Stichting Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis t.a.v. de heer P. Tops Kaarsenmakersstraat 2 2312 SG Leiden
Gemeente Leiden Bezoekadres Stadsbouwhuis Langegracht 72 Postadres Postbus 9100 2300 PC Leiden Telefoon 14 071 Contact www.leiden.nl/contact Website www.leiden.nl/gemeente
Datum Ons Kenmerk Onderwerp
12-05-2015 WABO 142287 /1527987 OLO Beslissing op uw aanvraag om omgevingsvergunning
Contactpersoon R.F.M. Bakker Doorkiesnummer (071) 5165779 datum besluit 12-05-2015
Kaarsenmakersstraat 2 Renoveren en gedeeltelijk vernieuwen van woon- en zorgcentrum ’t Huis op de Waard Datum binnenkomst 07-11-2014
Geachte heer Tops, Op 07-11-2014 hebben wij uw aanvraag tot een omgevingsvergunning ontvangen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de locatie Kaarsenmakersstraat 2 voor het volgende project: : “Het renoveren en het gedeeltelijk vernieuwen van het woon- en zorgcentrum ’t Huis op de Waard”. Deze aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: Het bouwen van een bouwwerk. Het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde. Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Wij hebben besloten om de vergunning te verlenen. Eventuele indiener(s) van zienswijzen zijn van de vergunningverlening in kennis gesteld en wij wijzen erop dat rechten van derden aan het gebruik van deze vergunning in de weg kunnen staan. U treft de vergunning bijgevoegd aan. In uw omgevingsvergunning staan doorgaans voorwaarden vermeld, bijvoorbeeld de voorwaarde dat nog nadere constructieve gegevens overgelegd en beoordeeld moeten worden voordat met de werkzaamheden mag worden gestart. Het is dus belangrijk dat u kennis neemt en rekening houdt met de in uw omgevingsvergunning opgenomen voorwaarden. Ook vragen wij uw aandacht voor het onderstaande, waarbij opgemerkt moet worden dat wellicht niet alle mededelingen op uw vergunning van toepassing zijn. Op tijd beginnen Na inwerkingtreding van uw vergunning heeft u maximaal 26 weken (activiteit kap 52 weken) de tijd om met de werkzaamheden te beginnen. Na die 26 weken loopt u het risico dat de vergunning wordt ingetrokken. Uiteraard kunnen er omstandigheden zijn waardoor u niet binnen 26 weken kunt beginnen. In dat geval verzoeken wij u ons hiervan in kennis te stellen en daarbij ook aan te geven wanneer u wel kunt starten met de werkzaamheden.
Betaling leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor het in behandeling nemen van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning leges verschuldigd. Voor betaling van dit bedrag ontvangt u een aparte, gespecificeerde nota. Bij deze nota wordt vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. Verplichting tot melden start en voortgang van de bouwwerkzaamheden Een belangrijke taak van onze inspecteurs is het controleren of er in overeenstemming met de verleende vergunning wordt gebouwd. Goedgekeurde tekeningen moeten daarom steeds op het werk aanwezig zijn en u dient het begin van de werkzaamheden alsmede de start van heiwerkzaamheden, het betonstorten voor de fundering en de verdiepingen altijd te melden. Voordat met het storten van beton mag worden begonnen, dienen de wapening, bekisting en ondersteuning van de betonconstructie voorts door het team Bouwtoezicht te zijn goedgekeurd. De keuring moet 48 uur voor de voorgenomen aanvang van het storten worden aangevraagd bij de afdeling Handhaving, team Bouwtoezicht, telefoon 14 071. Als alle werkzaamheden zijn afgerond, dient u ons hiervan in kennis te stellen. De meldingen kunt u doen via
[email protected] faxnummer 071 - 516 7880 onder vermelding van het omgevingsvergunningnummer en het perceel waarop de vergunning van toepassing is. Afvoerleidingen / riolering / herbestrating Afvoerleidingen moeten zijn aangesloten op het openbaar riool. Dit zal door de gemeente voor rekening van de vergunninghoud(st)er worden uitgevoerd. Voordat de aansluitingen worden gemaakt dient eerst een nog te bepalen bedrag ter nadere verrekening in de gemeentekas te worden gestort (gironr. 37206 ten name van de afdeling Stedelijk Beheer, Unit Civiel 1, onder vermelding van ‘aansluiting riolering Kaarsenmakersstraat 2’). Verder moet de hemelwaterafvoer zijn aangesloten op de huisriolering *lozen op het buitenwater. Voor eventuele herbestrating, die als gevolg van de werkzaamheden uitgevoerd moet worden, dient een nog te bepalen bedrag ter nadere verrekening in de gemeentekas te worden gestort (gironr. 37206 ten name van de afdeling Stedelijk Beheer, unit Civiel 4, onder vermelding van “waarborgsom bestrating Kaarsenmakersstraat 2“). Milieu Werkzaamheden met (mogelijk) verontreinigde grond moeten plaatsvinden volgens wettelijke regels. Deze zijn opgenomen in de Wet milieubeheer, de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) en het Besluit bodemkwaliteit. Indien u nog een bodemonderzoek moet verrichten, wijzen wij erop dat hieruit kan blijken dat mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De omgevingsvergunning treedt in dat geval pas in werking zodra is voldaan aan artikel 6.2c van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo). Voor toepassen van grond met kwaliteit boven de achtergrondwaarde binnen het werkgebied van Omgevingsdienst West Holland (ODWH) dient een melding gedaan te worden door middel van het meldingsformulier (www.mdwh.nl). De ODWH beoordeelt of de partij grond mag worden toegepast 3 op de geplande locatie. Voor het toepassen van meer dan 50 m schone grond dient een melding te worden gedaan via www.meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Archeologie Indien archeologische resten worden aangetroffen, dient dit op grond van artikel 53 van de Monumentenwet onmiddellijk te worden gemeld aan de minister van OC&W, door tussenkomst van de unit Monumenten en Archeologie van de gemeente, tel. nr. 071-5167950. De vondst dient gedurende 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de melding, ter beschikking te worden gesteld of gehouden voor wetenschappelijk onderzoek. Overige vergunningen Hoewel in de omgevingsvergunning de meeste vergunningstelsels zijn geïntegreerd, kan het toch voorkomen dat u nog andere vergunningen nodig hebt. Zo is op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het hebben van voorwerpen (keten, steigers, bouwmaterialen e.d.) op, in, over of boven de weg een afzonderlijke vergunning nodig. Volgens artikel 5.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening is ook voor het hebben van voorwerpen in, over of boven een openbaar water een afzonderlijke vergunning nodig. Deze vergunningen kunnen worden aangevraagd bij de afdeling Service & Informatie, telefoonnummer 071-5165503, unit Parkeren, Markt en Water, postbus 495, 2300 AL Leiden. Inbraakgevoeligheid en omgeving Wij maken u er op attent dat inbrekers regelmatig bouwsteigers gebruiken om panden die verbouwd worden en de naastgelegen panden te betreden. Wij raden u daarom aan afdoende maatregelen te nemen tegen inbraak. Tevens adviseren wij u om uw omgeving te laten weten dat u gaat beginnen met de (ver)bouwwerkzaamheden. Meer informatie Nadere informatie is te verkrijgen bij het Servicepunt Bouwen en Wonen (telefoonnummer 14 071), bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur of via www.leiden.nl/contact. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Leiden, namens dezen,
A.H. Karbet Teamleider Vergunningen & Subsidies
Kopie aan
Studiowa bv, Groen van Prinstererlaan 33, 3818 JN Amersfoort
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden gezien het verzoek ingediend door: adres: postcode en woonplaats: ingekomen op: geregistreerd onder nummer
Stichting Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis Kaarsenmakersstraat 2 2312 SG Leiden 07-11-2014 Wabo 142287 / 1527987 OLO.
waarbij een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt gevraagd voor de locatie Kaarsenmakersstraat 2, voor het volgende project: “Het renoveren en het gedeeltelijk vernieuwen van het woon- en zorgcentrum ’t Huis op de Waard”. Deze aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: Het bouwen van een bouwwerk. Het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde. Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht. overwegende: ten aanzien van de procedure De aanvraag tot omgevingsvergunning is op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt, waarbij is medegedeeld dat deze vanaf 19-11-2014 gedurende twee weken kan worden ingezien. Na bekendmaking is er één reactie binnengekomen die ziet op het aspect parkeren. De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 26-03-2015 voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn zijn geen zienswijzen en / of adviezen op de ontwerpbeschikking ingediend. ten aanzien van de activiteit bouwen De aanvraag ziet op het bouwen van een bouwwerk. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Het bouwplan is getoetst aan het Bouwbesluit, de bouwverordening, redelijke eisen van welstand en het bestemmingsplan. Bouwbesluit (artikel 2.10, eerste lid, onder a van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder a van de Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in het Bouwbesluit. U heeft aannemelijk gemaakt dat het bouwplan, onder het stellen van voorwaarden, voldoet aan deze voorschriften.
bouwverordening (artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in de bouwverordening. In artikel 2.5.30, lid 1 van de bouwverordening is bepaald dat, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein, dat bij het gebouw hoort. In artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening is bepaald dat burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in het eerste lid. In lid 5 van dit artikel is bepaald dat burgemeester en wethouders beleidsregels kunnen vaststellen. Deze beleidsregels zijn vastgesteld en gepubliceerd. Op basis van de beleidsregels parkeernormen en de CROW-normen geldt voor een 'verpleegen verzorgingshuis, zorgwoningen [per wooneenheid] (incl. personeel) ' een parkeervraag van 0,7 p.p./per woning. Deze norm is inclusief parkeren voor personeel. De CROW normen gaan ervan uit dat 60% van deze norm is bestemd ten behoeve van bezoekersparkeren. Deze norm is dus opgebouwd uit 0,3 parkeerplek/woning ten behoeve van bewoners en 0,4 p.p./woning ten behoeve van bezoekers en personeel. Dit onderscheid wordt gemaakt, omdat de bewoners van het Huis op de Waard met zware zorg niet over eigen auto's beschikken. Het is dan redelijk om het bewonersdeel van de parkeervraag uit de parkeernorm te halen. Voor dit plan wordt gelet hierop een parkeernorm van 0,4 parkeerplek gehanteerd voor zorgwoningen zware zorg en een parkeernorm van 0,7 parkeerplek voor zorgwoningen beperkte zorg. Het aantal zorgwoningen in de bestaande situatie bedraagt 89. Dit aantal is opgebouwd uit 20 zware zorgwoningen en 69 beperkte zorgwoningen. Parkeervraag bestaande situatie: 20 x 0,4 p.p./woning + 69 x 0,7 p.p./woning = 8 + 48,3 = 56,3 parkeerplek. In de nieuwe situatie worden in totaal 101 zorgwoningen gerealiseerd. Dit aantal is opgebouwd uit 60 zware zorgwoningen en 41 beperkte zorgwoningen. Daarnaast komen in de nieuwe situatie ook zes parkeerplekken op eigen terrein te vervallen. Deze plekken waren gesitueerd aan de Minnestraat, waar in de nieuwe situatie de nieuwe vleugel gerealiseerd gaat worden. Aangezien deze parkeerplekken in de nieuwe situatie niet meer terugkomen, moeten deze parkeerplekken meegenomen worden in de parkeereis van het nieuwbouwplan. Parkeervraag nieuwe situatie: 60 x 0,4 p.p. + 41 x 0,7 p.p. + 6 parkeerplekken eigen terrein = 24 + 28,7 + 6 = 58,7 p.p. De parkeereis wordt dan: 58,7 - 56,3 = 2,4 parkeerplekken afgerond 2 parkeerplekken. In het bouwplan zijn deze parkeerplekken niet opgenomen.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Op grond van beleidsregel 4a kan worden afgeweken van de parkeereis dat op eigen terrein wordt geparkeerd, als wordt aangetoond dat op andere wijze binnen een straal van 400m rond de ruimtelijke activiteit in de nodige parkeerruimte wordt voorzien. Wij hebben besloten om af te wijken van de parkeereis op grond van de volgende overwegingen: de gemeente Leiden laat periodiek een parkeerdrukmeting in de gehele stad uitvoeren. De parkeerdruk geeft het aantal bezette parkeerplaatsen als percentage van het totale aantal beschikbare parkeerplaatsen. Het meest recente onderzoek is in september door Mobycon uitgevoerd. In deze wijk blijkt de parkeerdruk (september 2014) op het maatgevende moment (nacht van een werkdag) 48% te zijn en dus lager dan 80%; wanneer de parkeereis ten gevolge van het bouwplan bij de reeds bestaande parkeerdruk wordt opgeteld, dan blijft de parkeerdruk in de wijk lager dan 80%; aangezien de parkeerdruk, inclusief de parkeereis ten gevolge van het bouwplan, lager is dan 80%, is er in de directe omgeving van het bouwplan nog voldoende parkeerruimte om de parkeereis van 2 parkeerplekken op te vangen. bestemmingsplan Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder c van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of regels die zijn gesteld op grond van artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Ter plaatse is het bestemmingsplan Binnenstad I van kracht en gelden de bestemmingen Maatschappelijke doeleinden (tevens woondoeleinden), Tuin en Verblijfsgebied. Het bouwplan is op de volgende onderdelen in strijd met het genoemde bestemmingsplan: in artikel 12, lid 3, sub b, onder 1 is bepaald dat de hoofdgebouwen uitsluitend binnen de bebouwingsgrenzen mogen worden opgericht. Een deel van de uitbreiding (nieuwbouw) aan de zijde van de Minnestraat is gelegen buiten de bebouwingsgrenzen op gronden met bestemming Verblijfsgebied. Deze bebouwing is niet passend binnen de bestemming Verblijfsgebied; aan de eerste verdieping van de nieuwbouw wordt een balkon gerealiseerd op/boven gronden met de bestemming Tuin. Het balkon is niet passend binnen deze bestemming; in artikel 3, lid 1 van de planvoorschriften is bepaald dat indien een bestaand hoofdgebouw is voorzien van een kap, een kap gehandhaafd dient te worden. Op diverse plaatsen worden de kappen gewijzigd. Deze kappen voldoen voor een deel niet aan het begrip ‘kap’ zoals is opgenomen in artikel 1, onder 38 van de planvoorschriften. Hiermee wordt niet voldaan aan de genoemde kapbepaling zoals is opgenomen in artikel 3. Uw aanvraag wordt mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo. In artikel 3, lid 3 van de planvoorschriften is een mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de kapbepaling. Ten aanzien van de overige strijdigheden zijn in het bestemmingsplan geen afwijkingsmogelijkheden opgenomen op basis waarvan het bouwplan kan worden gerealiseerd.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Er kan geen gebruik worden gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo omdat het bouwplan niet voldoet aan de categorieën zoals opgenomen in artikel 4(bijlage II) van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Wij zijn van oordeel dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat er sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing. Deze ruimtelijke onderbouwing (NL.IMRO.0546.OV00068-0301) is als bijlage bij dit besluit gevoegd en maakt daarvan deel uit. welstand (artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo mag de omgevingsvergunning alleen worden verleend indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. In de gemeente Leiden is de Welstandsnota gemeente Leiden 2014 van toepassing. Het bouwplan voldoet niet aan de in de welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria en is daarom voorgelegd aan de Welstands- en Monumentencommissie Leiden (WML). De WML heeft in haar vergadering van 25-02-2015 geoordeeld dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. Toetsingskader:
Welstandsnota Leiden 2014 Gebied 01A Historische binnenstad behoud (van het historisch stadsbeeld)
Welstandsadvies:
In strijd met redelijke eisen van welstand, tenzij het plan aangepast wordt conform het advies De commissie heeft bezwaar tegen het prominent zichtbare aangebouwde element aan de zijde Oranjegracht (badkamers, zie ook advies d.d. 13-082014) Geadviseerd wordt het ontwerp op dit punt opnieuw te bezien, bijvoorbeeld door de aanbouw te verlagen en vorm te geven als een erker. Het hekwerk is een essentieel onderdeel van het ontwerp. Verzocht wordt een ontwerptekening van het hekwerk mee te leveren. Op een aantal punten in de gevel (bijvoorbeeld tussen as 20 en 21) komen terugliggende gevels voor. De aansluiting ter plaatse van het dak komt wat gekunsteld over. Geadviseerd wordt de terugliggende gevel aan weerszijde van het raam in een plaatmateriaal uit te voeren en bij voorkeur iets onder de knik van het dak te houden en iets meer terugliggend, waardoor er een logischer aansluitdetail ontstaat.
Wij hebben uw gemachtigde bij brief van 27-02-2015, verzonden 27-02-2015 van dit advies op de hoogte gesteld, waarna u op 09-03-2015 een voorstel tot aanpassing heeft ingediend.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
De WML heeft in haar vergadering van 11-03-2015 ten aanzien van het ingediende voorstel het volgende advies uitgebracht: Welstandsadvies:
In strijd met redelijke eisen van welstand, tenzij het plan aangepast wordt conform het advies. Het hekwerk is akkoord. Met betrekking tot de terugliggende geveldelen is overeengekomen dat er een gevelaanzicht van de plaatselijke insnoering ingediend wordt. Voor de aanbouw aan de zijgevel worden twee opties getoond. De optie met de antracietkleurige blindnissen is niet akkoord omdat deze gevel te veel uit de toon valt. De gestreepte variant is nog niet akkoord omdat het voor een gevel op zo’n prominent zichtbare plek te veel een gesloten zijgevel lijkt. Geadviseerd wordt deze gevel iets te verlevendiggen. Het feit dat de aanbouw lager is uitgevoerd en onder de goot blijft wordt gezien als een verbetering en is daarmee akkoord.
Naar aanleiding van dit advies heeft u op 17-03-2015 een aangepast bouwplan ingediend. De WML heeft in haar vergadering van 18-03-2015 ten aanzien van het aangepaste bouwplan een positief advies uitgebracht. Welstandsadvies:
Niet in strijd met redelijke eisen van welstand.
Wij hebben dit advies overgenomen en zijn daarmee van oordeel dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Wij zijn van oordeel dat de vergunning voor de activiteiten ‘het bouwen van een bouwwerk’ en ‘het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan’, onder het stellen van voorwaarden, kan worden verleend. Deze voorwaarden zijn opgenomen bij het definitieve “BESLUIT”. ten aanzien van het slopen in een beschermd stadsgezicht. De aanvraag ziet op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stadsgezicht. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder h is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Op grond van artikel 2.16 Wabo kunnen wij de vergunning weigeren indien niet aannemelijk is gemaakt dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd. Het is naar ons oordeel aannemelijk dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd, aangezien u met onderhavige vergunning een goedgekeurd bouwplan heeft.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
ten aanzien van het uitvoeren van een werk geen bouwwerk zijnde Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo is het verboden om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het uitvoeren van een werk of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald. Uw aanvraag ziet op een van deze activiteiten. Het bouwplan zal worden gerealiseerd in een zone waarvoor op grond van het Bestemmingsplan Archeologie gedeeltelijk de dubbelbestemming Waarde-Archeologie 2 (gebieden van archeologische waarde binnen de singels) en gedeeltelijk de dubbelbestemming Waarde Archeologie 4 (gebieden met een hoge archeologische verwachting binnen de singels) geldt. De voor Waarde-Archeologie 2 en 4 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden. Voor het gedeelte met Waarde-Archeologie 2 gelden in dit gebied de volgende criteria: archeologisch onderzoek moet plaatsvinden, indien de bodem wordt verstoord over een 2 oppervlakte van meer dan 25 m en dieper dan 50 cm. Voor het gedeelte met Waarde-Archeologie 4 gelden in dit gebied de volgende criteria: archeologisch onderzoek moet plaatsvinden, indien de bodem wordt verstoord over een oppervlakte van meer dan 50 m 2 en dieper dan 50 cm. Bij de geplande uitbreiding wordt de bodem mogelijk tot grote diepte verstoord waarbij aanwezige archeologische resten voorgoed verloren gaan. Bij uitvoering van het bouwplan worden bovenstaande criteria overschreden. Door IDDS Archeologie is een archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd: Koekkelkoren & S. Moerman, 2012. Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, t Huis op de Waard, Leiden, Gemeente Leiden, IDDS Archeologie rapport 1380, IDDS Archeologie, Noordwijk. Uit dit onderzoek bleek dat het plangebied in de oeverzone langs de Rijn ligt. Vanwege het meanderen van de Rijn lag het plangebied eerst in de rivier, waardoor resten van vóór de Late Middeleeuwen verdwenen zullen zijn. Op basis van kaartmateriaal en historische informatie is het e gebied geleidelijk bebouwd nadat het in de 17 eeuw binnen de stadmuren kwam te liggen. In verband met deze ontwikkelingen is de oeverzone in het plangebied meermalen opgehoogd. Verwacht wordt dat op de top van de oeverzone (-1,4 tot -1,0 m NAP) resten kunnen voorkomen e met een datering vanaf de 12 eeuw. e De verwachting voor resten uit de 12 - 17e eeuw is laag omdat het gebied toen nog buiten de stad lag en waarschijnlijk alleen voor landbouwdoeleinden werd gebruikt. De verwachting voor de periode 17e tot 19e eeuw is daarentegen hoog. Op basis van het archeologisch bureau- en booronderzoek hebben wij aangegeven dat er een vervolgonderzoek noodzakelijk is (proefsleuvenonderzoek). Dit sleuvenonderzoek is in januari 2015 uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek is een definitieve rapportage verschenen: Y. Meijer, A.M.H.C. Koekkelkoren & P.A. van den Bos, 2015. Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. Proefsleuven, Kaarsenmakersstraat 2, Leiden, Gemeente Leiden, IDDS Archeologie rapport 1740, IDDS Archeologie, Noordwijk. e
Tijdens het onderzoek zijn archeologische resten uit de 17 eeuw aangetroffen met sporen van aanpassingen in de opvolgende eeuwen. Er is zelfs een aanwijzing dat er steenbouw voorafgaand aan de stadsuitbreiding in het plangebied aanwezig kan zijn geweest.
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Er zijn muurresten, gootjes, kelders, straatwerk en (water)putten gevonden. De indeling van de gebouwen en percelen zijn goed in de bodem bewaard gebleven. Wel lijkt het pand aan de Kaarsenmakersstraat de ondergrond dermate verstoort te hebben dat de steenbouwfase vanaf de 17e eeuw onder het pand is verdwenen. Onder dit niveau is echter nog een spoor aangetroffen dat tot ongeveer 20 cm onder de verstoring nog aanwezig is. Het is dus mogelijk dat onder het pand nog archeologische resten op dit niveau aanwezig zijn. Voor het pand langs de Minnestraat is onbekend in hoeverre de bodem onder het pand is verstoord. In de rapport wordt vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving (definitief onderzoek) geadviseerd. Aangegeven wordt dat bij de sloop van de panden rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische resten onder het pand. Op basis van het proefsleuvenonderzoek kon worden vastgesteld dat sprake is van behoudenswaardige archeologische resten in de ondergrond. Conform het gemeentelijk beleid gaat bij de aanwezigheid van dergelijke behoudenswaardige resten de voorkeur uit naar het behoud hiervan in de bodem (in situ). Omdat het op basis van de plannen niet mogelijk is deze resten in situ te behouden, zullen aan de activiteit uitvoeren van een werk voorwaarden worden gesteld. Deze voorwaarden zijn verderop opgenomen bij het definitieve “BESLUIT”. ten aanzien van de ingediende reactie Wij hebben de indiener van de reactie op de hoogte gesteld van het ter inzage leggen van het ontwerpbesluit en het ontwerpbesluit toegestuurd.
BESLUIT Burgemeester en wethouders besluiten: 1. met toepassing van artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening en beleidsregel 4a van de Beleidsregels parkeernormen Leiden, af te wijken van artikel 2.5.30. lid 1 van de bouwverordening in verband met de parkeereis; 2. de omgevingsvergunning te verlenen voor de locatie Kaarsenmakersstraat 2, voor het volgende project: “Het renoveren en het gedeeltelijk vernieuwen van het woon- en zorgcentrum ’t Huis op de Waard”, dat bestaat uit de volgende activiteiten:
Het bouwen van een bouwwerk. Het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde. Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht.
3. aan deze vergunning de volgende voorwaarden te verbinden: ten aanzien van de activiteit ‘het bouwen van een bouwwerk’ u mag niet eerder met de betreffende werkzaamheden (laten) beginnen dan nadat de hieronder genoemde gegevens zijn ingeleverd en goedgekeurd dan wel, voor zover het gaat om constructieve gegevens, aannemelijk is gemaakt dat deze voldoen aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Voor aanvang van de werkzaamheden moeten de stukken door het team Vergunningen en Subsidies dan ook beoordeeld zijn:
omgevingsvergunning uitgebreid-257
De volgende gegevens moeten tenminste 3 weken voor aanvang van de werkzaamheden via het OmgevingsLoket Online worden ingediend: het Programma van Eisen (PvE) van de brandmeldinstallatie en de ontruimingsalarminstallatie; een rapport met de nog te maken sonderingen welke voldoen aan de eisen genoemd in NEN9997, art. 3.2.3 (b) en (e); een funderingsadvies op basis van bovengenoemde nog te maken sonderingen; een aangepast palenplan op basis van het bovengenoemde; een aangepaste gewichtsberekening en berekening van de gewijzigde/nieuwe constructieve onderdelen in het bestaande gebouw waarbij het gewicht van de 2 verdiepingsvloeren (type DATO) is aangepast naar waarin het gewicht 3,1kN/m is gesteld, zoals eerder overeengekomen met de constructeur; een nadere verduidelijking van Hoofdstuk 6 van de gewichtsberekening waarbij de belastingtabellen per wand duidelijk is, om welke belasting het gaat en waar deze in een bijbehorend mechanicaschema geplaatst dient te worden (zie ook onderstaande mededelingen); een nadere uitwerking van de gesimuleerde belastingbreedten in de gewichtsberekening welke volgens de constructeur voortkomen uit een elementenberekening van het dak, zoals bijvoorbeeld de dakbelastingbreedte van 11,5m In H 6.1 tweede tabel, pagina 8; de hierboven genoemde elementenberekening van het dak; een duidelijk overzicht van de maximale (en minimale-) paalbelastingen welke een overzicht geeft van de resultaten uit de gewichtsberekening. Aangeraden wordt deze paalbelastingen aan te geven op een onderlegger van het palenplan; detailberekeningen kolomvoetaansluitingen van de stalen dakspanten waarbij aandacht voor de horizontale krachten op de ankers i.c.m. randafstanden; de berekeningen van de wandliggers in as 23, 25A tussen de tweede verdiepingsvloer en dakvloer, waarbij o.a. aandacht voor de nodige ophangwapening; een duidelijke berekening van de betonnen T-vormige vloer-/wandconstructie van detail 31 in het dak, op basis van asymmetrische belastingen op de vloereinden; een duidelijke uitwerking van de noodzakelijke koppelingen van de liftschachtwanden tussen as 24-25 waarbij tevens gelet op het feit dat enkele wanden over alle verdiepingen ongesteund zijn; de gegevens van bevestigingsmiddelen voor het opvangen van gevelelementen en metselwerk. De bevestigingsmiddelen die aan het buitenklimaat worden blootgesteld dienen te worden uitgevoerd in roestvaststaal, kwaliteit 3.16. In afwijking hiervan kan in overleg met de gemeente Leiden, afdeling Vergunningen en Subsidies, plaatselijk en onder bepaalde voorwaarden, thermisch verzinkt staal met een duplex systeem worden toegepast volgens NEN 1275 respectievelijk NPR 5254; de berekening van hekwerken en hun bevestigingen; berekeningen en tekeningen van stempelconstructies en hun ondersteuningen, in de bestaande bebouwing maar ook in de nieuwe bebouwing onder bijvoorbeeld de wandliggers van de twee verdiepingsvloer; indien paalsystemen worden toegepast waarvoor geen NEN-normen, certificaten of beoordelingsrichtlijnen zijn, dan zullen gegevens moeten worden ingediend waaruit gelijkwaardigheid op basis van NEN 6700 blijkt; een bouwveiligheidsplan volgens de MOR art. 2.4;
omgevingsvergunning uitgebreid-257
overige (detail-)berekeningen welke volgens de MOR in een later stadium mogen worden aangeleverd, zoals bijvoorbeeld de berekening van de dakkappen, staaldetails, verdiepingsvloeren, kalkzandsteen wanden, betonwanden en -kolommen, fundering en palen;
ten aanzien van de activiteit ‘het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde’ voorafgaand aan de bouw dient een opgraving (definitief onderzoek) te worden uitgevoerd ter plaatse van de nieuwbouw; voorafgaand aan de archeologische opgraving mogen de sloopwerkzaamheden niet dieper reiken dan 50 cm –Mv. Dit betekent dat geen funderingspalen mogen worden verwijderd. Alleen de funderingen van de huidige bebouwing mogen tot grotere diepte worden weggehaald; om te voorkomen dat archeologische resten ongezien worden verwijderd tijdens de sloop, dient de sloop onder het maaiveld plaats te vinden onder archeologische begeleiding. Dit betekent dat tijdens deze werkzaamheden een archeoloog meekijkt en waardevolle resten documenteert; voorafgaand aan het onderzoek (opgraving en archeologische begeleiding) dient conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) een programma van eisen (PvE) te worden opgesteld door een archeologisch bureau. Hierin dient te worden opgenomen aan welke eisen het archeologisch onderzoek moet voldoen; het PvE dient ter beoordeling te worden voorgelegd aan Erfgoed Leiden en Omstreken; het archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd door een instelling met een vergunning tot het doen van archeologisch onderzoek (www.sikb.nl) onder toezicht van archeologen van Erfgoed Leiden en Omstreken (de kosten van archeologisch onderzoek en andere noodzakelijke maatregelen zijn voor rekening van de aanvrager. authentiek adres De vergunning wordt verleend voor het volgende authentieke adres: Kaarsenmakersstraat 2. bijgevoegde documenten De volgende toegevoegde gewaarmerkte stukken maken deel uit van de vergunning: constructie bovenbouw en fundering 1527987_1415372345383_2014_10_07_RKS_01_S_5902BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; Constructie palenplan 1527987_1415372390056_KS-01BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; Constructie gb en fundering 1527987_1415372433921_KS-02BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; Constructie 1e verdiepingsvloer 1527987_1415372469317_KS-03BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; Constructie 2e verdiepingsvloer 1527987_1415372497640_KS-04BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; Constructie dakvloer 1527987_1415372547759_KS-05BB150126.pdf ingediend op 07-11-2014; plattegrond begane grond bestaande situatie 1527987_1415373041463_2265-BS-00140930BB150319.pdf ingediend op 07-11-2014;
omgevingsvergunning uitgebreid-257
plattegrond 1e verdieping bestaande toestand 1527987_1415373083537_2265-BS-01140930BB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; plattegrond 2e verdieping bestaande toestand 1527987_1415373117813_2265-BS-02140930BB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; def ontwerp technische installaties voor renovatie/nieuwbouw 1527987_1415374115747_DO_omschrijving_HODWBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; EPC berekening utiliteitsgedeelte 1527987_1415374183489_EPC_HODW__utiliteitsgedeelteBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; EPC berekening woongedeelte 1527987_1415374212397_EPC_HODW_woongedeelteBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; ventilatiebalans 1527987_1415374317513_Ventilatiebalans_HODWBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; kruipruimte c.v. en ventilatieinstallatie/werktuigkundige installatie 1527987_1415374383692_WD31-1-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; kruipruimte sanitaire installatie en riolering werktuigkundige installatie 1527987_1415374412957_WD33-1-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; begane grond c.v.- en ventilatie installatie werktuigkundige installatie 1527987_1415374442845_WD3100-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 1e verdieping c.v.- en ventilatie installatie werktuigkundige installatie 1527987_1415374467634_WD3101-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 2e verideping c.v.- en ventilatie installatie werktuigkundige installatie 1527987_1415374491666_WD3102-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; zolder en dakaanzichtc.v.- en ventilatie installatie werktuigkundige installatie 1527987_1415374515320_WD3103-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; begane grond sanitaire installatie en riolering werktuigkundige installatie 1527987_1415374538877_WD3300-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 1e verdieping sanitaire installatie en riolering werktuigkundige installatie 1527987_1415374561659_WD3301-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 2e verdieping sanitaire installatie en riolering werktuigkundige installatie 1527987_1415374596293_WD3302-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; zolder en dakaanzicht sanitaire installatie en riolering wekrtuigkundige installatie 1527987_1415374619089_WD3303-13312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; renvooi elektrotechnische installatie 1527987_1415374670670_ED-000113312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; renvooi elektrotechnische installatie 1527987_1415374696459_ED-000213312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; renvooi elektrotechnische installaties 1527987_1415374718909_ED-000313312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; renvooi elektrotechnische installaties 1527987_1415374741648_ED-000413312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; begane grond elektrotechnische installaties 1527987_1415374832052_ED-310013312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 1e verdieping elektrotechnische installaties 1527987_1415374855189_ED-310113312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014;
omgevingsvergunning uitgebreid-257
2e verdieping elektrotechnische instalalties 1527987_1415374880649_ED-310213312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; dak elektrotechnische installaties 1527987_1415374901414_ED-310313312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; begane grond overige elektrotechnische installaties 1527987_1415374925474_ED-320013312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 1e verdieping ovrige elektrotechnische installaties 1527987_1415374954757_ED-320113312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; 2e verdieping overige elektrotechnische installaties 1527987_1415374980760_ED-320213312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; elektrotechnische installaties 2-kamerappartement 1527987_1415375006568_ED-390113312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; PG kamer elektrotechnische installaties 1527987_1415375030858_ED-390213312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; elektrotechnische installaties studio 1527987_1415375053936_ED-390313312ALGBB141121.pdf ingediend op 07-11-2014; elektrotechnische installaties woonkamer PG 1527987_1415375077371_ED-390413312ALGBB150319.pdf ingediend op 07-11-2014; OLO 1527987_1415375271356_papierenformulier.pdf ingediend op 07-11-2014; plattegrond begane grond, slooptekening 1527987_1417196650850_2265-BA-05SLOOP_BG_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; plattegrond 1e verdieping, slooptekening 1527987_1417196684727_2265-BA-06SLOOP_1_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; plattegrond 2e verideping, slooptekening 1527987_1417196715880_2265-BA-07SLOOP_2_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; bouwbesluitgegevens 1527987_1417196852501_2265-BA-40BOUWBESLUIT_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; brandveiligheid 1527987_1417196894627_2265-BA-41BRANDVEILIGHEID_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; geveltekening bestaand 1527987_1417196970148_2265-BS-10BESTAAND_GEVELS_141128BB150227.pdf ingediend op 28-11-2014; situatietekening bestaand 1527987_1417197001995_2265-BS-90SIT_BESTAAND_141128BB150319.pdf ingediend op 28-11-2014; detail frans balkon 1527987_1417773514953_2265-BA-30A-detail_fr_balkonBB150319.PDF ingediend op 05-12-2014; aanvraagformulier 1527987_1418041534673_2265_aanvraag_sloop_stadsgez_141208BB150319.pdf ingediend op 08-12-2014; plattegrond 1e verdieping 1527987_1422020485175_2265-BA-01PLATTEGROND_1steBB150304.pdf ingediend op 23-01-2015; plattegrond 2e verdieping 1527987_1422020509388_2265-BA-02PLATTEGROND_2deBB150304.pdf ingediend op 23-01-2015; plattegrond zolder en dakaanzicht 1527987_1422020533538_2265-BA-03PLATTEGROND_ZOLDER__DAKBB150304.pdf ingediend op 23-01-2015; detailtekeningen 1527987_1422020654427_2265-BA-30_details-GEWBB150226.pdf ingediend op 23-01-2015; hekwerk, detail V-20 Detail V-20BB150310.pdf ingediend op 09-03-2015;
omgevingsvergunning uitgebreid-257
BA-10-gevelaanzichten en doorsneden Blad 1 2265-BA-10 - GEVELAANZICHTEN EN DOORSNEDEN BLAD 1BB150319.pdf ingediend op 17-03-2015; BA-11-gevelaanzichten en doorsneden Blad 2 2265-BA-11 - GEVELAANZICHTEN EN DOORSNEDEN BLAD 2BB150319.pdf ingediend op 17-03-2015; BA-13-fragment dakrand vliesgevel met gootaansluiten 2265-BA-13 - FRAGMENT DAKRAND VLIESGEVEL MET GOOTAANSLUITINGBB150319.PDF ingediend op 17-03-2015; BA-92-project gebied 2265-BA-92 - PROJECTGEBIEDBB150319.PDF ingediend op 17-03-2015; BA-93-plangebied 2265-BA-93 - PLANGEBIEDBB150319.PDF ingediend op 17-03-2015; Plattegrond begane grond 2265-BA-00 - PLATTEGROND BEGANEGRONDBB150319.pdf ingediend op 19-03-2015; ruimtelijke onderbouwing RO Huis op de Waard.pdf van 11-05-2015.
mededelingen er dient een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘brandveilig gebruik van een bouwwerk’ te worden aangevraagd en te zijn verleend alvorens het gebouw in gebruik mag worden genomen. Voor deze aanvraag omgevingsvergunning is de uitgebreide procedure van toepassing; ten behoeve van de sloopwerkzaamheden dient een sloopmelding te worden gedaan; er wordt aanbevolen om in het bouwplan voorzieningen voor stadsvogels en vleermuizen op te nemen. Hierdoor kan een bijdrage worden geleverd aan de ontwikkeling van stedelijke natuur. Hierbij kan worden gedacht aan vogelvriendelijke vogelschroten, vogelpannen, neststenen en nestkasten; de ligging van het bouwwerk valt buiten de wettelijke normen van de opkomsttijd. Het bestuur van de veiligheidsregio hanteert voor een woonfunctie voor verminderd zelfredzamen van een basisbrandweereenheid van 6 minuten. In 95% van de incidenten zal de opkomsttijd tussen de 7 en 8 minuten bedragen. Wij adviseren u hierop te anticiperen in uw bedrijfsnoodplan; de belastingen per wand in H.6 zijn onduidelijk. Als voorbeeld noemen we de gewichtsberekening van de wand in as 20, 22, 23, 24, 27, 29, J, I in Hoofdstuk 6.1. Hier worden in de tabellen twee q-lasten berekend en 1 puntlast waarvan we niet weten waar deze zijn gesitueerd in het mechanicaschema van de wand en onderliggende fundering. Dit geld voor alle berekende wanden. Aangeraden wordt dit inzichtelijk te maken middels duidelijke mechanica schema's waarin de belastingen vanuit de tabellen terug te vinden zijn; er dient te worden gelet op de uitkragende dakvloer tussen de assen K-L/29-30 waarop het einde het stalen dakkapje rust opdat deze qua sterkte goed wordt geschematiseerd en qua vervormingen geen problemen geeft; gezien er een trillingsvrij paalsysteem wordt voorgeschreven zien wij geen noodzaak om trillingsgevoelige belendingen in de omgeving te voorzien van een monitoringsplan; trillingen aan belendingen moeten minimaal voldoen aan SBR richtlijn-A; schade of ernstige hinder voor de omgeving moet zo veel mogelijk worden voorkomen; als grens voor geluidhinder dienen de waarden gegeven in het Bouwbesluit te worden gehanteerd; er dient een coördinator aangesteld te worden die verantwoordelijk is voor het indienen van de gegevens en bescheiden ten behoeve van de constructieve toets aan het Bouwbesluit. Deze gegevens en bescheiden dienen in een zodanige vorm te worden aangeleverd dat een goede en efficiënte afhandeling van de bouwconstructieve beoordeling mogelijk is. Daarvoor is ook de samenhang tussen de berekeningen en tekeningen en overige bescheiden van de afzonderlijke constructieonderdelen van het bouwwerk noodzakelijk;
omgevingsvergunning uitgebreid-257
met de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat de daarop betrekking hebbende tekeningen en/of berekeningen door de gemeente Leiden, afdeling Vergunningen en Subsidies zijn beoordeeld. Tevens dienen deze constructietekeningen en/of -berekeningen op het werk aanwezig te zijn; indien één of meerdere van de eisen wat betreft trillingen en geluidshinder worden overschreden dienen de veroorzakende werkzaamheden worden gestaakt en moet de inspecteur van het Team Bouwtoezicht van de Gemeente Leiden onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld. De werkzaamheden mogen pas weer worden hervat indien het Team Bouwtoezicht de maatregelen die worden voorgesteld heeft goedgekeurd; de Ministeriële Regeling Omgevingsrecht 2010 (MOR) paragraaf 2.2 artikel 2.7 is van toepassing op de nader in te dienen gegevens; er wordt dringend aanbevolen om de aanbevelingen van het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid te hanteren bij het indienen van constructieve stukken.
Inwerkingtreding Deze vergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn van 6 weken, gerekend vanaf de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd. Indien tijdens genoemde termijn van 6 weken bij de rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend, dan treedt deze beschikking niet eerder in werking dan nadat op het verzoekschrift is beslist. Beroepsclausule Wie door het verlenen van deze vergunning rechtstreeks in zijn belangen is getroffen, en tijdig zienswijzen tegen het ontwerpbesluit heeft gemaakt, kan daartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen een termijn van 6 weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd beroep instellen bij de rechtbank, Sector Bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Indien onverwijlde spoed - gelet op de betrokken belangen - het vereist, kunt u ook de Voorzieningenrechter van de rechtbank in Den Haag verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Verzonden: 12-05-2015 Burgemeester en wethouders, namens dezen,
A.H. Karbet Teamleider Vergunningen en Subsidies
omgevingsvergunning uitgebreid-257