DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S20-35 Datum uitspraak: 23 oktober 2013 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies in het geschil tussen: G.J. Muller en R.A. Muller-van Oeveren te Ede, verder te noemen: Muller, tegen: M. Bogers te Ede, verder te noemen Bogers, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie december 2012 te laten beslechten. De vordering van Muller is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Bogers opgenomen. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 7 oktober 2013, welke is gehouden te Ede. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze
procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij waren tevens aanwezig ing. T. van Kuijk en R. van den Brink als deskundigen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundigen hebben mondeling verslag uitgebracht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Muller huurt van Woningcorporatie Woonstede de woning met aanhorigheden staande en gelegen te Ede aan de Derk Wiggersstraat 26. Bogers huurt van Woningcorporatie Woonstede de naastliggende woning met aanhorigheden op nummer 24. Beide huurwoningen zijn met een aantal andere huurwoningen gelegen op één ongedeeld kadastraal perceel, bekend als gemeente Ede sectie D nummer 3590. 2. Aan de voorzijde van hun woning delen partijen vanaf hun aangrenzende dakgoten een gezamenlijke hemelwaterafvoer, die op het riool is aangesloten. 3. In de voortuin van Bogers staat een boom (Douglas spar) van ongeveer 40 jaar oud, met een (op een hoogte van ongeveer 1.30 meter gemeten) omtrek van ongeveer 1.56 meter. Deze boom is hoger dan de dakgoten van beide huurwoningen. De bovenste takken steken uit over de dakgoten. Naalden en dennenappels van de boom komen terecht in beide dakgoten. 4. Muller heeft al meer als tien jaar last van wateroverlast in zijn kelder. Vernieuwing van het riool door Woonstede heeft dat euvel niet (blijvend) verholpen. Bij zware en/of langdurige regenval dringt nog steeds water de kelder binnen. 5. Bogers heeft geweigerd om in te gaan op het verzoek van Muller om de boom te kappen. Woonstede heeft daar wel met partijen over gepraat, maar heeft tot op heden geen beslissing genomen. 6. Artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Ede luidt als volgt: 1. Het is verboden zonder vergunning van het college houtopstand te vellen of te doen vellen. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:….. h. bomen, onverminderd de herplant- en instandhoudingplicht en de
landschappelijke inpassing op grond van het bestemmingsplan, met een stamomtrek van 80 cm of minder, op een hoogte van 1,30 meter, gemeten vanaf het maaiveld. De vordering van Muller. Muller vordert kort gezegd dat Bogers wordt verplicht om de in deze procedure bedoelde boom op eigen kosten te verwijderen. De tegenvordering vordering van Bogers. Bogers vordert kort gezegd dat, als hij de in deze procedure bedoelde boom moet verwijderen, de kosten daarvan voor rekening van Muller komen.
Het conflict (artikel 15 lid 2 van het bindend advies reglement ). Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven. Muller stelt schade te lijden door en overlast te ondervinden van de in deze procedure bedoelde boom en wil dat deze wordt verwijderd. Standpunten van partijen. Het standpunt van Muller komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Volgens Muller veroorzaken takken, naalden en ander boomafval voor een verstopte dakgoot, waardoor hemelwater niet kan wegstromen via de regenpijp en via de muur naar beneden zakt tot in de kelder van zijn woning. Het standpunt van Bogers komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Volgens Bogers snoeit hij de boom voldoende bij de goot. Er is geen sprake van dat de door Muller bedoelde problemen worden veroorzaakt door de boom. Verslag van de deskundigen. Deskundige Van den Brink heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende gemeld.
- Het gaat om een boom van ongeveer 40 jaar oud. - Naalden van deze boom kunnen gemakkelijk langs een boven in de dakgoot aangebrachte bladvanger in de regenpijp terecht komen en daar een verstopping veroorzaken. - Bomen als deze wortelen in deze regio niet al te diep. - Het snoeien van de takken boven de dakgoot kan zonder gevaar voor het voortbestaan van de boom gebeuren en zal de belasting van de goot met naalden en ander afval flink verminderen. Deskundige Van Kuijk heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende gemeld. - Het riool onder de woning is aan de achterzijde vervuild, maar aan de voorzijde, ter hoogte van de regenpijp is het helemaal schoon. Van wortelingroei is geen sprake. - De regenpijp is verstopt door organisch afval, waardoor het regenwater het riool niet kan bereiken en aan de voorzijde van de woningen in de grond wegloopt. - De door Muller ondervonden wateroverlast wordt echter niet zozeer veroorzaakt doordat regenwater in de grond wegloopt, maar omdat het trasraam van de woning van Muller ter plaatse niet voldoende dicht is. Ook hemelwater dat direct op de bodem terechtkomt en intrekt, kan daardoor de kelder van Muller instromen. Beoordeling van het geschil. Voorop gesteld moet worden dat de in deze procedure bedoelde boom volgens artikel 5.20 lid 1 aanhef en onder f. van het Burgerlijk Wetboek eigendom is van Wooncorporatie Woonstede. Het staat Bogers als huurder dus om die reden al niet vrij om deze boom te verwijderen, zonder toestemming van Woonstede. Dit nog daargelaten dat het weghalen van een dergelijke grote boom niet voor rekening mag worden gebracht van de huurder van woonruimte. Daarbij gaat het immers, anders dan bij het snoeien van die bomen, zoals bedoeld in de bijlage bij het Besluit kleine herstellingen onder l., niet meer om het voor rekening van de huurder komende gewone tuinonderhoud. Het omhalen van dergelijke grote bomen is specialistenwerk, dat niet mag worden overgelaten aan huurders, die veelal leek zijn op dit gebied. Overigens zal voor het kappen van deze boom eerst nog een kapvergunning bij de gemeente moeten worden aangevraagd door de eigenaar, te weten Woonstede, waarbij het nog maar helemaal de vraag is of deze vergunning ook zal worden verleend. Verder moet worden vastgesteld, dat artikel 5. 42 van het Burgerlijk Wetboek, dat de minimale afstand regelt van dicht op de erfgrens staande bomen, in deze
zaak geen toepassing kan vinden. Weliswaar is in de rechtspraak erkend dat een regel als deze ook in de relatie tussen twee buren toepassing kan vinden, maar daarvoor is wel een vereiste dat er een erfgrens kan worden vastgesteld. Welnu, een dergelijke (goederenrechtelijke) grens kan in deze zaak niet worden aangewezen, want beide huurwoningen zijn gebouwd op één goederenrechtelijk en kadastraal ongedeeld perceel. Dat neemt allemaal niet weg dat Muller geen genoegen hoeft te nemen met een situatie, die dermate veel hinder en/of schade oplevert, dat deze als onrechtmatig moet worden aangemerkt. De vraag is echter, of deze situatie zich hier voordoet. Daarover wordt het volgende overwogen. De boom in kwestie levert inderdaad hinder op. Hij is zo groot dat naalden en dennenappels in de goot terecht komen. Overigens staan in de directe omgeving nog meer van zulke grote bomen, die ook het nodige afval om zich heen zullen verspreiden. Hoe dan ook is het aannemelijk, dat de geconstateerde verstopping van de regenpijp voor een belangrijk deel door naalden van de in deze procedure bedoelde boom is veroorzaakt. Daar staat tegenover dat men nu eenmaal in beginsel heeft te leven met de omstandigheid dat bomen van anderen bladen, naalden en ander afval verliezen. Het geregeld schoonhouden en zo nodig ontstoppen van dakgoten en regenpijpen behoort tot de normale klusjes die iedereen zelf moet doen, ook huurders. Het gedwongen omhakken van een boom, enkel om reden dat deze naalden en dennenappels in de goot laat belanden, is naar het oordeel van de rijdende rechter niet gerechtvaardigd. De geconstateerde overlast kan voldoende worden verminderd door het snoeien van die boom, welke klus zoals hiervoor opgemerkt wel voor rekening komt van Bogers. Daarbij kan niet worden volstaan met het snoeien van de takken boven de goot van Muller. Ook de takken boven de goot van Bogers moeten gesnoeid, want die goot watert immers ook af op de gezamenlijke regenpijp. Een ander oordeel zou in de rede liggen, indien mocht zijn gebleken dat de boom verantwoordelijk is voor de wateroverlast in de kelder van Muller. Dat is echter niet het geval. Die wateroverlast moet op het gezag van de deskundige worden toegeschreven aan een onvoldoende afdichting van het trasraam onder de voorgevel. Het ontstoppen van de regenpijp zal misschien wel helpen, maar niet afdoende zijn. Ter plekke moet een voldoende afdichting komen. Samengevat kan Bogers niet worden verplicht om de boom te verwijderen. Ten eerste is Bogers daartoe als huurder niet bevoegd en ten tweede is daar ook
inhoudelijk onvoldoende grond voor aanwezig. Gelet op die uitslag behoeft de tegenvordering van Bogers geen bespreking. Wel zal Bogers moeten worden verplicht de boom behoorlijk te snoeien, zoals hierna te bepalen. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
BESLISSING Voor wat betreft de vordering van Muller. Bogers wordt verplicht de in deze procedure bedoelde boom binnen drie maanden na vandaag dusdanig te (doen) snoeien, dat geen takken meer uitsteken boven de goot van Muller en die van hemzelf aan de voorzijde van hun woningen. Als Bogers daaraan niet (tijdig) voldoet, verbeurt hij een boete van € 10,-- per dag aan Muller, met een maximum van € 5.000,--. Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Voor wat betreft de tegenvordering van Bogers. Op de tegenvordering behoeft niet te worden beslist. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 23 oktober 2013.