BI V (1995-1996) Nr. 5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD
Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen
Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden
OPENBARE VERGADERING DONDERDAG 14 MAART 1996
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge en dringende vragen - Gewone zitting 1995-1996
2
.
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN
INHOUD
INTERPELLATIE van de heer Michiel Vandenbussche (statutenwijziging van de intercommunales voor elektriciteitsdistributie) tot de heer Charles Picque, Minister-Voorzitter en de heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economic, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. (Sprekers : Mevr. Anne-Marie Vanpevenage, voorzitter, de heren Michiel Vandenbussche, Willem Draps, Mostafa Ouezekhti, Guy Vanhengel, Sven Gatz, de heer Charles Picque, Minister-Voorzitter, de heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economie, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp , de heren Georges Desir, Alain Adriaens).
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1995-1996
OPENBARE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 MAART 1996
Voorzitter: mevrouw Anne-Marie Vanpevenage - De openbare vergadering wordt om 15.35 uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER MICHIEL VANDENBUSSCHE TOT DE HEER CHARLES PICQUE, MINISTER-VOORZITTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BEVOEGD VOOR PLAATSELIJKE BESTUREN, WERKGELEGENHEID, HUISVESTING EN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN EN TOT DE HEER VIC ANCIAUX, STAATSSECRETARIS TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER BELAST MET ECONOMIE, FINANCIER BEGROTING, ENERGIE EN EXTERNE BETREKKINGEN EN AAN DE MINISTER BELAST MET OPENBAAR AMBT, BUITENLANDSE HANDEL, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP "over de statutenwijziging van de intercommunales voor elektriciteitsdistributie" De heer Michiel Vandenbussche .- Voor eind april moeten de negentien gemeenten uit ons Gewest beslissen of zij blijven samenwerken met elektriciteitsproducent Electrabel. Dit dossier is te belangrijk om het onopgemerkt te laten voorbijgaan. De politieke discussie daarover heeft in ons Gewest nog niet plaatsgehad. Wij zouden dan ook graag van de regering vememen wat de stand van zaken is. De voorgestelde statutenwijziging wil de levensduur van de gemengde intercommunales verlengen met achttien jaar, begrensd evenwel tot de wettelijke duur van dertig jaar. De Electrabel-verankering in de gemeenten zou bezegeld worden door een participate van de gemeenten ten belope van 5% in het Electrabel-kapitaal. Daardoor wordt het voor de gemeenten moeilijk om in de toekomst terug te keren naar een onafhanke[ lijke dienstverlening inzake gas en elektriciteit. Er mag dan ook niet overhaast tewerk worden gegaan. Alle aspecten van het dossier moeten grondig worden onderzocht. De bestuurders moeten een duidelijke scheidingslijn trekken tussen het particuliere en het algemene belang. Deze belangen lopen niet altijd gelijk. De N.V. Electrabel bezit een bijna-monopolie voor de produktie van elektriciteit in Belgie. Het transport van elektriciteit - de hoogspanningslijnen - is volledig in handen van Electrabel-dochters. De distributie ofde verkoop van elektriciteit is een wettelijk monopolie van de gemeenten. Ofwel distribueren de gemeenten de energie zeifvia een zuivere intercommunale, ofwel gebeurt dit via een gemengde intercommunale samen met een prive-partner die in de praktijk altijd Electrabel is. De verkoop van elektriciteit is een belangrijke inkomstenbron voor de gemeenten. De inkomsten zijn wel veel hoger in het geval van een zuivere intercommunale omdat de winst niet meer moet worden gedeeld met Electrabel.
In andere parlementen werd gevraagd alle politieke middelen aan te wenden om de opwaartse verticale integratie van de produkten, het transport en de distributie van energie te voorkomen. Deze vraag stelt zich nu ook voor de Brusselse gemeenten. De bedoeling van de statutenwijziging is de monopoliepositie van Electrabel te verzekeren voor de komende achttien tot dertig jaar. Wat men nu voorstelt aan de gemeenten is dat produktie en transmissie zouden worden samengebracht. Door de gemeenten aandeelhouder te maken in de produktie dreigen zij ook in deze sector verantwoordelijkheid te moeten dragen. Dit is de opdracht van de overheid niet. Enkel de distributie is de verantwoordelijkheid van de overheid. De NV Electrabel geniet tot op heden een bijna- monopoliepositie. Er bestaat op dit terrein geen noemenswaardige concurrentie. Nochtans is het de bedoeling van de Europese Unie de monopolies te doorbreken en de markt voor mededinging open te stellen. In de typestatuten die aan de gemeenten worden voorgelegd wil Electrabel het begrip "intercommunale" invullen "als een organisme van algemeen economisch belang", een publiekrechtelijk persoon zonder handelskarakter. Dit klinkt een leek wat vreemd in de oren, want het enige rechtstreekse contact van het publiek met de gemengde intercommunales loopt via facturen en betalingen. Krachtens artikel 90 van het Verdrag van Rome hoeft een organisme van algemeen economisch belang niet te beantwoorden aan de regelgeving inzake concurrentie, wanneer deze de missie van het organisme zou belemmeren. De Vlaamse minister bevoegd voor het toezicht over de lokale besturen heeft eind januari een adyies gevraagd aan Europees commissaris Karel Van Miert over de Electrabelvoorstellen. In zijn antwoord waarschuwt de Europese commissaris ervoor dat de vemieuwde statuten mogelijk niet stroken met de Europese regelgeving over de vrije concurrentie. Er is bijkomend onderzoek nodig alvorens een definitief oordeel geveld kan worden. Volgens de huidige informatie beperken de voorstellen van Electrabel de vrije concurrentie. Dit antwoord roept vragen op. Kan de minister mij mededelen of hij op zijn beurt reeds contact heeft opgenomen met de bevoegde Commissaris? Zai de minister een diepgaand onderzoek ter zake aanvragen? In hoever zai de minister het Europese oordeel met betrekking tot de statuten laten doorwegen bij zijn standpuntbepaling? Het gaat hier over honderden miljarden en de gemeenten vragen richtlijnen ter zake. Als er Europese bezwaren zijn tegen de Electrabel-voorstellen zullen die dan even goed voor de Vlaamse als voor de Brusselse gemeentebesturen gelden? Ingevolge de statutenwijziging worden de gemeenten ook producent, met alle problemen vandien. Tegelijk zijn de gemeenten ook verantwoordelijk voor een rationeel energiebeleid. Weike beleidsmaatregelen zai de minister ter zake treffen? Werden reeds stappen ondemomen?
BIV (1995-1996) Nr. 5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN Indien de gemeenten inderdaad zouden participeren in het kapitaal van Electrabel, bestaan er dan waarborgen dat de gemeenten inderdaad extra inkomsten zullen verwerven? Ik denk dat weinige gemeenten hierop een goed zicht hebben. Kan de minister meedelen of hiervoor reeds financiele experten gecontacteerd zijn?
de strategic om de gemeenten te verplichten de overeenkomst te tekenen voorspellen weinig goeds.
Het is ook belangrijk dat de gemeenten de kleine lettertjes van de voorstellen lezen. In artikel 35.2 lezen wij onder de voorwaarden dat de gemeenten het recht en de plicht hebben tot ovemame van het Electrabel-personeel. En verder dat dit voor Electrabel het voordeel biedt dat zij bevrijd worden van een potentieel groot sociaal probleem. Anders gezegd, wanneer zich bij Electrabel een sociaal probleem voordoet zijn de gemeenten verplicht het personeel over te nemen en de problemen op te lessen. Ik denk dat de gemeenten zich niet bewust zijn van deze situatie.
Een Europese richtlijn strekt ertoe de markt van de energie te dereguleren. De intercommunales voor elektriciteitsdistributie zouden binnenkort hun elektriciteit bij andere producenten kunnen kopen dan Electrabel, die vandaag het monopolie bezit. Paniek bij de elektriciteitsproducenten : hoe kunnen ze de klanten binden ? Aangezien de elektriciteitsprijs 12 % hoger is dan het Europese gemiddelde voor laagspanning, is de vrees van de maatschappij met het monopolie gegrond dat de intercommunales een andere producent zoeken. Een opiossing is snel gevonden. De gemeenten worden via hun intercommunales verplicht in te gaan op het aanlokkelijke aanbod om aandeelhouder te worden in het elektriteitsproducerende bedrijf. Op die manier worden ze met handen en voeten gebonden: 5 % in het kapitaal van Electrabel kan men moeilijk weigeren !
De heer Willem Draps (in het Frans).- Dat is onjuist. In de teksten wordt bepaald dat de gemeentelijke partner gedurende de vijfjaar die het einde van de overeenkomst voorafgaan, bij het verlenen van voordelen betrokken partij is.
Wat zullen de gemeenten in de sector van de elektriciteitsproductie doen ? Om deze onnatuurlijke overeenkomst aanvaardbaar te maken, zai Electrabel de leningslasten die twee^ derde van de investering vormen, voor zijn rekening nemen. ^
Anderzijds geldt de verplichting van de ovemame niet voor het kaderpersoneel: het gaat alleen om het uitvoerende personeel.
De dividenden die Electrabel aan de gemengde intercommunales voor elektriciteitsvoorziening uitbetaalde, zullen verminderd worden om de gemeenten een groter deel te geven. Indien dat niet volstaat, zullen degenen die slim onderhandelen extra's krijgen : vermindering van de elektriciteitskosten voor gemeentelijke gebouwen of de openbare verlichting, enz... Electrabel heeft middelen genoeg om een goede promotiecampagne te voeren !
Ik wil niet een van de uiteengezette stellingen verdedigen, maar enkel een correctie aanbrengen op uw opmerkingen over complexe teksten die uitvoerig door bevoegde personen bestudeerd zijn. De heer Michiel Vandenbussche .- Ik lees enkel voor wat er onder artikel 35.2 in de teksten van Electrabel staat. Het is geen kritiek. Wij moeten in elk geval deze teksten van nabij onderzoeken. Een dergelijke verankering van de gemeenten in Electrabel, maakt dat de gemeenten er alle belang bij hebben dat er zoveel als mogelijk energie geproduceerd wordt. Dit staat in schril contrast met de opdracht van de overheid tot rationeel energieverbruik. Ik kom nu tot mijn vragen. Wat is de fundamentele stellingname van de regering over de scheiding tussen produktie en transmissie? In dit miljardendossier gaat het om de relatie tussen de gemeenten en het toezicht van het Gewest. Hoe kan deze relatie in dit dossier preventief worden bekeken? Heeft de minister al contacten gelegd met de Europese Commissie? Ten slotte wens ik te vememen wat het standpunt is van de regering over de repercussie van dit dossier op het rationed energiebeleid. De heer Mostafa Ouezekhti (in het Frans).- De overeenkomst zai belangrijke economische en sociale gevolgen hebben, en ook gevolgen voor het leefmilieu. Met 27 miljard winst per jaar is Electrabel bovendien geen gewone ondememmg. Ze maakt deel uit van een grotere groep (Tractebel, de Generale Maatschappij, Distrigaz, Suez, enz...). Electrabel is een van de belangrijke economische pijiers die bepalend is voor de toekomst van onze samenleving. De overeenkomst en
Gaat u als minister die het toezicht op de gemeenten en de intercommunales uitoefent, deze beslissingen goedkeuren die strijdig zijn met het belang van de Brusselaars ? Een kleine rekensom maakt dat duidelijk : voor een bevolking van 100.000 inwoners leidt de prijs, die in Belgie 12 % hoger is dan het Europese gemiddelde, tot een meerkost voor de gezinnen van 120 miljoen per jaar, dit is 3 miljard 600 miljoen tot het jaar 2026. Daarvan gaat 600 miljoen naar de gemeenten en 3 miljard naar Electrabel. | Stemt u ennee in dat de gemeenten hun financiele middelen aanwenden om aandelen van een particuliere elektriciteitsproducent te kopen, in plaats van ze aan te wenden voor energiebesparende maatregelen, hoewel ze op die manier hun inkomsten zullen verminderen door hun deelname in de productie van diezelfde energie ? Op Batibouw deelde Electrabel reclamefolders uit die volkomen in tegenspraak zijn met de boodschap die u in ons Gewest wil verspreiden. De politieke planning op korte termijn is moeilijk te begrijpen voor wie meer aandacht heeft voor een duurzame ontwikkeling. Sommige socialisten steunen een maatregel die de rol van de overheidsector terugschroeft door hem aandeelhouder te laten worden van een prive-ondememing. Sommige liberalen keuren een maatregel goed waarmee het door het neoliberaal Europa gehuldigde principe van de vrije concurrentie omzeild kan worden. Ze laten hun gemeente toe-
BI V (1995-1996) Nr. 5
OPENBARE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 MAART 1996
treden tot een intercommunale voor technische financiering waannee ze kunnen participeren in het prive-kapitaal. Hun voorzitter heeft dit minder dan een jaar geleden nochtans aan de kaak gesteld en gezegd dat het voor zijn partij onaanvaardbaar is. De verantwoordelijkheid van de minister-voorzitter in dit dossier is groot. (Protest van de heer Mahfoudh Romdhani) De heer Willem Draps (in het Frans).- Financieringsintercommunales bestaan al lang in Brussel! De heer Mostafa Ouezekhti (in het Frans).- Gaat u als toezichthoudende minister uw goedkeuring hechten aan de van de gemeenten afgedwongen wijziging van de statuten van de intercommunales, en aan de oprichting van een zuivere financieringsintercommunale Interfm ? Hebt u reeds de Europese commissie gevraagd of de op handen zijnde beslissingen volgens haar zijn te verzoenen met de regels van de vrije concurrentie ? Of bent u het van plan ? Volgens de minister voor Binnenlandse Zaken van het Vlaamse Gewest, heeft de Europese commissaris die de regels van de vrije concurrentie moet doen naleven een groot voorbehoud gemaakt. Dat ligt voor de hand want de intercommunales zullen alleen nog energie bij Electrabel kunnen kopen en niet meer bij andere producenten, tenzij die er uitdrukkelijk mee instemt. Uw Vlaamse ambtgenoot heeft trouwens aan de gemeenten van zijn Gewest gevraagd voorlopig het aanbod van Electrabel afte wijzen. Gaat u zijn voorbeeld volgen ? Hebt u er zich van vergewist dat de begrotingsbeginselen in deze operatic worden nageleefd ? Laat u controleren of de dividenden van de toekomstige intercommunale Interfm wel degelijk in de begrotingen opgenomen zijn ? Zullen de andere voordelen die de gemeenten krijgen in de gemeentebegrotingen voorkomen ? Vindt u het normaal dat de gemeenten hun goedkeuring hechten aan de statutenwijziging van de intercommunales waar zij deel van uitmaken, terwiji de bestuursorganen van de financieringsintercommunale nog onbekend zijn ? Ecolo begrijpt niet goed waarom de meeste politieke strekkingen in dit land zich schikken naar de belangen van de privesector en bereid zijn tot 2026 een verbintenis aan te gaan met een energieproducent. Ze gedragen zich alsof ze te maken hebben met een macht waaraan men beter niet te veel vragen stelt.
begrijpelijk is wanneer men weet dat deze in Vlaanderen meestal in socialistische handen zijn, terwiji de gemengde meestal worden geleid door christen-democraten. Michiel Vandenbussche schrijft zich verder in in de liberalisering van de markten op Europees niveau. Het doorbreken van de monopolies op de verschillende deelaspecten van de produktielijn is inderdaad een goede zaak. Wat de acute toestand in het Brussels Gewest betreft, wordt de gemeenten gevraagd zeer snel te beslissen. Aan de participatie in Electrabel wordt een exclusiviteitscontract gekoppeld. De aanbeveling ter zake moet gericht zijn op een grondige analyse voor men een beslissing neemt. Daarbij moet men weten dat de gemeenten fmancieel voordeel kunnen halen uit een onmiddelljjk intreden in Electrabel. Daarom moet de gewestregering wijzen op de mogelijke financiele gevolgen op lange termijn. Ten slotte meen ik dat de gewestregering als voogdijoverheid een aantal aanbevelingen moet formuleren aan de gemeentebesturen. In het kader van de afspraken tussen de gemeenten en Electrabel moet het steeds mogelijk blijven in te spelen op een gewijzigde markt- of economische situatie. De conformiteit van de contracten met de Europese wetgeving moet vooraf worden nagegaan. Er moet worden aangedrongen op een grotere inspraak van en controle door de openbare vennoten in de intercommunales. De exclusiviteit op lange termijn, zoals voorgesteld door Electrabel, mag niet zomaar worden aanvaard. Daarover moet kunnen worden onderhandeld. Ten slotte moet worden nagegaan in weike mate de proportionele vertegenwoordiging van de openbare partners in de intercommunales is gerealiseerd. Dat lijkt mij met name niet het geval in de twee Brusselse intercommunales. Ik wil eindigen met een informatieve vraag. In weike mate kan het nationaal controlecomite met betrekking tot de prijsvorming hierbij een rol spelen? De heer Sven Gatz .- De gemeenten worden gevraagd om te onderhandelen met Electrabel. De vraag rijst of zij in staat zijn om vrij te onderhandelen en te contracteren dan wel ofhier eerder sprake is van een toetredingscontract. Zijn zij in staat om tot een evenwichtige discussie te komen of is deze louter ritueel? Er zijn ook een aantal perverse effecten in de relatie tussen het aandeelhouderschap en het rationeel energieverbruik. Weike acties zai de regering ter zake ondememen ?
De heer Guy Vanhengel .- Ik wens drie elementen toe te voegen aan het debat naar aanleiding van de interpellatie van Michiel Vandenbussche.
Ten slotte is er ook het belang van de gebruikers. De dienst wordt verzekerd maar de wijze waarop wordt bepaald door de sterkste partner. Hoe moet dit op lange termijn evolueren ?
Vooreerst wil ik dieper ingaan op een principiele stellingname met betrekking tot de intercommunales. Hun statuut is zeker vatbaar voor democratisering: op dit ogenblik wordt de burger niet betrokken bij hun beleid. De participaties van de gemeentebesturen moeten gericht zijn op de dienstverlenmg en de prijsvorming. Ik zai mij niet wagen aan beschouwingen over het nut van gemengde dan wel niet-gemengde intercommunales, zoals Michiel Vandenbussche deed. Daarbij viel een voorkeur te bespeuren voor de zuivere intercommunales, wat
De heer Willem Draps (in het Frans).- Ik herinner eraan dat de sector van de elektriciteitsdistributie belangrijk is voor de gemeenten. In Belgie hebben de lokale besturen het monopolie van de elektriciteitsdistributie gekregen, in tegenstelling tot andere landen waar de gemeenten niet voor deze distributie zorgen. In het begin hebben sommige gemeenten de distributie aan prive-bedrijven overgelaten, andere hebben regieen opgericht
BIV (1995-1996) Nr. 5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELFNGE EN DRINGENDE VRAGEN die zich verenigd hebben om aan sommige moeilijkheden het hoofd te bieden. Vandaag zorgen gemengde intercommunales op 92% van het grondgebied voor de distributie en werken ze samen met Electrabel.
in de vorm van dividenden. Bovendien lijken de gemeenten slechts een minimaal risico te lopen, vermits de lening gedekt zai worden door de effecten zeif en dus niet door de gemeenten.
Deze maatschappij werd als een reus afgeschilderd. Dat is zo in Belgie, maar in Europa is Electrabel maar een dwerg.
Ik heb vemomen dat vele gemeenten in de drie gewesten hebben ingestemd met een verlenging van de overeenkomsten. Ik weet niet oflntermixt al een advies heeft uitgebracht.
Bovendien wordt een Europese richtlijn aangekondigd die deze markt over ongeveer vijfjaar zai dereguleren. Electrabel is hiervoor bevreesd. Ze wil niet volledig weggeconcurreerd worden. Deregulering betekent ook het einde van het distributiemonopolie van de gemeenten. In Belgie heeft men willen voorkomen dat een grote maatschappij de belangrijke verbruikers krijgt en de kleine voor de gemeenten laat. Indien de gemeenten hun effectieve distributierol kwijtspelen, zullen ze grote fmanciele verliezen lijden. Het feit dat de elektriciteitsprijs in vergelijking met de andere Europese landen 12% hoger is, is niet de schuld van Electrabel want de prijzen worden door het controlecomite voor gas en elektriciteit bepaald. Ze stemmen overeen met de dividenden die de gemeenten krijgen. Indien we ze niet uitkeren, zai de elektriciteit wel goedkoper worden, maar de gemeenten zullen het verlies compenseren door een verhoging van hun belastingen, die lager zijn in Belgie dan in de andere landen. De financieringsintercommunales bestaan al lang. Ze fmancieren bepaalde investeringen in het distributienet en moeten zorgen dat het efficient blijft. In Waver, waar nog steeds een plaatselijke regie bestaat, heeft het net het vorig jaar begeven tijdens de eindejaarsfeesten, als de vraag groter is. Er wordt bovendien al jaren te weinig geinvesteerd. De gemengde intercommunales vormen in Belgie de grootste waarborg voor de bevoorrading. Ze zijn zeer efficient omdat de overheid een beroep doet op de uitgebreide mogelijkheden van de prive-sector. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Het voorstel van Electrabel houdt in dat er overeenkomsten worden afgesloten die de duur van de twee intercommunales tot het jaar 2.026 verlengen. Deze overeenkomsten verschillen op twee belangrijke punten van deze die momenteel van kracht zijn. Eerst en vooral zullen de waarborgen met betrekking tot de ovemame van het personeel van de intercommunales door de gemeenten worden gepreciseerd en uitgebreid tot Interelec. Momenteel bestaat een dergelijke overeenkomst alleen voor Sibelgaz. Vervolgens, en dit is essentieel, wordt het contract aangepast zodat de concessie tot de produktie van elektriciteit wordt uitgebreid. De concessie zai dan betrekking hebben op het geheel van de produktie en de distributie van elektriciteit. Anderzijds stelt Electrabel de gemeenten voor een participatie in haar kapitaal te nemen. Deze aandelen zouden door een lening worden gefinancierd, waarvan de lasten door Electrabel zouden worden betaald. Deze transactie zou de Brusselse gemeenten 150 miljoen frank per jaar kunnen opbrengen
De heer Michiel Vandenbussche .- Intermixt bracht reeds op 22 november een advies uit. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Ik ben niet op de hoogte van de conclusies van de vergadering die gisteren plaatshad. De heer Willem Draps (in het Frans).- De tekst van de derde-generatiestatuten is officieel door Intermixt op het federale vlak goedgekeurd. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Er was vandaag een vergadering maar ik weet niet of^^ de situatie veranderd is. De heer Desir kan ons wellicht meer^r vertellen. De heer Georges Desir .- De federale overheid heeft geen bericht verspreid. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter ,- Als toezichthoudende minister zai ik de wettelijkheid nagaan van de handelingen van de openbare besturen. Het lijkt mij niet gepast gebruik te maken van het opportuniteitstoezicht. (Verder in het Frans) Men mag niet licht over dit debat heengaan. Men betwist soms onze opportuniteitscontrole in aangelegenheid die tot de bevoegdheid van het Gewest behoren, wat niet het geval is voor de electriciteitsdistributie. We staan dus helemaal niet sterk in deze zaak. (Verder in het Nederlands) De plaatselijke besturen moeten een politieke keuze maken.^^ Ik ben niet van plan de wettelijkheid daarvan in vraag te stel-^y len. De gemeenten moeten er wel voor zorgen dat zij geen belangrijk fmancieel nadeel ondervinden, mocht er een negatief advies komen van de Europese Commissie. (Verder in het Frans) Haast en spoed is zeiden goed. De gemeenten moeten de fmanciele gevolgen kennen. Ik ben wel voorstander van de gemeentelijke autonomie, maar het verbaast mij dat men soms overhaast te werk gaat. De onderhandelingen zijn een tijdje geleden begonnen, maar er zijn nieuwe elementen opgedoken die ons ertoe nopen ons standpunt voortdurend aan te passen. (Verder in het Nederlands) Wat de overeenstemming betreft van het voorstel tot verlenging van de overeenkomsten met de Europese rechtsnormen, zijn wij nog niet op de hoogte van mogelijke bezwaren van de Europese Commissie.
B1V (1995-1996) Nr. 5
OPENBARE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 MAART 1996
De heer Michie! Vandenbussche .- Ik heb er gisteren kennis van genomen. De heer Charles Picque, Minister-Voorzitter .- Het concurrentierecht staat nog niet helemaal vast als het om de zogenaamde sectoren van openbaar nut gaat. De levering van elektriciteit moet worden beschouwd als een openbare dienst. Het algemeen belang moet gewaarborgd worden door specifieke regels. Het gaat hier niet om een loutere handelsactiviteit. De Europese Unie is er tot op vandaag niet in geslaagd het eens te worden over een ontwerp van richtlijn inzake de openstelling van de elektriciteitsmarkt. Wel is men het er over eens dat een dergelijke richtlijn noodzakelijk is omdat de artikelen 85 en 86 van het Verdrag van Rome niet onverkort toegepast kunnen worden. Er werden reeds verschillende ontwerpen van richtlijnen ingediend. De overeenkomst die men in Belgie wil sluiten, zou niet strijdig zijn met deze ontwerpen. De Europese Commissie heeft zich nog niet verzet tegen de exclusiviteitscontracten die reeds in Frankrijk en Italic bestaan. Het zou onaanvaardbaar zijn dat Belgie als enige zou gestraft worden voor een beleid dat enkel tot doel heeft een openbare dienst van hoge kwaliteit te garanderen. Niets wijst erop dat de Commissie zai beslissen de artikelen 85 en 86 van het Verdrag van Rome onverkort toe te passen. Wat de waarborgen betreft waarover de gemeenten beschikken, moeten de lokale besturen de voorwaarden beoordelen die hun worden geboden in het kader van de verlenging van het contract. Zoals ik al zei, zullen de gemeenten jaarlijks 150 miljoen frank aan dividenden innen. Wat de waarborgen aan de gebruikers betreft, zai het huidige systeem worden verlengd. De tarieven zullen worden bepaald door het Controlecomite voor de elektriciteit en het gas. De ordonnantie over de voorwaarden van afsluiting zai van toepassing blijven. Wat het rationeel energieverbruik betreft, lijkt het er op dat zeer binnenkort een belangrijke vooruitgang zai worden geboekt ingevolge de beslissingen die door de federale regering zullen genomen worden in verband met het uitrustingsplan voor de elektriciteitssector. Het nieuwe contract van de twee intercommunales voorziet namelijk in de aankoop van de overschotten die ontstaan ingevolge de door warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit. Bovendien zou het Controlecomite voor de elektriciteit en het gas ongeveer 400 miljoen willen vrijmaken voor programma's van de intercommunales met het oog op een rationed energieverbruik. Het nieuwe contract beantwoordt dus beter aan de verwachtingen inzake een beleid tot een rationeel energieverbruik. De heer Georges Desir (in het Frans).- Voorheen was er een algemeen akkoord. Een derde van de Vlaamse gemeenten en de helft van de Waalse en Brusselse gemeenten hadden de nieuwe statuten goedgekeurd. Tijdens de vergadering met Intermixt gisteren, hebben wij vemomen wat commissaris Van Miert en minister Peeters ervan denken.
We hebben afgesproken dat de federale overheid geen bericht zou verspreiden. Indien het contract aanvaard wordt onder de voorwaarden die u kent, kan er geen sprake van zijn dat het de gemeenten een frank meer kost. We moeten bovendien de mogelijkheid bewaren om ons standpunt later te wijzigen. De heer Charles Picque, Ministee-Voorzitter (in het Frans).- Ik herhaal dat we niet overhaast tewerk mogen gaan en de evolutie van Intermixt moeten volgen. We moeten oog hebben voor de ovemame van het personeel. Het is niet aan de toezichthoudende minister om hierover een ideologisch debat te voeren. Dat moet plaatsvinden in de gemeenteraden. Ik herhaal dat de opportuniteitscontrole met de grootste voorzichtigheid moet uitgevoerd worden. De heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economie, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- Ik dank de interpellant voor de wijze waarop hij dit belangrijke politieke dossier heeft behandeld. Ik dank ook de heer Georges Desir voor de infbnnatie die hij heeft verstrekt. De vraag van Electrabel om de statuten van de huidige intercommunales te wijzigen is gericht tot de gemeenten die op een autonome wijze kunnen beslissen of zij al dan niet op een nieuwe basis met Electrabel blijven samenwerken. De voogdijoverheid kan in dit dossier enkel aanbevelingen geven aan de gemeentebesturen. Wij kunnen niet optreden omdat wij dienaangaande geen bevoegdheid hebben. Het is nochtans de plicht van de voogdijoverheid de gemeenten te waarschuwen in verband met de mogelijke hiaten in de statuten van deze zogenaamde gemengde intercommunales. De ondertekening van een akkoord met Electrabel betekent dat de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot het jaar 2026 verankerd blijven in Electrabel. Intussen kunnen er zich tengevolge van de liberalisering van de Europese markt, interessantere voorstellen aandienen voor de aankoop van elektriciteit. De gemeenten zullen daar dan niet meer kunnen op ingaan. De vraag kan gesteld worden in hoever de voorstellen van Electrabel in overeenstemming zijn met de Europese regelgeving. De heer Willem Draps (in het Frans).- De termijn van 30 jaar kan ooit veranderd worden. Indien een Europese richtlijn morgen alle Staten verplicht te dereguleren, zullen de overeenkomsten geen 30 jaar duren ! De heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economie, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- Ik richt hier een duidelijke waarschuwing tot de gemeenten. Naar mijn oordeel worden de artikelen 85 en 86 van het Verdrag van Rome overtreden bij het afsluiten van dergelijk contract. Of dit
BIV (1995-1996) Nr. 5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE EN DRINGENDE VRAGEN ookjuridischjuist is vergt verder onderzoek door de Europese Commissie. Ik heb vemomen dat het Vlaams Gewest een dergelijk onderzoek heeft aangevraagd. De bevoegde Europese commissaris heeft inmiddels reeds bezwaren geopperd. De rendabiliteit van de eventuele verankering van de gemeenten in Electrabel door een participatie van 5% in het kapitaal, hangt natuurlijk afvan de vraag weike doelstellingen men nastreeft. In het Vlaams Gewest speelt de mogelijke steun van Electrabel in Telenet-VIaanderen een belangrijke rol. Dit is voor Brussel niet het geval. Volgens een onafhankelijke studie zou het financieel rendement een winst opieveren tussen de 4,5 en 5%, op voorwaarde dat het in het contract vermelde transfert van 2,5 miljoen aandelen na dertigjaar aan de gemeenten zouden toekomen. Dat is niet zeker. De heer Willem Draps (in het Frans).- Het gaat om een rechtstreekse verkoop die gefmancierd wordt met een lening op termijn waarvan de lasten door Electrabel gedragen worden. Bovendien zai, in geval van een ongewenst ovemamebod op Electrabel, de 5 % aandelen van de gemeenten gebruikt worden om dit bod afte wenden. Afgezien daarvan zijn de gemeenten volwaardige aandeelhouders, met alle gevolgen vandien voor de dividenden; zij kunnen ze na 30 jaar opnieuw verkopen. De heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economie, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .Volgens mij staat het niet vast dat deze aandelen na dertigjaar door de gemeenten zullen verworven zijn. De heer Willem Draps (in het Frans).- De aandelen blijven eigendom van de gemeenten, zeifs na 30 jaar en zeifs indien Electrabel hun producent niet meer is. De heer Vie Anciaux, Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister belast met Economie, Financien, Begroting, Energie en Exteme Betrekkingen en aan de Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .Nogmaals, het is duidelijk dat deze zaak verder onderzocht moet worden. Vooraleer de gemeenten tot een akkoord komen, moet in elk geval onderzocht worden of zij geen groter rendement kunnen halen. Een aantal gemeenten heeft het akkoord reeds ondertekend. Ik hoop dat zij voldoende compensaties uit de brand hebben gesleept tijdens de onderhandelingen. Wat mijn beleid betreft, leg ik vooral de nadruk op het rationele energieverbruik enerzijds en op het respect van het recht op een minimumlevering van energie anderzijds. Wat het rationeel energieverbruik betreft zai ik met de regionale directeur- generaal van het distributiecentrum van Electrabel en de directeur- generaal van de Brusselse intercommunales voor elektriciteit geregeld overleg plegen over de projecten die zullen resulteren uit de toepassing van het nationaal uitrustings-
plan voor de elektrische energie. De federale regering heeft op 26 januari 1996 een aantal opmerkingen geformuleerd. Daarbij hoorde men onder meer de eis om meer middelen te voorzien voor warmtekrachtkoppeling, meer bepaald in de dienstensector. Mijn geloofin de vooruitgang van de wetenschap zegt mij dat de energieproduktie via warmtekrachtkoppeling zai stijgen in de loop van de volgende jaren. Voor de gemengde intercommunales is een beleid voor rationeel energieverbruik niet lonend. Voor de gemeenten betekent meer energieverbruik meer inkomsten. Indien de gemeenten de belangen van hun inwoners willen verdedigen dan dringt zich een scheiding op tussen de produktie en de distributie van elektriciteit. De intercommunales zouden zich in dat geval echt kunnen toeleggen op een beleid van rationeel energiegebruik dat de belangen van de verbruikers zou dienen. De gemeenten zouden aan dit aspect bijzondere aandacht moeten besteden. Zonder te willen raken aan de gemeentelijke autonomie wil ik er toch bij de gemeentelijke mandatarissen op aandringen^ niet overhaast tewerk te gaan en het dossier op zijn minst aan^ een grondig onderzoek te onderwerpen. Naast de inoverwegingneming van de vermoedelijke bezwaren van de Europese Commissie inzake concurrentievervalsing wil ik de gemeenten vragen garanties te eisen in verband met de belangen van de verbruikers met het oog op een rationeel energiegebruik. Het Controlecomite voor gas en elektriciteit is enkel bevoegd voor de prijsvorming. Het kan zich niet uitspreken over dit dossier. De heer Michiel Vandenbussche .- Ik stel voor dit debat vandaag niet af te sluiten en het voort te zetten als het standpunt van de Europese Commissie gekend is. Ik vraag de voorzitter dit voorstel aan de commissie voor te leggen. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Ik meen dat de duur van een interpellatie beperkt is. De heer Michiel Vandenbussche .- Ik stel voor de twed^^ moties vandaag niet te behandelen. De heer Guy Vanhengel.- Mag ik van de voorzitter vememen door wie de moties werden ondertekend? Mevr. de Voorzitter (in het Frans).- Er zijn twee moties ingediend die in principe de bespreking afsluiten. Ik denk niet dat het ons verhindert deze bespreking voort te zetten. De heer Michiel Vandenbussche .- Ik stel voor de moties naar een volgend debat te verschuiven. Gelet op de techniciteit van het dossier en de informatie die wij nog moeten krijgen stel ik voor het debat later te hememen. Mevr. de Voorzitter (in het Frans).- U kunt deze interpellatie voortzetten maar de commissie kan zich daarover niet meer uitspreken. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Er zijn moties ingediend. Voor de stemming over de moties tijdens de ple-
BI V (1995-1996) Nr. 5
OPENBARE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 MAART 1996
naire vergadering van de Raad kunnen we deze bespreking voortzetten.
De tweede en eenvoudige motie is ondertekend door de heren Willem Draps, Jean-Pierre Comelissen en Sven Gatz.
De heer Michiel Vandenbussche .- Ik betreur het dat de minister-president niet tot het einde is kunnen blijven. Hij heeft gewaarschuwd yoor een al te actief opportuniteitstoezicht. Mijn stelling is dat wij wat het opportuniteitstoezicht betreft niet al te voorzichtig tewerk moeten gaan. Vervolgens heeft de minister-president gevraagd niet overhaast tewerk te gaan. Dit is een belangrijk politiek standpunt. Intussen hebben zes gemeenten reeds de statutenwijziging goedgekeurd, heeft het schepencollege van Evere de statutenwijziging aangenomen en hebben zeven gemeenten de statutenwijziging in beraad genomen. Aandringen om niet overhaast tewerk te gaan is hier dus op zijn plaats.
Er zai later over deze moties in de plenaire vergadering van de Raad worden gestemd. Het incident is gesloten. De openbare vergadering wordt om 17.30 uur gesloten.
Aan staatssecretaris Vie Anciaux wil ik vragen om deze boodschap aan de regering over te brengen. Ik vraag mij ook af of er voldoende onderhandeld werd. Ik meen ook dat het geen goede zaak is om zich voor een zeer lange tijd in het monopolie van Electrabel te verankeren, behalve als er een Europese richtlijn komt die dit doorbreekt. Gemeenten die tegenover Electrabel dwars zijn gaan liggen hebben ook meer compensaties gekregen. Mevr. de Voorzitter (in het Frans).- Ik heb twee moties ontvangen. De eerste en gemotiveerde motie is ondertekend door de heren Alain Adriaens en Guy Vanhengel en luidt als volgt: De Brusselse Hoofdstedelijke Raad, aanhoord hebbende de interpellatie van de heer Michiel Vandenbussche tot de heer Charles Picque, minister-voorzitter, en de heer Vie Anciaux, staatssecretaris belast met Energie, betreffende de "statutenwijziging van de intercommunales voor elektriciteitsdistributie", aanhoord hebbende de antwoorden van de leden van de regering vraagt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: - in contact te treden met de Europese Commissie om er zich van te vergewissen dat de geplande overeenkomsten tussen de intercommunales en de elektriciteitsproducent Electrabel niet in strijd zijn met de concurrentieregels van het Verdrag en niet het risico lopen ongeldig verklaard te worden; - te vragen de gemeentelijke beslissingen te bevriezen; - er zich van te vergewissen dat alle lopende transacties openbaar en wettelijk verlopen en in het bijzonder dat de dividenden en andere voordelen die bij sluiten van de overeenkomsten tussen de intercommunales en de particuliere vennootschappen bedongen worden, wel degelijk in de begroting van de gemeenten voorkomen; - erop toe te zien dat de toetreding van de intercommunales tot de sector van de elektriciteitsproductie er niet toe leidt dat de prijzen voor de consument verhogen en de gemeenten hun beleid inzake energiebesparing, dat onontbeerlijk is voor een duurzame ontwikkeling, laten varen.
BI V (1995-1996) Nr. 5