2007-2008 blauwe zaal za 19 april 2008 The King’s Singers & L’Arpeggiata olv. Christina Pluhar
2007-2008 Oude & Nieuwe Stemmen wo 26 september 2007 Hilliard Ensemble & Arditti Quartet wo 10 oktober 2007 Walpurgis & Het Collectief do 15 november 2007 Staatskoor van Letland olv. Maris Sirmais Kamerorkest van Tallinn olv. Andress Mustonen wo 30 januari 2008 Tenebrae olv. Nigel Short za 16 februari 2008 Raschèr Saxophone Quartet & Rias Kammerchor olv. Paul Hillier za 19 april 2008 The King’s Singers & L’Arpeggiata olv. Christina Pluhar
Pictogrammen DeSingel
AUDIO
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.
Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be
foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) > Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur > Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket
Illustratie uit ‘El primer nueva corónica y buen gobierno’ van Felipe Guaman Poma de Ayala, Peru 1615-16 © Koninklijke Bibliotheek Kopenhagen
inleiding door Beatrijs Van Hulle, 19.15 uur, foyer begin 20.00 uur einde omstreeks 21.30 uur er is geen pauze teksten programmaboekje Beatrijs Van Hulle vertaling teksten deSingel en Piet De Volder coördinatie programmaboekje deSingel
Oude & Nieuwe Stemmen The King’s Singers & L’Arpeggiata Christina Pluhar muzikale leiding Lucilla Galeazzi zang Anna Dego dans
Maurizio Cazzati Ciaccona
Anoniem (Canzionere Upsala, 1554) Falalán
Anoniem (Coimbra, 1643) Sã qui turo
Antonio Bertali Ciaccona
Improvisatie La Dia Spagnola Girolamo Kapsberger Arpeggiata
Marcello Vitale Moresca
Lucilla Galeazzi Voglio un casa
Traditioneel Catalaans volkslied / Goff Richards Tantarantán Anoniem (Coimbra, 1647) Bastião
Tradioneel volkslied Sogna fiore mio
Improvisatie Jácaras
Improvisatie Tarantella Italiana
Andrea Falconiero Suave Melodia Traditioneel Catalaans volkslied / Goff Richards Villancico Catalan Marcello Vitale Tarantella a Maria di’ Nardo Improvisatie Canario
Santiago de Murcia Fandango
Juan Gutierrez de Padilla A Siolo flasiquiyo
Traditioneel volkslied Pizzicarella mia Improvisatie Tarantella Napoletana Duke Ellington Creole Love Affair
Los Impossibles Over het project ‘Los Impossibiles’ vertelt Christina Pluhar het volgende in het boekje bij de cd-opname: “Het idee van het project is ontstaan uit simpele curiositeit. In Mexico is er een manuscript, samengesteld in het begin van de achttiende eeuw door de barokke Spaanse gitarist Santiago de Murcia. Het manuscript bevat een stuk getiteld ‘Los Impossibles’. Het is een romance van het type dat men terugvindt vanaf de zestiende eeuw in Italië, in Spanje en in Portugal. Het thema is vandaag nog gebruikelijk in de traditionele muziek van Mexico. Mijn nieuwsgierigheid en fascinatie zijn vooral aangetrokken door het feit dat de melodie een weg gebaand heeft tussen de traditionele en de geleerde muziek van de ontstaanstijd, en gereisd heeft in een tijdspanne van een eeuw tussen Italië, Spanje en Portugal tot in Mexico en vandaag nog voortleeft in de muziek van de mondelinge traditie in Latijns Amerika.” Het uiteindelijke resultaat is een prachtige illustratie hoe muziek geen grenzen kent in tijd en ruimte. De verzameling is een samensmelting van invloeden en dit levert een rijke waaier aan stijlen op. Het is weliswaar ‘klassieke’ eeuwenoude muziek, maar die je anders beluistert dan de westerse ‘klassieke’ muziek. De talrijke folkloristische invloeden verlagen de drempel bij beluisteren. De rijke instrumentatie van L’Arpeggiata in combinatie met de roemrijke The King’s Singers brengen een gefundeerde, boeiende vertolking van wereldmuziek avant-la-lettre…. De zoektocht naar de ‘rode draad’ doorheen de oude en traditionele muziek van Spanje, Portugal en Latijns-Amerika leidde naar gemeenschappelijke ritmische en harmonische elementen en gelijkaardige instrumenten waarvan de oorsprong teruggaat tot de barokperiode, waarin ze tegelijkertijd in de ‘geleerde’ en in de tradionele muziek voorkwamen, en die vandaag nog gebruikelijk zijn. Het onderzoek werd tevens een fascinerend parcours doorheen multiculturele banden, continenten en eeuwen. Mexico zelf is een multicultureel land bij uitstek. Voor de aankomst van de Spanjaarden in de zestiende eeuw was er al een rijkdom aan inheemse gezangen van de etnische groeperingen, die nog bewaard gebleven zijn door de mondelinge traditie. Na de Spaanse Conquista en gedurende de drie eeuwen kolonisatie, vermengde zich geleidelijk aan het muzikale patrimonium van de Spaanse en de inheemse culturen. De Spaanse muziek zelf was al beïnvloed door diverse culturen: Afrikaanse moslims, Sefardische joden en zigeunervolk. De Spaanse veroveraars brachten ook muziekinstrumenten mee zoals harp, gitaar en viool. De instrumenten zijn nog steeds aanwezig in de traditionele Mexicaanse muziek vandaag zoals de ‘jarana’ en de ‘arpa jarocha’, direct afgeleid van de barokke modellen. Uiteindelijk bracht ook de slavernij op de suikerplantages een typische Afrikaanse input in de muziek: vooral een rijke diversiteit van ritmes.
Illustratie uit ‘El primer nueva corónica y buen gobierno’ van Felipe Guaman Poma de Ayala, Peru 1615-16 © Koninklijke Bibliotheek Kopenhagen
‘Villancico’ is een van de belangrijkste poëtisch-muzikale vormen van de Iberische muziek van de renaissance. Het bevat een ‘refrao’ (refrein), gevolgd door een ‘copla’ (strofe), dat tweemaal gespeeld wordt. En dan volgt de herhaling van het ‘refrao’. Dit resulteert in een ABBA-structuur. Stilaan wordt de vorm complexer door het bijvoegen van meerdere onderdelen tot het uiteindelijk uitmondt in de zogeheten ‘cantata-villancico’ einde zeventiende en achttiende eeuw. De tekst van de villancico verwijst naar het kerstverhaal en naar de festiviteiten, gezangen en dansen om het Jezuskind te eren. ‘La Llorona’ is een klaagzang die verwijst naar een Mexicaanse legende daterend uit de zestiende eeuw. Van het verhaal over La Llorena (Spaanse woord voor ‘de wenende’) bestaan er een drietal versies, telkens handelend
over een moeder, die haar kinderen vermoord heeft en ’s nachts huilend naar hen op zoek gaat. De precieze redenen waarom ze haar kinderen doodde, verschillen per versie: ze zou te arm zijn haar kinderen te onderhouden, de vader van de kinderen zou ervandoor zijn gegaan of ze zou een prostituee zijn (en het vermoorden van haar kinderen zou dan een soort abortus geweest zijn). De ‘Fandango’ is een dans in driekwartsmaat, van folkloristische afkomst en ook terug te vinden in de ‘geleerde’ muziek vanaf het begin van de achttiende eeuw. De dans heeft een karakteristiek ritme bestaande uit de opeenvolging van een kwartnoot, vier zestiende noten en opnieuw een kwartnoot. De vorm bestaat uit een ‘copla’ (strofe) en een ‘estribillo’ (refrein). De fandango vond zijn wortels in de muziek van de negerbevolking van Amerika; de naam is immers te herleiden tot de Bantoetalen. De traditie van de fandango, zoals nu nog in Mexico, is een rituele viering waarbij de hele gemeenschap verzen zingt, danst, en begeleid wordt door de ‘jarana’ (een traditionele gitaar die lijkt op de barokke gitaar). De sensualiteit van de Afrikaanse dans ontmoet hier de charme en elegantie van de Arabo-Andaloesische ‘taconeo’ (ritmisch klappen van schoenhakken op de grond). ‘La Lloroncita’ is gebaseerd op het harmonische schema van de ‘romanesca’, die men vindt in Spanje en Italië vanaf de zestiende eeuw. Het muziekstuk maakte een tocht van Spanje naar Mexico, mede dankzij de Spaanse gitarist Santiago de Murcia, van wie het de naam kreeg: ‘Los Impossibles’. Vandaag nog bestaat er in het traditionele repertorium van Veracruz (kuststreek van de Golf van Mexico) een ‘son jarocho’ op hetzelfde basthema. ‘Jácaras’ is een thema dat je tegenkomt in alle bundels van muziek voor gitaar en harp van de zeventiende eeuw. Typisch is de afwisseling ternair en binair ritme - cf. hemiool in de barok. Deze snelle afwisseling tussen gelijk en ongelijk ritme is ook karakteristiek voor de hele Spaanse en Latijns-Amerikaanse muziek van de barokperiode. Dergelijke ritmes zijn ook terug te vinden in de ‘flamenco’. Daarin wordt de hemiool-structuur van het ritme verdoezeld door de versierde melodie die zorgt voor een vloeiende continuïteit. De stukken ‘Sã qui turo’ en ‘Bastião’ zijn ‘negrillos’ afkomstig uit de bibliotheek van Coimbra in Portugal, allebei in de taal ‘criollo’. Deze creoolse imaginaire taal is gemaakt om de accenten van de zwarten in de koloniën te imiteren wanneer ze Portugees probeerden te spreken. Fascinerend is de moderniteit van het woordritme van deze inventieve taal, die in onze oren een ‘swingend’ karakter heeft. Typisch zijn ook de onomatopeeën die muzikale instrumenten imiteren, zoals ‘gugulugu’ (gitaar) en ‘que tum, que tão’ (slagwerk).
Illustratie uit ‘El primer nueva corónica y buen gobierno’ van Felipe Guaman Poma de Ayala, Peru 1615-16 © Koninklijke Bibliotheek Kopenhagen
Anoniem (Coimbra, 1643) Sã qui turo
Iedereen hier is zwart
Sã qui turo zente pleta turo zente de Guine he he he, tambor flauta e cassaeta y carcave na sua pé, he, he, he. Vamos o fazer huns fessa o menino Manué, he, he, he.
Iedereen hier is zwart, Allemaal uit Guinee, He he he, Met trommel, fluit en castagnetten, En belletjes aan hun voeten, He he he. We gaan feest vieren Ter ere van baby Emmanuel, He he he.
Canta Bacião canta tu Thomé canta tu, canta tu Flanciquia canta Caterija canta tu, canta tu Flunando canta tu Resnando canta tu, Oya, oya:
Zing, Sebastian, Zing, Thomas, Zing, Zing, Francisca, Zing, Caterina, Zing, Zing, Ferdinand, Zing, Raymond, Zing. Luister, luister:
Turo neglo hare cantá, ha cantamo e bayamo que forro ficamo, ha tanhemo y cantamo ha frugamo e tanhemo ha tocamo pandero ha flauta y carcavé, ha dizemo que biba biba mia siola y biba Zuzé.
Alle zwarten kunnen zingen, We zingen en dansen Want we zijn vrij. We spelen en zingen, We maken lol en spelen, We spelen tamboerijn, Fluit en belletjes; We juichen en roepen: Lang leve Onze Vrouw en Jozef!
Traditioneel Catalaans volkslied / Goff Richards Tantarantán
Tantarantan
Qué le daremos al niño chiquito Con que se pueda reír y alegrar? Un lindo ramo de hermosas naranjas Con verdes hojas y flor de azahar.
Wat zullen we het kleine Kindje geven Dat hem verheugt en lachen doet? Een mooie twijg met prachtige sinaasappels, Vol groene blaadjes en oranjebloesems.
Tantarantán. Que le daremos al niño bonito Que le daremos mejor paraél? Vamos a hacerle una tortas muy dulces De blanca harina, De nueces y miel.
Tantarantan. Wat zullen we het mooie Kindje schenken? Wat is er nog beter om te geven? We zullen heerlijk zoete taartjes voor Hem bereiden Met witte bloem, Nootjes en honing.
Tantarantán. Que le daremos al niño querido? Que sea bueno y le puede gustar? Vamos a darle una cesta de guindas Para comerlas o para jugar.
Tantarantan. Wat zullen we het geliefde Kindje schenken? Wat is geschikt, wat kan Hem bekoren? We zullen Hem een mandje morellen geven Om op te eten of om mee te spelen.
Tantarantán. Que los higos son verdes Tantarantán Que ya maduraran.
Tantarantan. Ook al zijn de vijgen nog groen, Tantarantan. Ze beginnen reeds te rijpen.
Anoniem (Coimbra, 1647) Bastião
Sebastiaan
Bastião Bastião, Flunando, Flancico Palente placero nozo gelação juntamo nosso pandorga nossa festa de tão balalão.
Sebastiaan, Sebastiaan, Ferdinand, Francisco, Bloedverwante, lid Van onze generatie, Laten we onze tamboerijnen verenigen Voor het feest van tão balalão.
De guguluga de tão balalão de glande folia, que cosfessa cos aleglia me say pelos oyo minha colação.
De guguluga de tão balalão Van groot plezier, Want ik beken dat mijn hart Overspoeld wordt door vreugde.
Ploque rezão tanto flugamento ha!, de guguluga de tão balalão, siolo capitão que gente pleto zunta debaixo sua plegão.
Wat is de reden Voor zoveel vreugde, De guguluga de tão balalão, Meneer kapitein, Die de zwarten samenbrengt Onder zijn vaandel?
Ha ha ha de gugulugu de guguluga que esses campo se abràsa ploque Sol està no châo.
Ha ha ha, De gugulugu de guguluga Deze velden staan in lichterlaaie Omdat de Zon op aarde is.
He he he buli co a pé de guguluga de guguluga de guguluga de gugulugué, ha ha ha corré, baya de guguluga de guguluga de guguluga de tão balalão, os oyo na céu giolho na chão façamolo solfa nos palma de mão.
He, he, he, Beweeg de benen, De guguluga de guguluga De guguluga de gugulugué, Ha ha ha, Loop, dans, De guguluga de guguluga De guguluga de tão balalão, Onze ogen naar de hemel gericht, Onze knieën op de grond, Laten we onze sol-fa lezen In de palm van onze hand.
Que tão palatão tão tão tão, que tum polutum tum tum tum, que tum que tão
Que tão palatão Tão tão tão, Que tum polutum Tum tum tum, Que tum que tão
que tão que tum guluguluga gulugulugu, flutai pequenina minha colação, que tum que tão que tão que tum guluguluga gulugulugu, forrai os pletinho siolo Zezu, que tão que tum guluguluga, gulugulugu façamolo solfa nos palma de mão.
Que tão que tum Guluguluga, gulugulugu, Mijn hart Wordt zeer week, Que tum que tão Que tão que tum Guluguluga gulugulugu, Bevrijd de kleine negertjes, Heer Jesus, Que tão que tum Guluguluga, gulugulugu. Laten we onze sol-fa zingen In de palm van onze hand.
Traditioneel Catalaans volkslied / Goff Richards Villancico Catalan
Catalaanse Villancico
Eixa es nit de vetlla N’ha parit una doncella, la miren i fa sol, un infant com una estrella. Loilá Kyrie eleison, loilá Christe eleison.
Vanavond zal niemand slapen: Een meisje is bevallen, - Als je haar ziet, denk je aan de zon Van een kindje zo mooi als een ster. Lalala Kyrie eleison, Lalala Christe eleison.
Anirem al camp, pomes a cullir, pometes cullirem, que de Deu serem: pometes al ram, que Deu sigam.
We gaan naar de velden Om appels te plukken, We zullen kleine appeltjes plukken, En we zullen tot God behoren: Een hoop kleine appeltjes En we zullen van God zijn.
Als pastors l’angel desvetlla, i els hi diu la meravella, la mira i fa sol amb sa dolca cantarellá. Loilá Kyrie eleison, loilá Christe eleison.
De engel waakt over de herders, En vertelt hen over het wonder, - Als je haar ziet, denk je aan de zon Met zijn melodieuze lied. Lalala Kyrie eleison, Lalala Christe eleison.
Anoniem (Canzionere Upsala, 1554) Falalán
Falalan
Falalán, falalera, falalán de la guarda riera.
Falalan, falalera, falalan De herder aan de rivier.
Cuando yo me vengo de guardar ganado, todos me lo dizen: Pedro el desposado. A la hé, si soy con la hija de nostramo, qu’esta sortijuela ella me la diera.
Wanneer ik terugkom van de kudde Noemt iedereen me ‘Pedro de jonggehuwde’. Omdat ik uitga met de dochter van de baas, Want zij gaf mij deze kleine ring.
Falalán...
Falalan . . .
Alla’ riba, riba, en Vall de Roncales, tengo yo mi esca y mis pedernales y mi çurronçito de ciervos cervales, hago yo mi lumbre, siéntome doquiera.
Op de oevers in Val de Roncales, heb ik mijn vis en mijn vuurstenen, En mijn herteleren zak met spelletjes; Ik maak mijn vuur en ga zitten waar ik wil.
Falalán...
Falalan . . .
Viene la Cuaresma, yo no como nada, ni como sardina, ni cosa salada, de cuanto yo quiera no se haze nada, migas con azeite házenme dentera.
Tijdens de Vasten eet ik niets, Geen sardines en niets anders lekkers; Alles wat ik wil, maken ze niet, Gefrituurde broodkruimels in olie doen mij watertanden.
Falalán...
Falalan . . .
Lucilla Galeazzi Voglio una casa
Ik wil een huis
Voglio una casa, la voglio bella Piena di luce come una stella Piena di sole e di fortuna E sopra il tetto spunti la luna Piena di riso, piena di pianto Casa ti sogno, ti sogno tanto Dididindi, Dididindi...
Ik wil een huis, een mooi huis, Helder verlicht zoals een ster, Met veel zonneschijn en geluk En met de maan vlak boven het dak, Vergezeld van een lach en een traan. O mooi huis, ik droom zo vaak van jou. Dididindi, Dididindi...
Voglio una casa, per tanta gente La voglio solida ed accogliente, Robusta e calda, semplice e vera Per farci musica matina e sera E la poesia abbia il suo letto Voglio abitare sotto a quel tetto. Dididindi, Dididindi...
Ik wil een groot huis voor heel veel mensen. Ik wil een stevig en gezellig huis, Veilig en warm, eenvoudig en echt, Om er van ’s morgens tot ’s avonds muziek te maken En poëzie voor te dragen. Onder dat dak wil ik wonen. Dididindi, Dididindi...
Voglio ogni casa, che sia abitata E più nessuno dorma per strada Come un cane a mendicare Perchè non ha più dove andare Come una bestia trattato a sputi E mai nessuno, nessuno lo aiuti. Dididindi, Dididindi...
Ik wil een huis dat bewoond wordt En dat er niemand meer op straat slaapt Als een hond, en bedelend, En geen plek om naartoe te gaan, En zich te laten bespugen als een beest Zonder dat ook maar iemand helpt. Dididindi, Dididindi...
Voglio una casa per i ragazzi, che non sanno mai dove incontrarsi e per i vecchi, case capienti che possano vivere con i parenti case non care, per le famiglie e che ci nascano figli e figlie. Dididindi, Dididindi...
Ik wil een huis voor de jeugd, Die niet altijd weten waar ze elkaar kunnen ontmoeten En ook voor de ouderen, grote huizen Zodat ze er met hun naasten kunnen leven: Geen dure huizen, voor de families Waar zonen en dochters zullen geboren worden. Dididindi, Dididindi...
Tradioneel volkslied Sogna fiore mio
Droom, mijn bloem
Sogna fiore mio, sogna e riposa Chiude sta vocca che pare na rosa Sogna e chiude gli occhi tunne tunne Ca quanne sogni tu sogna gliu munne Chiude gli occhi e nun parlare Sogna gliu funne di gliu mare Chiude gli occhi e nun avè paura Sogna nu munne fatta a sunature.
Droom, mijn bloem, droom en rust, Doe jouw roze mondje dicht. Droom en sluit jouw grote ronde ogen, Want wanneer jij droomt, droomt de wereld. Sluit jouw ogen en spreek niet meer, Droom van de diepe, diepe zee. Sluit jouw ogen en heb geen angst, Droom van een wereld vol musici.
Sogna lu ventu e sogna la tempesta Sogna gliu mare e sogna la foresta Ca la musica de st’organetto Te riempe ‘ncore e te scaveta ‘mpette E raziulella mia nun parlare Nun’`è cchiù tempe ‘de rifiatare Oggi hai finite de disperare Dopedimani jamma a faticare.
Droom van de wind en de storm, Droom van de zee en het bos. De muziek van dit draaiorgel Vervult jouw hart en beroert jouw borst. En, mijn liefje, spreek niet, Dit is niet het moment om te zuchten. Vandaag maken we een eind aan jouw zorgen, Na morgen gaan we werken.
Ch gl’amma da fare nu gran castelle Piene de tante cose belle Gl’ammma da fare d’ore e d’argente c’hanna abitare tutta la gente E ogni jorne sarà allegria E ci sarà pure mamma mia E la fatia nun sarà cchi`ù amara Pecchè saremo allora tutti quanti uguale.
We zullen een groot kasteel bouwen, Vol met de mooiste dingen. We bouwen het in goud en zilver, Met kamers voor iedereen, En elke dag wordt een dag vol vreugde, En ook mijn moeder zal er zijn, En onze vermoeidheid zal niet meer bitter smaken, Want we zullen allemaal gelijk zijn.
Sogna fiore mio sogna e riposa St’occhi toi so` comme li rose Sogna tutti sti cose belle Gliu cielo…gliu mare e tutte li stelle E sogna sogna e nun tardare E falla subito reposare E scegne sogne e se non vo`venire Co chesta musica falla addormire.
Droom, mijn bloem, droom en rust, Jouw ogen zijn als rozen, Droom van al dat moois, De hemel… de zee en alle sterren. Droom, en blijf dromen, En laat haar nu rusten. De slaap nadert en wanneer de slaap niet wil komen, Laat haar dan met deze muziek in slaap vallen…
Tradioneel volkslied Pizzicarella mia
Mijn kleine deugniet
Pizzicarella mia, pizzicarella lu camminatu to’ la li li la lu camminatu to’ pare ca balla.
Mijn kleine deugniet Jouw loopje, la li li la, Jouw loopje is net een dansje…
A du te pizzicau ca no te scerne? sutta lu giru o la li li la sutta lu giru giru di la suttana.
Waar ben je geknepen, dat je niet ophoudt met dansen? Onder de riem , o la li li la, Onder de riem van jouw kleedje....
Quantu t’amau t’amau lu core miu mo nun tte ama chiù la li li la mo nun tte ama chiù se ne scerrau.
O hoe mijn hart van jou hield, Maar nu, la li li la, Nu houdt het niet meer van jou, mijn hart blijft gesloten.
Te l’ura ca te vitti te ‘mmirai ‘nu segnu fici a la li li la ‘nu segnu fici a mmienzu a ll’occhi toi.
Vanaf het moment dat ik jou voor het eerst zag, bewonderde ik jou, En ik plaatste een teken tussen jouw ogen, a la li li la, Het was een speciaal teken.
Ca quiddu foì nu segnu particolare cu no’ te scerri a la li li la cu nu te scerri de l’amore toi.
Zodat jij jouw hart , a la li li la, Niet zou sluiten om lief te hebben. O Liefde, Liefde, wat je met mij doet!
Amore amore ce m’hai fattu fare de quindici anni a la li li la, de quindici anni m’hai fatto impazzire.
Vijftien jaar lang , a la li li la, Vijftien jaar lang heb je mij gek gemaakt. Mijn kleine deugniet,
Pizzicarella mia, pizzicarella lu camminatu to’ la li li la lu camminatu to’ pare ca balla.
Jouw loopje, la li li la, Jouw loopje is net een dansje…
The King’s Singers In 1968 opgericht door zes koorstudenten van King’s College Cambridge werden de King’s Singers al snel een begrip in het Verenigd Koninkrijk en ver daarbuiten. Vanaf het begin wouden de zangers zich niet tot een specifiek repertoire beperken, laat staan een onderscheid te maken tussen ernstige en lichte muziek. Van middeleeuwen tot renaissance, romantiek tot hedendaags, folk en pop, hun repertoire omvat het allemaal. De lijst concertzalen waar zij optraden is even divers, met kathedralen en paleizen naast de meest vooraanstaande concertzalen in de wereld. De King’s Singers werkten samen met grote orkesten als het London Symphony Orchestra en Chicago Symphony Orchestra en met solisten als Kiri te Kanawa, Evelyn Glennie, Dudley Moore, Emanuel Ax en Bruce Johnston van de Beach Boys. De King’s Singers hebben meer dan 70 cd’s opgenomen. Het ensemble breekt ook graag een lans voor hedendaagse muziek en geeft regelmatig compositieopdrachten. Doorheen de jaren hebben ze een repertoire opgebouwd van meer dan 200 stukken die speciaal voor hen zijn gecomponeerd door componisten als Krystof Penderecki, Luciano Berio, Peter Maxwell Davies, Ned Rorem en György Ligeti. De King’s Singers verlenen ook graag hun medewerking aan educatieve projecten. Regelmatig geven ze masterclasses op het Schleswig Holstein Musik Festival en sinds 1996 zijn ze Prince Consort Ensemble in Residence aan het Royal College of Music in Londen. L’Arpeggiata L’Arpeggiata is een Frans ensemble, opgericht door Christina Pluhar in 2000. Streefdoel van L’Arpeggiata is onbekend repertoire uit Frankrijk en Italië uit het begin van de zeventiende eeuw nieuw leven in te blazen. Daarvoor werken ze regelmatig samen met zangers gespecialiseerd in barokmuziek en met zangers uit de traditionele muziek. Ook de praktijk van het instrumentale improviseren wil L’Arpeggiata in ere herstellen. Het ensemble was reeds te horen op grote festivals als het Lufthansa Festival in Londen, Festival voor Oude Muziek in Utrecht, Festival de Pontoise, Rencontres de Vézelay, Musica Antiqua Brugge, etc. De cd’s van L’Arpeggiata voor het label Alpha spreken een groot publiek aan en worden ook door de internationale muziekpers goed ontvangen. In 2001 verscheen de cd ‘La Villanella’ met muziek van Kapsberger. De tweede cd ‘Homo fugit velut ombra’ met muziek van Landi werd onder meer bekroond met een ’10 de Répertoire’ en een Diapason d’Or. Ook ‘La Tarantella’ waarin barokmuziek en traditionale muziek elkaar ontmoeten, werd met prijzen overladen. Vervolgens verschenen nog ‘All’Improvviso’ en de opname van ‘La Rapressentatione di Amima e di Corpo’ van Cavalieri, die de prijs van de Académie Charles Cros won. In 2006 verscheen de cd ‘Los Impossibles’.
Illustratie uit ‘El primer nueva corónica y buen gobierno’ van Felipe Guaman Poma de Ayala, Peru 1615-16 © Koninklijke Bibliotheek Kopenhagen
Christina Pluhar Christina Pluhar studeerde gitaar in haar geboortestad Graz in Oostenrijk en studeerde later luit bij Toyohiko Sato aan het conservatorium van Den Haag. Ze vervolmaakte zich verder bij Hopkinson Smith aan het Schola Cantorum in Bazel en bij Mara Galassi aan de Scuola Civica in Milaan. Haar repertoire reikt van solo- en continuorepertoire van de zestiende tot de achttiende eeuw voor luit, barokgitaar, theorbe en barokharp. Als soliste en als continuospeelster gaf ze reeds concerten met ensembles als La Fenice, Concerto Soave, Accordone, Elyma, Les Musiciens du Louvre, Ricercar, Akademia, La Grande Ecurie et la Chambre du Roy, Concerto Köln en in ensembles olv. René Jacobs, Ivor Bolton en Alessandro di Marchi. In 1992 won Pluhar de eerste prijs op de internationale wedstrijd voor oude muziek in Malmö met het ensemble La Fenice. Pluhar geeft wereldwijd masterclasses en sinds 1999 is ze docente barokharp aan het conservatorium van Den Haag.
Lucilla Galeazzi Lucilla Galeazzi volgde aanvankelijk een klassieke zangopleiding maar ging zich geleidelijk specialiseren in volksmuziek van Umbrië. Van 1977 tot 1994 zong ze in het vocaal kwartet van Giovanna Marini. In 1982 maakte ze een eigen show met Italiaanse liedjes uit de jaren zestig: ‘Un sogno cosi’. Ze was te horen in shows van Roberto de Simone, waaronder ‘Stabat Mater’ in de opera van Napels, ‘Carmina Vivvisea’ en ‘Processo e martirio du Giovanni d’arco’ in de opera van Pisa en ‘Requiem for P.P. Pasolini’ in het San Carlo Theater. In 1987 richtte Galeazzi met A. Sparagna en C. Rizzo de groep Il Trillo op. Regelmatig verleent ze haar medewerking aan projecten rond hedendaagse muziek en jazz. Zo werkte ze samen met jazztrombonist G. Schiaffi, met gitarist Bathelemy, met jazztubaspeler Michel Godard en met cellist V. Courtois. In 1991 gaf Galeazzi een optreden met het European Jazz Orchestra in Straatsburg. In 1994 verscheen haar eerste cd ‘Cuore di terra’ en in 2001 volgde de cd ‘Lunario’.
The King’s Singers David Hurley contratenor Robin Tyson contratenor Paul Phoenix tenor Philip Lawson tenor Christopher Gabbitas bariton Stephen Connolly bariton Lucilla Galeazzi zang
L‘Arpeggiata olv. Christina Pluhar Christina Pluhar barokharp, theorbe, barokgitaar Charles Edouard Fantin luit, barokgitaar Marcello Vitale chitarra battente, barokgitaar Alessandro Tampieri barokviool Doron Sherwin cornet Richard Myron violone Margit Übellacker psalterion Sergey Saprichev percussie David Mayoral percussie Anna Dego dans
Binnenkort in deSingel
Pedro Caldeira Cabral Portugese gitaar
Joaquim Antonio Silva klassieke gitaar
Fado
inleiding Philip Nijman / 19.15 uur / foyer wo 7 mei 2008 / blauwe zaal / 20 uur € 20, € 15 (-25/65+) / €8 (<19 jaar)
De kunstcampus groeit + 12.000 m 2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen. Permanente informatiestand vestiaire deSingel wo-zo 14-18 uur en aansluitend bij voorstellingen/concerten
2007-2008 architectuur theater dans muziek deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma > vr 10 > 19 uur / za 16 > 19 uur www.desingel.be
[email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00