Alle Hens Mariniers en vloot samen in de kou
Cursus brengt frisse ideeën in Air Defence Kaderopleiding voor hele carrière
Maandblad van de Koninklijke Marine april 2007
Colofon:
Alle Hens
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Cover
Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
Een van de uitdagingen van de wintertraining van het Korps Mariniers is het beklimmen van een ijswand. (Foto: Cees Baardman)
Eindredacteur: LTZSD 2 KV W.F. Borgsteede
Maandblad van de Koninklijke Marine
Inhoud 4 Zeebenen in de sneeuw Wakduiken, voor de één een opfrisser, voor de ander een geheel nieuwe ervaring. Mariniers en
Redacteur: LTZSD 2 KV B. Wijnandts
vlootpersoneel oefenen samen in Noorwegen bij temperaturen beneden de 20°C.
Vormgeving en lithografie: Grafisch ontwerpburo Engelbracht
10 Orange Marauder 2007 Een opwerkoefening van NLMARFOR moet de
Druk:
bekwaamheid van de ‘one-star-battle-staff’ verho-
OBT B.V., Den Haag
gen. De staf leidt in januari 2009 het amfibische Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0223 657 620 / 657 660 Mdtn: *06-209-57620 / 57660 E-mail:
[email protected]
deel van de Nato Response Force.
4
Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Mdtn: *06-733
lieden voort bij de Admiraliteit van de Maas. Aert Michiel de Ruyter. Oude Boer Jaep was misschien wel de interessantste.
14 Van Speijk in UNIFIL Na de inzet van Hr.Ms. Van Galen in de UNIFIL missie, is het nu de beurt aan Hr.Ms. Van Speijk om voor de kust van Libanon te patrouilleren. Na een opwerkperiode werd het multipurposefregat
14
begin maart ingezet in de Middellandse Zee in de strijd tegen wapensmokkel.
18 Topopleiding De opleiding van ‘Anti Air Warfare’ officieren is
Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Tel.: 0343-474150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest of via www.aboland.nl Tel.: 0251-313939 Opzegtermijn zes weken.
De familie Van Nes bracht maar liefst acht zeeJansse was de bekendste, als trouwste gezel van
Internet: www.marine.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op maandag 16 april.
12 Oude Boer Jaep
een van de topopleidingen van de NLBEOPS. Niet alleen de studenten leren hier veel, maar ook de ondersteunende partijen gebruiken de cursus als proeftuin voor nieuwe ideeën in luchtverdediging.
34 De Admiraal Een heetgebakerde, vrome, bijna saaie man. Naar
18
aanleiding van deze omschrijving van Graddy Boven, conservator van het Marinemuseum te Den Helder, zou je niet kunnen raden dat het om onze grootste zeeheld, Michiel Adriaenszoon de Ruyter, gaat.
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
En verder: Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
16 Scheepsjournaal 21 Logboek
ISSN 0024-0389
32 Op Koers
34
39 Mensen & Mutaties
Te mooi voor negatief beeld Enige tijd terug is aangekondigd dat ook andere directieleden van het CZSK deze column zouden kunnen schrijven. Aan directeur OST, commandeur Jelle Snoeks, dit keer de eer de Alle Hens in te leiden. Het valt me op dat er binnen het CZSK van tijd tot tijd veel kritiek wordt geuit. Soms is deze kritiek terecht, soms deels terecht, maar soms ook deels een wat (te) negatieve perceptie. Op veel van de kritiekpunten willen we verbeteringen realiseren. Ik kom daar later op terug. Waar ik alleen bang voor ben, is dat wij elkaar met de kritiek een te negatief beeld aanpraten over ons bedrijf. En dat vind ik jammer. Ons bedrijf is daar namelijk te mooi voor, we kunnen nog steeds met recht trots zijn op de KM. Een paar voorbeelden vanuit mijn persoonlijke beleving. In woorden en daden Midden februari was ik op bezoek bij de wintertraining van de mariniers in Noord-Noorwegen. Ik was erg onder de indruk van
en de wijze waarop wij met de schepen opereren. Dat de schepen gewild zijn, is een illustratie van het feit dat wij uitstekende schepen ontwerpen, bouwen, opereren en instandhouden. Voor veel landen zijn wij een voorbeeldmarine. Kritische kanttekeningen Alleen maar rozengeur? Nee. Zoals ik al zei, is er zeker ook reden voor kritische kanttekeningen. De reorganisatie naar het CZSK was ingrijpend, met veel nieuwe structuren, procedures en loketten. De walorganisaties timmeren hard aan de weg om de bekendheid en toegankelijkheid en daarmee hun dienstverlening te verbeteren. De bekendheid hiermee groeit, maar moet nog verder blijven groeien.
Voor veel landen zijn wij een voorbeeldmarine het enthousiasme waarmee mariniers en vlootpersoneel zich staande wisten te houden onder deze barre omstandigheden. Ik zag daar een team van vloot en korps, niet alleen in woorden maar zeker ook in daden, optreden. En dat met veel humor en inzet. In de lokale media werd met veel waardering gesproken over de Nederlandse militairen. Nieuw materieel, de gepantserde BV Viking en het NIMCIS communicatiesysteem werden voor het eerst onder operationele omstandigheden ingezet. Johan de Witt Eind februari heb ik een dag meegevaren met het nu nog motorschip, maar binnenkort Hr.Ms. Johan de Witt. Na een moeizame start met het voortstuwingssysteem, is dit schip nu bezig met de afronding van de proefvaart. Ook hier groot enthousiasme bij de bemanning, maar ook bij de LCU-bemanning die daar voor het eerst docking operaties uitvoerde. Op 14 maart meerde de Johan de Witt voor het eerst af in Den Helder. Zij werd op een waardige wijze, met spuitende sleepboten en veel getoeter, welkom geheten. Niet alleen in omvang maar zeker voor wat betreft capaciteiten betekent de Johan de Witt een gigantische uitbreiding van de inzetmogelijkheden van defensie en van het CZSK in het bijzonder. Voorbeeldmarine Begin maart was ik in Letland voor de overdracht van Hr.Ms. Harlingen aan de Letse marine. Voor de Letse marine is de introductie van deze Alkmaar klasse MBV ook technologisch een grote stap voorwaarts. Na nogal wat tegenslagen is deze eerste over te dragen AMBV uiteindelijk succesvol nieuw leven ingeblazen vanuit haar geconserveerde status en heeft de eerste Letse bemanning met veel inzet van de bemanningen van Hr.Ms. Vlaardingen en Hr.Ms. Zierikzee de ‘on board training’ afgerond. Het feit dat we nog mooie en operationeel uitstekende schepen moeten afstoten, is niet plezierig. Gelukkig worden de opbrengsten gebruikt voor de financiering van de nieuwbouwplannen. Wat me bij elke overdracht keer op keer opvalt, is de grote waardering van de ontvangende landen over de technische staat van de schepen, hun nog grote operationele waarde
De introductie van de Gedragscode is op zich niet wereldschokkend. Naar mijn mening staan daar geen vreemde of nieuwe zaken in, het zijn standaard regels die we van elkaar mogen verwachten. Bij een aantal mensen heeft de introductie van de code echter geleid tot een aanvullende bemerking: “De organisatie verwacht wat van mij, maar ik vind dat ik ook wat van de organisatie mag verwachten.” Ik ben het daarmee eens. Wij moeten een goede werkgever zijn. Het zal u niet zijn ontgaan dat De Juiste Koers is overgegaan in het actieprogramma Op Koers. Op Koers onderscheidt enige tientallen acties die zijn voortgekomen uit de vele aanbevelingen van De Juiste Koers. Als directeur Operationele Ondersteuning ben ik voor veel van die acties de ‘sponsor’ en zijn vele van mijn afdelingshoofden ‘lead captain’. Er wordt hard gewerkt om de zogenaamde zee-egels weg te werken. Eerste stappen Natuurlijk zijn er beperkingen. Het kost tijd en geld om alle wensen en doelstellingen te realiseren. Meer dan direct beschikbaar is. Er moeten dan ook prioriteiten worden gesteld. Maar onder het motto ‘geen woorden maar daden’ worden de eerste stappen gezet. Zo wordt de legeringsaccommodatie binnen het CZSK in een, dit jaar startend meerjarenprogramma, ingrijpend verbeterd. Daarnaast worden de (draadloze) internetvoorzieningen in legeringsgebouwen voortvarend ter hand genomen (al is en blijft bandbreedte natuurlijk een sleutelwoord; de beschikbare capaciteit is niet bedoeld om nu massaal speelfilms te gaan downloaden). Het verbeteren van de toegankelijkheid voor intranet/internet aan boord is inmiddels een lopend project. Niet alle problemen zullen op korte termijn voor de volle honderd procent opgelost worden. Wees ervan overtuigd dat het wel onze absolute aandacht heeft. Tegelijkertijd hoop ik dat u de wereld niet door een te donkere bril wilt bekijken. Ons bedrijf is daar toch echt te mooi voor!
3
Een uitgestrekt bevroren en besneeuwd meer in een idyllische omgeving. Vier donkere en gemarkeerde plekken geven de plaats aan waar een gelijk aantal wakken zijn uitgehakt om zo’n zeshonderd mannen en vrouwen op een arctische onderdompeling te trakteren. Voor de één een ‘opfrisser’ voor de nieuwelingen (novices en vlootpersoneel) een totaal nieuwe ervaring. Het water in het wak is donker gekleurd en ijsblokjes drijven er nog in rond. Gekleed in alleen een broek en Noors shirt met daaroverheen het ‘white shot’, staan mariniers en vlootpersoneel één voor één – op ski’s en met rugzak – aan de rand van het wak om de zogenaamde ‘ice-breaking drill’ uit te voeren. Geen aardigheidje tijdens de training, maar een noodzakelijke drill, gezien de vele meren in het oefengebied. Niet alleen in kazerneomstandigheden, maar ook in de – in dit geval koude – praktijk werken mariniers en vlootpersoneel zij aan zij, als ‘Navy-Marine Corps Team’. Tekst en foto’s: Cees Baardman
Zeebene en in de w sneeuw Mariniers en vlootpersoneel werken zij aan zij in wintertraining 4
Aan de jaarlijkse wintertraining, wederom in de omgeving van Harstad, nemen dit jaar het Tweede Mariniersbataljon, het Amfibisch Ondersteuningsbataljon, het Logistiek Bataljon en de 13e Infanteriecompagnie van het Eerste Mariniersbataljon deel. “Vanuit een uitstekende locatie – de Noorse kazerne Asegarden en uitgebreide trainingsgebieden – kan hier gewerkt worden aan het versterken van de belangrijkste leerdoelen van het Tweede Mariniersbataljon – ‘unit cohesion, junior leadership en mental hardship’”, geeft de stafofficier operaties 2-MARNSBAT, majoor der mariniers Harro de Vries, aan. “Ook zal in deze periode het Nieuwe Mariniers Communicatie en Informatie Systeem (NIMCIS) op bataljonsniveau worden getest en zal de Viking (nieuw pantservoertuig, red.) onder arctische omstandigheden worden gebruikt. Bovendien zal in deze periode de Viking voor de eerste maal aan amfibische drills deelnemen.” Structuur wintertraining Deze wintertraining is voor alle deelnemende eenheden een andere training dan voorgaande jaren. Er is dit jaar geen trainingsstaf gecreeerd die de gehele training verzorgd, maar er wordt nu organiek getraind. In het verleden heeft dit al wel meerdere keren plaatsgevonden, maar voor de meeste aanwezige mariniers is dit een nieuwe ervaring. Bij deze vorm van trainen is het wel een vereiste dat de kennis en kwaliteiten – benodigd om een eenheid te trainen – binnen de eigen eenheid aanwezig is. Daarom werd er voor aanvang van de wintertraining een theorieweek gehouden in Doorn en op Texel en direct daarna een ‘Train de trainer week’, een eenheidstraining waarbij kruisbestuiving en kennisoverdracht tussen ervaren lui en novices centraal staan, gevolgd door een drietal weken Novice Ski and Survival Course (NSSC), twee weken Winter Warfare Course (WWC) en een Final Training Exercise (FTX) in Noorwegen. Met uitzondering van de ‘Train de trainer week’ was dit geen wijziging ten opzichte van andere jaren. Werken en overleven Tijdens de theorieweek in Nederland, vertrok de ‘Advance Party’ naar Noorwegen om de komst van de trainers en Military Ski Instructors (MSI’s) voor te bereiden. De groep trainers en MSI’s werd in de ‘Train de trainer week’ door de Mountain Leader trainingsgroep weer ‘up to date’ gemaakt met alle skills en drills in de arctic. Daarnaast werden alle voorkomende demo’s gegeven en was er gelegenheid om gebieden te verkennen en in te glijden op de ski’s. De reacties van alle deelnemers aan deze week en het trainingskader waren uitermate positief. Na deze week arriveerde de rest van de deelnemers aan de wintertraining en volgden de diverse stadia van de training zich op, waarbij in de eerste weken de soms zeer lage temperatuur een grote rol speelde. In de NSSC worden, naast het vertrouwd raken met het opereren op ski’s, de elementaire zaken aangeleerd om te kunnen werken en overleven in de arctic. Ook wordt er gehamerd op het juist uitvoeren van de diverse vaardigheden.
Spannend moment In de Winter Warfare Course komt het tactisch opereren aan bod en brengt men veel tijd door op de diverse schietbanen, die zich in de omgeving van de kazerne bevinden. De 24e Ondersteuningscompagnie moet voor de schiettraining richting de schietbanen van Blatind, zo’n dertig kilometer ten noorden van Bardufoss. Deze schietbanen zijn geschikt voor het schieten met de ondersteunende wapens zoals de Gill (anti-tank), mortieren 81mm en de .50 mitrailleur. Voor vijf Gillschutters, die de Gill-opleiding moeten uitvoeren, breekt halverwege deze week een spannend moment aan. Vijf doelen in het voorterrein moeten met een raket worden uitgeschakeld. Uiterst geconcentreerd nemen de schutters één voor één een doel onder vuur, waarbij alle doelen met de raket worden uitgeschakeld. Nadat alle eenheden weer zijn teruggekeerd in de kazerne in Harstad, wordt begonnen met de voorbereiding op de eindoefening. Voor deze finale oefening is door de sectie-2 een uitgebreid scenario geschreven en worden de mariniers door middel van publicaties (onder andere met de fictieve krant de Hartstad Tribune) van de steeds veranderende situatie op de hoogte gebracht. Eenheidstraining Na de Novice Ski & Survival Course en Cold Weather Survival Course (CWSC) werd de training van de Combat Service Support Group (CSS-gp) verlegd naar een eenheidstraining waarin onder andere distributiepunt (DP) procedures en konvooioperaties werden beoefend. Dit zijn enkele speerpunten van de operationele logistieke ondersteuning. Gelet op de recente ervaringen die zijn opgedaan in Irak en Afghanistan is het van levensbelang dat deze procedures zeer goed worden beoefend. Ook werd gedurende de Winter Warfare Course (WWC) een aantal DP-procedures met het 2e Mariniersbataljon beoefend, waarbij de nodige medische, transport- en bergingsondersteuning werd geleverd. “Al met al is het een drukke, maar uitermate nuttige periode voor de CSS-gp. Er zal altijd een goede balans moeten zijn tussen eigen training, logistieke ondersteuning te velde en de ondersteuning op de tijdelijke locatie”, aldus plaatsvervangend commandant van Combat Servive Support Group 2 (CSS2), kapitein der mariniers Ed Stap. Amfibisch Ondersteuningsbataljon Ook voor het Amfibisch Ondersteuningsbataljon (AMFOSBAT) begint de wintertraining anders dan voorheen. “We hebben er deze keer bewust voor gekozen om de boten later te laten arriveren om zodoende de bemanningen (vloot en mariniers) de complete NSSC te laten ondergaan”, zegt majoor der mariniers Theo Mestrini. “Op deze manier kunnen zij zich volledig concentreren op het trainen van de overlevings- en mobiliteit technieken in arctisch gebied op zowel individueel als groepsniveau. Want, liggen de boten eenmaal aan de kade, dan worden de mannen toch wat 5
ongedurig en willen zo snel mogelijk aan boord. Voor jonge mariniers, die in de Elementaire Vakopleiding zitten, wellicht een reden om voor het korps te kiezen nu ze kunnen constateren dat ook de mariniers van ‘de bootjes’ wel degelijk het ‘normale’ marinierswerk verrichten naast hun specialistische werk”, aldus Mestrini. Integratie op de ijsvloer Integratie van vloot en mariniers op de ijsvloer zou het thema kunnen zijn van deze wintertraining van het Logistiek Bataljon. Naast deze wintertraining doorloopt het Logistiek Bataljon ook
groene module voor vlootpersoneel die het afgelopen jaar door het Mariniers Opleidingscentrum werd gegeven en die dit jaar een vervolg zal krijgen.” LOGBAT Het LOGBAT moet in staat zijn om twee Combat Service Support Groups (CSS-gp) op de been te brengen om beide mariniersbataljons tweedelijns logistiek te ondersteunen. CSS-gp 1 is ter ondersteuning van het Eerste Mariniersbataljon en CSS-gp 2 is ter ondersteuning van het Tweede Mariniersbataljon. In tegenstelling tot
Het vlootpersoneel is door deze Cold Weather Survival Course ‘een paar tinten groener geworden’ zelf een trainings- en oefenprogramma. “We trainen het personeel deze periode in overlevingstechnieken, skills en drills in de arctic, tot het beoefenen van konvooioperaties en distri-
voorgaande jaren, waarbij steeds een ad hoc-groep van LOGBATpersoneel werd samengesteld wordt nu een standaardeenheid geleverd, naast de verzorgingscompagnie. Daarnaast neemt de CSS-gp
butiepunt procedures”, zegt kapitein der mariniers Klaas Wit. “De mannen en vrouwen pakken dit met veel enthousiasme op, tonen grote inzet en professionaliteit.” De commandant van het Logistiek Bataljon, kapitein-luitenant-ter-zee Rob Hunnego, geeft aan dat de deelnemers tenminste de Cold Weather Survival Course (de arctic survival course) met goed gevolg moeten hebben doorlopen.
het overgrote deel van de kazernetaken over, die bij oefeningen in het buitenland anders door de verzorgingscompagnie van het mariniersbataljon zelf worden ingevuld. Een en ander houdt in dat de verzorgingscompagnieën van de mariniersbataljons zich kunnen richten op ‘eigen’ training en zich niet hoeven te bekommeren om typische kazernetaken. Dit betekent echter niet dat het CSS-personeel alleen maar algemene kazernetaken verricht en ‘dichtbij de verwarming’ bleef.
Accentverschuivingen “Bij het Logistiek Bataljon (LOGBAT) is momenteel sprake van forse accentverschuivingen”, vertelt kapitein Ed Stap. “Het overgrote deel van het LOGBAT-personeel heeft een dubbele taak. Primair is dit het ondersteunen van de mariniersbataljons. Daarnaast is het LOGBAT verantwoordelijk voor de facilitaire ondersteuning van de infrastructuur en kazernelogistiek. Deze dubbele taak leidt ertoe dat het LOGBAT-personeel onvoldoende toekomt aan de noodzakelijke training en oefening zowel op individueel als op groepsniveau zoals konvooirijden en distributiepunt procedures”, aldus de plaatsvervangend commandant. Hij geeft aan dat met name het ontbreken van de kennis en vaardigheden voor ‘groen’ optreden door vlootpersoneel als een tekortkoming wordt ervaren, terwijl de mariniers geplaatst bij het LOGBAT het veldwerk missen. Stap: “In de toekomst zal dus meer nadruk komen te liggen op de operationele logistieke ondersteuning. Daar dient natuurlijk ook voor getraind en geoefend te worden.” De eerste aanzet voor meer ‘groentraining’ was de pilot van de
Viking Grote aantallen voertuigen, waaronder de Viking, staan opgesteld naast de geheel ontplooide Amphibious Beach Unit op een strand even buiten Harstad. “Een bijzondere dag want vandaag gaan we voor het eerst de amfibische drills met de Viking uitvoeren”, geeft kapitein der mariniers Clemens Buter aan. “Het em- en debarkeren van voertuigen op een Landing Craft Utility (LCU) vereist voor zowel de chauffeurs als de gidsen enige oefening. Zeker met een voertuig als de Viking die toch wat breder is dan een normale BV.” Als de eerste Viking dreigend grommend zich richting LCU begeeft, wordt deze door de gidsen zo strak mogelijk tegen de zijwand van de LCU gemanoeuvreerd om zodoende te testen of er een tweede Viking naast kan. Dankzij de vaardigheden van zowel de chauffeurs als gidsen lukt dit en blijft er tussen de scheepswand en de voertuigen onderling net voldoende ruimte over om je hand tussen te steken. Na de eerste twee Vikings volgen nummer drie en vier en blijft er ruimte over om nog twee Vikings aan boord te
6
nemen. “Dit hadden we niet verwacht”, is de algemene reactie van de toeschouwers. Koudweerspeld De doelstelling van de Cold Weather Survival Course is het verplaatsen en overleven onder extreme omstandigheden gedurende twee overnachtingen en drie dagen in het veld. Deze praktische training werd voorafgegaan door een dag theorielessen die verband hielden met opereren onder winterse omstandigheden. Opvallend hierbij was dat het vlootpersoneel, dat de ‘groene module’ had gevolgd, sneller de stof opnam en een betere kennis en vaardigheid had in het veldwerk. Het nut van de ‘groene module’ werd hierdoor onderstreept. Daarnaast werden de mariniers van het LOGBAT in de gelegenheid gesteld om in de trainingsgroepen van 2-MARNSBAT deel te nemen aan de Novice Ski and Survival Course, om de zo begeerde ‘koudweerspeld’ te behalen. Grensverleggend De novices onder de mariniers van CSS-gp 2 (18 in totaal) hebben de Novice Ski & Survival Course (NSSC) kunnen afwerken. Dankzij de
medewerking van het 2-MARNSBAT konden twee klassen onder de paraplu van de 21e Infanteriecompagnie de gehele NSSC afwerken. De lessen werden onder leiding van eigen Military Ski Instructors (MSI) gegeven. Het hele scala aan arctic drills en routines werd in drie weken tijd doorlopen. Het hoogtepunt was uiteraard de laatste week: de survivalweek. Hierin werden diverse noodonderkomens gebouwd en per skigroep werd onder deskundige leiding van de Noorse Homeguard een rendier geslacht. Uiteraard werd dit vlees door het personeel zelf bereid en gegeten. Het weer deed een aardige duit in het zakje. De temperatuur zakte tot gemiddeld 25 tot 30 graden Celsius onder het vriespunt. Alle deelnemers aan de NSSC sloten de training af met een duik in het wak en een theorie test. Tijdens de afsluitende ‘CWSC debrief’ kon het vlootpersoneel de opgedane ervaringen kwijt. De meeste deelnemers ervoeren de training als grensverleggend en heeft het met veel enthousiasme ontvangen. Het LDV-personeel bijvoorbeeld, kon zich nu een voorstelling maken waarom mariniers zoveel eten als ze het veld uitkomen. Het vlootpersoneel is door deze CWSC ‘een paar tinten groener geworden’.
7
Huidige stand van zaken op P&O gebied in bulletin
Personeel in beweging Gevoegd bij deze Alle Hens treft u de eerste editie van het P&O-bulletin KM aan. In dit P&O-bulletin wordt u geïnformeerd over de inrichting van de P&O-organisatie, de huidige stand van zaken en recente ontwikkelingen op P&O-gebied. De P&O-organisatie is per januari 2005 ingericht en draait al ruim twee jaar. Ik kan mij dan ook voorstellen dat u zich afvraagt waarom het dan nu nodig is om een apart P&Obulletin uit te geven en waarom het voor u nuttig is om het bulletin te lezen. In het P&O-bulletin wordt daar uitvoerig op in gegaan. Ik ben er van overtuigd dat een apart P&O-periodiek nuttig is en toegevoegde Tekst: Hoofd P&O, kapitein-ter-zee Arian Minderhoud waarde heeft voor u als lezer. De P&O-organisatie bij het CZSK is ingericht volgens de blauwdruk P&O zoals die voor alle defensieonderdelen is bepaald. Tegelijkertijd met de herinrichting van de P&O-organisatie is PeopleSoft ingevoerd als het nieuwe P&O-informatie- en managementsysteem. Sinds de invoering van het nieuwe systeem is de P&O-organisatie in beweging gebleven. Dit geldt voor zowel de P&O-organisatie binnen het CZSK als voor de defensiebrede ontwikkelingen op P-gebied.
P&O
Dit is een uitgave van afdeling personeel en organisatie van de koninklijke marine - april 2007
bulletin
Verbeteringen Het werken met de nieuwe organisatie en systemen gedurende de afgelopen periode heeft een aantal knelpunten en tekortkomingen aan het licht gebracht. Daarbij is er veel gevraagd van u en van de P&O-medewerkers. Het afgelopen jaar is er goed naar u geluisterd en is een aantal onderzoeken uitgevoerd. Het commentaar en de bevindingen zijn meegenomen in de evaluatie van P&O CZSK en vormen de basis voor het verbeterplan. De verbeteringen zijn nadrukkelijk bedoeld om u als individuele medewerker en als lijnmanager beter te kunnen ondersteunen in de uitvoering van uw taken en verantwoordelijkheden op P-gebied. Defensiebrede ontwikkelingen Ook defensiebrede ontwikkelingen op P-gebied werken door in de P&O-organisatie van het CZSK en raken ook u op één of andere wijze als KM-medewerker en lijnmanager. Hierbij valt te denken aan de verdere uitbouw en uitvoering van Management Development voor officieren én onderofficieren, de inrichting van loopbaanadvies voor bepaalde categorieën militairen en de aanstaande invoering van het Flexibel Personeelssysteem. Maar ook aan de verdere verpaarsing van P&O-diensten, zoals de uitbouw van het Dienstencentrum Human Resources. Daarnaast blijft de vulling van de organisatie een belangrijk punt van aandacht. Behoud van voldoende mensen met de benodigde expertise en ervaring is van het grootste belang om onze opdrachten te kunnen blijven uitvoeren. Kennis en begrip De inrichting van het nieuwe P&O-systeem en de ontwikkelingen op personeelsgebied hebben er ook toe geleid dat taken en verantwoordelijkheden op P-gebied nadrukkelijker bij de medewerker en het lijnmanagement zijn en worden neergelegd. Een meer proactieve houding, gebruik van self-service en ‘haal plicht’ zijn kenmerken van het nieuwe P&O-systeem. Dit vergt een andere manier van doen en handelen waarvoor kennis en begrip nodig is.
De stand van zaken bij P&O CZSK De P&O-organisatie binnen CZSK Het proces functietoewijzen Meest gestelde P&O vragen Waar vind ik meer P&O informatie? 1
De informatie in het P&O-bulletin zal hier een bijdrage aan leveren. Het P&O-bulletin is voor alle KM-medewerkers bijgesloten bij deze Alle Hens. Niet KM-medewerkers die alsnog geïnformeerd willen worden, kunnen contact opnemen met het hoofd van de afdeling P&O-CZSK, KTZ Minderhoud (
[email protected]).
8
HR_4
Advertentiecampagne Gedragscode
HR_4122_Fatsoenlijk? DEF.indd 5
12-01-2007 16:18:03
NLMARFOR leidt amfibische vredesmacht in Orange Marauder
Conflict in Noord-Afrika De politieke situatie in Noord-Afrika verslechtert aanzienlijk. Het pro-westerse islamitische land Trania wordt lastig gevallen door haar buurlanden Alakem en Luga. Nog nooit gehoord van deze landen? Wellicht is dat omdat deze fictieve landen het scenario vormen van de NLMARFOR stafoefening Orange Marauder 2007, die plaatsvindt van 16 tot 27 april op het terrein van de Nieuwe Haven. Tekst: Suzanne Damstra/Foto: Archief AVDD In realiteit heet ‘Trania’ gewoon Tunesië en heten ‘Alakem’ en ‘Luga’ in de volksmond Algerije en Libië. Aanleiding van het zogenaamde conflict in de regio is het fictieve Alak-Timbar Pact (ATP) dat Luga en Alakem een jaar geleden hebben gesloten, ogenschijnlijk als een politieke en economische alliantie voor wederzijdse en regionale ontwikkeling. Het daadwerkelijke doel van de alliantie is echter het destabiliseren van Trania door middel van terrorisme en het bevorderen van interne onrust in het land. Ook bestaat het vermoeden dat ATP Trania wil bezetten om zo de rijkdom van de kobaltmijnen in handen te krijgen. In de afgelopen tijd is er in toenemende mate civiele onrust ontstaan door vooralsnog kleine terroristische aanslagen en hebben er grensoverschrijdingen plaatsgevonden door ATP militaire eenheden. Woongebieden van ‘expats’ zijn bedreigd, wat enige tijd geleden geleid heeft tot een evacuatie. Bemiddeling door de VN is onsuccesvol gebleken. Door de dreiging van een grootschalige militaire invasie is de instabiliteit in Trania verslechterd. Dit alles heeft ertoe geleid dat de VN recent United Nations Security Council Resolution (UNSCR) 6888 heeft goedgekeurd. Daarin wordt van Luga en Alakem geëist dat zij stoppen met de grensoverschrijdingen. Daarnaast wordt een internationaal wapenembargo afgekondigd en machtigt het een NAVO-geleide vredesmacht de noodzakelijke maatregelen te nemen. One star battle staff NLMARFOR is in dit scenario een onderdeel van de NAVO-geleide vredesmacht. Het primaire doel van de oefening is het verhogen van de bekwaamheid van de staf van de Commander Amphibious Taskforce (CATF, commandeur Pieter Bindt) en de Commander Landingforces (CLF, kolonel der mariniers Marco Hekkens). De staf moet kunnen acteren op het ‘one star battle staff’-niveau. ‘One star’ verwijst naar de ster op de schouder van de commandeur die aan het hoofd van de staf staat. Dit betekent dat de staf veel meer capaciteiten en vaardigheden heeft en moet hebben dan enkel het aansturen
van een bataljon. NLMARFOR is dus al een stuk verder dan waar het een aantal jaren geleden als toenmalige eskaderstaf begon. Bij het leiden van een amfibische operatie op brigadeniveau komt toch echt veel meer kijken. In deze stafoefening (‘command post exercise’, CPX) ligt de nadruk op ‘joint’ (met meerdere krijgsmachtonderdelen) opereren. Belangrijk is dat bij de staf goed tussen de oren moet zitten dat samenwerking met de andere krijgsmachtdelen niet een keuze, maar een noodzakelijkheid is. En niet alleen op papier, maar uiteraard des te meer in de daadwerkelijke uitvoering van een ernstmissie waarop een oefening als deze moet voorbereiden. Nato Response Force De CPX Orange Marauder 2007 is een onderdeel van het ambitieuze ‘opwerktraject’ van NLMARFOR naar ‘full operational capability’, volledige operationele inzetbaarheid. De oefening Joint Caribbean Lion, die in 2006 in het Caraïbisch gebied plaatsvond, was de eerste stap. Later dit jaar volgt naar alle waarschijnlijkheid de oefening ‘Bright Star’ die voor de kust van Egypte zal plaatsvinden. Begin volgend jaar zal er nog een grote maritieme oefening in Noorwegen worden gehouden. Streefdoel is om op 1 juli 2008 gereed te zijn om als CATF en CLF op te kunnen treden tijdens oefeningen in de voorbereidingsfase van de Nato Response Force. Per 1 januari 2009 krijgt NLMARFOR dan daadwerkelijk de leiding over het amfibische deel van de NATO Response Force (NRF12), de snel inzetbare eenheid van de NAVO. De NRF bestaat uit land-, lucht-, zeestrijdkrachten en special forces die de alliantie waar nodig snel kan inzetten en in staat is missies wereldwijd uit te voeren over het gehele geweldspectrum. Dit houdt onder andere in evacuaties, rampen- en terrorismebestrijding en optreden als ‘initial entry force’, bijvoorbeeld geïnitieerd en geleid vanaf zee.
10
HR_4
Advertentiecampagne Gedragscode
HR_4122_Fatsoenlijk? DEF.indd 6
15-01-2007 14:52:50
De zware weg naar heldenmoed
De familie Van Nes Aert Jansse van Nes is de bekendste uit zijn familie, als tweede gevolgd door Jan Jansse van Nes. Maar er zijn er zeker nog zes geweest op hoge posities binnen de Admiraliteit van de Maas. De familie onderhield een nauwe band met Michiel de Ruyter, en Aert was een van De Ruyters trouwste gezellen. Maar de meest intrigerende Van Nes is waarschijnlijk wel Oude Boer Jaep. Was hij een lafaard of had hij enorme pech? Tekst: Barry Wijnandts Binnen de Rotterdamse familie Van Nes komen enkele telgen voort met de toevoeging Oude of Jonge Boer. Het is aannemelijk dat dit zeeheldengeslacht ontsproten is aan de boerenstand, zoals veel zeehelden uit de lagere klassen kwamen. De eerste bekende Van Nes op zee is Jacob. Over hem is weinig bekend, maar omdat zijn weduwe enkele jaren pensioen trok en zijn beide zoons hem hebben opgevolgd als kapitein bij de Admiraliteit van de Maas, moest hij wel ‘een braaf scheepsbevelhebber’ zijn geweest. Is ‘braaf’ hier meer in de betekenis van het Engelse ‘brave’, en is hij in de strijd gesneuveld? Vaders dood De oudste van zijn twee zonen, beide geheten Jan Jacobsen, werd Oude Boer Jaep genoemd. Zijn jongere broer, logischerwijs, Jonge Boer Jaep. Maar vanaf dat Oude Boer Jaep kapitein werd op een schip, droeg hij de bijnaam Vaders Dood. Vanaf het begin had hij zijn manschappen bij herhaling duidelijk gemaakt dat hij ‘Vaders dood zal wreken.’ Zijn matrozen twijfelden echter of hij inderdaad het lef had om bij een treffen de daad bij het woord te voegen. Onder Maarten Harpertszoon Tromp, had hij diverse slagen meegemaakt, maar in 1652 kwam zijn kans om zijn vader te wreken op de Engelsen. Het liep echter dramatisch af voor Oude Boer Jaep. De Rooirok valt aan Toen hij vanaf zijn schip de Gorcum, aan de horizon twee Engelse oorlogsbodems zag, kon Oude Boer Jaep niet wachten om deze schepen te kelderen. Hij beval het vuur te openen vanaf een veel te grote afstand. Zijn matrozen dachten heimelijk: “Denkt hij daarmee de Rooirok op afstand te houden?” En inderdaad, Oude Boer bereikte het tegengestelde effect. De Engelsen kwamen naderbij om te zien wie daar zoveel herrie maakte en gingen in op het vijandige gebaar van de Rotterdammer. Ze openden vuur en ramden de Gorcum. Masten braken af, hout versplinterde en het schip was gedoemd tot zinken. Oude Boer stapte met zijn zoon, de klerk en enkele andere ‘bevende’ maten in een sloep en verlieten het schip. Strijdlustig De Engelsen enterden de Gorcum en wisten het voorschip in handen te krijgen. Een konstabel accepteerde geen overgave en dreigde het schip met vriend en vijand op te blazen, waarop de zich verloren gewaande bemanning de strijdlust hervond. Ze wisten de Engelsen van boord te slaan. Terwijl de matrozen op adem stonden te komen na het zware gevecht, riep opperstuurman Willem Adrieanse Warmont: “Zeg eris, jongens, dacht je dat je aan boord van een schip bent gekomen was om met je handjes over elkaar te gaan zitten? Ben je wel besuikerd?” Hij zette de bemanning aan het pompen, stutten en schoren, noodmasten werden opgetuigd en hij wist het schip uit het strijdtoneel te manoeuvreren, terug de veilige Maas op.
Laf of pech? Admiraal ‘Dubbel Wit’ (Witte de With) was furieus. Hij dulde geen laffe acties van zijn kapiteins. “In Holland groeit genoeg hout om die lafaards aan op te hangen”, was zijn ongezouten mening. Zo ver kwam het voor Oude Boer Jaep niet. Een hoge rechtbank oordeelde dat hij onbekwaam en onwaardig was om ‘den lande immer in enige hoedanigheid te mogen dienen’, en werd voor twaalf jaar verbannen uit de Verenigde Nederlanden. Het is echter nooit helemaal uitgezocht wat er precies was gebeurd en of Vaders Dood zich inderdaad laf heeft gedragen. Oude Boer Jaep had een verklaring voor zijn vlucht. Hij meende dat zijn schip voorgoed stuurloos was geraakt en wilde een sleeptros overbrengen naar een ander schip, zodat hij het kon redden. Hij werd echter door een Engels fregat afgesneden van de Gorcum, waardoor hij niet meer terug aan boord kon komen. Eigenlijk kon hem alleen ten laste worden gelegd, dat hij als bevelhebber zijn schip heeft verlaten. Toch nog held Dertien jaar later is hij gerehabiliteerd. Hij kwam terug bij de vloot en werd weer kapitein-ter-zee. Dat kwam door direct toedoen van Michiel de Ruyter. Hij plaatste Oude Boer Jaep aan boord van zijn eigen De Zeven Provinciën. Hij deed mee aan de Vierdaagse en Tweedaagse zeeslagen. Uiteindelijk kreeg hij weer een eigen schip, waarmee hij deelnam aan wellicht de meest succesvolle maritieme operatie uit de Nederlandse geschiedenis, de Tocht naar Chatham. Daarbij voerde een eskader schepen de Medway op, om de vijandige schepen in de eigen havens te overvallen. Vaders dood gewroken Oude Boer Jaep Van Nes liet uiteindelijk het leven in het gevecht, tegen de door hem zo gehate Engelsen. Hij escorteerde een terugkerende koopvaardersvloot van 72 schepen, waaronder zes oorlogsbodems, uit Smyrna, Turkije. Terwijl de koopvaarders richting Het Kanaal voeren, brachten zij een groet naar enkele Engelse schepen. Het gerucht deed de ronde dat deze Engelsen niet geheel zuivere bedoelingen hadden. Het was formeel vrede, maar uit inlichtingen bleek dat de Engelsen geld nodig hadden om een nieuwe vloot op de been te brengen. Ze wilden dit financieren door onder andere de terugkerende Nederlandse handelskonvooien te overvallen. De vloot uit Smyrna was dus op zijn hoede, maar was slechts bewapend om zich te beschermen tegen zeerovers. De Engelsen openden het vuur. Oude Boer Jaep streed vanaf het lichtbewapende en oude escorteschip De Kleine Hollandia tegen de overmacht van twaalf vijandelijke schepen, waarvan enkele met twee keer zoveel kanons en van zwaarder kaliber dan op zijn schip. De Engelsen wisten zijn schip te enteren. Het man-tegen-man gevecht dat toen ontstond, het schip ‘met dooden en gekwetsten bedekt’, duurde totdat het onder de strijdende partijen wegzonk en iedereen in het zeemansgraf eindigde. De Engelsen behaalden ondanks hun
12
militaire overmacht nauwelijks succes. Slechts drie koopvaarders werden uiteindelijk opgebracht. Aert van Nes Oude Boer Jaep was gestorven in de strijd, zijn naam was gezuiverd, zijn graf werd de zee. De ‘tragiek’ van neef Aert Jansse van Nes zat meer in de roem waaraan, Oude Boer Jaep niet mocht proeven en die zoveel andere zeehelden wel hebben gehad. Twintig jaar lang was Aert Jansse van Nes de steun en toeverlaat van Michiel de Ruyter. Hij streed mee in alle elf grote zeeslagen, waarin De Ruyter meevocht. Van Nes vergezelde De Ruyter op alle reizen naar de Middellandse Zee, de Bocht van Guinee, West-Indië en Noorwegen. Waar De Ruyter commandant van de vloot was, was Aert Jansse van Nes commandant van eskaders. Als De Ruyter operationeel niet beschikbaar was of zou komen te vervallen, nam Van Nes zijn taak over. Daartoe voer zijn schip altijd naast of achter dat van De Ruyter, zodat hij het bevel direct en zonder aarzelen over kon nemen. Kogel Hoe belangrijk Aerts morele steun voor de Bestevaer De Ruyter was, bleek tijdens een verloren gevecht. De Ruyter en Van Nes moesten weerstand bieden aan een overmacht die anderhalf keer zo groot was als hun eigen eskader. In de kajuit bespraken De Ruyter en Van Nes hun uitzichtloze situatie. De Ruyter voelde de nederlaag op hem drukken en hoopte dat de Engelsen snel een einde maakten aan de strijd en zijn leven. Van Nes reageerde: “Ik wilde ook dat ik dood was, maar men sterft niet, juist als men daarom vraagt.” Ze waren de kajuit nog maar net buiten gestapt of een kogel sloeg met veel
geweld naar binnen. Daarop beloofden de vrienden om bij elkaar te blijven tot aan het bittere eind. Dat einde bleef uit. De Ruyter wist een brander (een brandend schip, dat een doel moet aansteken) af te houden en Van Nes kon de begeleider van de brander zwaar havenen. De rest van de Engelsen trok zich lang genoeg terug, om dekking van het eskader van vice-admiraal Banckert op te zoeken. Het zwaar gehavende eskader van De Ruyter en Van Nes wist uiteindelijk de Zeeuwse wateren te bereiken. Over iedere held zijn gedichten, lofzangen en boeken geschreven. Over Aert van Nes, noch over zijn familie is nauwelijks een woord gerept. De zeeslagen van De Ruyter zijn de zeeslagen van Van Nes. Hun eind is echter totaal verschillend. De Ruyter sterft strijdend en wordt onsterfelijk. Een praalgraf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam is zijn laatste rustplaats. Zijn negentien jaar jongere steun en toeverlaat, volgt hem na zijn dood merkwaardigerwijs niet op als vlootvoogd. Dat werd Cornelisz Tromp. Dat terwijl Van Nes ouder in rang was en Tromp veelvuldig onder hem heeft gediend. Van Nes slijt de laatste twintig jaar aan de wal. Hij kreeg vermoedelijk een graf in de Grote Kerk in Rotterdam. ‘En zoo moet Van Nes uitsluitend zijn belooning hebben gevonden in het besef zijn plicht te hebben gedaan.’ Bronnen: Warnsinck, J.C.M., Twaalf doorluchtige Zeehelden, Amsterdam, 1941 Been, Joh. H., Historische fragmenten, Rotterdam, 1913 De Jonge, J.C., Geschiedenis van het Nederlandse Zeewezen, deel 1, Haarlem, 1858
13
Tweede Nederlandse bijdrage aan UNIFIL
Hr.Ms. Van Speijk strijdt Na de succesvolle inzet van Hr.Ms. Van Galen, van december 2006 tot en met maart 2007, in de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) missie, is het nu de beurt aan zusterschip Hr.Ms. Van Speijk om voor de kust van Libanon te patrouilleren. Na een opwerkperiode van twintig weken werd het multipurposefregat begin maart ingezet in de Middellandse Zee in de strijd tegen wapensmokkel. Daarbij is het boardingteam Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Hr.Ms. Van Speijk van het fregat uitgerust met een nieuw hightech snufje. De taak van de UNIFIL Maritime Task Force (MTF) is het ondersteunen en assisteren van de Libanese autoriteiten bij het voorkomen van wapensmokkel naar Libanon. In Zuid-Libanon zijn milities van Hezbollah nog steeds actief en vormen zo een bedreiging voor het oplaaien van de strijd tegen Israël. Concreet betekent dit dat schepen patrouilleren binnen tachtig kilometer van de Libanese kust. De MTF schepen uit Duitsland, Griekenland, Turkije, Noorwegen, Denemarken, Zweden en Nederland, brengen de scheepvaart in kaart en bij verdachte schepen kan, middels een boarding, een onderzoek van de lading aan boord plaatsvinden. Volgens de commandant van de Van Speijk, kapitein-luitenantter-zee René Tas, is sinds de aanwezigheid van de MTF geen wapensmokkel meer geconstateerd. “De UNIFIL MTF sorteert het gewenste effect en de bemanning is zich ervan bewust dat ze als onderdeel van UNIFIL een wezenlijke bijdrage levert aan vrede en stabiliteit in de regio.” Big brother is watching? De Van Speijk is ‘Anti Air Warfare Commander’ en ‘Electronic Warfare Coordinator’ van het verband van schepen. De seiners op de brug van het multipurposefregat roepen koopvaardijschepen op om te controleren of de opgegeven lading en bestemming overeenkomen met de officiële lijsten. Het fregat nadert schepen voor een visuele controle en om foto’s te maken voor de MTF database zodat identificatie vergemakkelijkt wordt. Het boardingteam kan ook ingezet worden, al is daar midden maart nog geen sprake van. Het team, goed getraind en voorzien van nieuwe apparatuur, is er wel klaar voor. De Van Sepijk heeft namelijk een nieuwe generatie boarding communicatieset meegekregen. Een camera op de helm van de boardingofficier maakt het mogelijk dat de commandant van het moederschip live kan meekijken met de boardingofficier die zich dan op het doelschip bevindt. Ook kunnen de videobeelden opgeslagen worden en later gebruikt worden in de evaluatie. Neigt naar ‘big brother is watching you’? Commandant Tas weerlegt dat idee: “Het is niet de bedoeling dat het gebruikt wordt voor commando en controle functies vanaf het moederschip. Het boardingteam is een min of meer zelfstandige eenheid die onafhankelijk
van het moederschip moet kunnen acteren.” Live verbinding Het boardingteam heeft nog een extra functionaliteit in de uitrusting meegekregen: een draadloze palmtop, zakcomputertje met een ‘real time’ data verbinding met het moederschip. Voorheen was communicatie alleen mogelijk via een data telefoon, nu kunnen er ook vanaf het doelschip allerlei bestanden doorgestuurd worden. De commandant kan dus niet alleen meekijken, maar ook documenten meesturen en meebeslissen over de boarding. “Een aanwinst voor registratiedoeleinden”, vindt de commandant. Net als kapitein-luitenant-ter-zee Henk Rohaan, hoofd Informatievoorziening & Communicatie van MARSITCEN (N6). “Dit geeft een extra dimensie aan boardingoperaties. Van alleen spraak, nu ook over naar live video en data-communicatie. Het is nu mogelijk om grote hoeveelheden data op een lichte zakcomputer mee te nemen. Dat betekent dus minder papierwerk mee tijdens de boarding. Voor een boardingofficier telt elke kilo.” De hightech apparatuur is eerder in een operatie getest, aldus de N6: “Daar zijn lessen uit getrokken en dit is de verbeterde versie.” Tijd is rijp Volgens overste Rohaan tonen de Duitsers, die nu het commando voeren over UNIFIL, ook belangstelling voor de nieuwe communicatieapparatuur. “Heel veel landen zijn er mee bezig. De tijd is er rijp voor: het is technisch nu mogelijk. Wij kunnen flexibel inspelen op de ontwikkeling. En dat is zelfs gelukt met de relatief beperkte middelen van het CZSK. Daar kunnen we best trots op zijn!” Een tweede operationeel systeem, dat nu in gebruik is bij de Van Speijk, is het Automatic Identification System. Rohaan: “Het gaat om de nieuwste versie. Er zijn een aantal militaire functies aan toegevoegd die met name de ‘military situational awarness’ op zee moet vergroten. Dit systeem geeft meer informatie en achtergrond over wat er allemaal rond het moederschip vaart.” Laatste test Na een opwerkperiode van twintig weken voer de Van Speijk op
14
tegen wapensmokkel 26 februari uit richting Middellandse Zee. Op weg naar Libanon onderwierp het M-fregat het wapensysteem aan een laatste test. Op de NATO Missile Firing Range op Kreta vonden twee NATO Sea Sparrow Surface to Air Missile lanceringen plaats. Speciaal voor deze lanceringen waren de geleide wapens voorzien van een ‘telemetersectie’, die alle relevantie raketinformatie naar een Op weg naar Libanon onderwierp de Van Speijk het wapensysteem aan een laatste test.
ontvangststation aan boord kan verzenden. Met een snelheid van vierhonderd meter per seconde werd één van de raketten gelanceerd om vervolgens middels een directe treffer het naderende radiografisch bestuurde bootje tot zinken te brengen. Eind maart krijgt de Van Speijk tijdelijk de leiding over de Maritime Interdiction Operations. Zij zal deze taak dan overnemen van het Duitse vlaggenschip. Op 8 september zal het fregat weer de haven van Den Helder binnenlopen.
Een directe treffer van de Sea Sparrow raket maakt het einde aan de ‘dreiging’ van een bootje.
“Dit geeft een extra dimensie aan boardingoperaties”
Een camera op de helm van de boardingofficier maakt het mogelijk dat de commandant van het moederschip live kan meekijken.
UNIFIL MTF De UNIFIL Maritime Task Foce (MTF) bestaat sinds oktober 2006 en is de aflosser van de Interim MTF, die werd opgericht op 8 september 2006 als gevolg van de Veiligheidsraad Resolutie 1701. Met de oprichting van de MTF kwam een einde aan de Israëlische zeeblokkade van Libanon. Deze blokkade was ingesteld tijdens de militaire operaties in juli en augustus 2006. De Nederlandse deelname vindt plaats onder het mandaat van UNIFIL, dat is vastgelegd in de VN Veiligheidsraad resolutie 1701. Onder het huidige mandaat heeft de VN-macht meer bevoegdheden. Zij gaan ondermeer toezicht houden op het staakt-het-vuren tussen de strijdende partijen, de toegang van humanitaire hulp aan vluchtelingen waarborgen en het Libanese leger assisteren bij hun ontplooiing in de gebieden in Zuid-Libanon waaruit de Israëlische troepen zich hebben teruggetrokken.
maar toch ook nog niet helemaal. Ik probeer consequent uit te leggen dat ik ‘Bart’ heet en niet ‘Van’. Ze knikken dan altijd braaf dat ze het begrijpen, maar op mijn naamplaatje staat tenslotte ‘VAN Gelderen’, dus ik heet ‘Van’. Nou ja, ik laat het voorlopig maar even zo en ze hebben zelf al ontdekt dat er toch wel heel veel Nederlanders zijn met deze voornaam... Van Nistelrooij, Van Persie, Van Basten, Van Der Sar…‘must be a very popular name in your country, mister Van’… Tja.
De Team Site in Abyei
25 januari 2007. Na een opleiding en een verblijf van drie weken op het VN-hoofdkwartier zijn we er klaar voor. Vol spanning melden we ons op ‘05’, de passagiersterminal van de VN in Khartoum, voor onze vlucht naar de Team Site in Abyei, waar Jos en ik het komende halfjaar gaan werken als UNMO. We vliegen eerst naar Kadugli, in het midden van Soedan, met een Canadese Dash 08. Tot mijn genoegen vliegen we het tweede deel van onze verplaatsing met een helikopter. Voor mij pas de tweede keer dat ik in een helikopter zit en dus een prachtige ervaring. Het landschap dat onder ons voorbij trekt, is troosteloos en dor: woestijnsteppe met nauwelijks vegetatie of een teken van leven. Na anderhalf uur vliegen doemt de Team Site op. Een aangename verassing! We hadden ons op het ergste voorbereid, maar onder ons zien we keurige rijtjes prefabs in beeld verschijnen. Dit komt overeen met de accommodatie die wij ook in Irak hadden. Dat belooft veel goeds. De ontvangst is overweldigend: alle collega UNMO’s wachten ons op op de helipath. Het geeft ons een warm gevoel er direct bij te horen en dat we welkom zijn. Na onze ervaring in Khartoum met de VN-organisatie van veel papier, enorme bureaucratie en talloze bureaus die je niet konden helpen zonder het juiste formulier met de juiste handtekening, voelt Abyei als een welkome verademing. Hier gaan we ons thuisvoelen! 1 februari 2007 ‘Hi Mister Van’ is inmiddels mijn vaste aanspreektitel voor lokalen en collega’s uit de Aziatische en Afrikaanse landen. Het geeft aan dat we redelijk ingeburgerd zijn, Samen met 23 collega’s uit verschillende landen, werken kapitein-luitenant-ter-zee van administratie Bart van Gelderen en luitenant-ter-zee 1 Jos Oppeneer sinds 25 januari als VN-Militaire Waarnemers (UNMO’s) voor de United Nations Mission in Sudan (UNMIS). Ze zijn gestationeerd op de Team Site in Abyei. Hun taak is het toezien op de uitvoering van het vredesakkoord, het zogenaamde ‘Comprehensive Peace Agreement’ (CPA), zoals dat door de voormalig strijdende partijen in Soedan op 9 januari 2005 is overeengekomen. Beide marinemannen patrouilleren dagelijks om de veiligheidssituatie te blijven verifiëren en monitoren. Zij hielden gedurende hun uitzending een dagboek bij.
Het gaat goed hier en Jos en ik beginnen steeds meer onze draai te vinden. De omgeving is prachtig, de accommodatie naar omstandigheden prima, de collega’s OK en de lokalen erg vriendelijk, maar het eten… De voeding is vooralsnog het enige waar we ons een beetje zorgen over maken. We moeten namelijk zelf koken, dus ook zelf inkopen! Een verkennende tocht over de lokale markt in Abyei is weliswaar erg interessant maar doet ons toch het ergste vrezen. Groente en fruit zijn nauwelijks te krijgen, op uien en tomaten na en soms een aardappel (over de kwaliteit
Aankomst te Abyei.
zal ik het maar niet hebben). Het thuisfront is gemobiliseerd om vooral wat pakketjes levensmiddelen op te sturen. 2 februari 2007 Deze week kunnen we eindelijk gaan doen waarvoor we hier zijn gekomen: patrouilleren! Deze patrouilles worden altijd uitgevoerd door vier UNMO’s van verschillende nationaliteit om belangenverstrengeling te voorkomen. Een feit wordt door de VN pas als rechtsgeldig (UN confirmed) beschouwd, indien dat feit door vertegenwoordigers uit ten minste twee landen is waargenomen. De vier UNMO’s worden vergezeld door twee monitors, vertegenwoordigers van de voormalig strijdende partijen (Sudanese Armed Forces, (de SAF) en Sudanese Peoples Liberation Army (de SPLA)). Daarnaast gaat ook een tolk mee. Zo’n clubje van zeven man heet een Joint Militair Team (JMT) en vormt onze patrouille. Als we op een lange afstandspatrouille gaan, vergezelt onze Zambiaanse ‘Force Protection’ ons clubje. Deze gewapende militairen moeten ons onderweg beschermen, want wij voeren onze taken immers onbewapend uit 12 Februari Om de veiligheidssituatie te kunnen blijven verifiëren en monitoren, bezoeken we samen met de JMT’s onder
16
22 00 23 00 24 00 01 00 02 00 03 00 04 00 05 00 06 00 07 00 08 00 09 00 10 00 11 00 12 00 13 00
06.00 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00
Dagwacht in Soedan
andere dorpjes in de omgeving. Enerzijds tonen we daarmee onze VN-aanwezigheid en anderzijds levert ons dat een stuk bewustzijn van de omgeving op, zodat we beter weten wat er in onze omgeving leeft en vooral gebeurt. Die dorpsbezoeken leveren vaak prachtige taferelen op omdat je vaak de eerste blanke bent die in zo’n dorp aankomt. We stellen de dorpsbewoners, meestal in de persoon van de dorpsoudste, tal van vragen over de woonsituatie, de veiligheid, de voedselsituatie, de toegankelijkheid van vers water en over de aanwezigheid van faciliteiten, zoals medische voorzieningen en scholen. Deze informatie gebruiken we ook weer om de aanwezige hulpverlenende organisaties (NGO’s) op de hoogte te brengen over waar er hulp geboden moet worden, en vooral wat. Helaas blijkt maar al te vaak dat de nood veel hoger is dan dat wij (of liever gezegd de NGO’s) hulp kunnen bieden. Naast dorpsbezoeken is ook één van onze taken het toezien op de naleving van de ‘Comprehensive Peace Agreement’ (CPA).
6 maart 2007. Deze week krijgen we bezoek van onze Force Commander, de hoogste militair van UNMIS. Deze Indiase luitenant-generaal is volgens ingewijden een ijzervreter met de nodige praktische oorlogservaring. Tijdens zijn monoloog van driekwartier laat hij ons klip en klaar weten wat hij van de situatie in Soedan vindt en ventileerd een wel heel duidelijke visie. Dat is helder en wij militairen weten waar we aan toe zijn! Jos en ik vervullen inmiddels ook een aantal staffuncties als neventaak. Jos is G3 en als zodanig verantwoordelijk voor de operationele planning en inzet. Ik werk als plaatsvervangend Team Site leider en G9, en houd mij bezig met civiel-militaire samenwerking. Enerzijds tussen de militairen en civiele hulpverlenende organisaties binnen de VN; anderzijds onderhoud ik nauwe banden met diverse internationale hulpverlenende organisaties buiten de VN, zoals ‘Medicins Sans Frontière’(MSF) (Artsen zonder grenzen). Deze week bezocht ik MSF, dat zich liever wat afzijdig houdt van militairen. Dan is het leggen van contacten al een uitdaging op zich. Ik besloot maar in burger (met Korps Mariniers polo, dat dan weer wel) op bezoek te gaan en heb uiteindelijk een erg nuttig en goed gesprek gehad. Na vaststelling dat we hetzelfde doel nastreven (o.a. mensen helpen) en er wel degelijk wederzijdse belangen zijn, is het gelukt om de samenwerking met MSF van de grond te krijgen. Zo ondersteunen we nu de komende periode hun vaccinatiecampagne tegen mazelen ten zuidwesten van Abyei en heb ik – gelet op de dreigingen in dat gebied – een lezing over ‘mine-awareness’ verzorgd.
Bussen vol ‘returnees’ met UN voertuig.
Daarin zijn onder andere afspraken gemaakt over de terugtrekking van troepen, het ontwapenen van militaire eenheden en het opgaan van die eenheden in gezamenlijke (Joint) eenheden. Daartoe volgen wij onder andere troepenverplaatsingen en verifiëren wij over hoeveel man dit gaat en welke bewapening zij hebben. Na onze vaststellingen, rapporteren we dat aan Khartoum. Je kunt je voorstellen dat dit in de buurt van het onrustige Darfur een extra dimensie heeft. Deze week had ik het genoegen een eenheid van de SAF te mogen controleren, die volgens de verhalen net was teruggekeerd uit Darfur. Deze eenheid op bataljonssterkte, verplaatste zich met vrachtwagens en dat was een bijzonder imposant gezicht: mannen bovenop wagens (waar overigens ook nog eens van alles aanhangt, van bedden tot fietsen!), met wapperende vlaggen, zwaaiend met Kalashnikovs (AK-47) onder een wild gejoel en in een veelheid aan tenues. Je beseft dan wat er hier de afgelopen 21 jaar heeft plaatsgevonden. Ook Jos had een bijzondere ervaring tijdens zijn opdracht om een konvooi van ruim zeshonderd vluchtelingen te monitoren. Deze vluchtelingen (of ‘returnees’) zijn mensen die na tientallen jaren weer terugkeren nadat zij aanvankelijk voor het oorlogsgeweld waren gevlucht.
9 maart 2007. Vandaag de planning voor ons verlof rond gemaakt. We zitten hier inmiddels al weer ruim twee maanden en wij werken 24/7 zonder enige vrije tijd. Jos en ik gaan er volgende week even een paar dagen tussenuit naar Entebbe in Uganda. Eind april is onze midterm naar Nederland gepland. Heerlijk weer het gezin te zien, met de jongens naar het voetbal te gaan en Luus’ andijvie stampot met spek te eten. Dat betekent wel dat ik mijn vijftigste verjaardag hier in Soedan zal vieren en we op Jos’ 41e verjaardag terugreizen naar Soedan. Tja, beter dan een zaaltje met allerlei vage bekenden… Daarnaast met mijn Duitse collega afgesproken een Cinema-avond met popcorn en (aanmaak-)limonade voor de plaatselijke jeugd te gaan organiseren. Lijkt me een prachtige ervaring en wellicht kunnen we zo een grote groep kinderen even een onbezorgd moment bezorgen! Tot slot willen Jos en ik toch nog kwijt dat wij hier in Soedan een geweldige missie uitvoeren. Wij begrijpen dat er veel aandacht uitgaat naar onze collega’s in Afghanistan, die onder zware omstandigheden hun werk uitvoeren, maar wij willen benadrukken dat defensie ook hier in Soedan met alle krijgsmachtdelen goed en dankbaar werk aflevert. Wij kunnen u verzekeren dat onze inzet door de mensen hier erg gewaardeerd wordt. En als je zo’n dorpsbezoek hebt meegemaakt en de dankbaarheid van de mensen ervaart, die meer dan twintig jaar (!) onder de oorlog gebukt gingen. Dan realiseer je je terdege waarvoor je het doet. Wij zijn stiekem trots op onze inzet en dankbaar dat we een kleine bijdrage mogen leveren.
17
zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
22.00 23.00 24.00 01.00 02.00 03.00 04.00 05.00 06.00 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00
Voor het eerst op de markt.
Leerschool voor student en leraar
Air Warfare Course Terwijl het snode ‘Redland’ zegt met vredesonderhandelingen te willen beginnen, stijgen een paar van hun vliegtuigen op in de afgekondigde ‘no-fly zone’. Een reguliere testvlucht, zeggen ze. Wat doe je als luchtverdedigingsofficier? Schiet je ze uit de lucht en riskeer je een oorlog? Of laat je ze gaan en verlies je je geloofwaardigheid voor de vijand? Dilemma’s waarmee twaalf ervaren luchtverdedigingsofficieren van de Nederlandse en Duitse krijgsmacht te maken krijgen tijdens de Air Warfare Course van de Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Albert Vermeulen Operationele School in Den Helder. In acht weken van 8 januari tot en met 2 maart werden twaalf cursisten vanuit de Nederlandse en Duitse marine en luchtmacht getraind in de doctrines en methodes van luchtverdedigingsoperaties. De ervaren ‘air warfare’ officieren die vanuit de zeemacht deelnamen aan de cursus, kunnen na het behalen van hun certificaat als Anti Air Warfare Commander (AAWC) en als staflid fungeren van een ‘air and maritime component commander’ in een operationele Task Force. Als AAWC moeten ze de operatie daadwerkelijk uitvoeren en ter plekke leiding geven aan bijvoorbeeld een Task Group. Als staflid houden zij zich bezig met plannen en coördineren van een operatie op dit gebied. De deelnemende officieren van de luchtmacht verwerven door hun deelname vooral inzicht in de maritieme invulling van joint luchtverdedigingoperaties, om daarmee expert op dit gebied te worden in hun krijgsmachtdeel, met name interessant bij ‘joint’ operaties.
Tweede topopleiding “Dit is naast de commandantenopleiding voor de onderzeeboten de tweede topopleiding van de Nederlands-Belgische Operationele School”, aldus luitenant-ter-zee 1 Geert van der Bij, samen met de Duitse Kaptänleutnant (luitenant-ter-zee 2OC) Frank Utecht als cursusleider verbonden aan de opleiding. “Behalve dat we ervaren lucht-
AOOODOPS van Engelenburg volgt alle bewegingen in ‘Gods-view’.
18
Cursiste LTZ 2OC Inez Mulder kijkt mee met de collega’s van de Duitse en Nederlandse luchtmacht.
Het auditorium van NLBEOPS
verdedigingsofficieren opwerken, heeft de opleiding zelf een testbed functie voor de ‘air defence’ tactieken in zijn geheel.” Aan het begin van de cursus krijgen de studenten een situatie waarvoor ze een plan moeten maken. Daarin worden ze geheel vrij gelaten, zolang ze geen grote fouten maken en wel realistisch blijven. Op enkele workshops na, wordt er niet traditioneel lesgegeven, maar moeten de studenten zelf een oplossing voor hun probleem zien te vinden. “De ideeën die zij hier verzinnen, kunnen interessant zijn voor echte situaties. Daarbij kan met name de samenwerking tussen de verschillende krijgsmachtdelen heel ver gaan.” De cursisten weten geregeld diverse hoge officieren te inspireren voor problemen waar deze in de praktijk tegenaan liepen. “De cursus is er dus niet alleen voor de studenten, maar op alle fronten valt er voordeel uit te halen”, aldus Van der Bij.
luchtmacht van de CRC’s Brockzetel en Nieuw Milligen. “Zij werken normaal vanaf een basis op het land, maar op de eerste simulatiedag zijn ze geplaatst op Hr.Ms. de Ruyter die daartoe direct onder commando van het JAOC is gesteld. In de nabije toekomst zullen we zien of dit ook in de praktijk haalbaar is”, voorspelt Van der Bij de ‘joint’ omgeving waarin de krijgsmacht meer en meer leert te werken, mede dankzij dit soort ‘speelruimtes’. Het D-CRC is op zijn beurt niet alleen maar verantwoordelijk voor de inzet van de luchtstrijdkrachten, maar stuurt ook het luchtverdedigingsgedeelte op de schepen aan.
Politieke doelen Het dreigende conflict speelt zich af in de Middellandse Zee. Een eis aan de locatie was, dat het geen NAVO grondgebied, of grenzend aan een NAVO-land mocht zijn. Van der Bij: “Dit is essentieel omdat anders standaard NAVO structuren gebruikt kunnen worden en dat is nou precies niet de bedoeling.” De studenten moeten vanuit Italië (in het scenario Greenland), een bezettende legermacht uit Afrika (Redland) op Sardinië stuiten, dat oorspronkelijk bij Greenland hoort. Beide landen zijn echter alleen uit op een politieke krachtmeting en niet een militaire. De cursisten moeten hun tanden laten zien, maar het is niet wenselijk dat ze een oorlog uitlokken. “Een vliegtuig neerhalen is niet het probleem. Alleen mist dat misschien de politieke doelen die gesteld zijn aan de missie”, vertelt luitenant-ter-zee A 2OC Robert Raasveldt. Hij is als juridisch adviseur aangesteld bij NLMARFOR en functioneert tijdens de oefening in het Joint Air Operations Centre (JAOC) bij het personeel van het Combined Air Operation Centre 2 van de NAVO in Uedem, Duitsland. Alle beslissingen die moeten worden genomen, komen hier binnen om te worden getoetst aan juridische, politieke en operationele gewenstheid. Het team adviseurs, waarin hij werkzaam is, gebruikt de cursus als oefening voor zichzelf. “Wij adviseren slechts hoe het beste te reageren op vijandelijkheden, maar we zijn niet eindverantwoordelijk voor het uiteindelijk genomen besluit.” De air warfare officieren blijven dus verantwoordelijk voor hun ondernomen acties, iets wat de meeste van hen soms liever niet willen weten. Joint omgeving Terwijl de studenten vanuit de commandocentrales van de gesimuleerde vaar- en vliegtuigen hun deel van het luchtruim bewaken, wordt er een bomaanslag gepleegd bij het lucht- en gevechtsleiding centrum dat op het eiland is gestationeerd. Dit Deployed Command Reporting Centre (D-CRC) is de spin in het web, die voor de communicatie tussen de task groups en de task force commander zorgde. Het centrum bestaat uit een team van de Duitse en Nederlandse
What if Van der Bij legt uit dat met calamiteiten als deze bomaanslag gekeken wordt of de studenten goed hebben nagedacht over back up plannen en de zogenaamde ‘what if-scenario’s.’ In dit geval had één van de andere eenheden direct de rol van Command Reporter Centre op zich moeten nemen. Maar ook de back up, Hr.Ms. De Ruyter, kampte met problemen, zodat de derde in lijn, Hr.Ms. Evertsen, aangewezen werd als de spil tussen de eenheden. Dan moet de AAWC tijdelijk zijn eigen vertrouwde maritieme commandostructuur inruilen voor het door de studenten ontworpen ‘joint command and control structuur.’ Hr.Ms. Evertsen is nu – behalve voor de jachtvliegtuigen – ook verantwoordelijk voor, de zes Patriotlanceerbases en alle andere luchtverdedigingseenheden in het totale operatiegebied. Battle manager Als even later het CRC is hersteld, wil iedereen direct terug naar de oorspronkelijke configuratie. Majoor Georg Wegener van de Duitse CRC Brockzetel krijgt daarmee een hoop voor zijn kiezen. In een ideale situatie stelt hij zich eerst zeker van de werking van alle apparatuur, kijkt hij naar wat er allemaal speelt en bepaalt hij zelf wanneer hij klaar is om de functie van battle manager weer op te pakken. “Nu werd direct alles bij ons neergelegd. Omdat het nog studenten zijn, willen ze graag van die extra last af, zodra dat maar kan”, concludeert hij tijdens de debrief. F124 en LCF De cursus wordt jaarlijks gegeven en wisselt tussen Den Helder en de Bremerhaven in Duitsland. De samenwerking komt voort uit de bouw van de luchtverdedigings- en commandofregatten en de Duitse F124 klasse fregatten, waarvan veel systemen voor beide scheepstypen zijn ontwikkeld. De link met de luchtmacht is volgens Van der Bij al meer dan twintig jaar oud, maar wordt wel steeds belangrijker, mede omdat de operationele omgeving zich verplaatst van open zee naar de kustgebieden. Internationaal is er veel interesse in de opleiding en ook voor (inter-)nationale landstrijdkrachten wordt deze cursus als zeer nuttig bestempeld.
19
Toekomst De ‘Action Speed Tactical Trainer’ van de Operationele School heeft nauwelijks moeite om de cursisten een redelijk vertrouwde omgeving te bieden. Luitenant-ter-zee 1 Stephan Glaser heeft als hoofd van de trainer daarbij ‘Gods-view’, een terminologie direct afkomstig uit de ‘gamersscene’. In het auditorium bestiert hij met zijn team het scenario dat de cursisten voorgeschoteld krijgen. “Wij kunnen de meeste dingen vrij eenvoudig simuleren”, vertelt hij. “We kunnen de
en dan bijgetankt worden. Met dergelijke factoren moeten de cursisten ook rekening houden in hun planning. Opmerkelijk is wellicht dat de luchtverdedigingsofficieren al de beschikking hebben over Eurofightervliegtuigen of aan boord van de Johan de Witt zitten. Van der Bij: “De oefeningen die we draaien, spelen zich af in de toekomst, ongeveer over een jaar of drie. Dat is de wereld waarin deze cursisten straks operationeel moeten werken, en we houden dus nu rekening met de mogelijkheden die zij dan daadwerkelijk hebben.”
“De oefeningen die we draaien, spelen zich af in de toekomst. Dat is de wereld waarin deze cursisten straks operationeel moeten werken” eigenschappen van een Awacs radarvliegtuig of een LCF programmeren, maar ook storingen in hun apparatuur nabootsen.” Terwijl de scenarioschrijvers vanuit hun ‘Gods-view’ een totaalbeeld hebben van wie waar zit, is het aan de eenheden – afgezonderd in hun ‘cubicles’ (soort afgeschermde simulatieruimte) – zelf de taak vijandige eenheden te lokaliseren en te volgen. Ook moeten zij, als ‘task group commanders’ de overige ‘onbemande’ eenheden aansturen. Amfibische eenheden liggen te wachten tot mijnenbestrijdingseenheden de kusten vrij hebben gemaakt. Eskaders jachtvliegtuigen en schepen worden door de computer aan het werk gezet, volgens de richtlijnen van de officieren. Ondanks dat het slechts bits en bytes zijn, kunnen ook deze virtuele vliegers moe worden en moet er zo nu
De studenten zijn enorm bevlogen, aldus Van der Bij. “Het zijn hele lange dagen, die beginnen om zeven uur ’s morgens en soms doorlopen tot twaalf uur ’s avonds.” De studenten zijn zelfs zo bevlogen, dat de walplaatsers – deelnemers uit de omgeving van Den Helder – het huiselijke comfort inruilden voor een kamer op de haven. “De cursus houdt ze dag en nacht bezig. Soms leidt dat tot behoorlijk verhitte discussies. Het gaat er dan heftig aan toe”, volgens de cursusleider. De twaalf cursisten mogen zich nu Anti Air Warfare Commander en specialist in het maritieme gedeelte van ‘joint air defence’ op task force niveau noemen. De deelnemende en meekijkende landen kunnen aan de slag met de nieuwe ‘lessons learned.’
Ook de C-ZSK toonde belangstelling voor de cursus en krijgt uitleg in een ‘cubicle’ van LTZ 1 Glaser
20
VERNIEUWDE ARK ROYAL IN HET IJ
EGUERMIN ALS CENTER OF EXCELLENCE IN NAVAL MINE WARFARE
Naast de Ark Royal bezocht ook de Johan de Witt de hoofdstad.
Voor de derde keer in zeven jaar deed half maart de Engelse HMS Ark Royal met zijn duizend koppige bemanning de hoofdstedelijke haven in het IJ aan. De vorige bezoeken waren in oktober 2001 en november 2003. Het 210 meter lange vliegdekschip maakte haar eerste reis na een grondige opknapbeurt, waardoor het 20.000 ton metende gevaarte multi-inzetbaar is geworden. Het silhouet is sinds de vorige keer aanzienlijk veranderd. Jammer was dat dit keer de Harriers en helikopters niet aan boord waren. “Die doen bijna allemaal dienst in Afghanistan”, verontschuldigde commandant kapitein-ter-zee Mike Manserg zich. Dit is het vijfde oorlogsschip dat de naam Ark Royal mag dragen – de eerste dateert van 1578 – en is inmid-
dels bijna 22 jaar in dienst bij de Royal Navy. De grootste van drie schepen uit de Invincible klasse was onder meer betrokken bij de inval in Irak. De derde editie van de Ark Royal, afgebouwd in 1939, vergaarde veel roem in de Tweede Wereldoorlog. De Swordfish-vliegtuigen van het schip, uitgerust met een torpedo, wisten uiteindelijk het beschadigde paradepaardje van de Duitse marine, Bismarck, tot zinken te brengen. Halverwege het volgende decennium wordt, volgens de huidige plannen, afscheid genomen van de Invincible klasse. Dan zou een veel grotere serie vliegdekschepen moeten instromen, die ondermeer vijfendertig Joint Strike Fighters kunnen herbergen. (Tekst: Evert Brouwer. Foto: AVDD)
Op woensdag 14 maart is de BelgischNederlandse mijnenbestrijdingsschool EGUERMIN te Oostende geaccrediteerd als ‘Center of Excellence’ (CoE) binnen de NAVO. Naar aanleiding van het transformatieproces binnen de NAVO is het begrip ‘Centers of Excellence’ geïntroduceerd. De leden kunnen gebruik maken van elkaars CoE’s. Op 12 december 2003 werd op het marinevliegkamp Valkenburg het besluit genomen door de ministers van Defensie van de Benelux om Eguermin aan te bieden als CoE aan de NAVO. In wezen trad de school op bescheiden wijze al geruime tijd op als een soort van CoE. De aangeboden producten bestaan al jaren, de school heeft er ervaring mee en houdt ze beheersbaar. Zo biedt de school al meer dan dertig jaar een internationale opleiding voor stafofficieren aan. Het aanvragen van de status van CoE houdt eigenlijk een formalisering in van al bestaande samenwerkingsverbanden. Het gaat om een officiële erkenning van de jarenlange unieke expertise op het vlak van zeemijnenbestrijding. Begin 2006 werd het accreditatieproces ingezet. De accreditatie van Eguermin als Centre of Excellence werd uiteindelijk door de North Atlantic Council aanvaard op 17 november 2006.
NIEUWSTE SCHIP KONINKLIJKE MARINE LOOPT DEN HELDER BINNEN Een historisch moment. Op 16 maart is om 15:30 uur is de ‘Johan de Witt’, het nieuwste Landing Platform Dock (LPD) van de Koninklijke Marine voor de eerste keer haar thuishaven Den Helder binnengelopen. Dat gebeurde onder begeleiding van sleepboten. In de haven van Den Helder aangekomen ligt het schip naast haar zusterschip Hr.Ms. Rotterdam.
ORANGE BABIES Sergeant Lisette van Oss, luitenants-ter-zee 2OC Sandra de Winter en Linda van der Moer deden mee aan de Plymouth-Banjul Challenge voor de stichting Orange Babies en lieten zich hiervoor sponsoren. Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Jan Willem Kelder en de medewerkers van marinevliegkamp De Kooy reikten op 9 maart bij de Koninklijke Marine-stand op de Hiswa een
cheque uit met een fantastisch totaalbedrag van 12.500 euro aan de stichting Orange Babies. De Plymouth-Banjul Challenge is een autotocht door Noord-Afrika. De marinevrouwen van De Kooy waren als enige vrouwenteam geselecteerd voor de Challenge. Foto’s van hun race door Noord-Afrika zijn te zien op www.everyoneweb.com/girlsbehindthehood.
21
NIEUWE COMMERCIAL KORPS MARINIERS Personeelsvoorziening Koninklijke Marine (PVKM) lanceert twee nieuwe commercials voor het Korps Mariniers. In twee commercials vertelt PVKM dat de opleiding en werkzaamheden van de marinier (fysiek) erg zwaar zijn en dat mariniers wereldwijd inzetbaar zijn. Michel, de marinier en karakter in de spotjes, rondt in de eerste commercial met goed gevolg de Elementaire Vakopleiding (EVO) af. De tweede commercial is het vervolg op de opleiding waarbij Michel tijdens de diverse trainingen wereldwijd wordt gevolgd. De eerste commercial is afgelopen jaar (december 2006) verschenen en laat de EVO zien. De opleiding is zwaar en er zijn een flink aantal afvallers. Het samen leven - samen werken aspect, dat in alle KM commercials centraal staat, is hier ook zichtbaar. Je moet het samen doen en het is jammer wanneer een collega afvalt. In de tweede commercial (die naar verwachting medio mei gereed is) wil PVKM communiceren dat je als marinier wereldwijd inzetbaar bent onder de meest uiteenlopende omstandigheden. De pay off ‘De marine vergroot je wereld’ wordt letterlijk zichtbaar in de commercial omdat winter-, woestijnen jungletraining erin naar voren komen.
Naast de oefeningen speelt ook hier samen leven – samen werken een belangrijke rol door middel van het uitbeelden van het buddysysteem. Vanaf begin juni is de nieuwe commercial te zien op muziekzenders TMF en MTV en
op Comedy Central (voorheen The Box). Ook op andere doelgroepspecifieke zenders zoals Net5, Veronica en SBS worden de commercials uitgezonden. Evenals de eerste commercial, die ook uitgezonden blijft worden, duurt de tweede commercial 45 seconden
MARINIERS BEDWINGEN DE JUNGLE Met hoge snelheid vaart een Boston Whaler over de Saramaccarivier. (Archieffoto: AVDD)
Vier weken lang trainden een peloton van de 32ste infanteriecompagnie van het Korps Mariniers uit Aruba en een peloton van 11 Luchtmobiele Brigade uit Nederland in de verzengende, vochtige hitte van het Surinaamse oerwoud. Daar tussen de brulapen, vogelspinnen, giftige slangen, malariamuskieten en lawaaibomen, bekwaamden zij zich in het overleven, verplaatsen en
vechten in de jungle. Sinds 2002 vindt deze zogenoemde ‘Jungle Warfare Course’ plaats in Suriname. Als eerste moesten de cursisten hun ‘angst’ voor de jungle overwinnen en dat lukt alleen als ze deze leren kennen en erin kunnen overleven. Bij aankomst in Suriname leerden de cursisten dan ook eerst de fijne kneepjes van jagen, vissen en het bouwen
22
van een bivak met natuurlijke materialen. Enkele dagen later moesten de mannen die opgedane kennis in de praktijk toepassen, toen ze acht dagen lang in de bush moesten leven en trainen. In deze periode kregen de mannen te maken met een nieuwe uitdaging: verplaatsen door het oerwoud. Dit gebeurt met alleen een kompas en een flinke dosis basisvaardigheden. Het dikke bladerendak van het regenwoud houdt namelijk elk signaal tegen, dus een ‘Global Positioning System’ biedt hier geen uitkomst. Daarnaast bemoeilijkt de dichte, lage begroeiing de oriëntatie en navigatie. Deze zogenoemde ‘secondary jungle’ biedt ook dekking aan vijanden, wat vechten in de jungle anders maakt. Ook ‘rivercrossings’, het leggen van hinderlagen en ‘life firing’ kwamen hierbij aan bod. De ‘Jungle Warfare Course’ werd afgesloten met een pittige eindoefening, waarin alle elementen nog eenmaal aan bod kwamen.
ALLE HENS ONLINE ALLE HENS IS OOK TE VINDEN OP ALLEHENS.MARINE.NL
MEDAILLE VOOR MILITAIREN CONGO MISSIE Vijfendertig militairen hebben op vrijdag 9 maart de Nederlandse herinneringsmedaille ontvangen voor vredesoperaties op de Johan Willem Friso kazerne te Assen. In de periode juli tot en met december 2006 zijn de militairen van 11 Luchtmobiele Brigade (LMB) uitgezonden geweest naar Gabon en Congo in het kader van de ondersteuning van de VN-missie MONUC om de vrije verkiezingen vreedzaam te laten verlopen. Majoor der mariniers Charles Suilen heeft vanuit CZSK deelgenomen aan deze missie en was gestationeerd op het EUFOR hoofdkwartier te Kinshasa. Het Nederlandse peloton was in het buurland Gabon aanwezig als zogenaamde ‘on call force’. Dit was om bij ongeregeldheden
MODELLEN AAN BOORD
Foto: OW A. Visser (11 LMB).
ingezet te kunnen worden in Kinshasa. Het peloton was gedurende de missie ingebed in een Duitse compagnie en is driemaal ingezet. Mede door de nadrukkelijke aanwezigheid van de EUFOR troepen, is de situatie rondom de verkiezingen niet geëscaleerd. De medaille werd uitgereikt door de commandant van 11 LMB, brigadegeneraal Marc Van Uhm.
Zaterdag 20 januari arriveerden in alle vroegte elf jongedames van het tv programma ‘Holland’s next top model’ voor een fotoreportage aan boord van Hr.Ms. De Zeven Provinciën. De dames en presentatrice Yfke Sturm werden op het helidek welkom gehe-
PRIME NAAR CZSK Op 1 maart is de nieuwe mobiele meetbaan voor scheepsakoestiek en magnetisme overgedragen van de Defensie Materieel Organisatie naar CZSK. De rangebaan komt vooralsnog te liggen naast de bestaande meetbaan in het Haringvliet. Behalve de veel uitgebreidere mogelijkheden die de nieuwe meetbaan heeft om scheepsinvloeden te meten, biedt met name het mobiele aspect een groot voordeel. Schepen kunnen nu vlak
voor het betreden van hun operatiegebied ‘geranged’ worden, zodat hun invloed op de omgeving zo klein mogelijk kan worden gemaakt. Daarmee wordt een schip een moeilijker doel onder andere voor zeemijnen. Onderwaterdreiging is statistisch een groter gevaar voor schepen dan bovenwaterdreiging. Daarom is een investering als deze van essentieel belang, aldus commandeur Van Koningsbrugge.
AFSCHEID VAN KAREL DOORMAN De oud-commandanten van het multipurpose-fregat Hr.Ms. Karel Doorman bezochten op 12 februari voor de laatste keer hun oude schip. Reden voor dit bezoek is dat het schip, op 29 maart is overgedragen aan de Belgische Zeemacht en vanaf dat moment door het leven gaat als ‘Leopold I’. Na vertrek naar zee waren de oud-commandanten getuige van de Varende Materieels Beproevingen, waar-
onder het aanschieten van de .50 mitrailleur. Verder namen zij kennis van de modificaties die sinds hun vertrek als commandant waren uitgevoerd. Na een uitgebreide lunch in de kajuit kreeg eenieder een letter van het scheepsnaambord. De doopster van het schip, koningin Beatrix, zal de letter ‘K’ krijgen en de letter ‘N’ gaat naar het Karel Doormanfonds.
Matroos Charite liet deze mooie kans niet voorbijgaan en liet zich voor eeuwig vastleggen tussen de prachtige dames.
ten door het hoofd technische dienst, KLTZT Willem Pesman, en een aantal bemanningsleden. Daarna vertrokken de modellen in spé naar het Gouden Bal, dat voor deze gelegenheid was omgebouwd tot make up- en kleedruimte. De bak was het decor voor de foto’s, waar een straffe wind de zomerse jurkjes van de modellen in spé deed opwaaien. Na een lange dag vertrok de tv-ploeg vol enthousiasme over de prachtige locatie.
BIJZONDERE BEVORDERING Op 21 februari is reservearts B. Rottier bevorderd tot LTZAR 2OC KMR. Het was sinds lange tijd dat er zo’n bevordering plaats vond. De nieuwe strepen werden hem - compleet met atjehjas - aangeboden door zijn toenmalige Hoofd Logistieke Dienst, KTZA F.J. Marcus, en KLTZAR J.A.H. Bos, voormalig Plaatsvervangend Hoofd Geneeskundige Personeelszorg.
V.l.n.r. VADM b.d. Klaver, KTZ b.d. Den Hollander, KTZ b.d. Wilms, CDR b.d. Sabelis, KTZ Minderhoud, KLTZ Welmer en de huidige commandant KLTZ Blok
23
CATEGORIE-A DUIKER Van 26 februari tot en met 5 maart is, bij de Duik- en Demonteerschool, de eerste cursus bijscholing categorie-A duiker gehouden. Duikers die nog de oude scheepsduikopleiding hebben gevolgd moeten om aan de Arbo-wet te voldoen deze bijscholing volgen. Verschillende duikers binnen het CZSK en een zuurstofduiker van het Korps Commando Troepen, allen nog niet in het bezit van het (civiele) certificaat categorieA, hebben aan deze module deel genomen. De module bestond onder andere uit het maken van minimaal tweehonderd duikminuten dieper dan twintig meter waarvan één duik dieper dan 28 meter. Een cursus ‘Basale reanimatie’ en lessen in secundaire duikerziekten, waren onderdeel van de medische bijscholing. NLBEOPS verzorgde de les meteo. Op de laatste dag van de opleiding werd er nog in het zwembad
gedoken met het trimvest waarna de bijscholing werd afgesloten met een duikmedisch en duiktechnisch examen. Aan het
V.l.n.r.: AOOODND Dijkstra (instructeur), SMJRODND de Vries (instructeur), SMJRBAV van Lent, KPLLDGB Weijdema, LTZ 1 Wessel, LTZT 1 Vader, SGT 1 van der Hoeven, KPLODVB Griffioen.
NLBEOPS IS GE-ISO-LEERD
De Nederlands-Belgische Operationele School (NLBEOPS) ontving 31 januari het ISO 9001:2000 certificaat. Dit internationaal erkende kwaliteitskeurmerk toont aan dat NLBEOPS met succes een kwaliteitsmanagementsysteem heeft geïmplementeerd met als doel de kwaliteit van de opleidingen te waarborgen en zonodig continu te verbeteren. Het certificaat werd tijdens een alle hens uitgereikt door directeur ‘BENELUX’ Blommaert van Bureau Veritas Certification. Deze overhandiging vormt de bevestiging dat het kwaliteitsmanagementsysteem van NLBEOPS voldoet aan de eisen zoals gesteld in de ISO (international organisation for standardisation) 9001:2000 norm. De opleidingsafdeling Onderzeedienst binnen NLBEOPS was al in het bezit van dit kwaliteitskeurmerk dat gelijkgesteld is aan civiele normen. Met de reorganisatie van NLBEOPS werd besloten om extra aandacht te besteden aan het verbeteren van de interne bedrijfsvoering en het verbeteren van de communicatie met de klant. Hierdoor kan in de toekomst beter worden ingespeeld op
eind van de laatste dag kon de instructeur meedelen dat iedereen was geslaagd.
de wensen van de klant met als doel onze diensten te verbeteren. De ISO 9001:2000 is een van de meest bekende instrumenten voor kwaliteitsmanagement. Het stelt normen voor het managen van processen en dwingt een wederkerende structurele dialoog op met de klant, teneinde producten te leveren die aan zijn wensen voldoen. NLBEOPS zegt gericht te zijn op de toekomst, gefocust op haar klanten en heeft de ambitie om zich voortdurend te verbeteren. Om de kwaliteitseisen in de toekomst te kunnen garanderen is het belangrijk dat het wordt gedragen door de werkvloer, aldus de woordvoering van NLBEOPS.
Dat nu de certificering binnen is betekent volgens Blommeart niet dat we achterover kunnen gaan leunen. “De gecreëerde voorsprong moeten we zien te behouden.” Elk jaar zal door middel van een externe controle in de vorm van een audit worden beoordeeld of de werking van het systeem nog voldoet aan de gestelde norm. Het certificaat kan zijn geldigheid ook weer verliezen.
24
ASVERSTROOIING VAN VADM B.D. J.C.H. VAN DEN BERGH
Op maandag 22 januari heeft de asverstrooiing plaatsgevonden van vice-admiraal b.d. J.C.H. van den Bergh. De ceremonie was aan boord van Hr.Ms. Van Speijk voor de kust van Plymouth. De commandant, kapitein-luitenant-ter-zee R.P. Tas, heeft als eerste een toespraak gehouden. Hij benadrukte dat het de wens van de familie was, dat deze plechtigheid plaatsvond op een schip van de Koninklijke Marine. Het symboliseerde de verbondenheid van Van den Bergh met de Koninklijke Marine. Vervolgens las vlootpredikant J.P. Kromhout van der Meer twee gedeelten uit de bijbel, Johannes 14, vers 1 t/m 7 en Openbaring 21, vers 1 t/m 7. Hij sprak de apostolische geloofsbelijdenis uit en eindigde met het Onze Vader. Na deze woorden daalde de commandant de statietrap af en plaatste het kistje met de as in het water. Daar heeft de vice-admiraal zijn laatste rustplaats gekregen.
BIJZONDER AMBTENAARS VAN POLITIE AAN BOORD HR.MS. ZUIDERKRUIS
Op 16 februari zijn in het kustwachtcentrum van de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba vijf officieren en een onderofficier van Hr.Ms. Zuiderkruis, ten overstaan van de Advocaat-Generaal bij het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, mr. A.G. van der Schans, beëdigd tot ‘Bijzonder Ambtenaar van Politie’. Het betrof KLTZ O.G.H. van Lent MPA (commandant), LTZ 1 P. Dröge (eerste officier), LTZA 1 S. de Bruin (Hoofd logistieke dienst), LTZ 2OC A. Tijben (vlieger), LTZ 2OC M. van Mourik (tacco) en SGTODOPS D. van de Tol (sensoroperator). De bevoegdheid van BAVPOL geeft de mogelijkheid om handhavings- en opsporingstaken te verrichten in de kustwateren van de eilandgebieden Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Saba en St Eustatius. Hr.Ms. Zuiderkruis is tot 9 juli stationsschip in het Caribisch gebied.
DE DEADLINE VOOR HET AANLEVEREN VAN ARTIKELEN VOOR HET MEINUMMER VAN ALLE HENS IS MAANDAG 16 APRIL
TWEEDAAGSE MILITAIRE PRESTATIETOCHT VAN START
NIEUWE GROEPSOUDSTE ONDERZEEBOTEN
Op maandag 14 mei vindt de aftrap voor de 59e editie van de Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht plaats. Het decor voor deze tocht, die op 15 en 16 mei gehouden wordt, is omgeving Harskamp. De Tweedaagse Militaire Prestatietocht is een veelzijdige sportieve tocht voor beroeps- en reservemilitairen van alle krijgsmachtdelen. Er moeten verschillende proeven afgelegd worden zoals fietsen, kajakken, afleggen van hindernisbanen en andere uitdagingen. Voor deelnemers van 45 jaar en ouder gelden kortere afstanden. Deelname is per team van twee militairen. Er zijn twee
Vrijdag 9 maart heeft kapitein-ter-zee Jan Kees Trimpe Burger zijn taak als groepsoudste Groep Onderzeeboten en het Vaandel van de Onderzeedienst aan kapitein-ter-zee Peter de Harder overgedragen. De scheidend groepsoudste refereerde aan het afgelopen jaar, waarin de Groep Onderzeeboten zich vanwege het honderdjarig bestaan iets zichtbaarder heeft kunnen maken bij het publiek: “Zichtbaarheid is niet vanzelfsprekend voor de Groep Onderzeeboten, omdat er altijd iets geheimzinnigs en mystieks aan een onderzeeboot zit en de missies meestal geheim zijn.” Kolonel de Harder: “Ik zie het als een grote verantwoordelijkheid de taken uit te voeren en op te treden als vertegenwoordiger van de Onderzeedienst bij nationale en internationale gelegenheden.” Ook refereerde de nieuwe groepsoudste aan de werkdruk van de Groep Onderzeeboten: “We hebben met onze drie operationele boten (er is altijd één boot in onderhoud, red.) onze handen vol aan het uitvoeren van al het werk en we worden nationaal en internationaal als zeer waardevol beschouwd. Dat is een goede zaak waar we zeker mee door moeten gaan.” Als afscheidscadeau kreeg Trimpe Burger een ingelijste tekening van ’s werelds eerste varende onderzeeboot, uitgevonden door de Nederlander Cornelis Drebbel. Kolonel Trimpe Burger is benoemd tot Directeur Kustwacht.
leeftijdscategorieën. Het behalen van deze prestatie geeft recht op het dragen van het TMPT-kruis. De TMPT wordt georganiseerd door de gelijknamige commissie van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve-Officieren in samenwerking met de LO/Sport- organisatie Koninklijke Landmacht onder de coördinatie van het Bureau Internationale Militaire Sport. De inschrijving voor deze tocht is gestart op 1 maart. U kunt zich tot uiterlijk 17 april opgeven. Datum van opkomst is maandag 14 mei vanaf 16.00 uur. Kijk voor meer informatie en inschrijving op: www.tmpt.nl
DE RUYTER ALS THEMANUMMER Op 9 maart is op het KIM te Den Helder aan vice-admiraal J.W. Kelder het eerste exemplaar uitgereikt van het themanummer ‘De Ruyter’ van het blad Levend Verleden. Levend Verleden is het kwartaalblad van de Helderse Historische Vereniging dat, in het kader van het Michiel de Ruyter herdenkingsjaar, in maart als themanummer verscheen. In het themanummer staan opstellen over onder andere het reilen en zeilen van de voormalige admiraliteit van West-Friesland en het Noorderkwartier, over drie vlagofficieren uit deze contreien die onder luitenant-admiraal Michiel de Ruyter hebben gediend, en over de Slag bij Huisduinen.
25
VERGADERING KNVRO Op zaterdag 16 juni zal de Algemene Leden Vergadering van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Reserve Officieren op de Koninklijke Militaire Academie te Breda gehouden worden. De afdeling Noord Brabant West neemt de organisatie voor haar rekening en nodigt alle leden van harte uit. Voor inschrijvingen of informatie:
[email protected].
HR.MS. URANIA MAAKT TRANSATLANTISCH REIS Naar aanleiding van een uitnodiging om mee te doen aan ‘Tall Ships Rhode Island 2007’ is op 20 maart Hr.Ms. Urania vertrokken voor de reis Atlantic Breeze 2007, waarin de deelname aan een aantal sail-evenementen is opgenomen. Deze transatlantische reis brengt de bemanning langs het Caraïbisch gebied, de Verenigde Staten van Amerika en Canada. Tall Ship Rhode Island 2007 vindt plaats van 27 juni tot en met 1 juli en is een viering van het gouden jubileum van het Naval Command College (NCC). In deze laatste week van juni wordt de NCC reünie georganiseerd waar zo’n vijfhonderd alumni en partners worden verwacht. Naast de Sail in New Port (Rhode Island), staan er nog drie Sail-evenementen op het programma van de Urania. Sail Virginia 2007 in Norfolk, Tall Ships Challenge 2007 in Halifax en de reis eindigt met een mini-Sail in Nederland.
een kleine ruimte, een belangrijke bijdrage aan de persoonsvorming. Naast de opleidingsreizen (circa 120 dagen per jaar) wordt er zowel in het voor- als in het najaar gevaren voor Public Relations (circa veertig dagen per jaar). Hoogtepunten op deze tochten zijn de zeilwedstrijden die door Sail Training International (STI) worden georganiseerd.
Atlantic Breeze heeft als primair doel het maritiem opleiden van adelborsten en overig defensiepersoneel. Het opdoen van ervaring met de elementen is van onschatbare waarde voor hun toekomstige loopbaan als marineofficier. Daarnaast levert het werken in teamverband, het doorzetten tijdens slecht weer en het samenleven in
BOSTON WHALERS VOOR BOOTPELOTON
Na 26 jaar is er een ‘einde’ gekomen aan de nauwe band tussen Piet Hartog en Rob Holtz van de afdeling Financial Control bij de Directie Planning & Control. De twee collega’s deelden ondanks vele reorganisaties en overplaatsingen binnen de marine al die jaren een kantoor met elkaar. Sinds 2005 is die plaatsing de Afdeling Onderzoeken Interne Beheersing, die tot begin maart in Gebouw 093 was gehuisvest. Als gevolg van de verhuizing naar Gebouw Albatros moet Holtz zijn werkzaamheden op de tweede verdieping gaat verrichten en Hartog op de vierde.
Sergeant Van Antwerpen van de Afdeling Materieellogistiek overhandigt de sleutels aan korporaal Van Son van het bootpeloton Curaçao.
Het bootpeloton van het Korps Mariniers op Curaçao ontving 12 maart twee spiksplinternieuwe ‘Rigid Raiding Crafts’ van het type Boston Whaler. De komende weken volgen nog vijf Boston Whalers ter vervanging van de oude, versleten versies. De marine schafte eind vorig jaar zeven nieuwe ‘Rigid Raiding Crafts’ (RCC) om de operationele inzet van het bootpeloton te garanderen. Een aantal van de huidige Boston Whalers stammen uit 1992 en vertoonden na vijftien jaar dienst steeds meer ouderdomsverschijnselen. De
GESCHEIDEN VAN TAFEL EN KANTOOR
Afdeling Materieellogistiek van de Koninklijke Marine en het bootpeloton te Curaçao werkten de afgelopen weken nauw samen om de nieuwe vaartuigen gereed te maken voor gebruik. Het Korps Mariniers gebruikt de ‘Rigid Raiding Crafts’ in het Caraïbisch Gebied voor tal van amfibische taken. De twee nieuwe exemplaren zullen direct worden ingezet tijdens de multinationale oefening ‘Deux Tricolores’ die op Martinique plaatsvindt. (Foto: Karen Gelijns, Koninklijke Marine)
26
Holtz en Hartog zijn per sleepboot verhuisd. Daarbij worden ze uitgezwaaid door o.a. H-OIB KTZ Pleijsier.
CERTIFICERING LUCHTVARENDEN Op donderdag 22 maart vond in de traditiekamer van Marine Vliegkamp De Kooy, voor een aangetreden alle hens van Vlieg
Squadron 7, genodigde familie en betrokken collega’s, de brevettering van vliegers, een tacco en een heliredder (kikker) plaats. De Commandant Maritieme Helikoptergroep
(CMARHELI) Carl van Haastert speldde de ‘wing’ op na zijn toespraak bij de twee vliegers LTZ2 Martijn Wesselman, LTZV2 Erik Roelofs en helikopter redder MATR1LDV. Raymond Guillonard. De Tactical Coördinator (tacco) LTZ2OC Peter Riemens was al gebrevetteerd waarnemer en ontving het certificaat voor het behalen van de tacco Lynx opleiding. De tacco LTZW2OC Olav Burger heeft de opleiding ook gehaald, maar was niet bij de ceremonie aanwezig. Hij was verhinderd in verband met het volgen van een overlevingscursus bij de luchtmacht. Aansluitend op de brevettering werden de pas gebrevetteerde luchtvarenden bij een diner toegesproken door de voormalig Vlag Officier Marineluchtvaartdienst, CDR b.d. Anne van Dijk die na een lange carrière binnen de marineluchtvaart uit eigen erva-
EERSTE GEPANTSERD MILITAIR TEHUIS GEOPEND Op zaterdag 17 februari vond in Kamp Holland, Uruzgan de officiële opening plaats van ECHOS Home ‘The Windmill’. Generaal-majoor A.J.H. van Loon verrichtte de opening waarbij behalve veel Nederlandse militairen ook de directeur en bestuursleden van de moederorganisatie K.N.M.B. Pro Rege aanwezig waren. Pro Rege is een particuliere nonprofit organisatie die, met steun van meer dan dertigduizend Nederlandse donateurs en kerken, militairen een gastvrije huiskamer biedt waar ze zich in hun vrije tijd kunnen ontspannen. De bouw van ‘The Windmill’ was voor Pro Rege in allerlei opzichten een uitdaging. Behalve dat dit het eerste tehuis is dat men moest onderbrengen in een gepantserde ruimte, zorgden ook de lange logistieke lijnen en de zware klimatologische omstandigheden voor allerlei verrassingen tijdens de bouw. Maar dankzij de inzet van Pro Rege’s bouwploeg en de ondersteuning van defensiepersoneel op
allerlei plaatsen, waant een militair zich even terug in een gezellige Nederlandse omgeving. Zo is ‘The Windmill’ de plek geworden waar verjaardagen gevierd worden, Sinterklaas aankomt, en waar de dominee en aalmoezenier op zondagmorgen ook kerkdiensten en vieringen houden. Op dit moment wordt door Pro Rege in Kandahar een tweede ECHOS Home gebouwd voor de militairen in Afghanistan. Naar verwachting zal dit tehuis begin april zijn deuren openen.
VLNR: LTZ2 M. (Martijn) Wessleman, MATR1LDV Guillonard, LTZV2 Roelofs, LTZ2OC Riemens, poseren na de brevettering voor een Wasp helikopter in de traditiekamer MVKK.
COMMANDANT JAGUAR
Uit handen van de jongste matroos, vlootoperator Eikelenboom, ontvangt de scheidend commandant een kistje met de kustwachtvlag.
LTZ 2OC Ronald van Vuuren is sinds 16 februari commandant van de kustwachtcutter Jaguar van de KWNA&A. Hij neemt daarmee het roer over van LTZ 2OC George Pastoor. In zijn commandoperiode heeft de Jaguar bijna zeshonderd kilo cocaïne, 18 kilo heroïne, een grote hoeveelheid go-fasts en wapens in beslag genomen, evenals de aanhouding verricht van 72 illegalen en een groot aantal smokkelaars van contrabande.
OPGEWEKT EN VRIJMOEDIG Tijdens een alle hens in de Longroomtuin van Marinebasis Parera droeg kapitein-luitenant-ter-zee Leo van Esdonk het commando over Marinebasis Parera over aan luitenant-ter-zee 1 Andre van der Vegt. De overdracht kwam voort uit een reorganisatie, het zogenaamde ‘Masterplan FAC’, waarbij de steunpunten weer kazernes zijn geworden. Van Esdonk blijft aan als het Hoofd Afdeling Faciliteren. In zijn afscheidsspeech memoreerde hij het bijzondere karakter van
ringen memoreerde en de zo juist gebrevetteerden een aantal wijze lessen meegaf. (Tekst: LTZ1 Peet Rood, EO/HAD VGSQ7)
de basis: “Het motto van het wapenschild is ‘opgewekt en vrijmoedig’, met als symbool een Chuchubivogel. Een symbool voor de vogels van verschillende pluimage die de basis herbergt.” De scheidend commandant, KLTZ Van Esdonk, spreekt alle hens toe. Rechts van hem de aantredend commandant, LTZ1 Van der Vegt, links de officier van de wacht, LTZ1 Marcel Claessens.
27
REÜNIES Mijnendienst 100 jaar Op 4 juli viert de Koninklijke Marine het honderdjarig bestaan van de Mijnendienst met een reünie voor alle oud-Mijnendienst medewerkers en actief dienend personeel van de voormalige Mijnendienst. De reünie zal plaatsvinden nabij het Mijnendienstgebouw op de Marinehaven te Den Helder. U kunt zich op de volgende manieren aanmelden voor de reünie: Per e-mail (bij voorkeur): stuur een e-mail met uw naam, adres en tel.nr. naar:
[email protected]. Schriftelijk: stuur uw naam, adres en tel.nr. naar: CZSK, antwoordnummer 300, 1780 VB Den Helder, o.v.v. reünie 100 jaar Mijnendienst Zodra het programma is vastgesteld, krijgt u dit op het opgegeven adres toegezonden. Tevens zal t.g.v. dit jubileum een herinneringsboek worden uitgegeven. Details hierover vindt u in onderstaande advertentie. Hier kunt u zich ook inschrijven voor het jubileumboek.
dienst administratie en ex- MARVA-schrijvers. De reünie zal gehouden worden in het Evenementen Centrum op de marinekazerne te Amsterdam. Ook actief dienend personeel van de logistieke dienst administratie is van harte welkom. De kosten bedragen € 12,50 per persoon. Voor meer informatie en aanmelding zie www.schrijvers-lda.nl
22SQUAD bikers Veteranen WOII KM en Koopvaardij Op donderdag 26 april organiseert de Reüniecommissie Veteranen Tweede Wereldoorlog de jaarlijkse reünie ‘Veteranen WOII Koninklijke Marine en Koopvaardij’ in de Kumpalan van het K.T.O.M. Bronbeek, Velperweg 147 te Arnhem. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met R.J.I. Teunissen, telefoonnummer 055 540 96 97.
Herdenking
Op woensdag 11 april zal de tweejaarlijkse reünie plaatsvinden voor ex-schrijvers/logistieke
De Stichting Indië-Monument Groningen en het Overlegorgaan Veteranen Groningen houden op 5 juni hun jaarlijkse herdenking bij het Provinciaal Indië-Monument. Deze bevindt zich op Begraafplaats Selwerderhof, Iepenlaan 204 in Groningen. De herdenking vindt plaats
SAMENWERKING LEIDT TOT DRUGSVANGST
RONDLEIDING OP ANTILLIAANSE KAZERNES
Amerikaanse eenheden en het stationsschip voor de Nederlandse Antillen en Aruba, Hr.Ms. Zuiderkruis, onderschepten op vrijdag 9 maart ruim duizend kilo cocaïne tijdens een gezamenlijke counterdrugsoperatie. De contrabande werd aangetroffen op een gofast in het centraal Caraïbisch Gebied. Door slechte weersomstandigheden opereerde de Amerikaanse boordhelikopter op vrijdag 9 maart vanaf Hr.Ms. Zuiderkruis. Tijdens een patrouillevlucht detecteerde de helikopter een verdacht snel varend vaartuig in het centraal Caraïbisch Gebied. De helikopter dwong de snelle boot tot stoppen, waarna het Amerikaanse schip het vaartuig onderzocht. Hierbij werden tientallen balen cocaïne – met een geschat gewicht van ruim 1000 kg – aangetroffen.
Voor oud-marine personeel dat graag de kazernes op de Antillen wil bezoeken is daartoe een mogelijkheid. Op de Antillen is een afdeling van het Contact Oud Mariniers. Zij organiseren de rondleidingen in de kazernes Parera en Suffisant. Zij hebben een coördinator voor de rondleidingen aangesteld. Deze rondleidingen zijn altijd op woensdag. De coördinator is: SGTMAJMARNS b.d. Dirk van Helden. U bezoekt eerst Parera, ontvangst met koffie en natuurlijk cake. Vervolgens Suffisant met aansluitend een voortreffelijke blauwe hap. U wordt slechts de koffie en de maaltijd in rekening gebracht. Ook voor uw vakantie op Aruba kunt u bij hem informatie vragen. E-mail:
[email protected] of tel. (00)5999 8880714.
Ex-schrijvers/logistieke dienst administratie
ter nagedachtenis aan personen uit de provincie Groningen die in Nederlands Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945–1962 zijn omgekomen. De plechtigheid duurt van 14:30 tot 15:30 uur. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met G. Tigchelaar (tel: 0505775818) of E.K. Hansen (tel: 050-8503837).
De meeste members van de 22SQUAD, hebben in de afgelopen jaren gediend bij de krijgsmacht of zijn nog steeds operationeel. Sommigen van hen hebben ook in oorlogsgebieden gediend. Zij delen de passie voor motoren en motor rijden en hebben kameraadschap hoog in het vaandel staan. Tijdens de clubavonden op vrijdag en het meetingpoint in het westen (delft) tref je een flinke delegatie van de 22SQUAD aan. Motorrijdend militair, oud militair, veteraan of gewoon geïnteresseerd? Twijfel dan niet en neem contact op met een van de members (www.22squad.nl ), of bezoek ze op een van de clubavonden, elke week op vrijdag te Schaijk en elke 2 weken op zaterdag bij het meetingpoint te delft.
SPORT- EN SPELDAG Op 23 juni vindt op Marinekazerne Willemsoord de sport- en speldag plaats voor kinderen (6 t/m 11 jaar) van burgermedewerkers of militairen werkzaam bij het CZSK. Opgave en informatie bij Bureau Operationele personeelszorg 0223-657600.
HOMOSEKSUALITEIT BINNEN KRIJGSMACHT Op vrijdag 20 april houdt de Stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht een Netwerkers & Belangstellendenvergadering. De vergadering vindt plaats in het PMT De Duif, Binnenhaven 76-77 in Den Helder en begint om 11.30 uur. Vanaf 12:00 uur is er een Indisch buffet. U kunt zich vóór 10 april opgeven via
[email protected], 06-53522539 (privé) of 0223-656563 (werk)
OPROEP KANDIDATEN PRINS HENDRIK-LEGPENNING Sinds 1999 wordt jaarlijks de Prins Hendriklegpenning uitgereikt aan een persoon of instelling die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor de Koninklijke Marine in het algemeen en op het gebied van maritieme cultuur, historie, wetenschap en techniek in het bijzonder. Met de toekenning van de penning kan de Commandant Zeestrijdkrachten
zijn bijzondere waardering tonen voor de belangenloze, jarenlange inzet van een persoon of instelling voor de Koninklijke Marine. Medewerkers van de Koninklijke Marine kunnen kandidaten voor de legpenning voordragen. U kunt uw voordracht, met redenen omkleed en ondersteund
28
door ten minste tien collega’s, voor half april indienen bij de secretaris van de Raad van Advies voor de Toekenning van de Prins Hendrik-legpenning:
[email protected] of NIMH, Prins Hendrik-legpenning, t.a.v. dr. A.M.C. van Dissel, Postbus 90701, 2509 LS Den Haag.
Permanente toegang aan boord tot internet, intranet en telefoon
Eindelijk zicht op bellen en internetten Niets irritanter dan die ‘wachtbalk’ onderaan het beeldscherm die aangeeft hoe lang het nog duurt voordat de internetpagina is geopend of je foto’s zijn verstuurd. Uren moeten wachten totdat je naar huis kunt bellen of chatten via MSN. En toegang tot het intranet om bijvoorbeeld kledingstukken te bestellen, lukt ook al niet. Vervelende situaties aan boord die behoorlijke irritaties opleveren. Binnenkort kan dit voor alle eenheden tot Tekst: Vanessa Strijbosch het verleden horen. Een 24/7 ‘leased line’ moet de oplossing bieden. met de wal via militaire satellietcommuDe beperkte hoeveelheid communicatiemidnicatie, SATCOM. De kleine schepen delen aan boord is een behoorlijke irritakunnen alleen nog via INMARSAT tiefactor voor de bemanningen die lang verbinding maken. Een dure en trage van huis weg zijn. Het kwam dan ook verbinding waar nog per minuut voor niet zomaar uit de lucht vallen dat dit betaald moet worden. De verwachonderwerp tot zee-egel, actiepunt uit het ting is dat ook de kleinere eenheden actieprogramma Op Koers, is gebomgebruik gaan maken van de 24/7 bardeerd. Maar met alle technologische belbundels (leased lines), zodat ook hoogstandjes van tegenwoordig moet Het Adtran modem onderhoudt de verbinding tussen Den deze bemanningen de mogelijkheid het toch mogelijk zijn om aan boord Helder en het satellietgrondstation in Nieuw Zeeland. krijgen om voor ‘welfare’ doeleinden optimaal met het thuisfront te commute kunnen bellen. Niet onbeperkt, niceren? Daar is iedereen het wel over maar wel zonder dat het veel geld kost. eens binnen het CZSK. Zelfs tot op het hoogste niveau. C-ZSK
“Die jongelui moeten gewoon kunnen chatten met het thuisfront” vice-admiraal Jan Willem Kelder uitte begin februari zijn ongenoegen erover tijdens de aftrap van de voorlopige defensiebrede Gedragscode: “Het irriteert mij mateloos dat het intranet en internet aan boord nog niet optimaal is.” In het maartnummer berichtte Alle Hens al dat alle mobiele eenheden inmiddels toegang hebben tot intranet en internet. Maar de crux ligt ergens anders: de verbinding is niet permanent beschikbaar of nog veel te traag, tot ongenoegen van veel bemanningsleden. Grote toegevoegde waarde Dat de bandbreedte aangepakt moest worden, was een voorop staand feit. MARSITCEN, Informatie Voorziening & Communicatie Informatie Systemen (IV&CIS), het Marinebedrijf en de Groep ICG, bundelden de krachten en kwamen met een mogelijke oplossing: een leased-line constructie, waarbij 24 uur per dag, zeven dagen in de week satellietkanalen geleased worden. Op dit moment loopt er een pilot met Hr.Ms. Zuiderkruis, het stationsschip in de West. De bemanning van de Zuiderkruis heeft 24/7 toegang tot internet en intranet met een totale bandbreedte van 128 KB. Daarnaast zijn er permanent vier telefoonlijnen beschikbaar, waarvan medegebruik voor ‘welfare’ doeleinden mogelijk is. De commandant van de Zuiderkruis, kapitein-luitenant-ter-zee Oscar van Lent is net als zijn bemanning zeer te spreken over de verbeterde communicatiemiddelen. “Je kan tegenwoordig niet meer zonder”, aldus Van Lent. “Het is niet alleen operationeel van toegevoegde waarde, maar het is nu eindelijk ook mogelijk het mobiele domein aan defensie te koppelen, zodat we ook op zee toegang hebben tot alle informatie. Bovendien is nu de ‘welfare’ ondersteuning bij de bemanning opgewaardeerd tot de status van de 21ste eeuw. Die jongelui moeten gewoon kunnen chatten met het thuisfront. Het is een groot compliment voor MARSITCEN en mijn eigen personeel dat ze dit voor elkaar hebben gekregen op een relatief oud schip.” Alle grote eenheden hebben een netwerk aan boord en verbinding
Inmiddels is er ook een verandering in mailprovider voor de operationele eenheden, vanwege het stopzetten van deze service door DTO. Alle operationele eenheden zijn nu uitgerust met AMOS connect, een applicatie van Stratos (een grote INMARSAT provider) waarmee alle eenheden – dus ook marinierseenheden te velde – kunnen werken. Het is een kwalitatief hoogwaardige dienst met een nieuwe techniek waardoor gegevens sneller verstuurd kunnen worden.
Het nieuwste type dynamische bandbreedte multiplexer, dat wordt uitgetest op de Zuiderkruis. Een multiplexer voegt verschillende signalen (telefoon, internet en intranet) samen op één toegewezen satellietkanaal. 29
Nieuwe kaderopleiding loopt door gehele loopbaan
Een leven lang leren Samenwerken is leiding geven, dat is het thema van de tweede module van de Leergang Management Vorming, de nieuwe opleiding voor leidinggevenden. Deze module werd van 5 tot en met 9 maart gegeven aan een klas korporaals van de vloot en het Korps Mariniers als pilot van de opvolger van de kaderTekst en foto’s: Barry Wijnandts opleidingen en de Lager Management Opleiding. De School voor Maritieme Vorming, Bedrijfsvoering en Onderwijskunde (SMVBO) was al geruime tijd bezig met het opnieuw inrichten van de kaderopleidingen voor onderofficieren. “Deze Kaderopleiding voor Sergeanten (KOS) en Lager Management Opleiding (LMO) stamden uit de jaren tachtig en waren nodig aan een update toe,” aldus luitenant-ter-zee A 1 Evert Hulleman, hoofd doorstroom opleidingen van de SMVBO. “Deze opleidingen zijn nog steeds opgezet in die tijdsgeest. Alle stof werd tot in den treuren uitgekauwd. Nu wordt de stof kort en hevig aangeboden, in kortere modules.” Daarmee hoopt de school de moeizame vulling van de klassen tegen te gaan. De korte modules bieden tevens meer mogelijkheden voor de docent om in de lessen aan te haken op de actualiteit.
Een sterke leider…
Zeer nuttig “Om de LMO te kunnen volgen, moesten er mensen voor een periode van zes of zeven weken worden gemist op functie. Daarnaast was de opleiding niet verplicht”, vertelt Hulleman. “Als gevolg van de lange duur, heeft maar de helft van de onderofficieren deze opleiding gevolgd, terwijl vooral veel oudere onderofficieren – eenmaal in de cursus – te kennen gaven, dat ze de opleiding al veel eerder hadden willen hebben”, aldus het hoofd doorstroom opleidingen van de SMVBO. “In de jaren negentig is het KOS opgezet, maar ook hiervoor gold hetzelfde probleem. Daarnaast was er veel overlap met de LMO.” Wat ook niet goed was, was dat mensen in hun hele loopbaan maar éénmaal zo’n cursus kregen, terwijl de wereld continu in verandering is. De nieuwe opleiding moet daarom praktischer zijn ingedeeld en veel langer ‘houdbaar’ zijn in de loopbaan van een onderofficier. Sociaal leiderschap De Leergang Management Vorming (LMV) is opgezet in negen modules, die in verschillende loopbaanfases worden aangeboden. De timing van de pilot valt bijzonder goed samen met de actuele thematiek van sociaal leiderschap binnen defensie. Commandant van de SMVBO, luitenant-kolonel der mariniers Peter Buitenhuis, vindt dat de uitvoering van de nieuwe opleiding goed aansluit op de aanbevelingen van de Commissie Staal. “Binnen defensie moest het leiderschapsprofiel duidelijk worden afgebakend. Daaruit ontstonden bepaalde competenties waaraan een leider moet voldoen. Vervolgens is het aan ons om een invulling te geven aan hoe we deze competenties doorgeven. We kunnen daarin nu nog een stukje naar links of rechts, dat zal nog moeten uitwijzen.” Hij benadrukt dat in de opzet van de opleiding de eigen identiteit als marine blijft gewaarborgd. “De eisen die zijn gesteld, gelden defensiebreed. Hoe we daaraan gaan voldoen, ligt bij het CZSK. Dat is maatwerk. De LMV is echt een marineopleiding.”
...werkt samen met zijn team
Portfolio Het idee achter de opleiding is ‘een leven lang leren’. Met het verschuiven van verschillende loopbaanfases moet de onderofficier een nieuwe module volgen, die aansluit bij zijn beroepspraktijk. Zo zal de korporaal na zijn eerste functievervulling de module ‘Zelfleiderschap’ volgen en later in zijn rang ‘Leidinggeven is samenwerken’ en ‘Teamleider.’ De sergeant krijgt ‘ Samenwerken in teamverband’, ‘Situationeel Leiderschap’ en ‘Teamontwikkeling.’ ‘Creëren van topteams’ en ‘Manager en omgeving’ is voor de sergeant-majoor en een chef d’equipage, chef van dienst of stafadjudant zal de ‘Pré-tertiaire vorming KM’ doorlopen. Daarna is er nog een tiende, paarse module ‘Joint Tertiaire Vorming.’ “Zo krijgt men tussen grofweg het twintigste en zestigste jaar eens in de drie jaar een injectie in sociaal leiderschap”, aldus Buitenhuis. De modules houden samenhang doordat de cursist tijdens de opleiding een portfolio bijhoudt, met daarin de verworven competenties. Buitenhuis: “De gedach-
tegang hierachter is dat men op groepsniveau aanbod krijgt in sociaal leiderschap en op individueel niveau een training op maat.” Door het portfolio kan de cursist namelijk beter inspelen op de ontwikkeling van zijn eigen zwakkere punten, buiten de thematiek van de afzonderlijke modules om. Hulleman: “Door de certificering van het portfolio moet de studie een stukje erkenning en herkenning krijgen, ook in de burgermaatschappij. Dit komt voor de cursist ten goede van een eventueel employment buiten de Koninklijke Marine.” Kloof dichten De opleiding is ingericht om de kloof tussen officieren en onderofficieren kleiner te maken. Ook dat is een aanbeveling van de Commissie Staal. De kloof is deels te wijten aan een andere vorming van leiderschap. Buitenhuis: “Het KIM besteedt met name aandacht aan de theoretisch-wetenschappelijke aspecten van leiderschap en management. Eenmaal op de werkvloer spreken ze daardoor niet
Buitenhuis geeft de cursisten mee dat een goed leider zowel tussen als boven de groep staat. Het moeilijke hiervan is de juiste balans te vinden. Tijdens de oefening, in de ‘palenbak’, komt die combinatie nadrukkelijk naar voren. Twee teams moeten elk een deel van een brug maken over het water, met beperkte middelen en gebonden aan strenge regels. De instructeurs zijn bijzonder ingenomen met de vorderingen die de studenten in een week tijd maken. “Maandag begonnen ze elk aan hun eigen ding, zonder overleg, zonder samen te werken”, zegt adjudant-onderofficier Dave Venema. Nu begonnen de teams aan hun eigen deel, om daarna hun plannen samen te bespreken. Ook in de uitvoering was er veel meer samenhang tussen beide teams en binnen de teams. “‘Leiding geven is samenwerken’ heet deze module. De leider bepaalt, maar hij beschikt ook niet over alle kennis. Het is dus belangrijk dat hij luistert naar de ideeën in het team en daar een richting in aangeeft.”
“Wij hebben onterecht een geitenwollensokken-imago” altijd dezelfde taal als de onderofficieren.” Daarom worden enkele modules ook aangeboden aan jonge officieren. Luitenants-ter-zee 3 en 2 en tweede en eerste luitenants der mariniers krijgen de modules ‘Samenwerken in teamverband’ en ‘Situationeel leiderschap.’ Luitenants-ter-zee 2OC en kapiteins der mariniers volgen ‘Creëren van topteams.’ Daarnaast zorgt de mix van officieren en onderofficieren in de klas voor een verdere integratie tussen deze groepen. De opleiding geeft ook gestalte aan de integratie tussen mariniers en de vloot, door ook deze militairen te mengen in de klas. Softe sector “Veel militairen zien de SMVBO en met name de opleidingen in sociaal leiderschap als een voortvloeisel vanuit de softe sector”, aldus Hulleman. “Wij hebben wel een geitenwollensokkenimago.” Onterecht vindt hij. “Wij leren mensen ook hard te zijn, bijvoorbeeld in een discipline gesprek. Maar het is voor een leider belangrijk te weten hoe je iemand kunt motiveren.” Als voorbeeld noemt hij een onderofficier die tijdens een introductieles zegt niet geïnteresseerd te zijn in de privé-situatie van zijn mannen. “Onzin. Als ‘Jan Soldaat’ ergens mee zit en er niet met zijn hoofd bij is, dan wil je dat als teamleider graag weten. Met dat soort informatie kun je beter afwegen wie je bijvoorbeeld in een peloton indeelt.” Leiding geven is samenwerken De cursisten zijn positief over de opleiding, evenals de instructeurs. Het zijn korporaals van diverse pluimage, van varende eenheden, van Marinevliegkamp De Kooy en van het Korps Mariniers. De sociale aspecten zien de mariniers nog niet toegepast in hun werkwijze. “Als marinier sta je meer boven de groep en ben je afstandelijker”, zegt korporaal Jacinto de Bruin. Een heel verschil met de vloot, waar je vooral een onderdeel van een team bent en meer tussen de groep staat en zowel aanstuurt als uitvoert, volgens kwartiermeester Arjan Achterberg.
Aan de opleiding is een aantal randvoorwaarden gebonden, waaraan nog een nadere invulling moet worden gegeven. “Als defensie goed leiderschap nastreeft, dan moeten onderofficieren ook in de gelegenheid worden gesteld om hier aan te werken”, stelt Buitenhuis. Van het bereik van de opleiding heeft het SMVBO hoge verwachtingen. “Wij kunnen in dit systeem per jaar zo’n achthonderd mensen opleiden. Hun ervaringen hier nemen ze mee naar de werkvloer, waardoor die ook wordt beïnvloed”, zegt Hulleman. Als de leergang in volle omvang gaat lopen, hoeven de huidige onderofficieren niet per se alle modules te volgen. “Er wordt gekeken naar de competenties van de onderofficier om te bepalen op welk niveau ze kunnen instromen”, aldus Buitenhuis. De tevreden geluiden over deze pilot vormen voor het SMVBO de eerste stap naar een beter leiderschap in de marine. Twee teams werken aan één taak. Dat vereist een goede coördinatie.
De Gedragscode in de praktijk Eind februari ben ik bij het Tweede Mariniersbataljon in Noorwegen op bezoek geweest. Het winterdeployment van het bataljon was de eerste grote oefening in Noorwegen sinds het incident in Karasjok. Ik ben onder de indruk geraakt van de wijze waarop de commandant, de chef der equipage en, inderdaad, de gehele bemanning, de uitdaging hebben opgepakt om het verblijf van zo’n 750 militairen in Noorwegen tot een succes te maken. Niet alleen de training, maar ook de wijze waarop zij hebben geïnvesteerd in goede verhoudingen met de lokale gemeenschap. Echter, ik noem dat de vijftig kilometerregel: in de stad mag je ook niet sneller dan vijftig rijden. Word je gepakt dan hang je. Bovendien hebben we gemerkt dat in samenhang met andere getroffen maatregelen de sociale controle enorm is toegenomen.” Adjudant Sappema vult aan: “Op het gebied van ‘community relations’ hebben we de Roadshow van het Korps Mariniers naar Harstad gehaald. Dit was een groot succes, de bevolking van het dorp kon zo op een leuke manier kennismaken met onze organisatie. Ook hebben we, naast de traditionele ‘Meet & Greet’ receptie, een aardig briefje met een presentje aan de buren van het oefenkamp gestuurd waarin we wederom hebben uitgelegd wat we kwamen doen.”
Ik laat de commandant, luitenant-kolonel der mariniers Tom Verbaan en zijn chef der equipage, adjudant-onderofficier der mariniers Jan
Boerenverstand Voor overste Verbaan is het een kwestie van je ‘boerenverstand’ gebruiken: “Eigenlijk is het simpel, we zijn met de gastheren om tafel gaan zitten, zowel aan het begin van de deployment als aan het
De bevolking kon op een leuke manier kennismaken met onze organisatie Sappema, dan ook graag aan het woord. Overste Verbaan: “Onze voorbereiding is gedegen geweest. Naast de verschillende voorlichtingssessies waarin ik allereerst mijn vertrouwen in de eenheid heb uitgesproken, heb ik uitgelegd wat de gevolgen zijn van incidenten en hoe die in de media worden uitvergroot. Voorts hebben wij besloten om het systeem van compagniesoudsten, mariniersoudsten en provoosten ook daadwerkelijk te gebruiken.” ”De verblijfsoudsten hebben wij nauwgezet bekeken. Alleen die mariniers en kaderleden die voldoende draagvlak binnen hun gemeenschap hadden, kwamen in aanmerking voor de functie van verblijfsoudste, zij moeten immers corrigerend kunnen optreden”, aldus adjudant Sappema. Taxiregeling Overste Verbaan: “In Noorwegen zelf zijn we niet alleen bij de burgemeester en commissaris van politie op bezoek geweest maar ook bij de lokale horeca. We hebben de ondernemers uitgelegd dat de regelgeving in Nederland is aangescherpt. Het gevolg was dat de ondernemers met ons meedachten over preventie van ongewenst gedrag. Een mooi voorbeeld is de taxiregeling. We hebben geïnvesteerd in een goede busregeling naar het oefenkamp. In plaats dat de taxichauffeurs ontevreden waren over eventueel gederfde inkomsten waren ze blij met de regeling, want er was nu geen gedoe meer over wie een taxi kon gebruiken. Over het alcoholgebruik op de wal, alleen tijdens R&R periodes, is overste Verbaan duidelijk: “We hadden een ‘3 can-rule’. Critici zeiden wel eens dat zoiets niet te controleren valt.
einde ervan. We hebben afspraken gemaakt en op een constructieve manier gezocht naar maatregelen om een plezierig verblijf te stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen. Ook de KMAR heeft in dit opzicht een positieve en constructieve rol gespeeld. Ik heb gemerkt dat het uitspreken van het vertrouwen in de eenheid en een appèl aan het gezonde verstand van de mannen, leidt tot een gezonde sociale controle want niemand wil de rotte appel zijn die het voor de anderen bederft. “Maar”, zo besluit Verbaan, “een dosis geluk blijft noodzakelijk want je hebt garantie tot aan de deur.” Well done! Dit is wat mij betreft een prima voorbeeld hoe de Gedragscode succesvol in praktijk kan worden gebracht. Het is echter geen recept voor succes, want iedere eenheid en iedere omstandigheid vragen om een eigen benadering. Ik nodig commandanten dan ook uit om mij verslag te doen van de wijze waarop zij de Gedragscode in praktijk hebben gebracht.
R.L. Zuiderwijk Generaal-majoor der mariniers Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten
32
Op koers naar een nette, huiselijke kamer Groene, kale vloeren, grijze oude stapelbedden en bruine gammele kasten met piepende deuren, soms met, soms zonder goed slot. Hard tl-licht en standaard KM-dekens. Met zijn vieren of met zijn zessen in een kamer. En door de huisregels niet de mogelijkheid krijgen om hiervan nog iets gezelligs te maken. Een kamertje op een kazerne is niet de beste plaats om vrije tijd door te brengen. Een voorstel voor verbetering Tekst: Barry Wijnandts/Foto: Albert Vermeulen biedt gelukkig hoop. Een van de grote punten van ergernis is de staat van de legeringsaccommodatie op de kazernes. Deze kamers verkeren in slechte staat, zien er op zijn zachtst gezegd onvriendelijk uit en wekken bij de werknemer geen verantwoordelijkheidsgevoel op om zuinig om te gaan met de inboedel. Dat is precies een beleving die moet gaan veranderen volgens sergeant Harry Muurling, hoofd legeringsgebouwen op Willemsoord. “Een nette kamer nodigt uit om netjes te blijven.” Al jaren maakt hij zich hard voor het verbeteren van de leefomstandigheden in de ‘Meeuwen’ en nu lijkt zijn gevecht te worden beloond. In maart reisde een maquette van een kamer op ware grootte langs verschillende marine- en marinierskazernes in Nederland om bewoners de gelegenheid te geven op- en aanmerkingen te maken over dit voorstel. Dit model vormt geen definitieve inrichting, maar is meer een idee naar wat het zal kunnen worden. Hoe de kamers er uiteindelijk uit gaan zien, is afhankelijk van budget en de termijn, waarop de kamers gereed moeten zijn.
Door te variëren met verscheidene losse componenten kan een kamer meerdere functies beter vervullen. (SAMAS studio)
Meer huiselijkheid Het eerste dat opvalt, is de eenheid in de kamer, qua vorm en kleurgebruik. Volgens binnenhuisarchitect Marcel Schouten is dat precies wat mist in de huidige kamers. “Nu is er geen samenhang tussen de componenten in de kamer. Alles beweegt continu naar waar iets nodig is.” Soms staan er vier kasten in een kamer, dan weer zes. Stoelen van verschillende modellen en vorm, wisselen ook in aantal per kamer. “Aan ons was de opdracht om toch die flexibiliteit te behouden, maar meer huiselijkheid te creëren.” Dat resulteerde in een aluminium regelwerk, waarin verschillende delen kunnen worden gehangen. Er kunnen wandpanelen, eventueel met contactdozen of netwerkaansluitingen, in worden geschoven, kastjes, boekenplanken en mogelijk zelfs kitchenette-elementen, kleine keukenblokjes. Door het gebruik van één kleur blauw en houtfineer, ontstaat daardoor een rustig en sfeervol plaatje. “De kamer straalt met die kleuren de maritieme gedachte uit. Voor mijn gevoel zit ik hier gewoon aan boord, in een positieve zin”, constateert Muurling. Behalve de parallel aan de verblijven aan boord, ziet hij in deze kamer meer een hotelkamer ontstaan. Ideaal zou de standaard aanwezigheid van televisie, koelkast en waterkoker zijn, wat het gevoel van huiselijkheid nog sterker zou vergroten. Tot dusver nog zeker een optie in het ontwerp.
Stapelbedden verleden tijd Het aantal bewoners is teruggebracht naar maximaal twee, zodat de kamer meer ruimte biedt voor andere functies dan alleen slaapkamer, zoals wonen en studeren. Dat houdt in dat de stapelbedden verleden tijd zullen zijn. Ook de wollen deken wordt vervangen door een dekbed. Onder het bed is ineens een lade te vinden. Schouten: “Mensen schuiven toch altijd van alles onder het bed. Nu kunnen ze die spullen wat veiliger en netter opbergen. Het idee daarbij was een soort van scheepskist.” In één van de lades liggen voorstellen voor het te kiezen dekbedovertrek. Die in de opstelling is neutraal beige, maar er is ook een knalblauwe variant met levensgroot anker in de aanbieding. Er wordt even gelachen om het zeer uitgesproken stuk marinetextiel, maar de gedachte erachter is niet zo heel vreemd. “Bewoners moeten bezoek met trots kunnen ontvangen in deze kamer. Een kamer die hun werkgever ze biedt”, aldus Muurling. Op deze manier hopen zowel Schouten als Muurling dat de marine-identiteit bij de werknemers groeit en daarmee ook de betrokkenheid bij het bedrijf. Het sanitair is ook flink onder handen genomen, maar de exacte uitwerking is nog niet helemaal duidelijk. Schouten: “We hebben materiaal voor de wanden gebruikt dat naadloos te verwerken is, zodat het makkelijk is te reinigen en er niet snel schimmelvorming op ontstaat.” Schouten vond het ook belangrijk dat er een goede scheiding was tussen toilet en douche. “Als je maatje staat te douchen en jij op het toilet zit, moet je niet in zijn water zitten.” Daarnaast heeft hij aandacht besteed aan de beste indeling, om zo gunstig mogelijk gebruik van de ruimte te kunnen maken. De terugkoppeling van de bewoners zal moeten bijdragen aan een definitief voorstel voor de legering van de toekomst. Het definitieve plan zal in mei worden geformuleerd. Vanaf augustus zullen de eerste renovatiewerkzaamheden beginnen in gebouw Mantelmeeuw op Willemsoord. Het project zal lopen tot en met 2011. Gedurende deze jaren worden ook de andere kazernes aangepakt.
De proefkamer was tentoongesteld op de marinekazernes in Nederland.
33
Tussenbalans versterking mariniersbataljons
‘Groen’ verstevigt De Marinestudie heeft ook voor het ‘groene’ deel van het Commando Zeestrijdkrachten gevolgen. Door de versterking van de mariniersbataljons komen er de komende twee tot drie jaar in totaal ruim tweehonderdvijftig mariniers bij. Een behoorlijke uitdaging. Want hoe trek je voldoende mariniers aan, hoe houd Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto: Archief AVDD je ze binnen en hoe zet je ze in? Vragen die ook bij projectleider Implementatie Marinestudie, kolonel der mariniers Richard Oppelaar en chefstaf van het Mariniers Trainings Centrum (MTC), luitenant-kolonel der mariniers Frans van Gool spelen. “Het is zeker een uitdaging om enerzijds de tekorten bij te plussen, de reguliere uitstroom op jaarbasis te compenseren en tegelijkertijd extra groen te realiseren”, geeft overste Van Gool aan. In het concept Voorlopig Reorganisatieplan (cVRP) Versterken Mariniersbataljons – waar Van Gool als voorzitter van de werkgroep ‘versterken mariniersbataljons’ aan heeft bijgedragen – staat zorg-
Tijdens ernstmissies bleek dat de bataljons versterkt moesten worden op een aantal deelgebieden.
vuldig beschreven hoe de reorganisatie van de mariniersbataljons aangepakt wordt. En ook de ‘waarom-vraag’ wordt erin uitgelegd: “De huidige omvang en samenstelling van de mariniersbataljons is niet berekend op de eisen die tijdens vredesmissies en amfibische operaties aan modern militair optreden worden gesteld”, luidt een passage in het document. “Het idee om te gaan versterken gaat terug naar de tijd van het GOEM (Groep Operationele Eenheden Mariniers, de voorloper van het huidige MTC, red.)”, licht overste Van Gool toe. “Toen bleek elke keer tijdens ernstmissies dat de bataljons versterkt moesten worden op een aantal deelgebieden. De deelcapaciteit was te klein.” Uit de studie QPO 2005 bleek dat de deelgebieden (oftewel ‘functies van militair optreden’): vuurkracht, logistieke ondersteuning, inlichtingenvoorziening, commandovoering, mobiliteit en bescherming, aanzienlijk meer mariniers zouden moeten hebben om ervoor te zorgen dat de bataljons robuust genoeg zijn om internationaal op te treden. Uiteindelijk heeft de politiek op basis van de Tweede Kamerbrief ‘Marinestudie 2005’ ingestemd met het versterken van de mariniersbataljons met elk 125 militairen. Werven en aannemen Een knelpunt dat de projectleider in zijn ‘Routekaart Marinestudie’ aangeeft, is het werven en aannemen van voldoende mariniers. Een gebalanceerde mix van maatregelen, zoals het vergroten van de aanstellingsopdracht, het vergroten van de opleidingscapaciteit bij met name het Mariniers Opleidingscentrum, het verkleinen
van de uitval bij de EVO en het zo lang mogelijk behouden van de huidige mariniers, moeten het knelpunt oplossen. Ook worden op korte termijn tijdelijk twee extra voorlichters – afkomstig van het Korps Mariniers – ingezet om jonge mannen te werven. Oppelaar: “We benaderen kaderleden, die de dienst uit zijn, met het aanbod om terug te komen en bezien mogelijkheden om contracten aan te bieden voor langere dienstperiodes. Maar het gaat eigenlijk om de arbeidssatisficatie in de meeste brede zin van het woord. Hoe meer plezier en voldoening de marinier in zijn werk heeft met een uitdagend trainings- en oefenprogramma en met een goed gevulde eenheid die uitstekend is uitgerust, hoe meer verbondenheid met zijn eenheid, hoe groter de kans dat hij langer deel willen blijven uitmaken van onze organisatie.” Momenteel wordt een reorganisatietraject doorlopen om de versterking van de mariniersbataljons te kunnen concretiseren. In dit verband wordt tevens beoogd om medio volgend jaar het tweede mariniersbataljon in de nieuwe samenstelling operationeel gereed te kunnen stellen. Dit betekent dat al in 2007 het tweede bataljon opgezet moet worden. Dit gebeurt aan de hand van een ‘fictief vullingsplan’, waarbij per ‘marinier’ wordt bekeken waar te plaatsen en hoe per ‘functie’ in te vullen. Dit fictief vullingsplan is op 12 maart jl. in de Admiraliteitsraad besproken, zodat direct ná goedkeuring van de CDS kan worden overgegaan tot het versneld versterken van het tweede bataljon. Van Gool vindt dat er ‘rust gecreëerd moet worden in het rondpompen van mensen’. “We moeten maatwerk leveren zodat de organisatie plus de marinier, die er zit en gaat komen, tevreden blijven. We zetten nu de mariniersbataljons neer voor de komende tien, vijftien jaar. Dus het is belangrijk dat we dat goed en doortastend doen. We worden er uiteindelijk allemaal beter van, niet alleen de bataljons maar heel het CZSK.” Meer weten? Kijk op de Intranetpagina ‘Implementatie Marinestudie’. Ook zal Alle Hens regelmatig de status en voortgang van de verschillende hoofdaandachtsgebieden belichten.
De Marinestudie De Marinestudie is een pakket maatregelen waarmee het maritiem-expeditionair vermogen van het Commando Zeestrijdkrachten verder wordt versterkt en waarmee de marine de komende jaren in staat wordt gesteld om in alle delen van het geweldsspectrum de taken efficiënter en effectiever uit te voeren. Het reorganiseren van marinierseenheden is de derde van de in de ‘Routekaart Marinestudie’ opgenomen zeven hoofdaandachtsgebieden. De overige zijn: afstoten M-fregatten; invoeren van nieuwe materieel (zoals patrouilleschepen en het Joint Support Ship); aanpassen personeelsopbouw; aanpassen opleidingscapaciteit; aanpassen infrastructuur; aanpassen logistieke ondersteuning.
34
Nieuw boek brengt grootste Nederlandse zeeheld weer tot leven
De tekeningen knallen van het papier af en laten de menselijke kant van Michiel de Ruyter zien
Michiel de Ruyter als mens Een heetgebakerde, vrome, bijna saaie man. Naar aanleiding van deze omschrijving van Graddy Boven, conservator van het Marinemuseum te Den Helder, zou je niet kunnen raden dat het om onze grootste zeeheld, Michiel Adriaenszoon de Ruyter, gaat. In het boek ‘De Admiraal’, geschreven door Graddy Boven en Jack Staller en met tekeningen van Staller, komt Michiel de Ruyter op originele wijze weer tot leven. Tekst: Vanessa Strijbosch/Illustraties: Jack Staller Weer een boek over De Ruyter? Het verhaal is nu toch wel bekend? Het idee voor ‘De Admiraal’ komt bij Staller vandaan en hij noemt het dan ook liefkozend zijn ‘kindje’. “Er zijn zoveel boeken over De Ruyter geschreven. Het is inderdaad bijna bespottelijk om te denken dat er nog wel eentje bij kan”, geeft de tekenaar toe. “Maar in de meeste boeken staan illustraties en schilderijen die we inmiddels van haver tot gort kennen. In fictieve zin heb ik geprobeerd daar wat aan toe te voegen.” En dat is Staller succesvol gelukt. De traditionele tekenkunst van Staller in potlood en olieverf op waterbasis is indrukwekkend. De tekeningen knallen van het papier af en laten de menselijke kant van Michiel de Ruyter op expressieve wijze zien. Zo zien we hem liefkozen met zijn kinderen, dineren met vrienden en vijanden en de bemanning meehelpen aan boord.
Fictie en non-fictie “Ik ben niet voor niets begonnen aan dit boek”, vervolgt Staller. “Het leven van die man is zo boeiend. Het is bijna onwaarschijnlijk dat hij zoveel heeft meegemaakt in één mensenleven. Ik kon het niet weerstaan om daarover te tekenen, om zijn leven in beelden te vatten.” Graddy Boven omschrijft ‘De Admiraal’ als een mooi, verantwoord boek. “We willen graag vertellen en illustreren wie hij was. Wij hebben De Ruyter op originele wijze opnieuw op de kaart gezet.” Dat daarbij fictie en non-fictie door elkaar lopen, is volgens de auteur en tekenaar geen issue. Staller: “Ik heb me aan de feiten gehouden, heb hem niets laten doen wat hij niet heeft gedaan. Maar als ik bepaalde emoties laat zien, zoals hoe hij eruit zag als hij geïrriteerd of boos was, dat is mijn interpretatie geweest.”
Breder publiek “Het is leuk om iets totaal anders te doen”, vertelt Graddy Boven. De conservator van het Marinemuseum schreef het boek samen met Jack Staller en deed dat op persoonlijke titel. “Dit heb ik los gedaan van mijn werk voor het Marinemuseum”, benadrukt hij. “We hopen een breder publiek te bereiken met dit boek. Het is vrij gemakkelijk geschreven en is daardoor toegankelijk. Alleen al door middel van de illustraties willen we andere aspecten over De Ruyter belichten die nog nooit eerder zo in beeld zijn gebracht. Wij hebben een compleet nieuw beeld van hem gecreëerd.” Boven gaf Staller aanwijzingen bij het maken van de keuzes voor de scènes uit het leven van Michiel de Ruyter, die volgens de conservator een tekening verdienden. “Dat was een beetje fingerspitzengefühl”, geeft hij toe. “Maar belangrijkste is dat we De Ruyter als mens laten zien. Wat heeft die man nou gevoeld in zijn bijzondere leven?”
‘De Admiraal’ verschijnt naar aanleiding van het Michiel de Ruyterjaar dat op 23 maart officieel van start is gegaan. Door de Stichting 400 jaar Michiel de Ruyter is het boek verkozen tot ‘officieel Michiel de Ruyter familieboek’. Mensen die geïnteresseerd zijn geraakt in de tekeningen van Jack Staller, kunnen ook terecht op de Bataviawerf. Op de tentoonstelling ‘Michiel de Ruyter en De 7 Provinciën’ zijn ook zijn tekeningen uit het boek te zien.
De Admiraal Auteurs: Graddy Boven en Jack Staller Gebonden uitgave van 128 pagina’s ISBN: 978 90 5994 127 4 Prijs: € 29,-
35
‘Zestig procent denkt dat een veteraan psychisch beschadigd is’
Een loopbaan in personele zorg Deelname aan een ernstoperatie is voor niemand een alledaagse bezigheid. De meeste militairen ervaren het als een verrijking in hun leven. Een kleine groep ervaart het als een ingrijpende belevenis. Soms zo intens, dat het normaal functioneren in het leven in de weg gaat staan. Defensie is zich in toenemende mate bewust dat personele zorg vanuit de eigen geledingen ontzettend belangrijk is. Er zijn inmiddels veel lessen geleerd vanuit het verleden, zodat er nu al vóór een uitzending aandacht wordt besteed aan de Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Archief zorg voor de militair. De operationele personeelszorg bij het Commando Zeestrijdkrachten wordt gecoördineerd door Bureau Operationele Personeelszorg (OPZ), voorheen ook bekend als Bureau Thuisfrontinformatie. Het bureau wordt bemand door zeven personeelsleden en steunt op zo’n honderd vrijwilligers vanuit het thuisfront. Luitenant-ter-zee 2OC Jaqueline van Griensven is verantwoordelijk voor de individueel uitgezonden militairen en hoofd van het bureau kapitein-luitenant-ter zee Anniek Reiff-
Je best doen Bij de marine zijn we gewend om als een eenheid op pad te gaan. Die eenheid voorziet in de zorgvraag van de werknemers en biedt het saamhorigheidsgevoel. Reiff-Kranenburg: “Als enkeling moet je erg je best doen om alle informatie te krijgen over de uitzending, bovendien spreken andere krijgsmachtdelen een andere taal. Dat bleek bijvoorbeeld omdat de militair niet wist wanneer zijn missiegerichte opleiding
De oudere militair kan de jonge militair vertellen dat hij thuis niet ontvangen zal worden als een held of een Rambo Kranenburg neemt de groepen en de eenheden voor haar rekening. In het verleden bleek dat individueel uitgezonden militairen zich soms verloren voelden tijdens hun uitzending. Van Griensven: “Soms zitten mensen alleen of met zijn tweeën op een buitenlandse basis. Die hebben verder geen link met Nederland of de marine. We hebben in het verleden veel signalen ontvangen van die mensen, dat ze er maar een beetje bijhingen. De navelstreng was in feite doorgeknipt.”
zou beginnen, waar hij zijn uitrusting moest halen of inleveren, geen informatie kon vinden over het vertrek en afscheid. “Om deze praktische zaken te ondervangen is het Bureau Individuele Uitzendingen in leven geroepen. Dat is een paars bureau, die deze coördinerende rol inneemt voor de militair”, aldus de overste. “Zij beantwoorden de praktische vragen, wij geven aandacht aan de zorgvragen, zowel van de militair als zijn thuisfront.”
36
Algemeen loket Voor het zorgtraject vindt vooraf onder andere een gesprek plaats bij Bureau Operationele Personeelszorg. Daarin kan de militair aangeven of er problemen waren in het aanlooptraject en met wat voor gevoel hij of zij vertrekt. “We maken afspraken om contact te onderhouden, zowel tussen de uitgezondene en ons als tussen het thuisfront en ons”, zegt Van Griensven. OPZ geldt tijdens een missie als een vraagbaak voor alle zaken waar de militair tegenaan loopt. “Hij hoeft zelf niet op zoek naar verschillende contactpersonen voor verschillende diensten, maar hij kan met zijn vraag rechtsreeks bij ons terecht.” Voor wat betreft het thuisfront zijn de contacten bij individuele uitzendingen afhankelijk van de behoefte. “Ik heb in elk geval éénmaal contact met het thuisfront, waarbij ik een afspraak maak of, hoe vaak en wanneer we contact onderhouden”, vertelt Van Griensven. Sleutelfunctionarissen Voor de grotere eenheden als schepen en eenheden van de mariniers die op missie gaan, is het traject iets anders. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van Reiff-Kranenburg: “Voorafgaand aan de missie komen de sleutelfunctionarissen langs om een zorgplan op te stellen.” De sleutelfunctionarissen, zoals de eerste officier, schipper en geestelijk verzorger, stemmen samen met OPZ af welke zorg voor, tijdens en na de uitzending nodig is. De samenstelling van een thuisfrontcomité, of en wanneer er een voorlichtingsdag en een thuisfrontcontactdag wordt georganiseerd en hoe de nieuwsbrieven worden aangeleverd. “Met het thuisfrontcomité regelen we vervolgens acties voor bijvoorbeeld Valentijnsdag, Pasen en Kerst.” Gespreksleiders Bij landoperaties is de overgang van missiegebied naar thuis veel sneller. “Om te voorkomen dat je ’s avonds thuis op de bank zit, terwijl je met je hoofd nog in het missiegebied leeft, is het adaptatieprogramma op Kreta van belang”, zegt Van Griensven. In een ontspannen setting kan de militair zijn waakzaamheid en militaire tenue afleggen en weer langzaam burger worden. “Dat is eigenlijk ook het eerste moment waarop men in alle rust terug kan kijken op de ervaringen tijdens de missie en de verwachtingen van het thuiskomen”, volgens ReiffKranenburg. Onder leiding van ervaren gespreksleiders wordt groepsgewijs de afgelopen periode besproken, maar ook vooruitgeblikt op wat komen gaat. “De gespreksleiders zijn militairen met veel uitzendervaring in combinatie met zorgverleners. Met name de militairen spreken dezelfde taal en sluiten goed aan bij de groep. Het streven daarbij is om de militairen met elkaar in gesprek te brengen over hun ervaringen en verwachtingen. De oudere militair, met meerdere uitzendingen achter de rug, kan uit eigen ervaring aan de jonge militair vertellen dat hij of zij thuis niet ontvangen zal worden als een held of een Rambo”, aldus de overste. “Hij kan één keer zijn verhaal vertellen, twee keer is misschien ook leuk, maar de mensen thuis leven in een totaal andere wereld en hebben hun eigen ervaringen in Nederland.” Niet zelden krijgt de militair het gevoel dat hij geen aansluiting krijgt met zijn thuisfront. Invoegen kost tijd en moeite, voor zowel de militair als zijn thuisfront. Veteranenstatus Dan is er het punt dat je de dienst verlaat en jezelf veteraan mag noemen. Dat kan op 58e zijn, maar dat kan in geval van een bepaalde tijd contract, ook op je 22e zijn. Als militairen uit dienst gaan, wordt hen op bepaalde momenten een voorlichting aangeboden, bij de marine één keer per kwartaal. Daar is ook een vertegenwoordiging van het Veteraneninstituut bij. “Met name de jonge dienstverlaters vormen een moeilijk te bereiken groep”, zegt Jan Schoeman, verbonden als hoofd afdeling communicatie
aan het instituut. “Die hebben bij een veteraan heel duidelijk het beeld van een oude man in grijze pantalon, blauwe blazer en baret, met een hoop bintangs opgespeld. Dat sluit totaal niet aan bij hun leefwereld.” Toch merkt Schoeman, dat vroeg of laat de meeste dienstverlaters zichzelf veteraan gaan voelen. Maar omdat daar vaak jaren overheen gaan, is inmiddels het besef gegroeid, dat de overheid zelf het initiatief moet nemen, om binding te blijven houden met deze groep militairen. De belangrijkste van die initiatieven is het aanbieden van de Veteranenpas. Eerder moest de militair deze zelf aanvragen, nu krijgt hij deze sowieso en wordt hij automatisch opgenomen in het Veteranen Registratie Systeem, waarin uiteindelijk alle mensen met de veteranenstatus moeten worden opgenomen. Omdat eerder de militair zelf de pas moest aanvragen, raakten met name de jonge dienstverlaters ‘zoek.’ “We willen zo snel mogelijk contact onderhouden met de jonge militairen”, zegt Schoeman, “Om die mensen zo vroeg mogelijk te binden.” Verschuiving in levensfases Het valt niet te voorspellen wanneer iemand problemen krijgt die samenhangen met een uitzending in zijn of haar verleden. Wel blijkt dat verschuivingen van levensfases als punten dienen waarop mensen terugkijken en bepaalde zaken een plek gaan geven. Dat zijn momenten waarop de veteranenstatus ineens toch belangrijk gaat worden. “We merken nu een toename van aanmeldingen uit de Nieuw Guineaperiode, begin jaren zestig”, zegt Schoeman. De militairen die destijds hebben gediend, zijn veelal geboren rond 1940 en stromen nu de pensioengerechtigde leeftijd in. Overigens hoeft dit niet te betekenen dat die mensen nu geestelijke problemen krijgen, maar er is een groeiende belangstelling voor die periode, waardoor veteranen van die missies elkaar weer meer opzoeken. Wel stromen er nu ineens relatief veel hulpvragen binnen van Libanonveteranen. “Als een posttraumatisch stress syndroom tenminste nog ergens voor heeft gediend, kunnen 37
de meeste mensen er wel mee omgaan”, zegt Schoeman. Libanon bloeide na de oorlog enorm op, wat de pijn bij veel militairen kon verzachten. “Toen Israël vorig jaar met tanks en bommen alles weer kapot gooide, kwam dat behoorlijk hard aan bij deze groep veteranen.” Stigmatiserend Van alle veteranen, zo’n 140.000, koesteren tachtig procent hun herinnering aan de missie en vormt deze een verrijkende ervaring in hun leven. Twintig procent heeft er een slechte herinnering aan. Verreweg de meesten daarvan weten dat een plaats te geven, of hebben genoeg steun aan familie en vrienden. Dan is er vijf procent dat er niet zelf uitkomt. “Het lijkt weinig, maar dat zijn er nog altijd zevenduizend”, berekent Schoeman. Af en toe loopt de geestelijke nood van iemand in een dermate groot drama, dat het maatschappelijke imago van de veteraan hierdoor sterk wordt aangetast. Zo hebben er in het verleden enkele familiedrama’s plaatsgevonden, die door de media heel snel in verband zijn gebracht met het oor-
Teleurgesteld In het verleden heeft defensie zich te weinig bezig gehouden met veteranenzorg, waardoor veel psychisch beschadigde ex-militairen niet goed terecht zijn gekomen. Schoeman: “Omdat defensie de nazorg destijds uit handen heeft gegeven aan particuliere instellingen, zijn veteranen met een hulpvraag veelvuldig teleurgesteld door hun eigen werkgever, waar ze steun van verwachtten.” De civiele instellingen als huisarts en GG&GD herkenden de problematiek niet, waardoor er niet adequaat kon worden ingegrepen. “Deze groep hulpbehoevenden gooiden er dan maar het bijltje bij neer, waardoor de problemen alleen maar verergerden”, aldus Schoeman. Volgens Schoeman is het daarom zaak dat defensie alle militairen goed begeleidt, zodat ze snel de weg naar de juiste kanalen kunnen vinden. Hij ziet dat, voor de militairen met een volledige carrière, die zaken wel goed geregeld zijn, maar ook die jonge veteranen moeten beter gevolgd worden. “De helft van de jonge veteranen, dat wil zeggen veteranen vanaf de missie in Libanon, hebben we. Van de andere helft hebben we geen flauw benul hoe het met ze gaat.”
“De helft van de jonge veteranen hebben we. Van de andere helft hebben we geen flauw benul hoe het met ze gaat” logsverleden van de dader. Volgens Schoeman bleek herhaaldelijk uit forensisch psychologisch onderzoek bij de daders, dat deze zaken toch los van elkaar stonden. Maar het had wel zijn invloed op hoe de maatschappij naar veteranen kijkt. “Media zijn over het algemeen incident gericht. Als een veteraan in de fout gaat, wordt dat heel snel gelinkt aan zijn uitzending. Uit onze onderzoeken blijkt, dat zestig procent van de doorsnee Nederlanders denkt dat een veteraan psychisch beschadigd is.” Een vooroordeel dat volgens Schoeman tot zeer nadelige gevolgen kan leiden voor de ex-militair. “Dat stigmatiserende moet er af. Als iemand solliciteert voor een baan, mag het niet zo zijn dat de werkgever hem als een gevaar voor de samenleving ziet, omdat hij zijn land gediend heeft.”
Inmiddels is er veel geleerd over de problematiek en staat personeelszorg hoog op de agenda bij defensie. Er zijn nog een hoop drempels te nemen en enkele zaken gaan niet zo snel als gepland. “Het registratiesysteem is goed, maar er is nog niet goed gedacht over wat we ermee gaan doen. Gaan we al die mensen wekelijks bellen, of een brief schrijven? Het is een middel en geen doel op zich”, zegt Schoeman. De zorg voor, tijdens en na een uitzending is een voortdurende ontwikkeling. Zowel Bureau Operationele Personeelszorg als het Veteraneninstituut is zich bewust dat er altijd mensen buiten de boot vallen. Schoeman: “Juist die mensen die het hardste hulp nodig hebben, weten dit vaak het beste te verbergen. Dat zal het systeem nooit helemaal waterdicht maken.”
LTZA 2OC A.M. Nijs,
SGTWDS J.J.M. van Zundert,
MATR 1 LDV C.A.H. Peters,
LTZT 2OC J.C.H. Smulders,
KPLLDA P.M. den Braber,
MATR 1 ODVB A.J. Snijder.
Bevorderingen:
LTZA 2OC E.J.W. van der Veen,
KPLMARNVB K. van Wingerden.
CDR P.J.Bindt,
KAPTMARNS F.A. Willems,
CDRA F.J. Schipper,
LTZA 2 R. Groenewegen.
OFFICIEREN
BRIGGENMARNS R. Verkerk, KOLMARNS C.B.J.E. van den Berg,
ONDEROFFICIEREN
Dienstverlaters: Dienstverlaters:
MARN 1 ALG P. Bakker,
AOOODOPS P.M. Boon,
MARN 1 ALG R.G. van den Berge,
AOOMARNALG L.G. Ike,
MATR 1 LDA W.M.C. van den
KLTZA C.E. Kleinveld,
Bevorderingen:
AOOODND R. Raveljé,
Biggelaar,
LTKOLMARNS R.S. Oostervink,
AOOWDE C.S. van der Galien,
SMJRMARNALG J.H. Vaes,
MARN 1 ALG K.H. Bijlsma,
KLTZA A.M.C. Reiff-Kranenburg,
AOOODOPS J.F.M van Hest,
SMJRBDGSK M. van der Vlies,
MARN 1 VB P. Buitendijk,
LTZT 1 Ing. R. Dorsman,
AOOMARNVB C.W. de Leeuw,
SGTTDW S. van den Berg,
MATR 1 TDW R. Gijsbertsen,
LTZA 1 R.A. van den Heuvel,
AOOTDV R.B. Maas,
SGTMARNALG D.E. van Driel,
MATR 1 ODOPS N.A.M. de Jongh,
LTZSD 1 Ing. W.A.M. Jansen,
AOOLDA C.T. van den
SGTMARNVB J.D. Horstman,
MATR 1 LDGB J. Kamminga,
LTZE 1 C.J. Nibbering,
Nieuwendijk,
SGTMARNVB W.W.H. Kool,
MATR 1 LDV M.R. Salawane,
LTZE 1 P.J.L. Toet,
AOOWDW V.L. Nitzschke,
SGTMARNALG J. van der Meer,
MATR 1 WDS J. Snippe,
LTZ 2OC C.J. Blok,
AOOLDGB J.F.M. Palmen,
SGTTDE R.W. Speel,
MARN 1 ALG P.A. Winter,
LTZ 2OC T.C. Boerman,
AOOMARNALG A.W. Pijper,
SGTLDV R.J. Vermaat,
MATR 1 WDS E. van der Zwan,
LTZE 2OC Ing. J.P.E. Held,
AOOMARNALG P. de Ruiter,
SGTMARNALG F.A.B. Weber,
MATR 2 TD J.G.S. Ligthart,
LTZ 2OC R. Hondema,
AOOLDGD J.H.A. Seegers,
KPLODOPS C.J. Anijs,
MATR 2 WDS J. van Rossum,
LTZ 2OC T. van der Horst,
AOOODVB M.H.J. van Tongeren,
KPLWDS F.H. Broekhof,
MARN 3 ALG F. van Dooren,
LTZ 2OC Ir. M.P. de Koning,
AOOODOPS W.A. Wandemaker,
KPLWDV J.T.C. Buckens,
MARN 3 ALG C.A.M. de Lange,
LTZE 2OC Ing. J.G.P. Piek,
AOOLDGD R.J. Weijers,
KPLTDW S. Castel,
MATR 3 OD R.P. Ngoesmin,
LTZV 2OC E.F.M.J. Schregardus,
SMJRWDE R.A. Bakker,
KPLTDV X.F.T.A. Eltink,
MARN 3 ALG L.S. Padilla Roubos,
LTZ 2OC D.N. van Valkenburg,
SMJRWDE R.F. Bouwmeester,
KPLODOPS J. van Loon,
MATR 3 ODVB J. Scholtens,
LTZ 2OC Drs M.A. de Wit,
SMJRMARNALG R.N.F. ten Brink,
KPLMARNALG H.M.
MARN 3 ALG K. Vromans.
KAPTMARNS C.N. Raven,
SMJRODOPS F.C.T. Duin,
Oostenbrugge,
LTZ 2 P.J. Duivestein,
SMJRBDSD R. Greve,
KPLTDV F. Schurer,
ELNTMARNS C.F.J. Janischka,
SMJRLDA A.F. Kok,
KPLLDA M. Smit-Heijnen,
Bevorderingen:
LTZA 2 M.H. van de Pol,
SMJRODVB P. Perdok,
KPLLDGD W. Steunebrink.
A.D. Luksemburg, 10,
LTZA 2 P.F.M. Stevens,
SMJRWDV P.H.K. Rozenhart,
LTZSD 2 B.Wijnandts.
SMJRLDGD W. van de Streek,
MANSCHAPPEN
BURGERS
Ing N.J. Brouwer, 9, J.C.W. Verhoeven, 8,
SMJRTDE J.C.P. van Wanrooij,
Bevorderingen:
M.P. Faas, 7,
Dienstverlaters:
SGTTDW G. Bekkema,
MATR 1 TD W. van Duijn,
H.R. Huisman, 7.
KTZ C.W. Tempelaars,
SGTLDV E.C. Brouwer,
MATR 1 OD N.J.C. Engels,
LTKOLMARNS Ing G. Eerenberg,
SGTMARNALG P.A. Elfering,
MATR 1 ODVB N. Gillemans,
Dienstverlaters:
LTZ 1 Ir. P.H. Frank,
SGTODVB R.A. Folmer,
MATR 1 ODVB J.K.A. van
A.F. van der Meer,
LTZE 2OC F.H.J. Claassen,
SGTLDA N.M.A. Helders,
Griensven,
R. van Rijn,
LTZ 2OC Ing. J. de Cock,
SGTODVB S. Hooreman,
MATR 1 OD X. van den Heuvel,
S.E. van der Hert,
LTZ 2OC A. Muijskens,
SGTMARNALG Z.W.H. van
MATR 1 TD K.B. Janson,
N. Karadag,
KAPTMARNS J.A.C.
Oirschot,
MATR 1 ODVB S. de Jong,
K.M. Bernardina,
Neuschwanger,
SGTWDV A. Penninkhof,
MATR 1 LDV F. Leistra,
M. van Leeuwen.
SGTMARNALG H.M. Stavast,
MATR 1 OD L.V. Otten,
Deze lijst wordt maandelijks aangeleverd door het DienstenCentrum IV-beheer en komt voort uit PeopleSoft. Voor eventuele vragen en correcties dient u zich in eerste instantie te wenden tot DCHR: *06 733/0800 22 55 733.
Met VMBO is niets onmogelijk! Voor mariniers is elk terrein begaanbaar. We werken zo nauw samen (mijn ‘buddy’ verlies ik nooit uit het oog) dat collega’s vrienden van me zijn geworden. Wat ik met die gasten heb doorstaan, vergeet ik nooit meer. Bekijk de trainingen en missies maar eens op onze site.
werkenbijdemarine.nl
KM7015_210x285_allehens_vmbo.ind1 1
14-03-2007 17:40:40