C.A.C. Daskalakis Wethouder voor Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Welzijn en Volksgezondheid, Sport en Recreatie Postbus 1501 3100 EA SCHIEDAM
gemeente Schiedam
Aan de leden van de commissie Samenleving en Bestuur
G R IFF I E
Stadskantoor Stadserf 1 3112DZ SCHIEDAM T 010 246 55 55 F 010 473 59 78 W www.schiedam.nl
Afdeling Ingek. Reg. no.
0 9 APR. 2008 r ' <*//
Klass.no.
(IERK
irm UW BRIEF VAN
10
9
DOORKIESNUMMER
010-2465614
[email protected]
ONDERWERP
Conceptnota 'Jong zijn in Schiedam: ieders zorg'
Geachte dames, heren, Op 5 maart jongstleden is het concept van de beleidsnota 'Jong zijn in Schiedam: ieders zorg' door u besproken. U ontvangt als bijlage een overzicht van de op 5 maart gemaakte opmerkingen en gestelde vragen, alsmede de antwoorden daarop. Bovendien wordt aangegeven, op welke punten de tekst zal worden aangevuld. Op de kortst mogelijke termijn wordt aan de belanghebbende Schiedammers en organisaties de mogelijkheid geboden op de concepttekst van de beleidsnota - inclusief de bijlage met daarin de opmerkingen vanuit de commissievergadering van 5 maart - te reageren. Naast de standaard gelegenheid om schriftelijk op- en aanmerkingen in te dienen, zal er tenminste één inspraakavond worden belegd. Na afloop van de inspraaktermijn worden de resultaten geordend, beoordeeld en voorzien van een ambtelijk advies aan het college voorgelegd. Dat mondt uit in een aangepaste concepttekst, waarin dus de opmerkingen van uw commissie eveneens zijn verwerkt. Na vaststelling daarvan door ons college, zal die versie aan de griffie worden aangeboden. Hoogachtend,
Wethouder C.A.C. Daskalakis
Bijlage: neerslag bespreking conceptnota op woensdag 5 maart 2008.
Bijlage:
Bespreking conceptnota 'Jong zijn in Schiedam: ieders zorg' op 5 maart 2008; opmerkingen en vragen vanuit de fracties + beantwoording
D66: Positief. Benodigde financiële middelen nog een vraagpunt.
CDA: Positief. Aandachtspunt vormt institutionele tegenover probleemgerichte benadering. Antwoord: We moeten inderdaad bij de aanpak van jeugdproblematiek zorgen voor het waarborgen van samenhang en samenwerking. Van belang hierbij zijn uiteraard het CJG, de netwerkstructuur, de verwijsindex.
VVD: Positief. Aantal vragen, cq opmerkingen: Blz.15, onder actiepunt 2: Het AWBZ-gebruik door Jeugdgezondheidszorg dreigt door dit kabinet aangepakt te worden; wat is de consequentie daarvan op deze nota? Antwoord: dit betreft Ondersteunende begeleiding, waaronder gespecialiseerde gezinszorg. Middelen komen met de overheveling mee, maar ten dele. Dit punt wordt stevig bij het rijk onder de aandacht gebracht door de G27-gemeenten, die gezamenlijk daarover een notitie hebben uitgebracht. Vooralsnog heeft dit geen consequentie voor deze nota. Actiepunt 3 hoort eigenlijk hier niet thuis; dat wordt al inandere nota's genoemd, en is meer specifieke uitwerking. Antwoord: omdat de nota jeugdbeleid een integraal karakter heeft liggen verbindingen met andere beleidsnota's op meerdere onderdelen voor de hand. Eveneens op blz. 15 onder Signalering en zorgcoördinatie: met W E , en Integraal peuterspeelzaalwerk bereik je waarschijnlijk nog steeds niet alle jonge kinderen. Daarvoor moetje ook de huisartsen en consultatiebureaus inschakelen; en deze professionals moeten dan ook de training 'signaleren' volgen. Antwoord: Klopt, de 'kunst' van het signaleren dient breed aanwezig te zijn, bij alle professionals, die met de doelgroep in aanraking komen. De wijze waarop zo'n training elders is aangepakt kan als voorbeeld dienen. Op blz. 16 en 17 wordt gesproken over het risicosignaleringssysteem Multi-signaal (Maassluis gaat dit ook gebruiken). Wordt dit systeem ook regionaal en landelijk gekoppeld om wegstroomkinderen te kunnen blijven volgen? Antwoord: Zeker, Multisignaal wordt subregionaal en regionaal geïmplementeerd; in de NWN zelfs in nauwe samenwerking met Maassluis en Vlaardingen; koppeling met de landelijke Verwijsindex wordt zelfs wettelijk verplicht gesteld (via wijziging Wet op de Jeugdzorg). Op blz. 17 onder actiepunt 10: met een manager CJG en een GOS A-regisseur in gemeentelijke dienst, lijkt de organisatie behoorlijk omslachtig te worden.
Antwoord: de taken en positie van de GOSA-regisseur en van de manager CJG zullen nader verduidelijkt worden. Op blz. 18, 2e alinea van onderen, komt vooral de vraag op (n.a.v. de recente reeks overvallen in Rotterdam, waar vooral jonge pubers betrokken lijken te zijn) hoe we de veiligheid van aanbieders van stageplaatsen kunnen garanderen (in Rotterdam bijv. stagiair bij Bristol die zijn maatjes vervolgens vertelt waar de kluis staat, en dus medeplichtig is aan overval). Antwoord: dit moet standaard punt van aandacht zijn. Op blz. 21 zou dan onder de acties ook hier een extra actiepunt worden opgenomen, maar dan t.b.v. het mentoraatsproject het instellen van een Heroes project: succesvolle bekende Schiedammers (of bijv. een vergelijkbaar figuur als onze presentator op het jongerendebat) die zich beschikbaar stellen om eens in de zoveel tijd iets specifieks voor deze jongeren te doen ofte begeleiden. Antwoord: de suggestie wordt ter harte genomen. Op blz. 22 de acties iets specifieker graag, bijv. niet alleen het uitschrijven van de wedstrijd, maar ook al in navolging tot wat in Vlaardingen is gebeurd in ieder geval 1 huiskamerproject vast op te zetten. Antwoord: ook deze suggestie wordt nader onderzocht. Op blz. 23 onder de acties 28-31 een extra punt toevoegen; er is een organisatie STREET Challenge, die straattoernooien organiseert en naar een landelijk toernooi streeft. Antwoord: dit is reeds staande praktijk; het buurtsportwerk van SWS is hierin leidend (zelfs wordt aan internationale toernooien deelgenomen) en werkt met genoemde organisatie samen. Op blz. 24, onder sturingsfilosofie: doelgerichte samenwerking: waak voor niet nog een zoveelste overlegvorm en extra vergaderen; maak svp gebruik van al bestaand overleg en vorm dat eventueel om. Het zou ook zinnig zijn om overzicht te krijgen van hoe vaak, door wie, en met welk doel vergaderd wordt. De ervaring leert dat er eerder teveel dan te weinig vergaderd wordt, en dat voor effectiviteitverhoging er juist aandacht moet worden gegeven aan een nieuwe opzet. Antwoord: we streven uiteraard naar zo efficiënt mogelijke overlegstructuren, zonder overlappingen, dubbelingen etc. Dit punt moet uiteraard nader uitgewerkt worden. In uitvoeringsgerichte samenwerking staat : 'WIJ zullen interveniëren etc. intrigeren. Wie is die Wij? Het college? De wethouder? Burgemeester? Raad? Antwoord: in algemene zin wordt in de tekst met 'wij' ons college bedoeld. In het kader van het te ontwerpen opschalingmodel betreft het doorzettingsmacht in crisissituaties; deze willen we bij de wethouder jeugd beleggen. In het financieel overzicht graag aangeven, waar het om landelijke bijdragen gaat, en waar om zuiver gemeentelijke? Of is het overzichtje juist alleen de gemeentelijke bijdrage?
Antwoord: het overzicht betreft alleen extra gemeentelijke middelen, let wel: naar een globale raming/inschatting.
PvdA: Verschillende suggesties voor aanvulling: In par 4.2, School en werk ontbreken de ambities en doelen mbt de brede buurtscholen. Antwoord: de ambities en doelen hiervan worden/zijn verwoord in de betreffende beleidsnotities, die de raad heeft vastgesteld. De tekst zal worden aangevuld met een verwijzing naar die notities. Sport, cultuur en cultuureducatie worden onvoldoende behandeld. Antwoord: deze onderwerpen komen in de huidige tekst inderdaad niet goed uit de verf. Aanvulling met verwijzing naar de betreffende beleidsstukken zal geschieden. Actieve jongerenparticipatie: er moet gebruik gemaakt worden van de bij de Verkenning gebleken betrokkenheid van jongeren; daar zijn vele vormen voor denkbaar. Antwoord: dit aspect moet nader uitgewerkt worden, zoals meer aspecten van het rapport van de Verkenningscommissie. Onder meer met inachtneming van jongerenbijeenkomst op 17 maart. CJG: moet vooral een netwerkachtige organisatie zijn, niet primair een fysieke plek. Laagdrempeligheid is van groot belang. Denk aan loketten op wijkniveau. Antwoord: de kaders zijn nu aangegeven, nadere invulling wordt stevig ter hand genomen. Twee CJG in Schiedam, met van daaruit opererende, op maat samengestelde zorgteams, volgens het adagium één kind/gezin, één hulpplan, één aanspreekpunt, zo dicht mogelijk bij de leefomgeving, dus in de wijk. We volgen in eerste instantie het basismodel, maar samenwerking met AMW, politie, welzijnswerk, huisartsen ligt voor de hand. VIG: is het aangegeven bereik gebaseerd op de behoefte? Antwoord: indien 6-8 gezinnen in de praktijk te laag blijkt ingeschat, zal dit bijgesteld worden Toekomst TOS: zorg voor het behoud van deze inzet. Antwoord: er wordt extra inzet voor 2009 voorgesteld in het kader van de afloop le tranche BOS-impuls, de rest van het budget komt uit GSB-middelen en is tot en met 2009 nog zeker, daarna wordt dit nader bezien; het belang wordt zeker ook door het college onderkend en de waardering gedeeld. Commitment: Antwoord: dit is inderdaad een voorwaarde voor slagen; de signalen van de partners zijn evenwel positief en geven veel vertrouwen Jongerenwerk: Antwoord: het VU-rapport is in het college behandeld en krijgt een vervolg; het rapport zal aan de raad ter beschikking gesteld worden.
Groen Links: Positief. Aandacht wordt gevraagd voor aansluiting VMBO-ROC en voor uitval ROC en voor invulling pm-posten. Antwoord: er wordt reeds veel inzet gepleegd op de aansluiting en op de voorkoming van uitval. De invulling van de pm-posten komt bij de uitwerking van de verschillende onderdelen aan de orde.
APV: Aandachtspunt is de regie over zoveel partijen. Voorstel VMBO-programma in blokken van 6 weken te verdelen Antwoord: dit is geen gemeentelijke bevoegdheid
SP: Let ook op laaggeletterdheid ouders; regie en afstemming vraagt flinke inspanning. Verder content met stuk.
Leefbaar Schiedam: Akkoord, geen nadere opmerkingen.