2008-2009 BLAUWE ZAAL
Dave Douglas 3 wo 22 okt 2008
2008-2009 / Jazz za 6 sep 2008 Openingsconcert Free Music Festival wo 22 okt 2008 Dave Douglas 3 wo 29 okt 2008 Marc Ribot Trio do 20 nov 2008 Brussels Jazz Orchestra & Richard Galliano vr 6 mrt 2009 Duo Rava - Bollani wo 18 mrt 2009 Trio Mahanthappa-Dresser-Hemingway wo 27 mei 2009 Fly
inleiding door Hugo De Craen, 19.15 uur, foyer de kunsthaven begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.50 uur teksten programmaboekje Didier Wijnants coördinatie programmaboekje deSingel
Dave Douglas 3
Dave Douglas trompet Mark Feldman viool Scott Colley contrabas
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be
foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket
Dave Douglas, teambuilder van beroep Juni 1993: de Gentse Vooruit presenteert een ambitieuze maar niet helemaal geslaagde avond rond de New Yorkse Knitting Factory met de toen uit het niets opgestane Charles Gayle en met flauwe grappenmaker Roy Nathanson. De verrassing van de avond kwam van New and Used, een kwintet met Andy Laster, Tom Rainey, Kermit Driscoll, Mark Feldman en Dave Douglas. Ze brachten een heel interessante evenwichtsoefening op de grenzen van folk, jazz en klassieke muziek, in die tijd nog een ongebruikelijke oefening. Hier was duidelijk een sterk team aan het werk zonder uitgesproken leider. Bijna een jaar later stond de trompettist van het gezelschap opnieuw in Gent, deze keer aan de zijde van pianist Myra Melford. Geplaagd door een wankele klankbalans had Melford een beetje moeite om haar groep vooruit te stuwen, en ze liet het initiatief snel over aan haar secondanten Marty Ehrlich en Dave Douglas. In de krant stond achteraf: “Vooral Douglas blonk uit in bescheiden klasse. Met een goed oog voor detail en afwerking bouwde hij ijzersterke bruggen. Dit is het verschil tussen kunde en kunst, tussen schittering van de eigen solo en de magie van de gezamenlijke improvisatie. (...) Een naam om te onthouden.” Dave Douglas was toen 31, zowat de leeftijd waarop de beste jazzmuzikanten na een eerste rijpingsproces langzaam uit de schaduw treden. Vijftien jaar later wordt hij in het Franse jazzmagazine Jazzman omschreven als een centrale figuur in de actuele jazz, een van de belangrijkste jazzmusici uit het post-fusiontijdperk. Een dienaar Zijn ster is vanaf midden 1994 natuurlijk snel beginnen groeien via de eerste tournees en plaatopnamen van het verbluffende kwartet Masada van John Zorn. Na de doortocht in Gent en Brussel schreef De Morgen toen: “Noem de confrontatie Zorn-Douglas zonder aarzelen een van de spannendste jazzgebeurtenissen van de laatste jaren, intensieve muzikale communicatie van grote klasse.” Toch is het nuttig om Douglas uit te horen over zijn rol bij Zorn. Douglas in Jazzman: “Binnen Masada (...) is mijn eerste opdracht John gelukkig maken. Ten tweede moet ik, zoals in een puzzel, mijn bijdrage perfect afstemmen op de andere drie muzikanten. Als Greg Cohen de harmonie wijzigt, dan hoor ik dat en moet ik erop reageren. Idem met de percussieinterventies van Joey Baron. John Zorn heeft dan weer een erg persoonlijke manier om daarop in te spelen; vaak speelt hij net iets Dave Douglas © Jimmy Katz
te hoog of net iets te laag, dat varieert. Of dat nu de bedoeling is of niet, het is in elk geval heel expressief. Maar het gevolg is dat ik me ongeveer halfweg positioneer tussen de saxofoon en de contrabas om ervoor te zorgen dat de saxofoon op een heel natuurlijke manier past in een coherent geheel. Iedereen doet een kleine aanpassing zodat het collectief samen vooruitgaat.” Douglas als dienaar, dat typeert hem sterk. Nog zaaien Die houding heeft hij aangeleerd in het leven. Neem het jaar 1984. Douglas was 21 en had een jaar Berklee School echter de rug waar hij het advies kreeg om te stoppen met trompet. Gelukkig was hij nuchter genoeg om dat niet te doen en verder te studeren aan het New England Conservatory bij John McNeil. En dan kwam de vraag: wat nu? Douglas besloot om een jaar zelfstudie in te lassen. Met zijn toenmalige vriendin, een pianiste, maakte hij demobandjes die hij verstuurde naar hotels overal ter wereld. Of ze daar niet konden werken als muzikanten in de cocktailbar. Ze kregen een job op Itaparica, een eiland voor de kust van Brazilië. Ze speelden alle avonden en overdag werkte Douglas aan zijn trompettechniek en maakte hij transcripties van solo’s van Wayne Shorter. Met andere woorden: Douglas vond het nog veel te vroeg om te oogsten, hij wilde eerst nog zaaien. Zaaien deed hij ook op de baan in 1986 met het orkest van Horace Silver. Dat orkest speelde misschien niet zijn favoriete muziek, maar hij leerde er wel professioneel omgaan met de verwachtingen van een groepsleider, collega’s, het publiek, een organisator. Hij leerde er ook dat het leven op tournee een helse karwei is: alle dagen reizen en ’s avonds fris en monter op het podium staan, dat is een opgave. Luisteren, analyseren, bouwen Dave Douglas staat dus van nature bescheiden in het leven en het werk. Zoals hij zijn rol bij Masada ziet, zo zie je hem ook elders functioneren. Altijd aandachtig luisteren, altijd inpikken op de wendingen van collega’s, altijd alert zijn om een gehoorde klank verder te kneden. Het is soms een feest om hem van dichtbij bezig te zien, de oren gespitst, de ogen speurend. Maar ook naast het podium is Douglas een echte luisteraar. Hij luistert veel en heel aandachtig naar muziek van anderen. Dat is niet zo gebruikelijk in de jazzwereld. Veel jazzmuzikanten doen dat tijdens hun studies, maar stoppen ermee van zodra ze zelf veel op tournee gaan. Douglas niet. Je kunt hem aan de lastigste blinddoektest onderwerpen, hij zal dat feilloos doen en haarfijn uileggen wat hem in de aangeboden muziek fascineert. Daarom verbaast het niet dat Douglas regelmatig projecten opzet om hulde te brengen aan muzikanten die hij bewondert. Hij bracht hommages aan onder anderen Wayne Shorter, Booker Little, Thelonious Monk,
Woody Shaw en Mary Lou Williams. Maar in die tributeprojecten speelt hij nauwelijks de bestaande composities. Meestal schrijft hij zelf nieuw materiaal, deels gebaseerd op fragmenten van bestaande stukken. Hij luistert naar de muziek en analyseert die om de werking ervan te doorgronden. Hij isoleert de specifieke ingrediënten en karakteristieke bouwstenen van de muziek en gaat daarmee aan de slag voor een volstrekt nieuw arrangement of gewoon een nieuwe compositie. Uitdiepen Hij zal overigens nooit een noot op papier zetten zonder te weten voor welke muzikanten het is. In die zin gaat hij Ellingtoniaans te werk. De karakters in de groep zijn de belangrijkste parameters in het hoofd van de componist. En hij heeft nogal wat working bands bijeen gebracht: het kwintet Parallel Worlds, het Tiny Bell Trio, het octet Sanctuary, het kwartet Charms of the Night Sky, het sextet Keystone, het Magic Circle Trio en het Dave Douglas Quartet, Quintet en Sextet. Met al die groepen maakte hij specifieke projecten met een heel eigen karakter. Ze hebben allemaal een sterke Douglas-signatuur en toch zijn ze erg uiteenlopend. Soms is het zelfs nauwelijks te geloven dat hun muziek door één man werd bedacht, omdat de groepsleden zo belangrijk zijn in de genese van het werk. Douglas in Jazzman: “Ik kijk naar de totale persoonlijkheid van elke muzikant. Ik kijk of hij luistert, of hij open staat voor anderen, ik wil zeker zijn dat er een maximale interactie is binnen de groep. Ik moet ook zelf met hem ideeën kunnen uitwisselen, echt samenwerken. En tenslotte, misschien het belangrijkste: ik schrijf nieuwe muziek en ik ben dus nooit op zoek naar mensen omwille van een of andere vaardigheid of kennis. Dat is delicaat en complex, want ik moet altijd uitgaan van een potentieel. Dat geldt voor de combinatie van de verschillende groepsleden én voor de individuele kwaliteiten van elke muzikant. Terwijl ik componeer denk ik aan hen en dat betekent dat ik suggesties op papier zet waarvan ik denk dat we ze samen kunnen uitdiepen.” Dave Douglas, teambuilder van beroep.
Mark Feldman
Scott Colley
De Amerikaanse trompettist Dave Douglas (°1963) speelde samen met de belangrijkste artiesten van de jazz en de geïmproviseerde muziek: John Zorn, Joe Lovano, Bill Frisell, Don Byron, Steve Lacy, Fred Hersch, Anthony Braxton, Tom Waits, Han Bennink, Misha Mengelberg, Chris Potter, Uri Caine, Marc Ribot, Marty Ehrlich en vele anderen. Sinds 1993 heeft Dave Douglas 21 albums met eigen muziek uitgebracht en verleende hij zijn medewerking aan meer dan 100 opnamen. Van 1991 tot 2003 leidde hij het Tiny Bell Trio met drummer Jim Black en gitarist Brad Shepik, waarmee hij een mengeling speelde van jazz en Balkanmuziek. Sinds 1993 maakt Douglas deel uit van het Masada Quartet van John Zorn. In 2003 zette hij een reeks gedichten van Samuel Beckett, Adrienne Rich, Gwendolyn Brooks en Stanley Kunitz op muziek voor zanger/pianist Andy Bey. Deze muziek ging in première in de Village Vanguard. Sinds 2003 is Douglas artistiek directeur van de Banff International Workshop in Jazz and Creative Music. Hier zette hij samenwerkingen en masterclasses op poten met Bill Frisell, John Abercrombie, Jason Moran, Louis Sclavis e.a. In 2002 lag hij mee aan de basis van een nieuw jaarlijks Festival of New Trumpet Music in New York, helemaal gewijd aan een zo breed mogelijk spectrum van nieuwe muziek voor en door trompettisten. Douglas schreef drie werken voor orkest, twee ervan werden gecreëerd door het WDR Orchester Köln in 2002 en een derde compositie ging in première in Birmingham in 2006 met het Birmingham Contemporary Music Group. Hij componeerde tevens een blaaskwintet, een strijktrio, een vioolsonate en een septet. www.davedouglas.com Voordat violist Mark Feldman (°1955) in 1986 naar New York verhuisde, woonde hij in Nashville Tennessee, waar hij meespeelde in ensembles die country western zangers als Loretta Lynn en Ray Price begeleidden. Eens in New York raakte hij in de jazzscene verzeild en speelde hij aan de zijde van Kenny Wheeler, John Taylor, Lee Konitz, Joe Lovano, Richard Galliano, Louis Sclavis, Uri Caine en vele anderen. Momenteel is Feldman lid van het John Abercrombie Quartet. In 2002 speelde hij de wereldpremière van het Vioolconcerto van Guus Janssen als solist met het Radio Philharmonisch Orkest op de Nederlandse Muziek Dagen. In hetzelfde jaar creëerde hij het Concerto voor viool en jazz orkest van Bill Dobins met het WDR Jazz Orchester in het Konzerthaus van Wenen. In 2006 was hij solist in de wereldcreatie van het Tweede Vioolconcerto van Jay Weigal met leden van het Louisiana Philharmonic Orchestra in het New Orleans Cultural Arts Center. Mark Feldman nam alle strijkkwartetten van John Zorn op. Zorn nodigde hem uit voor talloze concerten en opnamen met het Massada String Trio, Bar Kakhba, filmsoundtracks e.a. Feldman is als solist te horen op meer dan 150 jazzalbums, waaronder ook zijn eigen cd’s ‘Music for Violin Alone’ en ‘What Exit’. Als componist kreeg hij opdrachten van het WDR Orchester Köln en het Kronos Quartet. In het commerciële circuit werkte hij als
studiomuzikant voor Cheryl Crow, The Manhattan Transfer, Diana Ross en Carol King. www.markfeldmanviolin.com Scott Colley (°1963) begon op zijn elfde met contrabas. Later studeerde hij onder meer aan de California Institute for the Arts en volgde privélessen bij zijn grote voorbeeld Charlie Haden en bij de klassieke bassist Fred Tinsley van de Los Angeles Philharmonic. In 1986 begon Colley samen te werken met jazzzangeres Carmen McRae. Hij werd tevens gevraagd op tournee te gaan met Dizzy Gillespie, Clifford Jordan, Roy Hargrove en Art Farmer. Van 1991 tot 1995 speelde hij in bands met John Scofield, James Newton, Joe Henderson, Billy Hart en Phil Woods. Van 1996 tot 1998 was hij erbij op de succesvolle ‘Grand Slam’ tournee met Joe Lovano, Jim Hall en Yoron Israel en speelde ook in een band met Toots Thielemans, Bobby Hutcherson, Billy Hart en Kenny Werner. Daarop volgden nog optredens en opnamen in trio met Ravi Coltrane en Al Forster, in duo met Jim Hall, in kwartetten geleid door Chris Potter, Renee Rosnes en Bob Berg en in sextet met Andrew Hill. De voorbije jaren toerde hij veel rond met het trio van Herbie Hancock. www.scottcolley.com
binnenkort in desingel
Marc Ribot Trio Marc Ribot gitaar Henry Grimes contrabas Chad Taylor drums
wo 29 okt 2008 / 20 uur / blauwe zaal inleiding Hugo De Craen / 19.15 uur / foyer de kunsthaven €20 basis / €15 -25/65+ / €8 -19 jaar
De kunstcampus groeit + 12.000 m2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Artesis Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen.
Permanente toelichting vestiaire deSingel wo>zo/14>18 uur & aansluitend bij voorstellingen/concerten
2008-2009 architectuur theater dans muziek deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be
[email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors