2010-2011
blauwe zaal grote podia
ANA MOURA & NEDERLANDS BLAZERS ENSEMBLE ZA 22 JAN 2011
2010-2011 CROSSOVER RICHARD THOMPSON & MUSICIANS OF THE GLOBE OLV. PHILIP PICKETT ZA 27 NOV 2010 FRANK VANDENBROUCKE & LOD & B’ROCK ZA 15 JAN 2011 ANA MOURA & NEDERLANDS BLAZERS ENSEMBLE ZA 22 JAN 2011 FERRAN & JORDI SAVALL WO 6 APRIL 2011 JEAN-GUIHEN QUEYRAS & KEYVAN & BIJAN CHEMIRANI ZO 29 MEI 2011
inleiding Piet Van Bockstal in gesprek met Bart Schneemann 19.15 uur / blauwe zaal begin 20.00 uur einde omstreeks 21.15 uur er is geen pauze teksten programmaboekje Piet Van Bockstal & NBE coördinatie programmaboekje deSingel
NEDERLANDS BLAZERS ENSEMBLE Ana Moura zang Bernardo Couto Portugese gitaar VAN DE WEEMOED EN DE TROOST Met bewerkingen van fado’s en van traditionele Portugese muziek en nieuwe composities van Luis Soldado, Luis Antunes Pena, Guillermo Lago en Rafael Fraga.
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Nederlands Blazers Ensemble
ANA MOURA & NEDERLANDS BLAZERS ENSEMBLE Vanavond sluiten we ons op in de intieme, rokerige sfeer van de fado. Kan dat wel, hier in deze zaal, deze bijna ‘sacrale’ plaats voor ernstige muziek sinds zovele jaren? Staat fado niet eerder voor grauwe kroegjes in de Bairro Alto-wijk in Lissabon waar dames en heren op leeftijd, zuinig nippend aan glaasjes port en alle Europese rookverboden aan hun laars lappend, begeleid door bureaucratisch aandoende gitaristen hun ‘levenslied’ vertolken, doordrenkt van dat mysterieuze en onvertaalbare ‘saudadegevoel’? Puur kan je mijn eerste contacten met fado moeilijk noemen: een twintigtal jaar terug lag er steevast één cd-tje bovenaan de stapel, ‘Dialogues’, een plaat met gitarist Carlos Paredes (zoon van Artur Paredes, een beroemd gitarist en begeleider van Fadista’s uit Coimbra) in confrontatie met jazz-allroundman én bassist Charlie Haden. Het zijn schitterende mijmeringen, meanderend tussen Portugese gitaar en contrabas die alleen al door de keuze voor deze instrumenten melancholische diepgang krijgen. Deze muziek heeft niets wezenlijk gemeenschappelijk met fado, wat niet wegneemt dat de emotionele drive van de gebrachte stukken perfect die zo typische weemoedige en weerbarstige ‘Lissabon’ sfeer vat. Tweede aanknopingspunt van de avond is Fernando Pessoa; geen dichter heeft minder met fado te maken dan deze ‘oer’-Portugees en nochtans heeft hij als geen ander het fenomeen fado in woorden vervat (met dank aan Dirk Lambrechts en zijn schitterend boek ‘Fado, De tranen van de Taag’). Er zijn ziekten erger dan ziekten; er zijn pijnen die geen pijn doen, niet eens in de ziel, maar die erger zijn dan elke andere pijn. Van wat nooit was en niet kan zijn En alles is. Geef me nog een glas wijn want het leven is niets.
Fado als Portugees levenslied Vooraleer de fans van Eddy Wally, Guido Belcanto en tutti quanti nu enthousiast rechtveren: fado is daarnaast ook een hooggewaardeerde zangkunst, vroeger vooral in armoedige omstandigheden gebracht. Tegenwoordig wordt een en ander erkend als zangkunst en de plaatsen waar het gebracht wordt, zijn dan ook allesbehalve armoedig: restaurants voorzien van alle comfort met excellent eten en dito wijnen. De klassieke uitvoering van de fado gebeurt normaal gezien door de fadista (zanger m/v) begeleid door guitarra (Portugese gitaar), viola (klassieke gitaar) en bas (staande of basgitaar). Dat de jonge fadista Ana Moura hier vanavond op het podium staat begeleid door het Nederlands Blazers Ensemble, zal wellicht door echte fado-puristen als pure blasfemie aanzien worden. Nochtans hebben jonge fadista’s zoals Misia, Mariza en Cristina Branco reeds een hele tijd de deur opengezet voor hedendaagse en populaire vormen van fado. Meer nog: zelfs een groep als Madredeus heeft intentioneel meegewerkt aan de internationale revival van fado die zich situeert aan het einde van de jaren negentig. Aangezien programma’s met fado nogal eens durven variëren en je eigenlijk nooit goed op voorhand weet wat er juist gebracht gaat worden, kan je moeilijk een analyse brengen van de gebrachte stukken en is het ongetwijfeld interessanter het kader te schetsen waarin deze aantrekkelijke muziekvorm ontstond. Over het ontstaan van fado wordt op zijn zachtst gezegd nogal wild gedaan. Eminente musicologen en historici buitelen elkaar voor de voeten om de meest originele ontstaansgeschiedenissen te serveren. Enkele van die wilde verhalen situeren een en ander reeds in de achtste eeuw na Christus tijdens de Arabische overheersing. Nochtans wordt historisch pas een en ander duidelijk bij het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende. Portugal had toen al zijn glorietijden beleefd dankzij de ontdekkingsreizigers die de toenmalig gekende wereldkaart opentrokken naar de overzeese gebieden om ze als rijke kolonies te binden aan het vaderland. Het is dan ook maar een kleine stap meer om fado te begrijpen als een samengaan van Europese en Portugese elementen met veel invloed vanuit de kolonies (waaronder zeker Brazilië een belangrijke rol speelde). Nog dieper in de negentiende eeuw lokte de algemene industrialisatie massa’s mensen van het platteland naar de stad. Van een weliswaar verpauperd maar toch sociaal beschermend weefsel als de dorpsgemeenschap kwam men hier van de een op de andere dag in de meest rauwe omstandigheden aan. De ‘Struggle for Life’ werd hier wel letterlijk beleden en het grauwe leven naast de onmenselijke werkomstandigheden bood maar weinig vertier.
Ana Moura
Hier lag embryonaal de grondslag voor een nieuw genre waarin poëtische uitingen naast echte volksliederen het humus vormden van de volkse fado in wijken zoals Mouraria en Barrio Alto. Dit was zeker nog niet de fado zoals we die vandaag kennen maar het samenhorigheidsgevoel dat hiermee gepaard ging, zorgde voor verbondenheid bij deze ontheemden. De grootste legende uit die tijd was Maria Severa Onofriana; zij groeide uit tot de ‘Madonna van Mouraria’, een vrouw met een sterke wil, een kettingrookster ook die zich niet aan banden wou laten leggen maar met haar rauwe stem zelfs de meest ongevoelige ziel kon ontdooien. Haar verhouding met de Markies van Vimiosi ( uit het pure establishment, stel je voor!), katapulteerde haar voor altijd de onsterfelijke roem in… zelfs de Markies (die volgens de overleving toch een gematigd persoon was) slaagde er niet in deze vrouw te ‘temmen’. Bij haar dood in 1846 was haar roem zo groot dat de jonge fadowereld volledig in rouw gewikkeld was. In 1850 verscheen de ‘Fado da Severa’, een levenslied dat haar lot bezong en nu nog steeds een veelgebruikte tekst is bij hedendaagse fado-uitvoeringen. Fado werd in die tijd geassocieerd met landloperij, prostitutie, kroegen… kortom : de verpauperde kant van de maatschappij. Het zou duren tot in de prille twintigste eeuw vooraleer de stijl respectabel zou worden: ook dichters (Pessoa!) en intellectuelen kregen aandacht voor deze muziek. ‘Les années folles’ (of de jaren twintig) die in diverse Europese hoofdsteden verwoed huis hielden, spaarden ook Lissabon niet: waar in Parijs en Berlijn op tango,foxtrot en jazz gedanst werd, lieten de Portugezen zich niet onbetuigd op hun fado. Toen kwam het jaar 1932: Antonio de Oliveira Salazar greep de macht en vestigde de Estado Novo, een vermomde burgerdictatuur. Ondanks strenge censuur, ook toegepast op fadoteksten, beschouwde Salazar deze muziek toch als de ultieme uidrukking van de Portugese volksziel en werd het volk onder de knoet gehouden met de ‘drie f’s’: futebol, Fatima (de macht van de kerk was aanzienlijk!) en fado. Fado werd streng gecontroleerd (iedere fadista kreeg een beroepskaart) en het genre werd gekanaliseerd en van bovenaf gestuurd om het ‘nieuwe Portugal’ te promoten. De kerkers en folterkamers van de PIDE (geheime politie) waren afschrikwekkend genoeg om ook de meest fervente fadista’s in de pas te laten lopen. Nu nog wordt er gediscussieerd over wie er al dan niet ‘fout’ was in die periode. Dat lot viel ook de grootste en bekendste fadista van de twintigste eeuw te beurt: Amália Rodrigues. Zij werd beschuldigd van meeheulen met de dictatuur; later zou echter blijken dat ze jarenlang de verboden communistische partij steunde. De bloeiperiode van de fado bleef echter aanhouden tot begin jaren zeventig: het Coliseu van Lissabon werd jaarlijks de pleisterplaats voor grote fado-nachten die duizenden mensen trokken. Bij de Anjerrevolutie in 1974 die de politieke bevrijding van Portugal inluidde, werden de fadista’s vaak geassocieerd met de dictatuur. Het verval van
het muzikale genre werd daardoor versneld ingezet. Het is pas in de late negentiger jaren (waarmee de cirkel rond is) dat een hele nieuwe generatie jonge en onbesproken fadista’s het voortouw namen in een nieuwe en dynamische heropleving van de fado. Ana Moura, de jongste fadista ooit (26 jaar!) die genomineerd werd voor een Edison Award, zal vanavond deze heropleving symboliseren. Ze gaat daarbij terug in de tijd, zoekend naar de roots van de fado maar evengoed alert inspelend op de hedendaagse trends met nieuwe composities van Rafael Fraga, Rao Kiao en Carlos Marecos, steeds zoekend naar de ‘saudade’ van Portugal. © Piet Van Bockstal
Golfslag van het leven, spiegel van de ziel
gaf de nationale trots de genadeklap, en na de onafhankelijkheidverklaring van Brazilië in 1822 volgde ruim honderd jaar van politieke instabiliteit. Het regime van António de Oliveira Salazar, dat van 1932 tot 1968 duurde, behoedde Portugal voor de algehele ontsporing, maar wel broeide er onvrede over de armoede, de repressie van de geheime politie en de koloniale oorlogen, met de geweldloze Anjerrevolutie van 1974 als gevolg. Sindsdien streeft Portugal naar welvaart en vrijheid, met de dekolonisatie als zelfreinigend proces en het toerisme als nieuwe bron van inkomsten.
Portugese zee O zee van tranen, o zoute zee Hoe vervuld zijn je golven van Portugals wee! Hoeveel moeders hebben om de oversteek geleden Hoeveel zonen hebben tevergeefs gebeden! Hoeveel bruiden die nimmer trouwden, O zee, om jou voor ons te behouden. Was dit het waard? Alles heeft waarde Zolang de ziel zich geen grootheid bespaarde Wie Bojador voorbij wil varen Moet zich wagen voorbij de pijn. God gaf de zee haar diepte en gevaren Maar liet haar de spiegel der hemelen zijn. Fernando Pessoa (1888-1935) (vertaling: Erik van Achter) Ooit kende Portugal, land van traagheid, weemoed en verbrokkelde façades, een glorieuze tijd. Even leek het er zelfs op dat de Portugezen alleenheersers waren over de wereldzeeën. Met het trotseren van de gevreesde Kaap Bojador, een schiereiland ten zuiden van de Canarische Eilanden, baanden Portugese zeevaarders zich in 1434 een weg rond Afrika naar het Oosten. Daar was tomeloos veel moed voor nodig, want tot die tijd dacht men dat achter de kaap de afgrond van de aarde wachtte, waar zeemonsters zich tegoed deden aan roekeloze zeelieden en de zon de schepen verbrandde tot as. Toch overwon de honger naar avontuur, goederen en slaven het van de doodsangst. Dat leverde Portugal tal van handelsposten en koloniën op, met als bekendste Brazilië, de Kaapverdische eilanden, Angola, Mozambique, Macau en Goa. Het grote geld lag binnen handbereik, Portugals roem leek onsterfelijk. Toch liep het anders. Aan het einde van de zestiende eeuw was Portugal verworden tot een marionet van Spanje, Portugese handelsgebieden waren het doelwit geworden van Nederlandse en Engelse zeevaarders. Een desastreuze aardbeving in 1755, waarbij heel Lissabon werd verwoest,
Pijn + troost = saudade Op deze eeuwenlange golfslag van glorie, aftakeling, onderdrukking en hoop, dobbert de fado, het lijflied van iedere rechtgeaarde Portugees. In de oude wijken van Lissabon ontstonden liederen die mondeling werden doorgegeven en die tot op heden worden gekoesterd in fadohuizen en in fadocompetities. Verdriet om verloren zeevarende geliefden, verlangen van ontwortelde immigranten, frustratie om verloren roem en knagende armoede vormen de bittere bodem waarop talloze zoete melodieën wortel hebben geschoten. En er komen nog steeds nieuwe bij. In de fado vloeien pijn en troost samen in een gemoedstoestand die de Portugesen aanduiden als saudade. Fernando Pessoa, Portugals grootste dichter, verwoorde de saudade eens heel treffend zonder haar direct bij de naam te noemen: “O hervonden smart, vroeger Lissabon van nu! Ge geeft me niets, ontneemt me niets, ge zijt niets dat ik mij voelen kan.” En dat is waar het in de fado precies om gaat: dat men zichzelf kan voelen. Fadozangeres Celeste Rodrigues, de inmiddels 88-jarige zus van de in 1999 overleden wereldberoemde Amália Rodrigues, zei enige jaren terug in een interview met ondergetekende: “De fado gaat over de goede en de slechte dingen van het leven. We moeten leren omgaan met beiden, want ook het geluk moet je leren dragen.” Deze uitspraak kwam voort uit haar ergernis over hoe tegenwoordig de fado aan het grote publiek wordt gepresenteerd; steeds meer ‘exportfadista’s’ benadrukken naar haar smaak teveel de dramatische en fatalistische kant van de fado: “Een simplistische en valse voorstelling van zaken, goed voor de commercie, maar slecht voor de ziel.” De jonge fadozangeres Ana Moura is te beschouwen als een welkome uitzondering binnen deze ontwikkeling. Haar bejegening van de fado is volstrekt natuurlijk, zij zingt zonder effectbejag en recht vanuit het hart. In haar tekst- en liedkeuze houden licht- en schaduwkanten elkaar mooi in balans. Tel daarbij haar flexibele muzikaliteit - zo zong ze in 2009 in ‘The book of disquiet’, een opera van de Nederlandse componist Michel van der Aa op teksten van Fernando Pessoa - en het is niet verwonderlijk dat het NBE de keuze juist op haar heeft laten vallen.
Fado’s over de golfslag van het leven en over de zee als spiegel van de menselijke ziel krijgen in dit programma een bijzonder koloriet en een extra dimensie. Op verzoek van het NBE maakten Luis Soldado, Luis Antunes Pena, Guillermo Lago en Rafael Fraga bewerkingen van fado’s en van traditionele Portugese muziek. Ook schreven zij nieuwe composities waarbij zij zich lieten inspireren door de traditie. Geen van hen woont en werkt nu nog in Portugal. Hun gevoel van heimwee en saudade vaart daar ongetwijfeld wel bij. De muziek dus ook. © Saskia Törnqvist (met dank aan NBE)
O Fado Da Tormenta Que jaz no abismo sob o mar que se ergue? Nós, Portugal, o pode ser. Que inquietação do fundo nos soergue? O desejar poder querer. Isto, e o mistério de que a noite é o fausto... Mas súbito, onde o vento ruge, O relâmpago, farol de Deus, um hausto Brilha, e o mar scuro struge. What lies in the undersea abyss, struggling to arise? We, Portugal, the latency of being. What disquiet ot the deep lifts us slowly up? The yearning to be able to love. This and the mistery in the panoply of night... But then a sudden wind comes roaring, There’s a flash, God’s beacon, a whirlpool Lighting up, and the dark sea pounds. © Willem van Merwijk
Ana Moura Ana Moura (°1979) werd geboren in Santarem en groeide op in een muzikale familie met Portugees-Angolese roots. Op aandringen van vrienden besloot ze te gaan optreden in fadohuizen waar zij werd ontdekt door Jorge Fernando, een van de grootse fado producers uit Portugal. Hij was niet alleen de vaste gitarist van de legendarische Amália Rodrigues, maar is tot op de dag van vandaag de meest gezongen fado-auteur in Portugal. De ontmoeting met Jorge leidde tot een aanstelling in Sr. Vinho, het meest prestigieuze fadohuis van Portugal, waar Ana de kans kreeg haar stem te ontwikkelen door iedere avond in een kleine onversterkte setting op te treden. Deze leerschool, die zij samen met haar muzikale bondgenoot Jorge Fernando doorliep, was het begin van de glansrijke carrière van Ana Moura. In 2003 bracht Ana Moura haar eerste album ‘Guarde-me a Vida na Mao’ uit. De track ‘Sou do Fado sou fadista’ werd een Portugese klassieker. In dat jaar begon zij aan haar eerste tournee buiten Portugal, die in Het Concertgebouw Amsterdam van start ging. Het album ‘Aconteceu’ verscheen in 2004 en leverde Ana Moura een nominatie op voor een Nederlandse Edison Award. In datzelfde jaar stond ze als eerste jonge Portugese fadista in een uitverkocht Carnegy Hall in New York. Ook in de internationale muziek-scène blijft Ana’s populariteit groeien. In augustus 2006 nam Ana deel aan het Rolling Stones Project van Tim Riese, de saxofonist van de Rolling Stones. In juli 2007 zong Ana Moura samen met Mick Jagger het nummer ‘No expectations’ gedurende een uitverkocht concert van de Rolling Stones in het stadium Alvalade in Lissabon. Haar vierde album ‘Para Além da Saudade’ (Voorbij het verlangen) verscheen in 2007. Op dit album zijn teksten te vinden van onder andere Jorge Fernando, Fernando Pessoa en Amélia Muge. Het nummer ‘Os Búzios’, geschreven door Jorge Fernando werd een regelrechte hit in Portugal. Het album ‘Para Além da Saudade’ werd dubbel platina in Portugal. Daarnaast ontving ze de Amália Award van de Amália Rodrigues Stichting voor haar bijdrage aan het Portugese levenslied. Het succesverhaal gaat nog even door, want haar vijfde album ‘Leva-me aos Fados’ (2009) werd een gouden plaat en behaalde vervolgens ook de platina status. Inmiddels toert Ana Moura de wereld rond met optredens in Amerika, Azië en Australië. In 2010 werd zij bekroond met een Portugese Grammy voor beste artiest in de categorie muziek.
Nederlands Blazers Ensemble Gezamenlijke bezieling en honger naar avontuur drijft de muzikanten van het Nederlands Blazers Ensemble tot het maken van theatrale muziekprogramma’s die zelden onder één muzikale noemer te vangen zijn. Het NBE speelt muziek van alle soorten, maten en tijden die de zinnen en verbeelding prikkelt en presenteert zich op een manier waar de energie en het speelplezier vanaf spat. Veel van het eigentijdse repertoire wordt in opdracht van het NBE geschreven. De meer dan twintig topmusici treden circa zestig keer per jaar op. Ze reizen met elkaar en met gasten uit vele windstreken en culturen vanuit Amsterdam naar kleine en grote podia in binnen- en buitenland. Tijdens internationale tournees staan steden als Praag, Keulen, Beiroet en Parijs op het programma. Het NBE wordt regelmatig uitgenodigd voor bijzondere gelegenheden, zoals bij de wederopbouw van het conservatorium in Sarajevo. Met masterclasses, workshops en concerten steunde het NBE de opleiding, samen met ‘Musicians without Borders’. Tevens trad het ensemble op tijdens staatsbezoeken in India, Thailand en Turkije, en was het te gast in de fameuze PROMS serie in de Royal Albert Hall in Londen. De verbinding met jongeren, scholieren, amateurs en jonge componisten is het NBE op het lijf geschreven. Met de compositiewedstrijd ‘Op weg naar het Nieuwjaarsconcert!’, de Familieconcerten en het educatieve project ‘Het Half Uur ‘biedt het NBE een open podium voor talenten van de jonge generatie. Het jongNBE is de kweekvijver voor het NBE met topstudenten van Nederlandse conservatoria en net afgestudeerden. Het NBE maakte opnamen voor Philips en Chandos. Op het eigen cd label NBELIVE brengt het ensemble per jaar vier tot vijf live opnamen uit. De cd ‘Gran Partita’ werd in 2007 bekroond met de Edison Publieksprijs. Inmiddels zijn op NBELIVE meer dan 30 cd’s en dvd’s verschenen. www.nbe.nl
binnenkort in desingel piano
MARC-ANDRÉ HAMELIN piano A Berg Sonate, opus 1 F Liszt Sonate in b C Debussy Selectie uit ‘Préludes, Deuxième Livre’ M-A Hamelin Selectie uit ‘Twelve Etudes in all the minor Keys’
© Nina Large
do 27 jan 2011 20 uur / blauwe zaal inleiding Tom Janssens 19.15 uur / blauwe foyer €20, €16 basis €16, €12 -25/65+ €8 -19 jaar
2010-2011 architectuur theater dans muziek
deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be
[email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors