Openbaring
W. MacDonald
Openbaring Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam – NL www.bijbelcursussen.nl Vertaling van ‘Revelation’ W. MacDonald Copyright © 2011 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Instructie Introductie op Openbaring De opgestane Heer Efeze, Smyrna, Pergamus en Thyatira Sardes, Filadelfia en Laodicea De verzegelde boekrol De bazuinoordelen beginnen De laatste drie bazuinen De vrouw en de twee beesten God komt tussenbeide Het grote Babel Jezus zal regeren Het Nieuwe Jeruzalem
4 7 12 17 24 29 35 40 46 51 57 62 68
Instructie
Lees de inleiding aandachtig door en begin dan pas aan de lessen. Hier wordt een aantal steeds in de lessen terugkerende begrippen besproken. Maak na een bestudeerde les eerst de bijbehorende toets en ga dan pas naar de volgende les.
Hoe begint u?
Voordat u een les gaat bestuderen vraagt u God of Hij uw hart wil openen voor wat Hij u wil leren uit Zijn Woord (Ps. 119:18). De cursus bestaat uit twee delen: dit cursusboek en een toetsboekje. De cursus bestaat uit twaalf afgeronde lessen, die u van veel nut zullen zijn. Elk hoofdstuk heeft zijn eigen toets. Begin zodra u het cursusboek hebt ontvangen. Kies een vaste dag uit voor de studie en houdt u daar aan. Voor sommingen bevalt het tempo van een les per week goed. U kiest uiteraard zelf wat het beste bij uw tijd en mogelijkheden past. Lees eerst de les rustig door om een algemene indruk te krijgen van de inhoud. Daarna leest u de les opnieuw, maar nu langzaam en aandachtig. Lees en overdenk vooral de Bijbelteksten, waarnaar in de les wordt verwezen. De tekstverwijzing bestaat uit de (afgekorte) naam van het Bijbelboek, het nummer van het hoofdstuk en van het vers of de verzen. Als u de les rustig bestudeerd hebt, beantwoordt u de vragen in het toetsboekje. Als u een vraag nog niet kunt beantwoorden neemt u het betreffende gedeelte nog eens door. Ga na voltooiing van een les naar de bijbehorende toets en werk zo de gehele cursus door. Schrijf achter een vraag niet, wat u er vroeger altijd van dacht, maar wat u er in de les over geleerd hebt. Stuur het toetsboekje pas in als u alles af hebt.
Instructie
5
Wanneer bent u klaar?
Het toetsboekje wordt na correctie aan u teruggezonden, eventueel vergezeld van opmerkingen en/of aanbevelingen voor verdere studie. Neem, voordat u aan een nieuwe cursus begint, de tijd om het gecorrigeerde toetsboekje aandachtig door te nemen. Uw docent markeert eventueel verkeerd beantwoorde vragen en wijst u op een verhelderende Bijbeltekst en zo nodig op het gedeelte van de les, waarin u de stof nog eens kunt nalezen. Wees blij met alles wat u goed beantwoord hebt, maar benut ook de gelegenheid om uw kennis en inzicht verder te vergroten. Van uw kant helpt u ons door de vragen, die bij u leven, en eventuele opmerkingen op te sturen. Daardoor kunnen wij eventuele onduidelijkheden in de tekst van de cursus verbeteren. Neem vooral de tijd om over de 'Wat zegt u'-vragen na te denken en uw antwoord te formuleren. Daarmee helpt u uw docent u te leren kennen en beter te kunnen helpen. Vertel uw vrienden over uw ervaringen met deze vorm van schriftelijke Bijbelstudie en maak hen ook enthousiast om een cursus te volgen. Stuur het compleet ingevulde toetsboekje, met uw vragen en opmerkingen naar onderstaand cursusadres. Vergeet niet uw naam en complete adres in te vullen.
Emmaus-Nederland Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl
6
Openbaring
1. Introductie op Openbaring (1:1-3)
Algemeen overzicht
O
p diverse wijzen wil het Bijbelboek Openbaring zich voor ons openen. Zodra we bemerken, dat het uit twee delen bestaat, hebben de sleutel tot het verstaan van dit boek in handen. Hoofdstuk 1, 2 en 3 gaan over het tijdperk van de gemeente; de genadetijd, de periode waarin we nu leven. Van hoofdstuk 4 t/m 22 wordt aangekondigd wat er ná de genadetijd zal gebeuren. We kunnen het boek als volgt samenvatten I. De dingen die zijn (hoofdstuk 1-3). II. Wat hierna zal gebeuren (hoofdstuk 4-22). We zien dus dat het grootste gedeelte van het boek gaat over de toekomstige gebeurtenissen (hoofdstuk 4-22). Een eenvoudige manier om de inhoud van dit tweede gedeelte te onthouden is als volgt: A. Hoofdstuk 4-19 beschrijft de periode van verdrukking, een periode van 7 jaar, waarin God zowel het ongelovige Israël als de ongelovige volken zal oordelen Deze oordelen worden beschreven met de volgende figuren: 1. Zeven zegels 2. Zeven trompetten 3. Zeven schalen B. Hoofdstuk 20-22 handelt over het Koninkrijk van Christus op aarde, het oordeel voor de grote witte troon en de eeuwige toestand.
8
Openbaring
De inhoud van het boek kan nu dus eenvoudig worden geschematiseerd als: I. De dingen die zijn (hoofdstuk 1-3) II. Wat hierna zal gebeuren (hoofdstuk 4-22) A. De verdrukking 1. Zeven zegels 2. Zeven trompetten 3. Zeven schalen B. Het koninkrijk van Christus en de eeuwige toestand (hoofdstuk 20-22) Tijdens de verdrukking, bevat het zevende zegel de zeven oordelen van de trompetten. En de zevende trompet, bevat de zeven oordelen van de schalen. Hieruit volgt, dat deze periode als volgt kan woorden weergegeven|: ZEGELS 1 2 3 4 5 6 7 TROMPETTEN 1 2 3 4 5 6 7 SCHALEN 1 2 3 4 5 6 7
De tussenzinen in het boek
Hoewel het niet moeilijk is om de hoofdgedachte van het boek Openbaring vast te houden, merken we dat de grote lijn vaak wordt onderbroken door intermezzo’s, waarin we nader geïnformeerd worden over diverse personen en gebeurtenissen, waarvan de voornaamste zijn: (a) De 144.000 verzegelde Joodse heiligen (7:1-8) (b) De niet-joodse gelovigen in deze periode (7:9-17) (c) De machtige engel met het kleine boek (hfdst 10) (d) De twee getuigen (11:3-12) (e) Israël en de draak (12) (f) De twee beesten (13) (g) De 144.000 met Christus op de berg Sion (14:1-5)
Introductie op Openbaring (h) De engel met het eeuwige evangelie (14:6-7) (i) De inleiding op de val van Babel (14:8) (j) Waarschuwing aan de aanbidders van het beest (14:9-12) (k) De oogst en de wijnpersbak ( 14:14-20) (l) De vernietiging van Babylon (17:1-19:6)
Algemene informatie
Voordat we het boek Openbaring zelf gaan bestuderen, kijken we even naar de schrijver van het boek en de tijd waarin het geschreven werd. Naar het eerste hoeven we niet te zoeken; de schrijver Johannes stelt zich zelf aan ons voor. Algemeen wordt aangenomen dat hij de discipel is, waarvan speciaal vermeld wordt dat de Heer Jezus hem liefhad (Joh. 21:20). Hij schreef ook een evangelie en drie pastorale brieven. Hij schreef Openbaring volgens de meeste commentatoren tijdens de regering van Claudius (41-54) en Nero (54-68) en mogelijk ook tijdens Domitiaan (8196). Het boek is geen openbaring van Johannes, maar de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes (1:1).
De symboliek in het boek
In Openbaring vinden we zeer veel beelden, illustraties en symbolen: getallen, kleuren, metalen, edelstenen, dieren, sterren, enz. Alle beelden duiden op personen, zaken of waarheden. De meeste ervan zijn al eerder in de Bijbel geïntroduceerd. Als er in Openbaring een nieuw beeld wordt gebruikt, wordt dit ons direct uitgelegd. Voorbeelden: 'de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten' (1:20), 'de zeven gouden kandelaren zijn de zeven gemeenten' (1:20) en 'de grote draak is de duivel, of de satan' (12:9). Verder zien we dat 'de vier dieren' of 'levende wezens' (Op. 4:6) vrijwel identiek zijn aan de vier levende schepselen van Ez. 1:5-14. In Ez. 10:20 worden ze genoemd: 'cherubim.' Zij zijn waakengelen, die Gods lof verkondigen en Zijn heiligheid bewaken. De beelden van 'luipaard, beer en leeuw' van Op .13:2 herinneren ons aan Dan. 2 en 7, waar ze duiden op machtige wereldrijken. Anders dan de zojuist genoemde beelden, zijn enkele andere symbolen niet gemakkelijk te verklaren. We mogen er dan niet zelf over fantaseren en zeker niet allegoriseren. Hier past ons heilige eerbied en grote voorzichtigheid.
9
10
Waarover gaat het in dit Bijbelboek?
Openbaring
Iedere Bijbelstudent moet bij de bestudering van het boek Openbaring, net als bij de bestudering van alle voorgaande Bijbelboeken, voortdurend letten op het onderscheid tussen Israël en de Gemeente. De Gemeente is een hemels volk, met een hemelse oorsprong, roeping en toekomst. Zij is gezegend met geestelijke zegeningen in de hemel in Christus en zal tot in alle eeuwigheden delen in Zijn glorie. Israël is Gods aardse volk met een aards ontstaan, een aardse roeping en een aardse toekomst. God heeft hen het land Israël beloofd en een letterlijk aards koninkrijk onder de regering van de Messias. De geschiedenis van de Gemeente op aarde wordt beschreven in Openbaring 1 t/m 3. Zij komt pas opnieuw voor onze aandacht bij het Bruiloftsmaal van het Lam in de hemel (Op. 19:6-10). De Grote Verdrukking (Op. 4:1-19:21) is sterk met het volk Israël verbonden. Dit blijkt al uit de oud-testamentische benaming van deze periode: Jacobs benauwdheid (Jer. 30:7). Hierover wordt veel gesproken in de Psalmen en Profeten. Openbaring wordt ook door veel theologen ook anders uitgelegd dan hierboven. Er zijn er, die menen dat het boek alleen een beschrijving is van de kerk op aarde en één doorlopend geschiedkundig verslag geeft van de tijd van Johannes tot aan de eeuwigheid. Gods kinderen leren uit dit boek, dat het dwaas is zich te hechten aan dingen, die voorbij zullen gaan. Het spoort hen aan te getuigen tot de verlorenen en bemoedigt hem om geduldig en volhardend de terugkeer van de Heer Jezus te verwachten. Ongelovigen hebben in Openbaring de Openbaring wijst meest indringende waarschuwing van ongelovigen op de eeuwige de hele Bijbel. Het wijst hen op de ververoordeling van allen, die schrikkelijke, eeuwige veroordeling van allen, die de Redder afwijzen. de Redder afwijzen Onder de aanvragers van deze cursus kunnen er zijn die door onwetendheid over de weg der redding voor eeuwig verloren zullen gaan. Ook zijn er ernstige onderzoekers, die worstelen met de vraag of ze onder Gods toorn vallen of niet. Behoort u tot een van deze twee
Naam: Adres: Postcode + woonplaats: Emailadres:
SCORE
Openbaring, toetsboekje Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam – NL www.bijbelcursussen.nl Copyright © 2011 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
ALGEMEEN
Elk examen bevat meerkeuzevragen. Wanneer u moeite heeft met het beantwoorden van de vragen, probeer dan de les nog eens door te lezen.
MEERKEUZE VRAGEN
Elk examen heeft meerkeuze vragen. U wordt gevraagd om het goede antwoord op te schrijven. Voorbeeld: Hoeveel goede antwoorden heeft deze vraag? a. Vier b. Één c. Drie d. Twee b
HET PERSOONLIJKE GEDEELTE
'Wat zegt u? - vragen' geven u de vrijheid uw persoonlijke mening en gevoelens weer te geven. Uw in vertrouwen gegeven antwoorden helpen ons om u beter te leren kennen en de effectiviteit van de cursus te evalueren.
DE WAARDERING EN BEOORDELING
Het totaal aantal goede antwoorden wordt in een percentage uitgedrukt. Bij een eventueel verkeerd antwoord wijst de docent u op een Bijbeltekst of het deel van de les, waar u het juiste antwoord kunt vinden. Uw persoonlijke antwoorden en verdere opmerkingen blijven buiten de beoordeling van het exacte deel, maar worden wel zeer gewaardeerd. Na inzending van het compleet ingevulde toetsboekje ontvangt u een certificaat met het percentage goede antwoorden.
GROEPS- EN INDIVIDUELE STUDIE
Deelnemers aan Bijbelstudiegroepen leveren hun toetsen in bij de groepsleider, die dit verder behandelt. Individuele studenten zenden het toetsboekje naar het in het boekje aangegeven (email)adres. Vergeet niet uw naam en adres te vermelden. Emmaus Postbus 54234 3008 JE Rotterdam
[email protected]
3
1. Op welke tijd slaan “de dingen die zijn”? a. op de periode, die in de evangeliën behandeld wordt b. op alles, wat er tijdens het leven van Johannes gebeurt c. op de genadetijd, zolang de gemeente op aarde is d. op iedere tijd, dat gebeurt altijd en overal
______
2. Wat kondigen de zeven bazuinen aan? a. de opname van de gemeente b. de grote verdrukking c. het duizendjarig vrederijk d. de eeuwige toestand
______
3. Wanneer vindt de verzegeling van de 144.000 Joodse heiligen plaats? a. op een nog toekomstig, maar voor ons onbekend tijdstip b. geleidelijk aan tijdens de bedeling van de genade c. dit verhaal hoort niet thuis in het boek Openbaring d. direct na het einde van de genadetijd ______ 4. Het langste intermezzo in Openbaring gaat over: a. de twee getuigen b. de twee beesten c. het eeuwig evangelie d. de val van Babel
______
5. Volgens deze cursus werd het Bijbelboek Openbaring geschreven: a. tijdens de regering van de Romeinse keizer Nero (54- 68 n Chr) b. door een Grieks mysticus, die veel heidense symboliek gebruikt c. om de godgewijde martelaar Johannes van Patmos te gedenken d. door Johannes, een der twaalf apostelen
______
6. Welk(e) beeld(en) verklaart Openbaring zelf? a. de brandende berg b. de vier levende wezens c. de luipaard, de beer en de leeuw d. de zeven sterren
______
7. In het boek Openbaring komt de ware gemeente van de Heer Jezus a. noch rechtstreeks ter sprake, noch zijdelings b. tot ontstaan vanaf hfdst. 4:1 1 c. alleen voor in hfdst. 1 t/m 3 en bij de bruiloft van het Lam d. evenveel voor in de eerste als de laatste 3 hfdst
______
4
8. Wat is de Grote Verdrukking? a. een moeilijke periode waarin de eerste christenen vervolgd werden b. de verzamelnaam van dieptepunten in de kerkgeschiedenis c. een steeds weer opduikend verzinsel van theologen d. een zeer benauwde tijd voor het Joodse volk ______ 9. Openbaring is de bekendmaking van toekomstige gebeurtenissen door a. God aan de Heer Jezus, die dit via een engel doorgeeft aan Johannes b. God via de Heilige Geest aan Johannes c. de Heer Jezus rechtstreeks aan Johannes d. de Heilige Geest, die zich via een engel tot Johannes richt ______ 10. Aan wie wordt in het Bijbelboek Openbaring een speciale zegen beloofd? a. ieder, die een kerkelijk goedgekeurd afschrift bezit b. ieder, die alles wat hij erin leest begrijpt c. ieder, die leest; ieder, die hoort en ieder die gehoorzaamt d. ieder, die bereid is heel lang in dit boek te studeren ______
WAT ZEGT U?
Schrijf hieronder op hoe u tot bekering en tot zekerheid van redding bent gekomen.
5