Arnoud van der Plas & Scott Sanders Beroepsopdracht 2002 Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie Sept. Okt. 2002 Amsterdam
Arnoud van der Plas & Scott Sanders Beroepsopdracht 2002 Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie Sept. Okt. 2002 Amsterdam
Voorwoord Deze beroepsopdracht voor het instituut fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam, is tot stand gekomen in opdracht van HCN “Hét Callcenter Netwerk” te Haarlem. Voor het tot stand komen van dit afstudeerproject willen wij een aantal mensen bedanken -
Edwin Bogaard, voor al zijn goede ideeën voor de eindproducten en zijn goede begeleiding tijdens deze periode.
-
HCN voor het beschikbaar stellen van computers en het vergoeden van alle kosten die wij hebben moeten maken tijdens dit project.
-
Hans Klaver, oogarts van het Oogheelkundig Medisch Centrum te Haarlem voor de moeilijk te vinden informatie over de oogproblematiek.
-
Tevens willen wij een ieder bedanken die ons heeft gesteund tijdens dit project en die ons met ideeën en informatie heeft verrijkt.
Inhoudsopgave Onderwerp:
blz
Inleiding
6
Uitleg van de brochures
7-8
Uitleg van de reïntegratiemap
8-9
Uitleg van de workshop
10
Gebruikte literatuur van internet
12-50
- Informatie betreffende RSI - Informatie betreffende rug- en nekklachten - Informatie betreffende branderige ogen en hoofdpijn
12-31 31-42 42-50
Literatuurlijst betreffende overige media
51
Nawoord
52
Bijlagen - Arbo-besluit hoofdstuk 5, fysieke belasting - Stappen plan werkplek instellen - De dia’s van de PowerPoint presentatie voor de workshop
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Inleiding Twee jaar geleden zijn wij begonnen met werken bij een callcenter(HCN Het Callcenter Netwerk te Haarlem) op parttime basis. Na een paar maanden werden wij door de Arbo-dienst benaderd om mee te werken aan een RSI preventie project. Dit is echter toen niet doorgegaan omdat wij daar geen tijd voor hadden. September en oktober 2002 waren wij gepland voor onze beroepsopdracht en zochten wij nog een onderwerp. Zo kwam HCN wederom te sprake. Hier bleek echter weinig gedaan aan RSI preventie. Zodoende hebben bij de Arbo-dienst voorgesteld om een preventie methode op te starten voor werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers. Dit betrof niet alleen RSI, maar ook rug- en nekklachten, hoofdpijn en branderige ogen. Binnen de callcenter bleek er geen concrete voorlichting te zijn ten aanzien van deze klachten. Geen voorlichting met betrekking tot de inhoud van de klachten en hoe deze te voorkomen. Om te bereiken dat dit wel tot stand kon komen hebben we gezamenlijk de volgende probleemstelling c.q. vraagstelling geformuleerd: Welke preventie methode is het beste voor werkgerelateerde klachten voor alle medewerkers in dienst bij HCN “Hét Callcenter Netwerk” te Haarlem? Om antwoord te geven op deze probleemstelling hebben we gekozen voor de volgende eindproducten: 1. Drie folders (voor voorlichting voor de medewerkers van HCN “Hét Callcenter Netwerk” te Haarlem) betreffende de onderwerpen - RSI - Rugklachten en Nekklachten - Hoofdpijn, brandende ogen 2. Een reïntegratiemap ter ondersteuning van de Arbo-dienst 3. Een workshop ter voorlichting voor de supervisie en leidinggevenden Dit verslag dient gezien te worden als een verantwoording betreffende de inhoud van onze eindproducten. Het verslag bevat alle informatie en verwijzingen naar informatie die wij gebruikt hebben om de inhoud van onze eindproducten te vormen. De eindproducten zijn digitaal verkrijgbaar. In het verslag bevind zich nog een beschrijving voor het gebruik van de eindproducten.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-6-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Uitleg van de Brochures De brochures zijn bedoeld als voorlichtingsproduct voor alle beeldschermwerkers(agents) binnen HCN “Hét Callcenter Netwerk” te Haarlem. De agents binnen het bedrijf zijn niet goed bekend met de betreffende klachten die kunnen ontstaan bij het werk met beeldschermen en dan met name computers. Om hen dan het beste te bereiken en voor te lichten over het ontstaan en het nemen van preventieve maatregelen is een brochure een goede middel dat daarvoor gebruikt kan worden. We hebben drie verschillende brochures vervaardigd, voor iedere soort klacht één. Er is een brochure over RSI, een brochure over rug- en nekklachten en een brochure over hoofdpijn en branderige ogen. Alle drie de brochures hebben dezelfde layout en dezelfde opbouw van inhoud. Uiteraard is de inhoud zelf in alle drie anders. Op de voorkant is aangeven welke klacht(en) het betreft(titel) met daar onder de slogan(bij titel) “Geef het geen kans” en daaronder een illustratie(zie figuur 1).
Figuur 1
Figuur 2
In de brochures zijn verschillende hoofdstukjes om zo de informatie te ordenen en structuur aan te brengen. Ieder hoofdstukje begint met een titel dat is geformuleerd als een vraag. Dit is gedaan om meer aandacht te trekken van de betreffende persoon die het leest. Meestal gaan mensen informatie zoeken en iets lezen omdat ze een vraag hebben. Door de titels in een vragende vorm te zetten kan dit meer aandacht trekken en nodigt de brochure uit tot lezen. De volgende hoofdstukjes zijn in alle drie de brochures verwerkt (volgens volgorde): • • • • • •
Wat is / zijn (betreffende klacht(en))? Komt / komen (betreffende klacht(en)) vaak voor? Zijn er nog andere risicogroepen behalve beeldschermwerkers? Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen van (betreffende klacht(en))? Hoe kan ik (betreffende klacht(en)) voorkomen?
In alle drie de brochures wordt er uitleg gegeven hoe de betreffende klachten te voorkomen door het juist instellen van de werkplek. Bij alle drie is er een ander uitleg gegeven dat meer aansluit met betreffende klacht, maar bij alle drie hebben we dezelfde illustratie gehanteerd voor de visuele uitleg(zie figuur 3). Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-7-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Figuur 3
Aan het einde geven we het advies dat men contact moet opnemen met huisarts en / of fysiotherapeut mocht men klachten hebben zoals beschreven in de brochure. Voor advies tijdens het werk verwijzen we naar de Arbo-dienst. Op de laatste pagina in de brochure staan vier websites aangegeven die men kan bezoeken voor eventueel meer informatie. De achterkant is gevuld met wie de opdrachtgever is en wie de opdrachtnemers zijn. Samen met logo’s van HCN en de Hogeschool van Amsterdam(zie figuur 2).
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-8-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Uitleg van de reïntegratiemap De map is bedoeld als ondersteuning voor de Arbo-dienst binnen HCN “Hét Callcenter Netwerk” te Haarlem vertegenwoordigd door Laurence Spierings hoofd P&O. Binnen HCN was deze afdeling niet op de hoogte van eventuele adviezen die zij aan agents kunnen geven als zei reïntegreren na ziekteverzuim als gevolg van RSI, rug- en nekklachten, hoofdpijn en branderige ogen(allen ontstaan door beeldschermwerk). Verder waren zij ook niet op de hoogte van welke preventieve adviezen zij aan de agents kunnen meegeven. Om hiervoor een duidelijk overzicht te verkrijgen hebben wij de reïntegratiemap gemaakt. De voorkant van de map is bijna hetzelfde als die van de brochures. Dit hebben we gedaan om een eenduidige product te creëren. Als titel staat er “Reïntegratiemap” met als bij titel de drie verschillende aandoeningen en daaronder dezelfde illustratie als op de brochures(zie figuur 4).
Figuur 4
Figuur 5
De map begint met een inhoudsopgave en vervolgens een inleiding. Daarna is de map verdeel onder vier tabbladen zoals: • • • •
RSI Rug- en nekklachten Branderige ogen en hoofdpijn Bijlage
Onder ieder tabblad betreffende een klacht vindt men bijna dezelfde informatie als dat in de brochure staat. Toch zijn er sommige items in de map dieper uitgewerkt dan in de brochure. Het kan beschouwd worden als een veel uitgebreidere versie van de brochures. In de map maken we gebruik van grijze tekstvlakken met daarin een advies(zie figuur 6). Door deze adviezen te kaderen in een aparte tekstvlak en niet in de tekst maakt dat het gebruik van die map makkelijker. Men kan met meer structuur en sneller een advies opzoeken. Als bijlage in de map is toegevoegd de Arbo-besluit hoofdstuk 5, fysieke belasting(zie bijlage). Dit hebben we gedaan om extra te wijzen op de regels en wetten die worden gehanteerd betreffende beeldschermwerk. Hierdoor kan HCN zelf inzien of er voldaan worden aan deze wetten en eventueel veranderingen aanbrengen. Door deze wetten en regels Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-9-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
te volgen is men ook bewust bezig met preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers. De achterkant van de map ziet er hetzelfde uit als dat van de brochures zodat de éénduidigheid ook hierin terug te vinden is(zie figuur 5). Gegeven Advies Figuur 6
Verder is de map in A5 formaat. Dit was de vraag van HCN zelf zodat het beter paste in hun systeem.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-10-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Gebruik van workshop De workshop die wij daar houden was bedoeld voor de supervisie. De supervisie zijn de leidinggevende op de werkvloer en degenen die er oog op moeten houden dat iedereen zijn werk correct uitvoert. Verder houdt de supervisie zich ook bezig met punten daar omheen, zoals er toezicht op houden dat de agents zich houden aan de huisregels. Vanaf nu is er dan een extra taak bijgekomen. Ze gaan er ook toezicht op houden dat agents hun werkplek correct hebben ingesteld en dat omgevingsfactoren niet van invloed zijn op de gezondheid in negatieve zin. De workshop bestaat uit een theoretische gedeelte dat als eerst aan de orde is en vervolgens uit een praktische gedeelte. Tijdens het theoretische gedeelte wordt er uitleg gegeven over de opdracht, waarom deze tot stand is gekomen, wat er uit eindelijk mee bereikt is en tot slot wat voor eindproducten er naar voren zijn gekomen. Ook wordt er kort iets verteld over de betreffende klachten die kunnen ontstaan. Daar wordt verder niet heel diep op ingegaan, omdat de leden van de workshop ieder een kopie hebben van de drie brochures en ook toegang hebben tot inzage van de reïntegratiemap. Hier kunnen zij voldoende achtergrond vinden. Tussen het theoretische gedeelte en het praktische gedeelte is er ruimte voor vragen. Na het theoretische gedeelte volgt er uiteraard het praktische gedeelte. De leden zullen nu eerst kennis maken met het instellen van de werkplek conform de richtlijnen zoals wij die gesteld hebben. De bedoeling is dat ieder een werkplek toegewezen krijgt en deze gaat instellen. Sommige plekken zijn van tevoren al helemaal verkeerd ingesteld. Vervolgens gaan de leden agents observeren; hetgeen ze straks ook moeten doen om toezicht erop te houden dat er met een juist houding gewerkt wordt. Ieder lid mag één agent observeren en vervolgens benoemen waarom een agent verkeerd zit. Dit wordt nog apart besproken. Vervolgens vind er instructie plaats. Ieder lid gaat terug naar de geobserveerde agent en geeft hem of haar aan wat er fout is, waarom het fout is en wat dan wel goed is betreffende de werkhouding. Hierna zal er nog een korte bespreking plaats vinden waarin de leden kunnen aangeven waar zij eventueel problemen mee hebben en nog tijd krijgen voor vragen. De workshop wordt ondersteund door een PowerPoint presentatie(zie bijlage). De deelnemers van de workshop krijgen een uitdraai van de dia’s (drie dia’s per pagina) met daarbij een stappen plan voor het instellen van de werkplek.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-11-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Gebruikte literatuur van internet Dit hoofdstuk bevat alle literatuur die wij van verschillende internet websites hebben gebruikt. Literatuur dat wij hebben gebruikt uit boeken, tijdschriften, brochures en folders worden aan het einde van dit hoofdstuk terug gevonden als verwijzing. We hebben hiervoor gekozen omdat niet iedereen de beschikking heeft tot internet en daarom de informatie zo willen verstrekken. Literatuur verkregen uit de overige media is wel toegankelijk voor iedereen en een verwijzing zal dan voldoende zijn. Als eerst wordt alle informatie betreffende RSI weergegeven, vervolgens alle informatie betreffende rug- en nekklachten en als laatst alle informatie betreffende branderige ogen en hoofdpijn. De verwijzing naar de site waarvan de informatie is verkregen is terug te vinden aan het einde van de betreffende stuk informatie. De stukken worden onderscheiden door een stippellijn. Informatie betreffende RSI
RSI Terminologie RSI is de afkorting van Repetitive Strain Injury. Hiermee worden klachten van de nek, schouders en armen aangeduid die ontstaan door overbelasting op het werk. Soms wordt i.p.v. injury (letsel) het meervoud injuries gebruikt, maar de betekenis is hetzelfde. In de volksmond spreekt men meestal over ‘muisarm’, hoewel daar niet alle vormen van RSI onder vallen. In de medische en wetenschappelijke wereld gebruikt men een scala aan termen die soms nagenoeg hetzelfde als RSI betekenen (bijvoorbeeld Occupational Overuse Syndrome) en soms een deelverzameling aanduiden (bijvoorbeeld carpaal tunnelsyndroom of peesontsteking). RSI kan ontstaan doordat steeds dezelfde bewegingen worden gemaakt, zoals dat bij caissières vaak voorkomt. Voorbeelden zijn chronische pees- en slijmbeursontstekingen. Dit wordt ook wel dynamische RSI genoemd. Tegenwoordig blijkt RSI echter in toenemende mate voor te komen bij beeldschermwerkers die juist helemaal niet dynamisch werken. Als dat het geval is en er ontstaan bijvoorbeeld nekklachten door te lang werken in één bepaalde houding zonder voldoende rust en afwisseling, dan wordt dit een vorm van statische RSI genoemd. Op deze pagina wordt uitgebreid ingegaan op achterliggende oorzaken van deze en andere vormen van RSI. Het RSI-proces Er worden bij RSI drie stadia onderscheiden, de beginnende fase, de gevorderde fase en de blijvende fase. Deze indeling is enigszins arbitrair en ook niet bij elke vorm van RSI van toepassing, maar geeft toch wel aan hoe het klachtenbeeld vaak verloopt. Het is in elk geval duidelijk dat in de laatste fase de klachten zo ernstig kunnen zijn dat de nek, schouders, armen of handen continu pijnlijk zijn en men deze niet meer kan gebruiken zonder pijn te voelen. Reden om vroegtijdig in te grijpen!
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-12-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Fase 1: Beginnende fase Het eerste symptoom is vaak het bespeuren van enige vermoeidheid in de nek, schouders of armen. Eerst incidenteel, maar gaandeweg komt dat vaker voor. Een volgende stap is het optreden van tintelingen (of ‘een raar gevoel’), gevoeligheid en soms al enige pijn tijdens of vlak na het werk. ’s Avonds en in het weekend verdwijnen de symptomen weer. Fase 2: Gevorderde fase De pijn is nu duidelijk waarneembaar en kenmerkend is dat deze nu niet alleen tijdens het werk optreedt. Ook in het weekend en bijvoorbeeld tijdens het afwassen treden klachten op. Soms is er sprake van krachtverlies of gevoelloosheid. Vaak is de pijn duidelijk lokaliseerbaar en zijn de spieren pijnlijk bij aanraking. Werken is pijnlijk, maar nog wel mogelijk. Fase 3: Blijvende fase De pijn is nog heviger en continu aanwezig en maakt het werken nagenoeg onmogelijk. Er is sprake van duidelijke krachtsvermindering en ook thuis zijn veel activiteiten vrijwel onmogelijk geworden. De klachten zijn in dit stadium moeilijk tot niet behandelbaar en dit leidt vaak tot langdurig ziekteverzuim. Behandeling en herstel is in veel gevallen nog wel mogelijk, maar vereist dan wel een integrale 24 uurs aanpak -en niet alleen op het werkinclusief verandering van gedrag en leefstijl. De tijd tussen fase 1 en fase 3 is nogal verschillend. Soms is dat maanden, maar soms kan dat ook slechts weken zijn. Reden om snel en vroeg in te grijpen met het nemen van maatregelen! Uitbreiding RSI heeft de vervelende eigenschap dat het klachtenbeeld zich steeds verder uitbreidt. Niet alleen de intensiteit van de klachten neemt toe, ook het klachtengebied. Begint het met een beetje moe gevoel in één spier, na verloop van tijd worden steeds meer spieren betrokken bij het proces. En niet alleen aan één zijde; RSI komt geregeld in beide lichaamshelften voor. Waardoor ontstaat RSI? RSI kan grofweg ontstaan door het maken van steeds dezelfde bewegingen (dynamische RSI) en door gebrek aan afwisseling (statische RSI). Door de sterke toename van het gebruik van computers zien we tegenwoordig steeds vaker de statische vorm van RSI. Bij beeldschermwerkers worden vooral de nek- en schouderspieren statisch belast. Wat opvalt is dat de uitgeoefende krachten bij typen gering zijn in vergelijking met de ouderwetse typmachines. En toch ontstaan vaak klachten, zelfs veel meer dan met die zware typmachines van vroeger. Dat lijkt merkwaardig, maar is toch wel goed verklaarbaar. Het probleem in veel arbeidssituaties, zoals bij beeldschermwerk, is namelijk niet de grootte van de geleverde spierkracht, maar de lange duur dat sommige delen van het lichaam eenzijdig belast worden. Anders gezegd, sommige weefsels krijgen onvoldoende gelegenheid zich te ontspannen. En dat geldt niet alleen voor spieren.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-13-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
De belangrijkste aspecten die bijdragen aan het ontstaan van RSI: 1.
Te weinig afwisseling van houding en beweging
Werkzaamheden die overwegend en langdurig in één en dezelfde houding worden uitgevoerd, zijn risicovol. Alleen al het urenlang zitten in een bepaalde houding is belastend. De kans is groot dat de spieren en gewrichten die bij dergelijke eenzijdige houdingen en activiteiten worden belast, op den duur klachten gaan veroorza-ken. Spieren kunnen heel wat kracht leveren -daar zijn ze ook voor!-, maar het continu gespannen zijn van spieren, leidt tot problemen. Afwisseling is onontbeer-lijk, zowel bij houding als beweging. Tijdens de momen-ten waarin belaste lichaamsdelen even niet meer belast worden, is er tijd voor de nodige herstelproces-sen, zodat een volgende fase van belasting weer relatief vers kan worden ingegaan. Te weinig afwisseling is er ook bij repeterende handelingen, zoals typen. Hoewel daarbij vrijwel continu bewogen en dus afgewisseld wordt, leidt typen er toch toe dat steeds dezelfde spiergroepen gespannen zijn. In de nek, schouders vindt daarbij nauwelijks beweging plaats en deze spieren zijn vaak lange tijd onafgebroken gespannen. Het is, zo bezien, nog niet zo gek dat sommige spiervezels in dat gebied vroeg of laat burn-out verschijnselen vertonen. Een belangrijk verschil met vroeger is, dat nu veel taken zijn veranderd en het werk eenzijdiger is geworden. Vroeger liep je met je brief naar de post, nu stuur je een mailtje. Vroeger hield het typen op aan het eind van een regel en moest je even een andere beweging tussendoor maken. Vroeger maakte men werktekeningen op een tekentafel, nu op de computer. Vroeger moest je na een A4-tje het papier uit de typmachine halen en een nieuw papier invoeren, nu typen we ‘vrolijk’ urenlang achter elkaar door. 2.
Ongunstige werkhouding
Kan weinig afwisseling van de houding op zich al tot problemen leiden, bij houdingen waarbij het weefsel extra op spanning staat, zoals bij een gedraaide of gebogen nek, geldt dit in versterkte mate. Op de kantoorwerkplek komt het vaak voor dat werkne-mers frequent met het hoofd gebogen zitten, bijvoorbeeld bij schrijfwerkzaamhe-den, lezen, en bij het invoeren van data in een computer waarbij gegevens worden afgelezen die op het werkblad liggen. Het gevolg van het langdurig gebogen zijn van het hoofd is dat de nek langdurig op spanning staat. De wervelgewricht-jes, banden en spieren worden dan eenzijdig belast, hetgeen kan resulteren in nek- en hoofdpijnklachten. Hier is zelfs een soort hoofd-pijn naar vernoemd: de ante-flexiehoofd-pijn. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 20% van de beeldschermwerkers vaak last heeft van hoofdpijn. Verder is bij beeldschermwerkers gebleken dat juist de spanning in de nekspieren verhoogd is en van alle meetbare afwijkingen correleert dit nog het sterkst met RSI. 3.
Gedrag
RSI-patiënten zijn vaak plichtsgetrouwe, hardwerkende mensen. Punctueel en perfectionistisch. Op zich goede eigenschappen, maar voor RSI kan het fnuikend zijn. Door niet op tijd naar de eigen lichaamssignalen te luisteren en daar dus ook niet naar te handelen, kan overbelasting ontstaan. Als men het werk af wil hebben maar eigenlijk te weinig tijd heeft, dan leidt dat maar al te vaak tot het inkorten of overslaan van pauzes. Pauzes die hard nodig zijn voor herstelprocessen in spieren en andere weefels. Het is vaak geen onwil om Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-14-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
voldoende te pauzeren, maar door de eigen -positieve- instelling in combinatie met een hoge werkdruk wordt wel roofbouw gepleegd op het eigen lichaam. 4.
Stress
Uit onderzoek is gebleken dat de spierspanning in de nek- en schouderspieren drastisch oploopt als mensen in een stressvolle omgeving werken (zie figuur). Natuurlijk maakt het dan een groot verschil hoe men met die stress omgaat en hoe de werktechniek daardoor wordt beïnvloed. Het is gebleken dat de werktechniek sterk kan verbeteren door training, bijvoorbeeld door anti-stress programma’s en EMG trainingssessies. Bij deze laatstgenoemde trainingen wordt de spierspanning zichtbaar en hoorbaar gemaakt met behulp van EMG (electromyografie). Zo kan men op relatief eenvoudige wijze overmatige spierspanningen leren vermijden. Het frappante bij dit soort onderzoeken is dat mensen zich in het geheel niet bewust zijn dat zij hun spieren extra aanspannen, bijvoorbeeld door te werken met opgetrokken schouders. De gewaarwording speelt hierbij een belangrijke rol. Mensen moeten echt leren om naar hun lichaamsignalen te luisteren. Uit het feit dat uit onderzoeken blijkt dat het risico op RSI toeneemt door stress, mag nog niet de conclusie worden getrokken dat RSI ‘dus’ psychisch is en ‘tussen de oren zit’. Door stress neemt direct de spierspanning toe in de nek- en schouderspieren en kan bovendien het gedrag veranderen op een wijze die nadelig is voor RSI (men werkt harder en neemt minder rustpauzes en micropauzes). Hierdoor neemt de spierbelasting extra toe. Stress heeft dus overduidelijk een verhoogde fysieke belasting tot gevolg, wat overigens niet uitsluit dat bij sommige mensen psychische factoren misschien wel een oorzakelijke rol spelen.
Een voorbeeld van EMG metingen van de trapezius (monnikskapspier) bij mensen in gewone omstandigheden en in een stressvolle omgeving. Het blijkt dat de spanning in de spier drastisch toeneemt bij een stressvolle omgeving. In de figuur is te zien dat er bij de stressvolle conditie géén micropauzes optreden (de scherpe dalingen die optreden tijdens het gewoon typen). De gegevens zijn ontleend aan publicaties van Prof. Peper (www.bfe.org).
Een voorbeeld van EMG metingen van de trapezius (monnikskapspier) bij mensen in gewone omstandigheden en in een stressvolle omgeving. Het blijkt dat de spanning in de spier drastisch toeneemt bij een stressvolle omgeving. In de figuur is te zien dat er bij de stressvolle conditie géén micropauzes optreden (de scherpe dalingen die optreden tijdens het gewoon typen). De gegevens zijn ontleend aan publicaties van Prof. Peper (www.bfe.org).
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-15-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Wat veranderd er in de spieren? Doorbloeding Een goede doorbloeding is essentieel voor vrijwel elk onderdeel van de mens, en zeker ook voor spieren. Juist omdat er veel energie verbruikt wordt door de spieren is een goede aanvoer van energiestoffen en een goede afvoer van afvalstoffen noodzakelijk. Voor een goede doorbloeding is voldoende stuwkracht nodig. Dit wordt door twee factoren bereikt. Ten eerste door een goede hartfunctie en ten tweede door de zogenaamde spierpomp. De spierpomp werkt als volgt: door aanspannen van spieren worden de bloedvaten in de spier en tussen spieren samengeknepen en wordt het bloed er uitgeperst. Bij een volgende fase, waarbij de spieren ontspannen, valt de druk op de bloedvaten weg waardoor deze zich weer openen. Dit veroorzaakt een aanzuigende werking. Afwisselend aan- en ontspannen van spieren bevordert aldus de doorbloeding. Bij chronisch verhoogde spanning in een spier valt deze spierpompwerking echter weg. Sterker nog, in dat geval fungeert het spierweefsel als forse weerstand. Uit onderzoek is gebleken dat de doorbloeding in spieren al afneemt bij 10% van de maximum spierspanning en bij 70% spanning is de doorbloeding zelfs geheel gestremd. Het gevolg is dat er te weinig energiestoffen worden aangevoerd en dat er teveel afvalstoffen achterblijven. In de volksmond wordt dit wel verzuring genoemd. Hierdoor worden pijnreceptoren geprikkeld en treedt als reactie extra spieraanspanning op. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel. De doorbloeding wordt dus slechter, terwijl verhoogde spieractiviteit juist een beter doorbloeding nodig heeft! Kortom, langdurig verhoogde spierspanning is heel slecht voor de stofwisseling in de spier. Triggerpoints De afwijkingen die in de spieren ontstaan ten gevolge van een te eenzijdige en/of verkeerde belasting, kunnen symptomen veroorzaken die niet beperkt blijven tot deze spieren. Het is bekend dat locale verhardingen in de nek-, schouder- en armspieren verantwoor-delijk kunnen zijn voor pijn in een gebied dat ruim buiten deze spieren is gelegen. Ook tintelingen en "een moe gevoel" in de armen en handen kunnen hierdoor veroorzaakt worden. Deze locale verhardingen worden wel triggerpoints genoemd. Soms is zo’n triggerpoint op zichzelf niet pijnlijk, maar veroorzaakt het wel klachten ‘op afstand’. Het is dan voor niet-ingewijden vaak lastig om de oorzaak van deze klachten op te sporen. Zelfs (para-) medici hebben geregeld problemen om de bron van de klachten op te sporen en te behandelen. Een triggerpoint dankt zijn naam aan het feit dat als er op zo’n punt druk wordt uitgeoefend er pijn op afstand kan ontstaan, vergelijkbaar met het overhalen van een trekker (trigger) van een pistool: daarmee wordt ook ‘pijn’ op afstand veroorzaakt.
Een voorbeeld van een triggerpoint is hierboven weergegeven. Hierin is te zien dat een triggerpoint bestaat uit een erwtvormige verharding in de spier. Dit is op te sporen door een vinger op een spier te leggen en er rustig over heen te wrijven. Op de plaats van een triggerpoint voelt men de verharding die altijd gevoelig en meestal pijnlijk is.
Een voorbeeld van een triggerpoint is hierboven weergegeven. Hierin is te zien dat een triggerpoint bestaat uit een erwtvormige verharding in de spier. Dit is op te sporen door een
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-16-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
vinger op een spier te leggen en er rustig over heen te wrijven. Op de plaats van een triggerpoint voelt men de verharding die altijd gevoelig en meestal pijnlijk is. Spierbindweefsel Spierweefsel bestaat voor meer dan 50% uit bindweefsel. Dit bindweefsel heeft een belangrijke functie: het zorgt voor het overbrengen van krachten. De spier is in feite een krachtenfabriekje en deze krachten moeten op zo efficiënt mogelijke wijze worden overgebracht op de betreffende botstukken. Uit zeer recent wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat dit bindweefsel op een uitermate ingenieuze manier zorgdraagt voor de krachttransmissie in de spier. Nu zijn de collagene vezels waaruit het bindweefsel is opgebouwd gevoelig voor duurbelasting: er treedt langzaam maar zeker rek op (creep). Gelukkig worden spieren bij normaal gebruik afwisselend belast. Na een periode van aanspannen, is er weer een moment van rust. Alleen al door te bewegen, wisselen spanning en ontspanning elkaar af. Uitgerekt bindweefsel kan in zo’n ontspanningsfase weer herstellen. Door eenzijdige taken, hoe weinig kracht deze ook kosten, worden sommige spiervezels evenwel continu belast. Het collageen krijgt geen hersteltijd en dat kan de functie van dit deel van de spier nadelig beïnvloeden. In het decembernummer van het Tijdschrift voor Ergonomie wordt uitvoerig ingegaan wat de gevolgen daarvan precies zijn. Dit artikel staat ook op deze site. Welke spieren zijn erbij betrokken? RSI heeft verschillende uitingsvormen. De één heeft vooral last in de schouders, bij de ander ontstaan de klachten in de pols of in de arm. Gezien de neiging van RSI zich uit te breiden, blijkt dat na verloop van tijd vaak veel spieren betrokken zijn bij het proces. Het aantal spieren dat bij verschillende RSI patiënten mee kan doen, is dan ook groot. Een beschrijving daarvan zou haast neerkomen op het dupliceren van een anatomische atlas. Toch zijn er wel een aantal spieren die opvallend vaak zijn aangedaan bij RSI. De meest beruchte spier is de monnikskapspier (trapezius). Uit onderzoek is bekend dat deze het vaakst betrokken is bij RSI. Dat is ook niet zo verwonderlijk, want deze spier zorgt voor het optillen en stabiliseren van de schouders. Zodra de armen worden opgetild, zoals bij typen en telefoneren, neemt de spanning in deze spier fors toe. Maar ook bij caissières, kappers en metselaars vormt deze spier vaak een bron van klachten.
trapezius
Triggerpoints in de trapezius Triggerpoints in de trapezius kunnen niet alleen veel nekklachten veroorzaken, maar ook hoofdpijn. Gezien de toename van beeldschermwerk de laatste jaren, zien we steeds vaker RSI ontstaan bij beeldschermwerkers. Dat is vooral te wijten aan het langdurig werken in één bepaalde houding zonder dat voldoende pauzes worden genomen of dat er voldoende afwisseling is in de werkzaamheden. Vaak is er ook nog sprake is van een verkeerde werkhouding en dan spannen de spieren nog extra aan. Zo kunnen gemakkelijk pijnlijke Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-17-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
verhardingen in de trapezius ontstaan. Het is dus zaak de spanning in deze spieren zo laag mogelijk te houden zodat dit soort verhardingen wordt voorkomen. Een vergelijkbare spier is de levator scapulae, de ‘optiller van het schouderblad’. Deze spier kan een ‘stijve nek’ veroorzaken. De levator scapulae heft en stabiliseert het schouderblad, net als de trapezius, en kan vooral klachten veroorzaken bij een verkeerde werkhouding (met opgetrokken schouders) en bij gebrek aan afwisseling.
De levator scapula
Een spier die door beeldschermwerk overbelast kan worden en die pijn of een moe gevoel in de arm kan veroorzaken, is de infraspinatus. Deze spier is berucht vanwege het veroorzaken van tintelingen in de armen, vaak zonder dat de spier zelf pijnlijk is.
De infraspinatus
Een andere spier die vage klachten veroorzaakt in de armen (tintelingen, een zwaar of ‘raar’ gevoel) is de serratus posterior. De spanning in deze spier loopt vooral op bij irritatie van de gewrichten tussen wervelkolom en ribben. Dit komt veel voor. Het te lang in een verkeerde houding zitten en liggen is de belangrijkste reden daarvan. Vooral het wat gebogen zitten met de schouders naar voren is funest voor deze kwaal. Veel reiken naar de muis is ook een veel voorkomende oorzaak voor het ontstaan van dit soort afwijkingen. Het vervelende van triggerpoints in de serratus posterior is dat ze moeilijk zijn te ontdekken. Dat komt omdat het schouderblad deze spier bedekt (zie figuur D).
De serratus posterior
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-18-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Een andere oorzaak van het ontstaan van triggerpoints in deze spier is een verkeerde slaaphouding. Dat komt omdat door het liggen op de zij (de meest voorkomende slaaphouding) de bovenste arm naar voren en beneden hangt zodat de onderarm op het matras rust (de stabiele zijligging). Hierdoor ontstaat urenlang lichte rek op de rib-wervel gewrichten en kunnen na verloop van tijd blokkeringen in deze gewrichten ontstaan. Oplossing: leg een extra kussen voor de borst en laat de bovenste arm daar op rusten tijdens het slapen. Nog mooier is het gebruik van een ‘sleepmate’, de Nederlandse variant op de Indonesische goeling. Ook in de onderarm kunnen triggerpoints ontstaan. Dat is natuurlijk ook eenvoudig te verklaren: door het voortdurend aanspannen tijdens typen en muizen, beleven deze spieren tropenjaren. Een voorbeeld van dit soort triggerpoints is te zien in de volgende figuur.
Diverse onderarmspieren
Ademhalingsspieren Andere spieren die betrokken kunnen zijn bij RSI zijn de scaleni. Dit is een groepje spieren die vast zit aan de halswervelkolom en aan de bovenste ribben. Bij diep ademhalen spannen deze spieren aan, maar bij normale activiteiten nauwelijks. Vandaar dat deze spieren ook wel hulpademhalingsspieren genoemde worden, ze heffen de ribben bij speciale omstandigheden zoals niezen, zuchten en hoesten. Het is evenwel bekend dat tijdens computerwerkzaamheden en ook door stress het ademhalingspatroon verandert. De ademhaling vindt dan minder via het middenrif plaats (de buikademhaling) en meer door de ribheffers (de scaleni). Ook neemt de ademfrequentie toe en wordt de ademhaling oppervlakkiger. Een ander heeft tot gevolg dat de scaleni tijdens computerwerk en door stress heel anders en veel langduriger, repeterend aangespannen zijn, dan dat het onder normale omstandigheden het geval is. Door spieren meer te gebruiken worden ze dikker. Als dat bij de scaleni gebeurt, dan wordt de doorgang voor enkele zenuwen en bloedvaten minder ruim en kunnen inklemmingsverschijnselen optreden. Hierdoor kunnen dan bijvoorbeeld tintelingen in de arm ontstaan. Dit wordt het scalenussyndroom genoemd. Op de hierboven beschreven wijze dragen de scaleni op indirecte wijze bij aan het ontstaan van RSI gerelateerde klachten. Immers de spieren hoeven zelf geen pijn te veroorzaken, maar door afknelling van andere weefsels ontstaan de klachten. Echter, minder bekend is het dat de scaleni ook direct klachten kunnen veroorzaken, en wel door het ontstaan van triggerpoints in deze spieren. Het is van belang dit goed te onderzoeken omdat deze triggerpoints wel behandelbaar zijn, mits zij op de juiste wijze worden aangepakt. Niet behandeld kunnen dit soort afwijkingen echter jarenlang klachten veroorzaken… Voorbeelden van triggerpoints in de scaleni staan hieronder weergegeven. Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-19-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
de scaleni
Welke ander weefsels zijn bij RSI betrokken? Naast veranderingen in de spierbuiken, zoals het ontstaan van triggerpoints, kunnen nog veel meer afwijkingen ontstaan die met overbelasting te maken hebben: Peesontstekingen. De verhoogde spanning in spieren komt voor de volle 100% ook terecht in de pezen van die spieren. En deze kunnen daardoor op den duur geïrriteerd raken. · Peesschede-ontstekingen. De pezen van de onderarmspieren zijn te vergelijken met remkabels. Deze lopen door een mantelbuisje en pezen bevinden zich op vergelijkbare wijze in de peesschede, een dun vliesachtig tunneltje. Bij repeterende bewegingen zoals typen bewegen de pezen duizenden keren per dag op en neer in de peesschede. Een kleine onregelmatigheid kan bij zo intensief gebruik leiden tot de nodige irritaties. Er ontstaat vaak duidelijk waarneembare zwelling. Het meest zijn de peesscheden van de duimspieren aangedaan. · Aanhechtingspijnen. Pezen hechten vast aan botweefsel. In feite lopen bindweefselvezels over van de pees in het beenvlies. Net zoals de verhoogde spanning in de spier terug te vinden is in de pees, heeft deze verhoogde activiteit ook haar invloed op de aanhechtingen op het bot. Het is maar net waar de ketting het zwakst is, daar ontstaan dan als eerste de klachten. Aanhechtingspijn karakteriseert zich door lokale pijn ter plaatse, die nog behoorlijk ver kan uitstralen. Voorbeelden zijn een tenniselleboog en sommige vormen van hoofdpijn. · Slijmbeursontstekingen. Slijmbeurzen zijn natuurlijke vochtheuveltjes die als taak hebben wrijving op te vangen en bewegingen te vergemakkelijken. Maar als er sprake is van te intensief gebruik kunnen deze slijmbeurzen geïrriteerd raken. Dan zwellen ze op en worden pijnlijk. Dit is vooral het geval bij veel repeterende bewegingen. · Gewrichtsaandoeningen. Gewrichten worden omgeven door banden en vliezen. Beiden bestaan uit collageen bindweefsel en hebben als taak het beschermen van het gewricht tegen luxaties (kop uit de kom) én het sturen van de bewegingen in het gewricht. Als het bindweefsel veelvuldig wordt opgerekt -en dit gebeurt vooral bij het hangen in eindstanden van gewrichten- dan kan daardoor het bindweefsel structureel veranderen (slapper worden). Daarmee verandert de bewegingssturing en kunnen functiestoornissen in gewrichten ontstaan.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-20-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
. Blokkeringen in de wervelkolom. Blokkerende wervelkolom gewrichten komen veel voor. Chiropractoren en manueel therapeuten leven daarvan. Nekwerveltjes kunnen gaan vastzitten door het veelvuldig vooroverhangen van het hoofd. Dit komt bij kantoorwerkzaamheden nogal eens voor. Denk aan schrijven en lezen. Het gevolg is dat in de bovenste gewrichten van de nek een knik ontstaat en er rek ontstaat op de betreffende banden. De symptomen die hier bij horen zijn hoofdpijn, nekklachten en duizeligheid. Dit wordt wel anteflexiehoofdpijn genoemd. In de borstwervelkolom en de rib-wervelverbindingen ontstaan eveneens veelvuldig blokkeringen, Dit komt vooral door het veelvuldig ‘hangen’ in de rug: het aannemen van een slappe houding met de schouders naar voren (veel mensen typen helaas zo). Ook het vele reiken, bijvoorbeeld naar de muis, kan hierbij een oorzakelijke factor zijn. . Onderarmklachten. Een ander voorbeeld is te vinden in de onderarm. Het naar binnen draaien van de onderarmen is maar beperkt mogelijk (zie figuur). Toch moeten de onderarmen tijdens typen wel maximaal naar binnen gedraaid worden. De botstukken hangen daardoor langere tijd in hun eindstanden waardoor afwijkingen in het bindweefsel, en als reactie daarop in de spieren, kunnen ontstaan.
Uit deze figuur blijkt dat het naar binnen draaien van de onderarmen maar beperkt mogelijk is. Als de ellebogen regen het lichaam gedrukt blijven, lukt het meestal niet om de polsen horizontaal te krijgen. (overgenomen uit Versus, 1997-1)
. Gewrichtsslijtage. Gewrichtsslijtage is géén oorzaak van RSI. Toch kan er wel een relatie gelegd worden met eenzijdig en statische werkzaamheden. Gewrichten hebben namelijk als functie bewegen. Omgekeerd heeft een gewricht om in goede conditie te blijven beweging nodig. Alleen dan wordt het kraakbeen regelmatig gevoed door de gewrichtssmeer. Niets is zo schadelijk voor gewrichten als niet bewegen. En juist bij kantoorwerk wordt er te weinig bewogen en teveel gezeten. Dit kan na vele jaren zijn weerslag hebben op de conditie van de gewrichten. Regelmatige afwisseling van werkzaamheden (waarbij afwisseling tussen zitten en staan plaatsvindt) is daarom de beste remedie. · Zenuwinklemmingen. De zenuwen van de armen lopen vanaf de nekwervelkolom tot aan de vingertoppen aan toe. Er is echter niet steeds een aparte ‘busbaan’ voor hen beschikbaar. Daardoor doordringen deze zenuwen regelmatig spieren en ook wel ander weefsel. Bij verhoogde spierspanningen kunnen de doorlaatopeningen kleiner worden, waardoor de zenuwen afklemmen. Gevoelloosheid en tintelingen kunnen daarvan het gevolg zijn. De bekendste afknelling in de onderarm is het carpaaltunnelsyndroom (CTS). Dit komt overigens niet zozeer door gespannen spieren, maar door een te nauwe ruimte aan de palmzijde van de pols. Wel is het zo dat veelvuldig gebruik van de pols –vooral bij een verkeerde typhouding- en het dikker worden van pezen dit beeld wel verslechteren.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-21-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Risicofactoren A. Risicofactoren op de computerwerkplek Risicofactoren zijn omstandigheden die lichamelijke overbelasting uitlokken. Het spreekt vanzelf dat zij pas echt een probleem opleveren als men langere tijd werkt onder dit soort omstandigheden. Indien een werknemer slechts af en toe kortdurend werkt met de computer, is het helemaal niet erg dat de computerwerkplek niet optimaal is. Daar tegenover staat natuurlijk dat de risicofactoren des te zwaarder wegen naarmate er langduriger beeldschermwerk wordt verricht. De volgende risicofactoren van de kantoorwerkplek kunnen worden onderscheiden: 1. Een onjuiste opstelling van het beeldscherm en toetsenbord De klassieke fout bij de opstelling van het beeldscherm en het toetsenbord is dat deze niet in één lijn staan met de gebruiker. Deze zit bijvoorbeeld aan een werkblad, maar moet de nek draaien om op het beeldscherm te kunnen kijken. De nekspieren en andere weefsels zullen nu eerder klachten kunnen gaan opleveren. 2. Een verkeerde of verkeerd ingestelde bureaustoel Een moderne bureaustoel is in diverse richtingen instelbaar. Uiteraard is het van belang om optimaal gebruik te maken van deze instelmogelijk-heden. Maar al te vaak blijkt dat werknemers te hoog of te laag zitten of dat de armsteunen niet goed zijn ingesteld. Indien armsteunen ontbreken, dan moet bij bijvoorbeeld typen, het gewicht van de armen volledig worden opgevangen door de nek- en schouderspieren. Indien de onderarmen of de ellebogen op een steun rusten is dat niet het geval. De bovenarmen hoeven dan niet door spierkracht opgetild te worden. Dit voorkomt continue aanspanning van de trapezius, de spier die bij RSI het meest betrokken is. Het is overigens best mogelijk dat kantoor-werkzaamheden worden verricht zonder dat er armsteunen op de stoel gemonteerd zijn; door goed aan te schuiven aan het werkblad, kunnen de onderar-men ontspannen rusten op dit werkblad. In dat geval fungeert het werkblad als onderarm-steun. Een vaak voorkomend euvel is dat de onderarmsteunen betrekkelijk ver naar voren op de stoel bevestigd zijn waardoor de gebruiker niet geheel aan kan schuiven aan het werkblad en de reikafstand van de armen groter wordt. De wettelijk norm hiervoor is dat er ten minste 200 mm afstand bestaat tussen de voorzijde van de armsteunen en de voorzijde van de zitting. Verder komt het vaak voor dat de armsteunen te ver naar buiten staan. Helaas blijkt dat deze steunen bij veel stoelen ook niet ver genoeg naar binnen kunnen worden ingesteld. 3. Het ontbreken van een documenthouder In die gevallen waarbij de werknemer gegevens af moet lezen van een document, bijvoorbeeld bij typen, is een veel voorkomende fout dat het document links of rechts naast het toetsenbord op het werkblad wordt geplaatst. Dit leidt er toe dat het hoofd vaak gebogen en gedraaid moet worden om het document goed te kunnen lezen. Dit is enorm nekbelastend en leidt veelvuldig tot nek- en hoofdpijnklachten. Een documenthouder kan hierbij uitkomst Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-22-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
bieden; het document wordt vlakbij het beeldscherm geplaatst, er pal naast of er pal onder. De belasting van de nek wordt daarmee aanmerkelijk gereduceerd. In de praktijk is gebleken dat ruime documenthouders die tussen het beeldscherm en het toetsenbord kunnen worden geplaatst, het best voldoen. 4. Het ontbreken van een schuin opzetwerkblad Werkzaamheden waarbij de werknemer vaak met het hoofd naar beneden gebogen zit, zoals bij schrijven, zijn enorm nekbelastend. Na verloop van tijd kan hierdoor hoofdpijn ontstaan. Dit is te voorkomen, of althans te beperken, door gebruik te maken van een schuin opzetwerkblad, een soort lessenaar. Er zijn opzetwerkbladen te verkrijgen in diverse afmetingen en met verschillende hellingshoeken, afhankelijk van de taak (lezen, schrijven). Ook zijn er combimodellen, met een lees- én schrijfstand. 5. Onjuiste werkbladhoogte Een te laag werkblad nodigt uit tot het meer gebogen gaan zitten (nek- en rugbelastend), terwijl een te hoog werkblad kan leiden tot het extra moeten heffen van bijvoorbeeld de armen, hetgeen kan resulteren in een schouderprobleem. Toch is ‘de juiste werkbladhoog-te' een relatief begrip. Door de stoel hoger of lager in te stellen kan een minder goede werkbladhoogte gecompenseerd worden. Steeds zal naar het totale beeld moeten worden gekeken: de lichaamsafmetingen van de persoon/personen in kwestie, de taakin-houd, de hoogte van de stoel, de houding van de benen, en de werkbladhoogte. 6. Te weinig werkbladruimte De optimale grootte van een werkblad is per situatie verschillend. Taakinhoud, gebruikte hulpmiddelen, omgeving en persoonlijke werkwijzen zijn factoren die dit mede bepalen. In zijn algemeenheid is de werkbladruimte eerder te krap dan te ruim, terwijl een te ruim werkblad nauwelijks problemen oplevert voor de gebruiker. Een te krappe werkplek leidt tot opstapeling van documenten en een minder efficiënte indeling. Wat verder van belang is, is de diepte van het werkblad. Vroeger was 70 of 75 cm gebruikelijk, tegenwoordig is de standaard 80 cm. Dit is evenwel vaak nog te krap. De aanbevolen afstand tussen oog en beeldscherm is 50-70 cm, en deze afstand wordt lang niet altijd gehaald. Het gevolg is dat mensen te dicht op het beeldscherm zitten en bovendien weinig werkblad-ruimte voor het beeldscherm over hebben. Een werkbladdiepte van 100 cm op de plaats waar het beeldscherm staat is aan te bevelen. 7. Het ontbreken van een polssteun Werknemers die veel typewerk verrichten, kunnen last krijgen van de pols en onderarmspieren. Om dit te voorkomen, is het goed dat de pols zoveel mogelijk wordt ondersteund én in een neutrale stand staat. Een polssteun kan daarbij een welkom hulpmiddel zijn, hoewel het gebruik niet in alle gevallen noodzake-lijk is. 8. Een onjuist ingesteld beeldscherm Een onjuiste instelling van het beeldscherm kan leiden tot een te grote helderheid (luminantie), een te groot contrast, flikkeringen op het scherm en lijnvervorming. Dit vormt een extra belasting en kan leiden tot extra vermoeidheid van de ogen en het optreden van Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-23-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
hoofdpijn. Verder is het van belang dat de leestekens donker zijn en de achtergrond licht. Hiervoor bestaan twee redenen. Ten eerste komt deze instelling overeen met alles wat wij moeten aflezen van papier en daarom hoeven de ogen minder te accommoderen als geswitcht wordt tussen beeldscherm en document. En ten tweede is bij die instelling het grootste deel van het beeldscherm licht en daardoor valt een groot deel van hinderlijke schitteringen (reflecties) in het beeldscherm weg. 9. De plaats van de muis Hoe verder de muis naar opzij wordt geplaatst, des te groter is de spierbelasting in schouder en nek. Een extra breed toetsenbord dwingt de gebruiker om de muis verder opzij te plaatsen en dat leidt dus tot extra spierspanningen. B. Risicofactoren van de werkomgeving 1. Onjuiste verlichting Een zeer vaak voorkomend- probleem op de kantoorwerkplek, en dan met name op de computer-werkplek, is een onjuiste verlichting. Zowel het daglicht als de kunstmatige verlichting geven vaak hinderlijke spiegeling in het beeldscherm. Verder kan reflectie van licht hinderlijk zijn op documenten, het werkblad, muren en andere objecten. Een te hoge lichtintensiteit in de werkom-geving kan leiden tot een groter contrast tussen omgeving en beeldscherm hetgeen oogvermoeid-heid doet toenemen. Vaak is het niet eenvoudig om de verlichting ‘even’ te veranderen; de verlichtingsar-maturen aan het plafond zijn niet gemakkelijk te verplaatsen en dus blijft het probleem ook na signalering helaas vaak bestaan. De hinderlijke spiegeling wordt overigens lang niet altijd door de betrokkenen opge-merkt. Toch zal ook bij hen extra accommodatie van de ogen nodig zijn, waardoor de oogspieren zich langdurig extra moeten inspannen. Ook leidt spiegeling er vaak toe dat bepaalde invalshoeken worden vermeden, zodat een minder natuurlijke houding wordt aangenomen om het beeld toch maar zo goed mogelijk te kunnen zien. 2. Ongunstige klimaatsfactoren Tocht Het is duidelijk dat als iemand op de tocht zit, hij vatbaarder is voor het krijgen van verkoudheid en ook van bijvoorbeeld een stijve nek. Tocht komt in kantoorgebouwen gelukkig niet zoveel voor, maar met name baliemedewerkers kunnen daar wel last van hebben. Verder kan de luchtstroom die veroorzaakt wordt door mechanische ventilatie en door airconditioning hinderlijk zijn. Temperatuur en vochtigheid Een modern beeldscherm produceert ongeveer evenveel warmte als een mens, en dat is niet te verwaarlozen. Het is dan ook van belang alert te blijven op de tempera-tuur, vochtigheid en voldoende frisse lucht. Klachten die hieruit voort kunnen komen, zijn bijvoorbeeld een droge mond en prikkelende ogen.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-24-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Geluid Computers, beeldschermen en printers produceren geluid. Bij elkaar kan dat hinderlijk zijn en ook leiden tot concentratieverlies. Soms is er sprake van een hoge pieptoon, die nauwelijks waarneembaar is, maar ongemerkt toch invloed uitoefent. Uiteraard bepalen ook de andere omgevingsgeluiden, zoals pratende collega's, rinkelende telefoons e.d., de totale geluidsbelasting. Uitgangs-punt is dat men zonder stemverhef-fing met elkaar moet kunnen spreken. C. Risicofactoren van een onjuiste taakinhoud 1. Eenzijdige taakinhoud Helaas bestaan er nog steeds veel werksituaties waarbij de taakinhoud te eenzijdig is. Indien een werknemer het grootste deel van zijn werk eenzijdige werkzaamheden verricht, leidt dit onvermijdelijk tot fysiek eenzijdige belastingen van spieren, pezen en dergelijke. De kans op klachten is dan groot. Uit onderzoek door TNO is bijvoor-beeld gebleken dat er een duidelijk verband bestaat tussen de duur van het beeld-schermwerk en het optreden van oogvermoeidheid. Van alle beeld-schermwerkers heeft 37% vaak last van oogvermoeidheid, en dit percentage neemt fors toe indien langer dan 5 uur per dag beeldscherm-werk wordt verricht. De beste oplossing hiervoor is de taakinhoud afwisselend te maken zodat van nature afwisseling plaatsvindt van houding en beweging. Als dat niet mogelijk is, dan is het regelmatig nemen van (micro)pauzes een oplossing. Hierbij kan het geavanceerde anti-RSI softwareprogramma WorkPace van dienst zijn. 2. Te hoge werkdruk Indien de werkdruk hoog is, zal men minder geneigd zijn om kleine pauzes in de werkzaamheden in te passen. Dit lijkt weliswaar op korte termijn de productiviteit ten goede te komen, maar is op den duur heel risicovol. Naast stress-gerela-teerde sympto-men, kunnen hierdoor ook veel sneller fysieke overbelastingsverschijnselen ontstaan. Het lichaam heeft nu eenmaal op tijd rust nodig. Deze rust houdt evenwel niet in dat de werkne-mer onderuit op een sofa moet gaan liggen: de nodige afwisseling in werkzaamhe-den kan ook uitkomst bieden. Een te hoge werkdruk leidt in veel gevallen tot inefficiënt werken, onder meer door het meer maken van fouten, hetgeen de werkdruk nog meer doet toenemen. Door het inlassen van korte pauzes wordt spier- en oogvermoeidheid tegengegaan en aangetoond is dat dit de efficiëntie van werken ten goede komt. WorkPace kan hierbij helpen omdat dit programma het gebruik van toetsenbord en muis registreert en het moment berekent wanneer een rustpauze micropauze nodig is. 3. Veel werken met de muis Tegenwoordig worden veel computerprogramma's met de muis gestuurd. Het gevolg is dat daar waar voorheen verschillende vingers van beide handen de bewuste toetsen bedienden, nu steeds dezelfde spiergroepen van één hand/onderarm actief zijn in een positie die vaak te wensen overlaat. Zo wordt de onderarm vaak niet helemaal ondersteund, waardoor ook de schouderspieren weer extra belast worden. Niet voor niets duikt de term muisarm vaak op. Hierbij gaat het meestal om peesschede-ontstekingen van de onderarm- en handspieren. Veel muisgebruik kan worden vervangen door toetscombinaties. Met alt-F4 bijvoorbeeld sluit u een Windowsscherm af en hoeft u dus niet eerst naar rechtsboven in het scherm te muizen en Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-25-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
dan vervolgens te klikken en later weer terug te muizen. Het kan in veel gevallen efficiënter zijn en minder lichamelijk belastend om combinatietoetsen te gebruiken. Wat te doen tegen RSI? Het is natuurlijk duidelijk dat voorkómen beter is dan genezen. Allereerst is het noodzakelijk om de belangrijkste oorzaken van RSI aan te pakken. Dit zijn: ·
eenzijdigheid van werkzaamheden
·
lange duur van bepaalde werkzaamheden
·
statische houdingen
·
onvoldoende pauzes en korte onderbrekingen (micropauzes)
·
overbodige spierspanningen door onjuiste werksituaties
Mogelijkheden van preventie 1.
Ergonomisch werken.
De werk-zaamheden dienen op een zodanige wijze te worden uitgevoerd dat de minste kans op lichamelijke overbelas-ting bestaat. Daartoe zullen de risicofactoren zoveel mogelijk moeten worden geëlimineerd en zal de werkplek ergonomisch optimaal moeten worden ingericht. Gedacht kan worden aan: ·
stoel met zachte armleuningen (dan kunnen de armen zich beter ontspannen)
·
afwisseling van soort stoelen (wisselen met collega’s)
·
een comfortabele werkomgeving
·
aangename verlichting (bijvoorbeeld 70% indirect, 30% direct licht)
·
geen spiegelingen in het beeldscherm
·
een goede, ruime documenthouder tussen toetsenbord en beeldscherm
·
V-vormig toetsenbord, maar niet te breed
·
zachte comfortabele polssteun voor muis en toetsenbord
·
minder muisgebruik door gebruik van combinatietoetsen (vaak ook sneller)
2.
Gedragsverandering
Het is in de praktijk moeilijk om de juiste dosering te vinden in het belastingspatroon. Mensen hebben de neiging door te gaan als ze ergens mee bezig zijn. Het werk moet immers af! Het is Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-26-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
vaak geen onwil om eventjes te pauzeren, maar het komt er gewoonweg niet van. Zo pleegt men echter roofbouw op het eigen lichaam. Gebleken is dat met behulp van een intelligent anti-RSI software programma op relatief eenvoudige wijze verbluffende resultaten kunnen worden geboekt op het gebied van RSI bestrijding en RSI preventie. Een dergelijk programma meet het gebruik van toetsenbord en muis en berekent de juiste verhouding tussen belasting en ontspanning. Het meest geavanceerde programma op dit gebied is WorkPace van Niche Ltd. uit Nieuw Zeeland. Als het tijd wordt om een rustpauze of een micropauze te nemen, geeft WorkPace dit aan. Indien nodig, adviseert WorkPace om oefeningen te doen. Daarmee wordt de statische belasting die bij veel computerwerk optreedt doorbroken. WorkPace beschikt over een heel scala aan oefeningen, waaruit desgewenst een selectie kan worden gemaakt. Ook de duur en de frequentie kunnen worden aangepast aan individuele omstandigheden en wensen. Oefeningen op maat dus. Enkele voorbeelden staan hieronder afgebeeld. 3.
Taakverbreding
Door de taak van werknemers minder eenzijdig te maken, komt er automatisch meer afwisseling in de belasting van de verschillende spiergroepen. 4.
Taakroulatie
Dit is ook een probaat middel om niet dag in dag uit dezelfde spieren te belasten. Bovendien leert men zo meer facetten van de onderneming goed kennen en werkt het minder demotiverend dan jarenlang alleen dezelfde soort werkzaamheden te verrichten. 5.
Het gebruik van micropauzes
Micropauzes zijn korte onderbrekingen van het werk gedurende 5 à 10 seconden. Gebleken is dat als men maar doorstoomt en geen micropauzes neemt, de kans op RSI veel groter is. De boog kan niet altijd gespannen zijn. Tijdens een micropauze neemt de spanning in de spier af en kan het bloed weer doorstromen. Zo blijft de aan- en afvoer van energie en afvalstoffen voldoende plaatsvinden. Sommige mensen hebben een werktechniek waarbij micropauzes al van nature plaatsvinden. Helaas is dat echter meestal niet het geval en dan kan men daarbij geholpen worden met een goed anti-RSI softwareprogramma, zoals WorkPace. Tijdens een micropauze kunt u bijvoorbeeld uw armen ontspannen langs uw lichaam laten hangen en even uitschudden. Al is het maar even, het zorgt er wel voor dat de afvalstoffen zich niet ophopen en er geen verzuring van de spieren optreedt. 6.
Het verminderen van stress
Mochten er op het werk psychische spanningen bestaan dan is het zaak dat bespreekbaar te krijgen. Pas dan is er kans op verbetering. Maar al te vaak worden frustraties binnenshuids gehouden, waar het nog jaren z’n effect kan hebben. Veelvoorkomende oorzaken van stress zijn persoonlijke omstandigheden, het bestaan van conflicten en voortdurende hoge werkdruk. Het is een kunst om hier goed mee om te gaan. Stress-management programma’s kunnen hier heel zinvol zijn. 7.
Training met EMG Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-27-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Uit onderzoek is wetenschappelijk aangetoond dat men met behulp van EMG metingen in staat is om een gezonde werktechniek aan te leren. EMG is de afkorting van electromyografie, ook wel myofeedback genoemd: de spanningen in de spieren worden geregistreerd en dit wordt digitaal en akoestisch weergegeven. Zodra een verkeerde houding wordt aangenomen waarbij overmatige spierspanning optreedt, hoort men dit door een signaal. Gebleken is dat mensen zich het totaal niet bewust zijn als hun spieren teveel spannen, maar dat ze dit wel bewust worden door training met EMG. Na afloop van een goede EMG-training blijken mensen in staat te zijn om in hun eigen werksituatie ook zonder myofeedback een goede werktechniek te handhaven. Aangetoond is dat de kans op RSI hierdoor flink vermindert. Een goed en relatief goedkoop EMG apparaat is de Myotron
Op bovenstaande afbeelding is te zien dat de spierspanning afneemt na training met EMG. (Met dank aan Prof. Dr. E. Peper, www.bfe.org)
8.
Training van een goede ademtechniek
In diverse onderzoeken is vastgesteld dat mensen anders gaan ademen tijdens het werken aan de computer. De ademhaling wordt minder diep, de ademfrequentie neemt toe, de borstademhaling neemt toe en de buikademhaling neemt af. Dit is geen goede ademtechniek. Gebleken is verder dat door training mensen in staat zijn wel op een goede manier te ademen, ook tijdens typen. De ademhaling wordt efficiënter en de spierspanningen van de ademhalingsspieren neemt af. Een goede ademtechniek kan worden aangeleerd door fysiotherapeuten en oefentherapeuten. Het gebruik van EMG kan daarbij helpen omdat dan zichtbaar en hoorbaar wordt gemaakt welke ademhalingsspieren actief zijn. Men krijgt daardoor inzicht in de eigen ademtechniek; zowel de soort ademhaling (borst- en buikademhaling) als de ademfrequentie (oppervlakkig of diep) is af te leiden uit het EMG signaal. Deze trainingen zijn mogelijk met de Myotron. 9.
Het verbeteren van de slaaphouding
RSI wordt vrijwel nooit in verband gebracht met slapen. Dat is echter ten onrechte. Vooral met betrekking tot blokkeringen in de wervelkolom en in rib-wervelgewrichten kan de slaaphouding een belangrijke rol spelen. De lichaamsdelen die overdag belast worden behoren ’s nachts weer te herstellen, maar dat gebeurt lang niet altijd optimaal. Er zijn hierbij verschillende aspecten te noemen: · Ten eerste kan de slaaphouding een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van blokkeringen in het gebied tussen de schouderbladen. Blokkeringen in dit deel van wervelkolom en in de rib-wervelverbindingen komen veel voor. Dit gaat gepaard met Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-28-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
gespannen spieren in dit gebied en vage uitstralende klachten in de arm (zwaar, raar gevoel, tintelingen en pijn. Het zitten met een ronde rug, waarbij de schouders naar voren hangen is een belangrijke oorzakelijke factor (verkeerde typhouding). Reiken met de arm (muizen) ook. Het bindweefsel waaruit de kapsels en banden van deze gewrichten bestaan, rekt langzaam op (creep). Dat is niet alleen bij computerwerk het geval, ook bij rijden in de auto (armen naar voren aan het stuur), hangen op de bank bij het kijken naar de tv of bij het lezen van een boek én bij het liggen slapen in de zogenaamde stabiele zijligging. Veel mensen slapen op de zij in deze houding: de bovenste arm hangt naar beneden en de gewrichten van wervelkolom en ribben staan urenlang op lichte spanning. Terwijl ’s nachts het belaste weefsel zou moeten herstellen, vindt juist het tegenovergestelde plaats. Niet verwonderlijk dus dat mensen met klachten wakker worden. Men voelt zich stram en niet lekker uitgerust. Oplossing: slaap op de zij met een kussen voor de borst waar de bovenste arm op rust. Nog beter is het slapen met een Sleepmate, dit is de Nederlandse variant van de Indonesische goeling. Hierdoor ontstaat een goede ontspannen slaaphouding, zoals de Indonesiërs dat van nature altijd al doen. · Ten tweede kan de slaaphouding een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van blokkeringen in de nekwervelkolom. Hierdoor neemt indirect (reflectoir) de spanning van o.a. de trapezius (monnikskapspier) toe. En chronisch verhoogde spanning in deze spier is een belangrijke risicofactor van RSI. Beperkingen in de nek kunnen ontstaan als er langdurig passieve rek optreedt, zoals dat bij een verkeerde slaaphouding vaak het geval is. Het slapen op de buik is daarvan het ergste voorbeeld. De nek ligt gedraaid en ligt zo urenlang in een verwrongen stand. Maar ook in de stabiele zijligging kan er nog teveel rek optreden, vooral bij mensen die een kwetsbare nek hebben zoals na een ongeluk(je). Ook hier is het advies om een ‘Sleepmate’ te gebruiken; dat voorkomt het naar voren rollen van de romp en vermindert daardoor de draaiing in de nek. Vooral mensen die ’s ochtends met een stijve nek of met hoofdpijn wakker worden doen er goed aan dit eens uit te proberen. Daarnaast is een goed hoofdkussen belangrijk; dat geeft goede steun aan de nek en voorkomt trekspanningen tussen de nekwervels. Door Bakker & Elkhuizen Ergonomie is jarenlang onderzoek gedaan naar hoofdkussens en dit bureau heeft de ‘FysioForm’ ontwikkeld, een anatomisch hoofdkussen van 1e klas perfolatex. Door ’s nachts echt ontspannen te liggen vermindert de irritatie in de nek en daarmee indirect ook de spierspanning in de trapezius. · Ten derde kan de slaaphouding een rol spelen bij het ontstaan van polsklachten. Dit komt waarschijnlijk niet zo veel voor, maar er zijn wel voorbeelden van bekend. Dit is het geval als mensen slapen met hun handen naar binnen geklapt, bijvoorbeeld door deze tegen de kin te steunen. De pols ligt nu in een eindstand waardoor de spanning in het steunweefsel toeneemt. Bovendien vindt meer rek plaats op de structuren in de carpale tunnel, waardoor de kans op het carpale tunnelsyndroom waarschijnlijk toeneemt. Natuurlijk leidt een verkeerde slaaphouding niet zonder meer tot de diagnose RSI. Dat is immers alleen het geval als er een relatie bestaat met het werk. Toch kunnen de afwijkingen die ontstaan of mede in stand gehouden worden door een verkeerde slaaphouding wel een predisponerende factor zijn. Als mensen ’s nachts verkeerd liggen, beginnen ze de dag in feite al met een achterstand. Dan kan de emmer sneller vol raken als ze overdag hun werkzaamheden verrichten. 10. RSI-cursussen Door Bakker & Elkhuizen worden in samenwerking met het Nederlands RSI Instituut trainingen verzorgd met betrekking tot RSI-preventie. Dit betreft zowel trainingen aan artsen, Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-29-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
therapeuten en andere medisch geschoolden (RSI-Update), als aan niet-medisch geschoolden (cursus RSI-preventie). ·
RSI-Update
Hierin komen nieuwe inzichten en mogelijkheden voor behandeling en preventie aan de orde. Er wordt onder meer ingegaan op: -
C0-1 anteflexie syndroom;
-
Nieuwe inzichten en behandelmethode m.b.t. epicondylitis;
-
Nieuwe verklaringen voor reffered pain en paresthesieën in de arm
-
Effectieve triggerpointbehandeling
-
Costo-vertebraal syndroom
-
Anti-RSI software
·
Cursus RSI-preventie voor computergebruikers
Deze cursus wordt zowel gegeven aan mensen met RSI of die dat willen voorkomen. In deze cursussen wordt uitgelegd wat RSI precies is en wat je er aan kunt doen om het te voorkomen. Het zijn praktische cursussen waarin men naast inzicht in de ontstaansmechanismen ook leert hoe men adequaat kan reageren op de eerste verschijnselen van RSI. Verder leert men hoe een werkplek moet worden ingericht en wat men er verder zelf aan kan doen om klachten te voorkomen. ·
Cursus RSI-preventie voor arboprofessionals
Deze cursus heeft grofweg dezelfde inhoud als de cursus RSI-Update, maar nu wordt minder ingegaan op medische behandelmogelijkheden terwijl dieper wordt ingegaan op de beleidsmatige mogelijkheden voor preventie binnen een onderneming. 11. Algemene gezondheid Bij RSI is, net als bij andere ziektes, de algemene lichamelijke en geestelijke conditie van belang. Hoe slechter de gezondheid, des te vatbaarder is men voor ziektes. Hier enkele tips om de algemene conditie te verbeteren: · Doe 3 keer per week gedurende een half uur aan zogenaamde aerobe activiteiten. De stofwisseling, energiesystemen en doorbloeding van spieren wordt daarmee op peil gehouden. Voorbeelden zijn zwemmen, joggen, aerobics. Voor mensen die al last hebben van RSI is dit overigens niet altijd haalbaar, vooral niet als men in de derde fase is beland. Dan moet afhankelijk van de aard en ernst van de klachten een aangepast programma worden samengesteld; ·
Verbeter de houding (yoga, Thai Chi, of via therapie);
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-30-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
·
Houd het lichaamsgewicht op het ideale niveau;
·
Eet gezond. Veel fruit en groeten en vermijd teveel vet, koffie, alcohol, tabak en suiker.
·
Drink veel water. http://www.rsipreventie.nl/
Informatie betreffende rug- en nekklachten Rugklachten Lage rugklachten is, na schouder en nekklachten, de meest voorkomende klacht van het bewegingsapparaat. Geschat wordt dat, op ieder moment, minimaal 10% van de bevolking van de geïndustrialiseerde landen last heeft van zijn/haar rug. Jaarlijks gaan er van de 1000 patiënten 35 naar de huisarts vanwege rugklachten. Bij een klein percentage van deze mensen (minder dan 10%) kunnen de klachten verklaard worden vanuit een specifieke aandoening. Door middel van onderzoek zal de huisarts deze mensen specifiek behandelen c.q. doorverwijzen. Bij meer dan dan 90% van de patiënten kan echter geen oorzaak gevonden worden. Dit noemt men aspecifieke rugklachten. In principe kan iedereen aspecifieke rugklachten krijgen. Het blijkt dat de meeste mensen voor hun 30e jaar wel eens klachten hebben gehad. Heel vaak blijft het bij een éénmalige episode. Sommige krijgen echter in korte tijd steeds weer klachten. Vaak blijken er dan één of meer van de volgende factoren aanwezig te zijn waardoor de klachten steeds weer terugkeren. •
Slechte houding en/of beweging,
•
Spierzwakte,
•
Stijfheid van de wervelkolom,
•
Overgewicht,
•
Verkortingen van spieren,
•
Beperkte heupfunctie,
•
Beenlengte verschil,
•
Bekkeninstabiliteit.
De ernst van deze aspecifieke rugpijn mag zeker niet gebagatelliseerd worden. Dit blijkt uit het feit dat rugklachten een belangrijke plaats innemen bij de oorzaken van toetreding tot de WAO. Van de mensen met lage rugklachten blijft 25% enige tijd thuis van het werk en 10% kan zelfs een aantal maanden niet werken. Van de grootste groep ligt de leeftijd tussen de 35 en 55 jaar. Rugklachten treden op bij zowel bij beroepen met sterke dynamische belasting (veel tillen en bewegen) als bij beroepen met sterk statische belasting (veel werken in dezelfde houding).
Risicofactoren Er zijn een aantal risicofactoren bekend die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van lage rugklachten. Een aantal van deze factoren zie je in bepaalde bewegingen vaker terugkomen. De risicofactoren zijn: •
Frequent tillen en draaiende bewegingen maken (m.n. met gestrekte knieën), Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-31-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
•
Spierslapte en slechte algemene lichamelijke conditie,
•
Lichamelijk zwaar werk,
•
Lang in één houding werken,
•
Repeterend werk,
•
Tillen en plotselinge hevige inspanning,
•
Onderworpen zijn aan veel trillingen,
•
Depressiviteit,
•
Roken.
Behandeling van de rugklachten Wereldwijd komen de lage rugklachten veel voor, 80% van de bevolking heeft eens of meer kans op lage rugklachten ( Nachemson, 1990). Er is wereldwijd dan ook veel onderzoek gedaan naar het voorkomen van lage rugklachten en de behandeling hiervan. Uitgangspunt in het verloop van lage rugklachten is een onderzoek in 1987, het z.g.n. Report of the Quebec Task Force on Spinal Disorders. Uit dit onderzoek komt naar voren dat 74% van de mensen met acute lage rugpijn binnen 4 weken weer aan het werk is en dat na 7 weken nog slechts 17% last van de rug heeft. Alle standaarden in de wereld gaan uit van dit onderzoek en als patiënt zult u dan ook merken dat de arts u niet direct doorstuurt als u bij hem komt voor lage rugklachten.
Bij de interpretatie van bovenstaande grafiek zien we dat de belangrijkste "knik" bij 4 weken ligt en daarna bij 7 weken. De behandeling van lage rugklachten kunnen we dan ook in fases indelen.
1. Fase 1 (primair therapeutische fase): Minder dan 4 weken last van de rug; we zien een gunstig verloop in deze periode, 74% van deze mensen kan gelukkig weer aan het werk. Wetenschappelijk is er geen enkele behandeling die deze tijdsduur kan bekorten. Toch wil dit niet zeggen dat er geen behandeling noodzakelijk is. Fysiotherapie kan in deze periode veel betekenen in de vorm van goede voorlichting over rugontlastende houdingen en bewegingen. Daarnaast kan er aan de pijn worden gewerkt via massage en b.v. elektrotherapie of warmtepakkingen. Deze verrichtingen zijn echter een aanvulling op de advisering over houdingen en bewegingen. 2. Fase 2 (secundair therapeutische fase): Tussen de 4 en 7 weken last van de rug; dit is bij behandeling van lage rugklachten de kritieke fase. In de grafiek zien we dat na 4 weken het natuurlijk beloop minder gunstig is. Bij niet ingrijpen zien we een dreigend disfunctioneren en moet er duidelijk gewerkt worden aan begeleiding van activiteiten. Onderzoek heeft aangetoond dat juist in deze fase de behandeling essentieel anders is dan in de eerste fase. Er moet vooral worden gestreefd naar functionele trainingen Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-32-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
zoals het opbouwen van kracht, coördinatie en stabilisatie met daarnaast het opvoeren van de conditie. Onderzoek heeft aangetoond dat er een positieve relatie bestaat tussen conditie en lage rugpijn. 3. Fase 3: Tussen de 7 en 12 weken last van de rug; we zien een toenemend disfunctioneren en slechts een kleine toename in percentage van het aantal mensen die in deze periode geneest. Ook in deze periode ligt het accent van de behandeling op het begeleiden van de activiteiten en het houden van functionele training. 4. Fase 4: Tussen de 12 en 26 weken; duidelijk zien we dat het genezingspercentage nauwelijks toeneemt. Het wordt al moeilijker om via oefentherapie de spierkracht etc. op te voeren. Toch is in deze periode het opvoeren van de functionele vaardigheden de enige oplossing. 5. Fase 5: meer dan 26 weken last van de rug. We zien geen verschuivingen meer, behandeling via speciale rugscholen is nog een optie om zo weer wat extra vaardigheden aan te leren. Samenvattend zien we dat met name in fase 2 het van belang is om te starten met fysiotherapie en dat naast de voorlichting over de aard van de rugklachten, het verloop hiervan en de uitleg over houdingen en bewegingen van belang zijn.
Uitleg over de elementen die een rol spelen bij lage rugklachten Enige kennis over de anatomie van de rug en de krachten die op uw rug inspelen geven u inzicht in de belasting en belastbaarheid van de rug.
Anatomie De wervelkolom bestaat uit 24 wervels. Dit zijn 7 halswervels, 12 borstwervels en 5 lendenwervels. Onder de laatste lendenwervel zitten nog 5 aan elkaar vastgegroeide wervels die het heiligbeen vormen. In de medische taal spreken we van Cervicaal ( hals), Thoracaal (borst) en Lumbaal( lenden). Het heiligbeen wordt het Sacrum genoemd. Als we de wervelkolom aan de zijkant bekijken zien we dat er van nature krommingen inzitten. De kromming naar voren noemen we een lordose, de kromming naar achter noemen we een kyfose. Van boven naar beneden zien we cervicale lordose, een thoracale kyfose en een lumbale lordose. Op het moment dat deze krommingen te groot zijn spreken we van houdingsafwijkingen. Een versterkte lumbale lordose ( sterke holle rug) zien we bijvoorbeeld vaak bij mensen met zwakke buikspieren.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-33-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Tussen de wervels zitten de tussenwervelschijven die vaak een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van rugklachten. Vooral de onderste twee tussenwervelschijven worden vaak zwaar belast. De tussenwervelschijf ( in de medische wereld discus genoemd) fungeert als een schokbreker en is opgebouwd uit een kern die de grootste schokken opvangt en daaromheen verschillende banden die deze kern op zijn plaats moeten houden. De volgende twee illustraties geven een beeld van de plaats van de verschillende structuren:
Bewegingssegment Om een beter inzicht te krijgen in het functioneren van de rug nemen we als voorbeeld een bewegingssegment. Onder een bewegingssegment verstaan we twee wervels die met elkaar verbonden zijn via de tussenwervelgewrichten of facetgewrichten. Tussen de wervels zit de tussenwervelschijf en aan de zijkant hebben we de zenuwbaan die vanuit het ruggenmerg loopt. De facetgewrichten vormen de verbinding tussen de wervels en zorgen ervoor dat de wervels ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Net als andere gewrichten in het lichaam zijn deze gewrichten gevoelig voor artritis en artrose. De tussenwervelschijf zit tussen de wervels en heeft als belangrijkste taak de schokdemping binnen de wervelkolom te regelen. De zenuwbanen tussen de wervels geven onder in de rug de informatie door vanuit de benen naar de hersenen. Pijnklachten in het been kunnen veroorzaakt worden door irritatie van de zenuwbaan.
De instabiele rug Het is niet helemaal duidelijk waar de pijnklachten onder in de rug vandaan komen. Het is niet alleen de tussenwervelschijf die een rol speelt maar ook de facetgewrichten of de tussenwervelgewrichten spelen een rol met daarnaast de irritatie van de zenuw. Op het linkerplaatje ziet u een bewegingseenheid waarbij de tussenwervelschijf is versmald en er een irritatie is van het tussenwervelgewricht. De zenuw komt in de knel en het is afhankelijk van de druk op de zenuw en van de bewegingen in dit bewegingssegment in hoeverre u hiervan hinder ondervindt. Daarnaast kunnen de veranderingen in deze bewegingseenheid ervoor zorgen dat de ene wervel ten opzichte van de andere wervel gemakkelijk verschuiven kan. Er ontstaat een instabiliteit die de zenuw kan prikkelen. Afhankelijk van de sterkte van deze prikkeling voelen we de pijn of alleen in de rug of uitstralen naar de beide benen. De uitstraling komt zelden verder dan de knie.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-34-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Een gevolg van deze instabiliteit kan zijn dat de spieren in de rug verkrampen om als bescherming voor de rug op deze manier de rug vast te zetten. Een langdurige verkramping van de rugspieren geeft echter ook weer pijnklachten. De rug voelt hard aan, is stijf en soms ontstaat zelfs een dwanghouding om de pijn te ontwijken. Op het moment dat de zenuw aan een kant wordt geprikkeld zien we dat de uitstraling naar het linkerof rechterbeen op de voorgrond staat. De uitstraling komt nu vaak voorbij de knie en we zien bij het onderzoek dat bij de testen waarbij we de zenuw oprekken, de pijn toeneemt. Vaak noemen we de prikkeling van de zenuw ischias, naar de naam van de achterbeenzenuw de nervus ischiadicus. Samenvattend zien we bij prikkeling binnen een bewegingseenheid de volgende structuren een rol spelen:
1. De tussenwervelschijf. 2. De tussenwervelgewrichten. 3. De zenuw die wordt geprikkeld in de tussenwervelruimte. Vaak zien we dat bij klachten van de tussenwervelschijf de pijn toeneemt bij lang zitten en voorovergebogen houdingen omdat de druk in de tussenwervelschijf dan meer naar achter is gericht waar de zenuwen lopen. Bij lang staan en het hol maken van de rug worden de tussenwervelgewrichten meer geprikkeld. Vooral bij een artritis (= ontstekingsproces van het gewricht) of artrose (verouderingsproces van het gewrichtskraakbeen) zien we dat lang staan en lopen de pijn doet toenemen.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-35-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Beschadigingen van de tussenwervelschijf Veel problemen van de rug zijn een gevolg van het degeneratieproces van de tussenwervelschijf. Verschillende houdingen en bewegingen van de rug veroorzaken drukveranderingen in de tussenwervelschijf. Vooral de bewegingen van de rug waarbij een bolle houding wordt aangenomen geeft een uitpuilend effect van de tussenwervelschijf naar achter. Op de afbeelding hiernaast zien we dat de druk in de tussenwervelschijf van 25 kg tot 275 kg. kan oplopen in verschillende houdingen. Van hieruit valt logisch te verklaren dat bij rugklachten waarbij de tussenwervelschijf de irritatie veroorzaakt, het gaan liggen pijnverlichting geeft en het langdurig zitten in een lage en zachte stoel de meeste klachten veroorzaakt.( denk hierbij aan de autostoel). Voorover gebogen houdingen veroorzaken ook een hoge druk in de tussenwervelschijf die naar achter is gericht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het werken bij een laag aanrechtblad. Op het Plaatje: intradiscale druk in de derde lumbale tussenwervelschijf bij de volgende lichaamshoudingen (v.l.n.r.): rugligging, zijligging, staand, staand 20 graden voorover gebogen, idem met een gewicht van 20 kg, zittend zonder steun, zittend 20 graden voorover gebogen en idem met een gewicht van 20 kg.(naar Nachemson)
Het schrikbeeld, de veelbesproken Hernia Onderstaand verhaal geeft aan hoe de veranderingen in de tussenwervelschijf kunnen uitmonden in een Hernia. Duidelijk mag zijn dat dit een eindstadium is en dat de klachten worden gerekend bij de specifieke rugklachten. Uw fysiotherapeut kan via een eenvoudig bewegingsonderzoek goed aangeven of hij/zij wel of niet aan een Hernia denkt en zal in dat geval samen met uw verwijzer overleggen over vervolgonderzoek. (Overigens geneest meer dan 80% van de Hernia's spontaan) De eerste veranderingen in de tussenwervelschijf die ontstaan door overbelasting zijn scheurtjes in de banden die Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-36-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers rondom de kern liggen. Deze scheurtjes genezen op dezelfde manier als bij andere banden, er ontstaat littekenweefsel. Littekenweefsel is echter niet zo sterk als het oorspronkelijke weefsel. Het herhaald overbelasten zorgt er uiteindelijk voor dat de tussenwervelschijf degenereert. Het schokabsorberend vermogen wordt minder en de tussenwervelschijf wordt dunner door het verlies van vocht uit de kern. De scheurtjes in de banden kunnen zo groot worden dat de inhoud van de kern tegen de wortels komt te liggen. Deze druk op de wortels geeft een uitstralende pijn in het verloop van de zenuw met daarnaast gevoelloosheid en spierzwakte.
We spreken van een Hernia Nucleus Pulposus, hetgeen niets anders is dan de Latijnse benaming voor uitpuilende tussenwervelschijf. Op het plaatje links en rechts zijn duidelijke voorbeelden van Hernia's te zien. In de praktijk zien we deze duidelijke voorbeelden gelukkig niet zo veel. Toch kan ook een lichte druk op de tussenwervelschijf al tot hevige pijnklachten leiden. Op het moment dat er uitvalsverschijnselen ontstaan is het zaak om zo snel mogelijk contact op te nemen met de arts. Verlamming van beenspieren ( het niet op de hakken of tenen kunnen lopen) of het uitvallen van de blaasfunctie en het uitvallen van de sluitspier waardoor u uw ontlasting niet kunt ophouden zijn de meest voorkomende uitvalsverschijnselen. De uitpuiling van de hernia is dan zo groot dat de zenuwbaan geheel afgeklemd wordt. Meer nieuws over een Hernia op de site van neurochirurgie-zwolle.nl
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-37-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Werkhouding Uit bovenstaand verhaal kunnen we afleiden dat juist het zitten voor veel mensen met rugklachten een te zware belasting is. Juist het goed inrichten van de werkplek is dan ook van essentieel belang bij de behandeling van lage rugklachten. Meer informatie hierover op de pagina Beeldschermwerk, waarin uitgebreid wordt ingegaan waarop gelet moet worden bij het inrichten van de werkplek.
Algemene aandachtspunten bij bukken en tillen •
Til rustig.
•
Til de last zo dicht mogelijk bij het lichaam.
•
Til niet boven schouderhoogte.
•
Vermijd een maximaal voorovergebogen houding van de romp.
•
Vermijd draaien en zijwaarts buigen van de romp.
•
Til met twee handen.
Voorwerpen oppakken Pak alleen met steun van een goed verankerd voorwerp iets op. Doe dit vanuit de benen met gestrekte rug. Let op dat u daarbij niet naar voren, zijwaarts of naar achteren reikt. Houd de schouders boven de heupen zodat uw rug recht blijft en houd de arm naast uw lichaam. Een last te ver van uw lichaam oppakken is slecht voor uw rug. (informatie uit de KNGF folder "weer op de been na uw hernia operatie")
Overgewicht, een gewichtige zaak Hoe moeilijk afvallen voor veel mensen ook is, feit is dat elke 10 kg overgewicht een toename van 40 kg druk op de tussenwervelschijven geeft. Gewicht wordt bij de afdeling fysiotherapie gemeten met een weegschaal die naast het gewicht ook het vetpercentage aangeeft. Een andere manier om naar het gewicht te kijken is het berekenen van de Body Mass index, waarbij wordt gekeken naar de verhouding tussen lengte en gewicht. Bij het bepalen van het "ideale" gewicht voor zover dit bestaat is het meten van het vetpercentage bij de behandeling van lage rugklachten belangrijker dan het bepalen van de body mass index. Fysiotherapie en lage rugklachten ( richtlijn KNGF lage rugpijn) De fysiotherapeut maakt een onderscheid tussen specifieke lage rugklachten en aspecifieke lage rugklachten. Bij de aspecifieke lage rugklachten zijn geen aanwijsbare specifieke lichamelijke oorzaken voor de pijn te vinden zoals bijvoorbeeld een zenuwinkleming of ontsteking. Bij 90% van de mensen is echter geen specifieke oorzaak te vinden. Bij 60% van de mensen schiet het spontaan in de rug tijdens een buk- of tilbeweging. Bij 40% van de mensen zien we dat de pijn langzamerhand toeneemt zonder duidelijke oorzaak. Pijn is de belangrijkste klacht naast stijfheid van de rug, m.n. de zogenaamde ochtendstijfheid zien we veel voorkomen.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-38-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers Het natuurlijke beloop van de klachten is gunstig, bij 80%-90% van de mensen verdwijnen de klachten binnen 46 weken. Fysiotherapie beperkt zich bij deze groep tot het geven van voorlichting en advisering om zoveel mogelijk aangepast actief te blijven. Een afwijkend beloop is er als na 3 weken de klachten niet afnemen of zelfs toenemen. We zien dat de mensen meer rust moeten nemen op een dag, meer medicijnen gaan gebruiken en al minder gaan doen. De fysiotherapeut zal bij een afwijkend beloop dan ook vragen wanneer de klachten zijn begonnen en wat u wel en niet kunt doen. Soms wordt hierbij gebruik gemaakt van vragenlijsten zoals de Quebec back Pain Disability Scale. Ook de Patiënt Specifieke Klachten lijst ( Beurskens) wordt gebruikt om te dienen als meetinstrument voor het bepalen van de ernst van uw klachten. Bij de indeling van lage rugklachten door de fysiotherapeut wordt uitgegaan van de duur van een lage rugpijnperiode van acuut (0-6 weken), subacuut ( 7-12 weken) en chronisch ( meer dan 12 weken). Vergeleken met de indeling in fases zien we dat fase 1 overeenkomt met de acute periode en fase 2 en 3 met de subacute periode. De chronische periode omvat de andere fases zoals in het begin van deze brochure beschreven. Therapieën Bij de acute rugklachten komt in de wetenschappelijke literatuur duidelijk naar voren dat bedrust niet zinvol is. Indien bedrust noodzakelijk is dan wordt geadviseerd om deze kort te houden ( maximaal 2 dagen). Actief blijven is het meest zinvolle advies bij acute en subacute lage rugpijn. In deze eerste twee fases zal de fysiotherapie dan ook voornamelijk beperkt blijven tot voorlichting en advisering. Bij de chronische rugklachten komt naar voren dat in deze fase oefentherapie zinvol is. Met name een gevarieerd oefenprogramma waarbij het doel is om het activiteitenniveau uit te breiden via actieve participatie en tijdsgebonden handelen. Er worden in samenspraak tussen fysiotherapeut en patiënt doelen gesteld en de tijd wordt bepaald waarin deze doelen moeten worden gehaald. De fysiotherapeut bepaalt aan de hand van testen het beginniveau en bouwt de therapie op volgens een stappenplan waarin de activiteiten worden uitgebreid. Verder is er geen literatuur bekend waarin melding wordt gemaakt van positieve effecten van massage, elektrotherapie, ultrageluid of tractie. Wel blijkt dat oefenen in water zinvol lijkt bij patiënten met chronische rugpijn.
http://www.rug-klachten.info/ Tennis & Gezondheid – lage rugklachten Lage rugklachten De rug bestaat uit vele wervels. De wervels zijn aan elkaar geschakeld door gewrichtjes en een tussenwervelschijf. Deze tussenwervelschijf heeft de functie van een schokdemper die in een gezonde situatie vele krachten kan verwerken. Alle wervels worden bijeen gehouden door banden en spieren. Door diverse oorzaken zoals vertillen of een slechte houding kan de beweeglijkheid van één of meerdere van bovengenoemde schakels verminderen. Dit kan gebeuren door een spierscheur, verkramping, wervelblokkade of irritatie van het gewricht. Het kan pijnklachten geven. Bij tennis ontstaan lage rugklachten veelal door de gecombineerde draaien strekbeweging van de rug bij de service. De dubbelhandige backhand kan ook lage rugklachten veroorzaken. Preventie De belangrijkste preventieve maatregelen ter voorkoming van lage rugklachten zijn het versterken van uw rug-, buik- en bovenbeenspieren en het soepel houden van uw lage rug en bekken. Hieronder staan een aantal oefeningen die u thuis kunt doen om lage rugklachten te voorkomen. Rekken grote lendenspier: •
Maak een flinke pas naar voren
•
buig zover mogelijk door het voorste been
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-39-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
•
houd uw rug rechtop en duw de heup naar voren, tot u rek voelt.
•
herhaal deze oefening 2-3 keer aan beide kanten
Rekken gehele rug •
leg uw handen op een hek of boarding
•
uw voeten staan in een kleine spreidstand plat op de vloer
•
laat uw romp naar achteren zakken
•
duw uw neus tussen uw knieën
•
herhaal deze oefening 2-3 keer met korte pauzes
Los maken lage rug (SI-gewricht) •
ga op uw rug liggen met gebogen benen
•
uw voeten staan op de grond
•
leg uw armen opzij met de handpalmen naar boven
•
beweeg beide knieën naar links en vervolgens naar rechts
•
houd uw voeten op de grond en uw knieën bij elkaar
Versterken rechte buikspieren •
ga op uw rug liggen met de benen gebogen
•
kantel uw bekken dor uw rug tegen de ondergrond aan te duwen
•
zet uw voeten op de grond
•
houd uw armen gekruist voor uw borst
•
kom met hoofd en bovenlichaam zover van de grond los dat de schouders de grond niet meer raken
•
laat u langzaam weer zakken en kom, net voordat uw schouders de vloer raken, weer omhoog
•
blijf gedurende de oefening naar het plafond kijken http://www.rug-klachten.info/ Hoe ervaart u nek-, schouder-, en armpijn? Met nek,- schouder-, en armpijn kunt u soms een lange tijd rondlopen zonder dat u de oorzaak van deze pijn kent. De pijn begint meestal met een stijf gevoel aan één zijde van uw nek. De intensiteit van de pijn verloopt in een golfbeweging die afhankelijk is van de ernst van het probleem. Die golfbeweging zal op den duur overgaan in een constante pijn die naar uw schouder en arm kan uitstralen, wanneer de Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-40-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
oorzaak niet verholpen wordt. De pijn in uw schouder en uw arm komt overeen met kiespijn die soms met scherpe pijnscheuten gepaard gaat. Uw arm en vingers kunnen tintelen en verdoofd aanvoelen alsof uw arm 'slaapt'. Naar gelang de aandoening groter wordt, zullen uw arm en vingers kracht verliezen, zodat u voorwerpen kunt laten vallen. Derhalve zult u dagelijkse handelingen niet meer kunnen uitvoeren. Hoe functioneren uw halswervels? Uw halswervels zijn de bovenste wervels van uw ruggegraat. De halswervels zijn uitermate beweegbaar, omdat tussen twee opeenvolgende wervels een tussenwervelschijf ligt die de wervels ten opzichte van elkaar flexibel maakt en die tevens als schokbreker dient. Ook de structuur van de wervels is bepalend voor deze beweeglijkheid. Zo kunt u uw hoofd naar voren, naar achter en zijwaarts buigen. Dat u uw hoofd kunt buigen is te danken aan de talrijke banden en spieren rondom uw halswervels die uw nek stabiel en beweeglijk maken. De halswervels vormen gezamenlijk aan beide zijkanten openingen waaruit zenuwwortels komen (zie tekening). Die zenuwwortels ontstaan in het ruggenmerg dat rechtstreeks met de hersenen verbonden is. Deze zenuwen ofwel 'communicatielijnen in uw lichaam' geven impulsen door aan weefsels van andere organen. Een blessure in de halswervels kan de doorvoer van deze impulsen naar uw hersenen en omgekeerd belemmeren. In het slechtste geval kan de gehele werking van uw wervelkolom ontwricht raken, waardoor uw zenuwen gestoord
worden.
Wat veroorzaakt uw nek-, schouder-, en armpijn? De pijn in uw nek, uw schouder en uw arm is terug te voeren op irritatie van een zenuw die door de halswervels het ruggenmerg verlaat en die over uw schouder naar uw arm loopt. Deze irritatie kan het gevolg zijn van een verkeerde lichaamshouding. Bijvoorbeeld uren achter elkaar in dezelfde houding achter een computer zitten, zoals typistes of computerprogrammeurs. Irritatie van een zenuw kan ook veroorzaakt worden door uw wervelkolom te forceren. Deze forcering of storing is dan veelal te wijten aan een plotselinge krachtige ruk van uw nek, te zwaar tillen, een val of door een draaiende of trekkende beweging van uw arm. Bij een auto-ongeluk treedt vaak het zgn. 'whiplasheffect' op. Dit is een nekspier-, band-, en/of tussen- wervelschijfverrekking ten gevolge van een aanrijding. Daarnaast kan littekenweefsel van oude kwetsuren in uw nek en schouder tot irritatie van een zenuw leiden. Bovendien kunnen externe psychische en fysieke spanningen uw spieren verkrampen die als gevolg daarvan veel druk op uw wervels en nekzenuwen uitoefenen. Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-41-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Tenslotte kan irritatie van zenuwen in uw nek, schouder of arm ontstaan door artrose. Artrose is slijtage van de wervels waarbij de wervels verkalken en de tussenwervelschijven versmallen. Hoe kunt u de pijn voorkomen? U kunt de pijn in uw nek, schouder en uw arm voorkomen door: nooit op uw buik te slapen. Wanneer u op uw buik ligt staan uw nekspieren en halswervels onder een te grote druk. Niet op een te dik kussen te slapen. Ook in dit geval ontstaat spanning op uw nekspieren en halswervels. niet doorgezakt te staan of te zitten. Dat vergroot namelijk de spanning op uw nek en schouders. Niet liggend televisie te kijken of te lezen. Deze houding belast namelijk uw nek te veel. Regelmatig tijdens het werk te pauzeren en van lichaamshouding te veranderen. Geen zware schoudertas te dragen. Het gewicht van hetgeen u draagt evenredig over beide armen te verdelen. http://www.chiropractie-vanbeest.nl/frame.html
Informatie betreffende branderige ogen en hoofdpijn
Bij het dragen van contactlenzen kunnen zich een aantal problemen voordoen die normaal te noemen zijn. Deze problemen zijn: Een branderig gevoel van de ogen als u zich in een droge ruimte bevindt (bijvoorbeeld in een vliegtuig of in een andere "airconditioned" ruimte). Een branderig gevoel bij langdurig beeldschermwerk.
Minder comfort bij vermoeidheid, slecht onderhoud of te weinig knipperen van de ogen. De bovengenoemde problemen zijn dus normaal bij het dragen van contactlenzen.
http://www.oogheelkunde.com/Menu/Correct_Vision/Contactlenzen/body_contactlenzen.htm l
Stress door slecht licht Gezondheidsrisico computer- beeldscherm Op de meeste kantoren is de verlichting slecht waardoor niet alleen het prestatievermogen van de werknemer afneemt, maar ook brandende en snel vermoeide ogen, stijve ledematen en hoofdpijn optreden. Dit is het resultaat van een onderzoek dat 4 ½ jaar duurde en door het lichtlaboratorium Bartenbach in Innsbruck uitgevoerd werd. Tijdens het onderzoek werden bij ca. 1.200 personen gedurende drie tot vier uur 35 verlichtingssituaties met kunst- en Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-42-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
daglicht getest. Het prestatievermogen werd door te lichte of te donkere oppervlakken van de bureaubladen met ca. 16 procent gereduceerd. Bovendien was ook de verlichting van muren, plafonds of vloeren hierop van invloed. Door psychologisch onderzoek stelde het team van Christian Bartenbach stressfactoren vast die eveneens het prestatievermogen reduceerden. Bij de proefpersonen werd bij slechtere verlichting ook vastgesteld dat er meer getranspireerd werd, de gezichtsspieren gespannen waren en de hartslag sneller werd, vertelde Bartenbach. Bij slecht licht worden nauwkeurigheid, het gehele gezichtsvermogen en het vermogen om bepaalde prikkelingen te onderscheiden negatief beïnvloed, aldus Bartenbach. Ook wordt er minder nauwkeurig afgelezen en is de vergelijking tussen documenten en het beeldscherm slechter. Te heldere of te donkere vlekken, alsmede reflecties op het beeldscherm zouden slechtere prestaties tot gevolg hebben. Ook het grote verschil in verlichting tussen de werkplek en de directe omgeving is een grote belasting voor het gezichtsvermogen, waardoor de hersenen voortdurend bezig zijn met de verwerking van sterk schommelende lichtsituaties, stelt Bartenbach vast. Het slechte licht zou op langere termijn de gezondheid schade kunnen berokkenen, is de waarschuwing van de oprichter van het lichtlaboratorium. http://www.ogenenmeer.com/article186287_15680.html
Beeldschermwerk en gezondheid Het werken met beeldschermen is een vanzelfsprekend verschijnsel geworden in onze samenleving. Hoewel beeldschermwerk niet direct schadelijk voor de gezondheid is, bestaat er een samenhang tussen het werken met beeldschermen en het ontstaan van klachten. Hoofdpijn en oogklachten Door het werken met beeldschermen kunnen wel oogklachten, maar geen oogafwijkingen ontstaan. De oogklachten bestaan voornamelijk uit klachten die ontstaan door vermoeidheid van de ogen. Ze uiten zich als brandende, prikkende ogen en wazig zien aan het eind van de werkdag. Ook hoofdpijn is een veel voorkomende klacht. Vermoeidheid van de ogen en andere klachten kunnen onder andere ontstaan door: •
slecht leesbare tekst door spiegelingen op het scherm door lichtinval, te kleine letters en een trillend beeldscherm;
•
een te groot contrast tussen beeldscherm en omgeving (bijvoorbeeld de omgeving is te licht en het beeldscherm is te donker, of het beeldscherm is voor het raam geplaatst);
•
spiegelingen via tafelbladen of wanden;
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-43-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
•
een verschil in afstand tussen beeldscherm, document en toetsenbord, waardoor de ogen voortdurend scherp moeten stellen. Hoofdpijn kan ook ontstaan door spanning en verkramping van de nekspieren. Dit kan te maken hebben met de werkhouding, bijvoorbeeld als het hoofd gedurende langere tijd voorovergebogen of gedraaid gehouden wordt om een tekst te lezen. Bij oogklachten speelt ook de leeftijd een belangrijke rol. Medewerkers die een leesbril gebruiken kunnen problemen krijgen bij het lezen van het beeldscherm omdat die op een grotere afstand staat dan de normale leesdocumenten. Vaak zal men bij dergelijke problemen de werkplek zo inrichten dat tekst en beeldscherm zich op eenzelfde afstand tot de ogen bevinden. Als een dergelijke opstelling niet te realiseren is kan men kiezen voor een beeldschermbril. Dit is een bril waarbij de leesafstand is afgestemd op de plaats van het beeldscherm. http://www.rug.nl/cis/amd/diensten/beeldscherm.htm
Eerst een beschrijving van de gezondheidsklachten die bij het werken met beeldschermen kunnen optreden: Oogklachten, klachten van spieren, pezen en gewrichten (nek, schouders, rug, armen, handen), hoofdpijn, vermoeidheid en nerveuze klachten.
Oogklachten en oogonderzoeken. Het gezichtsvermogen gaat niet achteruit door beeldschermwerk, er kunnen wel klachten van vermoeide, tranende ogen voorkomen en/of dubbelzien als gevolg van: • kwalitatief slecht beeldscherm of slecht leesbare teksten • spiegeling of licht weerkaatsing van lampen of vensters op het scherm • extra inspanning van de ogen doordat men te dichtbij zit of het scherm slecht staat opgesteld • langdurig doorwerken, zonder pauze • geen goede bril/contactlenzen. Iemand die begint met beeldscherm werk of klachten heeft mogelijk samenhangend met beeldschermwerk kan zijn/haar ogen periodiek laten onderzoeken bij de Arbodienst Een doorverwijzing naar een oogarts i.v.m. een beeldschermbril is mogelijk. http://www.arbo-advies.nl/index.html?beeldnew.htm
Beeldschermbrillen Waarom een computerbril? Er kunnen diverse redenen zijn waarom bepaalde groepen mensen voor het aflezen van het beeldscherm een aangepaste bril nodig hebben. De belangrijkste daarvan zijn: Afname van het accomodatiebereik - Het is een vast gegeven dat, naarmate men ouder wordt, het aanpassingsvermogen van de ogen afneemt. De bril wordt daarom aangeraden voor Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-44-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
alle beeldschermgebruikers vanaf 40 jaar en ouder, die problemen hebben met de huidige bril. Hoger leesvlak van het beeldscherm - Een bi- of multifocale bril is afgestemd op het lezen van papier, dat voor de lezer ligt. De beeldschermgebruiker moet dus met het hoofd in de nek werken, om de schermtekst scherp waar te nemen. Wat nekklachten kan veroorzaken. Onvoldoende correctie - Niet alle brillen of contactlenzen hebben altijd voor de drager de juiste correctie. Bij normaal gebruik hoeft dat geen ernstige problemen te geven, maar bij beeldschermwerk leidt dit vaak tot klachten. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking met deze uiterst comfortabele oplossing. Werkgevers worden zich meer en meer bewust van het feit dat werknemers met klachten a.g.v. beeldschermwerk geholpen moeten worden, daar er nog meer kosten moeten worden gemaakt indien deze werknemers hun werk moeten neerleggen omdat ze gewoon niet verder kunnen met beeldschermwerk.Uit onderzoek is ook naar voren gekomen dat er behoorlijk veel oogproblemen bestaan bij beeldschermwerkers (Een beeldschermwerker is een persoon die meer dan 2 uur per dag gebruik maakt van een beeldscherm. Naarmate de tijdsduur achter een beeldscherm voort duurt, stijgt de klachten omvang aanzienlijk.). Alhoewel nooit bewezen is dat er blijvende oogschade kan ontstaan door beeldschermwerk, is wel gebleken dat een groot deel van de beeldschermwerkers regelmatig tot vaak last heeft van hoofdpijn, vermoeidheid aan de ogen, droge ogen. Van alle beeldschermwerkers in Nederland heeft 40% last van hoofdpijn. Deze klachten blijken voornamelijk veroorzaakt te worden door een slechte werkhouding, die ingenomen wordt om de oogbelasting te verminderen. Beeldschermwerk stelt duidelijk hogere eisen aan de ogen dan het conventionele lezen. Dit wordt veroorzaakt door de volgende feiten: • De kijkafstand is bij normaal lezen 30 tot 40cm, bij beeldschermen bedraagt de afstand 50cm of meer. • Een goede accommodatie-instelling is soms moeilijk te handhaven door onscherpte van het beeld. • Een onrustig verspringend beeld, waardoor oogbewegingen worden opgewekt, die extra belastend zijn voor de oogspieren. • Waarneembare flikkeringen. Door de bovenstaande opsomming is beeldschermwerk minder lang vol te houden dan het conventionele lezen en kunnen klachten ontstaan. Beeldschermwerkers vormen een van de grootste risicogroepen op de werkvloer. De klachten die ontstaan als gevolg van het werken met beeldschermen worden nog steeds onderschat. Toch komen de werkgevers nu wel steeds meer terug op hun vaak vooringenomen mening over klachten die ontstaan als gevolg van beeldschermwerk. Als redenen kunnen gegeven worden: • De Arbo-wetgeving, die de werkgever verplicht de klachten van het personeel nader te onderzoeken (zie “besluit beeldschermwerk” hieronder) • Het bewust worden van de werkgevers van het uitvallen van het personeel, als gevolg van het aanhouden van de klachten die zich voordoen met beeldschermwerk. • Een extra service naar het personeel toe om beeldschermbrillen te vergoeden. Besluit Beeldschermwerk 10 dec 1992 artikel 5.11 - De werkgever is verplicht de werknemer, indien de werknemer klachten ondervindt met beeldschermwerk, kosteloos te stellen wanneer de werknemer door een deskundige onderzocht wil worden. Bovendien dient de werkgever op te draaien voor de kosten van een eventuele aan te schaffen beeldschermbril. Dit betekent dat de werkgever de beeldschermbril moet vergoeden. Dit kan zowel een mono-,bi-,tri- of multifocale bril zijn.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-45-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Wie een leesbril heeft en veel achter de computer zit, zal het ongemak ongetwijfeld herkennen: of het scherm is niet scherp, of de tekst op bijvoorbeeld een floppy is niet goed leesbaar. Dat heeft alles te maken met kijkbereik van een normale leesbril, die nu eenmaal niet is toegerust op een afstand oog-beeldscherm. Er bestaan speciale beeldschermglazen de Business glazen. Een dynamisch glas voor werkzaamheden op korte en middellange afstand. Hierdoor krijgt u zowel een scherp beeldscherm als een duidelijk leesbare floppy. Ze geven een groot scherpte diepte gebied vanaf 30 centimeter tot ongeveer anderhalve meter. Met deze glazen kan dus niet in de verte scherp gezien worden! De glazen worden in kunststof geleverd en kunnen worden voorzien van een anti-kraslaag en een zevenlaagse ontspiegeling die het flikkerende beeld rustig maakt! Natuurlijk kunnen alle soorten glazen (mono-,bi of multifocaal) geleverd worden.Wat op dit moment vaak in bedrijven gedaan wordt als iemand oogklachten heeft is dat ze naar de bedrijfsarts gaan, deze stuurt degene dan eventueel naar de Arbo-dienst door, welke op zijn beurt de persoon weer doorverwijst naar haar of zijn opticiën als het om eventueel beeldschermglazen betreft. Deze glazen worden dan (deels) vergoed door de werkgever. Hierdoor kan het zijn dat werknemers al een tijdje hun werk hebben moeten neerleggen omdat ze gewoon niet verder konden met beeldschermwerk. Tevens wordt er pas aktie ondernomen als er al klachten zijn, het mooist is als deze al ondervangen kunnen worden en de werknemers erg tevreden zijn met de secundaire arbeidsvoorwaarden van hun bedrijf. Wat wij als meerwaarde voor uw bedrijf kunnen gaan betekenen is dat wij terplekke op locatie al uw medewerkers screenen. We komen dan met alle apparatuur naar u toe, er wordt een oogmeting gedaan en we screenen tegelijkertijd de gezondheid van de ogen. Er wordt uitvoerig besproken op welke afstanden er gewerkt wordt en hoe lang iemand achter het beeldscherm zit. We kunnen dan zo’n 30 personen per dag onderzoeken. Tevens nemen we monturen mee die de persoon dan direct uit kan zoeken. Wij brengen uitgebreid verslag uit over de ogen van deze personen met aansluitend advies. Dit sturen wij naar uw bedrijfsarts en personeelszaken. Deze bepalen dan aan de hand van ons advies of diegene in aanmerking komt voor een beeldschermbril. Na overleg met uw bedrijf nemen wij de orde aan en maken het zo snel mogelijk in orde, we komen de beeldschermbrillen zelf afleveren ook weer op uw bedrijf. Over de kosten van monturen en glazen maken wij prijsafspraken. Zo kunt u klachten van uw personeel ondervangen en oplossen en tevens geeft u uw personeel een extra service door dit aan te bieden. Onze ervaring leert dat het personeel het erg op prijs stelt dat hun bedrijf zo zuinig op hen is, en dat de uitgebreide oogscreening vaak als erg deskundig wordt ervaren. Veel oogklachten kunnen worden opgelost. http://www.villaoptica.com/brillen/beeldschermbrillen.php
Protect Yours Eyes While Working
- To mark March as Workplace Eye Safety Month, the American Academy of Ophthalmology and Eye M.D.s across the nation want to alert Americans to the possibility of eye injuries in the workplace. Industries such as construction and automotive repair can be hazardous to your vision. Despite existing safety legislation and educational programs, each working day in the United States, more than 1,000 employees sustain job-related eye injuries, making workplace injury a leading cause of ocular trauma, visual loss and blindness. Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-46-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Ninety percent of these injuries can be prevented with appropriate protective eyewear. Many of those injured workers reported that they didn’t think they needed to wear eye protection, or wore eyewear inappropriate for the job. Safety eyewear must have "Z87" marked on the frame or lens. "[Include personal story if appropriate]," said Dr. [Name], a/an [City] Eye M.D. Dr. [Name] and the Academy agree that wearing proper eye protection is a matter of vital importance to worker health and safety. As more people use computers in the workplace, complaints of eye fatigue, difficulty focusing and discomfort have also become commonplace. We've moved into the computer age, but our offices haven't. Lighting, furniture and desk configurations that worked fine for typewriters, add to fatigue and discomfort when working with computers. "Computer video display terminals don't damage vision, but you might still experience eye strain. Fortunately, rearranging your computer workstation, taking more frequent rest breaks or getting proper glasses can often relieve these symptoms," states Dr. [Name]. In addition, heating and air conditioning systems of office buildings can also increase problems with dry eyes during the winter, states Dr. [Name]. Dry eye occurs when the eye doesn't produce enough tears to keep the eye comfortable. Usual symptoms include stinging or burning eyes, scratchiness, a feeling that there's something in the eye, excessive tearing or difficulty wearing contact lenses. Over-the-counter eye drops called artificial tears usually do the trick, but if the problems persist, see your Eye M.D. or eye care professional for an evaluation. To learn about protective eyewear for your occupation and/or to pinpoint the cause of your discomfort, see your Eye M.D. or eye care professional. http://www.aao.org/ Introduction Visual problems such as eyestrain and irritation are among the most frequently reported complaints among computer users. Symptoms can include: • Eye Irritation (red, watery or dry eyes) • Fatigue (tired, achy heaviness of the eyelids or forehead) • Difficulty Focusing • Headaches • Backaches • Muscle Spasms Why Is It In The News? As computers continue to play an increasing role in both our personal and professional lives, more and more people are experiencing vision problems associated with computer use. Some eye health care professionals refer to vision problems associated with computer use as "Computer Vision Syndrome." However this term may be misleading, implying there is a disease or damage to the eyes associated with computer use. Facts & Statistics • According a survey appearing in a 1992 issue of the Journal of the American Optometric Association, it cost nearly $2 billion per year to diagnose and treat eye problems related to vision problems related to the use of computers.1
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-47-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
•
The Computer Industry Almanac, Inc. predicted there would be more 164 million computers in the United States and nearly 600 million computers worldwide in use by the year 2000.2
•
According to the U.S. Department of Labor, the percentage of households with computers increased for 15 percent to 35 percent between 1990 and 1997.
•
There is no valid convincing scientific evident suggesting the video display terminals are harmful to the eyes.
Conclusions Preventing vision problems associated with using computers is a matter of ergonomics. The Academy recommends the following: • Workstation-the computer monitor should be a little farther away than you would normally read. The screen should be at or slightly below eye level. The reference material should be placed as close to the screen as possible to minimize head and eye movements and focusing changes. •
Lighting-Reflections and glare should be minimized. Monitor filters for the computer screen can help.
•
Breaks-Using a computer requires a fairly unchanging body, head and eye position, which can cause fatigue. Taking frequent breaks can help reduce the fatigue. The National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH) recommends at least a 10-minute rest break after two hours of continuous computer use.
•
Blink-Blink frequently. This helps lubricate the eyes and prevents them from drying out.
•
Get Regular Eye Exams-An Eye M.D. can determine if the discomfort is from an unexpected eye disease or from using the computer. If the problem is due to working on your computer, he or she can prescribe glasses that are correct for you and your computer use.
References 1. Sheedy JE. Vision problems at video display terminals: a survey of optometrists. J Am Optom Assoc 63, 687-692, 1992. 2. Computer Industry Almanac, Inc. [Homepage of the Internet] c1998 Computersin-Use Year 2000. Available at http://www.c-i-a.com/19981103.htm. http://www.aao.org/ Eye M.D.s Urge Workplace Eye Safety March 5, 2002 (San Francisco)—Each working day in the United States, more than 1,000 employees sustain job-related eye injuries, making workplace injury a leading cause of ocular trauma, vision loss and blindness. Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-48-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Many of these injured workers didn't think they needed to wear eye protection, or wore eyewear inappropriate for the job. To mark March's designation as Workplace Eye Safety Month, the American Academy of Ophthalmology - the Eye M.D. Association - wants to remind Americans of the importance of wearing proper eye protection in the industrial workplace, as well as alert us to the less obvious issues in workplace eye safety, such as computer eyestrain. Despite existing safety legislation and educational programs, some industries such as construction and automotive repair can be downright hazardous to your vision. Some of the most common workplace injuries occur when people fail to wear eye protection when they're welding or working under a car. As more people use computers in the workplace, complaints of eye fatigue, difficulty focusing and discomfort have become commonplace. Staring at computer video monitors doesn't damage vision, but you might still experience eyestrain. Fortunately, rearranging your computer workstation, taking more frequent rest breaks, or getting proper glasses can often relieve these symptoms. To pinpoint the cause of your discomfort, first get an eye exam from your Eye M.D., who can rule out the possibility of eye disease as the cause of your symptoms. You may find you need glasses when working at a computer, or that your prescription needs updating. Next, take a look at your workstation: • Screen distance: You should sit about 20 inches from the computer monitor, a little farther away than reading distance, with the top of the screen at or below eye level. • Equipment: Choose a monitor that tilts or swivels, and has both contrast and brightness controls. • Furniture: An adjustable chair is best. • Reference material: Should be placed on a document holder, so you don't have to keep looking back and forth, frequently refocusing your eyes and turning your neck and head. • Lighting: Should be modified to eliminate reflections or glare. A hood or micromesh filter for your screen might help limit reflections and glare. • Rest Breaks: Take periodic rest breaks, and try to blink often to keep your eyes from drying out. http://www.aao.org/ Repeterende bewegingen zoals typen of langdurig gebruik van de muis kunnen leiden tot klachten aan vooral handen, polsen, armen, schouders en nek. Deze bewegingen geven het lichaam namelijk weinig kans op herstel van verrichte inspanning, vooral als in een "verkrampte", met de schouders opgetrokken houding, zonder pauze te nemen langdurig wordt gewerkt. De verzamelnaam voor deze klachten is "RSI", dat wil zeggen "repetitive strain injury". Verschijnselen kunnen zijn tinteling, pijn, gevoelloosheid en krachtverlies in de hand, de pols en in de onderarm. Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-49-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
Afwisseling in werkzaamheden en verandering van werkhouding verminderen de kans op klachten. Er worden nog enkele oefeningen beschreven die u kunt doen om uw oogen nekspieren te ontspannen. Lezen vanaf een beeldscherm kost meestal meer inspanning dan het lezen van papier. De verlichting in de werkruimte en meer nog lichtcontrasten kunnen onnodige redenen voor gezondheidsklachten zijn. Voor het louter werken aan een beeldscherm zou een laag verlichtingsniveau het beste zijn. Moeten er documenten ingevoerd worden, dan kan men het beste met een bureaulamp die niet in het scherm moet spiegelen - bij verlichten. Kan het zonlicht onbeperkt naar binnen vallen, zijn de lichtarmaturen niet afgeschermd met een lamellenrooster en is bij de inrichting van de werkruimte veel gebruik gemaakt van lichte kleuren (witte muren), dan is er al gauw sprake van te sterke lichtcontrasten: uw ogen moeten zich dan steeds op een wisselende hoeveelheid licht instellen, hetgeen erg vermoeiend is. Probeer lichtcontrasten te beperken. Vooral als het beeldscherm ver weg staat of spiegeling optreedt op het scherm, of als de lichtcontrasten in de ruimte waarin u werkt erg groot zijn raken de ogen sneller vermoeid. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in pijnlijke of tranende ogen, in wazig zien of hoofdpijn. Uw ogen worden echter niet slechter van het lezen van een beeldscherm. Wat kunt u in dit geval het beste doen? Controleer of het beeldscherm op de goede afstand staat (tussen 50 en 70 cm), dat er geen spiegeling in het scherm kan optreden (zonwering, lichtbronnen afschermen, beeldscherm opstellen parallel aan en liefst zover mogelijk vanaf het raam). Daarnaast is het nuttig dat u regelmatig uw ogen laat testen als u brildragend bent of boven de 40 jaar. In het geval dat u beeldschermwerker bent (dat wil zeggen dat u minimaal 2 uur per dag werkzaam bent aan een beeldscherm) en u uitsluitend om het beeldschermwerk te kunnen doen een bril(aanpassing) nodig zou hebben, komt u in aanmerking voor vergoeding van de kosten door uw werkgever. Uw personeelsconsulent kan u hierover verder informeren. http://www.unimaas.nl/am/organisatie/richtlijnen/ergonomie/amum1201.htm
Literatuurlijst betreffende overige media 1. Ir. Voskamp, P., Arbo informatie Werken met beeldschermen, Sdu uitgevers Den Haag, 1997, 3e oplage 1999 2. Ir. Voskamp, P., Handboek ergonomie, Samson Alphen aan de Rijn/Diegem, 1998
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-50-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
3. Koorn, R., Warning, J., Nelemans, R., Berends, W., Widers, M., Quick-Scan werkdruk De werkdruk meter, FNV-Amsterdam, uitgeverij Kerckebosch b.v. Zeist, 1999 4. Boere, A., Praktijkgids arbeidsveiligheid, Samson Alphen aan de Rijn/Diegem, 1999 5. Van den Boom, H., Romme, K, Schellings C, Preventie in de fysiotherapie, onderzoek en behandelingsstrategie bij arbeidgerelateerde klachten, Elsevier / de tijdsboom, Maarsen, 2000 6. Ir. Voskamp, P., Peereboom, F., Arbo informatie Fysieke belasting bij het werk, Sdu uitgevers Den Haag, 2000 7. Enkhuizen, J.W.,RSI & Collageen, een dynamische visie op statische belasting, Tijdschrift voor ergonomie, februari 2000 8. Dr. Haan, J., Dr. Ferrari, M.D., Alles over hoofdpijn en aangezichtspijn, Pablo Picasso, Huilende vrouw(1937) Beeldrecht Amstelveen, april 2000 3e herziene druk 9. Sluiter, J.K., Rest, K.M., het Saltsa rapport, richtlijnen voor de vaststelling van de Arbeidsrelatie van aandoeningen aan het Bewegingsapparaat in de Bovenste Extremiteiten(ABBE’s), coronel instituut van arbeid, milieu en gezondheid, academisch medisch centrum, divisie publicthealth, onderzoeksinstituut amCOGG 10. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Werken met beeldschermen, directe voorlichting, Den haag, juni 2000 11. Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, Handelen van de bedrijfsarts bij het oogonderzoek bij beeldschermwerkers, november 2000 12. Noten, K., Fitness bij RSI, A.W. Bruna uitgevers b.v. Utrecht, 2001 13. van der Heiden, C., Methorst, G.C., Behandelstrategieën bij ziekte verzuim, Bohn Stafleu van Loghun Houten/Diegem, 2001 14. Beemster, M., van Boven, F., van der Hulst, P., Flinsenberg, N., Langerak, S., Wessing, D., Attentie…RSI preventie! Pilot, Afstudeer opdracht voor Hogeschool van Amsterdam 15. Blatter, B. M., e.a., De omvang van verzuim en arbeidsongeschiktheid door RSI, februari 2001, TNO Arbeid 16. Schaeps, M., van den Aneeke, A., Repitive Strain Injuries Reviewed, rapportage naar het voorkomen van RSI-gerelateerde klachten als gevolg van het verrichten van beeldschermwerk, Arbeidsinspectie, centraal kantoor afd. monitoring en beleidsinformatie, augustus 2001
Nawoord Tijdens onze beroepsopdracht hebben we de gebruikelijke tegenslagen mogen verwerken. Hier waren wij al op voorbereid en hebben dat gelukkig meegenomen in onze vangnetten. We hebben het dan over computers die het laten afweten, documenten die kwijt raken, het niet kunnen vergaren van informatie enz. Deze kleine tegenslagen hebben verder geen invloed Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-51-
Preventie van werkgerelateerde klachten bij beeldschermwerkers
gehad op onze werkzaamheden en nog belangrijker op de eindproducten. Eindproducten waar we trots op mogen zijn. De opdracht is uitgevoerd voor HCN die hier vraag naar had. We hopen dus ook van harte dat zij de eindproducten in gebruik zullen nemen en dat deze dan ook een positieve uitwerking hebben op het ziekteverzuim en preventie hiervan. Verder hebben wij veel geleerd van deze opdracht. Zeker met het oog op de bedrijfsfysiotherapie dat op het moment een steeds grotere rol inneemt binnen de fysiotherapie. We zijn blij dat wij hier aan hebben mogen deelnemen ondanks dat bedrijfsfysiotherapie nog niet is opgenomen binnen de opleiding.
Beroepsopdracht door: Arnoud van der Plas en Scott Sanders Hogeschool van Amsterdam instituut fysiotherapie
-52-
Bijlagen ARBO BESLUIT Hoofdstuk 5 fysieke belasting Afdeling 1 fysieke belasting Artikel 5.1 Definitie richtlijn In deze afdeling wordt verstaan onder richtlijn: Richtlijn nr. 90/269/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 mei 1990 betreffende de minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voor het handmatig hanteren van lasten met gevaar voor met name rugletsel voor de werknemers (PbEG L 156). Artikel 5.2 Voorkomen gevaren De arbeid wordt zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats wordt zodanig ingericht, een zodanige productie- en werkmethode wordt toegepast of zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden gebruikt, dat de fysieke belasting geen gevaren met zich kan brengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer. Artikel 5.3 Beperken gevaren en inventarisatie en evaluatie 1. Voor zover de in artikel 5.2 bedoelde gevaren redelijkerwijs niet kunnen worden voorkomen, wordt de arbeid zodanig georganiseerd, wordt de arbeidsplaats zodanig ingericht, wordt een zodanige productie- en werkmethode toegepast en worden zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, dat die gevaren zoveel als redelijkerwijs mogelijk is worden beperkt. 2. Bij de uitvoering van het eerste lid worden in het kader van de inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, met inachtneming van bijlage I bij de richtlijn, de veiligheidsen gezondheidsaspecten van de fysieke belasting beoordeeld, waarbij met name gelet wordt op de kenmerken van de last, de vereiste lichamelijke inspanning, de kenmerken van de werkomgeving en de eisen van de taak. Artikel 5.4 Zitgelegenheid 1. Aan een werknemer die arbeid verricht, welke geheel of gedeeltelijk zittend kan worden uitgevoerd, is daartoe een doelmatige zitgelegenheid ter beschikking gesteld. 2. Aan werknemers die arbeid verrichten, welke staande moet worden uitgevoerd, doch waarbij het arbeidsproces hun toelaat van tijd tot tijd te gaan zitten, is een voldoende aantal doelmatige zitgelegenheden ter beschikking gesteld. Artikel 5.5 Voorlichting 1. Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij sprake is van het handmatig hanteren van lasten wordt doeltreffende voorlichting en doeltreffend onderricht gegeven over: a. de wijze waarop lasten gehanteerd worden; b. de aan het handmatig hanteren van lasten verbonden gevaren voor hun veiligheid en gezondheid en de te nemen maatregelen om deze gevaren zo veel mogelijk te beperken. 2. Aan de betrokken werknemers wordt adequate informatie verstrekt over het gewicht van de te hanteren last en, wanneer het gewicht van de last niet gelijk verdeeld is, over het zwaartepunt of de zwaarste kant van die last.
Artikel 5.6 Bijlagen richtlijn Met betrekking tot fysieke belasting worden de bijlagen I en II bij de richtlijn in acht genomen. Afdeling 2 beeldschermwerk Artikel 5.7 Definities In deze afdeling wordt verstaan onder: a. beeldscherm: een alfanumeriek of grafisch scherm, ongeacht het gebruikte afbeeldingsprocédé; b. werkplek: het beeldscherm en het geheel van de daarbij behorende beeldschermapparatuur waarvan een werknemer gebruik maakt, met inbegrip van de onmiddellijke werkomgeving. Artikel 5.8 Toepasselijkheid 1. Deze afdeling is niet van toepassing op: a. bestuurdersplaatsen op machines; b. computersystemen die in de eerste plaats bestemd zijn voor gebruik door het publiek; c. zogenoemde draagbare systemen die niet aanhoudend worden gebruikt op een werkplek; d. rekenmachines, kassa’s en andere apparatuur die voorzien zijn van een klein display voor gegevens of hoeveelheden, nodig voor het directe gebruik van die apparatuur; e. conventionele schrijfmachines met display. 2. Voorts is deze afdeling niet van toepassing op arbeid waarbij een werknemer gewoonlijk minder dan twee uren per etmaal gebruik maakt van een beeldscherm. Artikel 5.9 Inventarisatie en evaluatie 1. In de inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, wordt specifiek aandacht besteed aan de gevaren voor het gezichtsvermogen en die van de fysieke en psychische belasting als gevolg van arbeid aan een beeldscherm. 2. Op basis van de uitkomsten van de in het eerste lid bedoelde inventarisatie en evaluatie worden doeltreffende maatregelen genomen om de desbetreffende gevaren te ondervangen, rekening houdend met de gevolgen van die gevaren en de onderlinge samenhang daartussen. Artikel 5.10 Dagindeling van de arbeid De arbeid aan een beeldscherm is zodanig georganiseerd dat deze arbeid telkens na ten hoogste twee achtereenvolgende uren wordt afgewisseld door andersoortige arbeid of door een rusttijd, zodanig dat de belasting van het verrichten van de arbeid aan een beeldscherm wordt verlicht. Artikel 5.11 Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers 1. Iedere werknemer die voor de eerste keer belast wordt met arbeid aan een beeldscherm wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek heeft in ieder geval betrekking op de ogen en het gezichtsvermogen. 2. De werknemer wordt opnieuw in de gelegenheid gesteld een onderzoek als bedoeld in het eerste lid, te ondergaan, indien zich bij hem gezichtsstoornissen voordoen die het gevolg kunnen zijn van het verrichten van arbeid aan een beeldscherm. 3. Indien de resultaten van het onderzoek, bedoeld in het eerste en het tweede lid, dit vereisen, wordt de betrokken werknemer in de gelegenheid gesteld een oftalmologisch onderzoek te ondergaan. 4. Indien de resultaten van het onderzoek, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, dit vereisen en normale oogcorrectiemiddelen niet kunnen worden gebruikt, worden aan de
betrokken werknemer speciale, met de desbetreffende arbeid verband houdende, oogcorrectiemiddelen verstrekt. Artikel 5.12 Voorschriften voor de inrichting van werkplekken Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de werkplek en de wisselwerking tussen de gebruikte programmatuur en de werknemers. Afdeling 3 bijzondere sectoren en bijzondere categorieën werknemers § 1 Vervoer Artikel 5.13 Toepasselijkheid Afdeling 2 van dit hoofdstuk is niet van toepassing op: a. bestuurdersplaatsen op een voertuig op een openbare weg of spoor- of tramweg; b. computersystemen in een luchtvaartuig, een zeeschip of een binnenvaartuig dan wel een voertuig op een openbare weg of spoor- of tramweg. § 2 Thuiswerkers Artikel 5.14 Toepasselijkheid Op thuiswerk zijn de afdelingen 1 en 2 van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing. Artikel 5.15 Werkplekvoorzieningen 1. De arbeidsplaats van een thuiswerker is zodanig ingericht dat de arbeid zoveel mogelijk zittend op ergonomisch verantwoorde wijze kan worden verricht. Daartoe zijn een doelmatige zitgelegenheid en een doelmatig werkblad of een doelmatige werktafel ter beschikking gesteld. 2. Indien de thuiswerker reeds uit eigen hoofde beschikt over de in het eerste lid bedoelde voorzieningen, behoeven deze niet alsnog ter beschikking te worden gesteld.
Stappen plan werkplek instellen
1. De zithoogte van de stoel dient op gelijke hoogte te staan als de onderkant van je knieschijf. Ga hier dus even voor staan. Tijdens het zitten zelf dienen de voeten op de grond te staan. Lukt dit echter niet gebruik dan een voeten steun. 2. De zitdiepte dient zo ingesteld te worden dat, tussen de voorrand van de stoel en de knieholte een vuistdikte afstand zit. Deze ruimte dient niet te klein gemaakt te worden anders kunnen bloedvaten en zenuwen worden afgekneld. 3. De rugleuning stelt men zo in dat de bovenkant van het bekken en de onderrug worden ondersteund. De rugleuning dient in een hoek van 90 à 95º te worden gezet. (bijna rechtop) 4. Stel de armleuningen zo in dat de schouders niet afhangen. Tevens dient de leuning zo te staan dat de elleboog een hoek van ongeveer 90º maakt. 5. Het werkblad dient op dezelfde hoogt als de armleuningen te worden geplaatst. Hierdoor worden de onderarmen deels door het bureaublad gesteund. 6. Zet het toetsenbord in de vlakste stand zodat de polsen kunnen rusten. Voor het toetsenbord dient genoeg ruimte te zijn om de polsen en onderarmen te ondersteunen tijdens het typen. 7. Het beeldscherm dient tussen de 50 en de 70 cm van je af te staan. Om de juiste hoogte te bepalen, zet je het beeldscherm eerst gelijk aan het bureau. Hierna stel je de gewenste hoogte in. De bovenrand van het beeldscherm mag niet boven ooghoogte uitkomen. Let op lichtinval, vermijdt dit.
• Zit altijd recht voor je scherm. • Knipper regelmatig met de ogen en kijk af en toe van het scherm af. • Ga af en toe staan en beweeg je rug en nek.