DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S20-18 Datum uitspraak: 2/3 mei 2013 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies In het geschil tussen: M.R. de Meijer, h.o.d.n. Fredgi Tattoo, te Leidschendam verder te noemen: De Meijer, tegen: HABO CARS Ltd. te Dedemsvaart verder te noemen HABO CARS, vertegenwoordigd door F.H. Hagen, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie december 2012 te laten beslechten. De vordering van De Meijer is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van HABO CARS opgenomen. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 27 maart 2013, welke is gehouden te Den Haag. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde bestelbus en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig Gerard Antes als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Op of omstreeks 12 oktober 2012 heeft HABO CARS aan De Meijer een gebruikte bestelbus verkocht en geleverd van het merk Opel Vivaro, diesel, gekentekend 59-VJG-4, bouwjaar 2007, met een kilometerstand van 201.814, voor de prijs van € 8.772,50 inclusief BTW. De bestelbus was bestemd voor bedrijfsgebruik in de onderneming van De Meijer. De koopsom is geheel dan grotendeels gefinancierd (financial lease) door AutoCash Financial Lease. 2. De koop is via emailverkeer tot stand gekomen. De Meijer heeft de bestelbus vooraf niet gekeurd of laten keuren. Hij heeft geen proefrit gemaakt. De bestelbus is verkocht onder de conditie ‘Zoals gereden en/of gezien en akkoord bevonden. Zonder aanspraak op garantie.’ De bestelbus is door De Meijer bij HABO CARS opgehaald, waarna hij daarmee naar huis is gereden. 3. Nadat De Meijer de bestelbus een aantal weken had bereden, is deze defect geraakt. Er bleken twee verstuivers vastgeroest. De bestelbus had toen een kilometerstand van 203.000. 4. Volgens prijsopgave van Dieselservice Mulder in Den Haag, een gerenommeerd bedrijf op dit gebied, kostte vervanging van de twee verstuivers inclusief arbeidsloon en BTW een bedrag groot € 1.343,10. 5. Nadat De Meijer contact had opgenomen met HABO CARS is de bestelbus naar de garage van HABO CARS gebracht, om ‘een oplossing te vinden’. Vervolgens is HABO CARS tot reparatie overgegaan. Besloten werd tot vervanging van alle vier de verstuivers. Omdat zij daarvoor zelf niet de nodige kennis en/of apparatuur in huis had, is het zogenaamde lostrillen van de vastgeroeste verstuivers uitbesteed aan een ander bedrijf, Vibropac te Vianen, dat daarvoor € 1.055,73 in rekening heeft gebracht aan HABO CARS.
6. Uiteindelijk beliepen de reparatiekosten, inclusief het door Vibropac in rekening gebrachte bedrag, in totaal € 2.842,50 exclusief BTW. Na aftrek van een bedrag groot € 872,50 exclusief BTW wegens door HABO CARS verleende ‘coulance’ resteerde door De Meijer te betalen een bedrag groot € 1.970,-- exclusief BTW = € 2.383,70 inclusief BTW. 7. Op 14 december 2012 is De Meijer zijn gerepareerde bestelbus komen ophalen bij HABO CARS. Hij was met het openbaar vervoer gekomen. Ter plaatse werd hij geconfronteerd met de reparatienota van € 2.383,70. Die heeft hij toen niet betaald. In plaats daarvan heeft hij een schuldbekentenis voor dat bedrag ondertekend, waarin geen enkel voorbehoud is gemaakt. Er zou uiterlijk op 31 januari 2013 door De Meijer worden betaald, wat hij heeft nagelaten. De vordering van De Meijer. De Meijer vordert kort gezegd, dat voor recht wordt verklaard dat de kosten van vervanging van de in deze procedure bedoelde verstuivers voor rekening komen van HABO CARS. Verder wil hij zien vastgesteld dat alle overige mankementen aan de bestelbus op kosten van HABO CARS moeten worden hersteld. De tegenvordering van HABO CARS. HABO CARS vordert kort gezegd dat De Meijer wordt verplicht om het gehele, oorspronkelijke reparatiebedrag te betalen, zonder coulance, wat neerkomt op € 3.439,43 inclusief BTW. Standpunten van partijen. Partijen blijken in de kern verdeeld over de vraag, voor wiens rekening de in deze procedure bedoelde reparatiewerkzaamheden komen. Volgens De Meijer was de bestelbus van meet af aan behept met een gebrek, te weten (bijna) defecte verstuivers. Deze begaven het al na ongeveer 2 weken, dit terwijl HABO CARS bij de verkoop had beweerd dat de bestelbus 100% in orde was. Dat blijkt overigens ook uit de kleine lettertjes van het leasecontract. Daarmee kan en wil De Meijer geen genoegen nemen. Het kan niet anders of de verstuivers waren bij aflevering al niet in orde, nu kapotte verstuivers volgens hem worden veroorzaakt door slecht onderhoud. Verder beklaagt De Meijer zich erover, dat de uiteindelijke reparatienota zoveel hoger uitviel dan de offerte van Dieselservice Mulder. HABO CARS is zonder zijn opdracht overgegaan tot reparatie op zijn kosten. De door HABO CARS in het geding gebrachte schuldbekentenis is slechts onder druk van HABO CARS ondertekend. Hij kon eigenlijk niet anders dan tekenen, hij bevond zich, zonder eigen vervoer, op een
voor hem onbekende plek, ver van huis en bovendien kreeg hij anders de bus niet mee. Overigens is De Meijer bang, dat de bestelbus nog meer mankementen vertoont. Volgens HABO CARS was de bestelbus, die zij op 21 september 2012 nog APK had laten keuren, bij aflevering prima in orde. Problemen met de verstuivers met dit type motor zijn een bekend probleem bij Opel. De ene week kunnen ze nog in orde zijn en de volgende week gaan ze stuk. De Meijer heeft niet voor niets nog ongeveer 1000 kilometer kunnen rijden, voordat het verkeerd ging. De bestelbus is overigens zonder enige garantie verkocht. De Meijer had garantie kunnen krijgen, maar wilde daar niet voor betalen. Dat de reparatiekosten zo hoog zijn opgelopen heeft hiermee te maken, dat de kapotte verstuivers zo vastgeroest waren, dat ze door een gespecialiseerd bedrijf moesten worden verwijderd. Op advies van dat bedrijf zijn ook de andere twee verstuivers preventief vervangen. Omdat HABO CARS het erg vervelend vond voor De Meijer is hem een aanmerkelijke coulancekorting verleend. Daarna heeft De Meijer nota bene nog een schuldbekentenis gerekend! Van druk of dwang was geen sprake! Nu De Meijer zijn betalingsbelofte niet nakomt, ziet HABO CARS geen reden om de toegezegde coulancekorting te handhaven. Verslag van de deskundige. De deskundige heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende gemeld. - De bestelbus bevindt zich in goede staat. De deskundige heeft geen zorgwekkende afwijkingen kunnen vinden. - Het is inderdaad juist dat dergelijke verstuivers het zomaar kunnen begeven. Ze zijn naar hun aard onderhevig aan slijtage. Dat De Meijer nog ongeveer 1000 kilometer zonder klachten heeft kunnen rijden rechtvaardigt de conclusie, dat de verstuivers toen nog naar behoren functioneerden. - Het verwijderen van vastgeroeste verstuivers wordt in de regel met gebruikmaking van daartoe bestemde trilapparatuur verricht. Gespecialiseerde dieselbedrijven hebben die apparatuur in huis. - De prijsopgave van Dieselservice Mulder voor het vervangen van de twee vastgeroeste verstuivers is heel reëel. - Het preventief vervangen van de twee niet defecte verstuivers was technisch niet nodig. Men kan daarvoor uit een oogpunt van bedrijfszekerheid wel kiezen, maar daaraan zijn natuurlijk wel extra kosten verbonden.
Beoordeling van het geschil. Wettelijk gezien is in deze zaak sprake van huurkoop, zoals bedoeld in artikel 7A.1576h van het Burgerlijk Wetboek. Volgens het bepaalde in artikel 7A.1576l van het Burgerlijk Wetboek zijn voor wat betreft de verplichtingen van HABO CARS als verkoper de bepalingen van de eerste, tweede en derde afdeling van titel 1 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Artikel 7.17 van het Burgerlijk Wetboek, dat kort gezegd voorschrijft dat de afgeleverde zaak moet voldoen aan de redelijke verwachtingen van de koper, maakt daarvan onderdeel uit. Aan De Meijer moet worden toegegeven, dat hij als koper normaal gesproken recht had op aflevering van een bestelbus met een motor die voorzien was van op dat moment deugdelijke verstuivers. Op grond van de bevindingen van de deskundige, die de rijdende rechter overneemt, moet echter worden vastgesteld dat niet is gebleken dat de betreffende verstuivers bij aflevering al ondeugdelijk waren. Het gaat zoals gezegd om aan slijtage onderhevige onderdelen, die het zomaar kunnen begeven. De aanprijzing van HABO CARS, dat de bestelbus in perfecte staat verkeerde, is met het voorgaande niet in strijd. Daarin mag in elk geval geen garantie worden gelezen, dat (onder andere) de verstuivers na aflevering niet defect zouden raken. Integendeel, de overeengekomen conditie ‘Zoals gereden en/of gezien en akkoord bevonden. Zonder aanspraak op garantie.’ sluit iedere garantie uit. Het is juist dat bij een zogenaamde consumentenkoop, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, volgens artikel 7.18 lid 2 van dat wetboek in beginsel het rechtsvermoeden geldt, dat een afgeleverde zaak bij aflevering al ondeugdelijk was, indien het gebrek zich binnen 6 maanden na aflevering openbaart. Maar dit wetsartikel mist in deze zaak toepassing, omdat de aankoop van een bestelbus ten behoeve van het bedrijf van De Meijer niet als consumentenkoop mag worden aangemerkt. Nu ook overigens niet is gebleken van gebreken aan de bestelbus, die voor rekening van HABO CARS zouden moeten komen, ligt de conclusie voor de hand dat De Meijer zelf aansprakelijk was voor de reparatiekosten. Daarmee is echter nog niet gezegd, dat De Meijer ook de reparatienota van HABO CARS moet betalen. Om te beginnen is door De Meijer betwist en door HABO CARS niet bewezen, dat De Meijer aan HABO CARS opdracht heeft gegeven tot reparatie. HABO CARS, die de bestelbus kort tevoren aan De Meijer had verkocht, zou het probleem oplossen, zonder dat op voorhand werd aangegeven dat De Meijer daarvoor moest betalen. Los daarvan valt niet in te zien waarom De Meijer zou moeten betalen voor vervanging van de 2 niet
defecte verstuivers. Menigeen mag een dergelijke preventieve vervanging verstandig vinden, maar technisch noodzakelijk was het niet. Dat HABO CARS dit, bij gebreke van bewijs van het tegendeel, op eigen houtje heeft beslist, mag in elk geval niet voor rekening van De Meijer komen. Zo bezien zou De Meijer dus niets aan HABO CARS hoeven te betalen. Daar staat echter weer tegenover, dat De Meijer op 14 december 2012, zonder enig voorbehoud, een schuldbekentenis heeft ondertekend voor het hem in rekening gebrachte reparatiebedrag. Dat hij daarbij op onrechtmatige wijze onder druk is gezet, blijkt uit niets. Zelfs als De Meijer de wellicht niet onterechte indruk heeft gekregen anders de bestelbus niet mee te krijgen, is dat, gelet op het aan garagebedrijven toekomende retentierecht, niet onrechtmatig. Opvallend in deze is overigens, dat De Meijer na thuiskomst zich niet meteen hierop is gaan beroepen. Zo bezien zou De Meijer de reparatienota van HABO CARS dus weer wel moeten betalen, omdat deze schuldbekentenis het gebrek aan een opdracht vooraf dekt. Deze uitkomst komt de rijdende rechter onder de gegeven omstandigheden echter zeer onredelijk voor. Zoals nog is komen vast te staan was De Meijer een leek op motor-technisch gebied. Voordat de bestelbus naar de garage van HABO CARS terug ging, had De Meijer zich ervan vergewist hoeveel reparatie bij een erkend dieselbedrijf zou kosten. Vervolgens is HABO CARS, die daar kennelijk zelf niet de kennis en/of apparatuur voor had, zelf gaan sleutelen aan die motor en heeft zij het moeilijkste werk uitbesteed aan een derde. Dat de uiteindelijke reparatiekosten, ook na de coulance, zoveel hoger uitvielen dan nodig was, mag toch niet voor rekening van De Meijer komen. Redelijk is, dat De Meijer het bedrag betaalt dat hij ook aan Dieselservice Mulder had moeten betalen, te weten € 1.343,10 inclusief BTW. Dat HABO CARS daarop wellicht verlies lijdt, moet voor haar rekening en risico blijven. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
BESLISSING Voor wat betreft de vordering van De Meijer. De Meijer wordt verplicht om binnen twee weken na vandaag aan HABO CARS te betalen de somma van € 1.343,10. Bij niet tijdige betaling is De Meijer daarover de wettelijke handelsrente verschuldigd vanaf vandaag totdat wel betaald is.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Voor wat betreft de tegenvordering van HABO CARS. De tegenvordering wordt afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 3-4 mei 2013.