Zaaknummer: DBO12 Onderwerp
Kansenkaart bodemenergie gemeente Heusden
Collegevoorstel Inleiding Warmte/koude opslag (verder:WKO) is een manier om ondergronds energie op te slaan. Deze methode is duurzaam omdat ze het gebruik van gas of olie beperkt en de CO2-uitstoot vermindert. Deze technische mogelijkheid tot verduurzaaming van energiegebruik komt bij veel projecten binnen de gemeente Heusden als ‘kansrijk’ naar voren. Hier en daar is deze techniek zelfs al toegepast, zoals bij de ‘Caleidoscoop’ en bij ‘de watertorens’ bij Venne West 3. Er was echter nog nooit op gemeentebrede schaal gekeken naar de mogelijkheden om WKO toe te passen. Om in één oogopslag te kunnen zien waar WKO een mogelijke optie is, is een kansenkaart opgesteld. Door deze kansenkaart te gebruiken kan de mogelijkheid voor de toepassing van WKO al in een vroegtijdig stadium van het planproces worden betrokken. Dat biedt de mogelijkheid om de duurzame techniek goed te integreren, en waar sprake is van individuele systemen deze goed af te stemmen. Eventuele grootschalige systemen kunnen in een later stadium minder makkelijk worden geïntegreerd. Zonder deze kansenkaart wordt de mogelijkheid van WKO eerder over het hoofd gezien.
Feitelijke informatie In de voortgangsrapportage duurzaamheid 2010 is aangegeven dat de gemeente Heusden zich bij ‘duurzaamheid’ focust op duurzame energie. Daarbij was vanuit het bodembeleidsplan 2007-2010 (ondertussen vervangen door de ‘nota bodembeheer’) een nog openstaande actie om te kijken naar de mogelijkheden van WKO in de gemeente Heusden. Om hieraan invulling te geven is de ‘kansenkaart 1 bodemenergie gemeente Heusden’ opgesteld . In het beschrijvende deel van de kansenkaart wordt ingegaan op diverse achtergronden: het verschil tussen zogenaamde ‘open systemen’ (grootschalig, gebruik van grondwater) en ‘gesloten systemen’ (kleinschaliger, met geleidingsmiddel) wordt uitgewerkt, en er wordt kort stilgestaan bij juridische en technische aspecten van WKO (omdat dit niet uitputtend gebeurt kan niet alleen op basis van deze kaart worden besloten of een WKO-systeem kan worden toegepast; daarvoor is een haalbaarheidsstudie nodig waarin ook aandacht wordt gegeven aan de locatiespecifieke aspecten). Uit de kaart blijkt dat de bodem van de gemeente vrijwel overal geschikt tot zeer geschikt is voor zowel de open als gesloten systemen. Wel is, met uitzondering van een smalle strook in het noorden, vrijwel overal het risico van een zgn. ‘redoxgrens’ aanwezig. Dit houdt in dat bij het onttrekken en infiltreren van grondwater ervoor gezorgd dient te worden dat ijzerhoudend en zuurstofhoudend water niet gemengd moeten worden omdat dan door roestvorming de bronnen kunnen verstoppen. Met andere woorden: de bodemgesteldheid vormt vrijwel nergens in de gemeente een belemmering om met WKO aan de slag te gaan. In de toekomst kan mogelijk naar ‘nut en noodzaak’ van een ordeningsplan WKO worden gekeken. Hiermee kan sturing gegeven worden aan zones voor koud water en zones voor warm 2 water, om interferentie te voorkomen. Dit heeft echter alleen zin bij een groter aantal WKO-systemen op een beperkt grondgebied. In paragraaf 3.2 worden projecten in de gemeente genoemd waar WKO als extra kansrijk wordt aangemerkt. 1
Deze opdracht is aan IF Technology verstrekt in samenwerking met de gemeente Waalwijk, die in dezelfde opdracht een kansenkaart voor haar grondgebied heeft laten opstellen. 2 Als verschillende bronnen te dicht bij elkaar gepositioneerd worden, kunnen ze elkaar negatief beïnvloeden.
1
Zaaknummer: DBO12 Onderwerp
Kansenkaart bodemenergie gemeente Heusden
Wettelijk kader Op dit moment zijn open energieopslagsystemen in principe vergunningplichtig in het kader van de Waterwet. Voor gesloten systemen bestaat nog geen beleid of registratieplicht. Hier komt echter verandering in: vanaf 1 januari 2013 wordt de AMvB Bodemenergie van kracht. In deze AMvB is bepaald dat de gemeente bevoegd gezag wordt voor gesloten systemen. Vanaf dan geldt voor alle gesloten systemen een meldingsplicht. Voor de gesloten systemen groter dan 70 kWh is een vergunning vereist. De provincie Noord-Brabant heeft als beleid dat onttrekkingen ten behoeve van energieopslagsystemen niet dieper dan 80 m onder het maaiveld mogen plaatsvinden, ter bescherming van drinkwaterwinningen in dieper gelegen watervoerende pakketten. Gesloten systemen (bodemwarmtewisselaars) mogen wel dieper dan 80m onder het maaiveld gerealiseerd worden.
Afweging Zie hiervoor de bijgevoegde kansenkaart.
Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
Risico's Er zijn geen risico’s verbonden aan dit voorstel.
Procedure Vervolgstappen Op 31 mei wordt een interne workshop gegeven waarbij kennisoverdracht en draagvlak centraal staan, om ook bij gemeentelijke projecten meer aandacht te geven aan de mogelijkheden voor WKO. Daarnaast zal worden onderzocht in hoeverre het nut heeft om binnen de gemeente Heusden interferentiegebieden aan te wijzen.
Communicatie Via bijgaand persbericht wordt aandacht gegeven aan de kansenkaart.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
2
Zaaknummer: DBO12 Onderwerp
Kansenkaart bodemenergie gemeente Heusden
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 8 mei 2012;
besloten: - De bijgaande kaart vast te stellen en deze ter kennisname door te sturen naar de raad.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
3
Kansenkaart bodemenergie gemeente Heusden
Opdrachtgever
Gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen Contactpersonen: dhr. C. Vriends Dhr. D. Bok
Adviseur bodemenergie
IF Technology bv Velperweg 37 Postbus 605 6800 AP ARNHEM T 026 - 35 35 555 F 026 - 35 35 599 E
[email protected] Contactpersonen: dhr. M.H.A. Braakhekke MSc mevr. S.E. de Boer MSc
Disclaimer Dit rapport beschrijft de toepassingsmogelijkheden van bodemenergie in de gemeente Heusden op quickscan-niveau. Indien uit deze studie blijkt dat bodemenergie kansrijk is, kan in de volgende fase een haalbaarheidsstudie uitgevoerd worden om de werkelijke technische, juridische en financiële mogelijkheden voor bodemenergie in beeld te brengen. Dit rapport is nadrukkelijk niet geschikt voor vergunningaanvragen, haalbaarheidsstudies of ontwerpstudies.
25.793/61277/SB 19 januari 2012
Inhoudsopgave 1
Algemene introductie ................................................................................................... 3 1.1 Kader ............................................................................................................... 3 1.2 Type bodemenergiesystemen ......................................................................... 4 1.3 Waarom energieopslag? ................................................................................. 6 1.4 Leeswijzer rapportage ..................................................................................... 7
2
Inventarisatie ............................................................................................................... 8 2.1 Geschiktheid ondergrond open systemen ...................................................... 8 2.1.1 Bodemgeschiktheid ................................................................................. 8 2.1.2 Grondwaterkwaliteit ............................................................................... 10 2.1.3 Toelichting legenda geschiktheidskaart ................................................ 11 2.2 Geschiktheid ondergrond gesloten systemen ............................................... 12 2.2.1 Bodemgeschiktheid ............................................................................... 12 2.2.2 Grondwaterkwaliteit ............................................................................... 14 2.2.3 Toelichting legenda geschiktheidskaart ................................................ 14 2.3 Bouwlocaties ................................................................................................. 15 2.4 Ondergrondse functies en grondwaterbelangen ........................................... 16 2.4.1 Grondwatergebruikers ........................................................................... 17 2.4.2 Beschermde gebieden waterhuishouding ............................................. 18 2.4.3 Waterkeringen ....................................................................................... 18 2.4.4 Verontreinigingen .................................................................................. 19 2.4.5 Archeologie ........................................................................................... 19
3
Kansen ...................................................................................................................... 22 3.1 Combinatiekansen......................................................................................... 22 3.2 Ontwikkelingen in Heusden ........................................................................... 23 3.3 Vervolgtraject ................................................................................................ 25
Literatuur ........................................................................................................................... 27
25.793/61277/SB
19 januari 2012
2
1
Algemene introductie De Noord-Brabantse gemeenten Heusden en Waalwijk hebben de ambitie om hun energie- en klimaatbeleid te verduurzamen en zodoende de uitstoot van broeikasgassen sterk te reduceren. De toepassing van energieopslag biedt één van de mogelijkheden om deze duurzaamheidsambitie vorm te geven. Voorliggend rapport presenteert de kansenkaarten energieopslag voor de gemeente Heusden.
1.1
Kader Voor de bouwkundige inpassing en aanvraag van vereiste vergunningen is het van belang dat energieopslag in een vroegtijdig stadium in het bouwproces wordt betrokken. Onder ideale omstandigheden vindt dit al plaats tijdens de (stedenbouwkundige) initiatieffase. Dit biedt de mogelijkheid om: - grootschalige collectieve systemen te ontwikkelen; andere duurzame technieken te integreren; individuele systemen goed afgestemd en geordend naast elkaar te realiseren. De praktijk leert echter dat energieopslag vaak nog te laat in bouwprojecten wordt ingebracht, waardoor kansen op energiebesparing worden gemist. Door betrokken projectmedewerkers van gemeenten handvatten aan te reiken om energieopslag te stimuleren kan deze duurzame techniek vroegtijdig onder de aandacht worden gebracht van ontwikkelende partijen zoals projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Het ontwikkelen van kansenkaarten in combinatie met voorlichtingsbijeenkomsten vormen een bewezen manier om initiatiefnemers te attenderen op het bestaan van energieopslag en op de mogelijkheid om het op de betreffende locatie toe te passen. Indien de mogelijkheid bestaat, kunnen de betrokken overheidsmedewerkers een brugfunctie vervullen naar initiatiefnemers door een advies over het vervolgtraject te geven. Een volgende stap is bijvoorbeeld het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. Zo wordt actief gestalte gegeven aan de daadwerkelijke realisatie van projecten, en dus aan een grotere energiebesparing.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
3
Wettelijk kader Op dit moment zijn open energieopslagsystemen vergunningplichtig in het kader van de Waterwet. Onder bepaalde voorwaarden zijn kleinere systemen (<10 m³/h) in NoordBrabant alleen meldingsplichtig. Voor gesloten systemen bestaat nog geen beleid. Op dit moment zijn gesloten systemen niet op gemeentelijk of provinciaal niveau geregistreerd. Hier komt echter verandering in. De provincie Noord-Brabant heeft als beleid dat onttrekkingen ten behoeve van energieopslagsystemen niet dieper dan 80 m onder het maaiveld (m-mv) mogen plaatsvinden. Dit is ingesteld ter bescherming van drinkwaterwinningen in dieper gelegen watervoerende pakketten. Gesloten systemen (bodemwarmtewisselaars) mogen wel dieper dan 80 m-mv gerealiseerd worden. Vanaf 1 januari 2013 wordt de AMvB Bodemenergie van kracht. In deze AMvB is bepaald dat de gemeente bevoegd gezag wordt voor gesloten systemen. Vanaf dan geldt voor alle gesloten systemen een meldingsplicht. Voor de gesloten systemen groter dan 70 kWh is een vergunning vereist. Het is ook mogelijk om binnen een gemeente interferentiegebieden aan te wijzen voor gesloten systemen. Op deze manier kan invulling gegeven worden aan de gemeentelijke ambities met betrekking tot bodemenergie en aan een integrale benadering van de onder- en bovengrondse functies.
1.2
Type bodemenergiesystemen Het algemeen principe van bodemenergie is dat de ondergrond wordt gebruikt als energiebron en/of buffer. Onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende bodemenergiesystemen, ieder met hun specifiek toepassingsgebied (zie figuur 1.1). De geothermie(aardwarmtewinning op diepte van meer dan 1.500 m) en hoge temperatuuropslagsystemen (opslag van restwarmte van industrie/glastuinbouw (> 30 °C )) worden in dit project buiten beschouwing gelaten.
open systemen energieopslag
gesloten systemen
geothermie
hogetemperatuur opslag
bodemenergie Figuur 1.1
Overzicht type bodemenergiesystemen
De basis van energieopslagsystemen ligt in het seizoensmatig opslaan van warmte en koude in de bodem, waardoor de winterkoude in de zomer beschikbaar is voor koeling en de zomerwarmte in de winter te gebruiken is voor verwarming. Energieopslagsystemen zijn onder te verdelen in open en gesloten systemen.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
4
Open systemen Open systemen maken voor de opslag van energie gebruik van watervoerende lagen van 30 tot 300 meter diepte. Deze systemen worden ook wel grondwater- of koude-/ warmteopslagsystemen genoemd. Via bronnen onttrekken open systemen grondwater uit de watervoerende lagen, dat vervolgens door leidingen naar een warmtewisselaar stroomt. Hier vindt energie-uitwisseling met het gebouwcircuit plaats, waarna het opgewarmde of afgekoelde grondwater wordt teruggebracht in de bodem (zie figuur 1.2). Open systemen zijn met name geschikt voor de grootschalige toepassing (vanaf circa 250 kW of circa 50 woningen), zoals voor meerdere woningen en woonwijken, glastuinbouwbedrijven, industrie en kantoorgebouwen. Op dit moment zijn meer dan 1.100 van dergelijke systemen geregistreerd in Nederland, waarvan meer dan 230 in de provincie Noord-Brabant.
Figuur 1.2
Principeschema open systemen
Gesloten systemen Gesloten- of bodemwarmtewisselaarsystemen bestaan uit een gesloten circuit van bodemlussen, waardoor een medium (water, antivries of glycol) circuleert. De lussen wisselen energie uit met de bodem door middel van geleiding en hebben een maximale diepte van circa 150 meter (zie figuur 1.3). Indien geen milieuvriendelijke middelen gebruikt worden bestaat de kans op het verontreinigen van de bodem als er sprake is van een lekkage/ calamiteit. Op dit moment (jan 2012) is een onderzoeksvoorstel ingediend bij SKB, waarin onderzoek naar geschikte middelen voor gebruik in gesloten systemen een van de aandachtspunten is. Op dit moment zijn naar verwachting circa 35.000 lussen in Nederland gerealiseerd. Gesloten systemen worden veelal toegepast bij projecten van geringe omvang; (individuele) huizen en kleine kantoren.
Figuur 1.3
25.793/61277/SB
Principeschema gesloten systemen (bodemwarmtewisselaars)
19 januari 2012
5
1.3
Waarom energieopslag? De toepassing van energieopslag levert een aantal belangrijke kansen en voordelen op: Milieuvoordelen Een belangrijke drijfveer om energieopslag toe te passen, zijn de optredende milieuvoordelen. Met de toepassing van energieopslag treedt een aanzienlijke besparing op van de hoeveelheid primaire (fossiele) energie, waarbij tevens de uitstoot van het broeikasgas CO2 wordt beperkt tot 80% bij koelen en 30% bij verwarmen (ten opzichte van een conventionele installatie). Hierdoor kan energieopslag een aanzienlijke bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente. Bovendien draagt energieopslag vanwege deze milieuvoordelen bij aan het behalen van de EPC-norm. Groot toepassingsbereik De ondergrond in Nederland is bijna overal geschikt voor energieopslag. De techniek wordt toegepast voor zowel zeer kleinschalige bouwprojecten als voor grootschalige ontwikkelingen binnen alle marktsegmenten: woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, industrie en glastuinbouw. Daarnaast biedt energieopslag voordelen bij de toepassing met verschillende gebruiksfuncties (bijvoorbeeld kantoren in combinatie met woningbouw). Ook is het bovengrondse ruimtegebruik beperkt. De technische ruimte voor een open systeem beslaat circa 15 á 20 m² en kan meestal worden ingepast in het gebouw. Bij gesloten systemen is alleen ruimte voor een warmtewisselaar en warmtepomp benodigd. De putten voor zowel open als gesloten systemen kunnen volledig ondergronds afgewerkt worden. Hierdoor is energieopslag in (drukke) binnensteden een aantrekkelijke optie. Financieel aantrekkelijk In de meeste gevallen is energieopslag economisch rendabel. De extra investeringen ten opzichte van een conventionele installatie zijn vaak op relatief korte termijn (< 10 jaar) terug te verdienen vanwege de lage exploitatiekosten. Ook de stijgende olie- en gasprijzen en een dalende norm voor de Energie Prestatie (EPC) dragen ertoe bij dat energieopslag financieel rendabel is en in de toekomst rendabel blijft. Volwassen en robuuste techniek Energieopslag is een bewezen techniek en het innovatiestadium voorbij. In Nederland zijn sinds 1990 meer dan 1.100 open systemen vergund en circa 35.000 bodemlussen gerealiseerd (bron: CBS). Deze systemen functioneren over het algemeen goed, mits voldoende aandacht wordt besteed aan het (voorraad)beheer. Maatschappelijke voordelen Vanwege de geringe effecten van het energieopslagsysteem op de omgeving, krijgen de systemen nauwelijks maatschappelijke weerstand. Ook worden vergunningen in het kader van de Waterwet vrijwel altijd afgegeven. Belangrijk ook is dat het zogenaamde NIMBY-effect (‘not in my backyard’) ontbreekt: geen geluidshinder, horizonaantasting of geurhinder, en geen inperking van de openbare ruimte.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
6
1.4
Leeswijzer rapportage De voorliggende rapportage is als volgt opgebouwd: Inventarisatie themakaarten (hoofdstuk 2) De gemeentelijke kansenkaarten zijn opgebouwd uit een drietal themakaarten, die bepalend zijn voor de toepassingsmogelijkheden van energieopslag: 1. De geohydrologische gesteldheid van de ondergrond; 2. De geplande bouwontwikkelingen; 3. De ondergrondse functies en belangen. Paragraaf 2.1 en 2.2 gaan in op de geohydrologische aspecten, die de technische toepasbaarheid van respectievelijk open en gesloten systemen bepalen. Voor de toepasbaarheid van energieopslag dient de geschiktheid van de ondergrond gekoppeld te worden aan bovengrondse ontwikkelingen met een koude/warmtebehoefte. Paragraaf 2.3 brengt de beoogde nieuwbouwlocaties in beeld. In paragraaf 2.4 zijn de ondergrondse functies en belangen in het stedelijk gebied van de gemeente in beeld gebracht. Enerzijds kunnen deze gebruikers kansen bieden voor combinatie met energieopslag, anderzijds dient negatieve interferentie (interactie) voorkomen te worden. In hoofdstuk 3 worden kansrijke locaties en combinatiekansen toegelicht.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
7
2
Inventarisatie
2.1
Geschiktheid ondergrond open systemen
2.1.1
Bodemgeschiktheid De geschiktheid van de ondergrond voor open systemen is in belangrijke mate afhankelijk van de opslagcapaciteit van de aanwezige watervoerende pakketten in de ondergrond. Hoe dikker het zandpakket, hoe geschikter het pakket voor open systemen. Over het algemeen geldt voor de toepassing van energieopslag een minimale pakketdikte van circa 10 m. Naast de opslagcapaciteit is de doorlatendheid van de watervoerende laag van belang. De doorlatendheid geeft aan hoe makkelijk het water naar de bronnen toestroomt. De doorlatendheid wordt in belangrijke mate bepaald door de grofkorreligheid van de zandlaag. Hoe grover het zand, hoe hoger de doorlatendheid van het zand. Een energieopslagsysteem kan heel goed functioneren als de doorlatendheid van de watervoerende laag groter is dan circa 10 meter per dag. Bij een lagere doorlatendheid kan het grondwater minder makkelijk naar de bronnen toestromen. Er zijn dan meer of grotere bronnen nodig om het water te onttrekken. Dit maakt een energieopslagsysteem duurder en daardoor economische minder aantrekkelijk. Het product van de dikte (D in meters) en de doorlatendheid van de zandlaag (k in m per dag) levert het doorlaatvermogen. De eenheid van het doorlaatvermogen (kD) is m² per dag. Het doorlaatvermogen bepaald hoeveel water aan een watervoerende laag kan worden onttrokken. 1
De schematisatie van de bodemopbouw (figuur 2.1) is gebaseerd op REGIS -data van TNO Bouw en Ondergrond. Deze data zijn gecontroleerd aan de hand van boorbeschrijvingen uit DINO-Loket en gerealiseerde energieopslagsystemen. Het is bekend dat op enkele locaties het doorlaatvermogen enigszins wordt overschat. Op andere locaties wordt het doorlaatvermogen juist onderschat. Geohydrologische beschrijving Uit de boringen en REGIS-data blijkt dat de bodemopbouw in Heusden tot 80 m-mv bestaat uit een aantal watervoerende en scheidende lagen. De aanwezigheid en dikte van de verschillende watervoerende pakketten en scheidende lagen verschilt per locatie. In figuur 2.1 zijn twee dwarsprofielen weergegeven die de geohydrologische opbouw van de ondergrond weergeven van profielen A-A’ en B-B’. Figuur 2.2 geeft de ligging van de profielen binnen de gemeente weer.
1 REgionaal Geografisch InformatieSysteem
25.793/61277/SB
19 januari 2012
8
Figuur 2.1
Geohydrologische dwarsprofielen gemeente Heusden (bron: REGIS, TNO Bouw en Ondergrond)
Op basis van beide dwarsprofielen worden drie watervoerende pakketten onderscheiden: het eerste, tweede en derde watervoerende pakket. Het derde watervoerende pakket bevindt zich overal op een diepte van meer dan 80 m-mv en kan vanwege provinciaal beleid niet gebruikt worden. Ditzelfde geldt vrijwel overal ook voor het tweede watervoerende pakket. Eerste watervoerende pakket Het eerste watervoerende pakket bestaat overwegend uit matig fijn tot zeer grof zand. De gemiddelde dikte bedraagt circa 50 m, maar varieert tussen de 30 en 85 meter. In de zuidelijke helft van de gemeente is het pakket dikker dan in de noordelijke helft. Lokaal komen kleilenzen voor. In de noordelijke helft van de gemeente wordt het eerste watervoerende pakket op veel plaatsen afgesloten door een deklaag. Aangezien energieopslagsystemen zelden ondieper dan 20 m-mv gerealiseerd worden zijn de bovenste 20 meter van dit pakket niet meegenomen in de bodemgeschiktheidsbepaling. Tweede watervoerende pakket Het tweede watervoerende pakket bestaat uit zeer fijn tot zeer grof zand. Alleen ten westen van de lijn Heusden-Drunen ligt dit pakket ondieper dan 80 m-mv. Grondwaterstroming De richting van de grondwaterstroming in de gemeente Heusden varieert tussen noordoost en noordwest. De gemiddelde snelheid waarmee het grondwater stroomt, ligt tussen de 10 á 25 m/j. Energieopslag in de bodem is bij deze grondwaterstroming goed mogelijk.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
9
Figuur 2.2
2.1.2
Ligging geohydrologische dwarsprofielen A-A’ en B-B’ in gemeente Heusden
Grondwaterkwaliteit Verzilting De grondwaterkwaliteit kan van invloed zijn op de toepassingsmogelijkheden van open systemen. Voor gesloten systemen speelt de grondwaterkwaliteit geen rol omdat deze systemen niet in open contact staan met het grondwater. Bij toepassing van open systemen dient beïnvloeding van het grensvlak tussen zoet en zout grondwater voorkomen te worden. Het zoet-brak grensvlak ligt in de gemeente Heusden overal dieper dan 100 mmv en is derhalve geen aandachtspunt voor energieopslagsystemen die niet dieper dan 80 m-mv gerealiseerd mogen worden. Redox De aanwezigheid van een zogenaamde redoxgrens in het grondwater kan een rol spelen voor de toepassingsmogelijkheden van energieopslag. Een redoxgrens is een overgang tussen ijzerhoudend (gereduceerd) en zuurstof-/ nitraathoudend (geoxideerd) grondwater.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
10
Bij menging van gereduceerd grondwater en geoxideerd grondwater slaan ijzer(hydr)oxiden neer waardoor de bronnen kunnen verstoppen. Bij energieopslag moet worden voorkomen dat door het onttrekken en infiltreren van grondwater menging van oxisch en gereduceerd grondwater plaatsvindt. Met uitzondering van het meest noordelijke gedeelte is de gemeente Heusden een infiltratiegebied. Dit betekent dat zuurstofrijk regenwater infiltreert in het eerste watervoerende pakket. Op locaties waar een deklaag afwezig is kan de redoxgrens daardoor een aandachtspunt vormen bij toepassing van energieopslag. Waar sprake is van een redoxgrens, bevindt deze zich op een diepte variërend tussen de 2 en 30 m-mv. In het uiterste noorden van de gemeente Heusden treedt kwel op, waardoor de kans op aanwezigheid van een redoxgrens hier kleiner is. De grens tussen kwel- en infiltratiegebied is niet precies bekend, er is sprake van een overgangszone waar redoxverschijnselen lokaal kunnen voorkomen. 2.1.3
Toelichting legenda geschiktheidskaart De geohydrologische indeling vormt de basis voor de indeling van de geschiktheidskaarten. In de geschiktheidskaarten wordt per pakket weergegeven hoe de geschiktheid van de bodem is voor energieopslag. Op basis van de benodigde opslagcapaciteit en een minimale doorlatendheid van 10 m/d zijn verschillende geschiktheidsklassen onderscheiden. Tabel 2.1
Bodemgeschiktheidsklassen open systemen
legenda
kD [m²/d]¹ matig geschikt < 150
geschikt
150 - 600
zeer geschikt
> 600
toelichting² maximale capaciteit van één brondoublet bedraagt circa 25 m³/h. De bodem is geschikt voor de energielevering voor maximaal 25 huizen, of 10 appartementen of 7.500 m² bvo, zonder meer investering in extra koude en warme bron (doublet). maximale capaciteit van één brondoublet bedraagt circa 25 tot 100 m³/h. De bodem is geschikt voor de energielevering voor circa 75 huizen, of 25 appartementen of 10.000 m² bvo, zonder meer investering in extra koude en warme bron (doublet). maximale capaciteit van één brondoublet is groter dan circa 100 m³/h. De bodem is geschikt voor de energielevering voor minimaal 150 huizen, of 50 appartementen of 20.000 m² bvo, zonder meer investering in extra koude en warme bron (doublet). Gezien de kans op redoxverschijnselen in dit gebied worden deze grote systemen niet haalbaar geacht.
¹ Bij het bepalen van de kD-klassen is rekening gehouden met de praktijksituatie dat gemiddeld slechts 80% van de dikte van het watervoerend pakket gebruikt kan worden voor het plaatsen van filters. ² Het debiet per woning is sterk afhankelijk van het type woning en het energieconcept en kan hierdoor aanzienlijk variëren. Uitgangspunt voor tabel 2.1 vormt een grondgebonden woning en een monovalent energieconcept [Lit. 1].
25.793/61277/SB
19 januari 2012
11
Figuur 2.3
Weergave kD waarden meest geschikte pakket
Cumulatieve bodemgeschiktheidskaart In de cumulatieve bodemgeschiktheidskaart (figuur 2.3) worden de twee watervoerende pakketten over elkaar heen gelegd en wordt op elke locatie het meest geschikte watervoerende pakket weergegeven. In de gemeente Heusden is dat overal het eerste watervoerende pakket. Uit de cumulatieve bodemgeschiktheidskaart blijkt dat vrijwel in de gehele gemeente middelgrote systemen (tot circa 100 m³/uur) kunnen worden toegepast. Hierbij wordt echter geadviseerd de ligging van de redoxgrens op de locatie nader te onderzoeken.
2.2
Geschiktheid ondergrond gesloten systemen
2.2.1
Bodemgeschiktheid De parameters die de technische bodemgeschiktheid voor gesloten systemen bepalen, zijn gebaseerd op de “Bodemgeschiktheidskaart voor gesloten systemen” zoals deze in 2000 in opdracht van SenterNovem is opgesteld [Lit. 2]. In 2008 is deze kaart voor de provincie Noord-Brabant geüpdate en uitgebreid tot 150 m-mv. Met de kaart kan een globale indicatie van de bodemgeschiktheid worden verkregen. De kaart kan niet worden gebruikt om systemen mee te ontwerpen.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
12
Gesloten systemen worden tot op heden met name toegepast in kleine woningbouwprojecten en utiliteitprojecten. In principe kunnen gesloten systemen technisch gezien overal in Nederland worden toegepast, maar de verschillende bodemeigenschappen kunnen de toepassingsmogelijkheden beïnvloeden (zie figuur 2.4). De belangrijkste bodemeigenschappen zijn hieronder toegelicht.
Figuur 2.4
Bodemeigenschappen die van invloed zijn op de bodemgeschiktheid voor gesloten systemen.
Thermische eigenschappen bodem De thermische geleiding van bodem en deklaag zijn belangrijke criteria voor de haalbaarheid van gesloten systemen. De gemiddelde warmtegeleiding hangt af van de verschillende aanwezige bodemsoorten. De bodemsoorten worden onderverdeeld in zand, klei, leem en veen. Een bodem die voornamelijk bestaat uit zand of schelpen(gruis) is goed geschikt. De bodemsoorten die de warmtegeleiding negatief beïnvloeden zijn veen, klei en leem. Klei-, veen- en leemlagen zijn van nature slecht doorlatend, deze lagen hebben een lager geleidingsvermogen dan zandlagen. Hoe groter de totale dikte van slecht doorlatende lagen die zich in de bodem bevinden, hoe langer de luslengtes van de bodemwarmtewisselaar moeten worden gedimensioneerd om een bepaalde capaciteit te behalen. Natuurlijke bodemtemperatuur De natuurlijke bodemtemperatuur bepaalt mede de geschiktheid voor de toepassing van gesloten systemen. Over het algemeen geldt dat hoe hoger de natuurlijke bodemtemperatuur, hoe geschikter de bodem is voor gesloten systemen. Bij hogere temperaturen dan 11°C is de bodem zeer goed geschikt. Bij lagere temperaturen dan 10°C is de bodem matig geschikt. De temperatuur van de bodem op een diepte van 50 m-mv bedraagt in de gemeente Heusden circa 11°C. Grondwaterstroming Een hoge grondwaterstroomsnelheid heeft met name bij kleine projecten voor gesloten systemen een positieve invloed op het thermisch functioneren. Bij onttrekking van warmte aan de bodem door een bodemwarmtewisselaar koelt de bodem namelijk af. De hoge stroomsnelheid van het grondwater levert een netto warmtewinst doordat het afgekoelde grondwater afstroomt.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
13
Grondwaterstand Onverzadigde bodemlagen hebben een lager geleidingsvermogen dan bodemlagen die volledig met grondwater verzadigd zijn. Hoe dikker de onverzadigde zone hoe dieper de bodemwarmtewisselaars moeten worden aangelegd. 2.2.2
Grondwaterkwaliteit Het functioneren van gesloten systemen wordt niet beïnvloed door de grondwaterkwaliteit omdat deze systemen niet in open contact staan met het grondwater (zie figuur 2.4).
2.2.3
Toelichting legenda geschiktheidskaart Om tot een indicatieve bodemgeschiktheidskaart te komen zijn bovenstaande parameters geëvalueerd en opgeteld door middel van een puntensysteem. Hierbij is de eindwaardering van de bodemgeschiktheid in drie klassen opgedeeld (tabel 2.2). Tabel 2.2
Bodemgeschiktheidsklassen gesloten systemen bij boordiepte tot 150 m
klasse matig geschikt geschikt zeer geschikt
specifiek vermogen¹ [W/m] < 20 20 - 30 >30
toelichting luslengte > 300 m/woning luslengte 200 - 300 m/woning luslengte < 200 m/woning
¹ specifiek vermogen is het gemiddeld vermogen van warmte of koude per meter dat aan de bodem onttrokken kan worden bij een boorgatdiepte van 150 m.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
14
Figuur 2.5
Bodemgeschiktheidskaart gesloten systemen
Op de bodemgeschiktheidskaart voor gesloten systemen (figuur 2.5) is te zien dat de ondergrond van gemeente Heusden overwegend geschikt tot zeer geschikt is voor de toepassing van bodemwarmtewisselaars. Door de lagere grondwaterstroming en diepere grondwaterstand is in en rondom de vesting Heusden een luslengte van circa 300 m benodigd. In de andere kernen is minder dan 200 meter per woning nodig om aan de energievraag te kunnen voldoen.
2.3
Bouwlocaties De bouwlocaties in de gemeente zijn aan de hand van gegevens van de gemeente in kaart gebracht. Nieuwbouw en revitalisering van bestaande bouw bepalen voor een belangrijk deel waar kansen liggen voor de toepassing van energieopslag. Verschillende soorten gebouwen hebben ieder een eigen specifieke energievraag. Woningen hebben een netto warmtevraag en bedrijven en utiliteit hebben een netto koudevraag. Door energieopslagsystemen slim te positioneren zou men deze behoeften kunnen uitwisselen. Figuur 2.6 geeft een overzicht van geplande locaties voor nieuwbouw of revitalisering in de gemeente Heusden.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
15
Figuur 2.6
Nieuwbouwlocaties binnen de gemeente Heusden
De meeste nieuwbouw vindt plaats aan de rand van de kernen. De kansen voor de hierboven genoemde bouwlocaties zullen in hoofdstuk 3 kort benoemd worden.
2.4
Ondergrondse functies en grondwaterbelangen Bij de toepassing van energieopslag dient rekening gehouden te worden met andere gebruikers en functies van de ondergrond. Ondergrondse functies kunnen kansen bieden voor combinatie met energieopslag. Bijvoorbeeld door koude warmteopslag te combineren met saneren van grondwaterverontreinigingen. Negatieve interferentie met deze gebruikers en functies moet worden voorkomen. In deze paragraaf zijn de diverse ondergrondse functies in het stedelijk gebied van de gemeente geïnventariseerd. De figuren in deze paragraaf geven een overzicht hiervan.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
16
2.4.1
Grondwatergebruikers
Figuur 2.7
Overzicht grondwatergebruikers, beschermde gebieden waterhuishouding en waterkeringen
In figuur 2.7 zijn alle permanente grondwatergebruikers weergegeven zoals opgenomen in het register van de provincie Noord-Brabant (juli 2011). Kleine (<50.000 m³/j) en tijdelijke onttrekkingen zijn niet in de figuur opgenomen. Grootschalige onttrekkingen kunnen in verband met wederzijdse beïnvloeding wel een belangrijk aandachtspunt vormen. De praktijk leert dat het ontwerp van een energieopslagsysteem zodanig kan worden ingericht dat wederzijdse beïnvloeding wordt voorkomen. Er zijn al verschillende KWOsystemen vergund in de gemeente, bij bedrijvenpark Het Hoog en in het westen van Drunen. In het grondwaterbeschermingsgebied ten zuiden van Nieuwkuijk mogen geen energieopslagsystemen gerealiseerd worden. In de boringsvrije zone rond het grondwaterbeschermingsgebied mogen energieopslagsystemen alleen boven de eerste scheidende laag gerealiseerd worden. Tabel 2.3 beschrijft de onttrekkingen die voorkomen in de gemeente met de vergunninghouder, functie en waterhoeveelheid. Tabel 2.3
Permanente grondwateronttrekkingen uit het register van de provincie
nummer vergunninghouder
functie
17677
openbare watervoorziening
waterproductiebedrijf Vlijmen
25.793/61277/SB
19 januari 2012
17
grootte [m³/jaar] 2.000.000
Tabel 2.4
Eigenschappen vergunde open systemen in gemeente Heusden
Naam Appartementen "Venne West" Momexx Mould Making Experts Hercuton B.V.
2.4.2
Type systeem KWO
Filterdiepte (m-mv) 38 - 48
Max debiet (m³/uur) 25
Max vergunde hoeveelheid (m³/uur) 150.000
KWO/ Recirculatie KWO/ Recirculatie
15 - 50
30
78.000
25 - 36
10
38.000
Beschermde gebieden waterhuishouding Beschermde gebieden waterhuishouding mogen geen nadelige invloed ondervinden van grondwaterstandveranderingen. In figuur 2.7 zijn de beschermde gebieden waterhuishouding weergegeven. Deze gebieden bestaan uit beschermde gebieden en attentiegebieden. Binnen deze gebieden mogen geen energieopslagsystemen ontwikkeld worden, met uitzondering van attentiegebieden binnen de bebouwde kom. In de attentiegebieden mogen wel (beperkte) effecten optreden van energieopslagsystemen die net buiten de gebiedsgrens gerealiseerd worden. Beschermde gebieden waterhuishouding zijn vrijwel altijd gelegen in het buitengebied, terwijl de meeste energieopslagsystemen in de bebouwde kom gerealiseerd worden.
2.4.3
Waterkeringen Het waterschap Aa en Maas is bevoegd gezag voor de waterkeringen en de bijbehorende beschermingszones. In figuur 2.7 zijn deze gebieden weergegeven. Van de regionale keringen en vesting Heusden zijn nog geen beschermingszones bepaald. Deze volgen uit de leggers die in de loop van 2012/2013 worden vastgesteld. Het is verboden zonder vergunning Waterwet een energieopslagsysteem te realiseren in een waterkering of beschermingzone.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
18
2.4.4
Verontreinigingen
Figuur 2.8
Overzicht verontreinigingen, belangrijke leidingen en archeologie
In figuur 2.8 zijn de bij de provincie Noord-Brabant bekende ernstige grondwaterverontreinigingen opgenomen. Er is onderscheid gemaakt tussen mobiele en zeer mobiele grondwaterverontreinigingen. De verontreinigingen komen voornamelijk voor binnen de kernen. Een verontreiniging mag in het kader van de Wet Bodembescherming (Wbb) niet negatief beïnvloed worden. De grondwaterverontreinigingen vormen in verband met mogelijke interactie een aandachtspunt voor de toepassing van energieopslag. Er dient met de verontreinigingen rekening te worden gehouden bij het bronontwerp en aanvragen van de vergunning in het kader van de Waterwet. Het potentieel voor combinatie van energieopslag met sanering is het grootst bij verontreinigingen die zijn doorgedrongen tot in de watervoerende laag waar ook de filters van het betreffende energieopslagsysteem kunnen worden geplaatst. 2.4.5
Archeologie In figuur 2.9 zijn de archeologisch waardevolle gebieden in de gemeente Heusden weergegeven. Het beleid voor de verschillende categorieën is nog in ontwikkeling [Lit. 3]. De hieronder vermelde beleidsmaatregels zijn dus indicatief. Voor wijzigingen aan wettelijk beschermde monumenten (categorie 1) is een vergunning nodig van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Deze gebieden vallen buiten de bevoegdheid van de gemeente.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
19
Ten westen van de vesting Heusden bevindt zich één locatie die als categorie 1 aangemerkt wordt. In gebieden die zijn aangemerkt als categorie 2 is het verboden om zonder of in afwijking van een vergunning het archeologisch bodemarchief te verstoren, indien er sprake is van verstoring van een oppervlak van minimaal 100 m² met een diepte van minimaal 0,5 m. Voor gebieden die zijn aangemerkt als categorie 3 ligt de grens bij 500 m² en 0,5 m diepte. Bij nieuwbouwprojecten zal de verstoring van de ondergrond vaak al dusdanig groot zijn dat een vergunning nodig is. Er hoeft in dat geval geen aparte vergunning voor het energieopslagsysteem te worden aangevraagd. In de vergunningaanvraag moet worden aangegeven wat de bestaande en de door de aanvrager gewenste situaties zijn.
Figuur 2.9 2.4.6
Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Heusden [Lit. 3].
Ondergrondse infrastructuur Kabels en leidingen Figuur 2.8 presenteert de globale ligging van de belangrijkste ondergrondse hoofdleidingen. In heel Heusden liggen kabels en leidingen in de ondergrond, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Kabels en leidingen liggen maximaal 1 tot 2 meter diep. Als energieopslagsystemen worden geplaatst moet rekening worden gehouden met kabels en leidingen wanneer de boorwerkzaamheden plaatsvinden.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
20
Tunnels en parkeergarages Net als bij kabels en leidingen kunnen ook ondergrondse werken zoals tunnels en parkeergarages een aandachtspunt zijn bij het plaatsen van open of gesloten systemen. Ondergrondse werken zoals tunnels en parkeergarages komen in de regel enkel voor binnen de kernen. In de gemeente Heusden zijn geen ondergrondse parkeergarages, tunnels of andere ondergrondse werken bekend.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
21
3
Kansen
3.1
Combinatiekansen In voorgaande hoofdstukken is bij een aantal thema’s gesproken over combinatiekansen. Vooralsnog worden voor gemeente Heusden de volgende combinaties als meest kansrijk gezien: 1. Restwarmte levering in combinatie met hoge temperatuuropslag; 2. Sanering verontreiniging uitvoeren met bodemenergiesystemen. Restwarmte levering in combinatie met hogetemperatuuropslag Het principe van hogetemperatuuropslag (HTO) betreft het opslaan van overtollige warmte (bijvoorbeeld (rest)warmte van industrie, biomassa centrale of geothermiebron) in de zomer om in de winter in te zetten als aanvulling op de directe warmtelevering vanuit de (rest)warmtebron. Figuur 3.1 illustreert het principe van HTO aan de hand van de praktijktoepassing bij onderzoekcentrum NIOO in Wageningen. In de zomer wordt warmte uit de kassen opgevangen en met een temperatuur van circa 50 °C opgeslagen in de ondergrond. In de winter wordt het water onttrokken voor verwarming van het onderzoekcentrum.
Figuur 3.1
Toepassing HTO bij onderzoekscentrum NIOO
HTO staat momenteel landelijk volop in de belangstelling als aanvulling op het energieconcept van collectieve warmtevoorzieningen met warmtenetten. De toepassing levert namelijk een aantal voordelen op: - Opvangen van de onbalans tussen het aanbod en de vraag (afname- en leveringszekerheid); - Back-upcapaciteit; - Besparing door verdringen van piekvermogen en –energie welke anders geleverd wordt door een conventionele niet duurzame installatie.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
22
Gezien het grote potentieel wat toegekend wordt, vindt momenteel een grootschalig SKBonderzoek plaats, met als doel de belangrijkste kennisleemten in te vullen. Medio 2012 komen de onderzoeksresultaten beschikbaar. Sanering verontreiniging met bodemenergiesystemen Indien de bronfilters van een open systeem in dezelfde watervoerende laag als een verontreiniging kunnen worden gepositioneerd kan bij een juiste bronconfiguratie ervoor worden gezorgd dat beheersing van de grondwaterverontreiniging plaatsvindt. Het onttrekken en infiltreren van grondwater zorgt bovendien voor een zogenaamd wasmachineeffect, dat samen met een temperatuurverhoging door positionering van de warme bel in de verontreinigingvlek, de natuurlijke afbraak van de verontreiniging kan stimuleren. Ook door middel van gesloten systemen kan dit temperatuurseffect worden bereikt. Begin 2009 is een SKB-studie gestart naar de mogelijkheden van extra stimulering door het toevoegen van bioreactieve stoffen. De mate waarin het synergievoordeel kan worden benut zal nog aangetoond moeten worden. Tevens vraagt het een verdere juridische afstemming. In figuur 3.2 is een voorbeeld weergegeven van deze synergiekans.
Figuur 3.2
Weergave energieopslag in combinatie met sanering
In Heusden bevinden zich enkele mobiele verontreinigingen in het grondwater in het eerste watervoerende pakket. Dit pakket is op de meeste locaties geschikt voor energieopslag, waardoor de combinatie met sanering potentieel tot de mogelijkheden behoort.
3.2
Ontwikkelingen in Heusden Uit de kansenkaarten blijkt dat de ondergrond in de gemeente Heusden vrijwel overal geschikt is voor de toepassing van middelgrote systemen (tot circa 100 m³/uur). De mogelijke aanwezigheid van een redoxgrens vormt wel een aandachtspunt. Door de beperkte dikte van het geschikte watervoerende pakket bestaat de kans dat zuurstofrijk water van bovenin het pakket wordt aangetrokken. Dit kan leiden tot bronverstopping. Bij systemen groter dan circa 100 m³/uur is het risico op het aantrekken van zuurstofrijk water dusdanig groot dat deze systemen niet haalbaar worden geacht in Heusden. In beschermde gebieden waterhuishouding en grondwaterbeschermingsgebieden is het niet toegestaan boringen uit te voeren. Energieopslagsystemen zijn in deze gebieden daarom niet realiseerbaar. In attentiegebieden waterhuishouding, boringsvrije zones, beschermingszones van waterkeringen en archeologisch waardevolle gebieden is energieopslag onder voorwaarden toegestaan.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
23
Zoals op de kansenkaarten te zien is vallen de meeste bouwlocaties buiten attentiegebieden. Dit biedt mogelijkheden voor de realisatie van energieopslagsystemen. De exacte bouwtypes en bouwvolumes per bouwlocatie zijn nog onbekend. Derhalve is het niet mogelijk om aan te geven welk type systeem het meest geschikt is per bouwlocatie. Wel zijn locaties aan te wijzen die extra kansrijk zijn voor de toepassing van energieopslag. Hiervoor wordt een aantal beoordelingscriteria gehanteerd: - Grootte van de nieuwbouwlocatie Hoe groter de nieuwbouw ontwikkelingen (aantal woningen of hectare bedrijventerrein), hoe rendabeler de aanleg en exploitatie van een energieopslagsysteem op de beoogde locatie. De kosten worden tenslotte door meer gebruikers gedragen. De grootte van de nieuwbouwlocatie heeft tevens invloed op de terugverdientijd: bij grotere projecten kan de terugverdientijd aanzienlijk kleiner zijn dan bij kleinschalige projecten. Het een en ander is echter afhankelijk van bodemopbouw, het energieconcept van de bebouwing en de financiële constructie . - De bodemgeschiktheid Hoe geschikter de bodem, hoe minder bronnen of lussen gerealiseerd hoeven te worden om aan het benodigde debiet te voldoen. Bij een zeer geschikte bodem zullen de investeringskosten lager uitvallen dan bij een matig geschikte bodem. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de geschiktheid van de bodem mede bepaald wordt door de omvang van het beoogde systeem: een ondergrond met een lage doorlatendheid is matig geschikt voor grote systemen, terwijl een klein systeem (tot circa 25 m³/uur) hier prima realiseerbaar zal zijn. - De omgevingsbelangen De juridische haalbaarheid van een potentieel project kan vergroot worden wanneer er weinig grondwaterbelangen aanwezig zijn. Daarnaast kan de aanwezigheid van bepaalde belangen (bijvoorbeeld verontreinigingen) combinatiekansen opleveren waarmee de juridische haalbaarheid (mogelijk) wordt vergroot. In samenspraak met de gemeente Heusden worden de volgende locaties als extra kansrijk aangemerkt: 1. De Grassen - nieuwbouwwijk 2. Geerpark - nieuwbouwwijk 3. Het Hoog - nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein 4. De Gorsen - nieuwbouwwijk 5. Metal Valley - te revitaliseren bedrijventerrein Suggesties om energieopslag in de gemeente te stimuleren worden in het volgende hoofdstuk gegeven.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
24
3.3
Vervolgtraject Om het gebruik van bodemenergie binnen de gemeente in het algemeen en op de kansrijke locaties in het bijzonder verder te stimuleren wordt geadviseerd de volgende stappen te ondernemen: - Het organiseren van een workshop/seminar, waarbij met name de projectontwikkelaars en andere geïnteresseerden zullen aanschuiven; - Het opstellen van factsheets voor de kansrijke locaties (figuur 3.3); - Het uitgeven van bijvoorbeeld een brochure over bodemenergie waarin aandacht besteedt wordt aan de interactieve kaarten op de website van de gemeente. Hiermee kan het publiek geïnformeerd worden; - Als gemeente een Masterplan/ordeningsplan laten ontwikkelen voor de nieuwbouwlocaties met veel ondergrondse belangen en grote koude-/warmtevraag van de bodem. Op deze wijze kan er sturend en stimulerend worden opgetreden en weten initiatiefnemers waar ze aan toe zijn; - De projectontwikkelaars ondersteunen bij het realiseren van energieopslagsystemen. Bijvoorbeeld door het juridische traject bij de aanleg van bronnen in gemeentegrond te vereenvoudigen.
25.793/61277/SB
19 januari 2012
25
Figuur 3.3
25.793/61277/SB
Voorbeeld factsheet kansrijke locatie
19 januari 2012
26
Literatuur [1]
IF Technology, 2007 - Energieopslag in de bodem. Variantenstudie vergunningsprocedures. Arnhem.
[2]
IF Technology, 2000 - Bodemgeschiktheidskaart voor warmtepompsystemen met verticale bodemwarmtewisselaars. Arnhem.
[3]
Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie, 2011 - Archeologische verwachtingskaart voor de gemeenten Haaren, Heusden, Loon op Zand en Vught
25.793/61277/SB
19 januari 2012
27
Bijlage 1 Kansenkaart open en gesloten systemen
25.793/61277/SB
19 januari 2012
Open systemen
Gesloten systemen
Geerpark
De Gorsen
De Grassen
Geerpark
De Gorsen
Het Hoog
De Grassen
Het Hoog
Metal Valley
Metal Valley
± 0
Legenda
bodemgeschiktheid grondwatergebruikers zeer geschikt geschikt matig geschikt
! (
industriële onttrekking
! (
drinkwaterwinning
! (
KWO-systeem
1.250
2.500
restricties n m
mobiele grondwaterverontreiniging
n m
zeer mobiele grondwaterverontreiniging
5.000 meter
nieuwbouwlocatie
nieuwbouwlocatie bedrijventerrein
belangrijke leiding regionale kering aandachtsgebied bodemenergie niet toegestaan
Aandachtspunten gehele gebied
Potentiële beperking door aanwezigheid redoxgrens of archeologie. Meer informatie is in het bijbehorende rapport te vinden.
± 0
1.250
2.500
5.000 meter
Kansen bodemenergie gemeente Heusden Onderwerp:
open en gesloten systemen
Referentie:
61277/SB
Auteur:
MB
Datum:
5-1-2012
Status:
definitief
Disclaimer
Deze kaart beschrijft de kansen voor bodemenergie op quickscan-niveau en is nadrukkelijk niet geschikt voor vergunningaanvragen, haalbaarheidsstudies of ontwerpstudies.
Datum :
10 mei 2012
Bodem geschikt voor ondergrondse energieopslag Vrijwel het gehele grondgebied van de gemeente Heusden is geschikt voor warmte/koude opslag. Dat blijkt uit de kansenkaart bodemenergie die het college van Heusden heeft vastgesteld. Warmte/koude opslag is een manier om ondergronds energie op te slaan. Deze methode is duurzaam omdat ze het gebruik van gas of olie beperkt en de CO2-uitstoot vermindert. Omdat de gemeente Heusden graag bijdraagt aan duurzamer energiegebruik, heeft ze onderzocht wat de mogelijkheden zijn om in onze gemeente gebruik te maken van warmte/koude opslag. Kansenkaart De kansenkaart bodemenergie, die daarvan het eindresultaat vormt, schetst in algemene zin de mogelijkheden voor warmte/koude opslag. Voor concrete plannen zal altijd de technische, juridische en financiële kanten verder uitgewerkt moeten worden, daar is deze kaart niet voor bedoeld. De kaart maakt onderscheid tussen de geschiktheid van zogenoemde open en gesloten systemen. Bij open systemen wordt gebruik gemaakt van grondwater, bij gesloten systemen is er sprake van ‘lussen’ en een geleider zoals glycol. De kaart laat zien dat vrijwel het hele grondgebied van Heusden geschikt is voor beide systemen. Bij open systemen moet wel rekening gehouden worden met de kans op zogenoemde redoxverschijnselen. Dat wil zeggen dat gebruikte installaties snel kunnen roesten. Stimuleren Nu is gebleken dat WKO kansrijk is binnen onze gemeente, wil de gemeente verder onderzoeken hoe ze het gebruik hiervan kan stimuleren. De kansenkaart bodemenergie is terug te vinden op www.heusden.nl. Noot voor de redactie, niet voor publicatie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Gert-jan van Zoggel, Communicatie gemeente Heusden, telefoon: 073-513 1725 / 06-5497 7812.