MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA
Australian Chamber Orchestra olv. Richard Tognetti za 3 dec 2011
2011-2012 KEN UW KLASSIEKERS Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers do 29 sep 2011 B’Rock olv. Frank Agsteribbe vr 25 nov 2011 Australian Chamber Orchestra olv. Richard Tognetti za 3 dec 2011 Camerata Bern olv. Antje Weithaas viool vr 16 mrt 2012 Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers do 10 mei 2012
inleiding Jacques Van Deun / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.45 uur teksten programmaboekje Jacques Van Deun coördinatie programmaboekje deSingel
Australian Chamber Orchestra Richard Tognetti muzikale leiding Martin Fröst klarinet Joseph Haydn (1732-1809) Symfonie nr 4 in D, Hobl:4 Presto Andante Finale: Tempo di Menuetto Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Concerto voor klarinet en orkest in A, KV662 Allegro Adagio Rondo: Allegro
13‘
25’
pauze
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr 40 in g, KV550 Molto Allegro Andante Menuetto - Trio Finale: Allegro assai
35’
Joseph Haydn Symfonie nr 4 in D, Hobl:4
Wolfgang Amadeus Mozart Concerto voor klarinet en orkest in A, KV662
De Symfonie nr 4 in D is één van de eerste uit de lange reeks van 104 symfonieën die Joseph Haydn in de loop van zijn leven bij mekaar componeerde. We weten niet wanneer de Vierde Symfonie precies geschreven werd. De exacte chronologie van de eerste negen symfonieën van Haydn, waartoe ondermeer ook de beter bekende ‘Tageszeiten’ (Le matin, Le midi, Le soir, nrs 6-8) behoren, blijft immers nog steeds onzeker. Ze horen allemaal thuis in de jaren 1759-1762, die overeenstemmen met Haydns laatste jaren als freelance muzikant en componist in Wenen en zijn eerste jaren in dienst van de familie Esterházy in Eisenstadt. Wat er ook van zij, prins Paul Anton van Esterházy was duidelijk op zoek naar een componist van instrumentale werken toen hij één van Haydns eerste symfonieën in Wenen hoorde spelen en meteen besliste om de componist daarvan in dienst te nemen. Welke symfonie hij juist gehoord heeft, weten we evenmin. In de zestiger jaren van de achttiende eeuw stond het genre van de symfonie nog in zijn kinderschoenen en het was met vallen en opstaan bezig om zich vanuit het driestemmige barokke concerto grosso van het Vivalditype met zijn twee solisten, strijkers en basso continuo naar een nieuw vierstemmig instrumentaal genre voor orkest zonder solisten te ontwikkelen. Wie daarbij allemaal betrokken was en hoe dat precies in zijn werk is gegaan, is een veel te lang verhaal om hier kort samengevat te worden. Dat Joseph Haydn daarin een beslissende rol heeft gespeeld, staat echter buiten kijf, en zijn Vierde Symfonie is daar een vroeg voorbeeld van. Het werk is bijvoorbeeld nog driedelig zonder menuet, en ook de opbouw van de afzonderlijke delen verloopt nog niet helemaal volgens het strikte schema dat het vaste plan van de latere symfonie gaat worden. Typisch Haydniaans is wel de opbouw van thema‘s en melodieën, die de latere meester van de thematische arbeid reeds duidelijk verraadt.
De uitvinding van de klarinet wordt traditioneel aan de Duitse instrumentenbouwer Johann Christoph Denner (1655-1707) uit Nuremberg toegeschreven, en de Italiaan Antonio Vivaldi (1678-1741) zou zowat de eerste componist geweest zijn die het nieuwe instrument occasioneel ook in de concertoliteratuur gebruikte. Mozart stond zeker niet afwijzend tegenover het nieuwe instrument, maar hij wachtte toch behoorlijk lang alvorens er zelf iets voor te schrijven. Een en ander hangt ongetwijfeld samen met de aanwezigheid in Wenen van de gebroeders Anton (1753-1812) en Johann Stadler (1755-1804). Die twee Oostenrijkse klarinettisten speelden hun eerste concert in Wenen reeds in 1773 voor de Tonkünstler-Societät, maar ze kregen pas in 1787 een vaste aanstelling in het Weense hoforkest. In dat orkest speelde Johann de eerste en Anton de tweede klarinet, niet omdat Anton een minder goed solist was, maar omdat hij een speciale klarinet bespeelde, de ‘basset-klarinet’ die lagere tonen kon spelen dan die van zijn broer Johann. Anton werd een logebroeder van Mozart, de twee raakten erg goed bevriend, en Mozart begon voor hem te componeren. Het Klarinetkwintet (KV581), het Klarinetconcerto (KV622) en de twee nummers met obligate klarinet en basset-hoorn in de opera ‘La clemenza di Tito’ (KV621) zijn in dat verband ontstaan. Mozart kon te zijner tijd uiteraard niet weten welk type klarinet uiteindelijk het standaardtype in zijn soort zou worden, en hij schreef zijn Klarinetconcerto bijgevolg gewoon voor het instrument waarop Anton Stadler speelde. Vandaar een dubbel probleem: het originele handschrift van het Klarinetconcerto hebben we niet meer en het instrument van Stadler al evenmin. We kennen Mozarts concerto alleen uit de eerste gedrukte versies die ervan gepubliceerd werden, en die behoorlijk wat variante lezingen bevatten. Anderzijds kennen we heden ten dage vooral de klarinet zoals ze er later begon uit te zien, de klarinet in Bes met het fameuze kleppensysteem van de Duitse zilversmid Theobald Boehm (1794-1881). Daarom vonden de auteurs van de Neue Mozart-Ausgabe het nodig twee versies van het Klarinetconcerto te publiceren: één door de Zwitserse musicoloog Ernst Hess (1912-1968) gereconstrueerde originele versie voor een of andere vorm van basklarinet, en een standaardversie zoals die heden ten dage meestal op een gewone Boehmklarinet wordt gespeeld. Het vernieuwende van Mozarts Klarinetconcerto zat hoe dan ook in de eerste plaats bij de keuze van de nieuwe klarinet als solo-instrument en
veel minder in de opbouw van de partituur van het concerto zelf. Het werd een klassiek Mozartiaans concerto, waarvan zowel de zangerige als de dramatische opbouw naar zijn ervaring met het operagenre verwijzen, maar die toch blijft verbazen door zijn transparant inventieve uitwerking en zijn meeslepende charme.
Symfonie nr 40 in g, KV550 Sinds James Last, de Duitse populaire arrangeur die het werk naar het einde van de jaren zestig toe met het amusementsorkest van de Westdeutsche Rundfunk uit Keulen als een easy-listening dansnummer op de grammofoonplaat zette, is het openingsallegro van Mozarts Veertigste Symfonie bij het grote publiek van vandaag één van de meest bekende werken van de vereerde meester uit Salzburg geworden. Last maakte er wel een simplistische versie van en liet bijvoorbeeld zelfs het tweede thema van het openingsallegro achterwege. Een en ander heeft evenwel voor gevolg dat het hedendaagse publiek Mozarts origineel vaak nog nauwelijks kent, en daarom alleen reeds is het lovenswaardig het overbekende werk nog eens op de concertaffiche te zetten. De Veertigste is de middelste van de vaak samen genoemde laatste drie symfonieën van Mozart, die alle drie kort na elkaar in 1788 gecomponeerd werden. Er is geen directe aanleiding waarom Mozart ze schreef. Vooral oudere auteurs waren er trouwens van overtuigd dat Mozart ze zelf nooit zou uitgevoerd hebben. Meer recent onderzoek voert evenwel aan dat ze alle drie onder leiding van Mozart zelf waarschijnlijk in Leipzig (1789), Frankfurt (1790) en Wenen (1791) gespeeld werden. Van de Veertigste, waarvan de partituur op 25 juli 1788 in Wenen voltooid werd, maakte Mozart praktisch onmiddellijk ook nog een tweede versie. Bij de oorspronkelijke bezetting voor één fluit, twee hobo‘s, twee fagotten, twee hoorns en strijkers voegde hij nog twee klarinetten toe. Daarom bracht hij ook enkele kleine wijzigingen aan in de partijen van de twee hobo‘s. Waarom Mozart dat deed weten we eigenlijk niet. Met de gebroeders Stadler had hij immers reeds enige tijd twee klarinettisten ter beschikking, maar klarinetten waren hoe dan ook nog eerder uitzonderlijk in het orkest uit die jaren. Heden ten dage worden zowel de eerste versie zonder als de tweede met klarinetten gespeeld. Ook Mozarts keuze voor een kleine-tertstoonaard is eerder uitzonderlijk. Van de 41 symfonieën die hij schreef staan er slechts twee (nr 25 KV183, en nr 40 KV550) in een kleine-tertstoonaard, allebei overigens in g-klein. Merkwaardig is ook dat het langzame Andante van de Veertigste niet in de gebruikelijke parallelle grote-tertstoonaard van Bes-groot staat, maar in de tonaal wat minder voor de hand liggende toonaard van Es-groot. Voor de hedendaagse muziekliefhebber maakt dat al bij al weinig uit, maar
Mozart in 1789. Tekening van Doris Stock.
Mozarts tijdgenoten die het anders gewoon waren, keken er ongetwijfeld wel van op. Naar de vorm is de Veertigste Symfonie zeer klassiek van opbouw en bovendien een schoolvoorbeeld van het onvolprezen zingende Allegro, het ‘Allegro cantabile’ van Mozart. Sommige auteurs voeren wel eens aan dat het langzame Andante mogelijk het centrale deel van deze symfonie zou kunnen zijn, al was het maar omdat het met zijn langere duur duidelijk boven de andere drie delen uitsteekt.
Australian Chamber Orchestra Het Australian Chamber Orchestra, opgericht in 1975, brengt een repertoire dat zes eeuwen overspant met een ongeëvenaarde vitaliteit en virtuositeit. Hierbij richt het orkest zich niet alleen tot de meesterwerken van het klassieke repertoire, maar het heeft onder meer ook aandacht voor innovatieve cross-over kunstprojecten. De Australiër Richard Tognetti werd benoemd tot artistiek directeur en eerste violist in 1989. Onder zijn leiderschap stond het ACO reeds op het podium in wisselende gedaantes, zowel als een flexibel en veelzijdig ‘ensemble van solisten’ – op zowel moderne als authentieke instrumenten – als een klein kamerensemble, een klein symfonisch orkest, en als een electroakoestisch ensemble. Regelmatig onderneemt het ACO internationale tournees naar Azië, Europa, en de VS; het trad bijgevolg reeds op in vele prestigieuze concertgebouwen, zoals het Amsterdams Concertgebouw, Wigmore Hall in Londen, Carnegie Hall en Lincoln Center in New York, Wiener Musikverein, Symphony Hall in Brimingham en Kennedy Center in Washington. Verder onderhoudt het ACO hechte relaties met gevierde solisten, zoals Emmanuel Pahud, Steven Isserlis, Dawn Upshaw, Imogen Cooper, Christian Lindberg, Joseph Tawadros, Melvyn Tan en Pieter Wispelwey. Bovendien staat het orkest bekend voor haar samenwerking met solisten uit zeer diverse genres, zoals de zangers Tim Freedman, Neil Finn, Katie Noonan, Paul Capsis, Danny Spooner en Barry Humphries en de visuele kunstenaars Michael Leunig, Bill Henson, Shaun Tan en Jon Frank. De grote toewijding voor Australische composities resulteerde reeds in 1700 uitvoeringen van ongeveer 250 werken van 80 Australische componisten. Het ACO maakte reeds opnames voor de labels ABC Classics, Sony, Channel Classics, Hyperion, EMI en Chandos, en heeft op dit moment een opnamecontract met BIS. Zeer geprezen zijn onder andere de opnames van Bach, waarmee ze driemaal een ARIA Award in de wacht sleepten – en Vivaldi Concertos met Emmanuel Pahud. Het ACO verschijnt in de televisieseries ‘Classical Destiantions II’ en de veelvuldig bekroonde film ‘Musica Surfica’. www.aco.com.au
Australian Chamber Orchestra concertmeester & muzikale leiding Richard Tognetti viool Helena Rathbone Satu Vänskä Madeleine Boud Rebecca Chan Alice Evans Aiko Goto Mark Ingwersen Ilya Isakovich Veronique Serret altviool Christopher Moore Nicole Divall Stephen King cello Timo-Veikko Valve Melissa Barnard Julian Thompson contrabas Maxime Bibeau fluit Georges Barthel Manuel Granatiero hobo Michael Pisani Ngaire de Korte fagot Jane Gower Julien Debordes hoorn Boštjan Lipovšek Máté Hamar
Richard Tognetti De internationaal gereputeerde Australische violist, dirigent en componist Richard Tognetti studeerde aan het Sydney Conservatorium bij Alice Waten, en aan het Konservatorium Bern bij Igor Ozim. Daarna werd hij aangesteld als leider van het Australian Chamber Orchestra, waarvan hij vervolgens ook artistiek directeur werd. Hij is tevens artistiek leider van het Maribor Festival in Slovenia. Tognetti treedt zowel op met authentieke, als met moderne en elektrische instrumenten. Met zijn veelvuldige arrangementen, composities en transcripties, die wereldwijd worden uitgevoerd, leverde hij een grote bijdrage aan het kamerorkestrepertoire. Bovendien werkte hij reeds samen - als directeur en als solist - met de Händel & Haydn Society (Boston), Hong Kong Philharmonic, Camerata Salzburg,Tapiola Sinfonietta, Irish Chamber Orchestra, Orchestre Philharmonique du Luxembourg, Nordic Chamber Orchestra en de Australian Symphony Orchestras. Hij dirigeerde Mozarts ‘Mitridate’ voor het Sydney Festival en gaf de Australische première van Ligeti’s Vioolconcerto met de Sydney Symphony. Tognetti werkte reeds samen met collega’s uit verschillende kunstvormen en artistieke stijlen, zoals Joseph Tawadros, Dawn Upshaw, James Crabb, Emmanuel Pahud, Jack Thompson, Katie Noonan, Neil Finn,Tim Freedman, Paul Capsis, Bill Henson en Michael Leunig. Hij was (co-)componist van heel wat filmmuziek, zoals Peter Weirs ‘Master and Commander: The Far Side of the World’, waarvoor hij ook de vioolbegeleider was van de ster Russel Crowe. In 2005 componeerde hij mee de soundtrack voor Tom Carrolls surffilm ‘Horrorscopes’ en in 2008 crëeerde hij ‘The Red Tree’, geïnspireerd door de illustrator van Shaun Tans boek. Verder heeft hij al heel wat opnamen met het Australian Chamber Orchestra op zijn naam staan, waarvan de alom geprezen solo vioolwerken van Bach voor ABC Classics en de Dvorák en Mozart Vioolconcerto’s voor BIS. Als gepassioneerde voorvechter van muziekeducatie richtte Tognetti in 2005 de ACO’s Education and Emerging Artists programs op. Richard Togneti werd benoemd tot Officier in de Orde van Australië in 2010 en kreeg eredoctoraten toegekend van drie Australische universiteiten. Hij speelt op een 1743 Guarneri del Gesù viool, uitgeleend aan hem door een anonieme Australische mecenas.
Martin Fröst Martin Fröst, geboren in 1970 in het Zweedse Sundsvall, is één van de leidende klarinettisten van het moment. Hij ging als kind van start met vioolspelen, maar schakelde vervolgens over naar de klarinet, waarvoor hij onder andere in Stockholm en Hannover studeerde. Zijn repertoire beslaat voor een groot deel klassieke muziek, maar ook hedendaagse muziek en de zogenaamde cross-overs. Elk jaar voert hij bovendien een creatie uit. Eén van zijn bekendste projecten in Zweden is ‘No Strings Attached’, dat hij samen met de mezzosopraan Malena Emman uitvoerde. Verder zette hij enkele jaren geleden samen met de cellist Svante Henryson en pianist Poland Pöntinen het muzikale drama ‘BACH – Beyond All Clarinet History’ op poten, waarin Bach en hedendaagse muziek hand in hand gaan. Martin Fröst nam meerdere cd’s op met de klarinetconcerti van Mozart, Aho en Weber en verschillende werken voor klarinet en piano (in samenwerking met de pianist Roland Pöntinen). Hij werkte hiervoor uitsluitend samen met het label BIS. Afgelopen seizoen schitterde hij met vele gerenommeerde orkesten, zoals het Minnesota Orchestra en Los Angeles Philharmonic olv. Osmo Vänska, Cincinnati Symphony Orchestra olv. Paavo Järvi, en NHK Symphony Orchestra olv. Sir Neville Marriner. Bovendien ging hij in 2010/2011 een samenwerking aan met de Kölner Philharmonie, waarmee hij onder meer ‘Double Points’ met de violiste Janine Jansen bracht – in première gegaan in het Amsterdams Concertgebouw met de choreografie van Emio Greco en Pieter C. Scholten. Dit seizoen concerteert Fröst in de Wigmore Hall in Londen, in het Concertgebouw Amsterdam, de Laeiszhalle in Hamburg en het Konzerthaus Wien alsook op de festivals van Ojai en Verbier. Hij werkt samen met musici als Janine Jansen, Leif Ove Andsnes, Maxim Rysanov, Thorleif Thedeen en Roland Pöntinen. Martin Fröst is de artistieke directeur van het Vinterfest in Mora, Zweden, en van het International Chamber Music Festival in Stavanger, Noorwegen. Zopas is zijn cd ‘Dances to a Black Pipe’ verschenen met werken van Copland, Brahms, Lutoslawski en Piazzolla met het Australian Chamber Orchestra. www.martinfrost.se
Binnenkort in deSingel
Clair-Obscur Saxophonquartett Jan Schulte-Bunert sopraansax Maike Krullmann altsax Christoph Enzel tenorsax Kathi Wagner baritonsax G Ligeti Six Bagatelles J S Bach Selectie uit ‘Die Kunst der Fuge’ M Ravel Le Tombeau de Couperin P Glass Mishima C Saint-Saëns Le Carnaval des Animaux
© Boris Streubel
wo 7 dec 2011 blauwe zaal / 20 uur inleiding Bernard De Graef / 19.15 uur / blauwe foyer € 22, € 18 basis € 18, € 14 -25/65+ € 8
architectuur theater dans muziek
WWW.DESINGEL.BE
T +32 (0)3 248 28 28 DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN
WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors