Christus en de gemeente W. MacDonald
Christus en de gemeente Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl Vertaling van ‘Christ loved the church’ W. MacDonald Copyright © 2011 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud Instructie �������������������������������������������������������������������������������4 Inleiding ��������������������������������������������������������������������������������6 1.
De gemeente, het lichaam van Christus��������������������������������7
2.
Grote waarheden over de gemeente ������������������������������������13
3.
De plaatselijke gemeente ����������������������������������������������������� 18
4.
Hoofd en leden van het lichaam ������������������������������������������26
5.
De Heilige Geest in de gemeente ����������������������������������������34
6.
Tucht in de gemeente ���������������������������������������������������������� 41
7.
Gemeentegroei���������������������������������������������������������������������47
8.
Goddelijke instellingen ������������������������������������������������������� 55
9.
Nader tot God ����������������������������������������������������������������������65
10.
De opzieners ������������������������������������������������������������������������ 74
11.
Dienende taken ��������������������������������������������������������������������82
12. Onze verantwoordelijkheid��������������������������������������������������92
3
Instructie
Hoe begin je?
V
oordat je een les gaat bestuderen, vraag je God of Hij je hart wil openen voor wat Hij jou wil leren uit Zijn Woord (Psalm 119:18). De cursus bestaat uit twee delen: dit cursusboek en een toetsboekje. De cursus bestaat uit twaalf lessen met elk een eigen toets. Begin zodra je het cursusboek hebt ontvangen. Kies een vaste dag uit voor de studie en houd je daar aan. Sommingen bevalt het tempo van een les per week goed. Je kiest uiteraard zelf wat het beste bij je tijd en mogelijkheden past. Lees eerst de les rustig door om een algemene indruk te krijgen van de inhoud. Daarna lees je de les opnieuw, maar nu langzaam en aandachtig. Lees en overdenk vooral de bijbelteksten, waarnaar in de les wordt verwezen. De tekstverwijzing bestaat uit de naam van het bijbelboek, het nummer van het hoofdstuk en van het vers of de verzen. Als je de les rustig bestudeerd hebt, beantwoord dan de vragen in het toetsboekje. Als je een vraag (nog) niet kunt beantwoorden, neem dan het betreffende gedeelte nog eens door. Ga na voltooiing van een les, naar de bijbehorende toets en werk zo de gehele cursus door. Schrijf achter een vraag niet, hoe je er vroeger altijd over dacht, maar wat je er in de les over geleerd hebt. Stuur het toetsboekje pas in als je alles af hebt. Als de Bijbel wordt geciteerd, maken we gebruik van de Herziene 4
instructie
5
Statenvertaling (HSV). Wel wordt in de tekst van deze cursus en ander hoofdlettergebruik toegepast. Wanneer ben je klaar? Het toetsboekje wordt na correctie aan je teruggezonden, eventueel vergezeld van opmerkingen en/of aanbevelingen voor verdere studie. Neem, voordat je aan een nieuwe cursus begint, de tijd om het gecorrigeerde toetsboekje aandachtig door te nemen. De docent markeert eventueel verkeerd beantwoorde vragen en wijst je op een verhelderende bijbeltekst en zo nodig op het gedeelte van de les, waarin je de stof nog eens na kunt lezen. Wees blij met alles wat je goed beantwoord hebt, maar benut ook de gelegenheid om je kennis en inzicht verder te vergroten. Van jouw kant help je ons door de vragen, die bij je leven, en eventuele opmerkingen op te sturen. Daardoor kunnen wij eventuele onduidelijkheden in de tekst van de cursus verbeteren. Neem vooral de tijd om over de ‘Wat Zeg Jij?’-vragen na te denken en je antwoord te formuleren. Daarmee help je de docent jou te leren kennen en beter te kunnen helpen. Vertel je vrienden (m/v) over je ervaringen met deze vorm van schriftelijke bijbelstudie en maak hen ook enthousiast om een cursus te volgen. Als je deze cursus volgt bij een daartoe aangewezen docent, lever het toetsboekje dan bij hem of haar in.In andere gevallen kun je het toetsboekje opsturen naar onderstaand adres. Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl
Inleiding
W
anneer men denkt aan ‘de kerk’ heeft men meestal een vaag beeld voor ogen van een enorm ingewikkeld godsdienstig systeem. Dat systeem begon zich ongeveer een eeuw na de dood van de apostelen van Jezus Christus te ontwikkelen. Onder de regering van Constantijn de Grote werd het de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk. Tegenwoordig bestaat het systeem uit een groot aantal organisaties, die zich bijna alle ‘christelijke kerk’ noemen, o.a. Rooms-katholiek, Grieks-orthodox, verschillende staatskerken en diverse protestantse groeperingen. Maar wat wordt in het Nieuwe Testament met ‘de kerk’ of ‘de gemeente’ bedoeld? • Hoe ziet God de gemeente? • Hoe functioneerde de gemeente oorspronkelijk? • Hoe zou het in onze tijd moeten? Deze cursus laat zoveel mogelijk de Bijbel aan het woord over dit onderwerp. Voor sommigen zullen de gedachten die hier onder woorden worden gebracht nieuw zijn, misschien zelfs revolutionair. Anderen zullen wellicht dingen leren waarmee ze al vertrouwd zijn. Maar ieder zal door het herhaalde ‘Zo spreekt de HEERE!’ uitgedaagd worden deze waarheden (opnieuw) praktisch te beleven. We bidden dat deze studie voor jou tot een rijke zegen zal zijn.
6
1 De gemeente, het lichaam van Christus
C
hristus heeft de gemeente liefgehad, en heeft Zich voor haar overgegeven (Efeze 5:25). Ook wij zouden de gemeente lief moeten hebben. We zouden ons – in een dienst van liefde en blijmoedigheid – met volkomen toewijding voor haar moeten inzetten, opdat de gemeente op aarde reeds tot bloei en overwinning mag komen. Het doel van deze cursus is om de nieuwtestamentische beginselen na te christus heeft de gaan, die het wezen en het functionegemeente liefgehad ren van ‘de gemeente, die Zijn lichaam en zich voor haar is’ bepalen. Dat gebeurt op de volgende overgegeven wijze: Eerst wordt een algemeen overzicht gegeven van de grote, onveranderlijke waarheden omtrent de universele gemeente. Vervolgens wordt nagegaan welke verantwoordelijkheden daaruit voortvloeien voor iedere plaatselijke gemeente, opdat in haar ‘handel en wandel’ deze waarheden gestalte krijgen. Voordat we de universele gemeente gaan behandelen, zullen we eerst omschrijven wat de gemeente is. Definitie van de gemeente In het Nieuwe Testament is het woord ‘gemeente’ een vertaling van het Griekse woord ‘ekklesia’. Dat woord betekent letterlijk: ‘een 7
8
christus en de gemeente
gezelschap dat ergens uit weggeroepen is’, maar kan ook vertaald worden met ‘bijeenkomst’ of ‘vergadering’. Stefanus spreekt over Israël in de woestijn als ‘samenkomst van het volk’ (Handelingen 7:38). In het boek Handelingen wordt het ook gebruikt om een heidense menigte in Efeze te benoemen (hoofdstuk 19:32, 39, 41). Maar meestal wordt ‘gemeente’ in het Nieuwe Testament gebruikt om het geheel van hen die geloven in de Heere Jezus Christus aan te duiden. Daarom spreekt Paulus van ‘de gemeente van God … die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed’ (Handelingen 20:28). In zijn Eerste brief aan de christenen in Korinthe verdeelt de apostel de mensheid in Joden, Grieken en de gemeente van God (1 Korinthe 10:32). Op een andere plaats typeert hij de gemeente van God als de groep gelovigen die hij voor zijn bekering vervolgde (1 Korinthe 15:9). Er wordt wel gezegd dat de gemeente geen organisatie is, maar een organisme. Daarmee wordt bedoeld dat het geen levenloos instit uut is, maar een levende eenheid. Het is de gemeenschap van allen die aan het leven van de Heere Jezus Christus deel hebben, en die door de Heilige Geest met de gemeente elkaar een levende eenheid vormen. Iemand heeft is geen haar ooit aangeduid als ‘een ware gemeenschap organisatie van mensen zonder organisatorisch karakter’. maar een In het Nieuwe Testament wordt de gemeente organisme met verschillende namen aangeduid. Een goede methode om tot een juist begrip van ‘de gemeente’ te komen is, die namen wat nader te bekijken. De gemeente wordt vergeleken met: Een kudde (Johannes 10:16) Het joodse volk was een kudde in de schaapskooi, wachtend op de Herder. De gemeente is een kudde die door de Herder is uitgeleid naar grazige weiden. In Johannes 10:16 zegt de Heere Jezus het zo: ‘Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi (Israël) zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één kudde en één Herder’. Een kudde roept het beeld op van een groep christenen die samen onder de liefdevolle en tedere zorg van de goede Herder leven. Zij horen naar Zijn stem en
de gemeente, het lichaam van christus
9
volgen Hem. Gods akker (1 Korinthe 3:9) De gemeente stelt ook een stuk land voor, waarvan God wil dat de opbrengst tot Zijn heerlijkheid zal zijn. Hierin wordt ons het beginsel van ‘vruchtdragen’ voorgesteld. Gods bouwwerk (1 Korinthe 3:9) Deze uitdrukking toont God als bouwmeester, die levende stenen aan de gemeente toevoegt. Dit werk heeft Zijn volle belangstelling. Daarom is het belangrijk, dat ook ons leven aan dit bouwproject is toegewijd. De tempel van God (1 Korinthe 3:16) Het woord tempel doet ons direct aan aanbidding denken. Het herinnert ons eraan, dat de enige aanbidding die God in onze tijd ontvangt, komt van leden van Zijn gemeente. Aanbidders moeten aanbidden ‘in geest en waarheid’ (Johannes 4:23, 24). Deze aanbidding kan alleen door verlosten worden gebracht. Het lichaam van Christus (Efeze 1:22, 23) Ons leven is een ‘instrument’ waaruit onze persoonlijkheid zichtbaar wordt. Zo is ‘het lichaam van Christus’ het instrument dat de Heere wil gebruiken, om ook in onze tijd Zichzelf aan de wereld bekend te maken. Een gelovige die deze geweldige waarheid begrijpt, zal nooit meer geringschattend aan de gemeente denken of erover spreken. Hij zal zich zonder reserve voor de grote belangen van het lichaam van Christus inzetten. Een nieuwe mens (Efeze 2:15) Het grootste verschil dat er ooit tussen mensen geweest is – dat tussen Joden en heidenen – is in de gemeente afgeschaft (vgl. Efeze 2:11–13). God verbindt gelovigen uit de Joden en gelovigen uit de heidenen met elkaar tot één nieuwe mens! Een woning van God (Efeze 2:22) Deze uitdrukking spreekt van de waarheid, dat God nu in de ge-
10
christus en de gemeente
meente woont en niet meer in een met mensenhanden vervaardigde tempel of tabernakel, zoals in de oudtestamentische tijd. Een reine maagd (2 Korinthe 11:2) Bij dit ‘beeld’ moeten we vooral aan genegenheid en liefde denken. ‘Mannen, hebt uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn’ (Efeze 5:25–27). Als Christus de gemeente zo liefheeft, dan is duidelijk dat de gemeente ook vol liefde moet zijn voor Hem, zoals een vrouw vol liefde is voor haar man. Het huis van God (1 Timotheüs 3:15) Een huis (of huisgezin) spreekt van orde en opvoeding. Aan orde kunnen we bijvoorbeeld denken bij 1 Timotheüs 3:15: ‘… weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God’. Aan opvoeding denkt men bij 1 Petrus 4:17: ‘het oordeel begint bij het huis van God’. De pilaar en het fundament van de waarheid (1 Timotheüs 3:15) Een pilaar werd vroeger niet alleen gebruikt om een gebouw te ondersteunen, maar ook om openbare mededelingen aan te plakken. Het was hét middel om iets bekend te maken. Het woord ‘fundament’ betekent: bolwerk, ondersteuning of stut. Zo is de gemeente van God het middel om Zijn waarheid te verkondigen, te ondersteunen en te verdedigen. We kunnen dus rustig zeggen dat, als christenen naar Gods wil en bedoeling willen handelen, zij al hun inspanning zullen wijden aan de uitbreiding en het geestelijk welzijn van de gemeente. De gemeente als doel van de evangelieprediking Velen gaan er tegenwoordig prat op, dat hun opgedragen is ‘het evangelie’ te verkondigen. Hun visie op alles wat met de gemeente te
de gemeente, het lichaam van christus
11
maken heeft, houden ze daarvan gescheiden. Bij Paulus was dat niet zo; zijn dienst was tweeledig: ‘onder de heidenen … de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen’ en ‘allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt’ (Efeze 3:8, 9). Hij wilde hen niet alleen aansporen tot geloof in de Heere Jezus te komen, maar hij leerde hun tevens dat God in, en door middel van de gemeente in hun levens verder wil werken, om hen tot geestelijke volwassenheid te brengen (vgl. Efeze 4:11–16; Hebreeën 10:25). Zo behoort ook nu ‘het bij de gemeente van God gevoegd zijn’ bij elke gelovige tot uitdrukking te komen, in het goed functioneren in een plaatselijke gemeente. De oorsprong van de gemeente Bekwame en godvrezende mensen hebben zeer uiteenlopende meningen gehad over het begin of ontstaan van de gemeente. Velen geloven dat de gemeente een vervolg is op het oudtestamentische volk Israël, of een uitbreiding daarvan. Anderen blijven onverkort van mening dat de gemeente in de tijd van het Oude Testament nog niet bestond, maar dat haar opsprong in de nieuwe bedeling ligt. Het laatstgenoemde standpunt wordt door de volgende overwegingen gesteund: 1. In Efeze 3:4 en 5 spreekt Paulus over de gemeente als een ‘geheimenis van Christus, dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest’. En in vers 9 zegt hij, dat de gemeente een ‘geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God’ (zie ook Kolossenzen 1:26; Romeinen 16:25, 26). Hieruit blijkt dat de gemeente een geheim was, dat ten tijde van het Oude Testament door God is bewaard, maar aan de nieuwtestamentische apostelen en profeten is geopenbaard. 2. In Mattheüs 16:18 zegt de Heere Jezus: ‘op deze petra (= rots) zal Ik Mijn gemeente bouwen’. Dus toen Hij deze woorden sprak, was de gemeente nog iets toekomstigs. 3. In Efeze 4:8–11 legt Paulus de nadruk op het feit, dat het de opgestane en verhoogde Christus was, die gaven aan de gemeente gaf.
12
christus en de gemeente
Dit houdt in dat, als de gemeente al bestond voor Zijn hemelvaart, het haar toen aan opbouwende gaven moet hebben ontbroken. Wij menen dat het goed mogelijk is om aan te tonen, dat de gemeente pas in de nieuwe bedeling gestalte kreeg, dus na dood, opstanding en hemelvaart van de Heere Jezus. Zelfs, dat zij precies op de Pinksterdag is ontstaan. Volgens 1 Korinthe 12:13 is de gemeente – als lichaam van Christus – gevormd door de doop met de Heilige Geest. Kunnen wij dan bepalen wanneer de de gemeente is doop met de Heilige Geest plaatsvond? In door de doop met Handelingen 1:5 – vlak voor Zijn hemelde heilige geest vaart – belooft de Heere aan de apostelen: gevormd ‘u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen’. Op de Pinksterdag ‘werden zij allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken’ (Handelingen 2:4). Ook het lezen van Handelingen 5:11 maakt duidelijk dat de gemeente er toen al was: ‘er kwam grote vrees over heel de gemeente’. Alles wijst er dus op, dat de geboorte van de gemeente op het Pinksterfeest heeft plaatsgevonden.
Christus en de gemeente Toetsboekje Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Emailadres:
SCORE
Christus en de gemeente, toetsboekje Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl Vertaling van ‘Christ loved the church’ Toetsboekje Copyright © 2011 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Toelichting Algemeen Elk examen bevat meerkeuzevragen. Wanneer je moeite hebt met het beantwoorden van de vragen, lees dan de les nog eens door. Meerkeuze vragen Elk examen heeft meerkeuzevragen. Jou wordt gevraagd om het goede antwoord op te schrijven. Hier zie je een voorbeeld: 1. Welke kleur is het gras? A. rood B. groen C. blauw D. geel
B
Het persoonlijke gedeelte ‘Wat Zeg Jij?’ - vragen geven de vrijheid je persoonlijke mening en gevoelens weer te geven. De in vertrouwen gegeven antwoorden helpen ons om je beter te leren kennen en de effectiviteit van de cursus te evalueren. Waardering en beoordeling Het totaal aantal goede antwoorden wordt in een percentage uitgedrukt. Bij een eventueel verkeerd antwoord wijst de docent je op een bijbeltekst of het deel van de les, waar je het juiste antwoord kunt vinden. De persoonlijke antwoorden en verdere opmerkingen blijven buiten de beoordeling van het exacte deel, maar worden wel op prijs gesteld. Na inzending van het compleet ingevulde toetsboekje ontvang je een certificaat met het percentage goede antwoorden. Groeps- en individuele studie Deelnemers aan bijbelstudiegroepen leveren hun toetsen in bij de groepsleider, die dit verder behandelt. Individuele studenten zenden het toetsboekje naar het in het boekje aangegeven (email)adres. Vergeet niet je naam en adres te vermelden. Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl 3
toets 1
De gemeente, het lichaam van Christus 1. Volgens welke tekst is de gemeente het speciale voorwerp van de liefde van Christus? A. Handelingen 2:41. B. Mattheüs 18:15–17. C. Efeze 5:25. D. Galaten 2:20. _______ 2. Het woord ‘ekklesia’ is A. in het Oude Testament het specifieke woord voor ‘joodse gemeente’. B. in het Nieuwe Testament alleen gebruikt voor de christelijke gemeente. C. in het Nieuwe Testament alleen het woord voor plaatselijke gemeente. D. oorspronkelijk het woord voor elke vergadering of bijeengeroepen groep. _______ 3. De gemeente wordt het best omschreven als: A. de aardse vorm van het koninkrijk der hemelen. B. een levend organisme. C. Gods wijngaard en werkplaats. D. de ware en hemelse tabernakel.
_______
4. Hoe spreekt de Heere Jezus over de gemeente? A. Vaak, en altijd aan de hand van een tekst uit het Oude Testament. B. Als iets bijzonders, dat pas na Zijn heengaan zou ontstaan. C. Als het grote onderwerp van heel het Oude Testament. D. Met dezelfde woorden als over het aardse, oudtestamentische Israël. _______ 5. Schrijf achter elk van de onderstaande benamingen van de gemeente de letter van de daarop betrekking hebbende bijbeltekst(en). A. Lichaam van Christus.
_______
B. Huis van God.
_______
C. Geliefde vrouw.
_______
D. Kudde.
_______
E. Gods bouwwerk.
_______
(a) Johannes 10:16; (b) 1 Korinthe 3:9; (c) Efeze 2:15; (d) 2 Korinthe 11:2; (e) 1 Timotheüs 3:15; (f) 1 Korinthe 3:16; (g) Efeze 1:22, 23; (h) Efeze 5:25–27 4
6. In de trein ontstaat een gesprek met een medechristen. Hij vertelt dat hij freelance evangelist is en zegt, dat het winnen van zielen voor Christus het belangrijkste is. Hij heeft geen contact met enige gemeente. Hoe maak jij hem duidelijk, met wat je in de les geleerd hebt, dat ‘de gemeente’ voor hem belangrijk moet zijn? Geef in je antwoord minstens één duidelijke tekstverwijzing. ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ 7. Geef vier bewijzen uit de les dat de gemeente op de Pinksterdag van Handelingen 2 geboren of ontstaan is. 1. _____________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ 2. ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ 3. _____________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ 4._____________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
5