Bewegwijzering Ontwerp van verslag van de vergadering van 14 september 2006 om 9.30 uur Aanwezig: M. BRACKELAIRE: Mobiliteitsadviseur gemeente Watermaal-Bosvoorde E. CAELEN: Mobiliteitscel, VSGB, secretaris van de vergadering C. CUMPS: Mobiliteitsadviseur gemeente Oudergem A. DE CANNIERE: Mobiliteitsadviseur gemeente Sint-Gillis R. DE CLEEN: Medewerker Fietsersbond J.-J. DE SMET: Mobiliteitsadviseur gemeente Koekelberg P. DOS SANTOS: Tekenaar BUV Vervoerbeleid B. DUPRIEZ: Adviseur BIVV G. HUBRECHT: Milieuambtenaar Stad Brussel G. JONGBLOED: Openbare werken gemeente Vorst S. LAROSE: Mobiliteitsadviseur gemeente Elsene C. MAERTENS: Landmeter gemeente Evere F. MANSION: Hoofdinspecteur Politiezone Ukkel/Oudergem/Watermaal-Bosvoorde A. MOUGENOT: Tekenaar BUV Vervoerbeleid P. PINNEWAERT: Verbindingsofficier kabinet Gouverneur Ph. SCHEPERS: Commissaris Politiezone Zuid R. RUBERT: Architect - Stedenbouwkundige BIM A. SEDIKI: Opzichter werken gemeente Watermaal-Bosvoorde J. VANDENBREMPT: Commissaris Politiezone Ukkel/Oudergem/Watermaal-Bosvoorde Ch. VANHEMELRYCK: Inspecteur Politiezone West 1. Inleiding door Erik CAELEN (VSGB) Ondanks de talrijke wegwijzers die langs onze wegen staan opgesteld, rijden veel automobilisten toch nog verkeerd. Vaak is het juist door de aanwezigheid van overtollige en niet reglementaire borden dat de weggebruiker in de war wordt gebracht. Het opmaken van een bewegwijzeringsplan, en de uitvoering ervan, kan bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van een gemeentelijk mobiliteitsplan: - het weren van het doorgaand verkeer uit de woonwijken - veiligere reisroutes voor voetgangers en fietsers - het gebruik van het openbaar vervoer aanmoedigen. Bepaalde studies hebben er immers op gewezen dat het zoekverkeer tot 30 % kan oplopen! Daarom werden in de protocolakkoorden voor de opmaak van een gemeentelijk mobiliteitsplan uitdrukkelijk voorzien dat een bewegwijzeringsplan moet worden opgesteld. 1
Vele Brusselse gemeenten staan op het punt om hun gemeentelijk mobiliteitsplan af te werken. Daarom dachten wij dat het nuttig zou zijn om het thema “bewegwijzering” op te nemen in het Forum Verkeersveiligheid-Mobiliteit. Een Katern van de Mobiliteitsgids die dit thema zal aansnijden, wordt tegen het einde van het jaar verwacht. 2. Het reglementaire kader door Francis MEUNIER (FOD Mobiliteit) Uiteenzetting over wat doorgaans "de bewegwijzeringsborden" genoemd wordt HISTORIEK Sinds de mens op sociaal vlak georganiseerd is, heeft hij naar middelen gezocht om zich doeltreffend te verplaatsen, met wisselend succes naar gelang van het moment. In de eerste plaats ging het erom, zoals in het geval van Rome, het grondgebied te organiseren of op er administratief vlak de controle over te verzekeren. De bewegwijzering was ook militair en commercieel. Met de verschijning van de auto groeide de behoefte aan een volledigere en genormaliseerde bewegwijzering. In de loop der jaren werd de normalisatie met wisselend succes toegepast, met name wat de gebruikte kleuren betreft en werd de aanpak op het terrein verfijnd. Bij de uitwerking van het nieuwe verkeersreglement in 1975 bleek het noodzakelijk de beschikkingen met betrekking tot de plaatsing van de verkeerstekens te coördineren. Die coördinatie werd in 1976 doorgevoerd en was weinig zeggend inzake bewegwijzeringsborden en a fortiori de nabijheidssignalisatie. Op het terrein zagen we daarentegen verkeersborden van alle formaten en kleuren opdagen, bovendien vaak ondoordacht geplaatst. Er moest dus orde op zaken gesteld worden. Een eerste poging daartoe werd aan het einde van de jaren 80 ondernomen door de toenmalige minister van openbare werken, maar die had enkel betrekking op de staatswegen en was bovendien nog vrij complex. Er was dus nood aan een regelgeving die van toepassing was op alle wegen van het grondgebied. Zonder daarom deze laatste regelgeving teniet te doen, werden er wijzigingen doorgevoerd die in deze uiteenzetting bondig aan bod komen. De reglementaire beschikkingen zijn opgenomen in het MB van 11.10.76 (MB van 01.02.1991, gewijzigd op 17.10.2001).
2
DOEL De nabijheidssignalisatie is een vorm van bewegwijzering. Het is een hulpmiddel voor de wegbeheerder (Gewesten, Provincies, Gemeenten) om het verkeer in goede banen te leiden. Het gaat derhalve niet om bijkomende publiciteit. Het is echter evident dat een goede nabijheidssignalisatie bijdraagt tot de veiligheid. Wij zijn er allemaal van overtuigd dat twijfelende automobilisten die hun weg zoeken op bepaalde kruispunten ongevallen kunnen veroorzaken omdat zij onverwachts gevaarlijke manoeuvres uitvoeren. Naast dat aspect veiligheid zal een goed aangebrachte bewegwijzering een doeltreffende leidraad zijn voor het verkeer, een goede manier om de collectieve, economische en toeristische instrumenten van de gemeenschap te benadrukken. PLAATSING VAN DE VERKEERSTEKENS We dienen te onderstrepen dat het de wegbeheerder is die bevoegd is om de aanwijzingsborden te plaatsen of de toestemming voor de plaatsing te geven. In dat kader is de goedkeuring van de FOD Mobiliteit en Vervoer niet vereist. Om tot een coherente signalisatie op afstand te komen, is echter vaak coördinatie tussen de verschillende beheerders (Gewest, Provincie, Gemeente) nodig. Als het gaat om nabijheidssignalisatie, dan moet de gemeentebeheerder de coördinator zijn. Hij coördineert zijn werk met de andere wegbeheerders: de provinciale directies van openbare werken van het Gewest en de technische diensten van de Provincie, waarbij hun voorafgaand akkoord gevraagd wordt voor de wegen die zij beheren. Wat de methode betreft, moet gebruik gemaakt worden van een globale aanpak en is de opstelling van een algemeen plan van de bewegwijzering op het gemeentelijk grondgebied de beste methode. De gemeente kan ook de goedkeuring vragen van de andere organisaties en personen die bij het project betrokken zijn. In dat opzicht zijn bepaalde benamingen beschermd door een regelgeving en in het bijzonder op toeristisch vlak (hotel, herberg, camping, …). Het is derhalve aangewezen automatisch vooraf het advies in te winnen van het bestuur dat verantwoordelijk is voor het toerisme. De uitvoering gebeurt in fasen, rekening houdend met de financiële aspecten maar ook met een logica die in de eerste plaats streeft naar een duidelijke en precieze bewegwijzering op afstand ("pijlen"), indien nodig voorafgegaan door een voorwegwijzer en vervolgens een nabijheidswegwijzer ("rechthoeken"). Nadat de algemene trajecten vastgelegd zijn rekening houdend met alle elementen (verkeer, kwaliteit van de infrastructuur, keuze van het traject, …) dat men op dat 'skelet' de weggebruikers oriënteren naar plaatsen die van algemeen en toeristisch belang zijn.
3
Dat is een moeilijke en complexe taak, maar de implicaties voor het verloop van het verkeer en de verkeersveiligheid zijn essentieel. TYPES VERKEERSBORDEN We kunnen ze indelen in 4 groepen: 1. Voorwegwijzers F25 - F27. -
Geplaatst vóór het kruispunt of een uitrit van een autosnelweg: duidt de mogelijke reiswegen aan maar ook belangrijke installaties (industrie …) alsook toeristische plaatsen of attracties die veel volk aantrekken. Geen accessoire details zoals bermen, … Ruimere prioritaire weg.
2. Wegwijzer op afstand of trajectwegwijzer (F29 tot F33b en F34 b1 en b2). A) borden die de algemene bestemmingen van steden en gemeenten aangeven (F29) ; B) borden die diezelfde bestemmingen aanduiden via het autoroutenetwerk (F31) ; C) borden die buurten aanduiden [met uitzondering van de oude gefusioneerde gemeenten die altijd in het wit op een blauwe achtergrond aangeduid zijn (F29)], specifieke reiswegen [ring] en belangrijke uitrustingen (F33a) ; D) borden die toeristische valleien en waterlopen aanduiden (F33b) ; E) borden die aanbevolen reiswegen aanduiden voor voetgangers, fietsers, ... (F34 b1 en b2). 3. De eigenlijke nabijheidswegwijzers. A) borden die aanduiden dat collectieve uitrustingen of inrichtingen van algemeen belang vlakbij zijn (F34a); bv. gemeentehuis, museum, theater, ... ; B) borden die plaatsen en uitrustingen die van toeristisch belang zijn aanduiden (F35); bv. kastelen, sportcentra, ... ; C) borden die toeristische infrastructuur aanduiden (F37); bv. hotels, jeugdherbergen. 4. Tot slot, de voorwegwijzer die een omlegging aankondigt (F39 en F41 met oranje achtergrond). AAN WELKE CRITERIA MOETEN DE BORDEN BEANTWOORDEN Ze moeten – net als alle andere borden – reflecterend zijn of een eigen verlichting hebben. Wat de zichtbaarheid van de bewegwijzering 's nachts betreft, is er belangrijke vooruitgang geboekt waardoor de borden zichtbaar zijn ook al valt de lichtstraal er slechts dwars op. De wetgeving stipuleert ook de volgende zaken: 1) De kleuren die gebruikt moeten worden volgens het type aanwijzing dat gegeven moet worden; bv.:
- groen voor reisweg via autosnelweg. - bruin voor toeristische plekken.
2) De symbolen;
4
Die zijn talrijk en gevarieerd. Op de borden van het type F33a tot F37, met uitzondering van de symbolen van ziekenhuis H (wit op blauwe achtergrond) of hulppost (rood kruis op witte achtergrond), zijn alle symbolen in het zwart op een witte achtergrond of ingeschreven in een wit vierkant, dit zowel met het oog op de homogeniteit in het systeem als om te beantwoorden aan de internationale regelgeving. De symbolen kunnen samengebracht worden op eenzelfde bord, maximaal vijf. Er wordt overigens aanbevolen het gebruik van symbolen zo veel mogelijk aan te moedigen. Als er in het centrum van de gemeente bij voorbeeld een aantal activiteiten vlakbij elkaar zijn (gemeentehuis, post, museum, …), is men niet verplicht een hoop borden bij elkaar te zetten. Het aantal symbolen dat gebruikt kan worden, is overigens beperkt door de algemene bepalingen. Bovendien kadert deze mogelijkheid in ons streven om het aantal borden te beperken (cf. supra: combinatie van borden). Wij hebben ervoor geopteerd de borden betreffende de sporten in het reglement voor de wegbeheerder op te nemen om het Verkeersreglement niet te overladen. Die symbolen zijn makkelijk herkenbaar en reeds goed gekend bij het publiek. Op dat vlak hebben we ook een keuze moeten maken uit de vele sportdisciplines en werden enkel de meest verspreide sporten opgenomen die beoefend worden buiten het kader van een sportcentrum dat als dusdanig aangeduid kan worden. De wegbeheerder is echter nog vrij om de site af te beelden, het gaat om: - gemeentehuizen en stadhuizen, - tentoonstellingshallen, - opmerkelijke plaatsen en monumenten, - culturele, toeristische en recreatieparken. Er worden immers al logo's gebruikt waar de site zich goed leent tot een specifieke symboliek. 3) Het maximaal aantal borden dat geplaatst kan worden; Het is bv. verboden meer dan 8 borden van het volgende type boven elkaar te plaatsen: F34a
F35
5
en F37
1) De voorwaarden voor de plaatsing (CRITERIA, AFSTANDEN) Bv. Kastelen of opmerkelijke privé-gebouwen kunnen aangeduid worden op voorwaarde dat ze tijdens de toeristische periode regelmatig toegankelijk zijn voor het publiek. Bv. de borden F25 en F27 worden geplaatst op ongeveer: - 200 m van het kruispunt, buiten de bebouwde kom, - 100 m van het kruispunt, binnen de bebouwde kom. 2) Minimale of maximale hoogte van de letters en symbolen Bv. voor de borden
F25
en F27
De minimale hoogte van de letters wordt berekend volgens de snelheid op de betrokken baan, nl.: • 24 cm op autosnelwegen en straten met snelheden > 90 km/h ; • 18 cm op wegen met snelheid > 70 km/h maar < 90 km/h ; • 12 cm op wegen met snelheid = of < 70 km/h. Voor de borden F34a tot F37 dienen de volgende maxima in acht genomen te worden voor de hoogte en de afmetingen: - 0,10 m voor de letters en de symbolen ; - 0,15 m voor de hoogte van het bord en 1,20 m voor de lengte. Bij hoge snelheid beschikt de chauffeur immers over minder tijd om de wegwijzers te bekijken en dus moeten die zo goed mogelijk zichtbaar gemaakt worden. Hoe sneller men gaat, hoe smaller het gezichtsveld. De regelgeving heeft MINIMA vastgelegd, maar in bepaalde gevallen staat de regelgeving toe dat men grotere afmetingen toepast.
6
Voor bepaalde nabijheidswegwijzers zal de regelgeving daarentegen MAXIMA vastleggen die niet overschreden mogen worden, met het oog op de uniformiteit. Bv. voor F34a tot F37: 15 cm voor de hoogte van het bord en 1,20 m voor de lengte. In de praktijk moet men de volgende compositie vermijden als er verschillende borden gecombineerd moeten worden:
Het is dus noodzakelijk de borden te combineren PER RICHTING. We stellen vast dat de algemene bestemmingen bevoorrecht moeten worden tegenover de "lokale" bestemmingen, en binnen die laatste moeten de bestemmingen van algemeen nut bevoorrecht worden (F34a en F34b, 1 en 2). Alvorens in detail te treden aangaande de regelgeving i.v.m. de plaatsing van wegwijzers, wil ik eerst ingaan op de algemene beginselen voor de praktische materialisering op het terrein. DE HOOGTE VAN DE PLAATSING VAN DE BORDEN E ris geen reglementaire verplichting terzake, maar het gaat veeleer om aanbevelingen. De wetgever heeft een zekere vrijheid gelaten voor de beheerder die op het terrein met bijzondere situaties geconfronteerd wordt. Wat er ook van zij, 2 meter is de minimale hoogte voor verkeersborden. WAAROM? 1. In de eerste plaats omwille van de zichtbaarheid, zodat het bord zich in het gezichtsveld van de chauffeur bevindt. 2. Ten tweede om de voetgangers vrije doorgang te verlenen op het voetpad of de berm. 3. Ten derde om reglementaire redenen: het verkeersreglement verbiedt een voertuig om stil te staan of te parkeren op minder dan 20 meter van eender welk verkeersbord – als dat laatste niet op minstens 2 meter hoogte geplaatst is (bv. voorlopige borden op een lage zuil). De regelgeving legt bv. de afstand vast vanaf dewelke bepaalde plaatsen aangekondigd mogen worden en eventueel het aantal reiswegen dat bewegwijzerd mag worden.
7
Voorbeelden SITES Luchthaven, universiteit, ziekenhuis, beurshal, haven, wijk, ring.
BORDEN F33a
REISWEGEN Aangeduid vanaf autosnelweg of belangrijke transitroute
AFSTAND Niet gepreciseerd
Industriezone, winkelcentrum, ondernemingen die VEEL VERKEER TEWEEGBRENGEN (niet de handels) Vallei, waterloop
F33a
2 volledige reiswegen vanaf autosnelweg of transitweg
5 km
F33b
Aangeduid vanaf autosnelweg of belangrijke transitroute 2 reiswegen vanaf autosnelweg of transitweg
Niet gepreciseerd
2 reiswegen vanaf transitweg
2 km
2 reiswegen vanaf de dichtstbije transitweg
Niet gepreciseerd
Recreatie- en F33c attractiepark. Opmerkelijke plaats, toeristische plek. Minder belangrijke F34a luchthaven, ziekenhuis, beurshal, haven, industriezone… Slaapgelegenheid, F37 hotel, vakantiehuis, ... Niet aangegeven indien meer dan 30.000 inwoners. In de bebouwde kom worden restaurants niet aangegeven.
10 km
SPECIFIEKE VERKEERSTEKENS VOOR BEPAALDE TYPES WEGGEBRUIKERS Fietsroutes : borden doorgaans op lage paaltjes. Steeds minder, wegens vandalisme; F34 B1
en F34 B2
8
Reisweg vrachtwagens : CENTRUM Eventueel aangevuld door het Bestuur der Wegen. ALTERNATIEVEN Het spreekt voor zich dat de nieuwe regelgeving niet alle mogelijke activiteiten dekt. Zoals wij gezien hebben, zijn er beperkingen door de situatie ter plaatste of de regelgeving (maximaal aantal borden, horeca, volgorde van de borden, …). Bovendien kan er in het kader van een globaal verkeerstekensplan geopteerd worden voor eenvoudige oplossingen die van in het begin radicale keuzes maken. De bedoeling is ten slotte het verkeer in goede banen te leiden en niet reclame te maken. Er bestaan veel andere mogelijkheden om de weggebruikers alle of een deel van de openbare en privé-activiteiten – ook commerciële en in ruime zin – van een gemeente. Die informatie kan gebundeld worden op strategische plaatsen (gemeentegrens, parking, station, …) en in verschillende vormen: eenvoudig (stratenplan) tot gesofisticeerd (elektronische informatie/ diensten, toeristisch bureau, …). Een signaal, de "I" (informatie) kan gebruikt worden om de aanwezigheid van een dergelijke infrastructuur aan te duiden. Het was niet mogelijk alle activiteiten te vermelden en de reclame nam de overhand ten aanzien van het aspect "het verkeer in goede banen leiden". Op het terrein was er kakofonie, want iedereen is er zich bewust van dat als men alles wil aanduiden, men helemaal niets meer aanduidt! Een goede coördinatie op gemeentelijk vlak en een beetje fantasie kunnen zaken oplossen die niet opgelost worden door middel van bewegwijzering en vormen een goede aanvulling op de informatie aan de weggebruikers. De aanwijzingsborden worden nog te weinig verzorgd door de lokale overheden, ze worden verwaarloosd en worden pas behandeld na de politietekens.
9
Toch zorgen aanwijzingsborden voor meer veiligheid, en een eerste stap in het aanbieden van informatie aan de weggebruiker en een nuttig instrument om het verkeer in goede banen te leiden. De nabijheidswegwijzers richten de spots op het opmerkelijke gemeenschappelijke erfgoed en plaatsen en activiteiten die al te vaak onvoldoende aandacht krijgen. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel! 3. De bewegwijzering op de gewestwegen door Marianne COURTOIS (MBHG) Zie slides in bijlage. De primaire polen : 1. 2.
De 4 grote stadspolen strategisch en geografisch over de stad verdeeld: Centrum Terkamerenbos Heizel en Tentoonstellingspark De Europese instellingen
binnen de vijfhoek ten zuiden van de stad ten noorden van de stad ten oosten van de vijfhoek
De luchthaven Brussel-Nationaal
3. De Ring, op bepaalde strategische plaatsen, met de naam van 5 andere grote Belgische steden (Liège, Namur, Antwerpen, Gent en Mons) alsook het automobielteken van de buurlanden waar ze naartoe gaan. Er was beslist deze weginfrastructuur te bewegwijzeren om het transitverkeer op de ring zo rechtstreeks mogelijk te oriënteren, van de stad weg. 4.
De 18 poorten van de kleine ring :
Zuid – Hallepoort – Louiza – Naamse Poort – Troon – Montoyer – Belliard – Kunst-Wet – Madou – Kruidtuin – Rogier – Jacqmain – Antwerpse Poort – IJzer – Sainctelette – Vlaamse Poort – Ninoofse Poort – Anderlechtse Poort. 5.
De 15 bakens op de grote ring :
Paepsem – Albert – Vanderkindere – Terkaeren – Kroon – Arsenaal – Montgomery – Reyers – Meiser – Josaphat – Van Praet – Dikke Linde – Basiliek – Prins van Luik – Dupuis. De secundaire polen : 1.
De oude centra :
Jourdan – Anderlecht Centrum – Molenbeek Centrum – Bockstael – St-Joost – Flagey – Barrière/Voorplein – Schweitzer – Helmet – St Pieters Woluwe Centrum – St Lambrechts Woluwe – Oudergem Centrum – Bosvoorde Centrum – Watermaal Centrum – Ukkel Centrum – St Denijs – St Job – Neder Over Heembeek – Koningin Astrid – Evere Centrum. 2.
Criterium urgentie :
10
UCL St Luc – AZ VUB – ULB Erasmus – Brugmann – HUDERF – E. Cavell – St Elisabeth – J. Bracops – Brugmann Schaarbeek – Parc Leopold – St. Etienne – Hôpital Français – Etterbeek Elsene – Militair Ziekenhuis – St. Michel – Baron Lambert – Molière Longchamp. 3.
Criterium bezoekers :
RSC Anderlecht – Vorst Nationaal – VW Vorst. 4.
Criterium handel :
Keizer Karel – F. Cocq – Bizet – Stockel – Liedts Brabant – Liedts – Brabant – Georges Henri – Dailly – De Jacht – Kerkhof van Elsene – Fort Jaco – Kastelein Baljuw – Kastelein – Baljuw – Jubelpark – Bascule 5.
Criteria transport :
Roodebeek – Delta – CERIA – Jette Kardinaal Mercier – Beekkant – Simonis – Schaarbeek – Luxemburg – Noordstation – De Trooz – Kraainem – Bordet – Kuregem. 6.
Criteria verzameling van internationale instellingen :
NAVO 7.
Criteria verzameling van infrastructuren en uitrustingen :
Haren – Tomberg – Ma Campagne – Slachthuizen – St Julien – Paduwa – Colignon – St Marie – Joli Bois – St Alix – Marcel Thiry – Thurn&Taxis – Wielemans – BLOSO – Boondaal – Rood Klooster – TIR. De tertiaire polen : Deze bewegwijzering moet de grote dienstenpolen, de economische en toeristische sites omvatten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Musea Gemeentehuizen Scholen Zwembaden Openbare parkings Monumenten Historische en culturele gebouwen Ondernemingen
4. Het opmaken van een gemeentelijk bewegwijzeringsplan door Wim GEEROMS (SUM RESEARCH) Zie slides in bijlage.
11
De vergadering eindigt om 16.30 uur. De secretaris van de vergadering, Caelen Erik.
12