doorgehakt.
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
18
Regionale procesplanning ten behoeve van de Transitie AWBZ (procesplanning wordt periodiek aangepast op basis van landelijke en regionale ontwikkelingen) Legenda: Voorbereidingen Schrijfproces Inspraakproces Momenten t.b.v. vaststelling
1.1 1.2 N r
Voorbereidingen in 2011
1.3 Week 45
1
Inventarisatie zorgaanbieders ZIN
2
Opstellen concept Regionaal plan van aanpak
3
Vaststellen concept Regionaal plan van aanpak in RPTA
4
Vaststellen concept Regionaal plan van aanpak in Regiegroep Wmo
5
Vaststellen concept Regionaal plan van aanpak in PHO MZ
6
Verwerking wijzigingen Regionaal plan van aanpak
7
Regionaal plan van aanpak ter vaststelling in college
8
Regionale bijeenkomst aanbieders PGB
9
Werkbezoeken zorgaanbieders
10
Intern draagvlak creëren
11
Opstellen concept Keuzenota
12
Kerstvakantie
1.4 1.5 N r
November November
November
Nov./dec.
December
December
December
December
Januari
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50
Week 51
Week 52
Week 1
24 nov. 29 nov. 5 dec. 20 dec.
Vakantie
Voorbereidingen in 2012
13
Lokale Wmo Adviesraad informeren over Regionaal plan van aanpak
9
Werkbezoeken zorgaanbieders
10
Intern draagvlak creëren
14
Opstellen concept Keuzenota
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
1.6 Januari
Januari
Januari
Jan./febr.
Februari
Februari
Februari
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 2
19
Vakantie
15
Vaststellen concept Keuzenota in RPTA
16
Vaststellen concept Keuzenota in Regiegroep Wmo
17
Vaststelling concept Keuzenota in PHO MZ
18
Verwerking laatste wijzigingen, versturen stukken regionaal/lokaal
19
Integrale bespreking concept keuzenota in de interne organisatie
20
Voorjaarsvakantie
Nr
1.7
21
Verwerking laatste wijzigingen, versturen stukken regionaal/lokaal
22
Integrale bespreking concept keuzenota in de interne organisatie
23
Concept Keuzenota ter vaststelling in college
24
Bespreking concept Keuzenota met organisaties
25
Bespreking concept Keuzenota met lokale Wmo Adviesraad
26
Verwerken input inspraak (lokaal en regionaal)
27
Vaststellen concept Keuzenota n.a.v. inspraak in PHO MZ
28
Verwerking laatste wijzigingen
29
Keuzenota ter vaststelling in college
Nr
1.8
Inspraak- en besluitvormingsproces Keuzenota
Inspraak- en besluitvormingsproces Keuzenota
2 februari
Vakantie Febr./Maart
Maart
Maart
Maart
Maart
April
April
April
Mei
Week 9
Week 10
Week 11
Week 12
Week 13
Week 14
Week 15
Week 16
Week 17
6 maart
24 april Mei
Mei
Juni
Week 18 30
Meivakantie
31
Keuzenota ter vaststelling in Commissie
32
Keuzenota ter vaststelling in Raad
Nr
1.9
Opstellen verordening
33
Opstellen concept Verordening
34
Concept verordening ter vaststelling in RPTA
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
Vakantie
April
April
Mei
Mei
Mei
Mei
Mei/juni
Juni
Juni
Week 16
Week 17
Week 18
Week 19
Week 20
Week 21
Week 22
Week 23
Week 24
20
35
Concept verordening ter vaststelling in Regiegroep Wmo
36
Concept verordening ter vaststelling in PHO MZ
37
Verwerking laatste wijzigingen
Proces tot vaststelling 1.101.11 N Verordening r 38
Concept verordening ter vaststelling in
Juni
Juni
Week 25
Week 26
19 juni
26 juni
Juli 2012 t/m 14 September 2012
Sept.
Sept.
Okt.
Okt.
Jan.
Week 38
Week 39
Week 40
Week 41
2013
2 okt.
9 okt.
Nov.
Dec.
college 39
Formele inspraakprocedure inwoners
40
Vakantieperiode
41
Inspraakverslag schrijven
42
Verordening ter vaststelling in college
43
Verordening ter vaststelling in Commissie
44
Verordening ter vaststelling in de Raad
45
Beleidsregels ter vaststelling college
Nr
1.12
Contractafspraken
Inspraak mogelijk van 2 juli t/m 14 september 2012 30 juni t/m 19 augustus
Mei
Juni
Juni
Juni
Zomervakantie
Week 23
Week 25
Week 26
30 juni t/m 19 augustus
19 juni
26 juni
Augustus
en 24 46
Opstellen bestek
47
Vaststelling bestek in college
48
Publicatie bestek
49
Offertetraject
50
Collegebesluit contracten
51
Afsluiten contracten
Regionaal projectplan decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ
21
September
Oktober
Gemeente ‘s Hertogenbosch De heer H. ter Steege Postbus 12345 5200 GZ 's HERTOGENBOSCH
Datum
14 december 2011
Bijlage(n)
2
Ons kenmerk
LD/11/2756/imdb
Onderwerp
Impactmonitor decentralisatie begeleiding en optie transitie jeugdzorg
Geachte heer Ter Steege, Op dinsdag 13 december hebben de heer H. ter Steege van de gemeente ’s Hertogenbosch en de heer A. van den Broek van de gemeente Boxtel en mevrouw S. Veldhuis en de heer L. Drouven van bureau HHM elkaar gesproken over de decentralisatie begeleiding. Naar aanleiding van dit gesprek bieden wij u het volgende: Wij analyseren de gegevens van het zorgkantoor VGZ voor de regio van acht gemeenten rondom ’s Hertogenbosch via onze Impactmonitor en leveren een analyserapportage per gemeente. In de analyse nemen we ook de cijfers van het CIZ per gemeente mee. We maken een totaalrapportage met een overzicht van alle gemeenten in de regio met daarin: ● de positie van de eigen gemeente ten opzichte van de andere gemeenten en het gemiddelde; ● een overzicht van de eigen gemeente waarin de gegevens per wijk binnen de eigen gemeente zijn weergegeven; ● een overzicht van de verschillen per wijk, zodat men het gemiddelde ten opzichte van de totale gemeente kan bepalen. Onze belangrijkste activiteiten bij de Impactmonitor zijn: gesprekken over gegevensverzameling, gegevensverzameling, controle en analyse van de gegevens en rapportage, n presentatie en toelichting van de resultaten op locatie. Dit laatste is voorzien op 2 februari in Boxtel. Dat betekent dat wij afhankelijk van de tijdige aanlevering van gegevens rond 26 januari zullen rapporteren. Zie voor verdere voorwaarden ook de details in bijlage 1.
De totale kosten voor de monitor en de (digitale) rapportage per gemeente: Uitvoeren van de impactanalyse Acht individuele rapportages per gemeente 8 x € 570,00 Reiskosten (bijeenkomst 2 februari)
€ € €
7.500,00 4.560,00 70,00
Subtotaal BTW (19%)
€ +
12.130,00 2.304,70
Totaal
€
14.434,70
Optie Jeugdzorg Daarnaast heeft u aangegeven dat u - in het kader van de transitie jeugdzorg - binnenkort gegevens ontvangt van het Bureau Jeugdzorg over de diverse vormen van jeugdzorg. Wij bieden u aan dat wij die cijfers ook analyseren en hierover aan u rapporteren. Voor ons is dit een goede gelegenheid om ons nader te verdiepen in de wijze waarop de Bureaus Jeugdzorg gegevens kunnen aanleveren. Aandachtspunt voor gemeenten bij de transitie is dat het voor een gemeente van belang is om naast de gegevens van de Bureaus Jeugdzorg ook inzicht te krijgen in cijfermateriaal van de volgende partijen: ● Jeugd GGZ afkomstig van de aanbieders van GGZ in uw regio (dit gaat om het volume en de aard van cliënten dat bij de transitie ook overkomt naar gemeenten). ● Gegevens vanuit de jeugdgezondheidszorg (GGD of thuiszorg organisaties): hier gaat het om de overlap te kennen tussen nieuwe klanten en klanten die al bekend zijn binnen gemeentelijke financiering. ● Gegevens van de zorg- en adviesteams van scholen (ZAT’s) en van speciaal onderwijs (ook hier gaat het enerzijds om overlap en anderzijds om preventiemogelijkheden). ● Indien via Bureau Jeugdzorg onvoldoende zicht is op het gedwongen kader, jeugdreclassering en justitieel kader, dan zal daarvoor nog aanvullend informatie moeten worden verzameld. Ons voorstel U levert ons de gegevens van Bureau Jeugdzorg aan. Wij analyseren deze gegevens en nemen daarvoor ook contact op met Bureau Jeugdzorg om eventuele opvallende zaken door te nemen en de achtergronden van het materiaal te bespreken. Ook van u verwachten we een zekere inzet, namelijk een gezamenlijke bespreking (vertegenwoordigers van gemeenten CJG en/of jeugdzaken, vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg, van enkele jeugdzorgaanbieders en bureau HHM) waarin we de uitkomsten bespreken en nader beoordelen. Daarna maken we - voor zover mogelijk - een vergelijking met de gegevens uit de Impactmonitor AWBZ en koppelen de resultaten terug in een rapportage die we met u bespreken. Daarnaast onderzoeken we samen met u de mogelijkheden voor het verkrijgen van de gegevens van andere partijen zoals hierboven benoemd. De gegevens van de jeugd GGZ hebben hierbij de prioriteit. Als de GGZ-aanbieders in staat zijn hiervoor bruikbare gegevens te leveren kunnen we die meenemen in de analyse.
Wij leveren u een rapportage gebaseerd op analyses via Excel die later mogelijk worden toegevoegd aan een uitgebreidere Impactmonitor. Wij schatten dat wij voor deze analyses en rapportage ca. 12 dagen nodig hebben en nemen daarvan de helft voor eigen rekening, omdat dit voor ons ook een opmaat kan zijn voor een uitbreiding van onze Impactmonitor. Dit betekent dat wij u dit aanbieden voor een bedrag van € 6.940,- exclusief BTW. Specificatie: 6 dagen à € 1.140,00 Geschatte reiskosten voor overleg
€ €
6.840,00 140,00
Subtotaal exclusief BTW BTW (19%)
€ €
6.980,00 1.326,20
Totaal
€
8.306,20
Ik vertrouw erop dat deze offerte voldoet aan uw verwachtingen. Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact met mij op. Ik ben tijdens kantooruren bereikbaar via telefoonnummer (053) 433 05 48 of e-mail
[email protected]. Met vriendelijke groet,
ir. Lambert Drouven
Bijlage 1. Details bij offerte kenmerk LD/11/2756/imdb De monitor levert overzichten per gemeente en per wijk. Voorwaarde daarbij is dat de gemeenten ons een overzicht geven van de postcodegebieden (cijfers en geen differentie naar letters mogelijk) die tot één wijk behoren (zie tabel 1). Een wijk moet groter dan 2000 inwoners zijn omdat een wijk van kleinere omvang statistisch weinig meerwaarde oplevert. De gegevens van het CIZ zijn alleen op gemeentelijk niveau bekend en kunnen dus niet op wijkniveau worden meegenomen. De gegevens van het CAK gebruiken we alleen om een schatting (op basis van extrapolatie) te maken van het verzilveringpercentage en van de aandelen van verschillende aanbieders per gemeente. De gegevens van het CAK omvatten namelijk alleen cliënten van 18 jaar en ouder en alleen cliënten met zorg in natura (ZIN). Dit is totaal naar schatting niet meer dan 45% van het volume aan cliënten dat in de overzichten van het zorgkantoor wordt gemeld. Zoals tijdens het gesprek is aangegeven zijn de gegevens die uw zorgkantoor op dit moment aan u verstrekt heeft niet geschikt voor invoering in de monitor. Ook blijkt bij nadere beschouwing van de overzichten die door uw zorgkantoor worden geleverd dat er geen beeld te geven is van cliënten die zowel BGG als BGI geïndiceerd hebben. Ook heeft uw zorgkantoor nog geen informatie aangeleverd over kortdurend verblijf en over inloop GGZ. Daarnaast worden in de eerste tabel ‘Aantal cliënten begeleiding Individueel en groep’ de drie categorieën bij elkaar opgeteld. In de derde tabel staan de unieke cliënten (dat is beduidend minder) maar het is niet meer na te gaan welke overlapvormen er zijn. Verder kunnen we geen relatie leggen tussen grondslagen en volume van zorg. Ook relaties tussen leeftijdsgroepen en problematiek zijn niet meer te maken. Het is voor ons mogelijk deze bestanden te verwerken naar een vorm die in te voeren is, maar hieraan zijn extra kosten verbonden. Omdat dit handmatig moet gebeuren bestaat er een foutkans, dit is voor u geen gunstige oplossing. Mede omdat een groot aantal analyses niet kunnen worden gedaan - omdat er veel gegevens ontbreken - zal het resultaat dan zeer mager zijn. Wij verzoeken u daarom dringend om ons de originele data aan te leveren in Excel (gebaseerd op het voorbeeld dat u is toegestuurd). Wij kunnen daarvoor ook namens u contact opnemen met de vertegenwoordiger van het zorgkantoor om na te gaan welke mogelijkheden er zijn. Als de juiste gegevens van het zorgkantoor zijn ontvangen, kan elke gemeente die afzonderlijk aan ons doorsturen. Verder dient u de door u ontvangen gegevens van het CAK aan ons door te sturen (eveneens in Excel). De gegevens van het CIZ voor de acht gemeenten zijn al in ons bezit. Met de impactmonitor beantwoorden we de volgende vragen per gedefinieerde wijk, gemeente en regio: ● Hoeveel cliënten hebben nu een indicatie voor begeleiding (BGI en of BGG) en/of kortdurend verblijf (KVB)? ● Wat is de soort, leveringsvorm (zorg in natura of PGB) en omvang (in uren, dagdelen of dagen) van de geïndiceerde begeleiding en het KVB? ● Wat is de geldigheid van de indicaties (per jaar/maand het aantal aflopende indicaties)? ● Hoeveel cliënten hebben een indicatie voor vervoer? ● Welke cliënten maken gebruik van zowel begeleiding alsook andere AWBZ-functies, zoals verzorging of verpleging? ● Wat zijn de meest voorkomende combinaties/functies waar gebruik van wordt gemaakt? ● Wat is de te verwachten instroom in 2013 en welke hoeveelheid cliënten zal ineens vanaf januari 2014 een beroep kunnen doen op de gemeenten. ● Wat is de verdeling naar grondslag onder de totale groep cliënten en vervolgens onder te onderscheiden leeftijdscategorieën.
● ●
Wat is het gemiddeld aantal uren of dagdelen of dagen per week voor de verschillende doelgroepen. Wat zijn naar schatting de kosten die gepaard gaan met de drie functies (BGI, BGG en KVB) en dit per buurt, wijk, gemeente en of regio.
Voor diverse onderdelen maken we een differentiatie naar vier leeftijdscategorieën: 0 t/m 17 jaar, 18 t/m 64 jaar, 65 t/m 74 jaar en 75 jaar of ouder. De vraag welke aanbieders in de regio begeleiding verlenen en een schatting van welk volume, beantwoorden we op basis van de extrapolatie van de gegevens van het CAK. Aan elke deelnemende gemeente wordt ook gevraagd ons in Excel een overzicht te verstrekken van wijken met daarbij per wijk de postcodegebieden in cijfers die tot die wijk behoren. Indien mogelijk ook het aantal inwoners van de betreffende wijk. Conform onderstaand voorbeeld. Wanneer niet alle gemeenten het aantal inwoners per wijk kan aangeven is een extra vergelijkende analyse op inwoneraantal gerelateerd aan wijken niet mogelijk. We ontvangen dan wel graag het totale inwoneraantal per gemeente. Aantal inwoners in de wijk Gemeente
Wijk Q
A
Postcodegebieden 4444
2.345
5555 P
6666 7777
B
(alleen als alle gemeenten dit kunnen aanleveren)
N S
Enz. Tabel 1: Conversietabel voor postcode naar wijk
Enz.
4.321
Bijlage 2. Zakelijke voorwaarden bij offerte kenmerk LD/11/2756/imdb We hebben kennis genomen van de algemene bepalingen voor de verstrekking van opdrachten van de gemeente ‘s Hertogenbosch en accepteren deze onvoorwaardelijk. Hierbij geven wij u kennis van onze voorwaarden waarbij wij aangeven dat bij een conflict uw voorwaarden prevaleren.
Opdrachtbevestiging ●
Een schriftelijke bevestiging van deze offerte, gericht aan de heer Lambert Drouven van bureau HHM en met vermelding van het kenmerk (LD/11/2756/imdb), voldoet als opdrachtbevestiging.
Tijdschrijven en declareren ● ●
●
●
●
Bureau HHM schrijft gedetailleerd haar bestede tijd. De opdrachtgever kan op elk moment inzage krijgen in de aard en omvang van de tijd die aan de opdracht is besteed. Maandelijks specificeert en declareert bureau HHM de werkelijk uitgevoerde werkzaamheden. Betalingen dienen binnen één maand na factuurdatum te geschieden. Bij vertraging brengt bureau HHM een rentepercentage van 1% per maand in rekening. Reiskosten en eventuele verblijfkosten declareert bureau HHM op basis van de werkelijke kosten. Wanneer tijdens de uitvoering van de opdracht blijkt dat de geplande tijdbesteding een betekenisvolle aanpassing behoeft - door verandering van en/of ontwikkelingen binnen de opdracht, of door andere specifieke aangelegenheden - overlegt bureau HHM hierover zo spoedig mogelijk met de opdrachtgever. Als de opdrachtgever een accountantscontrole wenst op de declaraties van bureau HHM, verleent bureau HHM daar uiteraard volledige medewerking aan. De kosten van een dergelijke controle zijn echter voor rekening van de opdrachtgever. Bureau HHM beschouwt de opdracht als afgerond als de opdrachtgever de eindafrekening heeft goedgekeurd. Als de opdrachtgever niet binnen 30 dagen na dagtekening van de eindafrekening reageert, gaat bureau HHM ervan uit dat de opdrachtgever deze heeft goedgekeurd.
Eigendom ●
●
●
●
Zonder expliciete toestemming van bureau HHM mag de (potentiële) opdrachtgever deze offerte of delen daarvan niet beschikbaar stellen aan derden (in dit geval: anderen dan de potentiële opdrachtgever). Dit betreft zowel het beschikbaar stellen van het document zelf als het op enige andere wijze overdragen van de probleemanalyse, aanpak en/of planning en begroting. De opdrachtgever wordt eigenaar van de adviezen, nota’s, presentaties en andere schriftelijke stukken die voor de betreffende opdracht door bureau HHM zijn geproduceerd; inclusief de elektronische versies daarvan. Wanneer de opdrachtgever elektronische versies zelf bewerkt, dan moet de opdrachtgever expliciet de oorspronkelijke bron vermelden (inclusief kenmerk bureau HHM); de nieuwe documenten mogen niet meer het uiterlijk van een product van bureau HHM hebben. Modellen, technieken, instrumenten, waaronder software, die bureau HHM binnen of buiten het kader van de opdracht heeft ontwikkeld, zijn en blijven eigendom van bureau HHM. Alleen na expliciete toestemming van bureau HHM is het mogelijk dat we hiervan afwijken. Bureau HHM geeft - zonder toestemming van de opdrachtgever - de in deze opdracht door de opdrachtgever ter beschikking gestelde stukken en informatie niet door aan derden.
Beroepsaansprakelijkheid en geschillen ●
●
● ●
●
Bureau HHM is uitsluitend aansprakelijk voor een tekortkoming in de dienstverlening voor zover dit het gevolg is van het niet door bureau HHM nakomen van de zorgvuldigheid, de deskundigheid en het vakmanschap waarop de opdrachtgever mag vertrouwen. De aansprakelijkheid voor de directe schade veroorzaakt door tekortkomingen is beperkt tot het bedrag van het honorarium dat bureau HHM voor haar werkzaamheden heeft ontvangen. Bij overeenkomsten die een langere doorlooptijd dan zes maanden hebben, geldt een verdere beperking van de hier bedoelde aansprakelijkheid tot maximaal het declaratiebedrag over de laatste zes maanden. Aansprakelijkheid van bureau HHM voor indirecte schade, daaronder begrepen gevolgschade en gemiste besparingen, is uitgesloten. De aansprakelijkheid van bureau HHM wegens een toerekenbare tekortkoming ontstaat als opdrachtgever bureau HHM onverwijld en deugdelijk schriftelijk in gebreke stelt, waarbij bureau HHM een redelijke termijn krijgt om de tekortkoming te zuiveren, en bureau HHM ook na die termijn toerekenbaar in de nakoming van zijn verplichtingen tekort blijft schieten. Op deze offerte en de eventuele daaruit volgende opdrachtverlening is het Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen, die tussen opdrachtgever en bureau HHM onverhoopt ontstaan naar aanleiding van deze offerte en de opdrachtverlening, legt bureau HHM voor aan de daartoe bevoegde rechter binnen wiens rechtsgebied de statutaire vestigingsplaats van opdrachtgever is gelegen, tenzij partijen in goed overleg alsnog arbitrage overeenkomen.