Olympic Council t.a.v. Program Office Olympisch Plan 2028 Postbus 302 6800 AH Arnhem
Woerden, datum 2011
Ons kenmerk:
Onderwerp: aanbiedingsbrief bijdrage onderwijssector OP 2028
Doorkiesnummer: 0348 - 75 35 23
Uw brief van:
Geachte leden van de Olympic Council, In deze aanbiedingsbrief geven we als gehele onderwijssector aan op welke manier wij een bijdrage willen en kunnen leveren om het Olympisch Plan 2028 te steunen. Wij zien dat het Olympisch Plan 2028 een grote kans is voor de onderwijssector om een aantal doelen te bereiken waar Nederland baat bij heeft. Het Olympisch Plan 2028 biedt kansen om binnen de diverse onderwijssectoren een hoger niveau te kunnen halen. Daarnaast hebben de onderwijsinstellingen de mogelijkheid hun leerlingen/studenten op allerlei manieren te beïnvloeden. De informatie die deze jongeren via hun instelling krijgen, kunnen ze gebruiken om hun directe omgeving in aanraking te laten komen met het Olympische virus. Ook de onderwijsinstellingen kunnen allerlei lokale, regionale en landelijke Olympische initiatieven ondersteunen. De te bereiken groep is als volgt opgebouwd (cijfers 2010): •
Primair onderwijs, ruim 7000 scholen met 1.700.000 leerlingen;
•
Voortgezet onderwijs, ruim 650 scholen met 935.000 leerlingen;
•
Middelbaar beroepsonderwijs, 70 instellingen met ruim 530.000 studenten;
•
Hoger beroepsonderwijs, 40 instellingen met ruim 400.000 studenten;
• Wetenschappelijk onderwijs, 14 instellingen met ruim 230.000 studenten. Bij elkaar zijn jaarlijks een kleine 4 miljoen (!) kinderen en jong volwassenen te bereiken via het onderwijs. Dat zijn 200 Olympische stadions vol. Naast de leerlingen en studenten bereiken we via het onderwijs ook een grote groep mensen die in deze sector werkt. Onderwijsvertegenwoordigers in Olympic Council Om deze grote en diverse sector betrokken te krijgen en optimaal te laten aansluiten bij het Olympisch Plan 2028 is het belangrijk om twee sectorvertegenwoordigers te laten plaatsnemen in de Olympic Council: •
Namens het primair onderwijs (po), het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) neemt de voorzitter van de MBO Raad plaats.
•
Namens het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo) neemt de voorzitter van de HBO-raad plaats.
Om de betrokken voorzitters te helpen bij het uitvoeren van hun taak en een goede afstemming tussen de sectoren te bewerkstelligen, richten we een Olympisch Onderwijs Netwerk in. In dit netwerk stemmen de beleidsadviseurs en directeuren regelmatig zaken met elkaar af, houden ze zicht op de ontwikkelingen binnen elke sector en zijn ze in staat samenhangende ontwikkelingen sectorbreed uit te voeren danwel te coördineren. Vanwege de grote betrokkenheid en deskundigheid van de Koninklijke Vereniging Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) bieden we de directeur en betreffende beleidsadviseur een plek in het Olympisch Onderwijs Netwerk. Inhoudelijke bijdrage In de eerste periode verzorgen vooral het mbo en hbo de concrete inbreng in de Council vanuit de onderwijsraden. Beide sectoren hebben een passend Olympisch Plan gemaakt. Daarnaast hebben hogescholen, universiteiten en diverse andere kennisinstellingen gezamenlijk een sectorplan voor het sportonderzoek en –onderwijs opgesteld (zie bijlagen). Middelbaar beroepsonderwijs In het Olympisch Plan van het mbo ligt de focus op twee invalshoeken •
Op welke manier kunnen de onderwijsinstellingen gebruik maken van het Olympisch Plan 2028 om hun eigen onderwijs beter te maken, bijvoorbeeld talentherkenning en het beste uit jezelf halen.
•
Wat zijn de mogelijkheden om de omgeving van de scholen te ondersteunen in hun ambities, bijvoorbeeld bij het mede organiseren van evenementen en afleveren van goede trainers/coaches.
De meest concrete punten waar het mbo het komende jaar al aan werkt, zijn: 1. Vanuit de breedtesportambitie: het stimuleren van de hernieuwde implementatie van lessen bewegen en gezondheid binnen de diverse beroepsopleidingen. 2. Vanuit de sociaal-maatschappelijke ambitie: het stimuleren van de inzet van multidisciplinaire, interne leerbedrijven die de lokale sportverenigingen op een veelheid van onderwerpen kunnen ondersteunen. 3. Vanuit de welzijnsambitie: het verankeren van onderwijs op de diverse leefstijlthema’s waaronder bewegen en voeding door deze te verbinden aan vitaal burgerschap en werknemerschap. Tevens studenten nog grootschaliger (nu al 25.000) via Testjeleefstijl.nu confronteren met hun leefstijl en via feedback/coaching en lessen hun inzicht geven in mogelijke, duurzame gedragsverandering. 4. Vanuit de economische ambitie: het stimuleren van talenten door het onderzoeken van de mogelijkheden tot beroepsgerichte talentherkenning en deze inzetten voor uitdagend onderwijs. 5. Vanuit de evenementenambitie: het opzetten van school-Olympische planbureaus die intern en extern evenementen organiseren en ondersteunen. Ook het onderzoeken van de mogelijkheid World Skills (wereldkampioenschappen voor het vakmanschap) naar Nederland te halen.
De informatie voor de mbo-instellingen staat op de website van het platform Bewegen en Sport (www.platformbewegenensport.nl) van de MBO Raad, uitgevoerd door MBO Diensten. Hoger beroepsonderwijs De hogescholen geven in hun ambitiedocument aan dat het grootste deel van de mensen die in 2028 actief betrokken zijn bij de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen een hbo-opleiding hebben gevolgd. Het hoger beroepsonderwijs versterkt de Olympische ambities door kennisintensief onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Dit doet het hbo door: •
Het bieden van uitdagend onderwijs;
•
Het stimuleren van innovatie en wetenschap;
•
Talentontwikkeling;
•
Verdere verbreding van de inhoud van hbo-sportopleidingen;
•
De bevordering van sport op school;
•
Nadrukkelijk in de onderwijsketen samen te werken met het mbo en wo.
Het sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs (Fundament onder de Olympische ambities, sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs 2011-2016) geeft aan wat er de komende jaren in het sportonderwijs en sportonderzoek op hogescholen en universiteiten moet gebeuren om tot Olympisch niveau te komen. Dit sectorplan volgt de vijf thema’s van het overheidsbeleid rond het Olympisch Plan, aangevuld met een zesde thema: Ondersteuning studie topsporters. De vijf thema’s zijn: •
Talentvol Nederland - Presteren;
•
Meedoen in Nederland - Sportparticipatie;
•
Vitaal Nederland - Sport, bewegen en gezondheid;
•
Kaart van Nederland - Gebiedsinrichting en bereikbaarheid;
•
Nederland in Beeld - Economie, evenementen en hospitality.
De meest concrete punten waar het hbo het komende jaar al aan werkt, zijn: 1. Vanuit de topsportambitie: het faciliteren van beurzen voor studerende topsporters zodat zij zich optimaal kunnen richten op hun topsportcarrière. 2. Vanuit de sociaal-maatschappelijke ambitie: het verbreden van de inhoud van de hbosportopleidingen onder meer door de ontwikkeling van een kennisbasis voor de academies voor lichamelijke opvoeding. 3. Vanuit de welzijnsambitie: het uitbouwen van de samenwerking en vergroten van het maatschappelijk effect door verbetering kennisinfrastructuur tussen wo, hbo en sportpraktijk binnen een kennistransferinstituut (NeSSI). 4. Vanuit de economische ambitie: het genereren van hoogwaardige kennis en innovatie door praktijkgericht onderzoek naar sport alsmede het doorontwikkelen en afstemmen van sportonderwijs door het inrichten van een landelijke minor. 5. Vanuit de breedtesportambitie: het verbreden van de samenwerking met sportbonden op het gebied van sporttechnische kadervorming en regionale kennistransfer.
Financiële bijdrage In het huidige klimaat van bezuinigingen in de hele onderwijssector, is het voor de onderwijsinstellingen nu niet haalbaar een directe financiële bijdrage te doen voor Olympisch Vuur. Desalniettemin levert de sector een grote financiële inbreng via alle activiteiten die de instellingen ondernemen om bij te dragen aan het behalen van de ambities uit het Olympisch Plan 2028. Mbo Voor het mbo houdt de inbreng in dat de projectcoördinator van het beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs een dagdeel per week aan het Olympisch Plan 2028 besteedt (€10.000). Ook is er een themaleider Olympisch Plan aangesteld voor een dag in de week met een werkbudget. Deze themaleider heeft de taak om binnen de scholen het maken en uitvoeren van Olympische schoolplannen te stimuleren (kosten €50.000). Daarnaast stellen komend jaar tien mbo-scholen een eigen Olympische vertaling van het Olympische mbo-plan samen (kosten per school ongeveer €10.000 = totaal €100.000). Hiermee komt de totale inbreng van het mbo uit op ongeveer € 160.000. Hbo Het hbo zet in de komende periode in op het ontwikkelen van het in het eigen ambitiedocument genoemde loket HBOpuntOlympischPlan, ingericht in het Huis van de Sport in Nieuwegein. Sportorganisaties kunnen hier terecht als ze willen samenwerken met het hoger onderwijs. Het HBOpunt heeft als doel het hoger beroepsonderwijs en de sportwereld dichter bij elkaar te brengen (kosten €150.000). Totale inbreng De totale inbreng van de onderwijssector is in eerste instantie dus hoger dan €300.000. Na toetreding tot de Council werken de onderwijsraden actief aan het creëren van draagvlak voor het OP2028 onder de onderwijsinstellingen en onderwijsraden. Er wordt een onderzoek gedaan om te kijken of het mogelijk is om een structuur van een instellingsnetwerk Olympisch onderwijs te laten ontstaan. Een deelnemersbijdrage kan hierin een centraal element zijn. De ideeën rondom het labellen van lokale initiatieven vanuit Olympisch Vuur kan hier een positieve invloed op hebben. Deze deelnemersbijdrage zou in die vorm, naast de investeringen die de onderwijssector zelf al doet voor het OP2028, kunnen uitgroeien tot een bijdrage aan de begroting van Olympisch Vuur. Met vriendelijke groet, De MBO Raad, mede namens de PO-Raad en VO-raad,
Dhr. Jan van Zijl Voorzitter MBO Raad
De HBO-raad, mede namens de VSNU
Mevr. Guusje ter Horst Voorzitter HBO-raad
Onderstaande partijen zijn akkoord met de hierboven beschreven werkwijze:
Mevr. Kete Kervezee Voorzitter PO-Raad
Dhr. Sjoerd Slagter Voorzitter VO-raad
Dhr. Sybolt Noorda Voorzitter VSNU
De KVLO ondersteunt het initiatief van de onderwijsraden.
Dhr. Jan Rijpstra Voorzitter KVLO
Bijlage A Betrokken organisaties en betrokkenen PO-Raad Beleidsmedewerker:
Anje Margreet Woltjer,
[email protected] Edwin van Bokhoven,
[email protected]
Directeur bureau: Voorzitter:
Simone Walvisch,
[email protected] Kete Kervezee,
[email protected]
VO-raad Beleidsmedewerker:
Martin Merkelbag,
[email protected]
Directeur bureau: Voorzitter:
Theo Hooghiemstra,
[email protected] Sjoerd Slagter,
[email protected]
MBO Raad Beleidsmedewerker: Directeur bureau:
Jan Faber,
[email protected], Hans Huibers,
[email protected],
Voorzitter:
Jan van Zijl,
[email protected]
HBO-raad Beleidsmedewerker: Judith Kivits,
[email protected] Portef.houder bestuur: Paul van Maanen,
[email protected] Voorzitter:
Guusje ter Horst,
[email protected]
VSNU Adjunct directeur: Voorzitter:
Frederique Woltjer,
[email protected] Sybolt Noorda,
[email protected]
KVLO Directeur bureau: Voorzitter:
Cees Klaassen,
[email protected] Jan Rijpstra,
[email protected]
Bijlage B Tijdspad 23 juni 2011 Wat: vergadering Wie: Council van het Olympisch Plan 2028 Doel: goedkeuring toetreding ‘Onderwijs’, toelichting door onderwijssector en persmoment Verder: Voorafgaand aan de Council-vergaderingen (twee keer per jaar) vindt een overleg van de ‘Onderwijs council’ plaats. In dit overleg komen de vijf directeuren van de onderwijsraden en de directeur van de KVLO samen met hun beleidsadviseurs tot uitwisseling van ideeën en afstemming over de inbreng van hun vertegenwoordigers in de Council. Deze vertegenwoordigers zijn de voorzitters van de MBO Raad en HBO-raad.