Zaaknummer: 10294 Datum uitspraak: 28 april 2009 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies In het geschil tussen: E.G.H. Niessen- Van Steenderen te: Ouderkerk a/d Amstel verder te noemen: Niessen, tegen: Stichting Rescue Dogs Europe te: Ridderkerk verder te noemen SDR vertegenwoordigd door S. van Duin-Schelling, gegeven door mr. F.M. Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie september 2003 te laten beslechten. De vordering van Niessen is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van SDR opgenomen.
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 20 april 2009, welke is gehouden te Kalmthout (België). Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Niessen werd bijgestaan door haar partner, de heer Eikenaar, terwijl Van DuinSchelling werd bijgestaan door haar echtgenoot de heer mr. Duin, alsmede door mevrouw Kolff. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter de in deze procedure bedoelde hond in het bijzijn van partijen bekeken. Daarbij was tevens aanwezig Martin Gaus als deskundige, die mondeling verslag heeft uitgebracht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Bij gelegenheid van de hoorzitting zijn een veelheid aan personen als informanten gehoord, waaronder de heer Plomp, de huidige verzorger van de hond. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag.
Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. SDR is een organisatie van vrijwilligers die zich ten doel stelt honden die in buitenlandse asiels verblijven naar Nederland en België te halen en daar
onder te brengen bij nieuwe baasjes. Daartoe worden honden ter ‘adoptie’ aangeboden, onder meer via internet. 2. Tussen Niessen en SDR is op 24 juli 2008 een ‘adoptieovereenkomst’ gesloten met betrekking tot een Rottweiler teef, toen nog Princes genaamd, verder te noemen ‘de hond’, geboren in 2005. Niessen noemde de hond Prisca. 3. De hond, die toen al lijdende was aan een oogaandoening, is direct aan Niessen ter beschikking gesteld, met dierenpaspoort. Ter bestrijding van de door SDR gemaakte en/of te maken onkosten werd daarvoor een adoptiebijdrage gevraagd en betaald van € 225,-4. Ingevolge de gesloten ‘adoptieovereenkomst’ golden onder meer de volgende voorwaarden. De eigendom van de hond bleef bij SDR. Niessen moest de hond goed verzorgen, huisvesten en behandelen. SDR was niet verantwoordelijk voor zichtbare of verborgen gebreken van de hond en kon niet verantwoordelijk worden gesteld indien de hond ziek werd of stierf. De betaalde adoptiebijdragen werden nimmer terugbetaald. Alleen indien de hond binnen een maand na de adoptie tengevolge van ziekte of lichamelijk gebrek zou komen te overlijden, dan wel zou komen te overlijden aan een ziekte die zich binnen een maand na de adoptie had geopenbaard, mocht Niessen kiezen tussen een vervangende hond, dan wel restitutie van 50% van de adoptiebijdrage. 5. Op 28 juli 2008 heeft Niessen aan SDR gemeld dat de hond ook een wond aan het oor had, alsmede letsel aan de hals. Dat laatste betrof een pijnlijke huidaandoening (hot spot), die onder meer door vlooien- of teken kan worden veroorzaakt. 6. Eind augustus is de hond behandeld door een dierenarts voor de oogaandoening. Er is een oogoperatie uitgevoerd, waarvoor Niessen € 350,-- heeft betaald. 7. Op 6 september 2008 heeft Niessen aan SDR laten weten dat de hond volgens haar vals was en dat zij hem terug wilde geven. Dat laatste is
gebeurd. Het paspoort heeft zij echter niet teruggegeven. 8. SDR heeft de hond na een aantal weken opvang ter adoptie aangeboden aan een derde, de familie Plomp. De hond heet nu Donna. Deze familie heeft € 300,-- adoptiebijdrage betaald. De familie Plomp kan de hond vooralsnog wel aan. Hoewel het uitvallen naar andere honden een probleem blijft, stelt de hond zich tot nu toe niet agressief op richting nieuwe baasjes. 9. Op 9 september 2008 heeft Niessen om terugbetaling van haar adoptiebijdrage gevraagd, hetgeen is geweigerd. 10. Op 29 oktober 2008 heeft Niessen per email aan SDR laten weten dat zij negatieve berichten over Niessen zou gaan verspreiden indien zij dat geld niet zou krijgen. In een emailbericht van 30 oktober, waarin zij liet zij weten recht te hebben op teruggave van het ‘aankoopbedrag’, herhaalde zij dreigement. Daarop heeft zij haar klachten over SDR inderdaad via internet aan de orde gesteld, hetgeen heeft geleid tot een pittige en soms ook onaangename discussie tussen voor- en tegenstanders van SDR.
De vordering van Niessen. Niessen vordert kort gezegd dat SDR wordt verplicht tot terugbetaling van het door haar betaalde adoptiegeld ad € 225,--.
De tegenvordering vordering van SDR. SDR vordert kort gezegd dat Niessen wordt verboden om haar nog langer via internet of anderszins in een kwaad daglicht te stellen, dan wel anderen daartoe aan te sporen. Verder vordert SDR teruggave van het paspoort van de hond.
Verslag van de deskundige. De deskundige heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende laten weten. De hond is inderdaad moeilijk. Zij vertoont ernstige tekenen van opwinding als zij wordt geconfronteerd met een andere hond, naar wie zij wil uitvallen, zelfs als die andere hond zich op grote afstand bevindt. Maar ook haar gedrag richting deskundige (grommen) geeft te denken. De hond kan gevaarlijk worden. De deskundige denkt dat deze hond alleen met veel overwicht en toezicht te handhaven valt. In elk geval was de match tussen deze hond en Niessen van meet af aan gedoemd te mislukken. Niessen kon deze hond gewoon niet aan, hetgeen slechts een constatering is en geen verwijt.
Standpunten van partijen. Het standpunt van Niessen komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. De hond bleek vals en viel bij het wandelen fietsers en andere honden aan. Verder beet ze en trok ze voortdurend haar lip op naar Niessen en haar kleinkinderen. Dat was in tegenspraak met de toezegging van SDR, dat de hond lief was voor kinderen en voor andere honden. Als Niessen had geweten dat de hond vals was, had ze hem nooit genomen. Er is geen sprake van dat Niessen op een koopje een hond heeft willen nemen. De dierenartskosten heeft ze immers voor eigen rekening genomen! Niessen is gek op dieren en heeft al 40 jaar honden. Deze hond bleek echter onhandelbaar, hetgeen de reden was om haar terug te geven. Niessen vindt het niet terecht dat die hond daarna opnieuw ter adoptie is aangeboden en dat SDR daardoor tweemaal de adoptiebijdrage heeft geïncasseerd. Dat wordt door Niessen als schandalig aangemerkt.
Niessen ziet haar uitingen op internet niet als ongeoorloofd. Zij heeft slechts deelgenomen aan een discussie over de manier waarop SDR met honden en met adoptanten omgaat. Het standpunt van SDR komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. SDR bestrijdt dat de hond vals is. Na herplaatsing leverde hij geen echt probleem meer op. Duidelijk is wel dat Niessen de hond niet aankon en/of niet goed met de hond is omgegaan. Een Rottweiler is geen schoothondje en zo mag hij ook niet worden behandeld. Dat heeft Niessen kennelijk onvoldoende begrepen. Overigens heeft SDR een foto in het geding gebracht, waarop is te zien dat de hond een zogenaamde stroomstoothalsband omheeft, hetgeen zeer dieronvriendelijk is. SDR vraagt zich af of dat geen oorzaak is geweest van alle ellende. Hoe dan ook, er was sprake van een bruikleenovereenkomst. Volgens het contract was SDR niet aansprakelijk voor mogelijke ‘gebreken’. Dierenartskosten komen voor rekening van de adoptant, tenzij daarover vooraf overleg met SDR is geweest. Teruggave van de betaalde adoptiebijdrage is beslist niet de bedoeling, al was het maar omdat mensen anders te gemakkelijk hun hond terugbrengen als ze hem zat zijn.
Beoordeling van het geschil. De vordering van Niessen. De ‘adoptieovereenkomst’ is juridisch aan te merken als een overeenkomst van bruikleen, zoals bedoeld in artikel 7A.1777 van het Burgerlijk Wetboek. Het enkele feit dat bij het sluiten daarvan een eenmalige ‘adoptiebijdrage’ is
gevraagd, doet daar niet aan af.1 Deze adoptiebijdrage is niet aan te merken als tegenprestatie voor het gebruik van de hond ( die dan gehuurd zou zijn), noch als koopprijs. Voldoende gebleken is dat de hond niet geschikt was voor Niessen en haar huiselijke situatie. Het gaat om een moeilijke en in aanleg gevaarlijke hond, die een sterke baas nodig heeft, die haar voortdurend in de hand houdt. Een dergelijke leiding kon Niessen haar niet geven, hetgeen haar onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet mag worden verweten. In het midden kan blijven of de karakterstructuur van deze hond juridisch als een gebrek mag worden aangemerkt. Zowel naar huidig als naar komend recht hoefde SDR er immers niet voor in te staan dat de hond geen gebreken had. 2 Dat betekent dat SDR daarvoor op generlei wijze aansprakelijk was.3 Iets anders is tussen partijen niet overeengekomen. Integendeel, ook de adoptieovereenkomst sluit een dergelijke aansprakelijkheid met zoveel woorden uit. Op deze regel zou alleen dan een uitzondering gemaakt kunnen en moeten worden, indien SDR willens en wetens, zonder te waarschuwen, een ‘valse’ of anderszins onhandelbare hond ter adoptie zou hebben aangeboden. Daarvan is echter niet gebleken. Integendeel: kennelijk ging SDR ervan uit dat er wat betreft het gedrag niets bijzonders met de hond aan de hand was, zodat er geen reden bestond om te waarschuwen. Het adoptiecontract voorziet niet in teruggave van de betaalde adoptiebijdrage indien een hond in een dergelijk geval wordt teruggebracht. Duidelijk is dat niets wordt terugbetaald als iemand een hond zonder gegronde reden terug komt brengen, of als hij door SDR moet worden teruggehaald, bijvoorbeeld omdat hij niet goed verzorgd wordt. Maar wat nu te doen in een bijzonder geval als het 1
Asser-Van Schaik, 2004, nr. 77. Hoewel dat voor een commerciële uitlener anders kan liggen, doet dat hier niet ter zake, omdat SDR niet als zodanig mag worden aangemerkt. 3 o.c. nr.89. 2
onderhavige, dat een hond gewoon niet kan worden gehandhaafd bij een bepaalde adoptant? Het contract geeft daarvoor geen oplossing. Dat levert een lacune op die door de rijdende rechter ingevolge artikel 6.248 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moet worden ingevuld. Het komt de rijdende rechter redelijk voor om aansluiting te zoeken bij het wèl in het contract geregelde geval, dat de hond komt te overlijden door een ziekte of lichamelijk gebrek, dat zich binnen een maand na de adoptie heeft geopenbaard. In zo’n geval mag de adoptant immers kiezen voor een andere hond, dan wel voor teruggave van de helft van de betaalde adoptiebijdrage. De rijdende rechter is van oordeel dat deze regeling ook een billijke oplossing biedt voor een geval als het onderhavige, waarin een adoptant buiten haar schuld een hond krijgt toebedeeld, die van meet af aan niet geschikt voor haar was en daarom niet viel te handhaven. Daarom zal worden beslist dat Niessen recht heeft op teruggave van 50% van € 225,-- = € 112,50. Dat SDR de hond vervolgens bij een ander heeft ondergebracht, die ook een adoptiebijdrage heeft betaald, gaat Niessen niet aan. Dat SDR daaraan ten onrechte zou ‘verdienen’ kan de rijdende rechter niet beamen. De kosten voor een dergelijke organisatie als die van SDR zijn hoog. Overigens lijkt Niessen lijkt over het hoofd te zien dat de hond na teruggave op kosten van Niessen weken elders in pension is geweest, hetgeen niet gratis is.
De vordering van SDR. Voor wat betreft het paspoort kan de rijdende rechter kort zijn. Dat paspoort behoort aan SDR toe, terwijl Niessen daarop geen enkel recht toekomt. Dat paspoort, dat zich thans onder de rijdende rechter bevindt, zal daarom aan SDR worden terugegeven. Voor wat betreft de uitlatingen van Niessen op internet heeft het volgende te gelden.
Daargelaten de soms onaangename toon van de discussie die op internet is gevoerd, kan Niessen tot nu toe het voordeel van de twijfel worden gegund, dat zij daaraan slechts heeft deelgenomen teneinde een volgens haar bestaande misstand aan de kaak te stellen. De rijdende rechter is echter van oordeel dat zij daarmee nu op moet houden. Van misstanden is niet gebleken. Veeleer heeft het er alle schijn van, dat Niessen inmiddels ook (mede) uit persoonlijke rancune is gaan handelen. Gaat Niessen toch door met het (laten) uiten van negatieve berichten over SDR, dan moet zij boete betalen. Wat anderen geheel buiten haar om doen kan haar echter niet worden tegengeworpen.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
BESLISSING Voor wat betreft de vordering van Niessen. SDR wordt verplicht om binnen 14 dagen na heden aan Niessen te betalen de somma van € 112,50 bij gebreke waarvan daarover de wettelijke rente verschuldigd wordt, vanaf heden. Voor wat betreft de tegenvordering van SDR. Verstaat dat het paspoort wordt teruggegeven aan SDR. Niessen wordt verboden om voortaan in het openbaar en/of via internet nog negatieve berichten over SDR te (laten) uiten, op straffe van een aan SDR te verbeuren boete van € 100,-- per overtreding met en maximum van € 5.000,--. Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en
uitgesproken te Hilversum op 28 april 2009.
Bindend Adviseur
Secretaris
Mr. F.M. Visser
Mr. S.T. Terstegge