BIV (1996-1997) Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen
Plenaire commissie
OPENBARE VERGADERING VRIJDAG 4 JULI 1997
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen - Gewone zitting 1996-1997
2
BRUSSELSEHOOFDSTEDELIJKERAAD BULLETIN V. ^ DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN
INHOUD
INTERPELLATIES toegevoegde interpellaties van de heren Dominiek Lootens-Stael, Guy Vanhengel en Michiel Vandenbussche (moeilijkheden binnen de Brusselse Regering naar aanleidng van de opstelling van de nieuwe taalkaders van de Brusselse brandweer) tot de heren Charles Picque, Minister-Voorzitter en Rufin Grijp, Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Sprekers: de heren Dominiek Lootens-Stael, Guy Vanhengel en de heer Charles Picque, Minister-Voorzitter) van Mevr. Marie Nagy (strijd tegen de luchtverontreiniging) tot de heren Herve Hasquin, Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer en Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid (Sprekers: Mevr. Marie Nagy, Mevr. Andree Guillaume- Vanderroost, de heren Paul Galand en Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid) MONDELINGE VRAAG van de heer Joseph Parmentier (programma "Scholen voor morgen") en antwoord van de heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid.
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1996-1997
OPENBARE VERGADERING VAN VRIJDAG 4 JULI 1997
Voorzitter : de heer Jan Beghin, Eerste Ondervoorzitter - De vergadering wordt om 9.40 uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER DOMINIEK LOOTENS-STAEL TOT DE HEREN CHARLES PICQUE, MINISTER-VOORZHTER EN RUFIN GRIJP, MINISTER BELAST MET OPENBAAR AMBT, BUITENLANDSE HANDEL, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffcnde "de onenighcid die is ontstaan in de schoot van de Regering omtrent de opiossing van de problemen bij de Brandweer, inzonderheid aangaande de taalkaders en de dreiging van een minister dat hij de Regering zai blokkeren"; TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER GUYVANHENGEL betreffende "de moeilijklieden binnen de Brusselse Regering ontstaan naar aanleiding van de opstelling van de nieuwe taalkaders van de Brusselse brandweer"; EN TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER MICHIEL VANDENBUSSCHE betreffende "de problematiek van de Brandweer".
De heer Dominiek Lootens-Stael.- Deze regering hangt met haken en ogen aaneen en vomit in geen enkel opzicht nog een ploeg. Door interne spanningen verkeert deze regering zeifs in een permanente crisissituatie. Wat er zich de laatste weken heeft afgespeeld omtrent de situatie bij de brandweer, is nog nooit eerder vertoond. De voomaamste reden van het mank lopen ligt in het dictatoriaal regime van de PRL-FDFfederatie in de school van de regering. Zo sluiten ministers van een regeringspartij akkoorden af met onderhandelingspartners over beleidsmateries waarvoor zij helemaal niet bevoegd zijn. Een dergelijke ongebreidelde machtshonger komt alleen voor in autoritaire regimes. Ik beweer dus dat de PRL-FDF- federatie zwaar door het fascistische virus is aangetast. Wij begrijpen dus goed dat minister Rufm Grijp woedend is over deze dictatoriale gang van zaken en dat hij de ministervoorzitter vraagt dat hij de dictators in zijn regering tot de orde roept. De verontwaardiging van minister Rufm Grijp is nochtans bijzonder hypocriet omdat hij mede verantwoordelijk is voor deze degeneratie van onze democratie. Het is begonnen met het gebruik van ondemocratische methodes tegen het Vlaams Blok. mterpellatieverzoeken of vragen van het Vlaams Blok over bepaalde thema's werden systematisch onontvankelijk verklaard. Vragen van het Vlaams Blok wer-
den zeiden of nooit beantwoord. In een parlementaire democratie is zoiets ondenkbaar, maar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest duidelijk niet. Hier is eike morele rem weggenomen. Tijdens de laatste ministerraad werd er vergaderd zonder minister Rufm Grijp, die welbewust wegbleef. Kan de minister-voorzitter mij meedelen of hij nog enige mogelijkheid ziet om enige samenhang in zijn regeringsploeg te brengen en hoe hij dat zai doen? Werden er tijdens de laatste ministerraad beslissingen genomen zonder minister Rufin Grijp? Heeft de minister- voorzitter de politieke moed gehad om de PRLFDF- federatie terug te fluiten? Weike is de situatie van minister Rufin Grijp in deze regering? Heeft hij zijn solidariteit met deze regering opnieuw betoond? Zou het niet beter zijn dat de minister- voorzitter het ontslag van zijn hele regering zou indienen, vermits deze totaal onwerkbaar blijkt te zijn? Volgens het Vlaams Blok bevvandelt minister Rufin Grijp een volkomen correcte weg. Het is van fundamenteel belang dat eike beleidsverantwoordelijke ervoor zorgt dat zowel de Nederlandstalige als de Franstalige burger door de brandweer en de dienst 100 in him eigen taal geholpen kunnen worden. Dit is met de huidige wetgeving onmogelijk te realiseren. Minister Rufin Grijp meent dan ook terecht dat deze wetgeving moet worden veranderd. Alle ellende bij de brandweer en de dienst 100 vioeit voort uit de taalkaders, de permanente taalproblemen, het personeelstekort, de demotivatie en de statutaire problemen. Het taalgebruik in de Brusselse diensten werd immers onderhevig verklaard aan de bepalingen van hoofdstuk V van de gecoordineerde wetten op het gebruik van talen in de bestuurszaken van 18juli 1966. Dit heeft tot volkomen absurde situaties geleid. Voor het volwaardig derde Gewest Brussel moeten taalkaders worden opgesteld en geldt het principe van de tweetaligheid van dienst en de eentaligheid van de personeelsleden, wat voor een dienst als de brandweer of de dienst 100 tot volkomen absurde situaties leidt. De ervaring van de afgelopen jaren heeft dan ook geleerd dat dit stelsel tot waanzinnige toestanden kan leiden. Als de principes zuiver worden toegepast, betekent dit dat aan eike telefoon een Nederlandstalig en een Franstalig personeelslid moet zitten, die samen een oproep behandelen, wat uiteraard een volslagen idiote situatie is. Het opstellen van betrouwbare en rechtvaardige taalkaders is even onmogelijk als het verzekeren van een goede tweetaligheid van het huidige systeem. Minister Rufin Grijp heeft er in het verleden herhaaldelijk op gewezen dat het onmogelijk is betrouwbare tellingen uit te voeren. De oproeper kan een andere taal spreken dan de patient die moet gehaald worden. Een ander probleem is de 30 tot 40% vreemdelingen in de stad. Tot weike taalaanhorigheden wordt deze grote groep gerekend als het gaat om het bepalen van het werkvolume ? De vreemdelingen die een taalkeuze maken doen dit over het algemeen volkomen onbewust en kiezen voor het Frans. De reden van deze keuze ligt voor de hand, namelijk omdat het Frans in deze stad nog altijd dominant is. Bovendien weten wij dat deze vreemdelingen door de administratie massaal op de Franse taalrol worden gezet.
BIV (1996-1997) Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN De talrijke problemen die er vandaag zijn bij de brandweer en de dringende medische hulp vinden hun oorsprong in een totaal onaangepast wetgevend kader, dat door de francofilie werd opgedrongen om zuiver communautaire redenen. Het voorstel van minister Rufin Grijp om aan de federate regering te vragen de wetgeving te veranderen is dan ook de logica zeif. Nochtans de opiossing van de problemen ligt voor de hand. De bepaling van de bijzondere wet van 16 juli 1989 volgens deweike de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, onder hoofdstuk 5 van de gecoordineerde taalwetten 18 juli 1966 vallen, moet eenvoudig vervangen worden door te bepalen dat de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voortaan onder hoofdstuk 3, afdeling 3, vallen, die betrekking hebben op de diensten van Brussel hoofdstad van de gecoordineerde taalwetten van 18 juli 1966. Hierdoor zouden meteen de taalkaders worden afgeschaft en zou opnieuw het principe van tweetaligheid van de personeelsleden worden ingevoerd. Het is in de huidige politieke constellatie echter weinig waarschijniijk dat deze opiossing zai worden verwezenlijkt omdat de francofonie zich hiertegen met hand en land verzet. Het Vlaams Blok zai aan de kiezers duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor gebeurlijke ongevallen. Dat is niet bij minister Rufin Grijp, maar enkel en alleen bij de fascistische en racistische partij als het FDF en haar PRL- aanhangwagen. De heer Guy Vanhengel.- De Brusselse regering bestaat tweejaar. Volgens een volkswijsheid beleeft een regering tijdens het eerste jaar haar meest begenadigde periode. We zijn nu halverwege de huidige legislatuur en men gunt mekaar geen goede punten meer. De sfeer in de regering Picque II is veranderd en de beste tijd is achter de rug. Het FDF en PRL regeren niet meer vanuit een ploeggeest. Is het ooit anders geweest? De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Aan de heer Guy Vanhengel wil ik zeggen dat we hier onze tijd aan het verspillen zijn. Wij hebben zoveel belangrijker zaken te doen. (Uitroeperi) De heer Guy Vanhengel.- De regering beweegt zich van het ene incident naar het andere en de minister- voorzitter verwaardigt zich niet te luisteren. Is dat normaal? De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Wat hier gezegd wordt is verbazingwekkend! De heer Guy Vanhengel.- Wat heeft de regering de voorbije twee jaar gedaan aan de sociale breuken? Wat heeft de regering gedaan aan de dualisering van de Brusselse samenleving, aan de bewoonbaarheid en de veiligheid in de stad zoals het in het regeerakkoord is voorgesteld? Wat heeft de regering hieraan gedaan?
Mevr. Francoise Dupuis (in het Frans) .- Mynheer de voorzitter, zai de interpellant het volledige regeringsprogramma voorlezen? De heer Guy Vanhengel (in het Frans) .- De regering gaat al tweejaar van het ene incident naar het andere. M. Charles Picque, Ministre-President.- Het programma bevatte 86 punten, maar u belicht er slechts een : de brandweer en dringende medische hulp. De heer Guy Vanhengel .- Het Brussels beleid is een puinhoop. De Brusselse regering voert een onsamenhangend programma uit. De Vlaamse partners in de regering hebben geen spreekrecht over gewestelijke materies. De regering heeft enkel de lopende zaken beheerd. Het regeerakkoord is onderhandeld in afzonderlijke taalgroepen en dan heeft men het samengevoegd. Het is daarom dat eike samenhang ontbreekt. Het trieste spektakel is gestart met het financieel mechanisme Chabert. Dit werd teruggefloten door de Vlaamse regering en de Franse Gemeenschap. Herve Hasquin heeft nadien eentalige advertenties geplaatst in De Vlan. {UUroepen) Mevr. Francoise Dupuis (in het Frans).- Wij zijn hier om een bepaald punt te bespreken. Blijfbij het onderwerp. Mevr. Marie Nagy (in het Frans) .- Laat hem een debat voeren, zeifs als het onderwerp u hindert. De heer Guy Vanhengel .- Ik kom nu tot het volgende incident. De Voorzitter .- Ik venzoek de heer Guy Vanhengel zich aan het voorwerp van zijn interpellatie te houden. Hij heeft nog twee minuten. De heer Guy Vanhengel.- De communautaire problemen volgen elkaar op. Er zijn de problemen rond de driemaandelijkse verslagen over de naleving van de taalwetgeving, het samenwerkingsakkoord tussen Ukkel en Linkebeek, de houding van minister Didier Gosuin. Een jaar geleden deed staatssecretaris Vie Anciaux reeds straffe uitspraken over de naleving van de taalwetgeving, die uiteindelijk resulteerden in het taalhoffelijkheidsakkoord van halfnovember. Twee weken geleden werd dit feitelijk opgeblazen. Collega Walter Vandenbossche van zijn kant probeerde tijd te winnen en stelde een evaluatie in het vooruitzicht voor eind november. Dan was er het schabouwelijk Nederlands van het ontwerp van stedenbouwkundige verordening van minister Herve Hasquin. We krijgen dus al twee jaar te maken met opeenvolgende incidenten, waarvan de laatste in de rij niet de minste zijn: zij betreffen de Euro-parking en het incident rond minister Rufin Grijp, die weigert deel te nemen aan de beraadslaging en aan de ministerraad.
De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Ik ben bereid daarover te spreken.
Indien we het wetgevend werk van de regering Picque II naast dat van de regering Picque I leggen stelt het niets voor. Ik zou willen dat gedurende de twee volgende jaren de echte problemen worden aangepakt.
De heer Guy Vanhengel .- Nogmaals vraag ik aan de regering wat zij aan de problemen gedaan heeft?
De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter.- Dat is niet zeer vriendelijk tegenover uw liberate collega's.
BIV(1996-1997)Nr. 14
OPENBARE VERGADERING VAN VRIJDAG 4 JULI 1997
Mevr. Marie Nagy (in het Frans) .- Een mooi staaltje van de solidariteit binnen de regering! De heer Dominique Harmel (in het Frans).- Mynheer de minister- voorzitter ik hoor u graag zo spreken: u hebt gelijk. De heer Guy Vanhengel.- Deze regering slaagt er al twee jaar niet in de echte problemen aan te pakken. Toch blijft ze aan de macht: aan Nederlandstalige kant werd blijkbaar een onwrikbaar verbond afgesloten; de spanningen aan Franstalige kant, met name met de meerderheid van de meerderheid, de PRL-FDF, leiden ook daar tot immobilisme. Dit nog twee jaar verderzetten is misdadig tegenover de bevolking. Zou de minister-voorzitter niet beter zeif zijn verantwoordelijkheid opnemen, het regeringsprogramma opnieuw onderhandelen en het voorzitterschap overlaten aan zijn partner, die daar blijkbaar zo op gebrand is? De heer Michiel Vandenbussche .- Deze interpellaties gaan een totaal andere richting uit dan aangekondigd. Ik zie dan ook af van het woord. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Deze regering zou verlamd zijn door een gebre k aan eensgezindheid. Ongeveer een week geleden wees ik erop dat het opstellen van de taalkaders bij de brandweer geen gewoon conununautair probleem is, dit in antwoord op een vraag van de heer Veldekens. De verandering van het statuut van de instelling had een belangrijke invloed op de taalwetgeving die van toepassing is. Het eerste taalkader werd vemietigd door de Raad van State, omdat het geen rekening hield met het aantal te behandelen zaken. Deze kwestie vond nog geen opiossing omdat ze zeer complex is. Een taalkader opgesteld op basis van het aantal te behandelen zaken zou onwerkbaar en onveilig zijn. Het interventiepersoneel moet inuners een gesprek kunnen voeren met de aanvrager en de coordinatie moet viot kunnen verlopen. Ook een paritaire personeelsformatie is niet redelijk: ze is juridisch niet conform, ze miskent de Brusselse sociale realiteit en zou de aanwerving van personeel van buiten het Gewest noodzaken. Ook eentalig interventiepersoneel is strijdig met een goed beheer. De regering bleef zeker niet inactief op dit vlak. Heel wat voorstellen liggen ter tafel en moeten nog worden besproken. We kunnen niet ontkennen dat communautaire aspecten daarbij een rol spelen, maar dat houdt niet in dat we niet kunnen regeren. Andere belangrijke problemen vragen onze aandacht. De regeringsvergadering van gisteren over deze problematiek verliep in een constructieve sfeer. Een opiossing kan echter niet zonder de nodige juridische waarborgen. Overhaasting zou tot een slecht akkoord leiden. Van zodra een opiossing kan worden uitgewerkt, zullen wij die aan het Parlement meedelen. Maar we moeten de tijd krijgen om een goede tekst uit te werken. We hebben niet op de heer Guy Vanhengel gewacht om een stedelijk project uit te werken dat toelaat een goede dienstverlening aan de bevolking te verzekeren.
De heer Dominick Lootcns-Stael .- Het verbaasde mij dat de minister-voorzitter de indruk wou wekken dat wij ons hier met onbenulligheden bezighouden. Wat vindt hij onbenullig: de crisis in zijn regering of de problemen bij de brandweer? Beide problemen zijn zeer belangrijk. Het feit dat er een soort van permanente crisis bestaat in de regering, heeft voor gevolg dat de echte problemen niet worden aangepakt. De regering moet dus niet langer treuzelen en liever vandaag nog haar ontslag indienen zodat een nieuwe ploeg de problemen kan aanpakken. De minister-voorzitter zegt dat hij aan het probleem werkt. Heeft minister Rufm Grijp daaraan meegewerkt? Ik meen van niet. Is er over het probleem gediscussieerd of over de crisis? Dat een opiossing niet voor de hand ligt kan ik aannemen omdat men blijft vasthouden aan de eisen van de francofonie. Nochtans is de opiossing eenvoudig als de tweetaligheid van de diensten vervangen wordt door de tweetaligheid van de personeelsleden. Staat de minister-president achter de opiossing die minister Rufm Grijp ter zake voorstelt of niet? De heer Guy Vanhengel.- De minister-voorzitter had het over hypocrieten. De hypocrieten zijn de auteurs van het regeerakkoord. Ondanks het feit dat in het regeerakkoord duidelijk en concreet aangegeven wordt wat dringend moet worden gedaan, is er de voorbije twee jaar niets gebeurd. Ik vrees dat dit in de komende twee jaar ook zo zai blijven. De Voorzitter.- De heer Dominiek Lootens-Stael heeft de volgende gemotiveerde motie ingediend. "De Brusselse Hoofdstedelijke Raad, - gehoord de interpellatie van Dominiek Lootens-Stael tot de heren Charles Picque, minister-voorzitter van de regering en de heer Rufm Grijp, Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp betreffende "de onenigheid die is ontstaan in de school van de regering omtrent de opiossing van de problemen bij de brandweer, inzonderheid aangaande de taalkaders en de dreiging van een minister dat hij de regering zai blokkeren"en de toegevoegde interpellatie van de heer Guy Vanhengel betreffende "de moeilijkheden binnen de Brusselse regering ontstaan naar aanleiding van de opstelling van de nieuwe taalkaders van de Brusselse brandweer" - spreekt zijn aanhankelijkheid uit aan de beginselen van de democratic en de rechtsstaat - vraagt de Brusselse Hoofdstelijke regering minister Grijp in de voile omvang van zijn bevoegdheden te bevestigen. Mevrouw Francoise Dupuis en de heer Michiel Vandenbussche hebben de eenvoudige motie ingediend. - Over deze moties zai later worden gestemd. - De incidenten zijn gesloten.
BIV (1996-1997) Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN INTERPELLATIE VAN MEVROUW MARIE NAGY TOT DE HEREN HERV£ HASQUIN, MINISTER BELAST MET RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN EN VERVOER EN DIDIER GOSUIN, MINISTER BELAST MET LEEFMILIEU EN WATERBELEED, RENOVATIE, NATUURBEHOUD EN OPENBARE NETHED), betreffende "de strijd tegen de luchtverontreiniging in bet Brussels Hoofdstedelijk Gewcst".
In ons Gewest heeft men interministeriele comites opgericht en gezegd dat men de problemen omtrent de totstandbrenging van een duurzame mobiliteit zou onderzoeken . Wat de concrete uitvoering van de maatregelen betreft, blijven de teksten vaag. Minister Gosuin verklaart dat "de complexiteit van de te nemen maatregelen die op meer betrekking hebben dan alleen het milieu, een transversale actie vergen... ". Ik vraag mij af hoe de minister een geintegreerd beleid zai uitwerken. Over weike middelen beschikt hij om efficient op te treden?
Mevr. Marie Nagy (in het Frans) .- Ik betreur dat minister Hasquin hier niet aanwezig is en dank de heer Gosuin dat hij uit zijn naam wil antwoorden.
Ik geloof niet dat Brussel alleen met reclamecampagnes zai kunnen voorkomen dat het verkeer dichtslibt en dat de luchtverontreiniging uit de hand loopt.
Sedert meer dan twee jaar worden steeds meer studies gemaakt over de oorzaken en de gevolgen van de luchtverontreiniging. In december 1996 werden de conclusies gepubliceerd van een in Zwitserland uitgevoerde studie over de verborgen kosten van het wegvervoer, vooral voor de gezondheid. De professoren Hermans, Broeckaert en Bernard hebben, ter gelegenheid van een colloquium aan de UCL in maart 1997, de conclusies voorgesteld van hun onderzoek naar de gevolgen van de luchtverontreiniging voor de ademhalingswegen en de ontwikkeling van de kinderen.
Ik betreur de afwezigheid van de heer Hasquin, die terzake een standpunt heeft dat ik "voorhistorisch" vind. Men gaat opnieuw in de richting van een bevordering van een viotte verkeersdoorstroming en een beleid van grote werken en dus , naar het beleid dat al door de heren De Croo en Olivier gevoerd werd. Dit is in zekere zin de terugkeer van de dinosaurussen. Er wordt niet meer gesproken over de beheersing van het verkeer.
De krachtlijnen van het GewOP zijn duidelijk en verwijzen naar de verbintenissen die vijf jaar geleden in Rio zijn aangegaan. In het GewOP staat dat het gewestelijk vervoersplan bijdraagt tot de bestrijding van de verontreiniging door het autoverkeer, door de beheersing van het verkeer, en door de aansporing om minder verontreinigende vervoersmiddelen te gebruiken, in het bijzonder het openbaar vervoer, de fiets en de verplaatsingen te voet, en dat de beheersing van het vervoer en de ruimtelijke ordening dan de essentiele instrumenten worden van het milieubeleid aangezien het vervoer de grootste vervuiler is en verantwoordelijk is voor ongeveer 1/4 van de C02- uitstoot. Het GewOP voorzag ook in de herziening van de omzendbrief- De Saeger van 1971 waarvan de uitvoering het autoverkeer krachtig stimuleert, in de uitvoering van het Vicomprogramma dat de verbetering beoogt van de reissnelheid van het openbaar vervoer en de verplaatsingen per fiets aanmoedigt. Daarvan is niets in huis gekomen omdat de budgetten niet zijn gebruikt. Wat blijft er over van de hoop die deze top gewekt had, en als gevolg waarvan Belgie er zich, samen met 153 andere landen, toe verbonden had de uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met 1990 tegen 2000 met 5 % en tegen 2010 met 10 % te verminderen? Het nationaal plan van 1994 voor de vermindering van de C02-uitstoot voorziet in maatregelen in onder meer de vervoersector. Tot nog toe is het bij bedoelingen gebleven. De uitstoot van C02 is in Belgie met 6,3 % gestegen ten opzichte van 1990. Op intemationaal niveau was de "Rio + 5"- Top van vorige week in New York een mislukking.
Hoe kan men het verkeer viotter doen verlopen als men niets doet om het dagelijkse aantal auto's in de stad te verminderen? Zai men de automobilisten altematieve routes aanraden en aldus voor verkeersoverlast in woonwijken zorgen, als dat nog niet het geval is? Als het aantal autoritten niet vermindert, blijft viot verkeer in Brussel een mythe. Weike maatregelen worden genomen om de luchtkwaliteit buiten de periodes van verhoogde verontreiniging te verbeteren? Zijn er concrete acties gepland? Wanneer worden die uitgevoerd en wanneer denkt de regering dat ze tot duidelijke en positieve gevolgen zullen leiden? Hoever staat het met de werkzaamheden van de verschillende interministeriele comites die een gezamenlijk beleid ter bestrijding van de luchtverontreiniging voor de Gewesten en de federale overheid t uitstippelen? Zeggen dat die comites bestaan is onvoldoende. Er moeten nu conclusies en voorstellen komen, de haalbaarheid daarvan moet worden onderzocht en er moet een tijdschema worden voorgesteld. Hoe beoordeelt het interministerieke comite de uitvoering van de verbintenissen die men vijf jaar geleden in Rio heeft aangegaan? Bovendien wil ik graag weten hoever het staat met het actieplan dat meer dan een jaar geleden was aangekondigd in antwoord op een interpellatie die ik aan de heer Hasquin en Andre had gericht. Hoever staat met het actieplan op korte termijn dat de heer Andre naar eigen zeggen samen met de heer Gosuin zou uitwerken, Bevindt het zich nog steeds in het onderzoeksstadium? Wat zijn de conclusies van het onderzoek over telegeleiding te gebruiken om de parkeergelegenheden efficienter te benutten? De gegevens zoals het aantal parkeerplaatsen, de tarieven, de parkeertijden, de bezettingsgraad zijn bekend. Wat doet men daar op politick niveau nu mee? Wat doet men tegen het feit dat er in het historische centrum van Brussel alleen al gemiddeld 5000 parkeerovertredingen worden begaan? Men had beloofd dat de normen voor parkeer-
BIV (1996-1997) Mr. 14
OPENBARE VERGADERING VAN VRIJDAG 4 JULI 1997
plaatsen zouden worden gewijzigd, maar de heer Hasquin heeft die belofte ingetrokken omdat het probleem volgens hem te complex is. Welk gevolg zai worden gegeven aan het GewOP dat een wijziging van de normen voor de parkeergelegenheden vraagt. Weike stedenbouwkundige bepalingen bestaan er voor de parkeergelegenheden? Weike normen past de administratie sinds 1995 toe om vergunningen voor parkeergelegenheden te verlenen? Hoe staat het met de ingebruikneming van de verkeersserver, die voor eind dit jaar gepland was? Hoeveel kost die? Weike maatregelen denkt men te nemen als de verontreiniging in de tunnels de gezondheidsdrempels overschrijdt? Weike maatregelen heeft men genomen om het MIVB-net aantrekkelijker te maken? Hoe staat het met het VICOM- programma? Staatssecretaris Eric Andre vertikte het om de eigen banen hoog genoeg te maken en nu moeten de gemeenten ervoor zorgen dat de automobilisten die niet gebruiken. Zo schuift hij de problemen door naar anderen. Aangepaste verkeersinfrastructuur zou nochtans een hele verlichting betekenen voor de gemeentepolitie die ervoor moet zorgen dat het verkeersreglement op het grondgebied van haar gemeente wordt nageleefd. Het Gewest kan en moet bijdragen tot minder en dus viotter verkeer. In het GewOP werd voorgesteld dat het Gewest en de 19 gemeenten een orgaan oprichten om het verkeer- en parkeerprobleem te coOrdineren. Is dat orgaan opgericht? Hebben de ministers de werking ervan geevalueerd? Kunnen wij een activiteitenrapport krijgen? Is men voomemens om, naast die in Berchem en Ukkel, nog andere meetstations voor ozonverontreiniging op te richten? Wordt het publiek op een nieuwe manier voorgelicht? Vanaf weike ozonconcentratie zai de bevolking worden gewaarschuwd? Houdt de regering zich aan de drempels die in de Europese richtlijn inzake troposferische ozon zijn vervat of gaat zij nog verder? Op 13 juli 1995 nam het Europees Parlement eenparig, op initiatief van de groenen, een resolutie aan waarin de Commissie wordt verzocht voor te stellen om de informatiedrempel van 180 op 120 microgram ozon per kubieke meter per uur en de waarschuwingsdrempel van 360 op 180 microgram ozon per kubieke meter per uur te brengen. Ecolo is voorstander van een duurzaam beleid inzake verplaatsingen vervoer dat een rationeel gebruik van de wagen niet uitsluit en dat noch voor het bedrijfsleven noch voor de leefbaarheid contra- productief is. De heer Andre verklaarde in zijn antwoord op mijn interpellatie van maart 1996 dat hij evenals de heer Hasquin oog had voor het parkeerprobleem maar dat hij niet zou dulden dat de uitvoering van maatregelen de ondememingen zou verjagen. Niemand wil dat. Dat vele bedrijven zich in de rand vestigen is echter zeker niet vreemd aan de verkeersoverlast in Brussel. De tot nu toe gevoerde struisvogelpolitiek lijkt dat probleem evenwel niet te kunnen opiossen. In tegenstelling tot wat de regering verklaart, wijst niets er immers op dat het scenario in de Iris-studie voor 2005 niet zai worden bewaarheid. Op dat ogenblik zai de gemiddelde snelheid van een wagen tijdens het spitsuur 13, 8 km per uur
bedragen. Zai men, naast de gezondheidsproblemen waaraan wij de bevolking blootstellen, nog kunnen spreken over mobiliteit ? (Applaus van Ecolo) Mevr. Andree Guillaumc-Vanderroost (in het Frans).Ik heb kritiek op het maatregelenbeleid, vind het nodig de beleidsverantwoordelijken te ondervragen over het overleg dat ze plegen en over het gebruik dat zij van de resultaten van de evaluaties maken en meen dat de standpunten in het GewOP moeten worden bevestigd. Volgens de eerste Belgische nationale mededeling van begin dit jaar beschikt Belgie over de nodige technologie en middelen om de nadelige gevolgen te bestrijden van de aanwezigheid van verschillende verontreinigende stoffen in de lucht, maar alle scenario's op middellange en korte termijn wijzen erop dat de oorzaken niet kunnen worden beheerst. De doelstelling om de uitstoot van C02 tegen het jaar 2000 met 5 % te verminderen zai niet worden bereikt, want er wordt een stijging met 8,1 % vastgesteld. Nog altijd volgens deze mededeling zijn geen statistiche prognoses voor andere broeikasgassen beschikbaar en zijn de gevolgen van de klimaatveranderingen voor de sociaal-economische sectoren en de gezondheid nog niet geen grondig onderzocht. Ten slotte heeft Belgie als laatste industrieland het klimaatverdrag goedgekeurd. Wij hebben geen op Europees niveau goedgekeurde C02ofenergiebelasting. Die belastingmaatregel wordt nu al ontoereikend geacht. Gelet op de niet onaanzienlijke sociale kosten zijn ook andere maatregelen nodig. Ondanks de mogelijke maatregelen en voorgestelde senario's blijft de luchtverontreiniging toenemen. In de periode 1990 - 2005 verwacht men een toename met 55 % voor het vervoer, 21 % voor de elektriciteit en slechts een geleidelijke daling voor het energiegebruik in de industrie. Sedert 1995 is het duidelijk dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. De experts slaan alarm, maar de regeringen moeten erkennen dat zij niet in staat zijn de in Rio inzake de beperking van de broeikasgassen aangegane verbintenissen na te komen. New York 1997 was een mislukking. Kunt u zeggen dat de federale regering en de gewestgeregingen op gecofldineerde wijze vooruitgang hebben geboekt op de weg naar een duurzame ontwikkeling? Hoewel wij over 10 of 20 jaar met acute klimaatproblemen zullen worden geconfronteerd vormen de tot op heden genomen maatregelen volstrekt geen preventiebeleid. Toch zijn er 84 projecten op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek en is er een federaal uitrustingsplan dat voorziet in de afremming van de vraag naar elektriciteit, de toepassing van warmtekrachtkoppeling en een schuchtere milieufiscaliteit.
BIV (1996-1997) Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN Die evaluties zijn een middel om de vicieuze cirkel van de luchtverontrciniging te doorbreken. Daarbij moeten evenwel verscheidene remedies tegelijk worden toegepast. In een Frans tijdschrift verscheen onlangs een artikel waarin dertien maatregelen werden voorgesteld, waaronder experimenten die aan de basis lagen van een actieplan en natuurlijk ook van de bewustmaking, regelmatige voorlichting, pennanente vorming en opieiding van het publiek. Hoe staat het met onze stad en ons zeer open en door twee andere Gewesten omringd Gewest met bijna een miljoen inwoners en 600. 000 banen? Wat mag men van het overleg tussen de Gewesten of van de haalbaarheid van een "Belgische" planning verwachten? Hoe staat het met onze negentien gemeenten die een eigen gemeentelijk verkeersplan aan het opstellen zijn? Waar wordt overleg gepleegd over de beleidskeuzen ter bestrijding van de luchtverontreiniging? Is het overlegorgaan inzake verkeersen parkeerproblemen al opgericht, waarvan sprake is in het GewOP? Is er evaluatie? Bestaat er een activiteitenrapport? Moreel milieubewustzijn kan alleen tot stand komen indien wij ons naar duurzame ontwikkeling willen en kunnen streven en indien de bevolking werkelijk bij de besluitvorming wordt betrokken. De heer Paul Galand (in het Frans).- Door de emst van het onderwerp voel ik mij bij deze kwestie betrokken, temeer daar ik vroeger een praktijk van huisarts had in volksbuurten. Daardoor heb ik bepaalde problemen van luchtverontreiniging kunnen vaststellen. De verontreiniging door bepaalde stoffen, zoals zwaveloxide, neemt af, maar jammer genoeg neemt de verontreiniging door andere stoffen toe. Deze stoffen zijn nog giftiger dan zwaveldioxide. De wagen is verantwoordelijk voor een groot gedeelte van de luchtverontreiniging, waarvoor de kinderen, de bejaarden en de personen met ademhalingsmoeilijkheden het gevoeligst zijn. Men zou dus voorzorgen moeten nemen in plaats van jaren te wachten en dan de schade vast te stellen. Er moeten strengere maatregelen worden genomen om het verkeer evenwichtiger te maken en de stadsverontreiniging te verhelpen. Over enkele jaren zullen bepaalde wijken volledig dichtgeslisbd zijn en de meest rationele maatregel zou erin bestaan het verkeer er te verbieden. Als de gepaste maatregelen worden genomen, zullen de stad en de ondememingen een meerwaarde krijgen en een know-how verwerven. Dat wordt een belangrijke troef, want alle steden zullen met het probleem van de verontreiniging worden geconfronteerd. Voor de eerste steden die deze know- how verworven hebben, zullen nieuwe markten opengaan, met alle gunstige economische en sociale gevolgen vandien. Wanneer men het verband nagaat tussen gezondheid en verontreiniging nagaat, kan men zich afvragen of het Gezondheidsobservatorium de toestand wel emstig volgt. Verzamelt dit Observatorium gegevens terzake ? Geeft het u die gegevens door ? Er wordt ook vastgesteld dat de begroting voor onderzoek voortdurend daalt. Hebt u dat besproken met de heer Anciaux? (Applaus van Ecolo en PSC).
De heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid(in het Frans).- Ik zai niet zeggen dat alles goed gaat of dat de regering alles onder controle heeft. Men stelt immers vast dat geen beslissingen worden genomen vooral met betrekking tot de C02-belasting. Ik betreur dat de federate regering treuzelt met de hervorming van de belasting op autovoertuigen, en dat de gemeenten niet de financiele middelen hebben om de overtredingen van de automobilisten te bestrijden, vooral wat het parkeren betreft. De beleidsverantwoordelijken worden zich evenwel bewust van het probleem. Wat de maatregelen met betrekking tot een betere luchtkwaliteit betreft, wijs ik erop dat er geen mirakeloplossing bestaat die Brussel kan behoeden voor verontreiniging afkomstig uit de andere gewesten of die het gedrag inzake verplaatsing van een gehele bevolking plots kan veranderen. Er zijn daarentegen wel verbeteringen merkbaar inzake verontreinigende stoffen, zoals lood en zwaveldioxide, terwiji andere zorgwekkend blijven (Vluchtige organische verbindingen, stikstofoxide, ozon). Ziehier een lijst van enkele maatregelen om de economische actoren, zoals de particulieren, ertoe aan te zetten geleidelijk hun negatieve invloed op de luchtkwaliteit de verminderen. In de eerste plaats zijn er de maatregelen voor de beoordeling van de luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door het BIM, dat een voorbeeld is in Europa en de mogelijkheid biedt de luchtkwaliteit op het volledige grondgebied voortdurend te volgen. Dankzij het BIM kennen wij concentraties van volgende verontreinigende stoffen in de lucht: stikstofmonoxide, stikstofdioxyde, organische verbindingen, ozon, koolstofmonoxide, zwarte rook, zwevende deeltjes, lood, enz... Voorts zijn efficiente voorlichtingsprocedures opgezet voor het geval dat de luchtverontreinigingsdrempels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden overschreden. Bovendien legt het Brussels Instituut voor Milieubeheer een gegevensbank aan om de verschillende emissiebronnen van polluenten, de interacties ervan en de immissieniveaus te quantificeren en op basis daarvan verschillende scenario's voor politieke maatregelen op een wetenschappelijke basis te simuleren. In juni 1996 is bovendien een crisiscomite opgericht om het optreden te coOrdineren van alle actoren die bij kritieke verontreiniging tussenbeide moeten komen. Dit comite wil preventief optreden door de oorzaken van de verontreiniging aan te pakken. Het crisisplan zai in juni 1998 operationeel zijn. De groep Gezondheid zai evalueren weike gevolgen de verontreiniging voor de gezondheid van de Brusselaars heeft en zai opiossingen voorstellen om die te verzachten. Deze werkgroep richt voor het ogenblik een netwerk van peilartsen op die de epidemiologische gegevens die onderling verband houden met de verontreinigingsperiodes moeten bijeenbrengen.
BIV (1996-1997) Nr. 14
OPENBARE VERGADERING VAN VRIJDAG 4 JULI 1997
Ik leg ook de nadruk op de campagne "Beschenn het leefmilieu, mobiliseer uw bedrijf' voor de ondememingen, die de uiwerking van bedrijfsvervoerplannen voorstelt en op de campagne "Rijden en gassen vermijden". Tot besluit wijs ik op de systematische integratie van preventiemaatregelen in de voorwaarden om een nulieuvergunning te krijgen. Wat het overleg met de andere gewesten en de federale overheid betreft, bestaan er verschillende werkgroepen die nationale programma's voor de vermindering van verontreinigende stoffen zoals S02 of NOX, of zoals dat voor de ozon, hebben uitgewerkt die modellen bevatten voor onder meer het meten van de ozon, de beperking van het gebruik van producten die opiosmiddelen bevatten en van benzine dampen, een uitrustingsplan voor de elektriciteitssector, een programma voor de grote verbrandingsinstallaties, een strengere technische controle en het gebruik van voertuigen met lage emissies. Onlangs werden ook maatregelen genomen om het openbaar vervoer te bevorderen, zoals de ozon- treintickets van de NMBS maar ook speciale tarieven bij de MIVB, de TECenDeLijn. DC verwijs bovendien naar de laatste beslissingen op Europees niveau met betrekking tot de richtlijnen "auto-oil" en "industriele opiosmiddelen". In dat verband verwijs ik naar Europees commissaris mevrouw Ritt Bjeregaard die op de opiniebladzijde van La Libre Belgique van gisteren zegt dat Europa tegen 2010 de uitstoot door wagens met 70 % wil verminderen en die verheugd is over de samenwerking tussen het Brussels Gewest en de Commissie, die inzonderheid tot uiting komt in de campagne "Rijden en gassen vermijden". De interministeriele werkgroep "autobelastingen en leefmilieu" die op mijn voorstel door de interministeriele conferentie voor het leefmilieu is opgericht, heeft onlangs een eerste verslag voorgesteld met een reeks plannen voor de hervorming van de belasting op voertuigen waarbij rekening wordt gehouden met de bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid. Dat verslag, waarvan de inhoud steunt op een nota van het Brussels Gewest en waarover alle ministers van leefmilieu en vervoer een consensus hebben bereikt, is aan de minister van financien overgezonden met het oog op een wijziging van de belasting regeling. De heer Paul G aland (in het Frans).- Zai het advies worden gevraagd van het comite van de gewesten ? De heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid (in het Frans).- Wij hebben het akkoord van de ministers van leefmilieu. Er is ook een akkoord tussen de gewesten en de federale overheid. De bal ligt thans in het kamp van deze laatste. Wij wachten op haar reactie. Ik sluit het advies van andere overheden echterniet uit. In verband met het gevolg dat aan uw interpellatie tot de heren Hasquin en Andre is gegeven, hebben deze laatsten mij gevraagd u het volgende mee te delen.
De eerste actie van het crisiscomite betreft de medewerking van de gewestelijke vervoersbedrijven, waaronder de MIVB en de NMBS. Zo mag de MIVB bij een ozonpiek de geldigheidsduur van dagbiljetten met 24 uur verlengen. Er worden nog andere initiatieven voorbereid om de mensen ertoe aan te zetten bij hoge en langdurige ozonconcentratie met het openbaar vervoer te reizen. Uit de conclusies van het onderzoek rond telegeleiding als middel om de parkeergelegenheden efficient te benutten, blijkt duidelijk dat zo'n systeem onmisbaar is. Als men de automobilisten steeds laat weten hoeveel parkeerplaatsen er in de belangrijkste openbare parkeergelegenheden nog bescbikbaar zijn, kan men de bezettingsgraad ervan aanzienlijk opdrijven. De exploitanten van parkeergelegenheden zijn zich bewust van dit probleem: zij werken mee en aanvaarden de principes die de gewestadministratie in haar telegeleidingsproject heeft uitgewerkt, alsook de vrij kleine investeringen die zij daarvoor moeten doen. Wat de situatie in het historisch centrum van Brussel betreft, vallen de parkeerregeling en de bestraffing van parkeerovertredingen onder de bevoegdheid van de burgemeester. Er zijncontacten gelegd tussen het Gewest en de stad om het door het Gewest geplande telegeleidingssysteem coherent toe te passen. Zo'n systeem is slechts doeltreffend als de parkeermogelijkheden duidelijk worden bewegwijzerd. Met alle betrokkenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt momenteel overleg gepleegd in het kader van de uitwerking van de titel "Parking" in de Gewestelijk stedenbouwkundige verordening. Tot nu toe werd nog geen definitieve beslissing genomen. De verkeersserver heeft tot doel verscheidene soorten informatie tussen de aangesloten gebruikers in te zamelen, uit te wisselen en door te sturen. Daarbij kan het gaan om bij voorbeeld metingen die worden verricht via diverse sensoren in de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor luchtverontreinigings- of verkeersanalyse. De instellingen die op termijn onderling zullen worden verbonden, zijn in de eerste plaats gewest- administraties zoals de verschillende diensten van de BUV en van het BIM, alsook de gemeentelijke politiediensten, de rijkswacht en de hulpdiensten. Met behulp van die gegevens zullen berichten kunnen worden verstuurd via een net van variable verkeersborden boven de ingang van alle grote tunnels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de gebruikers zullen dus nagenoeg onmiddellijk kunnen worden gei'nfonneerd over bepaalde voorvallen of ongevallen, wat hen de mogelijkheid biedt hun snelheid, hun gedrag en eventueel hun reisweg aan te passen. De verkeersserver is medegefinancierd in het raam van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Gewest. De opdracht werd gegund voor 47 miljoen frank, waarvan 51% door het Gewest wordt betaald.
BIV (1996-1997) Nr. 14
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN
Eind dit jaar moeten alle lichtborden zijn aangebracht. Men is daar reeds mee begonnen. In het rampenplan, dat thans wordt uitgewerkt, worden maatregelen inzake uitzonderlijke verontreiniging vooropgesteld die varieren naargelang bepaalde kritische drempels worden overschreden. Sonunige van die maatregelen zullen door de media worden bekendgemaakt, andere zullen eventueel terplaatse worden genomen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat weggebruikers een tunnel inrijden waar pas een ongeval is gebeurd en voertuigen in brand staan. Wat de verwezenlijking van het GEN-project betreft, is aan de studiegroep van de MIVB, De Lijn, de TEC en de NMBS een aanvullend onderzoek toevertrouwd. Die vereniging heeft een jaar tijd om de ideale beheersstructuur van de toekomstige GEN-vennootschap en de mogelijke beheersmiddelen in een verslag te beschrijven. Dat verslag moet begin 1998 beschikbaarzijn. In verband met het VICOM-programma van de MIVB is men klaar met de gemengde eigen baan (tram-bus) aan de Prinses Elisabethlaan; de eigen baan aan de Koninginnelaan (gedeelte de Trooz-Vooruitgangstraat) is afgewerkt; de stedenbouwkundige vergunning voor de eigen baan in de Regentschapsstraat wordt onderzocht; voor de eigen banen in de Paleizenstraat en in de Koninginnelaan (tussen het Liedtsplein en de Vooruitgangstraat) werd de stedebouwkundige vergunning afgeleverd op 19 juni 1997 en voor het einde van het jaar zai met de werkzaamheden een aanvang worden genomen. De werkzaamheden aan de Wielemans- Ceuppenslaan en Parklaan zijn gepland voor de zomer van 1997; voor de Rogierlaan werd de stedebouwkundige vergunning afgeleverd in juni 1996; de werkzaamheden zullen worden aangevat zodra de gemeente Schaarbeek de toestemming daarvoor heeft gegeven; de eigen baan voor de bus aan de Marcel Thirylaan is afgewerkt en zai in de loop van de volgende dagen in gebruik worden genomen en in de Diamantlaan werd een eigen baan aangelegd voor de bussen die in de richting van de tweede kroon rijden.
maandag op de regionale televisie TV Brussel dagelijks vermeld in hetjoumaal. Er wordt ook met Tele-Bruxelles en verschillende persmedia onderhandeld over een soortgelijk mededeling. Er bestaat dus geen eigenlijke concentratiedrempel waar boven de bevolking gealarmeerd wordt, want ze heeft voortdurend toegang tot de volledig gegevens over de luchtkwaliteit. Er wordt dus voorzien in een ruimere infonnatie, er zai tot voorzichtigheid worden opgeroepen of tot het gebruik van het openbaar vervoer naar gelang van de door de Europese richtlijn bepaalde drempels voor troposferische ozon, en er zai ook een crisisplan worden uitgewerkt. Mevr. Marie Nagy (in het Frans).- Volgens mij treedt de regering niet krachtig genoeg op. Campagnes om de bevolking bewust te maken van het probleem zijn wel positief, maar toch stelt men vast dat de verontreiniging toeneemt omdat men het gebruik van de wagen niet onder controle heeft. Daardoor vermindert ook het marktaandeel van het openbaar vervoer. Men moet de verontreiniging doen afnemen. Er is een belangrijk drempeleffect. Het schaaleffect is met groot genoeg, aangezien de graad van luchtverontreiniging toeneemt. Er moet dus meer worden gedaan. Op het stuk van het effectiefbeleid is er geen vooruitgang in vergelijking met de conclusies van het GewOP, dat de vrucht is van de vorige regering. De bespreking over de Gewestelijke verordening voor stedenbouw wordt heropend en volgens u zou er geen akkoord zijn. Inzake de norm die sedert 1995 voor de parkeerplaatsen wordt toegepast, kreeg ik geen antwoord. Ik zai daarover opnieuw een vraag stellen aan de heer Hasquin, aangezien u die inlichtingen niet kunt verstrekken. Dat is belangrijk omdat parkeerplaatsen nu eenmaal auto's aantrekken.
Inzake de regionale coordinatie op het gebied van het parkeren werden drie coordinatievergaderingen met alle burgemeesters gehouden om een homogeen en algemeen parkeerbeleid uit te stippelen. De controle op het parkeren is jammer genoeg een gemeentelijke bevoegdheid. In de huidige context kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet meer doen dan aansporingen en aanbevelingen formuleren.
Met betrekking tot de verhoging van de reissnelheid van het openbaar vervoer stel ik met genoegen vast dat het VICOM-programma niet wordt opgegeven. Dat neemt niet weg dat de reissnelheid terugloopt en het is precies dat element dat van belang is voor de consument, die zijn reisweg zo snel mogelijk en volgens een betrouwbare dienstregeling wil afwerken.
Voor het meten van de ozonverontreiniging staat er naast de meetstations van Berchem en Ukkel ook een permanent station op het terrein van het BIM, dat een toestel bevat voor het meten van de ozonconcentraties. Bovendien zai in het station van Molenbeek binnenkort een nieuw toestel worden geplaatst. Wat de parkeergarages van het Europees Parlement betreft zullen de door de vergunning opgelegde meetstations ook dit toestel bevatten.
Op het gebied van het parkeerbeleid is het Gewest niet in staat om te zorgen voor een coordinatie met de gemeenten. Is er geen behoefte aan strafmaatregelen of initiatieven om het wildparkeren te bestrijden ?
Naast de algemeen bekende antwoorddienst "Klare kijk op de lucht" en de dagelijkse mededeling van de waarden van de luchtkwaliteit op Internet worden deze waarden sedert vorige
Ik vrees dat de maatregelen ontoereikend zijn: het aantal openbare parkeerplaatsen moet worden teruggedrongen. U zegt mij dat, maar zonder een polemiek te willen ontketenen... De heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid.- Als u zo begint, weet ik zeker dat wij een polemiek mogen verwachten (Gelach').
BIV (1996-1997) Mr. 14
OPENBARE VERGADERING VAN VRIJDAG 4 JULI 1997
II
Mevr. Marie Nagy (in het Frans).- U zegt dat u het aanbod wil inkrimpen, maar het is op uw bevel dat de heer Hannequart toestemming heeft gegeven om bijkomende parkeerplaatsingen onder het D3-gebouw te exploiteren.
Parmentier in verband met de kwaliteit van die actie. Verleden jaar werd de actie voor het eerst op touw gezet bij wijze van experiment en met behulp van budgettaire middelen die het BIM had verstrekt.
Men moet coherent blijven, ook al getuigt uw uiteenzetting van een zekere bewustwording.
Andere acties, zoals "Mijn school draagt zorg voor het leefmilieu", bereiken meer scholen.
Het verkeers- en infrastructuurbeleid van het Gewest is ontoereikend om het autoverkeer onder controle te houden. Voetgangers, fietsers en openbaar vervoer komen nog steeds onvoldoende aan bod in het stadsverkeer. De tijd dringt.
Er zijn ongetwijfeld kwalitatieve verschillen, maar verklaren zij het verschil tussen de kostprijs en het aantal getroffen scholen? DC heb het BIM en mijn medewerkers opdracht gegeven te onderzoeken hoe men meer doelgroepen bij het project kan betrekken.
Die plannen bestaan. Men moet de politieke moed hebben en iets doen om de luchtverontreiniging te verminderen en op die manier de gezondheid van de inwoners ter harte te nemen. (Aplaus van Ecolo) - Het incident is gesloten. MONDELINGE VRAAG De Vooraitter- Aangezien de heer Clerfayt een antwoord heeft gekregen op zijn vragen, die oorspronkelijk schriftelijke vragen waren, worden deze mondelinge vragen ingetrokken.
De heer Joseph Parmentier (in het Frans).- De leerlingen willen het project tot een goed eind brengen. De kostprijs is hoog, maar het Waalse Gewest heeft zijn woord gegeven. De heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid.- Wij hebben nog andere projecten en moeten hoe dan ook keuzen maken. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt om 11.45 uur gesloten. - De plenaire Commissie gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
Programma "Scholen voor morgen". De heer Joseph Parmentier (in het Frans).- Samen met het BIM hebt u geijverd voor het pedagogisch programma " Scholen voor morgen", dat is opgezet door de Vzw "Coordinatieleefmilieu".
BERICHTEN VAN VERHINDERING - VERLOFAANVRAGEN Verhinderd : Mevr. Danielle Caron, Mevr. Ghislaine Dupuis, de heren Willem Draps en Freddy Thielemans, belet.
Bij het begin van het schooljaar 1996-1997 schreef die Vzw een wedstrijd uit voor een onderzoek naar het leefmilieu in de scholen. Er werden 20 scholen geselecteerd en in elk daarvan voerden de leerlingen een onderzoek naar het leefmilieu uit. De opdracht had betrekking op de werking van de school. In het kader van een actie voor een milieuvriendelijk beheer verbonden de school en de leerlingen zich ertoe verkwisting te voorkomen, schone producten te gebruiken, gebruik te maken van de recyclage mogelijkheden, enz. De resultaten waren duidelijk. Op 28 mei jongstleden kregen vijf secundaire scholen in de ULB een prijs die volgens de pers tot 45.000 frank bedroeg. De VZW genoot reeds een tegemoetkoming van het Waalse Gewest maar ontving niets van het Brussels Gewest. DC had graag vemomen weike initiatieven worden genomen voor de verlenging van de steunmaatregelen voor het programma "Scholen voor morgen" met het oog op de organisatie van een tweede wedstrijd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De heer Didier Gosuin, Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid .- Ik ben dezelfde mening toegedaan als de heer
BIV (1996-1997) Nr. 14