gemeente Schiedam
Aan de leden van de Gemeenteraad van Schiedam
M. Siljee Wethouder voor Financiën, Binnenstad, Cultuur Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadskantoor Stadserf 1 3112 DZ Schiedam T 010 246 55 55 F 010 473 59 78 W www.schiedam.nl
UW KENMERK
ONS KENMERK
UW BRIEF VAN
DOORKIESNUMMER
E-MAIL
010-2191791
[email protected]
7 januari 2008
Voorstel tot aanpassing van het onderdeel objectcriteria winkelgebied binnenstad in de Nota Architectuur en Welstand 2004
Geachte dames, heren, In het kader van het project Werk aan de Winkel heeft het college in haar vergadering van 18 december 2007 besloten bijgaand voorstel aangaande de aanpassing van het onderdeel objectcriteria winkelgebied binnenstad in de Nota Architectuur en Welstand 2004 voor inspraak vrij te geven. Gedurende de inspraakperiode hebben belanghebbende en ingezetenen de gelegenheid om hun mening c.q. zienswijze hierop te geven. Hierbij wil ik u alvast in de gelegenheid stellen van dit voorstel kennis te nemen en de mogelijkheid te geven hierop te reageren. Na beëindiging van de inspraakperiode van 6 weken zal het definitieve raadsvoorstel ter besluitvorming aan u worden aangeboden. Ter kennisneming stuur ik u tevens de door het college vastgestelde beleidsregels "Subsidieverstrekking aanpak verbetering vastgoed winkelstraten in de binnenstad Schiedam 2007 en de aanpassing beleidsregels "Wonen boven Winkels" 2004. Ik hoop u voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelü
Wethouder M. Siljee Bijlage: Objectcriteria winkelgebied binnenstad; Kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen en aanvullingen; Beleidsregels subsidieverstrekking aanpak verbetering vastgoed winkelstraten in de binnenstad Schiedam 2007; Aanpassing beleidsregels "Wonen boven Winkels" 2004.
6.5.3. Objectcriteria voor reclame op en aan gebouwen Inleiding: Voor de binnenstad zijn nieuwe reclameregels van kracht geworden een en ander in het kader van het project Werk aan de Winkel, deze zijn geformuleerd onder hoofdstuk 6.5.5. Voor het overige Schiedamse grondgebied blijven de navolgende objectcriteria voor reclame op en aan gebouwen van toepassing.
6.5.5.Objectcriteria winkelgebied Binnenstad Inleiding: De binnenstad van de gemeente Schiedam is gebaat bij een integrale benadering van zaken die de uitstraling van de winkelstraten bepalen. Te denken valt aan uitstallingen, graffiti, gevelreclame, rolluiken, dichtgezette etalageramen, dichtgezette stegen, zonweringen en vlaggen, kabels en leidingen. Om te komen tot deze beeldverbetering is een intensieve aanpak ten aanzien van het bovenstaande vereist. Op dit moment zijn bij ondernemers functionele eisen en de 'huisstijl' van het bedrijf vaak belangrijker dan een architectonisch goede oplossing, die recht doet aan het historische karakter van de binnenstad. De puien hebben qua vormgeving en materiaalgebruik meestal geen relatie met de bovenliggende gevel. Door de luifels wordt die scheiding vaak versterkt. Wanneer een winkel meerdere panden beslaat is dat op de begane grond in het gevelbeeld niet meer af te leiden. De relatie met de architectuur van bovenliggende gevels is volledig verloren gegaan. Het is wenselijk dat met eigentijdse middelen de kwaliteit van de winkelpui in de winkelstraten weer wordt hersteld. Om die kwaliteit te bereiken, zullen eigenaren/ondernemers, in samenwerking met de gemeente, moeten komen tot een beeldkwaliteitsplan. Hiervoor zijn door de gemeente in overleg met de Commissie Welstand en Monumenten criteria opgesteld waaraan puien, reclame, rolluiken etc. bij vervanging of wijziging moeten voldoen.
Algemene welstandscriteria: 1. de gebogen rooilijn van de Hoogstraat moet zoveel mogelijk zichtbaar blijven (dominante reclame en luifels ontnemen dit zicht); bevorderd moet worden, dat ook op begane grond niveau in de rooilijn wordt gebouwd. Accenten kunnen worden gelegd bij open ruimtes, kruispunten en pleintjes; 2. de historische kavelmaat c.q. de pandbreedte moet in de vormgeving van de gevels tot uitdrukking komen (parcellering). Het doorbreken hiervan door bijvoorbeeld één etalage over meerdere panden of doorgaande luifels geeft een ongewenste schaalvergroting en verstoort het ritme van met name de relatief smalle winkelpanden, die in meerderheid in de binnenstad voorkomen; 3. de aanwezigheid van een relatie tussen maatvoering en vormgeving van de onderbouw en de bovenbouw (begane grondgevel en verdiepingsgevel) moet worden gehandhaafd en bevorderd; 4. oorspronkelijke gevels, geveldelen en detaillering, mogen niet worden aangetast. Voor beschermde monumenten en panden met kwaliteitsniveau 1 wordt bij onderhoud verwezen naar de specifieke criteria voor deze bebouwing "Uitvoeringsvoorschriften voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden (zie bijlage d); 5. het gebruik van kleuren moet passend zijn in de omgeving. Kleuren mogen wel worden gebruikt om de architectuur te versterken. Het schilderen van gevels, kozijnen, luifels in felle, opzichtige kleuren geeft een te overheersend en onrustig beeld; 6. reclame-uitingen mogen de uiterlijke verschijningsvorm van een pand en de belendingen niet nadelig beïnvloeden, vooral het zicht op de bovenkanten van de panden moet ongestoord blijven; 7. rolluiken voor en in de onderpui moeten een zodanige transparantie hebben, dat de achterliggende etalage of pui overwegend zichtbaar blijft.
Specifieke welstandscriteria op onderdelen
Gevels en puien De regels voor gevels en puien zijn met name van toepassing op de oude oorspronkelijk kleinschalige individuele panden om het unieke karakter daarvan te versterken. Richtlijnen: 1. de nog aanwezige historische materialen, waaruit de gevel oorspronkelijk is opgebouwd zoals: houten en stalen puien en kozijnen, zandsteen, pleisterwerk e.d. moeten zoveel mogelijk gehandhaafd en zichtbaar blijven; 2. de in de gevel nog aanwezige gevelgeledingen, versieringen en detailleringen die van historisch belang zijn moeten gehandhaafd en zichtbaar blijven; 3. bakstenen gevels mogen in principe niet worden geschilderd; bij gestucte of al geschilderde gevels terughoudende kleuren toepassen passend in de historische omgeving; 4. bij gevels oorspronkelijke kozijnen, goten en boeilijsten als onderdeel van baksteenarchitectuur in lichte kleuren (bijv. crème wit) uitvoeren ; ramen en deuren in donkerder kleuren dan de kozijnen uitvoeren; 5. Kleurstellingen in de huisstijl van bedrijven en ketens mag niet doorgezet worden op de gevels c.q. gevelonderdelen; een eventuele huisstijl moet zich nadrukkelijk voegen in de architectuur van de gevel en de totale omgeving; de huisstijl mag niet dominant zijn over de totale gevel of het totale begane grondniveau; 6. Plinten en muurankers in donkere kleur uitvoeren (plinten: grijs, antraciet of zwart, muurankers: zwart); 7. gevelpuien moeten evenals het individuele pand uniek van vormgeving zijn tenzij panden eenvormig en in serie zijn gebouwd; 8. Indien sprake is van winkels die over meerdere panden zijn uitgebreid / doorgebroken met handhaving van de parcellering zal de onderpui ontworpen moeten worden op basis van het zoeken naar verschillen in karakteristieken maar ook van bijvoorbeeld verschillen in materialen en kleurstellingen, waardoor de uniciteit en individualiteit gewaarborgd is, met handhaving van de parcellering; 9. het puiontwerp moet aansluiten op de oorspronkelijke kenmerkende hoogte van de begane grond; 10. de pui moet qua verhoudingen zijn afgestemd op de gehele gevel. Hierbij moet er een samenhang zijn tussen de geleding van de pui en de gevel erboven; 11. Een pand moet contact met de aarde hebben, aan weerszijden zijn penanten vereist met een maat die past in de verhouding van het pand; 12. Integrale aanpak: installaties aan de gevels kunnen vaak simpel worden geïntegreerd in de ontwerpen mits afstemming en overleg plaatsvindt, (bv. rekening houden met eventuele reclame en rolluiken);
Luifels Om luifels niet te dominant te laten overkomen is er gekozen voor een ontmoedigingsbeleid. Hierbij zijn in de smallere winkelstraten geen nieuwe luifels meer toegestaan; in de bredere straten worden de afmetingen beperkt en afhankelijk gesteld van de mogelijkheid tot het aansturen op uniformiteit (bijvoorbeeld bij nog aanwezige authentieke doorgaande luifels). Luifels zijn in het winkelgebied binnenstad uitsluitend toegestaan op de Broersvest, de Rotterdamsedijk, de Gerrit Verboonstraat en de Oranjestraat. Richtlijnen: 1. luifels mogen zich niet hoger bevinden dan de bovenkant van de eerste verdiepingvloer en niet lager dan 2,20 m + trottoir; 2. luifels mogen geen grotere dikte bezitten dan 0,25 m; 3. De diepte van luifels mag niet meer bedragen dan 1,50 m gemeten vanuit de gevel; Zonwering en markiezen In de smalle winkelstraten is zonwering vaker bedoeld om aandacht te trekken dan om zon te weren. De uitval van zonwering of markiezen kan dan ook beperkt blijven. Richtlijnen: 1. Zonwering, al dan niet in de vorm van markiezen, mag zich met inbegrip van de ophangconstructie niet hoger bevinden dan de bovenkant van de eerste verdiepingvloer; 2. De uitval mag horizontaal gemeten niet meer bedragen dan 1.00 m en moet opgehaald kunnen worden (functioneel); 3. Zonwering mag niet worden toegepast in combinatie met een luifel. Rolluiken Rolluiken bieden winkeliers een zekere garantie tegen inbraak. Verzekeringsmaatschappijen stellen deze beveiliging vaak als eis. Zij leveren echter in gesloten toestand een desolaat straatbeeld op, die bij passanten een onveilig gevoel oproept. Reden waarom gekozen is voor een zekere mate van transparantie c.q. een verplichte doorkijk. Er zijn echter ook mooiere alternatieven voor rolluiken, zoals rolhekken, geweldbestendig glas en elektrische beveiligingssystemen. Richtlijnen: 1. rolluiken moeten voor ten minste 70 % open c.q. volledig doorzichtig zijn; bij de berekening van de 70 % doorzichtigheid behoeft de borstwering tot een hoogte van 0.50 m niet te worden meegerekend; 2. de eis mag tot 50% doorzichtigheid worden verlaagd als de rolluiken aan de binnenzijde van de pui worden aangebracht; 3. gesloten rolluiken mogen achter de etalageruimte indien er sprake is van een inbraakgevoelige onderneming met een uitstalling van goederen direct achter de winkelruit; 4. ter plaatse van een ten minste 1.00 m teruggelegde entree mag een open hekwerk worden toegepast, mits niet breder dan 1/3 van de puibreedte met een maximumbreedte van 2.00 m; 5. kies bij beveiligingsconstructies indien mogelijk voor 'slimme' constructies aan de binnenzijde of kies schuif/ harmonicahekken die naast een defensieve werking een vriendelijker uitstraling kennen en minder graffiti gevoelig zijn; 6. de ophangconstructie voor rolluiken moet worden geïntegreerd in een pui of plafondconstructie; 7. de kleurstelling moet terughoudend zijn; 8. bij nieuwe winkelpuien heeft het plaatsen van een rolluik aan de binnenzijde de voorkeur. Bij inbraak(over)gevoelige winkels (bijv. juweliers, tabakszaken ca.) kan in overleg naar een verantwoorde oplossing worden gezocht.
Airco's Er is een toename waarneembaar in de plaatsing van airco's aan de buitenzijde van panden bevestigd aan de gevel of geplaatst op de luifel. Deze installaties verstoren het gevelbeeld in ernstige mate. Richtlijnen: 1. airco's aan de voorzijde van panden zijn niet toegestaan; 2. een airco aan de buitenzijde is mogelijk aan de achtergevel van een pand als deze niet waarneembaar is vanuit het openbaar gebied. Reclame op en aan gebouwen De reclameregels zijn van toepassing op het beoordelen van aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 4.5.2. lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening alsmede op vergunningaanvragen op grond van artikel 40 van de Woningwet (bouwvergunning), artikel 11 van de Monumentenwet 1988 en artikel 6 van de Monumentenverordening 1994. Begripsbepalingen In de tekst van deze welstandsregels wordt verstaan onder: • Reclame: handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is; • Losse letterreclame: reclame bestaande uit een open belettering; • Lichtreclame; een lichtbak, een neoninstallatie of een andere reclame die zelf licht uitstraalt; • Platte reclame: reclame opgenomen in een frame met beplating evenwijdig aan de gevel; • Uitsteekreclame: reclamebak of-constructie, loodrecht op de gevel; • de historische kavelmaat: de oorspronkelijke breedte van de winkelpanden gemeten van hart bouwmuur tot hart bouwmuur; • beschermde stads- en dorpsgezichten: als zodanig op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 aangewezen gebieden; • de commissie Welstand en Monumenten: het op grond van artikel 12 van de Woningwet aangewezen adviesorgaan van de gemeente. Algemene richtlijnen 1 reclame-uitingen moeten voor wat betreft vormgeving, materiaaltoepassing, kleurstelling, lichtintensiteit en sfeer rekening houden met de uiterlijke verschijningsvorm van een pand en mogen de belendingen niet nadelig beïnvloeden; 2 reclames, waaronder tevens begrepen reclamedragers moeten zijn vervaardigd van materiaal, dat duurzaam en weerbestendig is; 3 reclame op een beschermd monument moet onderschikt zijn aan de architectuur van het monument en mag de monumentale waarde van het pand en van de naastgelegen monumenten en/of voor het beschermd stadsgezicht kenmerkende gevelwanden niet aantasten; 4 er moet een functionele relatie zijn tussen de reclameboodschap en het onroerend goed waarop of waaraan de reclame is aangebracht; dit betekent, dat reclame slechts kan worden toegestaan op of aan panden waarin economische activiteiten plaatsvinden; de reclameboodschap moet tevens gerelateerd zijn aan naam, product of dienst van het aldaar gevestigde bedrijf; 5 reclame dient te worden aangebracht in daartoe (vaak door de oorspronkelijke ontwerper) aangegeven reclamevelden en/of koofborden in de gevel voor zover deze aanwezig of afleesbaar zijn; 6 Terug te brengen historische gevelreclames moeten op basis van historisch onderzoek worden onderbouwd en dienen altijd aan de Commissie Welstand en Monumenten te worden voorgelegd; 7 Reclame op de zonwering wordt beschouwd als een reclame-uiting, die aan de reclamecriteria moet voldoen.
Specifieke richtlijnen 1. lichtreclame is binnen het beschermd stadsgezicht van Schiedam niet toegelaten, tenzij de verlichting van een sobere en ingetogen kwaliteit is; 2. per pand mogen ten hoogste één platte reclame of losse letterreclame en één uitsteekreclame worden aangebracht; 3. platte reclame dient bij voorkeur te bestaan uit losse of schrijfletters, direct op of boven de etalagepui; 4. een platte reclame mag niet langer zijn dan de helft van de pandbreedte met een maximum van 2,5 m., mag niet hoger zijn dan 0,30 m en moet een afstand van de perceelscheidingen van ten minste 0,50 m in acht nemen; 5. een platte reclame of losse letterreclame mag inclusief bevestiging niet meer dan 0,20 m uit de gevel steken; 6. uitsteekreclame mag niet groter zijn dan 0,50 m x 0,50 m en niet verder uit de gevel steken dan 0,70 m; 7. de bovenkant van een uitsteekreclame mag niet boven de onderkant van de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping uitkomen; 8. elektrische leidingen dienen in de reclame-uiting te worden geïntegreerd, tenzij dit om aantoonbare redenen niet mogelijk is; 9. een kabelgoot mag een afmeting van maximaal 5 bij 3 cm hebben; 10. kabelgoten en andere hulpconstructies dienen dezelfde kleur te hebben als het gevelvlak of de pui, waartegen de reclame wordt aangebracht; 11. reclame in de vorm van vlaggen, banieren of andere vormen van dundoeken, is niet toegelaten, met uitzondering van culturele evenementen en tentoonstellingen, ten behoeve van het evenement zelf; 12. op, tegen of nabij bestaande luifels mag geen reclame worden aangebracht; 13. op luifels, die onderdeel uitmaken van panden, die zijn gelegen aan het Broersvest, de Rotterdamsedijk, de Gerrit Verboonstraat, de Oranjestraat zijn naast het hierboven gestelde de navolgende eisen van toepassing: Bij een luifelhoogte van minder dan 0.30 m moet reclame zich boven de luifel en tegen de gevel geplaatst worden en bij doorgaande luifels in één lijn met de belendende reclame zijn geplaatst, waarbij een vaste hoogte van 0,40 m geldt. Bij een luifelhoogte van 0.30 m of meer moet reclame zijn geïntegreerd in de luifelconstructie; 14. Reclameborden te koop / te huur mogen een oppervlak hebben van maximaal 0,50 m2 en mogen uitsluitend in de vorm van een "v-bord"dan wel een plat bord worden aangebracht.De bevestiging van deze borden mag geen schade aan de gevel of kozijnen brengen; 15. Op de volant van een zonwering mag de naam van de betreffende inrichting worden aangebracht, dit telt niet mee als reclame-uiting. Uitsluiting Voor reclames aan de Broersvest, de Rotterdamsedijk, de Gerrit Verboonstraat en de Oranjestraat zijn de bovenstaande criteria van reclame op en aan gebouwen niet van toepassing. Gezien de verschillen in maat en schaal van de bebouwing in deze straten zal er bij reclametoepassingen door de commissie op pand niveau bekeken worden wat de mogelijkheden zijn. Verbod op reclame De volgende reclames zijn niet toegestaan: 1. reclame op daken, boven goten of op gootlijsten; 2. reclame waarvan de verlichting of aanlichting met tussenpozen wordt onderbroken of waarbij gebruik wordt gemaakt van reflecterend materiaal of bewegende reclame; 3. reclame op woonhuizen en woongebouwen;
Toelichting op de belangrijkste wijzigingen en aanvullingen Onderdeel gevels en puien (pag. 98 Nota A&W 2004) Was Een eventuele huisstijl moet zich nadrukkelijk voegen in de architectuur van de gevel en de totale omgeving; de huisstijl mag niet dominant zijn over de totale gevel of het totale begane grond niveau.
Wordt Kleurstellingen in de huisstijl van bedrijven en ketens mag niet doorgezet worden op de gevels c.q. gevelonderdelen; een eventuele huisstijl moet zich nadrukkelijk voegen in de architectuur van de gevel en de totale omgeving; de huisstijl mag niet dominant zijn over de totale gevel of het totale begane grondniveau.
Toevoegingen Indien sprake is van winkels die over meerdere panden zijn uitgebreid / doorgebroken met handhaving van de parcellering zal de onderpui ontworpen moeten worden op basis van het zoeken naar verschillen in karakteristieken maar ook van bijvoorbeeld verschillen in materialen en kleurstellingen, waardoor de uniciteit en individualiteit gewaarborgd is, met handhaving van de parcellering; Integrale aanpak: installaties aan de gevels kunnen vaak simpel worden geïntegreerd in de ontwerpen mits afstemming en overleg plaatsvindt, (bijvoorbeeld, rekening houden met eventuele reclame en rolluiken);
Onderdeel luifels (pag. 98 en 99 Nota A&W 2004) Aanscherping Luifels zijn in het winkelgebied binnenstad uitsluitend nog maar toegestaan op de Broersvest, de Rotterdamsedijk, de Gerrit Verboonstraat en de Oranjestraat. Het toestaan van luifels op het Broersveld is hiermee komen te vervallen.
Onderdeel rolluiken (pag 99 van de Nota A&W 2004) Was ter plaatse van een ten minste 1.00 m teruggelegde entree mag een gesloten rolluik worden toegepast, mits niet breder dan 1/3 van de puibreedte met een maximum breedte van 2.00 m
Wordt ter plaatse van een ten minste 1.00 m teruggelegde entree mag een open hekwerk worden toegepast, mits niet breder dan 1/3 van de puibreedte met een maximumbreedte van 2.00 m
de ophangconstructie voor rolluiken moet zoveel de ophangconstructie voor rolluiken moet worden molgelijk worden geïntegreerd in andere aanwezige geïntegreerd in een pui of plafondconstructie elementen, zoals een teruggelegde pui of een luifel
Toevoeging bij nieuwe winkelpuien heeft het plaatsen van een rolluik aan de binnenzijde de voorkeur
Onderdeel airco's (nieuw onderdeel) Toevoeging airco's aan de voorzijde van panden zijn niet toegestaan een airco aan de buitenzijde is mogelijk aan de achtergevel van een pand als deze niet waarneembaar is vanuit het openbaar gebied
Onderdeel reclame op en aan gebouwen (pag. 94,95 en 99) Was een platte reclamebak mag niet langer zijn dan de helft van de pandbreedte met een maximum van 5 m., mag niet hoger zijn dan 0,30 m. en moet een afstand van de perceelscheidingen van ten minste 0,50 m in acht nemen
Wordt een platte reclame mag niet langer zijn dan de helft van de pandbreedte met een maximum van 2,5 m., mag niet hoger zijn dan 0,30 m en moet een afstand van de perceelscheidingen van ten minste 0,50 m in acht nemen
uitsteekreclame mag niet groter zijn dan 0,80 m x 0,80 m en niet verder uit de gevel steken dan 1,00 m
uitsteekreclame mag niet groter zijn dan 0,50 m x 0,50 m en niet verder uit de gevel steken dan 0,70 m
Toevoegingen lichtreclame is binnen het beschermd stadsgezicht van Schiedam niet toegelaten, tenzij de verlichting van een sobere en ingetogen kwaliteit is; platte reclame dient bij voorkeur te bestaan uit losse of schrijfletters, direct op of boven de etalagepui;
elektrische leidingen dienen in de reclame-uiting te worden geïntegreerd, tenzij dit om aantoonbare redenen niet mogelijk is; een kabelgoot mag een afmeting van maximaal 5 bij 3 cm hebben; kabelgoten en andere hulpconstructies dienen dezelfde kleur te hebben als het gevelvlak of de pui, waartegen de reclame wordt aangebracht; reclame in de vorm van vlaggen, banieren of andere vormen van dundoeken, is niet toegelaten, met uitzondering van culturele evenementen en tentoonstellingen, ten behoeve van het evenement zelf; Reclameborden te koop / te huur mogen een oppervlak hebben van maximaal 0,50 m2 en mogen uitsluitend in de vorm van een "v-bord"dan wel een plat bord worden aangebracht .De bevestiging van deze borden mag geen schade aan de gevel of kozijnen brengen; Voor reclames aan de Broersvest, de Rotterdamsedijk, de Gerrit Verboonstraat en de Oranjestraat zijn de bovenstaande criteria van reclame op en aan gebouwen niet van toepassing. Gezien de verschillen in maat en schaal van de bebouwing in deze straten zal er bij reclametoepassingen door de commissie op pand niveau bekeken worden wat de mogelijkheden zijn.
Beleidsregels subsidieverstrekking "Aanpak Verbetering Vastgoed Winkelstraten in de binnenstad van Schiedam". Burgemeester en wethouders van Schiedam; Overwegende dat het college krachtens artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 bevoegd is tot de verstrekking van subsidies; gezien de nota "Doorpakken op de Binnenstad" en het hieruit voortvloeiende project "Werk aan de Winkel"; dat het gewenst is ter invulling van de beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies om eigenaren en ondernemers te stimuleren te investeren in de gevels en puien van hun panden ter verbetering van de beeldkwaliteit alsmede het vestigings- en verblijfsklimaat in de aangewezen winkelstraten. dat het voorts gewenst is de woon- en winkelfunctie in de winkelstraten te versterken; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 lid 3 van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006; BESLUITEN: I.
vast te stellen de BELEIDSREGELS subsidieverstrekking "Verbetering Vastgoed Winkelstraten in de binnenstad van Schiedam"
II.
De lifestyle regeling in te trekken;
III.
te bepalen dat de beleidsregels in werking treden op een nader door ons te bepalen tijdstip.
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING Artikel 1 begripsomschrijvingen a. beschermde stads -en dorpsaezichten; Als zodanig op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 aangewezen gebieden. b. burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders. c. casco: de bouwkundige hoofdstructuur van een pand, bestaande uit: dragende onderdelen (funderingen, kelders, gevels, balkdragende muren, kapconstructies en balklagen); vloeren en trappen; binnenafwerkingen (zoals binnenpleisterwerk en gewelven); buitenafwerkingen (schilderwerk, pleisterwerk en voegwerk); schoorstenen, dakkapellen, kozijnen, ramen en deuren; dakbedekkingen, goten en hemelwaterafvoeren; rookkanalen e.d.; d. Commissie Welstand en Monumenten: het op grond van artikel 12 van de Woningwet aangewezen adviesorgaan van de gemeente. e. cultuurhistorische waardevolle elementen: elementen die minimaal 50 jaar oud zijn zoals voordeuren, glas in lood vensters, kozijnen, makelaars, windveren, gevelstenen, stoepen en trappen en andere elementen ter beoordeling aan de commissie Welstand en Monumenten. f. eigenaar: onder eigenaar wordt mede verstaan de economisch eigenaar, de vereniging van eigenaren, de opstaller, de erfpachter, de gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en die op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan de coöperatie toebehorende woning. g gemeentelijk monument: pand of object dat door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen als beschermd monument en uit dien hoofde is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst. h. haalbaarheidsonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van een te renoveren / restaureren pand, dat tevens uitsluitsel geeft over de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het pand in een goede bouwtechnische staat te brengen. i. lifestvle branche: ondernemingen gericht op leisure-, ambachtelijk-, creatieve-, recreatieve- en culturele activiteiten die een publiekgericht karakter hebben, unieke producten en/of diensten aanbieden en zich onderscheiden in een kwalitatieve goede uitstraling. Zij richten zich met name op specifieke doelgroepen en dragen bij aan het uitgaans- en verblijfsklimaat. j . lifestvle onderneming: ambachtelijk bedrijf, creatieve ondernemer, detailhandel, horeca of zakelijke dienstverlening die producten aanbieden of advies verleent binnen de Lifestyle branche; k. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft. I. onderneming: een detailhandelsvestiging, adviesbureau, atelier of ambachtelijk bedrijf. m. onderhoudsplan: een, door burgemeester en wethouders goedgekeurde, omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden ten behoeve van het onderhoud en de termijnen waarbinnen het onderhoud zal worden uitgevoerd, teneinde het kwaliteitsniveau dat met de uitvoering van een restauratie/renovatie wordt bereikt te handhaven. n. plan: de omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd. o. j)uj: ondergevel van een pand, die mogelijk een winkelfunctie kent en waarbinnen zich de winkelentree, etalages en bij voorkeur een opgang naar de boven gelegen woning(en) bevinden. p. reclame: handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. q. renovatie: herstellen en zo nodig gedeeltelijk vernieuwen van een gebouw waardoor het weer bruikbaar is naar de geldende maatstaven. r. restauratie: het treffen van voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken waarbij sprake is van meer dan normaal onderhoud - die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van een pand. s. rolluik: oprolbaar vensterluik van smalle strippen. t. riiksmonument: pand dat als zodanig is aangewezen en uit dien hoofde is opgenomen in het Monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988; u. subsidiabele kosten: de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten die voor subsidie in aanmerking komen; v. verlenen of verstrekken van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft; w. vaststellen van de subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en burgemeester en wethouders zich verplichten tot betaling;
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN Algemeen Artikel 2 beperking gebied a. Winkelgebied: Gebied zoals aangegeven op kaart 1 "Aanwijzing panden actieve en passieve aanpak "Werk aan de Winkel".(bijlage 1) b. Lifestyle gebied: 1. Hoogstraat (even nummers 114 tot 200; oneven nummers 99 tot 171), Korte Dam en Dam 2. Hoogstraat tussen afrol Lange Achterweg en Stedelijk Museum),, Appelmarkt, Grote Markt, Boterstraat, Ooievaarssteeg, Spinhuispad, alsmede voor de hoekpanden van genoemde straten. Artikel 3 subsidieplafond Het subsidieplafond voor de subsidies bedraagt in totaal € 1.000.000,-. Artikel 4 de aanvraag 1. Bij de aanvraag wordt gebruik gemaakt van door Burgemeester en wethouders daartoe vastgestelde formulieren. 2. Alle aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Artikel 5 voorwaarden Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarden dat: 1. De werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd plaatsvinden in een gebied als bedoeld in artikel 2. 2. Nog geen aanvang is gemaakt met het werk waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, of indien een begin is gemaakt met de werkzaamheden met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. 3. Voor dezelfde werkzaamheden en kosten niet op andere wijze subsidie wordt verleend. 4. Bij vaststelling van de subsidie het perceel daadwerkelijk wordt gebruikt overeenkomstig de bestemming. Artikel 6 de aanvrager De subsidies kunnen worden aangevraagd door: a. rechtspersonen naar burgerlijk recht, die al dan niet het oogmerk hebben tot het maken van winst, die eigenaar zijn van een pand in het in artikel 2 genoemde gebied; b. natuurlijke personen of een groep van natuurlijke personen, die eigenaar zijn van een pand in het in artikel 2 genoemde gebied; c. ondernemers gevestigd in een pand in het in artikel 2 genoemde gebied. Het vaststellen van subsidie Artikel 7 gereedmelding 1. Binnen drie jaren na het verlenen van de subsidie, moet de subsidieaanvrager de werkzaamheden gereed hebben en dit melden bij burgemeester en wethouders. 2. De gereedmelding gaat onder meer vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de kosten waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting, alsmede van de op de werkzaamheden betrekking hebbende originele rekeningen en betalingsbewijzen. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat de gereedmelding vergezeld gaat van een accountantsverklaring omtrent de juistheid van alle gegevens. 3. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de kosten en bepaling van de hoogte van de subsidie.
Artikel 8 deelbetaling op onderdeel 1. Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de aanvrager van een subsidie, een voorschot betaalbaar stellen ter hoogte van maximaal 50% van de verleende subsidie. 2. Voor een voorschot moeten originele nota's worden overlegd onder vermelding van het adres, factuurnummer, factuurdatum en een specificatie van de werkzaamheden. Overige bepalingen Artikel 9 intrekken en wijzingen beschikking Naast de gronden genoemd in de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening intrekken en wijzigen indien het pand waarvoor subsidie wordt verleend, wordt vervreemd voordat burgemeester en wethouders hebben ingestemd met de gereedmelding. HOOFDSTUK 3 SUBSIDIE VOOR INTEGRALE AANPAK VAN DE VOORGEVEL ALSMEDE AANPAK VAN RECLAMES, ROLLUIKEN EN LUIFELS Grondslag en werkingssfeer Artikel 10 belang subsidie Het belang van de subsidie is het bevorderen van investeringen in winkelpanden en woningen in het in artikel 2 onder a genoemde gebied. Doel van de subsidies is achterstallig onderhoud aan panden te bestrijden en gevels en puien op te knappen op een wijze die recht doet aan het historische karakter van de binnenstad welke als beschermd stadsgezicht is aangemerkt. Artikel 11 subsidie Burgemeester en wethouders kunnen subsidie zoals bedoeld in artikel 10 verlenen in de kosten van: 1. Het verwijderen van een gesloten rolluik en het aanbrengen van een doorzichtig rolluik conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W. 2. Integrale aanpak van de voorgevel inclusief schilderen en indien gewenst vervangen of aanpassen van de bestaande pui conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W. 3. Het verwijderen van reclame en het vervangen van reclame door een reclame conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W. 4. Het verwijderen van een luifel. 5. Het maken van een beeldkwaliteitsplan door een architect. Het aanvragen van subsidie Artikel 12 aanvullende gegevens 1. Een aanvraag voor het weghalen van een gesloten rolluik en het aanbrengen van een rolluik conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening vergezeld van: a. een foto van de bestaande toestand en een tekening/foto waarop het aan te brengen rolluik staat aangegeven; b. een begroting van de werkzaamheden; c. een situatietekening. 2. Een aanvraag voor een integrale aanpak van de voorgevel conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 vergezeld van: a. tekeningen van zowel de bestaande toestand als de te realiseren toestand, dwarsdoorsneden, de gevels met de belendingen en een situatietekening; b. een gedetailleerde werkomschrijving inclusief kleur -en materiaalkeuze of bestek. 3. Een aanvraag voor het verwijderen en het terugbrengen van een reclame conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Schiedam 2006 vergezeld van: a.een tekening foto waarop de aan te brengen reclame staat aangegeven; b.een begroting van de werkzaamheden;
c. een situatietekening. 4. Een aanvraag voor het verwijderen van een luifel gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 vergezeld van: a. een voorstel voor aanpassing van de gevel (tekening aanzicht en een dwarsdoorsnede 1:50) na het verwijderen van de luifel; b. een begroting van de werkzaamheden; c. een situatietekening. Artikel 13 voorwaarden De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat: 1. Binnen een bij de verlening van de subsidie door burgemeester en wethouders te bepalen termijn met de werkzaamheden wordt begonnen en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders. 2. De werkzaamheden zijn voltooid vóór een bij de verlening te bepalen tijdstip. 3. Niet wordt afgeweken van het goedgekeurde plan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen. 4. Niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bedrijven. 5. In een periode van vijftien jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde werkzaamheden aan het casco geen subsidie is verleend. 6. Het pand aanschrijvingsvrij is dan wel geen voornemen tot of een handhavingsbesluit op het pand rust. 7. Voor de werkzaamheden vergunningen zijn vereist en deze vergunningen zijn verleend. 8. Bij werkzaamheden waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, de Commissie Welstand en Monumenten een positief advies heeft uitgebracht over de voorgenomen werkzaamheden. Artikel 14 hoogte subsidie De subsidie bedraagt: Voor het aanbrengen van een doorzichtig rolluik aan de binnenzijde van de gevel: • 100% van de kosten van het verwijderen van een dicht rolluik , tot een maximum subsidie van € 500,= • 50% van de kosten van het aanbrengen van een doorzichtig rolluik, tot een maximum subsidie van € 2500,= ; Voor de Integrale aanpak van de voorgevel inclusief schilderen en indien gewenst vervangen of aanpassen van de bestaande pui conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W; • 50% van de kosten tot een maximum subsidie van €12.500,-; Voor het maken van een kwaliteitsplan door een architect • 100% van de kosten voor het maken van een ontwerp, kosten constructeur e.d. met een maximale bijdrage van €5.000,- per pand; Voor het verwijderen van een luifel aan de gevel: • 100% van de kosten van het weghalen van een overhangende luifel tot een maximum subsidie van € 500,=; Voor het aanbrengen van reclame en verlichting conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W: • 100% van de kosten van het weghalen van de aanwezige reclame, tot een maximum subsidie van € 500,= ; • 50% van de kosten van het aanbrengen van passende reclame-uitingen conform de richtlijnen als vastgesteld in de Nota A&W tot een maximum subsidie van €750,-. HOOFDSTUK 4 WERKZAAMHEDEN AAN OF TERUG BRENGEN VAN CULTUURHISTORISCHE WAARDEVOLLE ELEMENTEN Grondslag en werkingssfeer Artikel 15 belang subsidie Het belang van de subsidie is het stimuleren van kleine restauratiewerkzaamheden, het normaal onderhoud te bovengaand, aan winkelpanden en woningen in het in artikel 2 onder a genoemde
gebied. Hoofddoel is de instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Indien gewenst kunnen verdwenen ornamenten en onderdelen worden gereconstrueerd. Artikel 16 subsidie Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ter tegemoetkoming in de door hen goedgekeurde kosten voor de onderwerpen als bedoeld in artikel 15. Het aanvragen van subsidie Artikel 17 aanvullende gegevens Een aanvraag om subsidie gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 vergezeld van een omschrijving van de werkzaamheden, een tekening van de uit te voeren werkzaamheden, een situatietekening, een kort onderzoek naar de historie (foto's e.d.) alsmede een begroting van de kosten. Het verlenen van subsidie Artikel 18 voorwaarden De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat: 1. Binnen een bij de verlening van de subsidie door burgemeester en wethouders te bepalen termijn met de werkzaamheden wordt begonnen en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders. 2. De werkzaamheden zijn voltooid vóór een bij de verlening te bepalen tijdstip. 3. Niet wordt afgeweken van het goedgekeurde plan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen. 4.In een periode van vijftien jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde werkzaamheden geen subsidie is verleend. 5. Voor de werkzaamheden niet op andere wijze subsidie wordt verleend. 6. Voor de werkzaamheden vergunningen zijn vereist en deze vergunningen zijn of kunnen worden verleend. 7. Het pand aanschrijvingsvrij is dan wel geen voornemen tot of een handhavingsbesluit op het pand rust. 8. Bij werkzaamheden waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, de Commissie Welstand en Monumenten een positief advies heeft uitgebracht over de voorgenomen werkzaamheden. Artikel 19 hoogte subsidie De subsidie bedraagt: Voor het terugplaatsen en / of restaureren van authentieke gevelelementen per perceel: 50 % van de kosten tot een maximum van € 3.750,= Voor het enkel schilderen van de gevel in door de Commissie Welstand en Monumenten goedgekeurde kleuren: 30% van de kosten met een maximum van € 600,= HOOFDSTUK 5 WONEN BOVEN WINKELS EN IN BEDRIJFSRUIMTEN. Voor de aanvraag, de verlening en de vaststelling van subsidies op grond van dit hoofdstuk is de Verordening verbetering particuliere woningvoorraad en monumenten 2004 van toepassing. HOOFSTUK 6 LIFESTYLE SUBSIDIES Grondslag en werkingssfeer Artikel 20 belang subsidie De subsidie heeft als doelstelling de revitalisering van de binnenstad door het bevorderen van het vestigen van ondernemingen passend binnen het Lifestyle thema door middel van financiële ondersteuning gericht op versterking van het aanbod, het opheffen van leegstand en verbeteren van de uitstraling van de binnenstad. Artikel 21 de subsidie. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ter tegemoetkoming in de kosten van:
a. Verplaatsing-, herinrichtings- en verbouwactiviteiten van het interieur ten behoeve van een in het Lifestyle gebied nieuw te vestigen Lifestyle onderneming; b. Herinrichtings- en verbouwactiviteiten van het interieur ten behoeve van in het lifestyle gebied gevestigde Lifestyle onderneming. Het aanvragen van de subsidie Artikel 22 gegevens Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 21 gaat naast de gegevens op grond van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 vergezeld van; a. een omschrijving van de werkzaamheden; b. een uitgesplitste begroting van de kosten; c. ondernemingsplan. Het verlenen van de subsidie Artikel 23 voorwaarden De subsidie wordt verleend onder voorwaarden dat: 1.ln de te subsidiëren bedrijfsruimte een onderneming gevestigd wordt die past binnen de gewenste ruimtelijk economische structuur. 2. Het bedrijf over de vereiste vergunningen beschikt. 3. Binnen een bij de verlening van de subsidie door burgemeester en wethouders te bepalen termijn met de werkzaamheden wordt begonnen en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders. 4 . Niet wordt afgeweken van het goedgekeurde plan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen. 5. Dat aan dezelfde ondernemer of eigenaar binnen 5 jaar niet voor werkzaamheden in hetzelfde pand subsidie op basis van dit hoofdstuk is verleend. 6. Voor de werkzaamheden vergunningen zijn vereist en deze vergunningen zijn of kunnen worden verleend. 5. Bij werkzaamheden waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is de gemeentelijke welstands/monumentencommissie een positief advies hebben uitgebracht over de voorgenomen werkzaamheden. Artikel 24 hoogte subsidie De subsidie zoals bedoeld in artikel 21 onder a en b bedraagt 30% van de totale kosten met een maximum van € 23.000,HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 24 intrekken De subsidieregeling stimulering lifestyle wordt ingetrokken. Artikel 25 inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op een nader door burgemeester en wethouder te bepalen tijdstip. Artikel 26 citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als "Beleidsregels subsidieverstrekking "Aanpak Verbetering Vastgoed winkelstraten in de binnenstad van Schiedam".
Aanwijzing van straten met actieve en passieve aanpak
_ Boterstr. Huis te Riviere
Crjentru Korte
i
Korte Haven Korte Haven
bureau Vastgoedinformatie Winkelstraat Aanpak Fysiek
_____
actieve aanpak start 2009
ƒ KOE MARKT
^ Aanwijzing panden actieve en passieve aanpak "Werk aan de Winkel"
Werk aan de Winkel, de pandenaanpak van winkelstraten, oktober 2007, gemeente Schiedam
"*«**
Wijziging beleidsregels Wonen boven winkels 2004".
Burgemeester en wethouders van Schiedam;
Overwegende dat het college op 28 september 2004 de beleidsregels wonen boven winkels heeft vastgesteld; dat deze beleidsregels voorzien in de verlening van subsidies ter bevordering van het wonen boven winkels; gezien de nota "Doorpakken op de Binnenstad" en het hieruit voortvloeiende project "Werk aan de Winkel"; gezien ons besluit van 24 juli 2006 waarbij is besloten het wonen op de begane grond in winkelpanden in bepaalde delen van de binnenstad mogelijk te maken; is het noodzakelijk de beleidsregels "Wonen boven winkels 2004" hieraan aan te passen; gelet op de Verordening verbetering particuliere woningvoorraad en monumenten 2004;
Besluiten: De beleidsregels "Wonen boven winkels 2004" als volgt te wijzigen: Werkingsgebied. a. Het Werkingsgebied Wonen boven winkels uit te breiden tot alle panden die onder de actieve en passieve aanpak van "werk aan de winkel" zoals aangegeven op bijgaande kaart (bijlage 1) b. Het wonen jn winkels is toegestaan in het gebied: - Broersveld (oostzijde) - Groenendal - Hoogstraat-oostzijde (tussen afrol Lange Achterweg en Stedelijk museum). De hoogte van de subsidie als volgt vast te stellen: De subsidie bedraagt: -Voor het maken van eigen opgang tot de woning boven een winkel: 50% van de kosten met een maximum van € 6000,= per pand - Voor het maken van een woning boven of in een winkel: 50% van de kosten met een maximum van €7000,= Inwerkingtreding: Dit besluit treedt in werking bij een nader door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip
Aanwijzing van straten met actieve en passieve aanpak
Qentru Korte
Korte Haven Korte Haven
Westmolenstraat
_____
actieve aanpak start 2009
archiefnumirar
Aanwijzing panden actieve en passieve aanpak "Werk aan de Winkel"
Werk aan de Winkel, de pandenaanpak van winkelstraten, oktober 2007, gemeente Schiedam