Internationaal trainen in Noorwegen Column van de admiraal
03|11
Alle Hens
Alle Hens Colofon:
Coverfoto: Noord Nederlandse Naval Training 2011 Foto: Gerben van Es (AVDD) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend. Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel
Training in Noorse wateren
Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag
3
Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet.
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected]
Column C-ZSK
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
6
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 635 DSN 209 57635 Bij geen gehoor: Dienstencentrum Defensiemedia Telnr.: 070 339 7806 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 14 april.
Gewond maar strijdvaardig
18
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
Amfibisch met alles erop en eraan
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
29
32 Sport | 33 Logboek | 39 Mensen & Mutaties
Alle Hens | Maart 2011
2
OEFENING
Norwegian Netherlands Naval Training 2011
Strijden tegen een onzichtbare vijand Torpedo’s lanceren, jagen op fregatten en onderzeeboten en het trainen van onderzeebootcommandanten. Het is slechts een kleine greep uit het programma van de Norwegian Netherlands Naval Training 2011. Volgens kapitein-ter-zee Hugo Ammerlaan biedt de samenwerking met de Noren veel voordeel. “Niet elk land hoeft apart meerdere schepen in te zetten voor de trainingen. Samenwerken levert winst op in tijd en geld.” Tijdens een nachtelijke oppervlaktebestrijdingsoefening zijn beide landen echter gezworen vijanden en gaan meedogenloos op jacht naar elkaar. Tekst: Corné Dalebout | Foto’s: Gerben van Es (AVDD)
Ook de commandant speurt mee naar de onderzeeboot.
Het programma van de Norwegian Netherlands Naval Training 2011 is bomvol. Logisch, vindt Ammerlaan, de commandant van Hr.Ms. De Zeven Provinciën en de Nederlandse Taakeenheid bij deze oefening. “We moeten onze inzet zo nuttig mogelijk besteden en er zoveel mogelijk trainingswaarde uithalen.” De taakeenheid bestaat daarom naast het LCF nog uit de onderzeeboot Hr.Ms. Dolfijn, het M-fregat Hr.Ms. Van Amstel
Op het radarscherm zijn de territoriale wateren duidelijk aangegeven.
en het torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur. “We hebben al deze schepen nodig om ons drukke oefenprogramma uit te kunnen voeren. We trainen namelijk niet alleen verschillende aspecten van oorlogsvoering op zee maar beproeven ook onze wapensystemen en lanceren een aantal torpedo’s. Die moet de Mercuur dan weer gaan oppikken. Voor het opleiden van onderzeebootcommandanten, onderdeel van de tweede week van de training, zijn echter minstens drie fregatten nodig”, vertelt hij uit eigen ervaring. “Omdat de Nederlandse marine ook buitenlandse commandanten opleidt en die opleiding gelijk loopt met de Noorse cursus, doen er ook Noorse en Deense schepen en Duitse en Noorse Maritieme Patrouille Vliegtuigen (MPA) mee aan de training. Niet elk land hoeft daardoor zoveel schepen of vliegtuigen in te zetten.” Volgens Ammerlaan zijn de Noorse wateren ideaal oefenterrein. “Bij de kust is er direct diep water en de fjorden zijn nauw en diep, in tegenstelling tot de Noordzee. Het land is goed bereikbaar en het is prettig samenwerken vanwege de culturele verwantschap. Bij de Noren wordt gelijk zaken gedaan, zoals wij dat ook gewend zijn.”
3
Alle Hens | Maart 2011
OEFENING
Territoriale wateren
In de commando centrale van de De Zeven Provinciën heerst er opperste concentratie. Volgens het scenario van de tactische oefening waar het team zich tijdens de nacht op richt, vormen het LCF en het Deense fregat Triton de zeemacht van Zuidland. De tegenstander bestaat uit het Noorse fregat Helge Ingstad, Hr. Ms. Van Amstel en twee onderzeeboten: de Nederlandse Dolfijn en de Noorse Ula. De oppervlakteschepen van Noordland escorteren een koopvaardijschip op weg naar een haven van Zuidland, maar deze weigert daarvoor tolgelden te betalen. De subs zijn van Purpland, een derde land dat baat heeft bij een instabiele regio en mogelijk misbruik wil maken van de schermutselingen tussen Noord- en Zuidland. Aan het begin van de avond is LTZ2OC Jos van der Meijden Commando Centrale Officier (CCO) van de wacht. Hij brieft zijn team. “Aan ons de taak de schepen van Noordland te vinden voordat ze de haven in het fjord bereiken en verschuldigde tolgelden afdwingen. Bij weigering is het indien nodig toegestaan gepast geweld te gebruiken, volgens de Rules of Engagement. Wanneer ze onze territoriale wateren binnenvaren, mogen we direct vuren. Er kan geen luchtsteun van helikopters worden gebruikt. Er zijn vier mogelijke routes waarlangs de haven kan worden bereikt”, schetst Van der Meijden met behulp van een kaart. “Twee langs de fjorden via het noorden, en twee via open zee. De Triton en wij zullen de ingangen van de fjorden bewaken.”
Alle Hens | Maart 2011
Vingerafdruk
22.10 uur. De schepen vertrekken naar de aanvangspositie van de oefening. Vanaf de start begint De Zeven Provinciën zigzaggend te varen. Elke paar minuten verandert het schip van koers. “Om de onderzeeboten geen kans te geven onze koers te berekenen en gericht een torpedo te lanceren”, legt Van der Meijden uit terwijl hij op zijn monitors de naburige scheepvaart in de gaten houdt. De jonge CCO is onder de indruk van de kracht en dreiging die van een onderzeeboot uitgaat. “Alleen al de suggestie dat je er één ergens laat varen, kan vele schepen en vliegtuigen bezighouden. De inlichtingen die een sub ongezien kan vergaren is van strategische waarde. En dan heb ik het nog niet eens over de slagkracht. Onderzeeboten zijn de spierballen van de marine.” Vanavond behoren de subs echter tot de vijand, maar ze zijn niet de enige die weinigs goed in de zin hebben. Verschillende schepen varen langs de rand van de box die het territorium van Zuidland afbakent. Matroos-1 ODOPS Chris de Koning verzorgt met twee collega’s door middel van sonar- en radarbeelden het zeebeeldplaatje. “Aan de hand van IFF (Identification Friend or Foe, een signaal dat schepen uitzenden) en radar- en sonarbeelden proberen we schepen te herkennen. We kunnen in een straal van 25 mijl om ons heen kijken. Elk schip heeft door de uitzending van al die signalen een eigen vingerafdruk. Die vingerafdrukken worden opgeslagen in de Electronic Support Measures (ESM-)database.” De passerende schepen blijven de eerste uren ver uit de buurt van de fjorden. “Het blijft lang rustig vanavond”, besluit Van der Meijden.
OEFENING
geren de mannen van de sonar- en radarbeelden direct. Het gaat om het Noorse fregat Helge Ingstad.
03.00 uur. Het Noorse fregat schiet harpoons af op De Zeven
Van der Meijden geeft zijn wacht over aan Van der Bij.
Kat en muis
Om middernacht wordt Van der Meijdens team in de Commando Centrale afgelost. Het Hoofd Operationele Dienst neemt het van hem over en het is meteen gedaan met de rust. Luitenant-ter-zee 1 Geert van der Bij tuurt geconcentreerd over zijn brillenglazen. Hij wikt en weegt of één van de bewegende ‘bliepjes’ op zijn beeldscherm wellicht een onderzeeboot is. De zeebeeldoperators die de informatie van de sonar en de radarbeelden uitlezen kunnen helaas geen uitsluitsel geven. “Het draait simpelweg om het volgende: zorg dat jij de vijand ziet, voordat deze jou ziet. Anders is het te laat.”
“Het is even druk, maar een oorlog duurt misschien maar vijf minuten” Een kwartier later verschijnt een schip met naamcode 2346 op de radar. Het is geen onderzeeboot maar Van der Bij vermoedt dat het een van de andere vijandelijke eenheden is. Hij geeft een duidelijke opdracht. “Erop af! Misschien willen ze ons misleiden door in een grote boog om ons heen te varen. Wat een heerlijk kat-en-muisspel!” De radarbeelden geven geen duidelijkheid. “Elk schip kan via IFF uitzenden wat ze zelf willen. Niet betrouwbaar in oorlogsscenario’s dus.” Beelden van de infraroodcamera moeten daarom uitsluitsel geven. “Aan de opbouw van de masten is duidelijk te zien dat het om een koopvaarder gaat”, constateert Van der Bij.
Provinciën. De schade blijft beperkt. Op de telex rolt een melding binnen: de Triton heeft 81 granaten afgevuurd op de Helge Ingstad. Van der Bij en zijn assistent glimlachen. Alle oppervlakteschepen van de tegenstander zijn nu uitgeschakeld, maar de onderzeeboten blijven onontdekt. Zigzaggend varen De Zeven Provinciën en de Triton parallel aan elkaar noordwaarts in een poging ze te vinden. “Het is mogelijk dat ze ons al voorbij zijn en zich in de fjorden bevinden”, realiseert Van der Bij zich. Ook hij heeft ontzag voor onderzeeboten. “Het beste wapen tegen een onderzeeboot, is een onderzeeboot. Het komt aan op tijd. Wie zet als eerste zijn wapens in. Daarom oefenen we deze weken alle procedures uitvoerig.” Om 05.00 uur wordt de oefening beëindigd. De subs van Purpland zijn niet meer gevonden. Jammer, maar niet onlogisch. “Misschien varen ze al de hele tijd bij ons in de buurt. Dat is juist de kracht van onderzeeboten. Je strijdt tegen een onzichtbare vijand.” De eerste week van de Norwegian Netherlands Naval Training zit erop. Voor de tweede week staat de onderzeebotencommandantenopleiding op het programma. “Een spannende week waarin we nog vaak zullen samenwerken met de Noren maar ook het gevecht met hun zullen aangaan”, concludeert Van Der Bij.
01.50 uur. Op de radar is te zien dat twee schepen langs de noordgrens van de territoriale wateren varen. De ene is de Van Amstel, herkent Van der Bij. “You are violating Southland territorial waters. Turn around, or I will be forced to use force”, waarschuwt Van der Bij via de verbindingen. De Van Amstel bevestigt haar aanwezigheid, maar houdt vast aan de koers. “Harpoons aan stuurboord gereedmaken om te vuren.” Met korte heldere commando’s instrueert Van der Bij het personeel in de commandocentrale en op de brug van het schip. Vier harpoon-raketten worden afgevuurd. “Het is even druk, maar een oorlog duurt misschien maar vijf minuten.” Via de berichtentelex komt de melding ‘Van Amstel hevig beschadigd’ binnen. “Stuur de Triton naar het andere schip dat in de buurt voer”, commandeert Van der Bij. De warmtebeeldcamera brengt het schip in beeld. “Oorlogsschip”, rea5
Alle Hens | Maart 2011
COLUMN
Roerige tijden “De marine zet zich elke dag in voor veiligheid, zowel dichtbij huis als ver weg. De defensieorganisatie kent flexibele professionals, burgermedewerkers en militairen. Op basis van moderne commandovoering, doordachte doctrine en een uitstekende opleiding, staan zij uitgerust met goed materieel voor vrede en veiligheid.” Met deze woorden begint de ‘Maritieme Visie 2030’. Een visie met een blik vooruit op de komende twintig jaar.
de ene op de andere dag ingeschakeld voor operatie Unified Protector ter handhaving van het wapenembargo tegen Libië. Hr.Ms. Tromp was al door het Suezkanaal, onderweg naar Somalië en kreeg een belangrijke taak voor de kust van Libie. Zij vervulden een essentiële rol in de beeldopbouw, coördinatie van de datastromen en uitvoering van consulaire evacuaties. Om dit mogelijk te maken werd de inzet van Hr.Ms. De Ruyter in de antipiraterijmissie verlengd.
Deze Maritieme Visie staat nog als een huis, maar door teruglopende budgetten komt de uitvoering ervan steeds meer onder druk te staan. Het is dankzij de flexibiliteit en veerkracht van u dat we nog steeds in staat zijn om 365 dagen per jaar, vierentwintig uur per dag een goed product neer te zetten en deze visie te volgen.
Deze succesvolle inzet en de uitvoering van andere essentiële maritieme taken bleven de afgelopen maand onderbelicht als gevolg van de vele negatieve publiciteit over onze organisatie. Over het mislukken van de evacuatieoperatie met de boordhelikopter van Hr.Ms. Tromp is veel geschreven, maar één ding is als een paal boven water blijven staan: aan de kunde en inzet van onze helikopterbemanning heeft het niet gelegen. Terwijl zij in een uiterst hachelijke situatie verkeerden, heb ik gezien hoe adequaat de opvang en begeleiding van het thuisfront was geregeld. Met een sterk team van hulpverleners konden we in samenwerking met het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk en het Defensie Helikopter Commando de families zo goed mogelijk bijgestaan. Alles is gelukkig goed afgelopen en de bemanning vliegt inmiddels weer. Een bewijs van hun flexibliteit, zij willen zo snel mogelijk hun taken hervatten.
We leveren flexibele inzet en tonen aan dat we snel kunnen omschakelen als de situatie in de wereld of onze regering daar om vraagt. De pelotons mariniers die koopvaardijtransporten in de Indische Oceaan beschermden tegen piraten, werden vanuit de wintertraining in Noorwegen in zeer korte periode voorbereid op hun nieuwe taken. Binnen één etmaal na toestemming van de regering kwamen zij in actie. Ze hebben inmiddels hun eerste transport succesvol afgerond. Hr.Ms. Haarlem maakte deel uit van SNMCMG1 en werd van Alle Hens | Maart 2011
6
column COLUMN
Ook op het gebied van integriteit zijn we negatief in het nieuws gekomen. Iedere keer dat daarbij werd gesproken over ‘misstanden bij de marine’ kreeg ik een zeer onbehaaglijk gevoel, u waarschijnlijk ook. De slechte berichtgeving doet immers geen recht aan de uitstekende inspanningen van vele marinemensen en ging ook over organisatiedelen waar ik niet verantwoordelijk voor ben. Tijdens het schrijven van deze column is nog niet bekend wat de exacte consequenties van de bezuinigingen zijn voor het CZSK. Toch wil ik op dit onderwerp ingaan. Ik kan me voorstellen dat u onze professionele inzet niet echt kunt rijmen met het feit dat we als Defensie voor één miljard moeten bezuinigen. We zijn toch overal goed bezig? Waarom dan weer op Defensie besparen?
Het is inderdaad lastig uit te leggen dat juist terwijl onze expertise op meerdere fronten wordt ingezet, we ook ons steentje bij moeten dragen aan de rijksbrede ombuiging. Een bezuinigingsoperatie die het rechtstreekse gevolg is van de financiële crisis van de afgelopen jaren. Het lijkt daarbij dat, gevoed door de relatieve veiligheid waarin de Nederlandse burger leeft, onze organisatie bovenaan de schraplijst van de overheid terecht is gekomen. Onze veiligheid lijkt vanzelfsprekend en daarbij is men wellicht vergeten dat dit mede te danken is aan de expeditionaire inzet van onze militairen overal ter wereld. We gaan een stormachtige periode tegemoet waarbij we ondanks onze maximale inzet, geconfronteerd zullen worden
met bezuinigingsmaatregelen. Ondertussen blijven we echter ook doorontwikkelen, innovatieve technieken toepassen en een toekomstperspectief bieden voor ons jonge personeel. Het eerste Oceangoing Patrol Vessel de Holland heeft net voor het eerst de haven van Den Helder aangedaan en de NH90 vliegt inmiddels dagelijks vanaf maritiem vliegkamp de Kooy. Onze schepen zijn volgepland voor uitdagende taken bij de Somalische kust en in het Caribische gebied. Ook de taken dichter bij huis gaan gewoon door. Wij voeren onze taken op en vanuit zee uit. Het belang van deze zee blijft groot en op operationeel gebied worden de uitdagingen alleen maar groter. Daarbij varen we nu een storm in, waarvoor we de nodige maatregelen nemen. Zoals een goed zeeman betaamt. Als gevolg van deze storm wordt de organisatie straks behoorlijk door elkaar geschud. Daarbij is in de toekomst niet meer voor iedereen plaats aan boord, maar we zullen aandacht geven aan diegenen die moeten debarkeren. Ik wil u vragen om de komende tijd te reageren zoals we op zee gewend zijn. Inspringen op onvermijdelijke en onverwachtse ontwikkelingen, adequaat reageren en oog houden voor uw buddy. Daarbij zal ik als commandant zorgen dat we zo veel mogelijk op koers blijven van onze maritieme visie. Misschien moeten we het daarbij met minder mensen en middelen doen, maar onze koers is stevig in de kaart geplot, daar gaan we niet meer van afwijken.
7
De Commandant Zeestrijdkrachten M.J.M. Borsboom, vice-admiraal Alle Hens | Maart 2011
operationeel
Operatie Unified Protector
Hr.Ms. Haarlem wordt ingezet voor de kust van Libië
“Onschuldige burgers worden gebombardeerd. Het is aan ons om te zeggen: tot hier en niet verder.” Zo sprak premier Mark Rutte na een speciale zitting van de ministerraad over de Nederlandse inzet in Libië. Hr.Ms. Haarlem voer reeds in een NAVO-vlootverband in de Middellandse Zee. Na het besluit in de ministerraad stoomt de mijnenjager op naar het zeegebied rond Libië. Samen met zes F16’s en een KDC10 tankvliegtuig van de luchtmacht wordt ze ingezet in de operatie Unified Protector. Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Hr.Ms. Haarlem
Op 7 februari vertrekt Hr.Ms. Haarlem in het NAVO-vlootverband Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG1) onder leiding van kapitein-luitenant-ter-zee Herman Lammers naar zee. Door woelige omstandigheden, die niet alleen veroorzaakt worden door het onstuimige weer maar ook door een defecte hoofdmotor, moet de Nederlandse mijnenjager het verband voor korte tijd laten gaan. Na een hobbelige tocht door de Straat van Gibraltar sluit ze weer aan en begint het geheel aan de oefening Noble Mariner 2011. Een succesvolle training, want de SNMCMG1-staf wordt full operational capable verklaard voor de snelle reactiemacht van de NAVO,
Alle Hens | Maart 2011
8
de NRF. Deze gereedheidsstelling komt precies op het goede moment want tijdens het afsluitende havenbezoek aan Malaga, wordt de Haarlem in het vlootverband opgedragen om op te stomen naar het zeegebied voor Libië.
operationeel
VNVR resolutie 1973
“Tijdens ons havenbezoek in Malaga werd bekend dat de ministers van Defensie van de NAVO-landen besloten hadden om de maritieme presentie in de buurt van Libië op te hogen”, vertelt de commandant van de Haarlem, luitenant-ter-zee 1 Wilbert van Gemeren. “Hierop werd naast ons verband, ook de Standing NATO Maritime Group 1 van groot bovenwaterschepen die kant op gestuurd.” Daar voeren de schepen rond in afwachting van besluitvorming bij de VN en de NAVO. “Niet heel veel later kwam de VNVR resolutie 1973 uit die handelt over de legitimiteit van een wapenembargo tegen Libië. De NAVO besloot toen dat de aan haar toebedeelde eenheden ingezet zouden worden om dat embargo te handhaven.” Op 25 maart wordt de Haarlem door de Commandant der Strijdkrachten aangeboden en niet veel later begint de missie Unified Protector voor de kust van Libië. Niet alle schepen van het verband doen mee aan de missie. Van Gemeren: “We moesten helaas afscheid nemen van onze Duitse partner. Ook het Poolse schip waar onze staf op is gehuisvest doet niet mee aan Unified Protector. We varen verder met het Belgische schip Narcis en mogelijk ook de Engelse Brocklesby.” Mijnenjachtcapaciteit
Tijdens de operatie gaan de overgebleven eenheden inlichtingen inwinnen over de situatie op zee. De commandant legt uit wat voor taken dit met zich meebrengt. “We gaan veel
9
waarnemen en vragen. Elk schip dat zich vreemd gedraagt of niet de informatie geeft waarom we vragen, wordt gerapporteerd. Daarnaast houden we schepen die verdacht worden van wapentransport nauwlettend in de gaten en rapporteren hun gedrag. Hierop zal in de hiërarchische lijn besloten worden of een boardingteam een kijkje moet gaan nemen.” Van Gemeren geeft aan goed voorbereid te zijn op deze taak. “We hebben met het verband al intensief geoefend in het ondervragen en we hebben een goede structuur opgebouwd waarin we een grote hoeveelheid aan informatie kunnen verwerken. De eigen verdedigingsmiddelen zijn op orde gebracht. Ieder bemanningslid schiet regelmatig met kleine wapens zodat iedereen vertrouwd is met het gebruik ervan.” Rijst de vraag of er tijdens Unified Protector nog gebruik gemaakt gaat worden van de mijnenjachtcapaciteiten. De commandant antwoordt dat als Libië zeemijnen mocht inzetten tegen de coalitie en de NAVO die besluit te ruimen, dat zeker het geval zal zijn. “Het beoefenen van de mijnenjacht is tijdens het opwerktraject uitvoerig beoefend en er is veel kennis en ervaring binnen ons verband. De Supreme Allied Commander Europe heeft specifiek opgedragen om ook deze capaciteit op te nemen in de missie.” De Haarlem zal de komende drie maanden een patrouillecyclus doorlopen waarin schepen in specifieke gebieden voor de kust van Libië worden gecontroleerd. In die cyclus wordt ook een havenprogramma opgenomen. “We gaan leven van patrouille naar patrouille want vanwege het complexe karakter van de missie en de onzekerheid over de ontwikkelingen in Libië is er nog geen lange termijnplanning.” Ondertussen is de sfeer aan boord van de Nederlandse mijnenjager goed. “Toen duidelijk werd dat we ingezet zouden worden voor de kust van Libië, was er vanzelfsprekend wel enige onrust. Veel bemanningsleden hadden al gepland om familie te laten overkomen in een buitenlandse haven. Ook blijft het schip nu langer weg en ook dat is een zure boodschap voor het thuisfront.” Van Gemeren spreekt echter met trots over de veerkracht van zijn bemanning. “Ze begrijpen de inzet helemaal en waren na een mindere dag weer fier aan het werk.”
Alle Hens | Maart 2011
mens en w erk
Robuust uitgerust met de
Militaire Basisvaardigheden
Boardingen tijdens maritieme operaties, force protection in een buitenlandse haven of op missie naar Soedan. Steeds vaker betreden marinemedewerkers paden die buiten hun directe specialisme liggen. “Daarvoor moeten ze goed uitgerust worden”, stelt generaal-majoor der mariniers Ton van Ede. “De militaire basisvaardigheden garanderen een basisniveau om onze militairen overal robuust en met zelfvertrouwen te kunnen inzetten.”
De bemanning van Hr.Ms. Van Amstel werd ingezet om noodhulp te bieden na de verwoestende orkaan Katrina.
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Archief
Van Ede was al voor zijn functie als plaatsvervangend C-ZSK betrokken bij de invoering van de militaire basisvaardigheden (MBV) en is overtuigd van de noodzaak ervan. “Het werkterrein waarin we ons personeel inzetten wordt steeds uitgebreider, zowel op nationaal als op internationaal gebied. Een missie in Afghanistan of Centraal Afrika is niet vreemd meer voor een vlootmedewerker en ook in Nederland zetten we mensen in om de politie of justitie te assisteren. Ook in het dagelijkse werk aan boord verschuift het accent. Denk aan het indringender gebruik van MAG mitrailleurs, force protection of ondersteuning bij natuurrampen zoals de aardbeving in Haïti. Niet iedereen is even goed voorbereid op die werkzaamheden en voelt zich even sterk in die nieuwe rol. Al onze medewerkers hebben de vaardigheden ooit aangeleerd maar ze zijn niet bij iedereen goed onderhouden. Dat is geen wenselijke situatie.” Het invoeren van de MBV heeft volgens hem dan ook drie voordelen. “Als onze militairen basis vaardig zijn, hoeven we ze minder bij te spijkeren als we ze buiten hun specialisme inzetten. Er zal minder uitval zijn tijdens deze nieuwe inzet en medewerkers zullen zich zekerder voelen en dit ook uitstralen.”
De Commandant der Strijdkrachten heeft negen vaardigheden bepaald waar elke militair over moet beschikken. Zelfhulp en kameradenhulp (ZHKH), hygiëne en preventieve gezondheidszorg (HPG), brandbestrijding- en preventie (BP), militaire veiligheid (MV), schietvaardigheid, humanitair oorlogsrecht (HR), ammunition awareness (AAW) en search, persoonlijke uitrusting (PU) en chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair (CBRN). Deze onderwerpen worden sinds 2011 in iedere initiële opleiding onderwezen. Operationele eenheden van het Korps Mariniers zullen de negen vaardigheden te allen tijden onder de knie hebben. Voor vlootpersoneel en medewerkers bij staven binnen en buiten de organisatie zijn de eerste zes vaardigheden stof voor een jaarlijkse opfriscursus. Wanneer zij zich echter voorbereiden op een individuele uitzending, wordt extra tijd ingelast voor de laatste drie vaardigheden en een herhaling van de zes overige.
Tijd maken
Het pakket aan MBV is uitgebreid en Van Ede beseft dat het niet altijd even gemakkelijk zal zijn om elk jaar weer aan de eisen te voldoen. “Toch is dat de norm van de CDS en gaan we dat werkend maken”, stelt hij duidelijk. “Dat kost tijd, maar die tijd moeten we inlassen.” De operationele marinierseenheden hoeven hiervoor niet heel veel extra inspanning te leveren. De vlooteenheden en het personeel bij staven binnen en buiten het CZSK zullen het lastiger vinden om de MBV in hun planning te passen. Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de commandant of de lijnmanager om al het personeel basis vaardig te houden. Daarin speelt overigens ook de Chef der Equipage een belangrijke rol. “We zullen in sommige gevallen maatwerk moeten leveren en die mogeAlle Hens | Maart 2011
10
mens en w erk
“Medewerkers zullen zich zekerder voelen en dit ook uitstralen” lijkheid is er. Voor grotere afdelingen zie ik de optie dat zij de poort sluiten voor een paar dagen per jaar en dan hun vaardigheden op peil brengen. Dat biedt meteen een mooie mogelijkheid voor teambuilding.”
11
Loskoppelen
P-CZSK begrijpt dat het invoeren van de MBV vragen over de Defensie Conditie Proef (DCP) doet oplaaien. Hij wil beide onderwerpen echter van elkaar loskoppelen en legt uit waarom. “Inentingen, dental en fysieke fitheid zijn voorwaarden waaraan elke militair individueel moet voldoen. We hebben vorig jaar een nulmeting uitgevoerd met de DCP en iedereen weet nu wat zijn niveau is. Het is ieders eigen verantwoordelijkheid om hierop verder te bouwen. Op den duur kunnen er ook rechtspositionele consequenties komen voor het niet halen van deze proef. Nu al verwacht ik van de lijnchef van onze militairen dat dit onderwerp wordt meegenomen bij functioneringsgesprekken. De MBV zijn vaardigheden waarover elke militair moet beschikken waarvoor ook de commandant of de lijnmanager een belangrijke verantwoordelijkheid draagt. Deze zal zijn personeel de gelegenheid bieden om de basisvaardigheden te onderhouden en zorgt voor registratie ervan Over de mate van gereedheid van hun personeel leggen commandanten verantwoording af. ” De generaal heeft veel vertrouwen in de verdere realisatie, die onder leiding van de sectie MBV van de Opleidingen Koninklijke Marine gefaseerd plaatsvindt.“De organisatie is er klaar voor en het op peil brengen en bijhouden van de MBV geeft H professionele voldoening.” Alle Hens | Maart 2011
HARDWARE
Oriëntatie op nieuwe brandbestrijdingstechnieken
Aerosol lijkt een ideaal middel Van kleine brand tot vuurzee: aan boord van een schip is het bedwingen en doven van vlammen van levensbelang. Behalve het veiligstellen van de bemanning, moet de missie zo snel mogelijk worden voortgezet. De afdeling kwaliteitszorg, innovatie en kennismanagement van de school voor NBCD/BV verdiept zich continu in veiligere en snellere manieren van brandbestrijding. Aerosol lijkt uitkomst te bieden in de eerste aanval van de brand.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: Eva Klijn (AVDD)
“Met steeds minder mensen aan boord moeten we dezelfde calamiteiten kunnen bestrijden”, begint de commandant van de school voor NBCD/BV, kapitein-luitenant-ter-zee Henk Boomstra, zijn uitleg. “Dat vraagt om nieuwe toepassingen. Behalve naar veiligere en snellere methoden, streven we naar middelen die zo min mogelijk schade aan de scheepsapparatuur aanrichten. Door de jaren heen draaien de schepen steeds meer op vernuftige software en elektrotechniek. Daar zijn we erg blij mee, maar deze apparatuur brengt ook risico’s met zich mee. Er kunnen defecten optreden en bij een brand kan er zelfs onherstelbare schade ontstaan. Dit kan grote gevolgen hebben voor de inzetbaarheid van het schip.” Neerslaan en indammen
ter-zee 2 OC Chris de Ron. Aerosol is een gas dat door een chemische reactie tot stand komt bij verhitting van de vaste stof kalium. Het brandblusmiddel is verkrijgbaar in zowel draagbare als vaste units, die in werking treden bij een thermische of elektrische activering. Ieder bedrijf presenteert het product in een ander jasje maar in principe doen alle aerosolapparaten hetzelfde: de vlam neerslaan en de temperatuur in de ruimte verlagen. Als het een vloeistofbrand betreft kan aerosol de brand zelfs volledig doven. Bij een olie- of kernbrand lukt dit echter niet. Die zullen aanvullend met een poeder-, schuim- of waterblussing gedoofd moeten worden. Maar, omdat de brand door het gebruik van aerosol vaak al gedeeltelijk ingedamd is, zullen deze blusmiddelen in mindere mate nodig zijn. De schade aan apparatuur wordt dan nog enigszins beperkt.
Ter oriëntatie op nieuwe blustechnieken organiseerde de afdeling Kwaliteitszorg, Innovatie en Kennismanagement (KIK) een demonstratiedag waarop een viertal bedrijven hun brandbestrijdingsproducten presenteerden. “Na ons theoretisch verdiept te hebben in het middel aerosol, wilden we de werking ervan graag eens in praktijk zien”, vertelt luitenant-
“Aerosol kan enorm helpen in de eerste aanval van de brand. Vooral bij een grote brand, wanneer er teveel vlammen zijn of de ruimte te heet is om te betreden, lijkt het een goede aanvulling op bijvoorbeeld de één slang-benaderingsmethode”, schetst De Ron een groot voordeel. “De temperatuurda-
Alle Hens | Maart 2011
12
HARDWARE Het assortiment blus‘granaten’ van één van de vier bedrijven.
ling die het teweeg brengt, kan echter ook een nadeel zijn”, legt hij uit. “De temperatuur daalt voornamelijk doordat het gas zich verspreidt, hierdoor wordt het in de gehele ruimte gelijk. Normaal is het bovenin vele malen heter dan beneden, zo kun je door laag te blijven een brandende hut of gang alsnog betreden. Na het gebruik van aerosol kan het laag bij de grond echter ineens veel heter worden.” Blusbommen en -granaten
Tijdens de informatieve dag kijken en luisteren geïnteresseerden van het CLSK, CLAS, DMO, de Nederlandse en Belgische civiele brandweer belangstellend met het CZSK en hun Belgische partners mee. “Het is de eerste keer dat we een dergelijke bijeenkomst zo paars oppakken”, laat Boomstra weten. “Erg efficiënt, want zo zijn we allemaal in één keer geïnformeerd. We kunnen met elkaar sparren en geïnteresseerden kunnen eventueel zelf een vervolgtraject inzetten dat meer toegespitst is op de eigen situatie van het krijgsmachtdeel. De demo’s van vandaag zijn nog wat algemeen van aard.” Voor aanvang van de demonstraties op de plaat moeten de circa dertig aanwezigen allen brandwerende kleding aan. Als iedereen bovenwinds staat kan de eerste demo van start. Met een blusstaaf, die lijkt op een vuurpijl, gaat de eerste bedrijfsvertegenwoordiger een motorbrand van een autowrak te lijf. De ruimte onder de motorkap vult zich met een witte mist. In een mum van tijd is het vuur geblust. In een tweede poging laat de oefenleiding de brand wat verder ‘ontwikkelen’ alvorens geblust mag worden. Opnieuw doven de vlammen binnen enkele luttele seconden. De aerosolstaaf poogt daarna nog een aantal andere objecten te blussen. Van een rubberband tot mengsels van water en benzine. De maximum blustijd van het staafje is steeds honderd seconden.
Niet lang genoeg voor de vijf bakjes vloeistofmengsels blijkt. De wind speelt hier parten en wakkert het vuur alleen maar meer aan. Het blusgas krijgt de vlammen niet onder controle. “Eigenlijk zijn blusmiddelen met aerosol gemaakt voor gebruik in gesloten ruimtes”, verantwoordt de man van het demonstrerende bedrijf het mislukken van de proef. De andere drie bedrijven presenteren allen iets dat lijkt op een blus-‘bom’ of blus-‘granaat’. De granaat werkt zelfs nog hij wordt ondergedompeld in de vloeistof die in brand staat. De zichtbare vuurverschijnselen nemen drastisch af. De bom van een ander bedrijf vult de dertig kuub grote brandmoot in enkele seconden met het ontstane aerosolengas. Op beelden van de aanwezige warmtebeeldcamera is te zien dat de uitslaande vlammen van de aangestoken stapel hout verdwijnen, maar de kernbrand in tact blijft. De temperatuur daalt in een rap tempo tot slechts nog een derde van de warmte. Hoewel de brand zich verkleint en de gemiddelde temperatuur daalt, laait het vuur toch sneller dan verwacht weer op. Uiteindelijk blust de oefenleiding de kernbrand na met schuim. Ondanks dat de proeven niet altijd volledig slagen, krijgen de aanwezigen toch een aardige indruk van de diverse aspecten van aerosolblussing. Vervolgtraject
Commandant Boomstra toont zich tevreden over de dag: “We hebben ontzettend veel geleerd. Over de mogelijkheden én onmogelijkheden van aerosol. Het zou misschien een goede vervanger kunnen zijn van halon, dat we nu vaak gebruiken in de machinekamers van de schepen. Niet alleen is het milieuvriendelijker, je hebt ook minder gas nodig en bovendien brengt het geen schade aan de scheepsapparatuur aan. De vaste units zijn bijvoorbeeld ideaal in elektrische kabinetten. Verder zijn de producten licht in gewicht en werken ze onafhankelijk van stroomvoorziening. Je hebt geen leidingwerk of slangen nodig om het systeem te kunnen gebruiken. Dit is wel noodzakelijk bij watermistinstallaties, die daardoor ook weer kwetsbaarder worden. Een ander groot voordeel is de minimaal dubbel zo lange levensduur van de aerosolapparaten, dit scheelt enorm in de keuringsfrequentie. Dit hoeft bijvoorbeeld niet twee- maar vijfjaarlijks. Ja, al met al zie ik een hoop voordelen, maar zoals we vandaag gezien hebben is het product ook niet zaligmakend.” Naar alle waarschijnlijkheid krijgt dit onderwerp nog wel een vervolg. Uiteraard nog steeds op geheel vrijblijvende basis. “Mocht de NBCD/BV-school uiteindelijk overtuigd zijn van de toegevoegde waarde, zullen we deze behoefte via de bekende verwervingskanalen kenbaar maken. Maar goed”, concludeert Boomstra, “daar zijn we nog niet, eerst nog maar eens een extra verdiepingsslag maken en de beelden van de infraroodcamera van vandaag nog eens nader analyseren.”
In enkele seconden vult de blus‘bom’ de brandmoot waarin een mengsel van water en huisbrandolie in vuur en vlam staat.
13
Alle Hens | Maart 2011
intervie w
Sergeant Marthijn Rotteveel
“Respect krijg je niet vanwege je rang” Vakspecialist, instructeur en leidinggevende, de onderofficier vormt een cruciale schakel tussen de werkvloer en de hogere leiding. Hij of zij vervult een voorbeeldrol naar zowel schepelingen als jonge officieren. De beleidsvisie onderofficieren is een aantal jaar geleden opgesteld om de positie van deze bruggenbouwers verder te verbeteren. Maar hoe vatten onderofficieren hun rol zelf op?
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Rob van Eerden (AVDD)
Rook en vlammen, dat is het domein van sergeant Marthijn Rotteveel. Hij vertelt dan ook vurig over zijn werk als brandveiligheidsinstructeur op de NBCD-school. “Je moet wel iets van een pyromaan in je hebben als je hier wilt werken. Eigenlijk doe ik nog steeds wat ik als kleine jongen al leuk vond: fikkie stoken.” Toch heeft Rotteveel van de clandistiene liefhebberij uit zijn jeugd niet direct zijn beroep gemaakt. Als dienstplichtig matroos komt hij op bij de Logistieke Dienst Verzorging (LDV). “Een geweldige tijd”, zegt hij over die periode. Aan boord van Hr.Ms. De Ruyter en Tromp werkt hij zich op tot chef hofmeester. “Als je iets doet vanwege je rang, dan word je er niet goed in. Maar deze functie sloot prima aan bij mijn karakter. Ik ben echt een mensenmens, ik werk graag met en voor mensen. Zorgen dat alles ordelijk en netjes is, dat alle zaken goed voor elkaar zijn.” Orde, hygiëne, catering en onberispelijke ceremoniële tenues, het contrast tussen het LDV-werk en Rotteveels rol bij de brandbestrijding aan boord in een hittewerend pak kan bijna niet groter zijn. Chaos, rook en zweten met perslucht op je rug, Rotteveel kan in die situaties zijn adrenaline flink laten stromen. Hij straalt van trots als hij vertelt over ‘zijn’ aanvalsploeg 3. “Twee jongedames en ik, we waren alledrie totaal verschillende types. Maar als we die pakken aantrokken, gingen we letterlijk als de brandweer. We waren echt één team.” De instructeur
“Aan boord begeleidde ik natuurlijk ook al collega’s”, zegt Rotteveel over zijn instructeurswerk op de NBCD-school. “Mensen iets bijbrengen, daar haal ik veel voldoening uit. Maar vergis je niet: de eerste keer stond ik ook met knikkende knieën voor de klas. Je moet als instructeur namelijk heel sterk in je schoenen staan. Natuurlijk weet je vanuit je achtergrond waarover je praat, maar ik wil dan ook zeker zijn dat ik echt boven de lesstof sta.” Rotteveel krijgt tijdens zijn cursussen alles en iedereen over de vloer. “Ik verzorg herhalingslessen bedrijfshulpverlening van één dag tot brandweercursussen van vier weken”, legt hij uit. Alle Hens | Maart 2011
14
“De koffiejuffrouw, de brandweerman en de commandant, ik krijg ze allemaal in de klas. Als LDV’er heb je heel veel met officieren en andere kopstukken te maken. Voor mij zijn het ook hoge pieten. Maar tegelijkertijd zijn het allemaal cursisten die graag iets van mij willen leren. Mensen komen leeg bij mij binnen en gaan gevuld met kennis weer naar huis.” Vechtersbaasjes
Rotteveels recept voor succes? “Enthousiasme”, antwoordt hij direct. “Je moet je vak zelf ook leuk vinden. Als je het leuk brengt, blijft het hangen. Interactie met de klas vind ik heel belangrijk. Als je ze aan het denken weet te zetten, dan leren ze wat van je.” Maar daarvoor moet hij soms wel een cultuurkloof overbruggen, erkent Rotteveel. “Mariniers moeten in het begin een drempel over. Het zijn vechtersbaasjes, op en top militair. Een sergeant is voor hen echt een leidinggevende. Daar ga je niet zomaar mee in discussie. Mijn uitdaging is het om ook die mannen mee te krijgen. Daarentegen stelt een klas met jongens en meiden van het KIM juist weer heel veel vragen. Dan ga je veel dieper in op de stof.” Theorie van brandpreventie en brandbestrijding is één ding.
intervie w
De leidinggevende
Maar de praktijk vergt soms heel andere kwaliteiten van een instructeur, maakt Rotteveel duidelijk. “Weinig mensen zijn heel eerlijk over hun angst voor vuur”, legt hij uit. “Maar door hun lichaamshouding, de manier waarop ze kijken, zie ik het wel. ‘Stel je niet aan, gewoon doen’ roepen, dat werkt niet. Je moet ze vertrouwen geven. Wat je erin stopt, dat krijg je terug. Daar ben ik van overtuigd. Maar tegelijkertijd kun je niet hun handje blijven vasthouden. Want straks kunnen ze er ook alleen voor komen staan.”
“Word ik goed geleid, dan functioneer ik lekker”
“Als je onderofficier bent, dien je je ook te gedragen als een onderofficier”, zegt Rotteveel beslist. “Ik zorg ervoor dat mijn schoenen gepoetst zijn, mijn tenue in orde is en dat ik altijd op tijd ben. Leer te dienen, dat is een LDV’er wel toevertrouwd. Maar verschilt dat van de normen en waarden die ik vanuit huis heb meegekregen? Nee. Respect krijg je ook niet door een paar gouden krassen op je schouders.” Respect en belangstelling tonen, is respect en belangstelling krijgen, wil hij zeggen. “Een band opbouwen met je mensen, dat vind ik belangrijk. Ik probeer me in te leven in hun situatie. Als iemand ergens mee zit, dan wil ik namelijk graag dat ze naar mij toekomen zodat ik daar rekening mee kan houden. Voor mij werkt dat net zo: word ik goed geleid, dan functioneer ik ook lekker.” Toch ziet Rotteveel wel degelijk een taak voor zichzelf in het bewaken van de normen en waarden binnen ‘zijn’ marine. “Als een bemanning nieuw aan boord is, kun je die vergelijken met een roedel wolven. Je verovert je plaatsje op het schip. De sociale controle onderling is daarbij heel erg belangrijk. Als leidinggevende kun je sturen, begeleiden, maar je kunt ongewenst gedrag nooit helemaal uitbannen. Ik zal mijn mensen of andere collega’s dan ook aanspreken als hun gedrag niet in de haak is. Als het moet, ben ik streng. Zeker.
“Respectvol handelen heeft niets met strepen te maken”
15
Alle Hens | Maart 2011
operationeel
Specialisten bundelen de krachten
Spoorzoeken
in het Mallebos
Op 5 augustus 2010 verdwijnt de 21-jarige Farida Zargar als zij op de fiets vanuit haar werk door het Mallebos in Spijkenisse naar huis rijdt. De politie start meteen een uitgebreid onderzoek, dat later door de strenge winter stagneert. Nu de grond in het bos is ontdooid, is diepgaander bodemonderzoek mogelijk. Specialistische eenheden van het Korps Mariniers, de marine en de landmacht komen in samenwerking met het KLPD in actie en vinden nog niet eerder ontdekte sporen. Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s:?
“Op verzoek van de Korpsleiding van de Politie Rotterdam Rijnmond en het Openbaar Ministerie is er militaire bijstand aangevraagd in dit onderzoek”, vertelt kapitein der mariniers Anton van den Berg die tijdens de tweedaagse zoekactie in het Mallebos optrad als detachementcommandant van de verschillende specialistische eenheden van Defensie. “Kort
Alle Hens | Maart 2011
16
na Farida’s verdwijning in augustus hebben speurhonden het bos doorzocht en is een helikopter ingezet. Burgerhulp werd ingeschakeld met kettingbrieven, flyers en posters. In december wordt haar fiets gevonden tijdens het onderhoud aan de sloten in het bos. Daarop is het water minutieus doorzocht maar de duikers van de politie konden niets vinden in
operationeel
de bevroren oevers. Ook de directe omgeving werd helemaal uitgekamd, maar alle moeite leidde tot niets. Nu het weer milder is, is uitgebreid bodemonderzoek mogelijk. Dat hebben wij begin maart voor onze rekening genomen.” Spoorzoekactie
Zes man van de Duik en Demonteergroep, achttien searchspecialisten van de landmacht, achttien mannen van de militaire eenheid en vijf combat trackers van het Korps Mariniers. Het detachement waarmee van den Berg aan de spoorzoekactie begint is uitgebreid en uitermate gespecialiseerd. “Door onze inzet in Afghanistan waar we vaak hebben gezocht naar IED’s of de makers van deze geïmproviseerde explosieven, hebben we erg veel expertise opgebouwd in dit vakgebied. We zijn daar op het hoogste niveau bezig geweest met search en spoorzoeken. Daarnaast beschikt Defensie over materieel waarmee we de politie erg goed kunnen bijstaan.” Als voorbeeld noemt hij de onderwaterrobot REMUS van de marineduikers of de metaaldetectoren van de landmachters, waarmee metaaldeeltjes onder de grond kunnen worden opgespoord. Binnen twee weken na de aanvraag hebben de specialisten verkenningen in het bos uitgevoerd. “We moesten een gebied van veertig hectare doorzoeken en hadden daar twee dagen de tijd voor. Samen met onze collega’s bij de politie hebben we een plan gemaakt om dit voor elkaar te krijgen.” Begraven huisdier
Het plan staat als een huis. De duikers gaan met prikstokken en onderwater metaaldetectoren aan de slag in de sloten en de combat trackers lopen op linie door het bos op zoek naar bijzonderheden in het terrein. Sergeant-majoor van de mariniers Dick Vonk was een van deze professionele spoorzoekers. “Wij ‘lezen’ het terrein. Aan de hand van kleurverandering, scherpte van de lijnen in de grond of afdrukken, kunnen we zien of er ergens gegraven is. We komen deze sporen na maanden nog tegen, daar brengt een laag sneeuw of vorst geen verandering in.” Als de mannen een onregelmatigheid ontdekken in de grond, markeren ze dat voor de mensen van 17
het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), die dan op de aangewezen plek met hun apparatuur aan de slag kan gaan. “Naast een hoop begraven huisdieren en veel weggestopt vuil, zijn we ook een aantal verdachte plekken tegen gekomen. Die hebben we overgedragen aan het NFI en daar is interessante informatie uit naar boven gekomen.” Nadat de combat trackers het terrein aan een inspectie hebben onderworpen, trekken de landmachters en de mannen van de militaire eenheid door het bos met prikstokken en detectoren. Dit levert op de eerste dag meteen resultaat op. In de opgebaggerde oevers van de sloot wordt een sleutelbos gevonden. Unieke capaciteit
Een bedankbrief namens de Korpsleiding en de Districsleiding van Rotterdam Rijnmond toont aan dat de mariniers niet de enigen zijn die enthousiast waren over de samenwerking met de politie. “De afstemming van te voren en het maken van een werkbaar plan ging heel professioneel. Iedereen had respect voor elkaars specialismen”, aldus van den Berg. “Onze capaciteiten vullen elkaar goed aan en dat had iedereen meteen duidelijk op het netvlies”, concludeert hij. “Waar het NFI goed is in onderzoek op de plaats, zijn wij goed in het vinden van die plaats. Zo zie ik veel meer mogelijkheden om bijvoorbeeld onze spoorzoekers in te zetten bij de politie. Die man die die kuilen had gegraven in de Heldense bossen. Die hadden we kunnen vinden als we er op tijd bij waren geweest. Dat geldt ook voor een ontsnapping uit de gevangenis. Onze mannen zijn in staat om de vluchteling te volgen en op te sporen. De capaciteit van combat trackers is uniek in Nederland en kan op veel meer plaatsen worden ingezet dan bij de krijgsmacht alleen.” Ondanks dat het onderzoek naar de vermiste Farida nog niet is opgelost, hebben de militairen het KLPD een stuk verder op weg geholpen. Van den Berg kijkt uit naar een volgende samenwerking met de politie. “We vullen elkaar prima aan wat me een goed voorbeeld lijkt van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking.” Alle Hens | Maart 2011
mens en w erk
Gewonde mariniers doen mee aan Marine Corps Trials
“Ik ben een positiever mens geworden”
Denken in mogelijkheden. Dat is de belangrijkste les die sergeant van de mariniers Rob Severs en marinier 1 Dennis Altena trokken uit hun bezoek aan de Marine Corps Trials in Californië. Het sportevenement brengt niet alleen zieke en gewond geraakte mariniers samen, maar laat hen ook ervaren hoe je ondanks een handicap het maximale uit een sport kan halen.
Tekst: Marlous de Ridder | Foto’s: Patrick Cubel-Semperfisports, Cees Kooiman
Voor Altena en Severs, beiden zwaar gewond geraakt in Afghanistan, was het bezoek aan de mariniersbasis Camp Pendleton een opbaring. Ondanks dat op het oog niets te zien is, ervaren zij nog elke dag de gevolgen van hun zware verwon-
Alle Hens | Maart 2011
18
dingen. Hun leven, en dat van het thuisfront, staat op z’n kop en soms moeten letterlijk alle zeilen worden bijgezet om het hoofd maatschappelijk gezien boven water te houden. Het gevoel om even met gelijkgestemden te zijn, heeft de
mens en w erk
mannen daarom zichtbaar goed gedaan. Altena: “Ik ben een positiever mens geworden. Je ziet daar zoveel leed en toch hoor je niemand klagen. Door het maximale uit een sport te halen, vind je een manier om door te gaan. Dat gaf mij echt een goed gevoel.” Severs: “Bij een operationele eenheid zou je een bijzonder geval blijven. Je collega’s moeten altijd rekening met je houden. Bij de Marine Corps Trials mankeert iedereen wat. Stond er weer ergens een been tegen de muur ‘geparkeerd’, dan keek niemand daar raar van op.” 15 december 2009, Severs rijdt met zijn voertuig op een bermbom. Wonder boven wonder vallen er bij die aanslag geen doden. Twee militairen raken lichtgewond. Severs zelf verliest zijn onderbeen en zijn kaak verbrijzelt op meerdere plekken. In Doorn leert de marinier nu omgaan met zijn prothese. Zijn revalidatie verloopt voorspoedig, maar de weg is lang. Collega Altena liep blijvend letstel op nadat hij vorig jaar in zijn onderrug werd geschoten. Hij is, anders dan Severs, weer aan het werk als automonteur bij het 2de Mariniersbataljon. Veel respect
De Marine Corps Trials is een initiatief van het Wounded Warrior Regiment (Quantico, Virginia). Het is in 2007 opgericht om gewonde mariniers en hun thuisfront sociaal-maatschappelijke hulp te bieden en zo terugkeer bij hun eenheid te bevorderen of de overgang naar de burgermaatschappij mogelijk te maken. Het regiment maakt geen onderscheid tussen militairen die in de strijd gewond zijn geraakt of door ziekte minder inzetbaar zijn. De uitnodiging om de trials bij te wonen danken de mariniers aan de warme band die zij met Britse en Amerikaanse mariniers onderhouden. Eerste luitenant der mariniers Cees Kooiman vergezelt de jongens op hun reis naar Amerika. Hoewel Kooiman niets mankeert, maakt de reis ook op hem veel indruk. “Het is bijzonder om te zien hoe de hele samenleving zich inzet om zo’n evenement tot een succes te maken. Van de vrijwilligers tot de sponsors. Iedereen zet zich belangeloos in voor mannen en vrouwen die het land dienden. Uit respect denk ik. Dat is echt heel mooi.”
luchtdrukgeweer. Samen met atleten van de Royal Marines en de Australian Defence Force vormden zij voor een internationaal gelegenheidsteam. “Ik wist niet dat boogschieten zo’n rust gaf”, vertelt Altena. “Doordat je je zo moet concentreren, ben je even niet met je problemen bezig.” Dat sporten ondanks je handicap veel goed doet, kan Severs alleen maar beamen. Hij vond al eerder een uitlaatklep in het roeien. De positief gestemde marinier probeert op dit moment een plekje te bemachtigen in de paralympische roeiploeg. Diepe indruk
De verhalen van hun Amerikaanse collega’s waren schrijnend. Zo maakte ‘Chuck’, een blinde marinier zonder benen, een enorme indruk op beide mannen. Ondanks zijn zware beperkingen is hij een kei in zwemmen en fietsen. Ontroerend waren de honden die als troost dienen bij militairen met een posttraumatische stressstoornis. Severs: “De eerste twee dagen was ik ondersteboven van wat ik allemaal zag en hoorde. Daarna kwam de kentering. Het hele evenement ademde ‘mariniers’. We wisselden ervaring uit over Irak en Afghanistan, maar ook over praktische dingen. Ik kreeg informatie over protheses die ik meeneem naar Doorn”, zegt Severs. “Na Amerika besef je dat het altijd erger kan”, vult Altena aan. De reis heeft hun kijk op hun handicap veranderd. “Denken in mogelijkheden en niet in onmogelijkheden”, zegt Altena. “Dat is de les die ik heb geleerd.” “Het zou mooi zijn als er binnen onze militaire sportkalender ook ruimte komt voor aangepast sporten in recreatie of competitieverband”, vervolgt Severs. “Gewonde collega’s zouden daar fysiek en mentaal veel aan hebben. Ik zou graag de Militaire Vijfkamp willen doen. Nu kan dat niet vanwege de hindernisbaan, maar met de juiste aanpassingen wel. We hebben nu gezien dat alles kan. Als je maar wilt.”
Bloedfanatiek
Van zitvolleybal of zwemmen tot boogschieten en atletiek. De 150 bloedfanatieke deelnemers gingen tijdens diverse trials de strijd met elkaar aan. De wedstrijden dienen dan ook een belangrijk doel. De beste mariniers gaan in mei door naar de Wounded Warrior Games in Colorado. Die zijn vergelijkbaar met de Paralympische Spelen en staan open voor alle (Amerikaanse) krijgsmachtdelen. De Nederlandse mariniers kwamen zelf in actie op de onderdelen boogschieten en 19
Alle Hens | Maart 2011
oefening
Begin februari begonnen 600 mariniers en 75 militairen van 11 Luchtmobiele Brigade aan de wintertraining in Noorwegen. Daar bekwamen zij zich in zeven weken in het verplaatsen, overleven en tactisch opereren onder extreme omstandigheden. Hieronder valt ook de les wakskiën waarbij de militairen bij een temperatuur van -20 graden Celsius uit een wak te klimmen. Na de tewaterlating moeten zij eerst hun rugzak op het ijs plaatsen, voordat ze uit het wak mochten klimmen. Eenmaal op het droge rollen de mannen door de sneeuw om het meeste vocht uit de kleding te krijgen. De les vond plaats onder nauwlettend toezicht van een mountain leader van het Korps Mariniers. Om overal ter wereld en onder alle klimatologische omstandigheden te kunnen opereren, trainen militairen zowel in de bergen, de jungle, de woestijn als in Arctische gebieden. Door te trainen in extreme omstandigheden leert de militair om te gaan met situaties die weinig vergevingsgezind zijn. Dit vergt ervaring, leiderschap, discipline en doorzettingsvermogen. De wintertraining bestaat uit een Arctic Movement and Survial Course en wordt afgesloten met een tactische eindoefening. De training wordt uitgevoerd onder toezicht van het Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden (KC MOX) van het Korps Mariniers en staat onder leiding van gecertificeerde instructeurs. Foto: Cees Baardman
Alle Hens | Maart 2011
20
oefening
21
Alle Hens | Maart 2011
opleiding
Opleiding opnieuw vormgegeven
De Mountain Leader Instructor
Met het overhandigen van de certificaten, heeft het Korps Mariniers er tijdens de wintertraining in Noorwegen drie Mountain Leader Instructors bij gekregen. Tijdens de koude, windstille nachten met temperaturen van min 20 graden, afgewisseld door dagen met sneeuwstormen en windstoten, slaagden de cursisten erin om de zware opleiding af te ronden. Geen gemakkelijke opdracht, ook niet nu de opleiding in een nieuw jasje is gestoken. Tekstbewerking: Maartje van der Maas | Foto’s: Johan van Leeuwen (AVDD)
De Mountain Leader (ML-er): een marinier met een grote gedrevenheid en een exeptioneel doorzettingsvermogen. Deze man moet in staat zijn om in extreem terrein onder alle weersomstandigheden te navigeren, een groep te begeleiden en daarbij continu de veiligheid te waarborgen. Een lastige taak die niet voor iedereen is weggelegd. Het Korps Mariniers heeft dan ook alles behalve een overschot aan deze specialisten. Gekwalificeerde specialist
“De mannen volgen de opleiding tot ML-er al sinds jaren in het Verenigd Koninkrijk”, vertelt de kwaliteitsbewaker ML van het Kenniscentrum Militair Optreden onder eXtreme Omstandigheden (KCMOX). Er kwamen echter steeds te weinig gekwalificeerde specialisten terug uit Engeland. De opleiding blijkt voor velen te zwaar en lang niet alle cursisten halen de eindstreep. Het tekort aan ML-ers gaf moeilijkheden om een goede invulling te geven aan opleidingen, specifieke trainingen en oefeningen. “Daarom hebben we vorig jaar de ML-3 in het leven geroepen. Deze mannen hebben we zelfstandig opgeleid. Van A tot Z is het korps verantwoordelijk voor het afleveren van deze specialist.” De eerste mariniers met die kwalificatie achter hun naam, werden in februari 2010 operationeel. Gedurende het hele jaar is het ‘product’ ML-3 geëvalueerd. Twee grote verbeterpunten kwamen aan het licht. De mannen hadden niet het juiste inAlle Hens | Maart 2011
22
gangsniveau voordat ze aan de loodzware opleiding begonnen en de plaats van de ML3 in de organisatie was niet duidelijk. Met de nieuwe Mountain Leader Instructor (MLI) wil het KCMOX deze punten afvangen. De rode draad
“Voordat je aan de opleiding kunt beginnen, worden eerst je fysieke en navigatievaardigheden getest”, vertelt de kwaliteitsbewaker. “Degenen die slagen, kunnen zich inschrijven voor de opleiding tot Instructeur Werken Op Hoogte, een cursus die vijf weken duurt.” Het voortraject van de MLI is daarmee uitgebreid. “Pas hierna hebben de cursisten een goed ingangsniveau.” Dit jaar bleven er vijf geschikte kandidaten over. “De eerste week van de MLI is gevuld met theorie. Onderwerpen als veiligheid, routekaarten en gewondenafvoer komen dan aan bod”, legt hij uit. “Onderlinge instructie loopt als een rode draad door de hele opleiding. We beginnen daar al in de eerste week mee zodat de cursisten hun instructiekwaliteiten kunnen bijschaven gedurende het opleidingstraject.” Eén kandidaat gooide de handdoek in de ring, met vier cursisten ging de opleiding naar het buitenland. Uithoudingsvermogen
Het bergachtige landschap van het Verenigd Koninkrijk leent zich goed voor de opleiding tot MLI. Het weer is onvoorspelbaar en meedogenloos en de toppen van de bergen grillig.
opleiding
geïntroduceerd Dit zorgt voor extreme omstandigheden. “En dat is juist de reden waarom we er naartoe gaan. We leiden op in erg uitdagende omstandigheden zodat de mannen duidelijk op hun netvlies hebben waaraan ze beginnen.” De cursisten brengen enkele weken in Wales door waar ze de ML-specifieke vaardigheden onder de knie krijgen. Ze maken cable ways, gespannen lijnen van onder naar boven om uitrusting langs te transporteren, doen aan river crossings en beoefenen de vertical assault, waarbij ze een eenheid in operationele omstandigheden veilig over een berg of rotswand moeten loodsen. Ook bekwamen zij zich in micronavigatie, waarbij ze de kaarten minutieus moeten bestuderen om veilig op de plaats van bestemming te komen. De periode wordt afgesloten met de oefening Aber March. “Tijdens deze test doen ze echt aanspraak op hun uithoudingsvermogen. Ze moeten zich zowel overdag als ’s nachts over 35 kilometer door het zware landschap verplaatsen en de aangeleerde vaardigheden in praktijk brengen.” Walk in the park
Na Wales trekken de mannen naar Schotland waar ze zich bezig houden met routeverkenningen, navigatie-oefeningen, overleven en als belangrijkste de quarry-dagen. “In een afgraving of bij een groot rotsmassief beoefenen we dan gedu-
Voor mariniers is het optreden onder extreme omstandigheden core business
De korporaals van de mariniers Michel van Dam, Jurjen Verbeek en Dennis Dijkmans haalden met succes de eindstreep en mogen zich nu MLI noemen.
rende een langere periode de ML-specifieke vaardigheden.” Ook traden de cursisten op als instructeur voor een Nederlandse gasteenheid. “Een erg nuttige periode”, concludeert de kwaliteitsbewaker. “Voor mariniers is het optreden onder extreme omstandigheden core business. Dit vergt doorzettingsvermogen en gedrevenheid, het is aan de MLI om de mariniers deze vaardigheden aan te leren, het collectief te motiveren en de veiligheid te waarborgen.” Ook dit verblijf wordt afgesloten met een zware oefening. “Tijdens drie dagen beklimmen we klassiekers in de gebieden Glen Coe en Nevis Range. Dat is geen walk in the park.” De volgende fase in de opleiding vindt plaats in Noorwegen. Er zijn nog drie cursisten over. “Ook hier hebben we een verandering in de opleidingsstructuur aangebracht. De opleiding tot Militair Ski Instructeur (MSI) is geïntegreerd in de MLI-opleiding, waardoor ze de MSI-cursisten meteen instructie konden geven over bijvoorbeeld het effect van de kou en lawine risico management. Een driedaagse nachtnavigatie-oefening sloot het geheel af. De korporaals van de mariniers Michel van Dam, Jurjen Verbeek en Dennis Dijkmans haalden met succes de eindstreep en mogen zich nu MLI noemen. De rest van de wintertraining zijn zij ingezet als rechterhand van de ML-er die in het Verenigd Koninkrijk is opgeleid, waarmee de plaats van deze kersverse specialist nu ook duidelijk is. “Al met al kunnen we constateren dat de innovaties in de MLI-opleiding hebben geleid tot een goed programma waarmee we de komende jaren zeker vooruit kunnen en voldoende capaciteit creëren”, concludeert de kwaliteitsbewaker ML van het KCMOX. “Maar uiteraard hangt het volbrengen van de opleiding in de grootste mate af van de cursist.” Ook in de praktijk wordt de MLI nu goed ingezet binnen de ML-hiërarchie. Het is uiteindelijk de bedoeling dat elk peloton wordt versterkt met een Mountain Leader Instructor.
23
Alle Hens | Maart 2011
opleiding
Job Oriented Training: een vernieuwende leermethode
Gelijk aan de knoppen De opleidingen voor sonarooperator en voor wachtsofficier op de mijnenjagers zijn flink op de schop genomen. Job Oriented Training, oftewel JOT, is het toverwoord op de Belgisch-Nederlandse mijnenbestrijdingsschool Eguermin in Oostende. De ontwikkelaars, instructeurs en cursisten vertellen over hun ervaringen met de ‘geJOT’te’ opleidingen. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: René Ketting (AVDD)
Het roer gaat om in opleidingenland. Het theorieonderwijs binnen een deel van de vak- en functieopleidingen bij de Koninklijke Marine krijgt een flinke facelift. De klassieke kennisoverdracht – docent voor de klas, leerlingen braaf in de lesbanken – heeft zijn langste tijd gehad. “Het moderne onderwijs is competentiegericht”, vertelt luitenant-ter-zee 2 Mo Feitsma, opleidingskundige bij de School voor Militaire Vorming Bedrijfsvoering en Onderwijskunde (SMVBO). Samen met zijn collega Johanna Middelbos, onderwijskundige van de staf Opleidingen Koninklijke Marine (Staf OKM) en ondersteund door TNO Menskunde heeft hij zich beziggehouden met de vernieuwing van de opleidingen voor sonaroperators en wachtsofficieren. “Centraal in het competentiegericht onderwijs staat de verwerving van de noodzakelijke kennis, de vaardigheden en de werkhouding die nodig zijn voor de operationele taken”, legt hij uit. “Niet de theorie zelf is leidend, maar wat je met die verworven kennis concreet doet,” vult Middelbos vult aan. “De theorie wordt op het juiste moment aangeboden: wanneer de leerling het nodig heeft.” Job Oriented Training (JOT) doet dan ook precies dat: leerlingen leren de procedures en tactieken binnen een voor hen relevante beroepscontext. Zelf ervaren en zelf leren staan binnen JOT voorop, stelt Feitsma. “In de eenentwintigste eeuw kom je niet langer weg met twintigste eeuws-onderwijs. Tegenwoordig zijn leerlingen mondiger en willen ze worden uitgedaagd om dingen te leren. Doe je dat, dan pikken ze de lesstof niet alleen veel sneller op, maar maken ze zich die kennis ook beter eigen.” Prikkelen
In de JOT-methode staat niet zozeer de lesagenda van de docent centraal, maar de praktische kennisbehoefte van de Alle Hens | Maart 2011
24
leerling, stelt onderwijsontwikkelaar sergeant-majoor Fred Gersen. “Je kunt als instructeur een verhaal houden over de theorie van het mijnenjagen, maar het stimuleert veel meer wanneer je vanaf dag 1 al de kennis van je leerlingen benut en inzet. Wat weet de groep al? Laat ze onderling maar discussiëren en elkaar aanvullen. Dat prikkelt veel meer.” De instructeurs creëren eigenlijk de randvoorwaarden voor het zogeheten ‘ontdekkend leren’ van hun leerlingen. Door middel van (groeps-)praktijkopdrachten in een gesimuleerde werksituatie, discussie en zelfreflectie worden leerlingen gestimuleerd om zelf actief kennis te vergaren. “Vanaf de eerste dag gooien we ze in het diepe: ga maar gelijk aan die knoppen zitten, dan komen de vragen vanzelf”, schetst Feitsma. “Je ziet dat deze zelfstandige en actieve leermethode een veel steilere leercurve creëert. Ze leren sneller en weten ook beter hoe ze die kennis in de praktijk moeten toepassen.” Coach
Lesstof slimmer aanbieden, dat is eigenlijk waar het om draait binnen JOT. “In de praktijk zagen we dat de leerlingen heel veel lesstof over zich heen kregen”, vertelt luitenant-terzee 2 OC Marloes Verweij, instructeur op Eguermin. “Informatie die niet altijd even goed bleef hangen, simpelweg omdat de leerlingen de koppeling met de operationele praktijk soms misten. Daarom is nu nog eens goed gekeken naar de lesstof: wat is nice to know en wat is need to know?” Meer nog
opleiding
JOT: probleemgestuurd en oplossingsgericht Binnen Defensie zijn diverse tactische opleidingen inmiddels al overgegaan op Job Oriented Training, vooral binnen de Koninklijke Landmacht. Het rendement van de systematische behandeling van tekstboeken en presentaties bleek vooral bij een VMBO-opgeleide doelgroep laag te zijn. Daarom ontwikkelde TNO Menskunde in opdracht van Defensie een op de defensiecontext afgestemde manier van ‘probleemgestuurd’ en ‘ontdekkend’ leren. Zonder theoretische voorkennis krijgen leerlingen realistische scenario’s voorgeschoteld waarin ze worden uitgedaagd samen tot goede tactische oplossingen te komen. Deze scenario’s worden gedurende de opleiding steeds complexer en dekken zo alle wezenlijke aspecten van de functie. Daarmee tilt JOT niet alleen de kennis, maar ook het analytisch denken, de flexibiliteit, oplossingsgerichtheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van cursisten naar het gewenste niveau. Over het implementatieproces van JOT op Eguermin heeft TNO een rapport gepubliceerd. Wilt u dit rapport ontvangen, of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel en/of JOT, dan kunt u contact opnemen met Johanna Middelbos,
[email protected].
dan de inhoud, is van belang in welke vorm de leerlingen de lesstof gepresenteerd krijgen, geeft Verweij aan. “JOT vergt een heel andere houding van de instructeur. Je bent gewend om in twee uur alle theorie erdoorheen te jassen. Nu doet de instructeur een stapje achteruit. Je geeft de leerlingen de verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces. Vanaf het begin is het een groepsproces waarbinnen de leerlingen samen aan de slag gaan met de lesmaterie. In plaats van als docent treed je veel meer op als coach die dat groepsproces bewaakt. Je begeleidt en stimuleert leerlingen en helpt ze om kritisch te kijken naar hun eigen handelen. Lessen zijn interactiever en leuker. Maar vooral merk je dat ze het beter oppikken en dat ze de stof ook echt goed beheersen.”
resseerd in goed of fout. Rijtjes kunnen opdreunen, dat vind ik niet belangrijk. Ik wil weten in hoeverre een leerling de stof beheerst en welke kennis al aanwezig is. Dat beoordelen we nu dus aan de hand van interviews en een praktijkgerichte proeve van bekwaamheid.” Matroos 1 Sander Lunenburg en ranggenoot Glenn Kuipers beviel de grotere vrijheid binnen de opleiding wel. “Je moet veel dingen zelf doen, zelf uitzoeken. Doordat je zoveel met elkaar samenwerkt, leer je misschien ook wel een stuk sneller”, denkt Lunenburg. “Kritisch zijn op je systeeminstellingen, dat heb ik zeker geleerd”, erkent Kuipers. “Een drill van tweeënhalve week”, zo omschrijft Lunenburg de opleiding in Eguermin. “Uiteindelijk kun je aan het eind van je opleiding functioneren aan boord, je kent de principes, de procedures”, somt Kuipers op. “Maar de meeste ervaring doe je op in het echie.” Zijn collega valt hem daarin bij. “Je weet hoe het systeem werkt, maar pas aan boord zet je de puntjes op de i.”
“Rijtjes opdreunen? Dat vind ik niet belangrijk” Voor het echie
En daar draait het natuurlijk uiteindelijk allemaal om. Daarom is ook de toetsing van de lesstof aangepast, vertelt Gersen. “Praktisch leren betekent ook dat je af moet van zoiets als schriftelijke examinering. Als opleider ben ik niet geïnte25
Alle Hens | Maart 2011
hard w are
Testteam beproeft FRISC in Nederlandse wateren
Een supersnelle multifunctionele boot
“De boot is sterker dan het personeel”, stelt projectbegeleider kapitein der mariniers Tim van Wijk. “Je moet af en toe vaart terugnemen want anders gaat je karkas kapot.” Na tests in het Caraibische Gebied, wordt de eerste Fast Raiding Interception and Special Forces Craft, FRISC in de volksmond, in Nederland beproefd. “Die boot houdt het wel. We moeten hem zo werkbaar mogelijk maken voor de mens.”
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Ad Biersteker (AVDD)
Daar krijgt het FRISC testteam veertien weken de tijd voor. Zij hebben van de Defensie Materieel Organisatie, die de supersnelle boot voor het CZSK verworven heeft, een interceptormodel gekregen om allerlei tests mee uit te voeren. Dit model is twee meter langer dan de demonstrator waarmee ze in de West hebben gewerkt en is het prototype van de boot die de vloot en het Korps Mariniers straks in gebruik zullen nemen. In het laatste kwartaal van het jaar moeten de laatste verbeAlle Hens | Maart 2011
26
terpunten aan de FRISC zijn weggewerkt zodat de multifunctionele boot operationeel inzetbaar is. Wijd spectrum
“En multifunctioneel is de FRISC zeker”, legt de leider van het testteam eerste luitenant der mariniers Harm Jonker uit. “De boot wordt straks geleverd in vier versies. Een raiding-type voor het Korps Mariniers, waarmee we een geweergroep op
hard w are
het strand kunnen afzetten en weer ophalen zodat zij een operatie kunnen uitvoeren. Een kortere versie daarvan komt beschikbaar voor ondersteuning in het Caraibische Gebied. Aan boord van de nieuwe patrouilleschepen van de Hollandklasse komt een interceptor-versie en de Maritime Special forces Operators (MSO) en de Unit Interventie Mariniers (UIM) nemen het boarding-type in gebruik.” Dit wijde spectrum aan inzetmogelijkheden was de leidende gedachte bij de ontwikkeling van het vaartuig. “De Boston Whalers en de Landing Craft Rubber Motorised van het Korps Mariniers moesten vervangen worden. Met de komst van de Hollandklasse werd er ook gezocht naar een geschikt vaartuig om in de OPV mee te nemen voor het uitvoeren van boardings. Uit de mix van eisen die deze operationele scenario’s met zich meebrengen is de FRISC geboren.” Aanpassingen
“Ondanks dat we in de West al veel hebben gevaren met het demonstator-model zijn er nu nog genoeg zaken te beproeven”, vertelt bestuurder sergeant van de mariniers Nick Dekker. “Nog niet alle technische onvolmaaktheden waarmee we geconfronteerd werden, zijn weggewerkt in de interceptor.
Daarnaast konden we niet alle beproevingen uitvoeren en komen we er hier achter dat er nog wat punten op de i gezet moeten worden.” Een goed voorbeeld daarvan geeft zijn collega schipper Henri de Winter aan. Als enige vlootmedewerker in het team is hij nauw betrokken bij de tests waarbij de FRISC het nieuwe patrouilleschip in vaart. “De OPV past als een handschoen om de boot. Er is echter een uitdaging bij het naar binnen gaan. De polyester tubes zijn niet bestand tegen harde klappen tegen de metalen wand van het patrouilleschip. Bij een hoge zeegang is het bijna onmogelijk om de wand niet te raken dus daar moet nog een oplossing voor gevonden worden. Het hijsen en strijken met de davits aan de zijkant van het schip gaat daarentegen prima.” Ook de stoelen en het navigatiesysteem zijn nog niet helemaal naar de wens van het team. “Sommige teststoelen bieden niet de juiste steun tegen de klappen van het hogesnelheidsvaren. Anderen veranderen in een blok ijs bij gebruik in het koude Noorwegen omdat de zitting water doorlaat” Een ander punt van zorg is hoe een groep mariniers moet landen op een strand. De punt van de FRISC is erg hoog, waardoor de mannen gegarandeerd nat worden als ze van boord stappen en wordt het lastig om de loodzware boot terug naar zee te du-
Het team kijkt hoe de FRISC zo goed mogelijk tegen een schip ‘plakt’ zodat de UIM aan boord kan klimmen.
27
Alle Hens | Maart 2011
H ard w are
wen. Toch zijn de mannen erg te spreken over de boot. “De vaareigenschappen, snelheid, wendbaarheid en stabiliteit zijn uniek. Er moeten nog een aantal aanpassingen gedaan worden maar dan is deze boot een enorme stap voorwaarts op het gebied van het varen met hoge snelheid bij de marine.” Flapperende neusvleugels
Een tocht over het Helderse Marsdiep zet deze woorden luister bij. Schijnbaar moeiteloos scheert de FRISC messcherp door het water. De ene bocht volgt de andere op, inzittenden kantelen van de ene naar de andere zijde en neusvleugels flapperen in de wind. Toch wordt het nooit oncomfortabel. Bestuurder sergeant van de mariniers Harm van Dijk is het daar niet helemaal mee eens. “Het water is nu vlak maar als er bij deze snelheid meer zeegang is, wordt het lastiger voor de mens.” Naast de technische punten richten de mannen zich tijdens de veertien weken juist sterk op het menselijke aspect om de operaties met de boot zo werkbaar mogelijk te maken. “Met de UIM gaan we bepalen hoe we het best boardingoperaties kunnen uitvoeren. Hoe kunnen we de boot het best tegen een ander schip positioneren zodat zij veilig aan boord kunnen klimmen? We hebben de MSO aan boord gehad. Wat zijn de beste vuurposities? Waar kunnen zij het best gaan zitten? Waar laten zij hun uitrusting en hoe zetten we alles zeevast? Geen onbelangrijke vragen in een boot die
Een loshangend koordje verandert met deze vaart al snel in een gemene zweep D110308AB1126 Het testteam heeft nog wat beproevingen op de lijst staan.
Alle Hens | Maart 2011
28
met 42 knopen over het water vlamt.” Vanwege deze hoge snelheid komt ook het KPU-bedrijf aan boord. Zij gaan zorgen voor goede kleding voor de bestuurders want een loshangend koordje verandert met deze vaart al snel in een gemene zweep. TNO vaart zelfs mee om te kijken hoeveel G-krachten er op de mannen vrij komen. Het ontwikkelpad naar de FRISC is nog niet afgelopen maar het team heeft er groot vertrouwen in. “De boot kan echt veel”, concludeert Van Wijk. “Maar we moeten ermee leren omgaan.” Er zullen straks 48 boten afgeleverd worden die inzetbaar zijn in een wijd maritiem spectrum: van counter drugs operaties tot maritieme terrorismebestrijding en wereldwijd amfibisch optreden in de A moeilijke omgeving van rivierdelta`s”
oefening
Amfibische oefening met alles erop en eraan Met slechts een heldere sterrenhemel en een bijna volle maan als natuurlijk licht, varen de kleine Boston Whalers het dok van de Rotterdam uit om heimelijk koers te zetten naar een van de stranden van Bonaire. De eindaanval van een unieke amfibische oefening in het Caribisch gebied is in volle gang. Tekst: Vanessa Strijbosch | Foto’s: Peter Bijpost (AVDD)
29
Alle Hens | Maart 2011
oefening
buitengaats met een Landing Craft Vehicle Personell (LCVP) het dok van de Rotterdam uitgevaren en overgestapt in de kleinere landingsvaartuigen om heimelijk koers te zetten richting land. Een operatie waar het Korps Mariniers zich in onderscheidt: ongezien en ongehoord aan land komen. Toch is het in de praktijk niet altijd mogelijk om dit soort oefeningen te houden onder deze omstandigheden en met deze eenheden. “Niet elke marinier uit de compagnie heeft de laatste tijd de kans gekregen om zijn amfibische vaardigheden op peil te houden. Enkelen zijn uitgezonden geweest in Afghanistan of er waren andere redenen waardoor er door hen niet op deze schaal amfibisch geoefend kon worden”, verklaart compagniescommandant Van Dijk. “Voor sommigen is dit zelfs de eerste keer dat ze met de Rotterdam samenwerken”, aldus Van Dijk die de samenwerking met de bootcompagnie ‘zeer vruchtbaar’ noemt. Irritante muggen
De rugzakken worden naar boven gehesen en daarna klimmen de mariniers met behulp van een knopentouw en een speleoladdertje naar boven.
Het scenario van de oefening is niet zozeer uitzonderlijk. Echter, de deelnemende eenheden en de locatie maken het bijzonder. Hr.Ms. Rotterdam is het eerste amfibische transportschip dat de komende maanden voor de Koninklijke Marine in het Caraibische Gebied vaart. Deze oefening, waarbij naast de 32e infanteriecompagnie van Aruba ook de tweede bootcompagnie van het Korps Mariniers en de boordhelikopter van het schip betrokken zijn, kan op deze schaal plaatsvinden vanwege de toegevoegde waarde van Hr.Ms. Rotterdam. “Normaal gesproken zijn we beperkt tot het trainen op pelotonsniveau met de Boston Whalers, die we hier in de West hebben”, aldus majoor der mariniers Jan Willem van Dijk, de commandant van de 32e infanteriecompagnie. “Met de Rotterdam zijn we in staat om een grootschalige amfibische operatie te trainen met alles erop en eraan!” Heimelijk aan land
Op een strand waar normaal gesproken vele toeristen recreëren en in het azuurblauwe water snorkelen, komen in het holst van de nacht mariniers aan land. Even daarvoor zijn ze
Alle Hens | Maart 2011
30
Voor de ervaren bootcompagnie heeft deze oefening ook een duidelijke toegevoegde waarde. “We draaien niet vaak in dit deel van de wereld amfibische oefeningen”, vertelt de commandant van de tweede bootcompagnie, majoor der mariniers Peter de Vreng. “De ervaringsuitwisseling met de 32e infanteriecompagnie van Aruba is leerzaam”, voegt hij toe. Dat blijkt bijvoorbeeld als de Rotterdam kans ziet om tijdens de oefening de Boston Whalers aan boord te hijsen. “Dit is wel andere koek”, vertelt een van de mariniers van de verkenningseenheid van de bootcompagnie tussen het aangespoelde koraal op het strand van Bonaire. “Ik heb de oefening Joint Caribbean Lion (grootschalige internationale oefening in het Caribisch gebied in 2006, red.) niet meegemaakt en dit is voor mij de eerste keer dat ik in dit gebied opereer. Er zijn hier weer andere zaken waar je rekening mee moet houden, waaronder de vele irritante muggen en ander ongedierte.” Verrassingsaanval
Om de eerste verkenningen aan de wal uit te kunnen voeren, moet nog wel een obstakel overwonnen worden: een steile rotswand. Met behulp van een knopentouw en een speleoladdertje klimmen de mariniers ogenschijnlijk makkelijk
“Voor sommigen is dit zelfs de eerste keer dat ze met de Rotterdam samenwerken”
oefening
Met het ochtendgloren in zicht, komen de mariniers aan land.
naar boven en zetten hun operatie verder voort. “Dit is een verrassingaanval. Vanuit het water kunnen we een stuk land innemen op een plek waar de vijand het niet verwacht omdat - zoals in dit geval - een obstakel in de weg zit en het niet ideaal lijkt om deze route te nemen”, licht Van Dijk de achterliggende gedachte toe achter dit onderdeel, de cliff assault. “De cliff assault zit in ons standaard pakket, maar kan niet regelmatig beoefend worden”, vertelt Van Dijk. “Dit onderdeel is voor onze compagnie van groot belang en daarom is deze amfibische oefening ook zo nuttig.” Af en aan
Voor de kust van Kralendijk voeren de landingsvaartuigen, de Landing Craft Utility (LCU) en Landing Craft Verhicle Personell (LCVP), van de Rotterdam af en aan om het personeel en zware materieel aan land te zetten. Voorzichtig wordt gekeken of het strand de vrachtwagen en de Beach Armed Recovery Verhicle (BARV) kan houden of dat de CASE eerst het strand moet prepareren en een speciale trackway, een soort oprolbare aluminium weg, neer moet leggen. Wanneer alle voertuigen aan land zijn gezet, kan de LCU weer terugkeren naar het moederschip. De komende nacht vindt de eindaanval plaats. Echter, nu al kunnen de Rotterdam en de compagnie spreken van een geslaagde oefening met ‘alles erop en eraan’.
31
Toeristen op Bonaire worden verrast door een van de landingen van een LCU met zwaar materieel aan boord.
Alle Hens | Maart 2011
S P ort
Golftoernooi De 18e editie van het Groot Militair Brevet golftoernooi wordt op 24 juni de baan van Drentse golfclub ‘de Gelpenberg’ in Aalden gespeeld. Deelname staat open voor houders van het Groot Militair (vlieg) Brevet of Marine Vliegbrevet en tenminste een GVB. De inschrijving loopt van 1 april tot 1 juni. Alle informatie en het inschrijfformulier zijn te vinden op www.gmbtrophy.nl
Tweedaagse militaire prestatietocht De 63ste prestatietocht vindt plaats op 31 mei en 1 juni 2011 vanuit Harskamp en omgeving. De datum van opkomst is maandag 30 mei vanaf 16.00 uur. De TMPT is een veelzijdige sportieve tocht voor alle beroeps- en reservemilitairen van alle krijgsmachtdelen en bestaat uit twaalf onderdelen, die in twee dagen binnen twee maal tien uren moeten worden afgelegd. Voor dames en voor deelnemers van 45 jaar en ouder gelden lichtere eisen, die gepubliceerd staan op www.tmpt. nl. Het behalen van deze prestatie geeft recht op het dragen van het TMPT-kruis. Deelname is per team van twee militairen. Er zijn twee leeftijdscategorieën. De uiterste inschrijfdatum is 24 mei 2010. Er kunnen circa 275 teams deel nemen. Voor meer informatie en inschrijving: www.tmpt.nl 17 | 02
Verslag MK Volleybal
Traditiegetrouw vond het kampioenschap plaats op het Koninklijk Instituut voor de Marine. Omdat slecht één damesteam zich heeft opgegeven voor de wedstrijden besloot de organisatie hen te laten meespelen met de heren, die zich met zeven team hadden aangemeld. Gedurende de dag werd er sportief gestreden om de titel ‘Marinekampioen volleybal 2011’. De vrouwen hebben de vijfde de plaats behaald terwijl ze op een door mannen gedoAlle Hens | Maart 2011
mineerd toernooi stonden. Ook het volleybalnet hing op mannenhoogte wat een barrière vormde waar de vrouwen tegen aan liepen. Het team van het Marinebedrijf was te sterk voor de andere teams en eiste de eer op, team Erfprins werd een goede tweede en team Mix-grill samen met het Spido-team werden derde en vierde. Uitslagen 1. Heren Marine bedrijf ( team Krediet) 2. Heren Erfprins 3. Heren Mixed-Grill 4. Heren Spido 5. Dames Mix 6. Heren De Kooy 7. Heren PMV 18 | 02
Fanatiek op de squashbaan
De squashers op het CDK squashtoernooi van CZMCARIB hebben fanatiek gestreden voor elk punt. Martin Westra was de beste na alle speelronden en won de finalepartij van Erik Veer. LTZ1 Folkert Venema eindigde op een derde plaats nadat hij de troostfinale won van KAPT Hans Jansen. 23 | 02
23 | 02
KIM-cross
Onder ideale loopomstandigheden hebben ruim 390 deelnemers meegedaan aan de jaarlijkse KIM-cross in Den Helder. Het bekende parcours leidde de lopers ook dit jaar weer over unieke stukken natuur in het gevarieerde Helderse landschap. “Voor iedereen wat wils”, legt SGTMARNALG Hessel van der Zee uit. “De nadruk ligt op cross. Deze historische routes van 4 of 8 kilometer hebben alle elementen waar een cross aan moet voldoen”. Het beruchte startschot werd zoals gebruikelijk verzorgd door kanonniers met een handgemaakt saluutkanon. Voorafgegaan door twee mountainbikers liepen de enthousiaste sporters over het parcours met enkele stukken verharde weg, strandovergangen, schelpen- en ruiterpaden. Na afloop kreeg iedere deelnemer een herinnering en voor de prijswinnaars waren mooie medailles beschikbaar. Ook werden de traditionele wisselbekers voor de beste adelborsten uitgereikt. Van der Zee besloot deze dag met de constatering dat het deelnemersveld ieder jaar ‘paarser’ wordt. “Een ontwikkeling die de organisatie zeer tevreden stelt.”
OMK Schaatsen
16 | 03
Ook op bevroren water kan het CZSK-personeel goed uit de voeten. Op de baan van Flevonice in Biddinghuizen zijn de koningsnummers tijdens het OMK Schaatsen ten prooi gevallen aan marinemensen: LTZ David Boom won de 40 km, LTZ Jeroen Repko de 20km en bij de dames veroverde KLTZ Stephanie Oost de titel op de 20 km.
Alle krijgsmachtdelen waren met een dames- en een herenteam naar Den Helder gekomen om daar uit te maken wie het komend jaar de titel Militair Kampioen Zaalvoetbal mocht dragen. Het hoofd FSP Nieuwe Haven uitte tijdens de opening de hoop uit dat er fel doch sportief zou worden gestreden om de titel. Dit werd door de teams meer dan waargemaakt. Het kampioenschap kenmerkte zich, met name bij de heren, door een hoog niveau en gaf uiteindelijk de volgende einduitslag: Heren: Dames: 1. CLAS CLAS 2. CZSK Kmar 3. CLSK CLSK 4. Kmar CZSK
NMK Zaalvoetbal
32
LOGBOEK
13 | 03
Aspirant Officieren ronden praktische opleiding af Na een eindoefening van drie weken in het Engelse Wales, rondden zestien pelotonscommandanten in spé de Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers (POTOM) af. De training speelde zich de eerste twee weken af op de oefengebieden en schietbanen op Sennybridge Training Area (SENTA). Hierbij begonnen de aspirant-officieren in de eerste week met een field live firing exercise waarbij ze diverse offensieve operaties uitvoerden zoals pelotonsaanvallen, hinderlagen en gevechtspatrouilles, zowel bij dag als bij nacht. Nieuw hierbij waren de verschillende enablers zoals elementen van het vuursteunpeloton (mortierteams en marksmenteams) en elementen van de ondersteuningscompagnie (assault engineers). Na de live firing exercise begon de eindoefening waarvan het scenario was gebaseerd op een mix van conventioneel op-
treden en optreden in een counterinsurgency omgeving. Hierbij moesten de cursisten beurtelings als pelotonscommandant functioneren en leiding geven aan de onder hun bevel gestelde mariniers en onderofficieren. De POTOM sloot de training af met een laatste fysiek zware week op het Commando Training Center Royal Marines (CTCRM) te Lympstone waar zij een introductie kregen in de diverse
commandotesten die Engelse Royal Marines moeten halen om hun opleiding af te ronden. Deze fysieke week werd afgesloten met een 30-miles mars door het woeste oefengebied Dartmoor. Aangekomen bij de finish werden de zestien overgebleven aspirant-officieren onthaalt door twee doedelzakspelers en aansluitend gefeliciteerd door hun kader.
01 | 03
De Zeeleeuw doneert aan KIKA Een vertegenwoordiger van de stichting Kinderen Kankervrij heeft aan boord van Hr.Ms. Zeeleeuw een donatie in ontvangst genomen. De bemanning van de Zwarte Parel heeft het geld ingezameld met verschillende OS&O-activiteiten. Zo is er een veiling gehouden op de terugreis uit Somalische wateren. Door het veilen van items als een dagje duty-commandant, ontbijt op bed en vrij van algeheel schoonschip heeft de boot een bedrag van 2222 Euro opgehaald. Dit bedrag is overhandigd door de commandant, LTZ1 Erwin Rijsink en leden van de OS&O-commissie, MATRODOPS 1 Tim Koens en KPLODOPS Rachid Goldewijk.
02 | 03
Staal Joint Support Ship gesneden Bij de bouw van het JSS is een mijlpaal bereikt met de start van het snijden van het staalpakket voor het schip. Dit gebeurde op de werf van scheepsbouwer Damen Shipyards in het Roemeense Galati. De kiellegging van het nieuwe ondersteuningsschip staat gepland voor begin juni van dit jaar. De bouw en constructie van het casco bij Da-
men Shipyards Galati is naar verwachting in de zomer van 2013 afgerond, waarna het schip naar Vlissingen wordt gesleept voor de afbouw bij Damen Schelde Naval Shipbuilding. De proefvaart moet in het voorjaar van 2014 plaatsvinden en aansluitend de oplevering in de zomer van dat jaar.
01 | 03
Mijnendienst ruimt explosieven Eurogeul Hr.Ms. Hellevoetsluis heeft in twee weken vijf explosieven op de Noordzee geruimd. Deze bevonden zich in de drukbevaren aanvoerroute naar de Rotterdamse haven. “De Eurogeul en Noordhinder zijn drukbevaren routes”, vertelt de commandant van de mijnenjager, luitenant-ter-zee Sjoerd Feenstra. “Elk explosief vormt daar een reële bedreiging voor de scheepvaart”. Met de Seafox, een zogenoemde Remotely Operatad 33
Vehicle (ROV), werden meerdere contacten gelokaliseerd en onderzocht. Vier bommen werden op locatie vernietigd. Marineduikers brachten een explosieve lading aan op de bom, die vervolgens gecontroleerd tot ontploffing werd gebracht. Eén explosief bevond zich te dicht bij een pijpleiding. Deze zeemijn werd met een hefballon van de zeebodem getild en verplaatst naar een veilige locatie, om daar te worden vernietigd. Alle Hens | Maart 2011
LOGBOEK
28 | 02
Duikers zoeken naar bewijsmateriaal Marineduikers hebben in rivier de Noord nabij Rotterdam gezocht naar bewijsmateriaal in een strafrechtelijk onderzoek. Dit gebeurde op verzoek van het regiokorps RotterdamRijnmond. Het bewijsmateriaal ligt vermoedelijk op de bodem van de Noord. Door de sterke stroming in deze getijdenrivier en het drukke scheepvaartverkeer, diende de politie een verzoek tot militaire bijstand in. De Duik- en Demonteergroep doorzocht een gebied van 500 bij 400 meter af met de onderwaterrobot REMUS en bracht de blinde vlekken in kaart, zoals de bodem rond de pijlers van de brug over de Noord. Hierbij maakten de duikers 18 | 02
Mens middel voor maritiem succes In het evenementencentrum op de marinekazerne Amsterdam was een vreemd schouwspel gaande. Onder begeleiding van TNO lieten ruim vijftig wetenschappers, militairen en defensie burgerspecialisten zich verleiden om al knippend, plakkend en pratend hun visie op toekomstige missiepreparatie uit te denken. De vraag was hoe een team van professionals in twee weken optimaal voorbereid kunnen worden op een uitdagende missie in onbekende omstandigheden. Het antwoord lag in het beter onderzoeken van de noodzakelijke soft skills: persoonlijke, emotionele sociale en intellectuele vaardigheden, waar nodig ondersteunt door vernieuwende technologie. Het meest opmerkelijke hierbij was het impliciete uitgangspunt dat het materieel wel beschikbaar komt. De mens blijkt de belangrijkste bron te zijn voor succes. Een open deur, die zou kunnen beteken dat de organisatie het best rondom de diversiteit van mensen georganiseerd moet worden. Organisator KLTZ Peter van Maurik is tevreden over het resultaat. “Ik weet nog niet precies hoe we dit in praktijk gaan brengen, maar wij hebben de trossen vast los gegooid en zijn onderweg.” Alle Hens | Maart 2011
gebruik van de akoestische camera Navigator, met sonarapparatuur. “Een fysiek zeer zware duik door de sterke stroming”, stelt marineduiker Wiebe Wester. In deze getijdenrivier kan alleen gedoken worden tijdens de kentering van het getij, dus wanneer de stroomrichting verandert. “Alleen dan neemt de stroming genoeg af, om tegen de stroom in te kunnen zwemmen”. Om de veiligheid van de duikers te garanderen, sloot de waterpolitie een deel van de waterweg af voor het scheepvaartverkeer.
27 | 02
Krans op Kembang Kuning Defensieattaché in Jakarta, KTZ Pieter Heijboer, heeft namens de marine een krans gelegd bij het Karel Doorman-monument op het ereveld Kembang Kuning op Surabaya. Hij deed dit samen met de heer Nahuijsen, de zoon van een telegrafist aan boord van Hr.Ms. De Ruyter, het vlaggenschip van SBN Karel Doorman. Het was die dag 69 jaar gelegen dat in 1942 de geallieerde vloot onder Nederlandse leiding tegen de Japanse invasievloot ten Noorden van Surabaya een nederlaag leed, wat de inleiding vormde tot de val van Nederlandss-Indie.
28 | 02
Minister op bezoek bij mariniers Minister van Defensie Hans Hillen heeft een werkbezoek gebracht aan het Mariniers Trainings Commando (MTC) op de van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. De minister werd verwelkomd door de commandant Korps Mariniers en de commandant MTC. Na een korte briefing over de korpsorganisatie, de trainingsfilosofie en de inzet- en gereedstelling van het MTC, werd de minister uitge-
34
nodigd om de dagelijkse activiteiten van de mariniers op de kazerne bij te wonen. Hierbij kreeg hij een voorlichting over optreden in verstedelijk gebied (OVG), Forward Air Control training (FAC), Operational Planning Group (OPG) voor het aanstaande Vessel Protection Detachment (VPD). Dit laatste is een groep mariniers die aan boord van een koopvaardijschip meevaren om het te beschermen tegen piraterij. Verder gaven de tamboers en pijpers een demonstratie van de infanterie-exercitie. Tijdens de rondgang nam Hillen de tijd om met het personeel te praten. Hij sprak onder meer met mariniers die in Afghanistan, de Indische oceaan, Golf van Aden en Arabische zee waren in gezet.
LOGBOEK
27 | 02
Marine ruimt Duitse zeemijn Hr.Ms. Vlaardingen heeft een explosief op de Noordzee tot ontploffing gebracht. Het ging om een Duitse zeemijn van het type GD, die in de Tweede Wereldoorlog ook als dieptebom werd ingezet. De mijnenjager doorliep op dat moment de Mine Countermeasure Vessels Operational Sea Training (MOST), een intensieve opwerkperiode waarin alle vaardigheden worden getraind om in ernstsituaties mijnen te ruimen. Tijdens een mijnenjachtoefening, waarbij het zeegebied Groote Bank met de sonar in kaart werd gebracht, stuitte
de bemanning op de Duitse GD-mijn. Daar de zeemijn vlakbij de drukbevaren aanloop naar Zeebrugge, Vlissingen en Antwerpen lag, werd besloten om deze onschadelijk te maken. Omdat het Duitse explosief vlak naast een onderzeese kabel lag, moest deze met een hefballon van de bodem worden getild en naar een veilige locatie verplaatst. Daar brachten marineduikers een vernietigingslading van 18kg TNT aan, waarmee de mijn vervolgens gecontroleerd tot ontploffing werd gebracht. “Een zeldzaam mooie
gelegenheid om opwerken met het echte werk te combineren”, sprak de oudste officier van de mijnenjager, luitenant-ter-zee Sander Klop, achteraf.
18 | 02
Redding door bemanning De Ruyter Twee bemanningsleden van Hr.Ms. De Ruyter hebben tijdens het havenbezoek aan de Seychellen een Britse man uit het water gered. De man had kramp gekregen tijdens het zwemmen en dreigde te verdrinken. KPL
TDW Michel Mentink zat met een aantal collega’s op een uitsparing boven een strandje op het eiland Mahé, toen hij iemand om hulp hoorde roepen. Op zestig meter buiten de kust zag hij een man in moeilijkheden. De
jonge korporaal twijfelde geen moment en rende zo snel als hij kon naar het strand. “Je denkt dan niet na, maar je gaat gewoon!”, vertelt hij achteraf. Ook MAJMARNS Jan Eijkelboom kwam direct in beweging toen hij de noodkreten hoorde. Samen brachten zij de Brit op het droge. Een ambulance bracht hem voor controle naar het ziekenhuis. De volgende ochtend brachten de drenkeling, oud-brandweerman Frank Daniell en zijn echtgenote een bezoek aan het LCF om de redders te bedanken. “Het was bizar en vreemd om zelf eens gered te worden, nadat ik zo vaak mensen uit brandende huizen heb gehaald. Ik dank mijn leven aan deze mannen.” De nacht aansluitend aan zijn redding, was Daniell ook nog opa geworden. Uit handen van de commandant van het schip ontving hij een klein standbeeldje van Michiel Adriaanszoon de Ruyter als klein aandenken aan die bijzondere 24 uur uit zijn leven.
Meer duidelijkheid over postactievenpas Als vervolg op het eerder gepubliceerde artikel over de dienstslachtofferpas en postactievenpas puntsgewijs wat meer duidelijkheid. 1. Elke gewezen ambtenaar, zowel militair als burgerambtenaar die tenminste 12 jaar in actieve dienst is geweest bij de marine (incl. reservistenjaren) komt in aanmerking voor de postactievenpas. 2. De ‘pas gewezen militairen’ faseert uit en wordt op aanvraag vervangen door de nieuwe postactievenpas.
3. Wie in het bezit is van een veteranenpas of dienstslachtofferpas komt niet in aanmerking voor een postactievenpas. Men heeft recht op één type pas. Alleen dienstslachtoffers hebben de keuze tussen een dienstslachtofferpas of postactievenpas. 4. De pas geeft alleen uw status aan en is geen toegangspas. Ten aanzien van de toegangspas komt op termijn meer duidelijkheid. Alleen degenen die kunnen aantonen regelmatig een defensiecomplex te 35
moeten bezoeken komen in aanmerking voor defensiepas type 3 (de uitrol van deze pas zal waarschijnlijk nog enige tijd duren). Formulieren aanvragen bij het secretariaat van Bureau Algemene Personele Zorg (telefoon: 0223 - 654842) of downloaden op www.defensie.nl/marine/postactieven. Voor meer informatie: SGTLDA Sandra van Rijsewijk (telefoon: 0223 – 654415). Alle Hens | Maart 2011
logboek
15 | 02
Bezoek aan Thales Een delegatie van de Marinedetachementen Holland & Zeeland heeft een bezoek gebracht aan Thales in Hengelo. Thales ontwikkelt in opdracht van de DMO diverse sensoren voor de patrouilleschepen. Naast de radars SMILE en SEASTAR zijn dit ook het electro-optisch systeem GATEKEEPER, de non-rotating IFF en een geïntegreerd communicatiesysteem. Daarnaast vindt in Hengelo de installatie van bovengenoemde sensoren in de mast plaats. De stalen constructie van deze mast is gebouwd door het Marinebedrijf. De constructie, die eind vorig jaar met een binnenvaartschip vanuit Den Helder naar Hengelo is getransporteerd, staat momenteel op het terrein van Thales. Hier is men momenteel druk bezig met de inbouw van alle radars, sensoren en communicatiesystemen, inclusief alle bijbehorende cabinetten en antennes. Na de ontvangst kregen de bemanningen in
de ochtend een beknopte presentatie over het bedrijf Thales, gevolgd door een interessante uiteenzetting over de ontwikkelingen in de wereld die uiteindelijk de keuze voor het patrouilleschip met haar bijbehorende mast nog eens duidelijk onderstrepen. Na de lunch volgde in de middag een rondleiding
09 | 02
Voorzorgslanding aan boord van De Ruyter
Tijdens een patrouille boven de Indische Oceaan op zoek naar een dhow die mogelijk betrokken was geweest bij een piratenaanval op een koopvaardijschip, kreeg de boordhelikopter motorproblemen. Door het abrupt wegvallen van het motorvermogen van één van de beide motoren, werd de hoofdrotor nog maar door één motor aangedreven. Na een PAN-call nam de crew de emergencychecklist door en zette de betreffende motor af. Aan boord van het LCF maakte men zich ondertussen gereed voor een voorzorgslanding. Dit houdt in dat de gehele brandbestrijdingsorganisatie en de medische dienst op Alle Hens | Maart 2011
post komt voor het geval de landing resulteert in een crash aan dek. De afstand tot de De Ruyter was op dat moment 65 mijl. Het LCF kwam met maximale snelheid richting de helikopter, de helikopter vloog met beperkte snelheid richting het schip. Dichtbij de De Ruyter dumpte de helikopter brandstof, munitie en rookkaarsen. Deels vanwege een gewichtsbesparing, wat resulteert in een vermindering van het benodigde vermogen voor een single-engine landing, deels om de risico’s bij een eventuele brand te beperken. Uiteindelijk landde de helikopter veilig, 35 minuten nadat het probleem zich voordeed. 36
over het bedrijf en konden de bemanningen met eigen ogen de eerste mast en bijbehorende componenten aanschouwen. De mogelijkheden die de mast het schip straks biedt, maakte grote indruk op de bemanningsleden. Een select gezelschap kon een kijkje nemen aan de binnenkant ervan. 26 | 01
Een taart voor het Joint Support Ship Bij CAMS Force Vision vond de eerste bijeenkomst voor de ontwikkeling van het Combat Management System voor het Joint Support Ship plaats. Om deze mijlpaal te vieren sneden directeur KTZE Harco Slot en de projectleider KTZ Paul de Leeuw een JSS-taart aan. Het CMS fungeert als integrerend systeem voor alle SEWACO-systemen en relevante platform systemen zoals bijvoorbeeld het geïntegreerde brugmanagementsysteem. De architectuur en toegepaste componenten van het CMS van het JSS komen uit de Guardion Productline en zullen waar mogelijk gelijk zijn aan die van de patrouilleschepen.
logboek
Uit de West
Veteranennieuws Oproep De heer Jan Ennik zou graag in contact komen met de mannen waarmee hij van oktober 1961 tot november 1962 in Nieuw-Guinea heb ge01 | 06 diend. De groepssergeant ten tijde was Lijendijk en ze hebben in de plaatsen Manokwari, Biak, Sorong en Fak-Fak gelegen. Enkele namen: Boogert Blootshoofd, Schouten of Scheuten Adrichem, Douwers, Argelo, Steen, De landdag wordt gehouden in gebouw DukBrink, Poppelaar, Noorland, Meyeringh, Dogdalf de oude Rijkswerf. Tijdens deze Frijdag ge, op Goudkamp, Zevenbergen, Broeken, wordt de doelgroep actief betrokken bij de hoff, Ariaans, Janssens. Reactie op jantheetietoekomst en de ontwikkelingen van de
[email protected]
Landdag officieren operationele dienst en mariniers
17 | 02 Nieuwe bestuursvoorzitter Veteraneninstituut Het Veteraneninstituut in Doorn heeft in de persoon van dr. Gerrit Valk een nieuwe bestuursvoorzitter. Gerrit Valk is de opvolger van mr. Martin Zijlstra die na acht jaar voorzitterschap om statutaire redenen terugtreedt. Valk is niet onbekend met de veteranenthematiek: zo zat hij namens de PvdA in de jaren tussen 1989 en 2002 in de Tweede Kamer, waarbij hij onder meer het voorzitterschap van de Vaste Commissie voor Defensie bekleedde. Daarnaast was hij tussen 2004 en 2006 wethouder en locoburgemeester van de Noord-Hollandse gemeente Bergen.
03 | 05 Reünie MKS 61/3 Na vijftig jaar wordt er in Doorn een reünie gehouden. Voor informatie en aanmelding
[email protected] of 0612870405
19 | 05 In verband met FLO van een aantal collega’s organiseert de FLO-commissie Verbindingsdienst KM haar halfjaarlijkse afscheidsreceptie die zal plaatsvinden in gebouw de Witte Raaf, FSP Nieuwe Haven, Den Helder. De kosten bedragen 10 Euro, te betalen op giro 5459748 t.n.v. Commissie Verbindingsdienst KM, Den Helder. Voor meer informatie: LTZ2 D. Venema, 0223-655365, LTZ2OC bd C. Wouters, 0223-645117 of AOOODVB A. Kreukniet, 0223-658178/MDTN *06-209-58178. www.bravozulu.nl
24 | 08 Reünie Mariniersklassen 183 en 184 Op 2 augustus 1971 zijn bij het Korps Mariniers
in de Van Ghentkazerne in Rotterdam de beroepsklassen 183 en 184 opgekomen. Dat is dit jaar 40 jaar geleden en daarom wordt een reünie georganiseerd. De organisatie is nog op zoek naar de volgende personen: Klas 183: A. Blazer, Jansen, Jaap of Tom Peter Ouwerkerk en A.M. Smit. Klas 184: Peter van Eijk (vice-baksmeester), Henk van de Broeke, Gerard Crijns en Jos van Trijp. Contact : Chris van der Weide, T: 0343461007 of
[email protected]
17 | 09 Reünie Hr.Ms. Karel Doorman (R81) Alle bemanningen en ook de oud MLD-ers en mariniers zijn met hun partners welkom op deze dag. De reünie wordt gehouden in Kumpulan Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem. Er worden diverse activiteiten georganiseerd en er zijn verschillende toko’s aanwezig. Toegangsprijs is voor leden RGZN en donateurs van de stichting Promotie Maritieme Tradities 15 Euro p.p. Overigen 18,50 Euro p.p. Inschrijving door betaling op rekeningnummer 5929884 tnv RGZN te Amsterdam, onder vermelding van KD11 en naam en adres. Voor informatie: RGZN, Postbus 37670, 1030 BH Amsterdam. Email:
[email protected]. Zie ook www.mahu880.nl.
01 | 10 Reunie Hr.Ms. Van Strealen-klasse Alle bemanningen en echtgenotes zijn welkom op deze dag. Deze reünie wordt gehouden in Kumpulan Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem. Toegangsprijs is voor leden RGZN en donateurs van de stichting Promotie Maritieme Tradities 15,00 Euro p.p. Overigen 18,50 Euro p.p. Inschrijving door betaling op 5929884 tnv RGZN te Amsterdam, onder vermelding van VS-11 en naam en adres. Informatie: RGZN, Postbus 37670, 1030 BH Amsterdam. Email:
[email protected]. Zie ook www.mahu880.nl
08 | 03
Assistentie in sporenonderzoek op Sint Maarten Twintig bemanningsleden van Hr.Ms. Rotterdam en een rechercheteam van de Koninklijke Marechaussee zijn op Sint Maarten ingezet ter ondersteuning van een aantal strafrechtelijke onderzoeken. De militairen hebben op verschillende locaties waar mogelijk een ernstig misdrijf heeft plaatsgevonden gezocht naar bewijsmateriaal. Zij ondersteunden de lokale politie onder leiding van de Korpschef en werden aangestuurd door de Hoofd Officier van Justitie. Na een serie ernstige misdrijven op Sint Maarten en door een gebrek van capaciteit, was de Gouverneur van Sint Maarten genoodzaakt een verzoek in te dienen tot harde militaire bijstand. Dit verzoek werd door de Minister van Defensie goedgekeurd. Aangezien het hier een ondersteuning voor het Openbaar Ministerie betreft, wordt gesproken over harde militaire bijstand. 05 | 06
Motorrijden voor KiKa KPL LDGD Peter de Jonge is met vier motorrijders bezig met de organisatie van een motortoertocht voor KiKa.
05 | 11 Battlefield Tour Tijdens de tour wordt een bezoek gebracht aan de locaties van de gevechten in en om de Grebbeberg. Het programma begint in Rhenen met een film waarna de veldexcursie begint. De touringscars rijden een route die door de Betuwe gaat langs de Betuwestelling en eindigt de Grebbeberg. Kosten voor deze dag zijn € 39,95 per persoon. Meer informatie op www.grebbelinie. nl. Opgave via
[email protected].
37
Alle Hens | Maart 2011
logboek
Uit de West 1 | 03
Curaçaose Militie breidt leiderschapsvaardigheden uit Tien kaderleden van de Curaçaose Militie en twee van de Arubaanse Militie hebben afgelopen maanden hun coachings- en begeleidingsvaardigheden versterkt. Dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de ontwikkeling van een vernieuwde dienstplicht voor Curaçao. Om daar op voorbereid te zijn, hebben de kaderleden de gelegenheid gekregen hun leiderschapsvaardigheden uit te breiden en te verbeteren. Zeker met de vooruitzichten om nog beter jongeren op te vangen, is het noodzakelijk om de kaderleden handvatten aan te reiken waar zij dit mee kunnen doen. Op deze wijze willen ze de miliciens op een goede manier stimuleren om zich te ontwikkelen. Door rollenspellen, het toepassen van de geleerde theorie en praktijk en met name de wijze van communiceren, was het een zeer leerzame periode. Het coachingsprogramma en de ruime ervaring bij Curaçaose Militie als instructeur hebben vorige week geleid tot een geslaagd eindexamen waarbij de kaderleden hebben laten zien wat zij in hun mars hebben. Tijdens de diploma-uitreiking sprak de commandant van de kazerne trots over het behaalde resultaat. “Hopelijk worden deze ervaringen niet alleen gebruikt voor bij de dienstplicht, maar ook daarbuiten in verenigingsverband of anders”, aldus MAJMARNS Enrique Sanchez.
WieWatWaar 09 | 03 Twintig mariniers mogen zich Maritiem Special Forces Operator noemen. De commandant Korps Mariniers, brigadegeneraal der mariniers Rob Verkerk, reikte het welbegeerde certificaat uit. De opleiding tot MSO bestaat uit verschillende modules en bereid de mariniers voor op een plaatsing bij één van de speciale eenheden van het Korps Mariniers. De commandanten van deze speciale eenheden waren met een gedeelte van hun personeel aanwezig bij de bijzondere uitreiking om de nieuwe operators te feliciteren.Tijdens de opleiding voeren de mariniers verschillende oefeningen uit als voorbereiding op hun toekomstige taken. De operaties die deze MSO uitvoeren, kenmerken zich door heimelijke infiltratietechnieken, speciale verkenningsopdrachten en offensieve acties. Daarnaast leerden zij in de opleiding op te treden met een onderzeeboot en zijn verschillende infiltratietechnieken met de maritieme helikopter Lynx uitgevoerd. Ook voerden ze offensieve acties uit op allerlei verschillende objecten, zowel op het land als in het water.
28 | 02 Acht nieuwe kwartiermeesters hebben in hun opleiding een traject afgelegd dat bestond uit een uitdagend scala aan interne en externe cursussen. Zij volgden lessen op de SMVBP en op de OPSCHOOL maar ook kregen zij onder leiding van meesterschilder Willem Rep schilderlessen en deden zijn de zeemanschapstrainer aan boord van HMS Raleigh van de Royal Navy.
09 | 03
In het bijzijn van zijn vrouw en collega’s, kreeg SMJRMARNS Peter Lith op de Van Ghentkazerne in Rotterdam de gouden medaille opgespeld. Hij kreeg deze medaille uitgereikt voor 36 jaar trouwe en eerlijke dienst bij de Koninklijke Marine.
04 | 03
Onder het trotse oog van familie, vrienden en aanwezige militairen hebben acht nieuwe onderofficieren hun jasje met korporaalsstrepen in ontvangst mogen nemen. Dit inauguratieceremonieel vond plaats bij het SMVBO. De Chef der Equipage SMVBO vertelde in zijn toespraak dat voor deze groep onderofficieren een nieuw tijdperk is aange-
Alle Hens | Maart 2011
broken. Leiderschapskwaliteiten moeten verder ontwikkeld worden om door te kunnen groeien als leider. Vanaf vandaag is het niet alleen leiding volgen maar ook leidinggeven.
38
19 | 02 KTZA Ludger Brummelaar heeft op Kandahar Airfield het contingentscommando overgedragen aan kolonel Rob van Oirschot. Ten overstaan van de uitgezonden militairen en hoogwaardigheidsbekleders van diverse internationale coalitiepartners droeg hij de contingentsvlag over en bekrachtigde hiermee de overdracht. Kapitein-ter-zee Brummelaar sprak zijn waardering uit naar de militairen die momenteel zijn uitgezonden naar Afghanistan. “Ik ben onder de indruk van uw enthousiasme, loyaliteit en professionele houding. Ook het medisch personeel dat werkzaam is in het Role 3 ziekenhuis op Kandahar Airfield en geconfronteerd wordt met het geweld van de missie verdient bewondering,” aldus Brummelaar. In zijn toespraak toonde hij respect voor de Air Task Force die inmiddels meer dan 6900 missies met haar F-16’s boven Afghanistan heeft gevlogen. “Onze F-16 zijn sinds 2002 actief boven Afghanistan, en dat zijn ze nog steeds. Dagelijks worden zij ingezet om onder andere IED’s op te sporen en luchtsteun te geven aan de troepen op de grond.”
o
oefening MUTATIES
officieren MARN 1 ALG W. Goedhart
MARN 3 M. van de Laarschot
MATR 1 ODVB F. Groenewoud
MARN 3 D. Makkus
Bevorderingen
Bevorderingen
MARN 1 ALG R.C. de Groot
MARN 3 D. Manschot
KTZA F.N.J. Jansen
AOOWDE A. van der Meij
MARN 1 ALG E.J. Hanlon
MARN 3 R.C. Mesman
KLTZ M.F.J. Wiersum
AOOTDE M.J. Tolsma
MATR 1 LDA C. Homan
MARN 3 A.K.A. Mitchel
LTZAR 1 S. Tamis
SMJRLDGB R. van Genderen
MARN 1 ALG I.H.K. Kerbof
MARN 3 S.D. Mulder
LTZAR 1 J.W.F. Zeeuwen
SMJRMARNALG J. de Haan
ADBM D. Knipmeijer
MARN 3 K. Nap
KAPTMARNS J.F. Bleker
SMJRTDE H.J. Heij
MARN 1 ALG F. Kolenberg
MARN 3 S.G.M. Pronk
LTZE 2 OC M. Burki
SMJRODOPS E van Kampen
MATR 1 ODVB L.R.A. Meers
MATR 3 ODVB M. Reekers
LTZE 2 OC T.M.J. Degenaar
SMJRMARNALG M.A. Manse
MATR 1 OD D. Oosterbaan
MARN 3 T. Rijling
LTZSD 2 OC P.G. van Dijk
SMJRWDS P.A.L.M. Mathon
ADBZ M. Sachs
MARN 3 J.R. Rijpkema
LTZE 2 OC M.J. Gritter
SMJRWDS T. Muller
MATR 1 T.D.E.E. Schuiling
MARN 3 T.C. Rotgans
KAPTMARNS G. Heijkoop
SGTODOPS F.J. Bottema
MATR 1 TD R.H.J. Slangenberg
MARN 3 R.J. van Schijndel
LTZSD 2 OC J.G.M. Klijn
SGTMARNALG M.M. Davelaar
ADBZ J.D. Veen
MARN 3 R.P.P.M. Tiberius
LTZA 2 OC T.E. Scheeper
SGTMARNALG R.P. Degeling
MARN 1 A.L.G. F. van de Velde
MARN 3 D.van der Velden
LTZE 2 OC T.T.A. van den Tweel
SGTODND B.A.P. Sebregts
MARN 1 ALG V.M.J. Vermeulen
MARN 3 S.H.M. Verkroost
LTZE 2 OC J.H. van der Vlies
SGTMARNALG M.W.F.C.
MATR 1 TD A.M.M. Wijnen
MARN 3 M. Vlaanderen
LTZSD 2 P.C. Adriaanse
Stalenhoef
ADBM D.F. van der Woude
MARN 3 I.J. de Vreugd
SGTWDV B. Windt
MATR 2 TD R. Schulken
MARN 3 J.R. Willemsen
KPLTDW J. van Straaten
MATR 2 OD K.J. Vozetic
MARN 3 S. van Wonderen
onderofficieren Dienstverlaters KTZ S.J.J. Both
MARN 3 K. Aantjes
KTZT G.H. Ensing
Dienstverlaters
MATR 3 WDS A. el Ayachi
KTZ H.P. Geilenkirchen
SGTLDGD A.J. Huisman
MARN 3 J. Barendse
KTZA W.J.P. Klaas
KPLWDS H.W. van Gelder
MARN 3 T. Brethouwer
LTKOLMARNS W.H. Bergsma
KPLLDGD A. Siderius
MARN 3 B.P.van Butselaar
Bevorderingen
KLTZA A.J. Karbaat
MARN 3 M. Dingemanse
H.E. Frost, 4
LTKOLMARNS C.K.L. Kipp
MARN 3 D.G. Drost
KLTZ A.H.J.V. van Oorschot
MATR 3 WDS D.R. Fokken
Dienstverlaters
LTZ 1 H.C. Groen
Manschappen
MARN 3 I. Gerbens
P.T.W. Appels
MAJMARNS P.L.A Kruithof
Bevorderingen
MARN 3 D.D. van Gorkum
N. van der Heijden
LTZT 1 H.A. Schultz
MATR 1 TD T. Modder
MARN 3 C.M. Groot
H.J.J. van der Leest
LTZ 1 W.A. van den Tol
MATR 1 TD B. de Vries
MARN 3 N.H.D. de Groot
J.F. Boogaard
manschappen LTZA 2 OC T.M. van Leeuwen
MARN 3 W.A. Havik
LTZA 2 J.G.M. van Vegten
Dienstverlaters
MARN 3 Y. de Heer
ELNTMARNS R. de Groot
ADBM N. van Assen
MATR 3 LDV R. Hendriks
ELNTMARNS T.J.M. van
MATR 1 ODND H.J.R. Bergs
MARN 3 N. van den Heuvel
Kaathoven
MATR 1 ODVB L. Bos
MARN 3 D. van Hierden
LTZSD 2 M.J.E. Krisman
MATR 1 LDA J.H. Brands
MARN 3 M.W.T. Hoogenboom
LTZ 2 M. van der Meijden
ADBZ A. Dirven
MARN 3 ALG K.D. Huizenga
In memoriam
ELNTMARNS J. Zijp
MARN 1 ALG T. Gelderman
MARN 3 M. Kok
LTZ1 C.J. Bakker
burgers 39
Alle Hens | Maart 2011
oefening
Wat:
Maritime Special Forces Operator - opleiding 2011/1 zie bekendmaking OKM-MARNS 2010-017
Wanneer: 15 augustus 2011- 03 februari 2012 POC:
Hoofd Opleiding 06 203 693 25
Alle Hens | Maart 2011
40