Christus en de machten – tweede lezing - 1
Christus en de machten Inleiding De vorige keer hebben we gezien dat dat de HEERE in Zijn wijsheid door Zijn Zoon in Zijn schepping bepaalde wetmatigheden, structuren en vaste wetten gelegd heeft. Deze zogenoemde ordeningen beveiligen ons tegen chaos en ontwrichting. Als voorbeeld van deze ordeningen noemde ik u de levensopdracht van de mens, het huwelijk en de rustdag. Wij mensen zijn aan deze goede ordeningen en wetten van God gebonden, ook al zal satan proberen ons te verleiden ze los te laten. Daarnaast zagen we dat er machten zijn. Een macht is iets of iemand ie het vermogen en/of de bevoegdheid heeft om te handelen. Alleen God heeft macht over alle schepselen en machten in de hemel en op de aarde, maar Hij verleent ook macht aan anderen. Op de aarde kunt u dan denken aan ouders of de rechterlijke macht. Bij de hemelse machten zijn er enerzijds de goede engelen en anderzijds de satan en zijn boze geesten. Ook aan hen heeft God een bepaalde macht/gezag verleend. We zien dat bijvoorbeeld in de geschiedenis van Job en in de Handelingen van de apostelen en de brieven van Paulus. In Openbaring lezen we van de antichrist of het beest, die macht ontvangen. Maar, zagen we, Christus, onze HEERE, heeft de boze machten ontmaskerd, bestreden en in principe overwonnen. En nu Hij wil maar één ding: Zijn gemeente – dus ook de onze! - met Zijn Geest en Woord geheel doordringen met Zijn genadige en gezegende Koningsheerschappij. Tegelijk hoorden we de vorige keer ook dat de satan en zijn demonen nu de strijd ten volle op het Kroondomein van Christus richt. De gemeente van Christus – en dus ook wij als gemeente – zijn betrokken zijn in die geweldige, heftige strijd tegen de helse, boze machten in de lucht en tegen de door de boze beïnvloede ‘machten’ op aarde. Wij zijn, naar mijn diepe overtuiging, verwikkeld in die continue strijd waarin de boze met zijn demonen het aan Christus verloren terrein wil terugveroveren. Vanavond wil ik u eerst nogmaals het uitgangspunt en houvast laten zien in deze strijd: Het is Christus Zelf Die in deze strijd regeert, beschermt en bewaart. Daarna kijken we naar vijf concrete voorbeelden van hedendaagse machten die ons en onze kinderen aan de genadige heerschappij van Christus, Zijn Geest en Zijn Woord willen onttrekken, om ons als het mogelijk is weer onder de heerschappij van satan en zijn boze geesten te brengen. Tenslotte zoeken we naar concrete Bijbelse adviezen en vermaningen om in deze strijd staande te blijven. Het uitgangspunt en houvast in deze strijd In het nadenken over de strijd van Christus en de satan om Zijn Kroondomein, mogen we ons uitgangspunt nemen in het geloofsartikel: “opgevaren naar de hemel en zittend aan de rechterhand van God”. Onze Catechismus vraagt in Zondag 19: “waarom wordt daarbij gezet: “zittend aan de rechterhand van God?” En het antwoord luidt: “Omdat Christus
Christus en de machten – tweede lezing - 2
daarom ten hemel gevaren is, opdat Hij zichzelf daar bewijst als het Hoofd van zijn Christelijke Kerk, door Wie de Vader alle dingen regeert”. Wanneer dan gevraagd wordt naar het nut voor ons van deze heerlijkheid van ons Hoofd Christus, antwoordt de Catechismus: ‘Ten eerste dat Hij door Zijn Geest in ons, Zijn lidmaten, de hemelse gaven uitgiet. Daarna, dat Hij ons met Zijn macht tegen alle vijanden beschut en bewaart.’ Drie kernwoorden die we hier horen, wil ik onderstrepen: regeren, beschermen en bewaren. Deze woorden leren ons dat ook in de strijd met de machten Christus zowel de machten als ons regeert, beschermt en bewaart. Wat een grote, niet te bevatten troost! Híj beschermt en bewaart ons in deze ‘heilige oorlog’. Dit mag en moet ons uitgangspunt zijn bij alles wat we vanavond nog verder horen: Christus, onze HEERE, regeert en heeft de satan overwonnen. Hem is gegeven alle macht in hemel én op aarde! Daarom kan Hij ons ook beschermen en bewaren in de strijd tegen de (door Hem onttroonde) machten. Als we dit geloven en vasthouden, kunnen we verder. Dan durven we de werkelijkheid en heftigheid van de strijd van de boze tegen Zijn gemeente onder ogen te zien zonder té bevreesd of verlamd van schrik te raken. Maar dan beseffen we ook dat we deze strijd niet moeten onderschatten. Want satan en zijn boze geesten zullen er alles aan willen doen om ons en onze kinderen aan de genadige heerschappij van Christus, van Zijn Geest en Zijn Woord willen onttrekken, om ons opnieuw, zo mogelijk, onder de heerschappij van satan en zijn boze geesten te brengen. Vijf concrete machten Het wordt nu tijd om concreet te worden. Ik wil met u vijf concrete bespreken waarmee wij en/of onze kinderen te maken hebben: 1. De wet/ het wetticisme 2. Het geld (de ‘mammon’) 3. De management- en bedrijfscultuur. 4. De vermaaksindustrie 5. De media en digitale wereld We zullen bij al deze machten horen, dat we ze ten goede kunnen gebruiken maar dat ‘de geestelijke boosheden in de lucht’ tegelijkertijd via deze machten levensgevaarlijke aanvallen op ons om ons (opnieuw) te overheersen. Uiteraard kan ik slechts in beperkte zin over de invloed van deze machten spreken. Over elk van deze machten zou namelijk wel een boek te schrijven zijn. Ad 1: De Wet/ het wetticisme U had waarschijnlijk deze ‘macht’ niet in dit rijtje verwacht want vooral de apostelen Paulus en Jacobus kunnen zeer positief over de Wet schrijven. Paulus noemt de Wet in Romeinen 7:12 ‘heilig, rechtvaardig en goed’. Ook Jacobus spreekt over de ‘volmaakte Wet van de
Christus en de machten – tweede lezing - 3
vrijheid”, waarmee hij bedoelt dat de Wet ons bij de vrijheid in Christus bewaart. Als de Schrift deze macht als positief voor ons bestempelt, wordt ze in het N.T. “de Wet van Christus” genoemd. De Wet die Híj heeft vervuld en door Zijn Geest in onze harten schrijft. Maar Paulus schrijft 1 Tim 1. dat de Wet goed is, als iemand die wettig gebruikt. En daar zien we dus dat de wet ook een verkeerd gebruik kent en zo een instrument kan zijn tégen de Gemeente. In Coll. 2 werkt Paulus het verder uit door te schrijven dat iedereen die de Wet los van Christus wil hanteren, ‘werelds’ denkt. Wie zijn heil van de Wet en van allerlei tradities en levensstijl(en) die hierop gegrond zijn, verwacht, verloochent het noodzakelijke werk van Christus en zoekt naar zelfverlossing d.m.v. de Wet. En dat noemt Paulus het terugkeren tot de ‘grondbeginselen’ van de wereld, waaraan de gemeente met Christus juist afgestorven is. Als je terugkeert tot de Wet, verwacht je het niet van Christus alleen, maar ook van eigen inspanning en bijzondere prestaties. We komen dan niet alleen onder ‘de vloek van de Wet’( Galaten 3: 10), maar ook onder ‘de macht van de Wet’, die ons ‘verleidt’ onszelf te handhaven en te rechtvaardigen buiten Christus om. Dit kan leiden tot een vreselijke haat tegen Christus en Zijn volkomen genade. “Wij hebben een Wet en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt”. (Joh. 19: 7). Wie zich dus vandaag onder de macht van de Wet begeeft, wordt zelf een ‘gevangene’ en ertoe ‘gedreven’ Christus ‘opnieuw te kruisigen”. Ad 2: Het geld (de mammon) Het geld hoeft niet noodzakelijk als een boze macht over ons en onze kinderen te heersen. Integendeel. Het wordt ons o.a. gegeven als ‘ruilmiddel’ en het is bv bedoeld om ermee in ons levensonderhoud (zie 1 Tim. 6: 7,8) te kunnen voorzien. Verder kunnen wij er goed mee doen. Jezus roept ons zelfs op om vrienden te maken met behulp van de ‘onrechtvaardige mammon’. (Lucas 16: 9). Hij roept hier op om mensen te helpen met ons geld die dan later, wanneer ons rentmeesterschap op aarde voorbij is, ons dankbaar zullen ontvangen in de ‘eeuwige tenten’ als getuigen van onze milddadigheid en liefde aan hen bewezen (toevoeging uit kanttekeningen, vL). De HEERE Jezus keurt rijkdom niet af. Door Zijn apostel Paulus leert Hij ons echter wel er mee om te gaan zoals onze HEERE het wil. ( 1 Tim. 6: 1719). Geld kan echter ook een ‘geldgod’( de mammon) worden, en als een demonisch verwoestende macht op ons inwerken. De Bijbel waarschuwt voor “geldgierigheid” of hebzucht waartoe de satan met zijn demonen ons verleidt. Hij spiegelt ons dan voor dat wij met geld en bezit het leven kunnen “maken”. En dan wordt geld de mammon, een macht waarmee wij over het leven willen heersen, om het zo zelf onder controle te krijgen. De begeerte naar meer geld jaagt ons dan rusteloos voort, zonder dat wij ooit verzadigd worden en echt tot rust en vrede komen. We denken dan het ultieme geluk erdoor te kunnen verkrijgen. De reclames vertellen ons dat immers. Maar dit ‘jagen’ naar geld etc. eist vaak wel ál onze tijd en energie op. En dat ons geld in zeer korte tijd al z’n waarde kan verliezen, wordt er niet bij verteld.
Christus en de machten – tweede lezing - 4
Al wil de duivel het ons doen geloven, bij de mammon zullen we nooit rust en vrede vinden. Want we leven dan niet uit de hand van de HEERE en hebben aan Hem en de belofte van Zijn Vaderlijke zorg niet genoeg. Door de Heilige Geest ontmaskert Paulus deze macht: ‘die rijk willen worden vallen in verzoekingen en in de strik en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof en hebben zichzelf met vele smarten doorstoken. Maar u, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na.’ ( 1 Timotheüs 6: 9-11.) Ad 3: De management-, en bedrijfscultuur Heel nauw met de vorige macht is een andere macht verbonden, namelijk die van de management- en bedrijfscultuur. Het zijn de geschreven en ongeschreven regels binnen een organisatie die bepalen hoe iemand zich dient te gedragen, hoe men met elkaar omgaat en hoe men dient te handelen. Tegenwoordig zijn deze culturen vaak een ‘macht’ waar iedereen binnen het bedrijf aan gebonden is. Helaas staan deze culturen vaak haaks op christelijke waarden en normen over arbeid en omgangsvormen. Wat te doen als je baas vraagt om 80 uur per week voor hem te werken ten koste van je gezin of de kerk? Of om mee te gaan naar een congres op zondag? Ook in onze gemeente zijn er gemeenteleden die hieronder ‘zuchten’. Iemand schreef mij: ‘Er heersen soms ‘Egyptische toestanden’’. En niet altijd is het mogelijk om ons er aan te onttrekken of ons erdoor te laten beheersen. Een hooggeplaatste die inziet dat hij zijn gezin tekort doet, kan misschien nog eens ‘nee’ zeggen. Maar mensen die eenvoudig ‘hun brood’ moeten verdienen, kunnen dat nauwelijks. Er zijn duidelijke parallellen te trekken met de slaven uit de eerste christengemeenten. In de Colossensenbrief lezen we welke vermaningen en bemoedigingen de ‘christen-slaven’ van de apostel ontvingen. Ik noem u in dit verband alleen Col. 3: 22-25 ‘Slaven, wees in alles uw aardse heren gehoorzaam, niet met ogendienst als om mensen te behagen, maar oprecht van hart, in het vrezen van God. En alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen, in de wetenschap dat u van de Heere als vergelding de erfenis zult ontvangen, want u dient de Heere Christus. Maar wie onrecht doet, zal het onrecht dat hij gedaan heeft, terugkrijgen; en er is geen aanzien des persoons.’ [Ik doe maar even een voorstel; het lijkt me namelijk wel zinvol iets meer inhoud aan deze ‘macht’ te geven.] Ad 4: De vermaaksindustrie Ik noem nu een vierde macht: de vermaaksindustrie. Het is duidelijk dat het Woord van God ontspanning en rust op z’n tijd goed en nodig voor ons allen acht. Denk aan de ordening van de ‘sabbat’, de rustdag. Wij mógen rusten en ontspanning zoeken, omdat alles ‘volbracht’ is. Bovendien is het ook nódig om als ‘mensen van God’ goed te kunnen blijven
Christus en de machten – tweede lezing - 5
functioneren. Overmatige stress en werkdruk is voor niemand goed. Het leven hangt niet van ons af. Sinds wij mensen God echter hebben losgelaten is er een enorme leegte in ons leven gekomen. En door de ‘los van God beweging’ in West-Europa en Amerika is deze ‘gapende’ leegte voor jong én oud in deze tijd nog bedreigender geworden! De leegte wordt altijd, hoe dan ook, ‘gevuld’. Maar het maakt veel verschil waarmee. Christus wil met Zijn Geest en Woord deze leegte geheel vervullen en door het geloof in onze harten wonen. Als Zijn Heilige Geest echter bedroefd en uitgeblust wordt dan komt, naar een woord van Jezus, de boze met zijn boze geesten ons persoonlijk leven en ons maatschappelijk leven geheel vervullen. En deze geesten vullen de leegt op los van God. Heel die vrije tijd wordt dan vaak geheel ‘ingevuld’ door anderen om maar bezig gehouden te worden. De reclame schrijft voor wat we ‘moeten’ zien en horen! Hoe veel tijd wordt er niet doorgebracht met het kijken naar video’s, tv-programma’s en sportwedstrijden? En zelfs in onze vakanties moeten er ‘beurzen’ bezocht worden of zeer speciale ervaringen opgedaan worden. Een nog al ‘lege bezigheid’ die vandaag zeer veel aandacht, tijd en energie opeist is het zgn. “gamen” met de spelcomputer. Computerspelletjes beroven vele jongeren én ouderen van al hun vrije tijd. Het spel doet ons leven in een schijnwereld en sluit ons hoe langer hoe meer af van de ‘echte wereld’, van God en van onze medemensen. En wat we soms in de wereld niet kunnen ontvangen of bereiken, wordt ons “geschonken” via de spelcomputer. Ik denk bv aan waardering en aan bevordering tot een hoger ‘level’ ( niveau). Hier zien we opnieuw een vervreemding van de realiteit optreden. Denk niet dat deze ‘macht’ onschuldig is. Het Pentagon, het Amerikaanse ministerie, heeft 20 miljoen dollar uitgegeven aan het gratis computerspel “America’s Army”. Een schijntje vergeleken met de opbrengst, want defensie denkt op termijn 700 miljoen tot 4 miljard dollar aan recruterings-, en opleidingskosten via dit “computerspel” te besparen. Belangrijker voor ons als gemeente is te weten dat jongeren en ouderen die vaak ‘gamen’, het risico lopen niet meer na te denken over de consequenties van hun daden in het alledaagse leven. In een computerspel is immers alles wat je doet omkeerbaar. In het echte leven hoop je dat kinderen door hun fouten een les leren en het niet opnieuw doen, maar bij het gamen doe je het gewoon over zonder iets van de fout te voelen. Ik las in een boek over de invloed van de spelcomputer dat ‘eindeloos gamen’ ook vaak leidt tot een afgeleid worden van onze dagelijkse verantwoordelijkheden en tot grote spanningen in huwelijken en gezinnen veroorzaakt: “Met wie ben je nu getrouwd: met mij of met ding?” Het is nodig te beseffen dat Christus ook de HEERE is van onze tijd en dat Hij Zíjn stempel erop wil drukken. Een vrucht van Zijn Heilige Geest is ook ‘matigheid’ of zelfbeheersing. Wie zich door deze Geest laat leiden vindt vrede, rust en vreugde, ook in zijn ‘vrije’ tijd! Die vindt ook innerlijke rust om ‘stil te zijn tot God’ en om te horen wat Zijn Geest tot ons te zeggen heeft. Maar dat vraagt van ons ook een alertheid op een andere macht, namelijk die van de digitale wereld.
Christus en de machten – tweede lezing - 6
Ad 5: De macht van de media en de digitale wereld. Laten we eerst weer vaststellen dat de media en digitale middelen ook goed gebruikt kunnen worden. Ik denk aan een goede en integere verspreiding van belangrijke informatie over tal van onderwerpen. Bij het onderzoek van het Woord en de verspreiding van het Evangelie maakt de Heilige Geest ook gebruik van de media en het internet. Laten we dat met dankbaarheid opmerken. Maar de boze geesten hebben zich overduidelijk ook aan de “binnenzijde” van déze machten genesteld. Zij zijn bezig mensen die binnen en met deze “machten” werkzaam zijn, te inspireren, misleiden en aan te sturen. En zo zien we dat de media het steeds minder nauw met waarheid en eerlijkheid nemen. Het gaat vooral om de ‘invloed’ die het nieuws op de mensen heeft. Ik wil wat langer stil staan bij de verschillende schaduwzijden van media en de digitale wereld. 1. Eerst iets over de invloed van de informatiemaatschappij en de “informatiestromen” op ons leven en vooral ook op ons denken. Ouderen en jongeren krijgen vaak zo veel te verwerken, dat de informatie nauwelijks meer goed verwerkt en “gewogen” kan worden. We zien ook bij jong én oud een tendens om vooral via korte artikelen en ‘hapklare brokken’ bíj te willen blijven. Wie bestudeert nog eens grondig een goed boek? Wie verdiept zich nog een langere tijd in een onderwerp om zo kennis op te doen die ook overdacht en door het brein verwerkt wordt. Overduidelijk is dat we in onze tijd op een heel andere wijze kennis verwerven en dat onze kennis veel oppervlakkiger wordt. Een onderzoek uit 2005 toont aan, dat kinderen en jongeren over het algemeen niet in staat zijn de vele informatie van internet te beoordelen op betrouwbaarheid en ‘gekleurdheid’. Het eindeloze ‘scrollen’ vermindert bovendien de diepgang in het opnemen van wat ze lezen. De deskundige Nicholas Carr heeft aangetoond dat deze manier van lezen minder diep op de hersenen inwerkt. Onze hersenen gaan zich op den duur zelfs anders ‘gedragen’. En het kan niet anders dat deze manier van kennisverwerving invloed heeft op de persoon en zijn vorming. Dat geldt ook in de kerk: wordt door deze manier van ‘info- verzameling’ echte Bijbelstudie en verdieping van het geloofsleven niet een steeds moeilijker opgave voor ons en onze kinderen? Deskundigen constateren dat het denkvermogen ten gevolge van het hier boven genoemde minder en anders geoefend wordt. Een zelfstandige meningsvorming wordt steeds moeilijker. En met kennis uit hap-snap informatie is het vormen van een totale levensvisie van mensen minder doordacht en onderbouwd. Gevolg is dat vele keuzes op ‘goed gevoel’ worden gemaakt. Het denken wordt hierdoor dus steeds oppervlakkiger. Als laatste noem ik nog het probleem om door al dat ‘multi-tasking’ op tablet en smartphone de overmaat aan prikkels zo groot is dat het steeds lastiger is om zich voor lange tijd en diepgaand te concentreren.
Christus en de machten – tweede lezing - 7
2. Een hele andere schaduwzijde van de media en digitale wereld ligt op het ethische vlak. Het valt al jaren nadrukkelijk op dat de mening van jongeren over allerlei kwesties steeds minder bepaald wordt door de opvoeding van thuis, op school en in de kerk. De media en het internet hebben de plaats van de ‘oude opvoedingsinstituten’ vaak ingenomen. Ik zou dit een sluwe ‘beïnvloedingsmethode” van de boze willen noemen. Te meer, omdat dit m.n. geldt voor de visie van jongeren op ethische onderwerpen, b.v. op seksualiteit. Contacten tussen jongeren op seksueel gebied komen steeds vaker los te staan van een intieme en duurzame relatie. Korte, wisselende contacten zijn echter aan de orde van de dag. Minstens 50% van de christelijke jongeren kijkt regelmatig ‘porno’ of is zelfs ‘porno-verslaafd’. Omdat Godvrezende identificatiefiguren veelal voor hen ontbreken, bepalen nietchristelijke identificatiefiguren uit de wereld van de media, de film of de muziek de levensstijl van onze jongeren. Deze constatering is met een indringende vraag verbonden: zijn wij zelf door de geloofsgemeenschap met Christus nog een identificatiefiguur voor onze jeugd? In dit verband merken wij op dat de digitale wereld niet alleen onze ‘hersenen’, maar ook onze relaties beïnvloedt. 3. Dat heeft ook alles te maken met de schaduwzijde van de sociale media, een heel groot en belangrijk onderdeel van de digitale wereld. Facebook, Hyves en Twitter zijn sociale media waarvan ook jongelui en volwassenen uit onze gemeente een veelvuldig gebruik maken. Deze sociale media als Facebook en Twitter zijn tegenwoordig hét middel om gezien en gehoord te worden. Ze geven je het gevoel ergens bij te horen. Zo zijn deze sociale media kennelijk voor velen een middel geworden om bevestiging, erkenning en waardering te ontvangen. Helaas zetten m.n. de kwetsbare en niet al te sterke karakter vaak een te gunstig en te mooi profiel neer, omdat ze zich anders niet aanvaard en in liefde gekend weten. Wat een verdriet om zo altijd ‘op je tenen’ te móeten lopen. Maar bovenal staat dit gevoel op zeer gespannen voet met de woorden van de apostel Paulus: ‘Daarom, aanvaard elkaar, zoals ook Christus ons aanvaard heeft.’ (Romeinen 15: 7). In dit licht is de vraag gewettigd of christenen en dan vooral de jonge christenen niet teveel beïnvloed worden door, en zelfs afhankelijk worden van, de eigentijdse ‘normen en profielen’ waaraan zij volgens de media en de tijdgeest moeten beantwoorden. 4. Maar er is nog een ander gevaar: terecht wordt er vaak op gewezen dat de sociale media en internet een goede en “allround-communicatie” en conversatie tussen mensen bepaald niet bevordert. Laat staan dat hierdoor hechte en hartelijke onderlinge relaties zouden kunnen ontstaan. Verder vermindert het sociaal verkeer via de sociale media het empathisch vermogen van hen die met elkaar communiceren. We hebben door sociale netwerksites geen direct ‘contact’ met de ander. Hierdoor word je ook niet rechtstreeks geconfronteerd met de reacties van die ander. Ook onze eigen lichaamstaal of andere sociale vaardigheden worden op deze wijze minder geoefend en zijn zelfs niet meer noodzakelijk. Tot welke excessen dit kan leiden bewijst de recente zgn. Facebookmoord. Volgens deskundigen een gevolg van een communicatieprobleem dat via ‘normale gesprekken’ zeker oplosbaar zou zijn geweest.
Christus en de machten – tweede lezing - 8
Bovendien lijken mij de openlijke scheld-, en pestpartijen via de sociale media uitermate schadelijk voor de betrokkenen die de ‘aanvallende partij’ niet zien en niet openlijk van repliek kunnen dienen, noch eigen pijn of emoties aan de ander kunnen tonen. Omdat soms vele anderen meelezen en ook de eigenaars van de sociale media op de hoogte zijn van het wel en wee van de deelnemers, wordt de privacy van de gepesten ernstig aangetast en grijpen aanvallen op de persoon dieper in, omdat vele anderen er ook van weten. Hoe haaks staat dit alles op de Bijbelse weg die ons gewezen wordt als er iets is met een ander: ‘Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen.’ (Matth.18:15) (of zo iets) 5. Als laatste schaduwzijde van de sociale en andere digitale media wil ik u wijzen op het gevaar dat we vanwege de overload aan informatie ons laten leiden door de waan van de dag. Ik wees hierboven al op de dwang die van “eigentijdse profielen en normen” via de media op jongeren uitgaat. Maar in feite gaat het nog dieper: de stroom van informatie en hypes van de dag die via media als Twitter op ons afkomt, beïnvloedt ons denken over en beleven van de alledaagse realiteiten. De visie op de werkelijkheid wordt daardoor wel erg beperkt en oppervlakkig. Hoe anders wil de Geest van onze HEERE Jezus Christus Gods gemeente (dus ook onze jongeren!) via het Woord ‘vergezichten’ laten zien van de toekomst van onze HEERE Jezus Christus. Hij wil dat wij ook ons dagelijks leven met al z’n voor- en tegenspoed in het licht van die grote toekomst getroost zullen beleven. Het valt echter op dat steeds meer ouderen en jongeren het zicht op echte idealen en dromen en vooral het uitzicht op de grote toekomst van Christus missen. Laten wij de GEEST daarom van harte bidden ons dit heerlijk perspectief en blij vooruitzicht opnieuw te schenken!
Concrete Bijbelse adviezen en vermaningen om in de strijd staande te blijven. Ik heb hiermee vijf voorbeelden gegeven en kort toegelicht om u te laten zien hoe de boze machten ons en onze kinderen aan alle kanten omringen en proberen vat op ons te krijgen. Uiteraard zijn er ook andere voorbeelden te noemen. De grote vraag is echter hoe we nu verder moeten. Het Woord geeft ons daar hele duidelijke richtlijnen voor. Zo roept Paulus ons in Efeze 6 op tot een geestelijke strijd tegen de geestelijke boosheden in de lucht, dus tegen de boze machten. Wat schrijft hij? ‘Verder, mijn broeders, wordt gesterkt in de HEERE en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de gehele wapenrusting van God, opdat u kunt standhouden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed – dat betekent tegen zwakke, sterfelijke mensen – maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’ N.a.v. deze oproep van Paulus wil ik tenslotte zes concrete Bijbelse adviezen en vermaningen geven voor onze geestelijke strijd tegen de boze machten.
Christus en de machten – tweede lezing - 9
1. Als eerste noem ik de wapenrusting waar Paulus over spreekt: ‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan…’ En dan volgt de wapenrusting die in het geloof aangetrokken moet worden: de waarheid, de gerechtigheid, het Evangelie van de vrede en bovenal het geloof, de zaligheid en de Geest d.i. het Woord. En even verder wijst hij er op dat de hele strijd voortdurend gepaard moet gaan met gebed: een bidden en waakzaam zijn in de Geest, met alle volharding en smeking voor al de gelovigen en voor mij opdat ik vrijmoedig het geheimenis van het Evangelie bekend mag maken. Wat leren we hieruit? De strijd kan alleen door ons gestreden en gewonnen worden als we Gods wapenrusting aanhebben en strijden in de geloofsgemeenschap met en in de kracht van onze HEERE Die de machten reeds overwonnen heeft. Dat vraagt van ons dat wij ons steeds weer samen oefenen in het aantrekken én gebruiken van deze wapenrusting. En daarbij hoort een een continue voorbede voor elkaar en voor de bediening van het Evangelie! 2. Een tweede advies ligt in het verlengde van de voorbede voor elkaar en de bediening van het Evangelie, namelijk het gebed om de gave van de Geest om te kunnen zien welke boze machten in het bijzonder ons en onze kinderen in Hoevelaken bedreigen. Johannes roept daartoe op in 1 Joh. 4:1 ‘Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn.’ Om daarna krachtig in de HEERE, samen de strijd tegen de geesten die niet uit God zijn, ziende op de HEERE, onze overste Leidsman en Voleinder van het geloof. 3. Dat betekent m.i. als derde aandachtspunt dat we als gemeente meer dan ooit ascese en concentratie nodig hebben. We zullen van de Geest moeten en mogen leren om tegen heel veel ‘tijdrovende dingen’ in ons leven ‘nee’ te zeggen om zo tijd vrij te maken voor het persoonlijk en gemeenschappelijk gebed en het onderzoek van het Woord. Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, dat wil zeggen het doen van de wil van de HEERE! Deze opdracht van Christus zal in onze gemeente een concrete vertaling moeten krijgen in de ‘dienst van de barmhartigheid’ aan onze naaste. Hierbij denk ik aan de zorg voor de zwakken en vergeten, kwetsbare groepen in ons dorp en in de samenleving. Dit zal ons, in een weg van zelfverloochening en strijd, vooral veel vrede en vreugde en overwinningen in de HEERE geven. 4. Een vierde punt is de noodzaak om als ouderen en jongeren samen op te trekken. Dan is er sprake van een ‘samen eensgezind strijden door het geloof in het Evangelie.’, waar Paulus de Filippenzen op wijst. (Fil. 1: 27,28.) Want in deze goede strijd mogen en moeten wij ook leren dat wij aan elkaar gegeven zijn: de generaties, jong én oud! De HEERE geve ons een hartelijke eenheid en eensgezindheid in onze HEERE Jezus Christus. Waarbij ook tussen de generaties mag en moet gelden de oproep van Paulus ‘Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf . laat ieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.’ (Filp. 2:3,4)
Christus en de machten – tweede lezing - 10
5. Tegelijk denk ik we voor elkaar, maar zeker ook ouderen voor jongeren, voorbeelden en identificatiepersonen kunnen en moeten zijn. Jongeren hebben tegenwoordig een patchworkidentiteit, allemaal verschillende lapjes bij elkaar. Daarbij beschikken ze over een indrukwekkende hoeveelheid middelen om hun genetwerkte identiteit actief vorm te geven. Zo kiezen ze voor kleding, haardracht, een mobiele telefoon en een profielsite op Facebook die bij hen past. Daarbij zijn het vaak vooral de (sociale) media die voorschrijven welke identiteit vandaag ‘gewenst’ of zelfs ‘vereist’ is. Maar op deze wijze heersen de machten i.p.v. onze HEERE Jezus Christus over ons. De Efezebrief leert ons echter dat we als gemeente en persoonlijk maar één identiteit hebben, die ligt in de eenheid en gemeenschap met onze HEERE Jezus. Hij is ons Hoofd en wij zijn leden van Zijn Lichaam, die door één Geest geregeerd worden. Híj is ons léven, zegt Paulus. Laten we elkaar en onze jongens en meisjes helpen deze ware identiteit te zoeken en te vinden. Immers alleen onder de heerschappij van Christus worden we zoals de HEERE ons bedoeld heeft, d.i. gelijkvormig aan Hem. Alleen dan zijn we vrij van de tijdgeest, de mensen en de (boze) machten, die ons opnieuw tot hun ‘slaven’ willen maken. Tenslotte Ik wil nu afsluiten met een troostvol en bemoedigend citaat uit een preek over Romeinen 8 over de alles te boven gaande liefde en trouw van onze HEERE Die ons bewaren wil in onze strijd tegen de machten: “Het uitzicht dat hier geopend wordt, is overweldigend wijd. Het omvat alles wat God geschapen heeft. De dreigende dood, maar ook het leven, dat zo mooi, maar ook zo wreed kan zijn. Hij ziet engelen, staande voor de troon van God, ook afdalend naar het aardse om aan mensen hulp te bieden. Maar er zijn ook engelen die het kwade willen, die alles wat mooi en goed is willen bederven en de mensen willen weghouden van God vandaan. Hij ziet overheden. Daar zitten goede onder, maar ook wrede die dood en verderf in de wereld zaaien. Ziet de krachten en machten die het leven op aarde beheersen: de allesbeheersende macht van het geld. Hij ziet tegenwoordige dingen, de wereld, zoals die in zijn dagen is. Beheerst door de legers en ambtenaren van de keizer. Hij ziet toekomende dingen, waaronder de vervolgingen die de gemeente nog zullen overkomen en de rampen en de oorlogen die Jezus aangekondigd heeft. Hij ziet de kosmos met zijn hoogte en diepte, die zo fascinerend én beangstigend kan zijn, als men zich voorstelt hoe ‘een stofje’ de aarde slechts is, zwevend tussen al die melkwegstelsels. Daar staat hij dan, als kleine weerloze mens, in een onmetelijke wereld. Maar hij weet dat dat onmetelijke heelal rust in de handen van de Almachtige, Die niet loslaat het werk dat Zijn hand gemaakt heeft en Die ook die kleine kwetsbare mens niet loslaat, maar hem blijft liefhebben, ook als die mens zich van Hem afkeert. Hij weet ook van Gods Zoon, Die de hemel heeft verlaten om deze dreigende wereld binnen te gaan, om allen die in Hem geloven volkomen te verlossen enz.”. Christus, onze Koning en Verlosser. De Geest noemt Hem ook ‘de Hoop der heerlijkheid’.