r nge za
et ri r
an
ge
r
te Wa
Ri
et
z
de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk 2 • 2009
voorzitter redactieadres vormgeving & fotoredactie penningmeester, ledenadministratie & advertenties waarnemingen
redactieleden
website webmaster
Arjan van Egmond Bestevaerweg 36 • 2225 PC Katwijk (071) 401 06 56 •
[email protected] René van Rossum Wassenaarseweg 16 • 2223 BK Katwijk (071) 362 37 34 • 06 123 096 57 •
[email protected] Angélique van der Burg Looyerslaan 44 • 2223 TH Katwijk (071) 401 75 38 •
[email protected] Ben Wielstra Piet Heinstraat 31 • 2231 RK Rijnsburg (071) 403 39 42 •
[email protected] Gijsbert van der Bent (071) 402 45 47 •
[email protected] (eindredactie) Bas van der Burg (071) 401 75 38 •
[email protected] Casper Zuyderduyn 06 153 572 16 •
[email protected] www.birdclubkatwijk.nl André van der Plas (071) 407 27 98 •
[email protected]
abonnement
Abonnementsgeld bedraagt minimaal € 13,-/jaar voor leden wonende in de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg en Noordwijk, en € 15,-/jaar daar buiten. Het abonnementsgeld overmaken op bankrekeningnr.: 3918.44.431 van de Rabobank Katwijk ten name van Vogelclub Katwijk. Bovenstaande prijzen zijn per jaargang. Eventueel eerder uitgekomen nummers van het betref fende jaar worden nagezonden. Het lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij u uiterlijk voor 1 december het abonnement schriftelijk opzegt bij de penningmeester.
doel van vogelen natuurclub Katwijk
Het vergroten van de interesse in en kennis van de natuur – met name van vogels, vlinders en libellen – in en om Katwijk.
foto’s omslag
Waterrietzanger, Lentevreugd, Wassenaar, 16 augustus 2009. Onderste rondje: Rietzanger, Lentevreugd, Wassenaar, 16 augustus 2009. (René van Rossum)
de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk
2
De vogel- en natuurclub Katwijk is opgericht in februari 1986. Het tijdschrift De Duinstag verschijnt drie maal per jaar. Voor inlichtingen, abonnementen, adreswijzigingen en klachten kan men zich schriftelijk wenden tot Angélique van der Burg, Looyerslaan 44 • 2223 TH Katwijk.
vierentwintigste jaargang nummer 2 2009
de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk VOORWOORD Wat menigeen al vermoedde werd deze zomer bevestigd: de Appelvink broedt in het Katwijkse. In deze Duinstag vindt u het verhaal over de ontdekking van het eerste bewezen broedgeval van de Appelvink, maar ook over de eerste waarneming voor Nederland van een Kleine Burgemeester in de maand juli. Luuk Punt heeft de eerst trektelling op de Puinhoop er al lang weer opzitten en met een soms lastige Waterrietzanger in Lentevreugd hadden we de eerste goede soort van het seizoen vorige maand al binnen (zie de omslag !). Als u dit leest zal het najaar ongetwijfeld al echt begonnen zijn. Huisfotograaf René van Rossum is in juni naar IJsland geweest. De fraaie foto’s die hij daar heeft gemaakt zeggen genoeg. Het diverse aanbod van kopij doet ons deugd. We hebben noodgedwongen zelfs kopij moeten doorschuiven naar de volgende Duinstag. Als van de winter de bladeren van de bomen zijn gevallen is het veel makkelijker om de eerste Boommarter van Katwijk te vinden. Dat dit niet eens zo’n gekke gedachte is kunt u in het volgende nummer lezen... Ook dit jaar heeft onze vereniging op 28 augustus meegedaan aan de Nationale Nachtvlindernacht. Ongetwijfeld volgt een verslag daarvan ook in het volgende nummer. Voor komend najaar en winter zijn vier lezingen gepland. De eerste is op vrijdag 11 september en gaat over de vogelwereld van Costa Rica. Arjan van Egmond, augustus 2009 LEZINGEN & EXCURSIES Op vrijdag 11 september organiseert de Vogel- en Natuurclub Katwijk een lezing over het vogelleven in Costa Rica in etablissement De Roskam aan de Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn. De lezing begint om 20.00 uur en is toegankelijk voor zowel leden als niet-leden. De entree bedraagt 2,euro. Het is de spectaculaire avifauna die Pieter Westra heeft overtuigd om een leven te beginnen in Costa Rica en zich professioneel bezig te houden met het organiseren en begeleiden van vogelreizen in dit prachtige land. Pieter zal met enthousiasme Costa Rica en zijn avifauna voorstellen aan de hand van mooie beelden. Iedereen die interesse heeft in vogels of reizen naar Costa Rica is welkom bij deze lezing. De andere vrijdagen met lezingen zijn: 13 november, 15 januari en 12 maart. Voor het laatste nieuws en meer informatie verwijzen wij u graag naar onze website (www.birdclubkatwijk.nl/clubnieuws). Let tevens op onze aankondigingen via de lokale media !
3
Nieuwe broedvogel voor Katwijk e.o.
Nestvondst van de Appelvink in Panbos Tweede Pinksterdag 1 juni 2009. Na een weekje Frankrijk (mooie Slangenaren den, Grauwe Klauwieren en Cirlgorzen en veel Zwarte Wouwen en Europese Kanaries) was het weer tijd voor het gewone werk: het in kaart brengen van de broedvogels van De Pan van Persijn. De zangpiek was voor de meeste soorten wel min of meer achter de rug, dus de verwachting waren niet al te hoog gespannen. Een rondje van een uur of vier, dat moet lukken... De zang viel niet eens tegen. Misschien wel vanwege ’t fraaie weer. Even gecontroleerd of m’n Grauwe Vliegenvangers er nog zaten, en zowaar nog een nieuw nest ontdekt en daarmee een derde territorium zekergesteld. En passant nog wat Kruis bekken en een Sijs overvliegend. Dit jaar heb ik opvallend vaak Sijzen gehoord, eigenlijk het gehele seizoen door. Op Koninginnedag zat er zelfs één hoog in een populier te zingen, maar verder ging het alleen om overvliegende exemplaren. Na een uurtje of twee gelopen te hebben ontdekte ik in de omgeving van de Gan zenvijver een wat ouder heerschap. Grijze lokken, baseballpet, versleten pukkel over de schouder (met daarin waarschijnlijk witte bolletjes) en duidelijk geïnteresseerd in hetgeen zich in de boomkruinen ophield: Cees Schoonenberg dus. Ik had z’n fiets al zien staan bij de ingang, dus het was geen verrassing hem hier te treffen. ”En…hoe is het met uw Wielewalen?” Ik had tot dan toe slechts één waarneming, en ook deze ochtend was tot dus ver geen succes geweest. Appelvinken dan? Nee, ook niet. Maar die zaten er die dag misschien nog wel in. De route werd gezamenlijk vervolgd, zij het in een wat rustiger tempo. Via een
4
Grauwe Vliegenvanger (een nieuwe) en een Goudvink (vrouwtje bij de achteringang) liepen we in de richting waar de Appelvinken het meest waren gezien. Een overvliegend exemplaar wees ons min of meer de weg. Even verderop was ’t weer raak. Een roepende vogel in een rechte lijn tussen de bomen door vliegend, dus duidelijk met een doel. Even later wéér eentje, nu ter plaatse. Ook roepend en weer net zo snel vertrokken als hij of zij was gekomen. Hier zat meer in. Het wachten op de volgende verschijning werd opgevuld met nog een nieuwe Grauwe Vliegenvanger (waar komen die beesten toch ineens vandaan...?). En dan weer een Appelvink en snel weg weer. Het doorzoeken van een meidoornbosje leverde in eerste instantie niets op. Totdat ik een hoog piepend geluid opving. Dat kwam toch echt uit dat bosje. Nog maar eens kijken en inderdaad; op zo’n vier meter hoogte, in een takvork, zat een vrij klein, rommelig gebouwd nest. Het vervelende was dat het alleen recht van onderen zichtbaar was. De oudervogels lieten zich dan natuurlijk niet zien. Aangezien we toch zeker wilden weten wie de bewoners waren, zat er niets anders op dan op enige afstand de
Broedlocatie Appelvink in het Panbos, omgeving achteringang. 10 augustus 2009. Het nest bevond zich in de haag midden op de achtergrond, op zo’n vier meter afstand van het pad. (Gijsbert van der Bent) Inmiddels verlaten nest van Appelvink in het Panbos, 10 augustus 2009. Het nest is vrij omvangrijk en ziet er slordig uit van onderaf bekeken. (Gijsbert van der Bent)
5
Appelvink ♂ (René van Rossum)
boel in de gaten te houden. Waar ze vandaan kwamen weten we niet, maar een luid gepiep wees ons er telkens op dat we weer een voederbeurt hadden gemist. Dan maar eens van de andere kant proberen. Ondanks dat we daar meer in ’t zicht stonden hadden we toch meer succes. Een Appelvink vloog uit het bosje, ter hoogte van het nest. Eindelijk een nestvondst! We besloten de boel niet langer te verontrusten. Dat rondje van de beoogde 4 uur werd er uiteindelijk één van 7,5 uur. Een week later zijn de vogels niet meer aangetroffen. De vondst van een nest met jongen van de Appelvink betekent een mooi bewijs dat de Appelvink hier gebroed heeft en jongen groot heeft gebracht. Al weten we natuurlijk niet of die ook daadwerkelijk zijn uitgevlogen. Het broeden van de
6
Appelvink in onze streken wordt al langer vermoed en zeker verwacht, maar dit is pas het eerste harde bewijs. Peter Imthorn Naschrift: De stand in Nederland wordt geschat op 8.000-10.000 broedparen, tegenover 3.000-4.500 in de jaren 1979-1983 (SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002). De Appelvink is dus eind vorige eeuw fors toegenomen in Nederland, al neemt de soort de laatste tien jaar weer wat af. De soort heeft bovendien ook de sprong naar de binnenduinrandbossen gemaakt. Hier is de soort in de broedtijd echter nog maar zeer spaarzaam vastgesteld. Appel vinken zijn notoir moeilijk te inventariseren, waardoor we het meestal moeten
doen met ’territoria’. In de waarnemingenrubriek elders in dit nummer staat een flinke lijst Appelvink-waarnemingen van dit voorjaar (waar de waarnemingen van Peter Imthorn uit Panbos overigens niet bij staan). Broeden hing dus wel een beetje in de lucht. Op de Noordwijkse lijst prijkt de Appelvink alleen nog als doortrekker (home.hccnet. nl/c.erkelens/). Hoe bijzonder de nestvondst in het Panbos is blijkt ook uit wat de website van onze zuiderburen, de Vogelwerkgroep Meijendel (www.vwg-m.nl), meldt: Het territorium van een Appelvink in kavel 73 in 2001 was nieuw voor het duin; het is de eerste keer dat deze soort territoriumhoudend werd vastgesteld. Geregeld werd in kavel 73 een overvliegend exemplaar gezien en éénmaal werd voedseltransport waargenomen. De waarnemer geeft aan dat de locatie van het nest niet met zekerheid in DZH-gebied viel vast te stellen. Mogelijk werd iets verder, in een tuin in Rijksdorp gebroed. Hoe dan ook; dit geval geeft aan dat de soort ook het duin als broedvogel bereikt heeft. De laatste jaren werden Appelvinken in de winter en het vroege voorjaar meer gemeld dan voorheen. Adri Remeeus, veteraan onder de Meijendel-inventariseerders, schrijft desgevraagd: ”Als medewerker van het Meijendel Vogel populatieonderzoek heb ik zowel in 2001 als in 2007 een territorium opgegeven aan SOVON, omdat voldaan werd aan de BMPcriteria. Alle waarnemingen vonden plaats in kavel 73 langs/nabij de Wassenaarse Slag. Het ging om ter plaatse vogels en voedselvluchten. Nesten heb ik niet gevonden en ik heb altijd het vermoeden gehad dat de exacte locaties zich in Rijksdorp of naaste omgeving bevonden. In de vallei
Meijendel neem ik jaarlijks Appelvink waar, zij het dat het steeds om een of twee voorjaarswaarnemingen gaat en dat er niet echt een lijn in te ontdekken valt. Ook in Raaphorst neem ik bijna jaarlijks Appel vinken waar. Verder weet ik dat Ab Steen voorden regelmatig melding maakte van Appelvinken in de Wassenaarse duinvoet, omgeving Jagerslaan, Lijsterlaan en Groot Haesebroekseweg. Mijn indruk is dat de Appelvink in onze regio onderschat wordt door onvoldoende gekwalificeerde dekking van met name de landgoederenzone tussen Meijendel en de N44. Volgend jaar beschik ik over veel vrije tijd, want ik ga met vroegpensioen en tevens een eenmansbedrijf voor natuuronderzoek oprichten. Ik ben zeker van plan de landgoederenstrook in de geëigende periode (maart–mei) dan goed te onderzoeken op de Appelvink, en wellicht ook Vuurgoudhaantje en Bonte Vliegenvanger.” Het moge duidelijk zijn. Appelvinken zijn geen Grasmussen of Nachtegalen, want heel onopvallend en stiekem in de broedtijd. Mogelijk broeden er al sinds 2001 Appelvinken in de duinen en/of binnenduinrandbossen tussen Den Haag en Katwijk, maar echt het nest vinden is een heel ander verhaal. Dat het Katwijkse nest gevonden werd pal naast een wandelpad in een recreatiebos met op hoogtijdagen duizenden bezoekers is opmerkelijk. Werd de Appelvink niet altijd beschouwd als een heel schuwe vogel ? Gijsbert van der Bent
Literatuur naast de genoemde websites: SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Leiden.
7
rondje
IJSLAND in 10 dagen
IJsbergenmeer Jökulsárlón, waar veel Noordse Sterns, Kleine- en Grote Jagers en wat Drieteenmeeuwen en Sneeuwgorzen waren, IJsland, mei 2009, (René van Rossum)
8
7 6 5
9
10 1
4 2
3
Van 26 mei t/m 5 juni 2009 hebben wij een rondje IJsland gedaan. Geboekt via Buro Scandinavia. Nu in de crisistijd (om dat woord maar wéér eens te noemen) is het een stuk aantrekkelijker geworden. De zwarte rondjes met nummers geven de overnachtingen aan. Mocht je ook op het idee komen om dit te doen... dan kan ik je direct vertellen: DOEN ! maar niet de weg A1 tussen nummer 8 en 9. Dat is te eentonig en voor vogelaars niet echt interessant. Na 2 uur en 3 kwartier vliegen met Iceland Air landen we op Keflavik. Daar hebben we een auto gehuurd. In de directe omgeving van het vliegveld waren al 10-tallen Watersnippen baltsvluchten aan het uitvoeren en de eerste Koperwieken werden hier gezien (een ondersoort die een stukje donkerder oogt). Na ongeveer 50 kilometer rijden kom je in Reykjavik aan. Onderweg kwamen we al 1000-en Noordse Sterns en een vrouwtje Alpen sneeuwhoen tegen, dat ik echt over het hoofd zag door de geweldige schutkleur.
Jeannet merkte deze op toen ik Noordse Sterns aan het fotograferen was. Onze eerste overnachting was in Reykjavik, een behoorlijk grote stad met veel verkeer. 70% van de bevolking woont hier van de in totaal 300.000 inwoners van IJsland, dat 21/2 keer groter is dan Nederland ! Zitten wij met 16.000.000 mensen op een kluitje... :-(( Vogels In vergelijking met West-Europa is het aantal vogelsoorten dat op IJsland broedt
9
Giervalk, IJsland, juni 2009, (René van Rossum)
(ongeveer 75) weliswaar klein, maar daar staat tegenover dat er van een bepaalde soorten zeer grote aantallen voorkomen. Kustwanden barstensvol met Noordse Stormvogels aan de zuidkust (voorlopig hoef ik ze FF niet te zien ;-) en 10.000en Noordse Sterns tot in het binnenland toe, jagend langs wegen en beekjes op insecten! Onderweg hebben we zo’n 25 Alpensneeuwhoenen gezien. De mannetjes vallen goed op, omdat ze geregeld op een rotsblok op de uitkijk zitten. Bij het meer van Mývatn (waar we hadden afgesproken met Menno van Duijn) was het feest: 10-tallen Kuifduikers prachtig in zomerkleed, vele Grauwe Franjepoten, soms bijna parend op m’n voeten ! IJs duikers (één maal een groep van 7 exemplaren over ons heen vliegend), baltsende Zwarte Zee-eenden, IJslandse Brilduikers, IJslandse Grutto’s, IJseenden enz. Aan zangvogels zagen we in volgorde van
10
talrijkheid op vele locaties: Koperwieken, Graspiepers, Barmsijzen, Witte Kwik staarten, Tapuiten (minstens 30 exem plaren gezien), Sneeuwgorzen, Winterkoningen (deze bromvlieg is iets groter dan in ons land) en één Boerenzwaluw. In het stadspark Tjörnin van Reykjavik zwommen de Wilde Zwanen en Topper eenden op een halve meter langs je. Waar tevens (midden in de stad dus) de Noordse Sterns op eilandjes broeden ! Doen wij moeilijk in ons land over de Watersnip... in IJsland struikel je erover. Wij werden ‘s ochtens door de baltsvluchten, waarbij de vogel een vreemd geluid produceert met de staartpennen, gewekt. Het moeten er 1000-en zijn die op IJsland broeden ! Natuurlijk hebben wij ook veel Papegaaiduikers gezien op zee. Een plaats waar ze massaal op de rotsen zitten konden we niet bereiken wegens wegwerkzaamheden. Wat wij niet wisten,
en helaas te laat hoorden van andere Nederlanders was dat je vanuit de tweede stad van IJsland - Akureyri - voor ± 100,euro naar het eilandje Grímsey kan vliegen, waar onder andere veel Papegaai duikers en Zeekoeten zitten. In de Hvalfjörður, op zo’n 20 km van Reykjavik, hadden wij in rustende meeuwengroepen een Kleine Burgemeester en diverse Zwarte Zeekoeten. De Grote Burgemeester hadden wij op diverse plaatsen en dan vooral bij haventjes. Raven zijn talrijk op IJsland en onze rondrit bracht het aantal op zo’n 260 waarnemingen.
Smelleken ♂, nabij de watervallen van Gullfos, IJsland, 27 mei 2009, (René van Rossum)
Landschappen Grillige rotsformaties, fraaie tafelbergen, kleurrijke gas- en heetwaterbronnen, in drukwekkende gletsjers, allerlei soorten watervallen en bizarre lavavelden leveren een lust voor het oog voor iedere natuur-
Smelleken♀, aangevallen door een Koperwiek, IJsland, juni 2009, (René van Rossum)
11
Poolvos, weg tussen Selfoss en Geysir, IJsland, 28 mei 2009 (René van Rossum)
liefhebber. Als je een stadsmens bent, dan ben je hier niet op het juiste adres... Voor ons was het een van de schoonste landen die we meegemaakt hebben. Eten & overnachtingen Over het algemeen goed. Waar we wel erg van baalden is dat er in Reykjavik bij diverse restaurants borden buiten stonden met de tekst ’Whale menu’. Dat Papegaaiduikers worden gegeten in IJsland wisten wij al, maar dat er in Reykjavik Papegaaiduikers, Zeekoeten en Roodkeelduikers opgezet te koop staan was terleurstellend. Autohuur & wegen Bij het vliegveld van Keflavik staat een keur aan huurauto’s. HOE GROOT WIL JE HEM HEBBEN ! Immense terreinwagens van het merk Toyota en Nissan hebben hier een metamorfose ondergaan. Het
12
onderstel is mega verhoogd. Wij hadden de kleinste wagen gehuurd en met de prijs van rond de 1 euro voor 1 liter benzine (in Nederland rond de € 1,40 op dat moment) hebben we voor een prikkie het eiland rondgetoerd. De maximum snelheid is 90 km per uur op de rondweg (A1). De F-wegen zijn hobbelig en erg stoffig en vaak alleen toegankelijk voor 4WheelDrive auto’s. Onze witte huurwagen was zowel binnen als buiten totaal grijs geworden. Planten & mossen Nu zijn wij niet zulke plantenkenners, maar we zagen velen soorten die wij nog nooit hadden gezien. Wat erg opviel waren de grote aantallen Alaskalupine die we veel langs de wegen zagen. Fraai blauw, paars en wit. Zoogdieren De enige Poolvos, die ik toevallig uit m’n
Watersnip, IJsland, juni 2009. Inzet: een baltsend ex, waarbij de vogel de staartveren uitzet en daarmee een vreemd geluid produceert. (René van Rossum)
13
ooghoek zag wegschieten, zagen we langs de weg tussen Selfoss en Geysir. Hierop direct de auto gedraaid en ik kon van deze zeer schuwe vos slecht een paar plaatjes schieten. Door bejaging is hij waarschijnlijk erg alert geworden. In diverse hotels zagen wij opgezette exemplaren staan. Een boottocht voor walvissen, die onder andere vanuit Akureyri gaat, hebben wij niet gedaan. Wij hoorden van diverse personen dat ze enkel een staart in de verte zagen. Anderen zullen ongetwijfeld meer succes hebben gehad. Ik hoorde onlangs van Huig Ouwehand dat hij vanaf een catamaran naast een Blauwe vinvis lag en ook Orka’s had gezien! Verder komen er nog Potvis, Dwerg- Noordse- Gewone vinvis, Bultrug en diverse dolfijnsoorten voor.
Taal Niet te volgen, maar gelukkig spreken de IJslanders vrijwel allemaal goed de Engelse taal. Temperatuur Wij hadden in deze tijd 8 tot maximaal 15 graden, wat voor mij een ideale tempera-
IJseend ♂ Mývatn, IJsland, juni 2009 (René van Rossum)
14
IJsuikers Másvatn, IJsland, juni 2009 (René van Rossum)
Harlekijneend ♂ In de Laxá rivier die uitmond in het meer van Mývatn, IJsland, juni 2009, (René van Rossum)
IJslandse Brilduikers ♀♂ baltsend in meer van Mývatn, IJsland, juni 2009 (René van Rossum)
15
tuur is. Maar ik ben geen graadmeter. Terwijl er velen in een niet-winddoorlatende jas liepen, liep ik in m’n blouse met opgerolde mouwen rond, heerlijk. Licht Door de noordelijke ligging van IJsland wordt het ‘s zomers (mei, juni en juli) nauwelijks of niet donker. Eind juni gaat de zon maar heel even onder en blijft het de hele nacht licht. Zoveel licht als er ‘s zomers is, zo weinig is er ‘s winters. Eind december is het maar enkele uren per dag licht. Voor het zien van het noorderlicht moet je hier dus in de winter zijn.
Sneeuwgors ♂, IJsbergenmeer Jökulsárlón, Zuid-IJsland, mei 2009 (René van Rossum)
Info & internet Een reisgids over IJsland die uitgegeven wordt door ‘Dominicus’ en geschreven is door Willem van Blijderveen bevat heel veel nuttige informatie. Veel info over vogels is te vinden op: www3.hi.is/~yannk/indexeng.html Jeannet & René van Rossum
Alpensneeuwhoen ♂, IJsland, mei 2009 (René van Rossum)
16
Grote Jager Breiðamerkurjökull, IJsland, mei 2009 (René van Rossum)
Harlekijneend ♂, weg tussen Selfoss en Geysir, IJsland, 28 mei 2009 (René van Rossum) Kuifduiker, Mývatn, IJsland, juni 2009 (René van Rossum)
17
De eerste juli-Kleine Burgemeester voor Nederland De Kleine Burgemeester Larus glaucodius is een broedvogel van Groenland en Noord-Canada. Deze voor Noordwest-Europa vrij zeldzame meeuw wordt in Nederland in de periode oktober tot en met mei waargenomen, met een piek in de maanden december, januari en februari. Doorgaans betreft het onvolwassen vogels in hun eerste winterkleed. Vaak gaat het om exemplaren die slechts korte tijd langs de kust pleisteren, maar er wordt ook met enige regelmaat in verschillende kustplaatsen overwinterd. Heel af en toe bereikt een “kleine burrie”, zoals deze fraaie meeuw in het jargon ook wel wordt genoemd, plaatsen die dieper in het binnenland liggen. Tot 2009 zijn er geen Nederlandse gevallen bekend van Kleine Burgemeesters in de maand juli. Het is dan ook heel bijzonder als Peter Spierenburg op vrijdag 3 juli 2009 tijdens een zeetrektelling vanaf de Noordwijkse trektelpost een 1e zomerkleed Kleine Burgemeester in de kijker krijgt. ’s Mid dags ziet Wim Langbroek tijdens zijn werk aan de Boulevard van Katwijk de vogel
over zee vliegen. Hij rent de strandtent in, haalt brood en begint dit fanatiek uit te strooien. Dit blijkt een meesterlijke zet te zijn, want de vogel vliegt naar hem toe om zich op het brood te storten. Hierbij laat hij zich op minder dan vijf meter bekijken. Dat de Kleine Burgemeester weet dat er op de Nederlandse stranden genoeg te halen valt, blijkt uit foto’s van Rob de Mooij. Hij blijkt de vogel al op donderdagavond 2 juli tussen zeven uur en half acht patat etend op het Noord wijkse strand te hebben aangetroffen. Na deze berichten over Nederlands’ eerste “juli-kleine bur” zit er voor mij natuurlijk niets anders op dan me op zaterdagmorgen 4 juli in alle vroegte op de telpost voor Hotel Savoy te installeren. Er bestaat tenslotte een goede kans dat de vogel nog ergens rondhangt en zo’n Kleine Burgemeester tijdens het “vogelzomerreces” kan ik als (niet al te fanatieke) maandlijster natuurlijk niet aan mij voorbij laten gaan. Het is tegen zessen als ik mijn telescoop opstel en direct het strand afspeur. Er zitten enkele honderden meeuwen (voornamelijk Kleine Mantelmeeuw
Kleine Burgemeester, 18 Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 4 juli 2009 (Luuk Punt)
en), maar helaas ontbreekt van het zeldzame, lichtgekleurde meeuwtje ieder spoor. De Kleine Burgemeester heeft hier dus niet overnacht. In de hoop dat de vogel alsnog verschijnt, begin ik rustig met de zeetrektelling. Er trekken wat groepjes Bergeenden en wat Zwarte Zee-eenden langs. Voor de telpost foerageren wat Visdieven. Om de vijf minuten check ik even het strand. Om tien voor half zeven is het raak: de “kleine burrie” zit op het strand ten zuiden van de Buitenwatering! Wellicht heeft hij ergens op zee overnacht en heeft hij nu het strand opgezocht om zijn verenkleed te poetsen. Snel maak ik wat bewijsplaatjes, waarna ik de telling de telling laat en me naar het strand spoed. Hier laat de Kleine Burgemeester zich uitgebreid bewonderen. Wat een beauty! De vogel is erg tam en laat zich heel gemakkelijk benaderen. Vroege wandelaars en mensen die hun hond uitlaten schatten blijkbaar in dat ik naar iets bijzonders sta te kijken, want ze kiezen ervoor wat hoger op het strand te blijven en mij en daardoor ook de Kleine Burgemeester niet te (ver)storen. Ondanks zijn zeer gesleten verenkleed is het een prachtige vogel ! Om kwart over zeven durf het wel aan om “vogelend-Nederland” wakker te maken en verstuur ik een Dutch Bird Alert: de echt fanatieke maandlijsters zullen deze vogel ongetwijfeld graag in de kijker willen krijgen. Bij vertrek om kwart over acht is de Kleine Burgemeester nog steeds aanwezig, nu niet meer ten zuiden maar ten noorden van de Buitenwatering, en inmiddels door een aantal mensen getwitcht. In de loop van de ochtend volgen nog enkele tientallen vogelaars. Ver volgwaarnemingen zijn er op zondag 5 juli in Katwijk en op vrijdag 10 juli in Scheveningen. “Vogelend-Nederland” heeft dus alle kans gehad om de eerste Kleine
Kleine Burgemeester, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 4 juli 2009 (Arnold Meijer)
Burgemeester voor juli bij te kunnen schrijven. Katwijk is de afgelopen decennia een goede plek voor Kleine (en Grote !) Burge meesters gebleken. Ook voor vogels buiten de reguliere periode. Al eerder maakte een 1e zomerkleed vogel het erg bont: deze vogel dook op 8 juni 2006 op in de Binnenwatering. Ook noemenswaardig is een 2e kalenderjaar vogel uit 2004, die het erg naar zijn zin leek te hebben en van 6 maart tot 15 mei bleef rondhangen. Luuk Punt Literatuur en websites: Van den Berg Arnoud B. en Bosman Cecilia A.W., 2001, Zeldzame vogels van Nederland (Avifauna van Nederland deel 1), GMB Uitgeverij, Haarlem Stichting Uitgeverij van de KNNV, Utrecht. Pagina 185 - 187. www.birdclubkatwijk.nl www.trektellen.nl www.strandloper.nl waarneming.nl www.sovon.nl/Archief/BSP_Burgemeesters.pdf
19
Wel en wee van een Oeverzwaluwkolonie in Katwijk
Oeverzwaluw, onvermoeibaar vliegen vangen, de hele dag. Zanderij, Katwijk, 18 augustus 2009 (René van Rossum)
De Oeverzwaluw is zeker geen zeldzame broedvogel in Nederland, maar in onze omgeving is een wand met nestholen zeldzaam. Tot 1980 werden er broedgevallen gemeld uit Berkheide (2-10 paar), waarvan de nestholen in de randen van uitgestoven duinpannen heel bijzonder waren. De laatste jaren wordt gebroed in de zandhopen bij zandwinplas Valkenburgse Meer, tegenwoordig gemeente ’Groot’ Katwijk, maar concrete aantallen ontbreken. In het ’oude’ Katwijk zelf hebben nooit Oeverzwaluwen gebroed. Tot dit jaar. Op maandag 1 juni 2009 werd ik gebeld door Pieter Lagas uit Katwijk aan den Rijn. Hij had Oeverzwaluwen zien in- en uitvliegen in holen in de wand van een zanddepot op de Zanderij, recht tegenover de Shell-benzinepomp. Een kolonie in de bebouwde kom van Katwijk en dat nog op enkele honderden meters van mijn huis ook. Hoe had ik die kunnen missen! Er
20
konden die dag maar liefst 14 holen geteld worden en het was erg druk met rondvliegende vogels. Het zanddepot was een afgesloten terreintje, maar direct tekende zich al een groot probleem af: spelende en huttenbouwende kinderen naast en op de kolonie. Op het terreintje hadden zij een geweldige speelplaats gevonden. Van her en der werd bouwma-
Gezellige speelplaats. De meeste nestholen bevinden zich boven het hoofd van het meest rechtse jongetje. De nesten liepen oorspronkelijk door tot de twee jongens rechts bovenop (Gijsbert van der Bent) De helft van de nesten op de foto was bewoond en heeft jongen opgeleverd (Gijsbert van der Bent)
21
teriaal aangedragen. Een van de nest holen lag pal onder de hut en leek al gesneuveld. De volgende dag werd een aantal telefoontjes gepleegd. Met de gemeente Katwijk en met Campri, de gebruiker van het depot. Er werd in eerste instantie geschrokken gereageerd (’Nee toch, we hoeven toch geen bouwactiviteiten stil te leggen?’), maar omdat het zand van het depot op korte termijn toch niet nodig was en het terrein was afgesloten leek er geen vuiltje aan de lucht. Campri ging er van uit dat de spelende kinderen niet op het afgesloten terrein zouden komen. De gemeente wist wel beter, maar had niet zo snel een oplossing. Dinsdag 2 juni waren er volop spelende kinderen, en geen Oeverzwaluwen meer te zien. Er bleken diverse groepen kinderen de plek te prefereren, op vrijwel alle tijden van de dag. Woensdag bleken er toch maximaal 8 exemplaren rond te vliegen. Vrijdag bleek de situatie zo verslechterd dat Lagas de politie belde, en enkele dagen later ook de AID. De kinderen werden door Pieter Lagas en door mij regelmatig aangesproken. Een aantal leek onder de indruk, anderen gingen onder de gesprekken gewoon door met graven vlak naast de nesten en slaan met stokken op het dak van de kolonie. Volgens enkele regelmatige passanten is er door de kinderen ook flink met stokken in de holen gepeurd. Geen wonder dat op donderdag 11 juni nog maar vier nesten bewoond leken en er steeds maar maximaal vijf vogels rondvlogen. Uiteindelijk werd door aandringen van Lagas en mij en door bemiddeling van Peter Weber van de AID op woensdag 17 juni door Campri een hek om de kolonie geplaatst. Een beetje dicht op de holen, maar de vogels leken er geen hinder van te ondervinden. Enkele dagen ervoor had
22
Campri nog met graafmachines op enkele meters van de kolonie een flinke berg zand weggehaald. Peter Weber heeft Campri aangesproken op hun ’zorgplicht’ ten aanzien van de bewoonde nesten. Het hek bleek wonderwel te helpen. Er werden geen kinderen meer op de plek van de kolonie gezien. Wel waren er altijd wel wandelaars met honden, drinkende jongeren en soms brommercrossers in de buurt, maar dat leek de Oeverzwaluwen niet te deren. Hoe lang bezetten Oeverzwaluwen nu een broedplaats? Met behulp van de literatuur kwam ik tot het volgende rijtje: - 7 dagen gang graven en nest bouwen - 8 dagen voor eileg (eentje per dag) - 14 dagen broeden - 22 dagen voeren in het nest voordat de jongen uitvliegen. Stel dat de vogels 1 juni begonnen zijn, dan zouden ze ongeveer 15 juli klaar zijn met het eerste legsel; misschien eerder omdat ze 1 juni al enkele dagen op gang waren. Daarna volgt mogelijk een tweede legsel, wat zou betekenen dat de vogels tot eind augustus zandafgraving tegen kunnen houden. Dat bleek later nog aardig te kloppen. Hoe is het nu uiteindelijk allemaal verlopen? In de twee weken na de afsluiting met het hek leek het ons een typisch geval van ’Als het kalf verdronken is...’ . Er vlogen nooit meer dan vijf vogels tegelijk. Veertien bewoonde holen groot zou de kolonie nooit meer worden, maar we waren wel blij dat er op 1 juli minstens drie nestholen bewoond leken te zijn. Er vlogen vogels in en uit. Woensdag 8 juli leken er vier nesten bewoond. Steeds vlogen er maar vier vogels maximaal tegelijk rond. Zaterdag 11 juli vlogen er ineens weer maximaal zeven vogels tegelijk en leken vijf holen bewoond. Dat de vogels jongen hadden was te zien aan de mest-
De situatie verbeterde aanmerkelijk door het plaatsen van een hek vlak voor de nestholen. Linksboven is half juni nog een stuk zand weggegraven (Gijsbert van der Bent) De ene uitgang slijt sneller dan de andere (Gijsbert van der Bent)
23
pakketjes die de vogels dropten als ze uit de nestholen kwamen. Het was soms even wachten, maar bij het volgen van deze vogels bleek dat ze uiteindelijk allemaal binnen 15 seconden hun lading dropten. De Oeverzwaluw is een bezig vogeltje; de hele dag in de lucht. In grillige fladdervlucht worden onvermoeibaar insecten achterna gezeten. Waar haalt het vogeltje de energie vandaag!? Het voedsel werd gezocht in een straal van niet meer dan zo’n 100 meter van de kolonie, waarbij opviel dat de vogels eigenlijk nooit de Provinciale Weg N 206 overstaken om boven het Molenblok te gaan jagen. De fouragerende vogels bevonden zich vrijwel constant boven het nog onbebouwde deel van de Zanderij. Op zaterdag 13 juli vlogen er maximaal 12 vogels tegelijk en waren er zeven nesten bezet. Op donderdag 16 juli vlogen er ook twee families rond (van 4 en 5 vogels), die af en toe met z’n allen het nesthol weer inschoten. In een achtste nesthol vloog een vogel met nestmateriaal. De dagen erna konden regelmatig jonkies in de ingang van de nestgangen gespot worden, wachtend op de oudervogels. Maandag 20 juli was het een stuk rustiger en leken de families van de drie meest rechtse nesten verdwenen. Op woensdag 29 juli leek de kolonie geheel verlaten. Zeven uitgevlogen nesten. Was het hek meteen geplaatst dan waren het er misschien nog 14 geweest, maar dit was toch al heel wat. In de tweede week van augustus fladderde er boven de Zanderij af en toe nog een Oeverzwaluw. Op dinsdag 18 augustus besloot ik voor de zekerheid toch nog even bij de kolonie te gaan kijken. De kale nestwand begon aardig begroeid te raken. Vlogen er toch nog twee oudervogels rond en bleek er nog een nest bewoond te zijn, inclusief jong met gele
24
mondhoekjes voor de ingang. Het hek stond voor eventuele fotografen aardig in de weg, maar René van Rossum heeft van de vliegende oudervogels van dit laatste jong/deze laatste jongen nog plaatjes kunnen maken (zie foto). Op zaterdag 22 augustus was het jong nog steeds niet uitgevlogen. Wat heb ik nu geleerd van de gang van zaken rond deze kolonie: - Oeverzwaluwen kunnen heel veel verstoring aan! - Als je niet uren en uren aaneen bij de kolonie post is het aantal betrokken broedvogels uiterst moeilijk te bepalen - Een kolonie zo snel mogelijk melden aan zoveel mogelijk betrokken instanties en blijven aandringen op beschermende maatregelen - Spelende kinderen zijn moeilijk aanspreekbaar op hun verantwoordelijkheden - Oeverzwaluwen die jongen voeren zijn te herkennen aan de mestpakketjes die ze na het uitvliegen droppen - Oeverzwaluwen zoeken voedsel in de onmiddellijke nabijheid van het nest en boven ’braakland’. - Een kolonie is zeker drie maanden bezet. Het is al met al aardig goed afgelopen met de Katwijkse Oeverzwaluwen, dankzij met name de betrokkenheid van Pieter Lagas. Mochten er volgend jaar ineens weer Oeverzwaluwen opduiken op een zanddepot op de Zanderij of elders, dan hebben we alvast wat ervaring opgedaan.
Gijsbert van der Bent
Aankondiging:
SOVON Landelijke Dag 2009 Zaterdag 28 november in de Vereeniging te Nijmegen De Landelijke Dag van SOVON Vogelonderzoek Nederland vindt dit jaar plaats op zaterdag 28 november in Concertgebouw de Vereeniging te Nijmegen (5 minuten lopen van het station). De organisatie is weer in handen van SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met Vogelbescherming en de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU). De dag is gratis toegankelijk en bedoeld voor alle vogelaars van Nederland en iedereen met een hart voor vogels en natuur in het algemeen. Er is een uitgebreide info- en boekenmarkt en er zijn lezingen van gerenommeerde vogelonderzoekers. Het jeugdprogramma voor jonge vogelaars vanaf 8 jaar, met een excursie door de prachtige Ooijpolder, wordt weer georganiseerd door de WILDzoekers. Ook hier is de deelname gratis, maar inschrijving vooraf is noodzakelijk. Naast de SOVON-lezingen is er een parallelprogramma in de bovenzaal. Dit programma is op dit moment nog niet bekend, maar staat in het teken van het tienjarig bestaan van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Houdt u de SOVON-website www.sovon.nl in de gaten voor het definitieve programma ! Vrijwilligers en andere relaties van SOVON krijgen het uitgebreide programma thuisgestuurd.
Boerenzwaluwen,25 onv. (Luuk Punt)
Uit
de dagboeken van
Jo Rampen
Een rondje Panbos in... 1948 Gezien de waarnemingenrubrieken is een rondje Panbos nog steeds populair onder vogelaars. Hoewel er nooit grote bijzonderheden worden ontdekt in dit binnenduinrandbos, is het wel de enige locatie binnen de gemeentegrenzen van Katwijk waar de kans groot is op broedgevallen/territoria van soorten als Holenduif, Glanskop, Grauwe Vliegenvanger, Boomklever, Gekraagde Roodstaart en Wielewaal, terwijl er verder goede kans is op interessante soorten als Groene Specht, Tuinfluiter en recentelijk Appelvink. Voordat het bos in de jaren vijftig werd aangekocht door de gemeente Katwijk was een rondje Panbos helemaal niet zo vanzelfsprekend. Het landgoed was privébezit en niet vrij toegankelijk. Wie het bos wilde bezoeken als natuurliefhebber moest waarschijnlijk een afspraak maken met de boswachter (Koelewijn). Het landgoed droeg in de jaren veertig en vijftig nog de sporen van kapactiviteiten door de Duitse bezetter en door Nederlanders op zoek naar brandhout, en was dus lang niet zo dicht bebost als nu. Voor bepaalde soorten zal het dus veel aantrekkelijker zijn geweest, bijvoorbeeld voor de Nacht zwaluw... De bijna drie jaar geleden overleden voge laar Jo Rampen woonde vanaf 1947 in Katwijk. In zijn dagboeken wordt op vrijdag 26 mei 1948 melding gemaakt van een bezoek aan het Panbos. Vrijdag 26 mei 1948: Met de oude Koelewijn naar het Panbos. Daar gehoord en/of gezien: Nachtegaal, Wielewaal, Houtduif, Tortel duif, Nachtzwaluw, Fitis, Scholekster, Zang lijster, Boompieper. Broedgevallen: nest Fitis met jongen, broedende Zang lijster, nest Scholekster met 3 eieren.
26
Het bezoek is zeker goed bevallen, want vijf dagen later wordt er een avondrondje gemaakt. Dinsdag 1 juni 1948 ’s Avonds 7.15-10 uur, met de oude Koele wijn het Panbos in. Gehoord en/of gezien: Spotvogel; Tuinfluiter; Nachtegaal; Gekraagde Roodstaart; Fitis; Holenduif (hoei, hoei, hoei); Ringmus; Wielewaal; Zanglijster; Merel; Koekoek; Boompieper; Nachtzwaluw; Kievit; Wulp. Broedgevallen: Ringmus (in nestkastje); Zanglijster (4 flinke jongen); Groene Specht (hol, laag in abeel, bij kloppen op stam gegons van jongen, in hol is het warm); Boompieper (twee ouders met voer in bek zitten in boom, een vliegt daarna naar de grond aan andere zijde heuvel, waar lang gras).
De lange percelen langs de noordwestrand van Panbos waar tot 50 jaar geleden de Nachtzwaluwen huisden zijn nog een beetje te herkennen. Al zijn de bomen in die halve eeuw flink gegroeid. 10 augustus 2009. (Gijsbert van der Bent)
Wielewaal (vogel vliegt bij nadering weg, nest hangt in takvork, hoog in es). Fitisjongen (zie vorige aantekeningen) door Egel opgevreten. Waarnemingen aan Nachtzwaluw: vocale geluiden: chchchiep, chchchiep, enz. (volgens K. in verband met aanwezigheid ander mannetje) òorrrr (aangehouden, laag, volgens K. alsvoren) èrrrr (aangehouden, hoger: gewoon). Instrumentale geluiden: geklap met vleugels (als licht handgeklap; volgens K. boven de rug, wat niet gezien) Tweemaal de vogel op tak zien zitten, inderdaad in lengterichting. Koelewijn beweert dat K. jr. gisteren, dit is dus 31 mei, nog een Beflijster heeft gezien en denkt aan een broedgeval. De Nachtzwaluw zou nog tot 1961 in het Panbos te horen en zien zijn geweest in de broedtijd, met in ieder geval tot 1954
geregeld twee tot vier paartjes. De open structuur van het gebied zou langzamerhand veranderen in het dichte bos zoals wij dat nu kennen, en het afgesloten landgoed van toen is nu een drukbezocht recreatiepark. Allemaal zaken die niet in het voordeel van de Nachtzwaluw werken. De vogels die Rampen in 1948 waarnam bevonden zich in het deel aan de noordrand van het bos (net boven de trimbaan) waar de lange percelen van vroeger nog goed te herkennen zijn. Er was toen begroeiing van grove den en esdoorn. Ook nu zijn er nog ogenschijnlijk aantrekkelijke open gebieden aan de randen van Panbos, en, wat waarschijnlijk nog belangrijker is, het grootste deel daarvan is niet vrij toegankelijk en voor een deel zelfs militair gebied. Lekker rustig dus. Het gaat tegenwoordig landelijk helemaal niet slecht met de Nachtzwaluw. Mocht de soort weer als broedvogel terugkomen in onze contreien dan zullen we hem ongetwijfeld hier moeten zoeken. Gijsbert van der Bent
27
Veldwaarnemingen april - juli 2009 Samengesteld door Ben Wielstra Hier volgt het waarnemingenoverzicht van de periode april tot en met juli 2009. De interessantste vogelwaarnemingen zijn van de aan onze website http://birdclubkatwijk.nl gekoppelde databases van http://waarneming.nl en http://trektellen.nl gehaald. Op genoemde websites is het totaaloverzicht van de waarnemingen over deze periode terug te vinden. Alle waarnemers worden bedankt voor de moeite die zij namen voor het invullen en doorgeven! Wa a r n e m e r s
NA GB CB BB MD FD AE JvE JE EE RG MG JH JK
Noël Aarts Gijsbert van der Bent Corine Bliek Bas van der Burg Menno van Duijn Frank van Duivenvoorde Arjan van Egmond Jaap van Egmond Jaap Engberts Ed van Estrik Rein Genuït Marc Guyt Joël Haasnoot Jeannet Keijzer
WK Wim Kammeijer MK Maarten van Kleinwee ML Maarten Langbroek WL Wim Langbroek AL André van Loon AnM Annelies Marijnis AM Arnold Meijer HM Huub Middelkoop GO Gerrit van Ommering HO Huig Ouwehand LP Luuk Punt JR Joost van Reisen WR Wim Remmelzwaal FR Flor Rhebergen
RR René van Rossum PS Piet Schaap BS Bram Schoonenberg CS Cees Schoonenberg PS Peter Spierenburg AS Ab Steenvoorden JS John Stigters RS Rein Strijker WT Wouter Teunissen HT Huig Twigt BW Ben Wielstra CZ Casper Zuyderduyn DBA Dutch Bird Alerts
Rosse Grutto’s, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 3 mei 2009 (René van Rossum)
28
Lepelaar, Lentevreugd, Wassenaar, 16 mei 2009 (René van Rossum)
April Een vrouwtype Smelleken vloog de 1e over Katwijk aan den Rijn (MD), net als een mannetje Bruine Kiekendief (GB). Op de 1e vloog een vrouwtje Blauwe Kiekendief over De Klip (LP) en op de 2e herhaalde een mannetje dit truukje bij de watertoren (HT). Minimaal één Kraanvogel vloog de 2e ’s avonds laat al roepend over het dorp (JH). De kersverse Telpost Berkheide was ook dit voorjaar weer the place to be. De 3e werden hier dagrecords gezet voor Witgat (12) en Kleine Mantelmeeuw (729) en kwamen de eerste Gele Kwikken door (RR,CZ). Tien mannen en vijf vrouwen Slobeend baltsten dat het een lieve lust was op Lentevreugd (GB), maar om nu te zeggen dat dat veel broedresultaat heeft opgeleverd... De 6e werd op Telpost Berkheide het record voor Witgat alweer verbroken (16), Zwarte Kraai bereikte het hoogste dagtotaal tot nu toe (71) en verder passeerde hier leuks in de vorm van een Lepelaar, de eerste acht Huiszwaluwen van het seizoen en drie Bef
lijsters (VW). Over het dorp vloog vandaag een Rode Wouw (CS). Een Smelleken vloog de 7e over Berkheide (JH). Een overtrekkende Zwarte Wouw werd de 9e zowel over Berkheide (JH) als het dorp (WR) opgemerkt. De hierop volgende dag werd nog een Zwarte Wouw waargenomen over Telpost Berkheide (VW). Ook hier op de 10e: een Ooievaar, 21 Lepelaars, twee Zwart kopmeeuwen, de eerste drie Gierzwaluwen en negen Beflijsters (VW). De 10e kwamen even eens de eerste Visdiefjes binnengedruppeld (PS,CZ). Een mannetje Zomertaling bevond zich in de Ruijgelaanse- en Zonneveldspolder (BB). Een Purperreiger vloog de 10e over Berk heide (HT). Ook de 11e was het druk op Telpost Berkheide. Er passeerden een Grote Zilverreiger, een Ooievaar, een Lepelaar, het niet onaardige aantal van 233 Zwarte Zee-eenden, twee Zwartkopmeeuwen, zeven Beflijsters en een Roek (VW). Een Slechtvalk joeg de 11e nabij Telpost Berkheide en ook waren er drie Bef lijsters ter plaatse (VW). Op de 12e vlogen er vijf Beflijsters langs de post en zaten er ook
29
nog eens twee ter plaatse (BB,FD). Een Ooievaar vloog de 13e over de Ommedijksche Polder (CB). Op de 15e werden een Beflijster (plus vier ter plaatse) en twee Roeken genoteerd te Telpost Berkheide (WT,CZ). Ook passeerde een potentiële Huiskraai – dit zou een nieuwe soort voor Katwijk betekenen – maar de vogel werd net niet goed genoeg gezien om zekerheid te krijgen (WT,CZ). Een Visarend vloog de 15e over het Vlaggeduin (WR). Een Europese Kanarie vloog de 18e over Berkheide (AE). Vandaag werden maar liefst 21 Rietzangers geteld langs het Valkenburgse Meer (RR). De 18e leverde leuke beweging over zee op (VW). Noordse dieven, met alles wat te identificeren was Visdief, kwamen massaal door, met ruim 1800 stuks. Het aantal Dwergmeeuwen naderde de 600. De 19e leverde nog steeds grote aantallen van deze soorten op: ruim 800 noordse diefjes en 300 Dwergmeeuwen (BW). Ook kwamen nog een paartje Zomertaling en de eerste Dwergsterns langs (BW). Telpost Berkheide noteerde de 19e 22 Lepelaars, vier Bruine en een Blauwe Kiekendief, aardig wat stelten, vier Beflijsters (plus één ter plaatse), 4000 Graspiepers en twee Goudvinken (VW). Het laatste Bokje van het voorjaar werd de 19e op Lentevreugd opgemerkt (BB). In Berkheide waren vandaag twee Paapjes aanwezig (HM). Uiteindelijk werden er twee handjesvol gemeld deze periode (VW). Een Slechtvalk en een vrouw Blauwe Kiek vlogen de 19e over de Wassenaarse Slag (WT). Nog een Slechtvalk vloog over het dorp en had het even met een Buizerd aan de stok (MG). Ook trok vandaag een Ooievaar over de Coepelduynen (AS). Op de 19e leek een vrouwtje Blauwe Kiekendief op Lentevreugd te gaan overnachten (BB, AM), en de 20e hing mogelijk dezelfde vogel rond in Berkheide (WR). Op de 24e trokken er onder meer een Visarend en een Smelleken langs Telpost Berkheide (VW). De 25e werd er lekkere trek geteld. Langs Savoy vlogen, samen met zo’n 400 noordse dieven de eerste Kluten en Zwarte Sterns (BW). Krenten waren een Noordse Stormvogel en een man netje Blauwe Kiekendief (BW). Telpost Berk heide noteerde zes Bruine Kiekendieven, een vrouw Blauwe Kiekendief, drie Smellekens, de eerste twee Zwarte Ruiters en maar liefst 49 Groenpootruiters, een telpostrecord (VW). Ook vloog de eerste Bosruiter vandaag over Berk
30
heide (WR). In de Coepelduynen werd nog een Smelleken waargenomen (AS) en over het dorp vloog een Zwarte Wouw (AE). Ook de 27e werd een Smelleken waargenomen in Berkheide (WL). Een Zwarte Wouw leukte de 29e telpost Berkheide op (LP). De vijfde Zwarte Wouw dit voorjaar vloog de 30e over Katwijk aan den Rijn (RR). Hoewel er al enkele aantallen voor telpost Berkheide genoemd staan werden er dit voorjaar nog wel meer Beflijsters en Lepelaars gemeld. Totaal ging het om zo’n honderd stuks van beide soorten (VW). Ook dit jaar werd er overigens weer gebaltst door Roerdomp(en) in Berkheide en op Lentevreugd, hoewel het minder intensief leek dan vorig jaar (VW).
Mei Een Ooievaar was de 1e aanwezig op Lentevreugd (AE). Zowel de 1e (MD) als de 2e (ML) werden Smellekens waargenomen in Berkheide. Een late Kramsvogel was de 2e ter plaatse op Lente vreugd (VW). Er werden deze periode enkele voorjaars Roodkeelduikers (dus in zomerkleed) waargenomen op en over zee (VW). Zeetrek leverde op de 5e een Kleine Jager op, zeer ongebruikelijk in deze tijd van het jaar (BB). Ook leuk waren vijf Grote Zee-eenden (BB). Een Smelleken vloog vandaag over het dorp (ML). Ook kon vandaag vastgesteld worden dat er ook dit jaar weer Grauwe Vliegenvanger territoria in het Panbos aanwezig zijn (GB). Uiteindelijk werden er dit broedseizoen mins tens drie territoria vastgesteld alhier (minsten 1 succesvol en minstens 1 nest gepredeerd door Grote Bonte Specht) door vaste inventariseerder Peter Imthorn. Enkele meldingen in de bosrand bij Lentevreugd hadden wellicht betrekking op enkele van deze vogels (VW). Ondertussen werd er in april en mei nog onregelmatig een Kleine Zilverreiger op Lentevreugd en omgeving waar genomen (VW). Twee Zomertortels, elk jaar worden ze schaarser, waren de 9e aanwezig in Berkheide (CZ). Een adult zomer Zwartkopmeeuw vloog de 10e over Rijnsoever (BB). Hier werd ook een groep van vijf overvliegende Ooievaars waargenomen (CZ). Over de golfbaan golfde vandaag een Smelleken (BB). Een Draaihals zat de 11e in Berkheide (ML). Op Telpost Berk heide werden de 12e een Grote Zilverreiger,
Kleine Zilverreiger, De Klip, Wassenaar, 30 april 2009 (René van Rossum)
Lepelaar, Lentevreugd, Wassenaar, 16 mei 2009 (René van Rossum)
Lepelaar, Lentevreugd, Wassenaar, 26 juni 2009 31 (Jaap van der Marel)
twee Bruine Kiekendieven, 26 Groenpootruiters en twee Zomertortels genoteerd (BB,CZ). De 13e werd hier onder andere een Smelleken genoteerd en bleken de Gierzwaluwen, met 321 stuks langsjakkerend, lekker op dreef (CZ). Over zee vlogen vandaag twee Kleine Zilverreigers en een Kleine Strandloper (CZ). De 14e was een Grauwe Vliegenvanger ter plaatse bij telpost Berkheide (BB). Over zee werden vanochtend in een uurtje tijd zo’n negentig Zwarte Sterns waargenomen (GB,FD). Het aantal Oeverlopers op Lentevreugd was ondertussen opgelopen tot maar liefst 27 stuks (BB) en langs de Zandsloot door de Zanderij zat ook een groepje van 7, waar er de volgende dag nog 4 van over waren (GB). Boerenzwaluwen hadden er de 15e zin an: in een uurtje tijd passeerden er meer dan 600 Savoy (BB). Baardmannetjes waren weer verdacht stiekem aan het doen op Lentevreugd dit voorjaar. De 16e werden voor het eerst vijf verse jongen waargenomen (BB). Baardmanne tjes kunnen flink wat nesten in een jaar afwerken en inderdaad werden er de gehele periode juveniele vogels gemeld. Ook bleven er op Lentevreugd enkele Watersnippen lang hangen (BB). De Casarca die vorige periode opdook werd deze periode tot in mei nog onre gelmatig gemeld (VW). Hij leek een levens partner in een Nijlgans gevonden te hebben en is zelfs op het dak van het gemeentehuis waar genomen. Typisch wild gedrag, toch? De eerste Wespendief van het jaar vloog de 20e over Berkheide (ML,WL). Een Grauwe Vliegenvanger was de 21e aanwezig in Berkheide (JR). De 23e werd ‘s nachts een overtrekkende Kwartel (of waren het meerdere vogels?) enkele malen gehoord boven Rijnsoever (BW). De 23e werden twee Wielewalen waargenomen in Berkheide, één zingend en één overtrekkend (WR) Weer werd de 23e bij telpost Berkheide een Grauwe Vliegenvanger ter plaatse gemeld (CZ). Een Zomertortel vloog langs (CZ). Een overvlie gende Visarend op de 25e kon vanuit het dorp op meerdere locaties opgepikt worden (GB, ML,WL). Op de 28e vloog een Kwartel voor HO’s voeten op in Berkheide. Twee voluit zingende Tuinfluiters deze dag langs de Sportlaan zullen later doortrekkers zijn geweest (GB). Een Rode Wouw (PS), een Wespendief (BB) en een eerste zomer Zwartkopmeeuw (GB) vlogen de 30e over het dorp. Bij telpost Berkheide en directe omge
32
ving werden nog tot in mei geregeld barmsijzen gemeld (VW). Een deel van deze vogels zat ook ter plaatse (en kon als Kleine bestempeld worden). Af en toe werd er zelfs gezongen. Eind deze maand dook een baltsend Woudaapje op in Meijendel, net ten zuiden van ons waarne mingengebied (VW).
Juni De maand begon goed met een melding van twee Bijeneters die overvliegend werden waar genomen boven de Wassenaarse Slag (DBA) en even later boven Lentevreugd foerageerde tus sen de (gier)zwaluwen (EE). Er kwamen ook dit jaar weer aardig wat voorjaarswaarneming van IJsvogels binnen, met name van de Klip (VW). Dat had vast zijn redenen. De gehele periode werden er Kruisbekken gemeld, vooral in de omgeving van telpost Berkheide (VW). Hoewel het naast enkele ter plaatse vogels ook vooral overvliegende exemplaren betrof, rijst toch de vraag of het niet simpelweg broedende (dus lokale) beesten zijn geweest. Het aantal meldingen is in ieder geval opvallend hoog. Niet alleen het Valkenburgse Meer herbergde dit voorjaar (weer) een kleine kolonie Oeverzwa luwen, maar ook op de Zanderij had een aantal individuen het plan opgepakt tunnels aan te leggen (VW). Meer over het lot van deze zwaluwen elders in het nummer. De 6e werd geboekstaafd dat een groep van 75 Canadese Ganzen naar noord over Lentevreugd vloog (GB). Drie Lepelaars schroefden zeer hoog op boven Berkheide op de 8e (GB). Een adulte Zwartkopmeeuw vloog de 12e over Katwijk aan den Rijn (BB). Op de 18e werd een groep van maar liefst negen Bijeneters waargenomen in Berkheide (GO)! De vogels vlogen heel kort boven de zeereep, alvorens door te vliegen richting het noorden. Op de 23e was het weer raak: een groep van acht a negen vogels denderde over de Ganzenhoek (RG). Er werden dit voorjaar opvallen veel Bijeneters waarge nomen in de Nederlandse duinstreek. Een broed gevalletje zou ons waarnemingsgebied toch niet misstaan! De 21e vloog een Grote Gele Kwikstaart over Lentevreugd (MD). Al in mei werd onregelmatig een Ooievaar gemeld van de omgeving Lentevreugd. Nog de gehele periode
Dwergstern en Visdieven, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 3 mei 2009 (René van Rossum)
33
was de vogel geregeld te vinden rondom de Ruijgelaanse- en Zonneveldspolder (VW). Van daag vloog een Grote Zilverreiger over Berkheide (WR). Een man Wespendief was de 23e enige tijd ter plaatse op Lentevreugd (BB). Twee adult zomer Zwartkopmeeuwen vlogen de 27e over de Binnenwatering (MD). Een Purper reiger vloog de 30e over Berkheide (NA).
Juli Uniek was de juli waarneming van een Kleine Burgemeester (VW). Nadat de soort al eerder in Noordwijk was waargenomen, vond WL de vogel de 3e in de branding. De 4e pikte LP het beest op bij Savoy en de 5e was ‘ie nog aanwezig rond de watering (VW). Meer aandacht voor deze waarneming elders in dit nummer. Aangezien de bur een goed excuus was voor een meeuwen sessie, werd deze dagen ook een Pontische Meeuw gemeld (VW). Twee adulte Zwartkop meeuwen trokken de 4e langs telpost Savoy (VW). De jaarlijkse Bergeenden beweging naar de ruigronden bij de Duitse Bocht betrof vandaag al over de honderd vogels (VW). Een Europese Kanarie zong de 5e kort op Lente vreugd (MD). Een Purperreiger vloog vandaag over de Ruijgelaanse- en Zonneveldspolder (BB). Intrigerend is de waarneming van een Kerkuil die de 5e op huize RS aan kwam vliegen, even op een paaltje poseerde, alvorens weer de
nacht in te vliegen. Weer een extra aanwijzing dat de soort in onze omgeving broedt? Een Wespendief man vloog de 11e weer boven Rijksdorp (BB). Een adult zomer Zwartkopmeeuw vloog de 11e langs Savoy (CZ). Op de 18e werd de negende Vale Pijlstormvogel voor Katwijk vastgesteld: een exemplaar passeerde dicht langs de KRB post noord (BS). Een barmsijs vloog de 19e over het dorp (AE). Is de aparte timing een aanwijzing voor een broedgevalletje dit jaar? De 20e stond een Kleine Zilverreiger op Lentevreugd (NA). Een zeetreksessie de 25e leverde een Grauwe Pijlstormvogel op (MD,BS); in juli eigenlijk een stuk schaarser dan de Vale (de soort waarvoor je juist gaat in deze maand). Vandaag ook eindelijk een Krombekstrandloper (vorig jaar zelfs helemaal afwezig!) en de eerste Kleine Jager van het najaarsseizoen (MD, BS). Er was ook bulk, in de vorm van honderden noordse dieven en Grote Sterns (VW). Een adulte man Wespendief vloog de 29e over het dorp (AE). De 30e bevond zich een onvolwassen Kleine Jager op het strand (LP). Onvolwassen jagers zijn extra interessant aangezien deze normaliter rond de Evenaar verblijven; door gaans keren jagers pas weer terug richting hun geboortegrond als ze volledig adult zijn. Overigens vlogen er de 30e ook nog twee Zomer talingen langs Savoy (LP). De 30e vloog een zeer apart getimede Zwarte Wouw over de Zanderij (AL).
Broedgeval Krooneend
Krooneend ♀ 34(René van Rossum)
Vanaf 3-4 werd een paartje Krooneend gezien in de vijver naast huize RS (VW). Zouden dit echte wilde vogels geweest zijn? Nadat de vogels al twee weken niet meer in de vijver waren waargenomen dook het vrouwtje 18-5 plots weer op met twee kuikens aan haar zijde. Op 8-6 bleek één hiervan nog in leven. Mogelijk betrof het mannetje dat op 15-4 op het Valkenburgse Meer werd waargenomen (MK) de helft van dit paartje. Dit gaat ook op voor de man die 15-7 werd waargenomen op het Grote Meer (ML). De laatste melding van de overwinterende vogels uit Berkheide (van 7 stuks) komt overigens van 1-4 (HT). Op 9-5 vloog er een man Krooneend langs telpost Berkheide (CZ) !
Grasmus ♂, Berkheide, Wassenaar, 30 april 2009 (René van Rossum) Bosrietzanger, Dood gevonden in een achtertuin van de Zeewinde. Doodsoorzaak onbekend. 8 juni 2009 (Gijsbert van der Bent)
35
Nachtegaal, Berkheide, Katwijk, 24 april 2009 (René van Rossum)
36
Appelvinken Dit voorjaar werden er naar Katwijkse maatstaven opvallend veel Appelvinken waargenomen. De waarneming zijn samengevat in een tabel. Ondanks dat er juist dit voorjaar een ‘broedpopulatie’ in het Panbos is gevestigd (zie elders dit nummer), kan dit enkele paartje niet de vele waarnemingen verklaren. Zou er een verband zijn met de de invasie van vorig jaar (zie Duinstag 2008:3)?
Waarnemingen van Appelvink voorjaar 2008 Datum 3-4 6-4 10-4 10-4 29-4 9-5 12-5 13-5 14-5 18-5 18-5 20-5 23-5 23-5 25-5 25-5 6-6
Details vijf overvliegend één overvliegend één overvliegend twee overvliegend één overvliegend twee overvliegend vier overvliegend één overvliegend twee overvliegend één ter plaatse twee overvliegend één overvliegend twee ter plaatse één overvliegend twee overvliegend vier overvliegend één overvliegend
Locatie telpost Berkheide telpost Berkheide telpost Berkheide Vlaggeduin telpost Berkheide telpost Berkheide telpost Berkheide telpost Berkheide telpost Berkheide Berkheide telpost Berkheide telpost Berkheide Berkheide Coepelduynen Berkheide telpost Berkheide Berkheide
Waarnemer RR,CZ VW VW GB LP CZ BB,CZ VZ BB WR WR ML,WL CZ AS ML,WL CZ ML
Appelvink ♂ (René van Rossum)
37
Eerste seizoenswaarnemingen Ook dit jaar is de fenologie van broedvogels en doortrekkers weer nauwlettend in de gaten gehouden. De score is in een tabel weergegeven. Vogels die ook (zij het in klein aantal) overwinteren, zoals Tjiftjaf of Roodborsttapuit, of waar toevallig een schaarse winterwaarneming van was, zoals Beflijster en Oeverloper, zijn buiten beschouwing gelaten. Van echte missers is geen sprake, maar het is jammer dat Berkheide de interesse van Geoorde Futen niet meer lijkt te kunnen wekken.
Eerste seizoenswaarnemingen van broedvogels en doortrekkers 2009 (exclusief overwinteraars) Soort Datum eerste Waar waarneming nemer(s) Zomertaling 15-3 RR Kwartel 23-5 BW Purperreiger 10-4 HT Lepelaar 15-3 RR Wespendief 20-5 ML,WL Zwarte Wouw 09-3 JH,WR Visarend 15-4 WR Boomvalk 11-4 RR,JK Kluut 25-4 BW Kleine Plevier 4-4 CZ Zilverplevier 18-4 WT,BW Kleine Strandloper 13-5 CZ Krombekstrandloper 25-7 MD,BS Grutto 20-2 RR,JK Rosse Grutto 19-4 VW Regenwulp 10-4 PS Zwarte Ruiter 25-4 VW Groenpootruiter 10-4 RR,CZ Bosruiter 25-4 WR
Fitis Berkheide, Katwijk, 2438 april 2009 (René van Rossum)
Soort Datum eerste Waar waarneming nemer(s) Grote Stern 18-4 VW Visdief 10-4 PS,CZ Noordse Stern 27-4 LP Dwergstern 19-4 BW Zwarte Stern 25-4 BW Zomertortel 9-5 CZ Koekoek 11-4 MD Velduil 20-3 WK Gierzwaluw 10-4 RR,CZ Draaihals 25-4 PS Oeverzwaluw 5-4 CZ Boerenzwaluw 20-3 CZ Huiszwaluw 6-4 VW Boompieper 21-3 RR,CZ Engelse Kwikstaart 29-4 FR Gele Kwikstaart 3-4 RR,CZ Noordse Kwikstaart 8-5 WT Rouwkwikstaart 6-3 RR Witte Kwikstaart 6-3 JE Nachtegaal 7-4 JH Blauwborst 16-3 LP Zwarte Roodstaart 8-3 JvE Gekraagde Roodstaart 5-4 AE Paapje 18-4 HM Tapuit 21-3 AnM Sprinkhaanzanger 6-4 WL,WR Spotvogel 15-5 LP Bosrietzanger 9-5 WR Kleine Karekiet 13-4 BB Rietzanger 5-4 BB Braamsluiper 10-4 WL,JS Grasmus 10-4 JS Tuinfluiter 10-4 JS Fitis 30-3 JS Grauwe Vliegenvanger 8-5 GB Wielewaal 23-5 WR