Tromp terug van bewogen reis De admiraal aan het woord
06|11
Alle Hens
Alle Hens Colofon:
Coverfoto: Uitkijk aan boord van Hr.Ms. Tromp. Het LCF komt na een bewogen missie weer thuis. (Foto: Richard Frigge, AVDD) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend. Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Voor adreswijzigingen 0223 657386 Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet.
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected]
Thuis na bijzondere missie
3 Compagnie traint in de jungle
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 15 augustus. Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
12
Redding uit onderzeeboot
15 Hr.Ms. Holland vaart veilig
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
29
34 Sport | 35 Logboek | 39 Mensen & Mutaties
Alle Hens | Juni 2011
2
O perationeel
Hr.Ms. Tromp terug van een bewogen reis
Flexibiliteit is het sleutelwoord
“Vijf maanden vliegen voorbij.” Als Hr.Ms. Tromp voor de vierde keer door het Suezkanaal vaart met de koers op het Noorden, klinkt dit commentaar regelmatig onder de bemanning. Dat de tijd op dit schip inderdaad snel is gegaan, is niet moeilijk voor te stellen. De reis is getekend door een aantal voorvallen die voor altijd in het geheugen van de opvarenden gegrift staan. Stap aan boord en lees mee hoe er in een korte tijd heel veel gebeurt. Tekst: Maartje van der Maas | Foto's: Cliff d'Hamecourt, Richard Frigge (AVDD)
7 februari
weken een Pre Deployment Training aan boord onder leiding van SEATRAIN”, vertelt de commandant van de Tromp, kapitein-ter-zee René Tas. “De nadruk lag daarbij op zelfverdediging van het schip en het bezetten van de verschillende posten tijdens een antipiraterijactie. Meteen in het begin hebben we het Taipan-incident nagebootst. Zo ontdekten we snel de verbeterplekken in onze organisatie. Daarna hadden we nog twee weken om die weg te poetsen.” Tijdens deze training verliest de commandant de overige vaardigheden die de slagkracht van een LCF kenmerken niet uit het oog. “We hebben ook oppervlaktebestrijding, luchtverdediging en onderzeebootbestrijding beoefend. Het schip is onderdeel van de snelle reactiemacht van de NAVO, de NRF. Hiervoor moeten we steeds in staat zijn om op korte termijn in elke situatie ingezet te kunnen worden.” In de Middellandse Zee stapt het team van SEATRAIN van boord. De Tromp is klaar om tegen de steeds agressievere piraten op te treden. Het schip sluit aan in het konvooi voor het Suezkanaal en vaart naar het Zuiden.
Het luchtverdedigings- en commandofregat (LCF) vertrekt naar zee. Doel van de reis? Operatie Ocean Shield in de wateren bij de Hoorn van Afrika. Daar neemt ze de internationale staf van de NAVO-antipiraterijmissie over van haar zusterschip Hr.Ms. De Ruyter. Met een versterkte boardingeenheid en een uitgebreide medische staf aan boord, zal de Tromp optreden tegen de piraten die niet alleen koopvaardijschepen kapen maar ook hun opvarenden gegijzeld houden onder onmenselijke omstandigheden. “Om onszelf optimaal voor te bereiden op deze missie, kregen we de eerste twee
3
Alle Hens | Juni 2011
O perationeel
Een stap terug in de tijd. Ruim voor het vertrek van het LCF, breken in Tunesië onlusten uit omdat voornamelijk de jongeren onder de bevolking het niet langer eens zijn met het beleid van de al meer dan twintig jaar-zittende president Ben Ali. Dit creëert een domino-effect in de Arabische wereld. In
Egypte bezetten inwoners wekenlang het Tahrir-plein in de hoofdstad Cairo. Ook in het Noord-Afrikaanse Libië gaan protestanten de straat op. De zittende dictator Muammar Khadaffi laat zich echter niet gemakkelijk verjagen. Een bloederige burgeroorlog breekt uit.
24 februari Hr.Ms. Tromp komt aan bij de Libische kust. Het schip heeft amper enkele mijlen in de Rode Zee aan het uiteinde van het Suezkanaal gevaren als de commandant gebeld wordt door de defensiestaf. Omdraaien en terug naar de Middellandse Zee, luidt de opdracht. De onlusten in Libië laaien zo hoog op dat het schip ingezet moet kunnen worden bij de eventuele evacuatie van Nederlanders uit het roerige land. Via de scheepsomroep stelt hij zijn bemanning op de hoogte. “Het was alsof er een klik in het schip klonk. Hoewel ons primaire doel antipiraterij was, ging de instelling van de bemanning meteen om. Iedereen begon zich maximaal voor te bereiden op onze nieuwe taakstelling.” De chef operationele dienst, sergeant-majoor ODOPS Paul van Dijk, vertelt hoe hij dit ervaren heeft. “We waren er uiteraard van op de hoogte dat het rommelde in Noord-Afrika. Toen het schip draaide en niet lang daarna de commandant praaide, kwam het niet als verrassing dat we daar ingezet werden.” Terwijl het schip terug voer door het Suezkanaal, kwam de commando centrale in een stroomversnelling terecht. “We zijn aan de slag gegaan met het prepareren van onze systemen. Waar liggen de belangrijkste havens? Waar zijn de vliegvelden? Hoe liggen de territoriale wateren? Waar bevinden zich de overige oorlogsschepen?”
Alle Hens | Juni 2011
Als de Tromp bij Libië aankomt, is zij een van de eerste schepen die voor de kust beeld kan opbouwen van de verschillende bewegingen, zowel op zee als in de lucht. “We deden echt waar een LCF voor gebouwd is”, glundert Van Dijk. “Onze sensoren gaven accuraat weer wat er precies gebeurde in Libië. Varen er verdachte schepen havens in of uit? Waar vandaan stijgen vliegtuigen op en wat voor soort vliegtuigen zijn dat?” Deze informatie droeg bij aan de latere inzet van NAVO-eenheden tegen het geweld dat Khadaffi tegen zijn eigen bevolking gebruikte. De focus op alle aspecten van oorlogsvoering, beoefend tijdens de pre deployment-fase, kwam hiermee volledig tot zijn recht. De bemanning was voorbereid en er is voldoende expertise aan boord om deze taak aan te pakken. “Het deed me denken aan de tijd dat we nog voor de kust van Joegoslavië patrouilleerden”, memoreert Van Dijk. “Meerdere vliegtuigen in de lucht, meerdere schepen op zee en we hielden alles nauwlettend in de gaten. Dankzij de link-verbinding konden we informatie uitwisselen met andere vriendschappelijke eenheden. Zo hadden we altijd een accuraat overzicht van de situatie rondom Libië.” Minder begeesterd vertelt hij over de keer dat hij twee straaljagers zag op stijgen. “Ze vlogen naar Bengazi. Later zagen we op het nieuws dat die stad was gebombardeerd door aanhangers van Khadaffi. Dat was een vreemde gewaarwording.”
4
O perationeel
3 maart
diepgaand gevoel van ‘samen uit, samen thuis’ lag hieraan ten grondslag. Het was hen er veel aan gelegen om de bemanningsleden die zo met hen hadden meegeleefd te laten zien dat alles goed was en ze de missie graag samen met hen wilden afsluiten. Dankzij de uitstekende manier waarop zijzelf en hun familie zijn opgevangen door Defensie, waren ze hiertoe in staat. De reactie van de bemanning op hun terugkomst is zeer gewaardeerd. In plaats van een spervuur aan vragen, lieten zij de crew meteen gewoon hun werk doen. Pas toen zij daar behoefte aan hadden, kwam de dialoog op gang en konden zij zo samen het verhaal afsluiten.
Na een consulaire evacuatieoperatie voor de kust van Libië wordt de helikopter van Hr.Ms. Tromp met de crew vastgehouden door aanhangers van het Khadaffi-regime. De beelden van de gijzeling van de vliegploeg gaan in rap tempo de wereld over. “Het is een naar gevoel als zoiets gebeurt met je opvarenden”, vertelt de commandant. Op de vraag wat zijn eerste acties waren toen de gijzeling bekend werd, antwoordt hij: “Ik heb meteen de rest van de bemanning op de hoogte gesteld. Daarbij heb ik beroep gedaan op hun professionaliteit. De operatie waar we mee bezig waren, ging namelijk gewoon door.” Trots geeft hij aan dat iedereen daartoe ook in staat was. “Ik stond in nauw contact met de defensiestaf, die aangaf dat er intensief onderhandeld werd met het regime. Op diplomatiek niveau is er aan verschillende touwtjes getrokken om de crew zo snel mogelijk vrij te krijgen.” Elke keer als er nieuws was uit Nederland sprak hij de bemanning toe. “Ik liep daarbij geregeld rondjes door het schip en ontdekte dat iedereen deze gebeurtenis een plek kon geven. We waren in spanning maar verloren onze opdracht niet uit het oog. We hadden allemaal goede moed dat onze collega’s weer veilig thuis zouden komen.” Iets langer dan twee weken later kwam het verlossende telefoontje vanuit Athene. “Toen ik de stem van de vliegster hoorde en ze vertelde dat alles goed ging, was ik erg blij.” Niet alleen de bemanning van de Tromp ging op professionele wijze met dit incident om. Ook de vliegploeg zelf wilde na een aantal weken thuis terug naar het LCF. Een
Niet veel later vaart Hr.Ms. Tromp naar het operatiegebied bij de Hoorn van Afrika. De rol van stafschip is overgenomen van Hr.Ms De Ruyter en de internationale staf van de antipiraterijmissie Ocean Shield huist aan boord. Het optreden tegen de piraten kan beginnen. Het is duidelijk dat de bandieten zich gedurende de jaren ontwikkeld hebben. Ze varen niet langer uit vanaf de kust uit in skiffs (kleine, open motorboten). Steeds vaker opereren ze vanaf vissersschepen of dhows (grotere schepen met opbouw) of gebruiken zelfs gekaapte koopvaardijschepen. Daarbij komen de skiffs pas in de laatste fase van pas om de nadering op een te kapen schip te maken. Zo breiden de piraten hun 5
misdadige acties uit als een olievlek. Het gebied waarin het LCF moet optreden is anderhalf keer zo groot als het hele continent Europa. Naast de uitbreiding van hun operatiegebied worden de piraten ook steeds agressiever. Met deze veranderingen in gedachten komt de staf van de antipiraterijmissie met een andere tactiek. Tijdens Operatie Ketting patrouilleren de marineschepen van Ocean Shield dichter onder kust in de buurt van actieve piratenkampen op de wal. Deze kampen zijn er om moederschepen voor te bereiden op operaties verder op zee. De gekaapte schepen liggen hier vaak ten anker tijdens het onderhandelingsproces voor losgeld. Alle Hens | Juni 2011
O perationeel
2 april ’s Nachts is op de radar een verdacht contact te zien dat een ankerplaats nabij een piratenkamp nadert. Het blijkt een gekaapte dhow met twee skiffs op sleeptouw. De Tromp komt in actie. De bemanning gaat op de gevechtsposten en het schip nadert de dhow. Hier zijn de piraten het niet mee eens. Ze bedreigen de gegijzelde bemanning. Daarop kan het LCF niet anders reageren dan afstand te nemen. Ze laten het er echter niet bij zitten. Van de staf van de antipiraterij-operatie Ocean Shield krijgt het schip toestemming om de gesleepte skiffs los te schieten om de piraten in ieder geval minder mobiel te maken. Helaas lukt dat niet. Sniper Jeroen legt uit waarom. “De afstand was te groot en de skiffs bewogen teveel.” De Tromp breekt de actie af maar blijft rond het ankergebied varen. Een uur later vaart een andere dhow richting het ankergebied. Voor de tweede keer die nacht komt de bemanning op de gevechtsposten om ook dit schip te onderzoeken. Het Hoofd Operationele Dienst, luitenant-ter-zee 1 Maarten Kok staat op de brug van de Tromp. “We hebben meerdere malen geprobeerd om contact te krijgen via de marifoon, maar er kwam geen reactie. Dat vonden we vreemd, want we zagen wel mensen aan boord. Het leek alsof ze zich niets van ons aantrokken.” De staf van Ocean Shield geeft toestemming om met de mariniers van het versterkte boardingelement een kijkje te nemen. Onder dekking van de snipers en de boordschutters van de Tromp vertrekken zij in een twee Rhib’s (snelle rubberboten) richting de dhow. Een aantal opvarenden van het vissersschip zit op dat moment rustig op dek te kijken naar wat er allemaal gebeurt op het marineschip. Wachtsofficier luitenant-ter-zee 2 Sam Woliner herinnert zich nog dat hij dacht ‘wat raar dat ze zo ontspannen zijn.’ Op het moment dat de Rhib’s zo’n vijftig meter van de dhow verwijderd zijn, komt er een einde aan de schijnbaar rustige situatie. “Ik geloofde mijn oren niet toen ik de kogels in het water hoorde ploppen”, vertelt MAG-schutter matroos 1 WD Nico Smit. “Wordt er echt op ons geschoten?” Zowel de mariniers en de schutters aan boord van de Rhibs en de Tromp reageren zoals getraind en beantwoorden het vuur. Zoals afgesproken komt van de brug van het LCF meteen de opdracht om de nadering af te breken. De Rhib’s trekken zich terug en worden even later veilig aan boord genomen. Er stijgt rook op uit de dhow. De piraten geven echter nog niet op. Ze
lanceren een skiff. Een kleine groep steekt met hoge snelheid af naar het piratenkamp op de kust. “Hierop zijn we er in volle vaart achteraan gegaan”, memoreert de officier van de wacht. “Het was niet moeilijk om hen in te halen maar lastiger om hen te stoppen.” Het zijn de schutters op de brug die dit met schoten voor boeg wel voor elkaar krijgen. Matroos 1 OD Nathan Mowoka legt uit dat ze hiervoor goed getraind zijn. “We hebben heel vaak geoefend op zee dus we konden de afstand voor de skiff prima inschatten. Toch voelt het wel anders als je echt mensen ziet vluchten.” De kogels hebben effect. De skiff stopt en de handen gaan in de lucht. De piraten geven op. Hierop komen de mariniers weer in actie. Met de Rhib halen ze de mannen op en brengen hen aan boord van de Tromp. Daar worden ze niet alleen verzorgd, maar blijkt ook uit gesprekken dat er nog gijzelaars van Iranese nationaliteit aan boord van de dhow zitten. Het LCF zet weer koers naar het vissersschip dat ondertussen niet meer rookt, maar nog steeds stil ligt. Bij een voorzichtige nadering blijkt al snel dat de resterende piraten uitgevochten zijn. Ze scheiden
Dit uiterst agressieve optreden van de piraten bewijst het nut van de versterkte boardingeenheid. Eerste luitenant der mariniers Dennis is commandant van deze eenheid die voor de eerste keer in deze vorm met de antipiraterijmissie meegaat. “Het team van de Unit Interventie Mariniers is uitgebreid met een groep snipers en een geweergroep om het scala aan inzetmogelijkheden te vergroten. Daarboven staat een staf die de operatie plant en voor de verbindingen in staat. De UIM voert de actie uit en de rest zorgt voor ondersteuning en dekking. Dat is in dit geval noodzakelijk gebleken.” Na een nogal turbulente voorbereidingsperiode, die volgens Dennis en zijn staf direct geïntegreerd moet worden in het opwerktraject van het Alle Hens | Juni 2011
6
schip, zijn de mariniers ingevlogen op de Tromp. Daar hebben ze onder leiding van de mannen van de UIM zichzelf opgewerkt tot een geoliede eenheid. Net voor de actie op 2 april, waren de mannen klaar voor operationele inzet. Van just-in-time management gesproken. Het medische team heeft ook zijn nut bewezen. Zij werden in het hele verband van NAVO-schepen in Ocean Shield ingezet. Vanuit humanitair oogpunt wordt medische hulpverlening aangeboden aan iedereen die dat nodig heeft. De chirurg, anesthesioloog en operatieassistenten hebben meer dan acht operaties onder narcose uitgevoerd op de Somalische piraten die door vuurgevechten gewond zijn geraakt.
O perationeel
zich van de gijzelaars en geven zich ook over. De teamleider van de Unit Interventie Mariniers, sergeant der mariniers Sander stapt met een groep collega’s in de Rhib naar de dhow. Aan boord treffen zij een verzetloze groep piraten en twee doden aan. De gijzelaars reageren gematigd positief. “Het leek wel alsof ze niet wisten wat hen overkwam”, aldus Sander. Met de piraten in de boeien geslagen, keren ze weer terug naar de Tromp maar laten vijf man achter om het schip te onderzoeken en bewijsmateriaal van piraterij te verzamelen. Op de Tromp is de scheepsorganisatie ondertussen ingericht om de groep piraten langere tijd aan boord te houden. Korporaal ODOPS Robert Van Vierzen speelde een belangrijke rol in deze zogenaamde detaineerol. “Ze worden medisch onderzocht en krijgen waar nodig medische hulp. Een groot aantal onder hen had verwondingen opgelopen door het schietincident. We hielden hen schoon, gaven ze te eten en te drinken en bewaakten ze. Wat me choqueerde, was dat er een heel jong ventje tussen zat. Hij kon niet ouder zijn dan veertien.” Uiteindelijk zijn de piraten drie weken aan boord gebleven. De overleden bandieten krijgen een zeemansgraf. Na aan boord nemen van de piraten, bereidt de Tromp zich voor om de dhow naar zee te slepen om het schip daar verder te onderzoeken. Een groep mariniers blijft bij de Iranese bemanning. “Ze hadden nu pas door dat wij aan de goede kant stonden en dat ze weer vrij waren”, vertelt Sander. Opeens krijgt een van de gekaapte koopvaardijschepen in het ankergebied vaart en zet koers naar het oorlogsschip. Er heerst weer verwondering op de brug. Al snel blijkt dat de piraten willen voorkomen dat de dhow van hun vloot af gaat en hun broeders gearresteerd worden. Kok vertelt hoe meerdere malen over de verbinding is gezegd dat er niets meer viel te halen op de dhow, maar er kwam geen reactie. Woliner heeft er op dat moment een hard hoofd in. “Ik hoorde de piratenbaas steeds hahaha roepen over de marifoon. Ik dacht dat ze ons keihard uitlach-
ten. Achteraf bleek het Somalisch voor ja.” De koopvaarder komt steeds dichterbij en de Tromp moet actie ondernemen. In allerijl worden de laatste mariniers van de dhow afgehaald. Het LCF draait zijn kanon in en vuurt een waarschuwingsschot voor de boeg. De piraten varen koelbloedig door. Vuurverdeelofficier luitenant-ter-zee 2OC Erica van den Boogaard begrijpt er niets van. “Er komt een grote drukgolf van zo’n patroon af en het water spat bijna op tot de brugvleugel van de koopvaarder. Het is toch ongelooflijk dat ze zich daar niet door laten tegenhouden?” Een schot dichterbij volgt. De piraten blijven stoïcijns. Drie schoten volgen. Niets. Het laatste salvo van drie nog dichterbij de boeg van de koopvaarder heeft gelukkig resultaat. De piraten draaien om en gaan weer ten anker. Onder dekking van de Tromp vaart de dhow weg. Schutter Smit geeft aan dat de bemanning op het LCF weer terug keert naar de orde van de dag. “Dit incident maakte het voor ons heel duidelijk waarom we hier zijn. Ons optreden was voor mij ook een bewijs dat onze training werkt. Ik ben blij dat er aan onze zijde niemand gewond is geraakt. Door deze actie voorkomen we dat nog meer schepen gekaapt worden.”
Omdat de boog niet altijd gespannen kan zijn, brengt de Tromp ook een havenbezoek aan een aantal bijzondere havens. Het LCF meert af op de Seychellen, in Mumbai (India) en Aqaba (Jordanië). Deze bestemmingen klinken heel exotisch en uitermate geschikt voor rest en recreation voor de bemanning maar toch ligt het fregat hier niet zonder reden. “De Indische Oceaan is erg belangrijk, en niet alleen voor de operatie Ocean Shield”, verklaart de commandant. “Het is dan ook essentieel om de banden aan te halen met belangrijke spelers in dit gebied. Daarbij draagt de NAVO ook bij het versterken van de positie van deze landen in hun eigen optreden tegen de piraten. Dat soort onderwerpen worden tijdens deze bezoeken ook besproken.”
7
Op 12 juni staat de bemanning de Tromp aangetreden op het helikopterdek. Ze hebben het Suezkanaal net achter zich gelaten en varen de eerste mijlen op de Middellandse Zee. De eskadercommandant van Ocean Shield staat voor hen. “Ik ben trots op deze bemanning. Jullie hebben een prima invulling gegeven aan de rol van stafschip en hebben daarbij ook een aantal opmerkelijke acties op jullie naam geschreven.” Hij deelt hen de Afrika-medaille uit. “Ik wens jullie nog een goede terugreis. Nog maar tweeënhalve week naar Den Helder.” Ook de commandant is erg te spreken over het optreden van zijn bemanning. “We hebben een hoop meegemaakt. Doordat we alle gebieden van oorlogsvoering goed blijven beoefenen en zo genoeg expertise aan boord houden, bieden we alle uitdagingen het hoofd. Daarbij is flexibiliteit natuurlijk wel het sleutelwoord, maar daarover beschikken we in meer dan voldoende mate.” Alle Hens | Juni 2011
column
Zes bewogen maanden Voor u ligt mijn laatste column voor het zomerverlof. Het afgelopen half jaar was erg bewogen. Er zijn ingrijpende besluiten genomen voor de Koninklijke Marine. De gevolgen daarvan zullen het komende half jaar doordringen in onze organisatie. Ik zou graag concreet uitleggen wat dit voor u betekent. Helaas is dat nog niet duidelijk. Dat betekent niet dat ik u niets kan vertellen. In deze column ga ik in op een aantal onderwerpen om u inzicht te geven in de huidige stand van zaken.
Na het verschijnen van de beleidsbrief van de minister op 8 april, met daarin maatregelen om 1 miljard Euro te bezuinigen op Defensie, zijn er twee belangrijke processen gestart. Extern is deze brief door de Tweede Kamer gewogen en beoordeeld. Intern zijn projectleiders aangesteld om de kaders en richtlijnen vast te stellen voor het verdere reorganisatietraject.
achter elkaar en op zoveel verschillende plekken tegelijkertijd blijven doen. Voor de marine heeft de parlementaire behandeling geresulteerd in een breed gedragen motie over het behoud van de vier patrouilleschepen. Ondanks deze en enkele andere bijstellingen kom ik wel tot de slotsom dat er in het parlement brede steun is voor de grote bezuinigingen, die ook diep zullen ingrijpen op het gebied van bestuur en bedrijfsvoering.
Een belangrijke stap in het externe traject was de hoorzitting op 23 mei in de Tweede Kamer. Daar zijn onder andere de CDS en de commandanten van de krijgsmachtdelen gehoord door de vaste Kamercommissie van Defensie. Uit die bijeenkomst en de parlementaire behandeling van 6 juni concludeer ik dat er in het hele parlement veel besef is van het belang van de maritieme inzet. Daarbij is wel aangegeven dat Defensie niet hetzelfde werk kan blijven verzetten met minder geld en minder mensen. De kwaliteit van ons werk blijft onverminderd hoog, maar we kunnen het niet meer zo lang
Projectleiders in Den Haag werken ondertussen aan de schets van de toekomstige Defensieorganisatie. Dit wordt het kader waarbinnen de grote functionele clusters zoals materieellogistiek, personeelslogistiek, bestuur of informatievoorziening opnieuw vorm krijgen. Dit plan moet 1 augustus gereed zijn. Het is vervolgens aan de operationele commando's om deze kaders te vertalen naar concrete reorganisatieplannen. Omdat dit nieuwe Defensiegeraamte nog niet staat, kunnen wij nog niet nog geen gestalte geven aan een nieuw Commando Zeestrijdkrachten.
Ombuigingoperatie
Alle Hens | Juni 2011
8
column column
Maatregelen
Het stilzetten van een aantal operationele eenheden was de duidelijkste maatregel, zoals Hr.Ms. Haarlem en straks ook Hr.Ms. Zuiderkruis. Zij doen echter werk dat nog niet af is en varen nog door. Maar voor de bemanningen van deze schepen wordt naar een passende oplossing gezocht. Daarnaast is er nog een groot aantal andere maatregelen waarvan u de gevolgen zult merken op de werkvloer, bijvoorbeeld vaker opleiden vanaf functieplaats, ook bij de langere opleidingen. Dat betekent dat een werknemer voor een bepaalde periode van zijn werkplek verdwijnt en er geen vervanger voor komt. Via de numerus fixus, met vastgestelde aantallen per rang, moet het personeelsbestand uiteindelijk beter betaalbaar worden. Daarom zijn we nu zeer terughoudend met bevorderingen. De staven zullen met dertig procent reduceren. Dat betekent dat we stafwerk anders moeten inrichten. Er wordt gekeken naar het uitbesteden van werk en daarnaast meer samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld bij het Marinebedrijf. De uitbesteding van niet-specifieke defensietaken zoals telefonie of IV-dienstverlening aan hierin gespecialiseerde bedrijven wordt onderzocht. Ook onze infrastructuur ligt onder het vergrootglas. Voor de marine geldt dat we doorgaan op de weg van concentratie in Den Helder. Hoe dit allemaal vorm zal krijgen, weten we nog niet. Dat is afhankelijk van de kaders en de daarop volgende reorganisatie voor de marine. Wetteloosheid
En ondertussen gaat het werk gewoon door. Als beschermers van de vrije zee hebben wij genoeg te doen. Zowel bij de Hoorn van Afrika, als in het Caribisch Gebied, de Middellandse Zee of de Noordzee, zien we dat er misbruik wordt gemaakt van al dat water waar iedereen onbelemmerd mag varen. Piraterij. Smokkel van wapens, mensen of drugs. Terrorisme of illegale visserij. Het zijn allemaal vormen van wetteloosheid die niet alleen onze handelsbelangen in gevaar brengen, maar ook een hele samenleving van binnen kunnen uithollen. Het drugsprobleem in het Caribisch Gebied en inmiddels ook bij de zuidgrenzen van Europa is daar een voorbeeld van. Wij zijn er om juist dat te voorkomen. Dat is onze rol en die vervullen we met succes. Hr.Ms. Tromp is terug van operatie Ocean Shield. De laatste twee maanden is er geen enkel schip gekaapt voor de kust van Somalië en dat is voor een deel toe te schrijven aan succesvolle coalitieinzet. Voor het eerst heeft het torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur in de Middellandse Zee een lading drugs onderschept tijdens de grensbewakingoperatie Frontex. Hr.Ms. Haarlem heeft bemanning gewisseld en gaat verder met de beveiliging van de wateren bij Libië. Het derde Vessel Protection Detachment is net terug van een opdracht om een bijzonder zeetransport te beveiligen in de Indische Oceaan. De kustwacht in het Caribisch Gebied treedt streng op tegen illegale visserij en de 36jaar oude Zuiderkruis vertrekt binnenkort voor de volgende antipiraterijmissie. Om dit ook in de toekomst vol te houden, trainen vloot en mariniers met een nog steeds uitdagend oefenprogramma hun skills en drills. 9
Samenwerking
We hebben net de Marinedagen achter de rug. Een prachtig maritiem evenement waarin we onszelf aan Nederland hebben gepresenteerd. We moeten blijven vertellen waarom het belangrijk is wat wij doen. Zowel voor Nederland als voor onze bondgenoten. Daarbij is ABNL niet meer weg te denken. We varen dezelfde schepen, leiden samen op en wisselen ons onderhoud uit. De verregaande samenwerking en integratie met onze Zuiderburen brengt veel winst op het gebied van kennis en personeel en is noodzakelijk in het huidige financiële klimaat. Onze samenwerking is een voorbeeld voor heel Europa. Divisieadmiraal Jean-Paul Robyns heeft vijf en een half jaar als Deputy ABNL gezeteld in de admiraliteitsraad. Hij maakt nu plaats voor zijn opvolger Flottieljesadmiraal Michel Hofman. Wij danken hem voor zijn uitstekende inzet. Onze missies doen er toe, daarvoor is brede steun. Lastige tijden kun je alleen met elkaar doorkomen. Weer moeten de schouders er onder, voor mij en voor u. Ik heb niet alle zicht op de toekomst. Wel zal ik u op de hoogte houden. Wat gaan we doen, waarom doen we het en hoe denk ik dat het het beste kan. Ik vraag u kritisch en scherp te blijven. Praat met elkaar, in de lijn en ook met mij. Hou oog voor elkaar. Ik wens u een fijn verlof. Rust goed uit en heb vertrouwen.
De Commandant Zeestrijdkrachten M.J.M. Borsboom, vice-admiraal Alle Hens | Juni 2011
opera T I O N E E L
Breng het gevecht naar de piraten toe
Commandeur Michiel Hijmans
sluit enerverend jaar af Maar liefst twaalf maanden stond commandeur Michiel Hijmans aan het hoofd van het NAVO-eskader Standing NATO Maritime Group 2. Een uitdagende periode waarin zijn staf gekwalificeerd wordt voor de snelle reactiemacht van de NAVO, NRF en met succes twee operaties leidt. Vooral over de antipiraterijmissie Ocean Shield bij de Hoorn van Afrika praat de commandeur met passie. Daarbij bezigt hij geregeld de term: breng het gevecht naar de piraten toe. Deze nieuwe tactiek in het optreden tegen de meedogenloze zeerovers komt uit de koker van de staf en werpt zichtbaar zijn vruchten af. Tijdens zijn laatste dagen als commandant van Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2) bereidt Hijmans de overgave aan zijn Turkse opvolger voor. Een jaar geleden nam hij zelf het commando over het internationale verband van schepen over. Hij wordt daarmee tegelijkertijd commandant van de NAVO antipiraterijoperatie Ocean Shield. Na een korte periode jagen op piraten, breekt het eskader op en komen er nieuwe eenheden bij elkaar. Het is aan Hijmans om te bewijzen dat hij met zijn internationale staf de directie over dit verse ver-
Tekst: Maartje van der Maas | Foto's: Sjoerd Hilckman (AVDD)
band aan kan. Samen vormen zij namelijk het maritieme gedeelte van de NRF. Tijdens de oefening Joint Warrior in de Britse wateren worden ze gekwalificeerd. De schepen vertrekken naar de Middellandse Zee voor Active Endeavour, een operatie die de smokkel van goederen en mensen tegengaat. “Ondanks dat die operatie steeds meer draait op netwerkinformatie van radarvliegtuigen zoals AWACS of automatische volgsystemen zoals AIS, deden we daar erg nuttig werk. Op een gegeven moment hadden we
De NAVO-operatie Ocean Shield heeft vijf hoofddoelen: Afschrikken en verstoren van piraterijactiviteiten - Beschermen van de koopvaardij - Stimuleren van de zelfbescherming van de koopvaardijschepen - Stimuleren van Somalisch optreden tegen piraten - Assisteren bij lokale capaciteiten van de Seychellen, Tanzania en Kenia in antipiraterij. Hijmans deed dat met een verband van schepen uit de Verenigde Staten, Denemarken, Turkije en Nederland. Hij had daarbij helikopters, patrouillevliegtuigen en twee onbemande helikopters tot zijn beschikking. Ook waren er verschillende versterkte boardingeenheden en medische teams.
Alle Hens | Juni 2011
10
OPERATIONEEL
Hijmans benadrukt nogmaals het belang van het optreden tegen de piraten. “Ten eerste gaan deze bandieten op beestachtige manier met hun gijzelaars om. Als internationale gemeenschap zijn wij verplicht daar tegen op te treden. Er zijn op dit moment 18 schepen gekaapt met meer dan 450 mensen aan boord. Dan hebben we het nog niet eens over alle niet geregistreerde schepen met hun bemanningen. Daarnaast zijn de Golf van Aden en de Indische Oceaan ook van essentieel belang voor de Europese economie. Denk aan de kaping van een mammoettanker met meer dan 2 miljoen vaten van 159 liter olie. Dat had daadwerkelijk invloed op de benzineprijzen.
dertien marineschepen in ons verband. We hebben van twintig mensen het leven gered, boardings gedaan en bijna 2000 schepen ondervraagd”, vertelt Hijmans. Immens gebied
Niet veel later draagt de commandeur deze operatie over aan een ander internationaal verband. Zijn staf stapt aan boord van Hr.Ms. De Ruyter en vertrekt naar het operatiegebied van de antipiraterijoperatie van de NAVO, Ocean Shield. Daar blijkt dat de piraten hun tactiek ten opzichte van voorgaande jaren hebben ontwikkeld. Ze varen niet langer uit vanaf de kust uit in skiffs (kleine, open motorboten) en whalers (grotere, open motorboten). Steeds vaker opereren ze vanaf dhows (grotere schepen met opbouw) of gebruiken gekaapte vissersschepen en zelfs koopvaardijschepen. Daarbij komen de skiffs pas in de laatste fase van pas om de nadering te maken op een te kapen schip. Zo breiden de piraten hun misdadige acties uit als een olievlek. Het gebied waarin de eenheden moeten optreden, behelst nu de Golf van Aden, de Arabische Zee en het Somalisch Bassin. De staf gaat op jacht naar piraten en stuurt de schepen van incident naar incident. Langzaam bekruipt hen het gevoel dat een andere tactiek nodig is. Hijmans beschrijft het zelf als volgt. “Je bent brandweerman in Sneek en wordt naar een incident in Barcelona geroepen. Daar ga je dan met de snelheid van 55 kilometer per uur naartoe.” Naast een uitbreiding van het werkgebied, blijkt dat de piraten in hun optreden een stuk agressiever zijn geworden. “Ze manifesteren zich gewelddadiger en ze behandelen de gijzelaars nog slechter. Omdat de spoeling van te kapen schepen steeds dunner is, onder andere door het optreden van marineschepen in dit gebied, doen ze er daadwerkelijk alles aan om aan boord te komen en de bemanning te pakken te nemen.” Opsluiten
De staf verzint een nieuwe tactiek. “We brengen het gevecht naar de piraten toe”, verklaart de commandeur. “Door langdurig te patrouilleren voor de meest actieve piratenkampen 11
op de wal sluiten we hen op zodat ze niet meer naar open zee op zoek kunnen naar prooien.” Hij beschrijft de piratennesten als simpele tentenkampen op de wal van waaruit de zeerovers de moederschepen bevoorraden met brandstof, water en eten. “Meestal ligt daar in de buurt ook een ankerplaats met gekaapte schepen te wachten op losgeld voor hun bevrijding.” Deze nieuwe tactiek, Operatie Ketting genaamd, blijkt al snel goed te werken. “Mei is doorgaans een topmaand voor de piraten vanwege de gunstige weersomstandigheden. Dit jaar is er in mei geen enkel schip gekaapt. Ook in juni is het tot nu toe rustig.” Groot verschil
Naast de NAVO- operatie Ocean Shield, is ook de Europese Unie, de coalitie maritime forces en een aantal onafhankelijke marines actief in het gebied. Hijmans geeft aan dat de samenwerking met deze organisaties prima verloopt. “Tijdens Ketting namen zij onze escortetaken over zodat wij deze nieuwe tactiek konden uitproberen. Zo zijn toch continu alle taken van de antipiraterijoperatie gewaarborgd en werd de internationaal aangeraden transit corridor goed beschermd.” e commandeur is ervan overtuigd dat de marines een groot D verschil maken in het gebied. Tijdens zijn periode als commandant van de missie zijn door de NAVO alleen al 31 piratenvaartuigen uit het water gehaald. “Het is wel zaak om daar op te treden waar de piraten zijn. Het zijn allang geen arme mensen meer die voor geld in een klein bootje de zee op gaan. Het zijn georganiseerde misdadigers die op professionele wijze, met goede spullen te werk gaan.” Toch vindt Hijmans wel dat er ook van binnen uit meer moet gebeuren. “Het probleem moet ook op het land aangepakt worden.” Nu hij zijn taak heeft overgedragen, hoopt hij met zijn verhaal bij te dragen aan het nog beter aanpakken van dit probleem. “Ik zal mijn kennis en ervaring met anderen delen. Zo moeten we deze misdadigers kunnen stoppen.” Alle Hens | Juni 2011
training
Jungletraining 13 Infanteriecompagnie
Gekwelde kasten in
Baldy Beacon
De jungletraining begon met een Joint Movement & Survival Course. Aansluitend volgde een tactische fase, waarin tot aan pelotonsniveau werd geoefend in het optreden en communiceren in de jungle. Na een Live Firing oefening op een schietbaan en een tweedaagse River Ops, volgde de Final Exercise (FINEX). In een door de instructeurs van het Mariniers Trainingscommando (MTC) en Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden (KC MOX) geschreven scenario kwamen in een week alle facetten van de jungletraining voorbij. De compagniesstaf werd er uitgedaagd de hele eenheid in de jungle in te zetten. Majoor der mariniers Mark Baart: “Dan moet alles kloppen, dan moet blijken dat elke enkele man zijn werk goed doet. Om als compagnie ingezet te worden, moet elke schakel sterk zijn. Beter dan hier kun je dat nergens trainen.”
13 Infanteriecompagnie van het Korps Mariniers volgde in mei en juni zes weken lang een jungletraining in Belize, de eerste op dat niveau sinds 1962. In een immens Midden-Amerikaanse oefenterrein stelden de mannen van majoor der mariniers Mark Baart zich bloot aan de ontberingen van de jungle. “Ze hebben het zwaar gehad, maar er ook van genoten.”
Tekst: Roel van de Wiel | Foto’s: Cees Baardman
Ze zien ‘m niet. Geen wonder: een wildgroei aan planten en bomen heeft een groene lapjesdeken om ze heen ‘geborduurd’. Het geïmproviseerde pad dat ze volgen, met kapmessen gecreëerd en door grove junglezolen aangestampt tot een glad zandpaadje, krioelt een paar honderd meter diep door dichte bebossing en over flauwe hellinkjes. Neem daarbij nog de afleiding van rond hun hoofd zoemende insecten en een supervochtige warmte. Plus de wetenschap dat de patronen in hun houders scherp zijn. Niet zo gek dat eerste luitenant der mariniers Maurits Holle en zijn buddy de schietschijf die in een flauwe bocht van het pad naar rechts pas laat op links opdoemt, over het hoofd Alle Hens | Juni 2011
12
zien. Tijdens de 2-mans-drill op de Live Firing baan wordt hun Instinctive Firing getraind: waarnemen, reactieschot, snelle ARO (afstand, richting, omschrijving) en afwisselend onder vuurdekking achterwaarts. Na twee geslaagde reacties passeren de twee jonge mariniers het derde bord met de boos getekende vijand. Ze zien ‘m gewoonweg niet. De schietinstructeur van dienst legt met een luide kreet de actie stil. Het duo draait zich om en volgt de vinger van de wijzende instructeur, helemaal tot aan het gemiste doel, open in hun linkerflank. Knak. “Het is echt lastig”, zegt Holle later. “Je moet leren door de jungle heen te kijken. De vijand op een paar meter voor je is moeilijk waar te nemen, maar ook collega’s die vlak naast je
training
liggen, zie je niet altijd. Je bent aangewezen op goede communicatie en ieders skills en drills. Die worden in de jungle heel snel beter. Logisch, want je moet wel.” Alle ruimte
De infanteristen van het Korps Mariniers gaan al vele jaren en overal ter wereld de tropische oerwouden in. Elk mariniersbataljon heeft een compagnie die gespecialiseerd is in optreden in de jungle. Maar voor het eerst sinds 1962 is een terrein en een moment gevonden om een hele compagnie tegelijk te trainen. 13 Infanteriecompagnie zit sinds begin mei en tot en met half juni in het gebied Baldy Beacon, ten zuiden van Belize City. In dat junglegebied heeft de compagnie alle ruimte, de juiste omstandigheden en een geschikte oefenvijand (militairen van de Belize Defense Force) om zichzelf het leven en het gevecht in de jungle eigen te maken. Dankzij de overvloed aan ‘secundair’ junglegebied (laag, dicht en dus moeilijk begaanbaar oerwoud) dat voor het grootste deel militair oefenterrein is, is Belize ideaal voor Jungle Warfare-eenheden. “Omdat het terrein hier zo groot is, kunnen we als complete compagnie onze gang gaan”, zegt Baart. “Dankzij het loodzware terrein, met enorme hoogteverschillen, het slechte zicht, de moeizame communicatie, maar vooral ook de hoge temperaturen en alle beestjes, is deze jungle gigantisch uitdagend. Hier moet je alle skills en drills op orde hebben. Een ideale training, want als we ons werk hier kunnen doen, dan kunnen we het overal.” Cooma Cairn
Barakkenkamp Cooma Cairn.
Het is betrekkelijk koel op de top van de heuvel, die als een muggenbult boven de jungle uitsteekt. Een frisse bries trekt als een airco door Cooma Cairn, een primitief barakkenkamp met uitzicht over ‘broccoli’ tot aan de horizon. De verkoeling is welkom voor de mariniers, die net met oude, Engelse trucks uit het bos naar boven zijn gereden. De mariniers ko-
men terug van bijna drie weken in de jungle, waarin ze een tiendaagse Joint Movement & Survival Course en aansluitend een tactische training van individueel tot pelotonsniveau voor de kiezen kregen. Na een aantal praktische survivallessen hebben ze daadwerkelijk moeten overleven in de jungle. Zonder Global Positioning System, rantsoenpakketten of andere moderne militaire gemakken, welteverstaan. Ondanks alle ontberingen is de sfeer na drie weken afzien nog uitstekend. Jubelend klimmen ze van de truck, om de mooiste ervaringen uit te wisselen met de collega’s van andere pelotons. Dat hun gekwelde ‘kasten’ onder de krassen, vlekken en insectenbeten zitten, deert ze geen moment. Majoor Baart ziet het tafereel tevreden aan. “De jongens hebben de afgelopen dagen geleerd dat de jungle een grote supermarkt is”, zegt Baart. “Ze hebben geleerd wat je allemaal wel en niet kunt eten en dat ook ondervonden. Ze hebben van alles gevangen: varkens, kip, een leguaan en een schildpad. Maar ze hebben ook leren navigeren zonder goede kaarten of gps, ze hebben zich staande leren houden onder de zwaarst denkbare omstandigheden. En vervolgens hebben we ze leren optreden onder die omstandigheden. En zoals je ziet: ze hebben het zwaar gehad, maar er ook van genoten. Hiervoor zijn ze naar het korps gekomen.”
Luitenant-kolonel Jarst de Jong, Commandant 1 Mariniersbataljon “In de Gordel van Instabiliteit liggen ook junglegebieden. Het is dus reëel dat wij ooit in de jungle worden ingezet. Als we op compagniesniveau daarvoor getraind zijn, kunnen we ook op dat niveau worden ingezet. Bovendien: als je je in de jungle kunt redden, dan kun je dat overal. Nergens leer je zo veel qua discipline, groepsbinding, doorzettingsvermogen en leiderschap als in de jungle. Belize is voor ons ideaal: we hebben hier alle ruimte en vrijheid en de omstandigheden zijn hier erg zwaar. Een bijkomend voordeel: we zijn hier nog niet bekend. In gebieden waar we al jaren komen, is het expeditionaire er wel af. Train as you fight geldt ook voor de logistiek, voor het acclimatiseren, et cetera. Arriveren in een nieuwe cultuur en alles opnieuw moeten opbouwen, ook dat hoort bij expeditionair optreden.”
13
Alle Hens | Juni 2011
training
Junior
Door alle uitdagingen die de jungle van Belize biedt, vergt Jungle Warfare extra veel van de junior leaders van de compagnie. Omdat de normale communicatiemiddelen niet werken, het zicht minimaal is en kleine groepen daarom veel zelfstandig moeten opereren, moet de compagniescommandant vaak blind vertrouwen op het leiderschap van zijn ondercommandanten: veelal jonge luitenants, sergeanten en korporaals. Net zoals Holle. Hij is pas ruim een maand klaar op de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers (POTOM) en staat nu al middenin de jungle voor zijn eerste peloton. Een geweldige uitdaging, weet hij zelf ook. “Het is best een gekken-
Sergeant-majoor Dick Vonk, Senior instructeur Jungle Warfare “Als je een compagnie in de jungle kunt inzetten, dan kun je je over meerdere assen verplaatsen: een absolute meerwaarde in een gevecht. Binnen de compagnie moet in zo’n gebied elke schakel ‘meepiekeren’, van de compagnies- tot aan de groepscommandant. De jungle heeft zoveel beperkingen dat de eenheid is aangewezen op het leiderschap tot op het laagste niveau. We zitten er dan ook met al onze instructeurs boven op: in de jungle wordt zoveel meer van je gevraagd, je kunt geen moment achterover leunen. Er is slecht zicht, de verbindingen zijn zwaar gereduceerd, de intell van boven beperkt zich tot het waarnemen van ‘broccoli’, command & control gaat moeilijk. Als je met al die beperkingen kan omgaan en zelfstandig kan opereren, dan ben je echt wereldwijd inzetbaar.”
Alle Hens | Juni 2011
14
huis”, glimlacht hij als de dag op de Live Firing baan er op zit. “Zeker in de jungle is leiderschap op alle niveaus van groot belang. Door de beperkende omstandigheden moet je plan goed zijn, moet je je mensen goed voorlichten en moet je er op vertrouwen dat iedereen zijn werk goed doet. Dat geldt op alle niveaus in de compagnie. Het is een geweldige manier is om m’n mannen heel snel heel goed te leren kennen.” Dat de jonge luitenant zelf op de Live Firing-baan een schietschijf over het hoofd ziet, wordt hem door de instructeur rap vergeven. Holle en zijn collega’s zijn hier om iets te leren – en dat is een kwestie van vallen en opstaan. Bovendien: hij was de enige niet. De schietinstructeur had de vijand van spaanplaat niet voor niets verdekt in een dode hoek opgesteld. De wijze les is: in de groene bladermassa van de jungle, die allesbehalve vergevingsgezind is, zie je heel snel iets over het hoofd. Die les vergeet luitenant Holle in elk geval niet snel meer. En de positieve keerzijde kent hij nu ook. “Wat ik straks in de jungle kan, kan ik overal ter wereld.”
oefening
Ontsnappings- en reddingsoefening Bold Monarch 2011
Nederlandse onderzeedienst behoort tot internationale elite Van ouderwetse Russische duikklok tot hightech Amerikaanse mini-onderzeeboot inclusief decompressieruimte. Tijdens de internationale onderzeebootreddingsoefening Bold Monarch zijn de verschillen groot. “Het bijzondere is dat al die systemen op elkaar werken. Dat geeft vertrouwen onderwater.”
Tekst: Corné Dalebout | Foto’s: Edwin Jonkers, Sjoerd Hilckman (AVDD)
15
Alle Hens | Juni 2011
oefening
Met een oude vuisthamer klopt korporaal Giuseppe Menga twee maal drie keer op de bodem van de McCann-bell. “Het internationale teken dat het luik open kan”, verklaart de Italiaan drieëndertig meter onder de zeespiegel van de Middellandse Zee. Menga is een uur geleden met de McCann-bell, een submersible rescue chambre, neergelaten vanaf het Italiaanse onderzeebootreddingsschip Antea om aangekoppeld te worden aan een zogenaamd gezonken onderzeeboot. Vlotjes is het vaartuig na alle procedures en veiligheidschecks afgedaald langs een door duikers gespannen kabel tussen schip en sub. In de kleine ronde ruimte waarin zes drenkelingen kunnen worden opgepikt is het warm en vochtig. Vanuit zichzelf begint een wiel op het luik in de bodem te draaien. Het luik klapt open en een jonge Turkse marineofficier wenst korporaal Giuseppe een goedemorgen. De koppeling met de Turkse onderzeeboot Anafartalar is geslaagd.
Daarom is oefenen belangrijk. Tijdens Bold Monarch oefenen marines van NAVO- en gastlanden elke drie jaar de verschillende ontsnappings- en reddingsmogelijkheden uit een sub. Decor van deze editie is de Middellandse Zee voor de kust van het Spaanse Cartagena. Dat ook Rusland tijdens de NAVOoefening voor het eerst present is met een onderzeeboot, de diesel-elektrisch aangedreven Alrosa, is een unicum. Op materieel gebied is de Nederlandse inbreng vanwege operationele inzet elders klein. Deze keer zijn geen Nederlands schip of sub present, maar zijn de Nederlanders op personeel gebied van grote waarde. Een duikteam van de Defensie Duikgroep is aanwezig om ervaring op te doen en drie Nederlanders maken deel uit van de oefenstaf. LTZ1 Jos Bogaert regelt tijdens de oefening voor de Spaanse gastheer de logistiek tussen de vele deelnemende schepen, onderzeeboten en de wal. In Den Helder en ver daarbuiten geldt hij als expert op het gebied van ontsnappen uit onderzeeboten.
Koersk
De kans dat een onderzeeboot zinkt is klein. Maar het komt voor, dat maakte de ramp met de Koersk in augustus 2000 pijnlijk duidelijk. 118 bemanningsleden van de Russische onderzeeboot kwamen om na een ontploffing onder de ijskap van de Noordelijke IJszee. Stuurloos zonk de sub naar de bodem op ongeveer honderd meter diepte. Een deel van de bemanning dat de ontploffing aanvankelijk overleefde, kwam uiteindelijk om door zuurstofgebrek en koolmonoxidevergiftiging. De McCann-bell wordt aan de gezonken onderzeeboot gekoppeld voor redding.
Handboek
“De ramp met de Koersk drukte marines wereldwijd met de neus op de feiten. Voor 2000 bestonden er nauwelijks voorzorgmaatregelen. Extra rantsoenen en water, nodig in afwachting van een reddingsactie, werden niet eens meegenomen. Sindsdien is in korte tijd veel veranderd.” Bogaert heeft daarin een bijzondere rol. Hij schreef het Platform Handboek 4, ‘Ontsnappen uit een gezonken onderzeeboot’, dat ook door de Canadezen en Noren gebruikt wordt als basis voor hun procedures. “Ik kreeg de opdracht onze boten zo veilig mogelijk te maken. Al sinds ik in 1975 als matroos bij de onderzeedienst begon, dacht ik: als ik officier word, kan ik dingen veranderen. Dus daar ben ik mee aan de slag gegaan.” De senior survivor, degene die na averij de leiding heeft, kan het handboek uit de kast pakken en simpelweg de punten afwerken, legt Bogaert uit. “Afhankelijk van de situatie kan dat de commandant zijn of de kok. Belangrijk is dat de juiste stappen worden genomen en de taken verdeeld. Loopt de luchtdruk op, dan komt ergens water binnen en moet er afgedicht worden. Als dat niet lukt, moet de ontsnapping worden ingezet. Als dat wel goed gaat, moet iemand inventariseren wat nog heel is aan materieel en voorraad. Is er voldoende zuurstof of moeten er magnesiumkaarsen aangestoken worden? De luchtkwaliteit moet regelmatig gecontroleerd. Ieder bemanningslid in staat om te functioneren krijgt een taak. Daarom is oefenen zo belangrijk. Je moet overal op voorbereid zijn.”
‘Iedereen heeft eigen filosofie bij onderzeebootreddingen, maar het doel is hetzelfde’
Alle Hens | Juni 2011
16
oefening
Jos Bogaert geldt als expert op het gebied van ontsnappen uit onderzeeboten.
Binnen zeven dagen kan een reddingsteam over ter wereld ter plaatse zijn om een reddingsactie uit te voeren. “Daarom hebben onderzeeboten voor zeker zeven dagen rantsoenen bij zich en zuurstofkaarsen en CO2-gordijnen om de luchtkwaliteit te regelen.” Systemen
Na een ramp onder water zijn er uiteindelijk twee mogelijkheden: op eigen kracht ontsnappen of wachten op redding van buitenaf. De meeste landen hanteren een reddingssysteem waarin de bemanning kan overstappen op een minionderzeeboot of reddingskamer dat zich aan de gezonken sub koppelt. Een aantal van deze systemen kwam in actie tijdens Bold Monarch. Zo maken de Franse, Noorse en Britse marines gezamenlijk gebruik van het NATO Submarine Rescue System (NSRS), met als thuisbasis Faslane in Schotland. Het systeem bestaat onder meer uit een reddingsvoertuig waarmee tot vijftien personen ineens opgepikt kunnen worden en een decompressieruimte om zeventig opvarenden tegelijk te behandelen tegen de caissonziekte. De Verenigde Staten hebben een reddingssysteem inclusief decompressiekamer, de Submarine Rescue Diving and Recompression System (SRDRS). En ook de Italiaanse marine heeft haar eigen systeem met reddingsvaartuig en -kamer. De Nederlandse onderzeedienst focust zich op ontsnappingen door middel van een free escape. Met een speciaal drukregulerend ontsnappingspak verlaat de bemanning één voor één de sub. “Een afgewogen keuze”, stelt Bogaert. “De kans op redding van de bemanning van een gezonken onderzeeboot is statistisch gezien klein. Reddingssystemen kunnen maar tot enkele honderden meters diep. Zo’n 98 procent van de zee is te diep om bemanningen veilig naar de oppervlakte te krijgen.” Daarnaast zijn de reddingssystemen zeer kostbaar. Het gaat om complexe installaties op gespecialiseerde schepen. Het kost sowieso een aantal kostbare dagen om deze systemen de wereld over te krijgen vanuit hun thuisbasis in Groot-Brittannië of de Verenigde Staten.
heeft elke Nederlandse onderzeeboot sinds 2006 twee reddingsvlotten aan boord, inclusief reddingsboeien die een noodsignaal af kunnen geven. “Bij ons is bij ontsnappingen alles te doen op handkracht, ook de lancering van de vlotten. Dat is een les die is geleerd na de brand op de Canadese onderzeeboot Chicoutimi in 2004. Door kortsluiting vielen toen alle systemen uit en was de sub stuurloos.” Een kijkje in elkaars keuken en de kans om ervaring op te doen met elkaars reddingssystemen staan centraal tijdens Bold Monarch. Het team van zeven (diepzee)duikers van de DDG keek onder meer onder water mee bij de inzet van een Atmosphere Diving Suit (ADS) dat op grotere diepten kan werken. Te zien was hoe een podpost wordt uitgevoerd, het inbrengen van een koker met bijvoorbeeld medicijnen of voedsel in een onderzeeboot, en het aankoppelen van slangen die gezonken sub voorzien van verse lucht. Duikofficier Luitenant-ter-zee 1 Mark Lems: “We zagen de theorie in de praktijk uitgevoerd worden. Het is indrukwekkend te zien welke manieren er zijn om bemanningen te helpen en uit een onderzeeboot te krijgen. En het bijzondere is dat alle die verschillende systemen nog op elkaar werken ook. Dat geeft vertrouwen onderwater.” Winst
De eerste aanwezigheid van de Russian Federation Navy maakte veel indruk op de NAVO-deelnemers. Voor het eerst koppelde een Amerikaans reddingssysteem zich aan een Russische onderzeeboot. Kapitein-luitenant-ter-zee Jeroen van Zanten, geplaatst bij COMSUBNORTH dat alle NAVO-onderzeebootoperaties aanstuurt in het noordelijke deel van de Atlantische Zee, trad op als liaisonofficier tussen de Russen en de oefenleiding. “Het is zeer bijzonder dat de Russen erbij zijn. Dat is in ieder geval een grote winst tijdens deze oefening, deze toenadering. Na wat wennen waren ze ongelooflijk gastvrij en enthousiast om uitleg te geven over hun schepen en hun sub.” Hightech of ouderwets materieel. De spullen van de Russische marine zijn oud maar betrouwbaar, stelt oud-onderzeebootcommandant Van Zanten. “Het is goed onderhouden en zeer effectief in al zijn eenvoud. Iedereen heeft zijn eigen filosofie bij onderzeebootreddingen, maar het doel is hetzelfde. Het werkt en daar gaat het om, levens redden.”
Risico
Het gebruik van de drukregulerende ontsnappingspakken is niet zonder gevaar vanwege de drukverschillen onderweg naar de oppervlakte, die gasvorming in het bloed kan veroorzaken. “Oren en longen, maar ook ledematen lopen risico op permanente beschadiging. Maar de risico’s en de kosten in acht genomen, voldoen onze drukregulerende ontsnappingspakken.” Nederland doet mee op het hoogste niveau, stelt Bogaert. “In 2005 behoorden we nog tot de middenmoot op het gebied van reddingen en ontsnappingen, maar inmiddels tot de elite door de ontwikkelingen die we in gang zetten.” Zo 17
Alle Hens | Juni 2011
mens en werk
Een visitekaartje voor de marine
De Blauwe Vlag
blijft wapperen bij de KMJC
Bij de Koninklijke Marine Jachtclub in Den Helder wappert een kleine Blauwe Vlag van grote betekenis. Voor de elfde keer op rij ontving de jachthaven deze onderscheiding voor de schone en veilige omgeving die ze biedt aan haar clubleden en aan zeilende passanten vanuit heel Europa. De beloning komt niet alleen door de inspanningen van de havenbeheerder en de drie havenmeesters. Ook het Veiligheid en Milieu Management Systeem van de Nieuwe Haven werpt zijn vruchten af. De Koninklijke Marine Jachtclub (KMJC) bevindt zich op Fort Harssens aan de monding van de grote marinehaven in Den Helder. Kapitein-luitenant-ter-zee Jouke Spoelstra zit met korte tussenpozen al zo’n vijftien jaar in het bestuur van de club. Hij is verantwoordelijk voor de infrastructuur, risicoinventarisatie en de milieumaatregelen. “De KMJC werd in 1899 opgericht toen de zeilschepen plaats moesten maken voor stoomboten. Volgens een grote groep marineofficieren kwam er daardoor te weinig nadruk op het zeemanschap te liggen. De zeilclub moest dat opvangen. Zo groeide de KMJC uit tot een personeelsvereniging met vandaag zeven- tot Alle Hens | Juni 2011
18
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Jouke Spoelstra
achthonderd leden.” Dankzij haar gunstige geografische ligging geldt de jachthaven als steunpunt voor internationale zeezeilers. “We krijgen hier 3000 passanten per jaar uit heel Europa. De Blauwe Vlag is een internationale erkenning en dus herkenbaar voor veel van de gasten. Vooral Duitsers hechten veel waarde aan het keurmerk.” Bedrijfsvoering Met de Blauwe Vlag-campagne betrekt de stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit overheden, ondernemers en recreanten onder meer bij de zorg voor schoon en veilig wa-
mens en werk
ter en duurzame jachthavens. “Belangrijke criteria voor de onderscheiding zijn onder andere zuiver water, goede sanitaire voorzieningen en afvalscheiding”, weet Spoelstra. “Daarnaast moet de infrastructuur veilig zijn. Betrouwbare loopdekken, voldoende verlichting en stevige trappen zijn essentiele voorwaarden.” De KMJC heeft bij het voldoen aan deze eisen het voordeel dat ze gebruikt maakt van de regelgeving die ook geld voor het defensieterrein. Daardoor moet de vereniging meedraaien in de bedrijfsvoering van de Nieuwe Haven. “Voor de marinehaven gelden uiteraard ook eisen. Die zijn uitgewerkt in het Veiligheid en Milieu Management Systeem (VMMS). Daar moeten wij ons aan houden en daar worden we ook op beoordeeld”, vervolgt Spoelstra. “Elke jaar komt de keuringsinstantie Lloyds controleren of de marine het ISO-kwaliteitscertificaat voor het VMMS mag blijven voeren. Daarbij slaan ze de jachthaven niet over.” De controleur van de Blauwe Vlag hanteert voor het grootste gedeelte dezelfde eisen. Hij bevond de KMJC dit jaar in orde om de onderscheiding voor de elfde keer uit te rijken. Samen met de beheerders van de watersportvereniging Breewijd en de jachthaven Willemsoord, mocht Spoelstra in mei een nieuw doek hijsen. “Een duidelijk bewijs dat de marineregelgeving mooi samengaat met de Blauwe Vlag-doelstellingen.” Wisselwerking
Het milleu-eiland voor gescheiden inlevering van afval.
Toch zijn de inspanningen van de havenbeheerder en de havenmeesters hierin niet te verwaarlozen. Zij zorgen er namelijk voor dat de eisen van zowel het VMMS als voor de Blauwe Vlag worden nageleefd. “Niet iedereen houdt zich altijd aan de regels. Mensen hebben nog wel eens de neiging om hun eigen sanitair te gebruiken in de haven. Dat zorgt voor enige vervuiling en dat willen we voorkomen”, vertelt havenbeheerder Eva Spoelstra. “We hebben al jaren een zwartwateren bilgewaterpompinstallatie zodat jachten hun vuil niet overboord hoeven pompen. Daarnaast zorgen wij dat het afval goed gescheiden is, de loopdekken er netjes bij liggen en
Havenbeheerder Eva Spoelstra met assistent.
de dagelijkse bedrijfsvoering loopt.” Zo vullen de uitvoering van het VMMS en jachthavenbeheer elkaar prima aan tot een resultaat dat een keurmerk verdient. Dat illustreert de wisselwerking tussen de marine en de KMJC. “We helpen elkaar waar nodig en mogelijk”, aldus Spoelstra. “Dat is geen eenrichtingsverkeer.” Met de cursussen EHBO, Bedrijfs Hulpverlening en BVMA op zak, staan zij ook in voor de persoonlijke veiligheid van de passanten. Maar het personeel van de zeilvereniging zit bijvoorbeeld ook in de veiligheidsorganisatie van de marinedagen. Tevens helpen wij elkaar bij de bedrijfsvoering op de haven. Wij hebben een prima relatie met de andere medegebruikers en doen wat we kunnen om het elkaar naar de zin te maken.” Visitekaartje
De jachthaven geldt dus als een uitstekend visitekaartje voor de Koninklijke Marine. Spoelstra vertelt dat de zeilers het vaak bijzonder vinden om zo dicht bij een marinehaven te liggen. “Dit ervaren ze als een extra charme. Daarnaast volgt er door deze binnenkomer via de marine ook vaak een bezoek aan het Marinemuseum.” Het visitekaartje brengt ook verplichtingen met zich mee, alles moet er netjes, veilig en milieubewust uitzien. Om die reden is de zwaar verouderde accommodatie vervangen door een nieuw clubgebouw met een bijbehorend sanitair. Geheel in lijn met het Defensiebeleid is hier waar mogelijk gebruik gemaakt van duurzame materialen en energiebesparende maatregelen, zoals onderhoudsarme wandbekleding en doorloopschakelaars voor de verlichting in het sanitaire gebouw. “We gaan ons ook elders op de jachthaven meer en meer toeleggen op energiebesparing met doorloopschakelaars en wellicht LED-verlichting in de haven”, verduidelijkt de beheerder. De Blauwe Vlag symboliseert volgens Spoelstra en Spoelstra twee verschillende dingen. “Het geeft niet alleen aan dat de KMJC een goede haven is om een nachtje of meer te blijven liggen” Spoelstra senior vult haar aan. “Het is ook een bewijs van de goede wisselwerking tussen de marine en de jachthaven.”
19
Alle Hens | Juni 2011
oefening
Caribische vlootdagen groot succes Het grote driejaarlijkse maritieme evenement kon rekenen op 30.000 bezoekers, die zichtbaar genoten van de opengestelde schepen, demonstraties en diverse activiteiten. De goedgeoliede samenwerking van marine en kustwacht onderstreepte de band tussen Nederland en Curaçao. In hartje Willemstad, op de kades van Punda en Otrobanda, bezochten de geïnteresseerden de marine- en kustwachtschepen van Nederland, Curaçao, de Verenigde Staten, Frankrijk, Colombia en Mexico. De Nederlandse onderzeeboot Hr.Ms. Dolfijn was een grote trekpleister. In het Maritiem Museum trokken de speciaal voor de vlootdagen ingelaste voorstellingen van de theater dansgroep Danzarte veel belangstelling. Net als de jeugdexpositie die gewonnen werd door de MC Piarschool. De tweede dag begon met een goed bezochte kerkdienst aan boord van Hr.Ms. Rotterdam. De talloze activiteiten op het Brionplein en de diverse optredens van de Steelband van het Korps Mariniers mochten rekenen op warme belangstelling. Tijdens de Koninginnenrun op zondagmiddag liepen uiteindelijk 400 lopers over de drie bruggen van Willemstad. Bij de heren zette José Alberto Maduro de snelste tijd neer. Marlies Jongerius kwam als snelste vrouw over de finish. De Caribische Vlootdagen werden afgesloten met een indrukwekkende vuurwerkshow en het luiden van de scheepshoorns. Foto: Peter Bijpost (AVDD)
Alle Hens | Juni 2011
20
oefening
21
Alle Hens | Juni 2011
wonen en werken
Marinemuseum maakt zich op voor vijftigste verjaardag
“Erfgoed verkwansel je niet zomaar!” “Onze admiraal heeft illustere voorgangers, De Ruyter, Tromp, Doorman. Ook hun schepen konden slechts varen dankzij loyaal en vaardig personeel. Schepelingen, onderofficieren en officieren staan zij-aan-zij in een eeuwenlange traditie. Die geschiedenis kan je herbeleven door in het Marinemuseum weggezakte kennis op te frissen, herinneringen terug te halen en parallellen te vinden tussen gebeurtenissen van lang geleden en nu.”
Tekst: Doenja Zwaan | Foto’s: Marinemuseum
Volgend jaar viert het Marinemuseum zijn vijftigste verjaardag. In 1962 klein begonnen op de zolder van het Peperhuisje, is het museum inmiddels uitgegroeid tot een ware trekpleister voor de kop van Noord-Holland. Het silhouet van de Tonijn vertegenwoordigt Den Helder op menig toeristenkaart, hetgeen een grote aantrekkingskracht heeft op met name Duitse toeristen. Vrijwilligers
Door de jaren heen heeft het Marinemuseum haar presentatie steeds meer aangepast aan de behoefte van nu. Directeur kapitein-luitenant-ter-zee Harry de Bles legt uit: “De veranderende defensieorganisatie in combinatie met veeleisende bezoekers vraagt om een andere manier van exposeren. In plaats van mooie objecten in een vitrine te plaatsen, beantwoordt bijvoorbeeld de antipiraterijexpositie niet alleen De voorzitter van de Stichting vrienden van het Marinemuseum draagt het brughuis over aan de directeur Marinemuseum in aanwezigheid vice-admiraal b.d. van Duijvendijk
Alle Hens | Juni 2011
22
prangende vragen die leven bij het doorsnee publiek, maar is het ook een spannende belevenis.” De Bles viert volgend jaar dubbel feest vanwege zijn vijfentwintig dienstjaren bij het museum. Hij vertelt dat net als de rest van de Koninklijke Marine, ontkomt het museum niet aan de bezuinigingen. “Van de bezoekers krijgen we nog wel eens het kritiek dat we iets aan het onderhoud van de schepen mogen doen”. Zo stond onderzeeboot de Tonijn al een tijdje op de rol voor onderhoud maar die geldkraan is dichtgedraaid. Om het museum toch zoveel mogelijk draaiende te houden wordt daarom zwaar gesteund op vrijwilligers en incidenteel op de vrijgevigheid van sponsoren en fondsen. Hoewel het Marinemuseum veel bezoekers trekt in de vorm van toeristen wil De Bles benadrukken dat het museum zeker ook interessant kan zijn voor actief dienende marineman-
achtergrond
nen- en vrouwen. “Om hun vrienden en familie aan de hand van zoveel oorspronkelijk materiaal het verhaal van hun bedrijf te vertellen. Meer kennis over de oorsprong van het eigen bedrijf versterkt ook de groepsgeest, het besef erbij te horen, deel uit te maken van de geschiedenis van een bijzonder bedrijf, de Nederlandse Marine.” Het is duidelijk dat De Bles zich hard maakt de marinegeschiedenis in ere te houden: “Erfgoed verkwansel je niet zomaar!”
Vrijwilligers gezocht Bij het Marinemuseum is er plaats voor nieuwe vrijwillige suppoosten (minimum leeftijd 16 jaar). Het werk bestaat uit het ontvangen en wegwijs maken van bezoekers, en uit het houden van toezicht. Vrijwilligers ontvangen een onkostenvergoeding. Voor scholieren bestaat een aparte vergoedingsregeling. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot het hoofd algemene zaken 0223-657283.
Brughuis (De bol)
Hr. Ms. De Ruyter na de uitdienststelling de 3D-radar en het brughuis gestript. Met een reservedome uit het ODC Arsenaal kon het brughuis uiteindelijk worden gecompleteerd en aangeboden aan het geselecteerde ontwerpbureau om het museabel te maken. Toen in 2009 uiteindelijk een mooi ontwerp gereed was en de Stichting Vrienden Marinemuseum met behulp van sponsoren en fondsen het benodigde budget van 1 miljoen euro had verworven, werd het plan aan de welstandscommissie ter goedkeuring voorgelegd. De kwestie ‘bouwvergunning’ leverde de nodige vertraging op. Zodoende stond het brughuis enkele jaren werkeloos op het terrein van het museum. Begin 2010 werd de vergunning alsnog verleend en kon de verbouwing eindelijk beginnen, met als resultaat een nieuw museumonderdeel dat eind april opengesteld is. De Bles spreekt trots van een “uniek maritiem industrieel erfgoed”, eentje die met de nodige aanpassingen tot de verbeelding van de kritische museumbezoeker spreekt. “Het resultaat is niet alleen een leerzame kennismaking met de 3D-radar en met het geleide wapenfregat en zijn bemanning als geheel, maar ook een spannende gesimuleerde belevenis van het leven aan boord.”
De opening van de nieuwste ‘attractie’ van het museum, het brughuis van geleide wapenfregat Hr. Ms. De Ruyter, mag beschouwd worden als de kick-off van het jubileumjaar (28 juni 1961 werd de stichting Helders Marinemuseum opgericht). Oud commandant van de toenmalige Hr. Ms. Tromp, viceadmiraal Cees van Duyvendijk opperde eind jaren negentig om de unieke 3D-radar van Hr. Ms. Tromp te bewaren ten gunste van het Marinemuseum. Helaas bleek echter alleen de geschuttoren in bruikbare staat. Zodoende werden van
Met het openstellen van het brughuis heeft het Marinemuseum zich nog meer op de kaart gezet in museumland. Ook de Quick Reader–routes die een stagiair museumstudies ontwikkelde dragen daar aan bij. Bezoekers kunnen nu met hun smartphone de langs themaroutes in het museum aangebrachte codes scannen om zodoende specifieke verdiepende informatie te verkrijgen. Stoffige vitrines behoren hiermee tot het verleden.
Schijnwerpers
Er wordt voortdurend werk gemaakt van de instandhouding van een duurzame band met het moederbedrijf. Dat uitte zich vorig jaar in een bijzondere collectie-uitbreiding. Dankzij korte lijnen met commandanten van schepen op missie (Atalanta, Ocean Shield) werden in beslag genomen piratenskiffs, wapens en gebruiksgoederen niet vernietigd, maar overgedragen aan het museum. “In een expositie die eind dit jaar geopend wordt, zullen de recente Nederlandse antipiraterijmissies centraal staan, met naast Somalische piraten en hun bestrijders, de slachtoffers in de hoofdrol.” Maar het Marinemuseum doet meer: “Er staat erg veel op stapel”. De Bles legt uit dat het museumbedrijf zo veelzijdig is dat er de komende tijd meerdere museumstukken in de schijnwerpers zullen staan in de Alle Hens.
In de expositie staan de Nederlandse antipiraterijmissies centraal
23
Alle Hens | Juni 2011
personeel
Een kwestie van bijhouden…
Gegevens in Peoplesoft
Alle personeelslogistieke gegevens zijn opgeslagen in Peoplesoft. Die gegevens worden gebruikt voor de personeels- en salarisadministratie. Dat loopt uiteen van het adres waarop u deze Alle Hens toegestuurd krijgt tot de gegevens waarmee uw salaris wordt berekend. Nu blijkt dat er nogal wat foutieve informatie in Peoplesoft staat. Dat kan vervelende gevolgen hebben, zowel voor de werkgever als voor de werknemer.
Tekst: Marloes Francken-Vergeer | Foto’s: Archief
Peoplesoft werkt zo dat u zelf verantwoordelijk bent voor de juistheid van uw eigen gegevens. Daarom kunt u deze gegevens zelf bijwerken. Voor sommige zaken, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van een dienstreis of verlof, is toestemming nodig van de lijnmanager.
Die heeft in dit proces dan ook een controlerende functie. Zo kunnen veel zaken snel en efficiënt afgehandeld worden. Het nadeel is dat het lastig is om mutaties binnen Peoplesoft door derden te laten controleren waardoor fouten lang onopgemerkt kunnen blijven.
Wat gaat er mis? Verkeerde adresgegevens
Het komt nog steeds voor dat mensen hun eigen adres of telefoonnummer niet goed hebben ingevoerd of dat waarschuwingsadressen niet kloppen. Fouten in het eigen adres zorgen ervoor dat uw salarisstrook verkeerd wordt bezorgd. Fouten in het waarschuwingsadres kunnen schrijnende gevolgen hebben. Bij een calamiteit kan het voorkomen dat de verkeerde persoon wordt gewaarschuwd terwijl uw naaste relatie in het ongewisse blijft. Functioneringsgesprekken niet geregistreerd
Het gaat hier ook om functie-introductie- en beoordelingsgesprekken. Het blijkt dat ongeveer dertig procent van deze Alle Hens | Juni 2011
24
gesprekken niet in Peoplesoft terecht komt. Zowel voor de lijnmanager als voor de medewerker bevatten deze documenten belangrijke informatie die in een later stadium nog rechtspositionele gevolgen kunnen hebben. Woon- werkverkeer en huisvestingsgegevens
Dit gaat vaak mis bij tijdelijke overplaatsingen of bij het volgen van opleidingen. Uw status van boord- of walplaatser verandert dan en daarmee ook de frequentie of afstand van uw woon- werkverkeer. Dat heeft allemaal gevolgen voor de financiële vergoedingen die u ontvangt voor voeding en huisvesting en woon-werkverkeer. Regelmatig komt het voor dat mensen te weinig geld ontvangen en dus een dief
personeel
zijn van hun eigen portemonnee. Ook incasseren mensen soms teveel geld. Omdat er echter veelvuldig op deze gegevens wordt gecontroleerd, kunt u er op rekenen dat de fout vroeg of laat aan het licht komt. Het teveel aan ontvangen vergoedingen wordt dan op uw salaris ingehouden. Daarbij kan het om aanzienlijke bedragen gaan. Om dit soort problemen te vermijden, wordt sinds kort de bijdrage woon- werkverkeer automatisch gestopt als u uw huisadres wijzigt. U moet dan opnieuw een aanvraag in Peoplesoft indienen. Verlof wordt niet afgeboekt
Voor de medewerker meestal niet zo’n groot probleem, voor de lijnmanager vaak wel. Op een gegeven moment wordt het verlof voor de tweede keer opgenomen. Ook komt het voor dat een medewerker bij overplaatsing een enorme voorraad verlof meekrijgt waar hij zijn volgende lijnmanager mee kan verrassen. Dit komt de bedrijfsvoering niet ten goede. Stelt u zich eens voor dat bij alle 8100 militairen bij het CZSK verge-
ten wordt om slechts een dagje verlof af te schrijven. Dat zijn dan toch 8100 mandagen. Genoeg om iemand 22 jaar met betaald verlof te sturen. Ziekteverzuim wordt niet juist geregistreerd
Het registreren van ziekteverzuim is een taak van de lijnmanager. Dat overzicht is voor een arts belangrijk te kunnen beoordelen of het verzuimbeeld om (medische) actie vraagt. Ook komt het voor dat medewerkers wel ziek gemeld worden maar dat vervolgens vergeten wordt om hen weer beter te melden. Dat kan nare gevolgen hebben voor de medewerker, die zelfs kunnen uitmonden in het stoppen van de vergoeding voor woon-werkverkeer of zelfs een inhouding op het salaris conform de Wet Poortwachter.
Waar gaat het mis? Fouten in Peoplesoft worden overal binnen de marine aangetroffen, maar de frequentie van de fouten neemt toe als de toegang tot Peoplesoft lastiger is. Dat is het geval in het mobiele domein, met name bij de onderzeedienst en de mijnendienst. Aan boord wordt de administratie meestal wel netjes bijgehouden, echter bij de overdracht naar Peoplesoft gaat er toch informatie verloren of komt deze verkeerd in het systeem. Er worden ook relatief veel fouten gemaakt bij wallocaties waar de toegang tot intranet beperkt is. Bij de bataljons in Doorn en bij een aantal scholen zijn grote groepen personeel (soms meer dan 100 personen) onder één report to functionaris gesteld. Het is voor deze functionaris vrijwel niet te doen om dit enorme en veelvuldig wisselende personeelsbestand effectief te kunnen controleren. Het ontbreken van een goede connectiviteit met intranet valt de lijnmanager en de medewerker natuurlijk niet aan te rekenen. Hiervoor is echter beschreven dat foutieve informatie in Peoplesoft een hele reeks ongewenste gevolgen kan heb-
ben. Daar zullen zowel medewerker als lijnmanager toch wat mee moeten. Hoe kan het beter?
Door de beperkte toegang tot intranet efficiënter te benutten kunt u het aantal fouten binnen Peoplesoft aanzienlijk terugbrengen. In- en uitrouleren
Stel het in- en uitrouleren weer in ere. Maak gebruik van het in- en uitrouleermoment om uw gegevens in Peoplesoft te laten controleren door bureau administratie of het Facilitair Steunpunt. Dit geldt zowel voor operationele eenheden als voor walinstellingen. Fouten worden op die manier automatisch ontdekt en rechtgezet. Controlemomenten
Bouw, naast het in- en uitrouleren, personele controlemomenten in het programma voor uw eenheid in. Bijvoorbeeld tijdens een opwerkweek binnenliggend of op de kazerne voorafgaand aan een operationeel deployment. Door uw personeel in kleine groepjes in te delen kunnen zij via bureau administratie of het Facilitair Steunpunt al hun gegevens doorlopen zonder dat daar een groot aantal intranetaansluitingen voor nodig is. Facilitaire steunpunten
Maak gebruik van de kennis en expertise van de medewerkers van de Facilitaire Steunpunten. Zij zijn op de hoogte van de personele regelgeving en hebben toegang tot Peoplesoft. Zij zijn bij deze tips al een aantal keren genoemd omdat zij u in deze uitstekend kunnen ondersteunen, ook als u zich buiten de haven of kazerne bevindt. 25
Alle Hens | Juni 2011
oefening
Takecoördineert Control calamiteiten Voorbereiding op de Marinedagen
Een vrouw, doorboord door een steigerpaal, kijkt angstig uit haar autoraam. Verderop ligt een man versuft onder een rupsvoertuig. Hij haalt raspend adem. Overal om hem heen ligt bloed en kringelt dikke rook. Op de Nieuwe Haven lijkt het flink mis. Gelukkig is dit het scenario van de oefening Take Control. In aanloop naar de Marinedagen bereiden de marinehulpdiensten zich samen met civiele autoriteiten voor op mogelijke calamiteiten tijdens dit grote evenement.
Tekst: Thijs Imandt | Foto’s: Ad Biersteker (AVDD)
In de multidisciplinaire oefening doorlopen verschillende huldiensten het bedrijfsnoodplan. De veiligheidsregio Den Helder test haar rampenbestrijdingsplan. De realistische omstandigheden zetten alle partijen weer op scherp. Speciale aandacht is er niet alleen voor operationele vaardigheden, onderlinge afspraken en procedures maar ook voor de samenwerking tussen in- en externe hulpdiensten bij een groot incident op het marineterrein.
echt uit. De ‘patiënten’ van Lotus zijn gespecialiseerd in het zo realistisch mogelijk naspelen van een slachtoffer. Ze slagen in hun opzet. Op uitnodiging zijn er ook vijftig studenten van Hogeschool Leeuwarden op de Nieuwe Haven. Ze spelen bezorgde familieleden van de slachtoffers en moeten het de bedrijfshulpverleners en verzorgers van het Rode Kruis lastig maken. Brand
Omstanders in het nauw
Een explosie aan boord van een landingsvaartuig veroorzaakt brand in het motorcompartiment. De vlammen slaan door en er vallen twee gewonden aan boord die dringend hulp nodig hebben. De enorme klap maakt het vaartuig onbestuurbaar, het gevaarte knalt aan land. Een BV-rupsvoertuig schiet de wal op en raakt daarbij een auto en talloze burgeromstanders. De met bloed besmeurde benen en de doorboorde borstkas van de vrouw in de auto zien er levensAlle Hens | Juni 2011
26
Binnen enkele ogenblikken na de klap reageert de marinebrandweer op de noodsituatie en rukt uit. Brandweermannen weten het vuur aan boord snel te blussen. Ze halen de benauwde en deels verbrande mannen van boord. Hoofd Brandwacht Functioneel Kees Tak helpt met blussen. Met schuim in de machinekamer en een dunne waterslang voor de overige vuurhaarden is de klus snel geklaard. “Wij kennen de weg op de marineschepen”, zegt Tak. “Dat is maar goed ook want we zijn altijd minuten eerder op de plaats van on-
oefening
geval dan de burgerbrandweer. Kennis van het reilen en zeilen aan boord van de schepen is dan essentieel om doortastend en misschien wel levensreddend op te kunnen treden.” Met zijn eenheid beoefende hij een week eerder nog het blussen aan boord van een nagebootst schip in Zweden. Door dergelijke oefeningen blijft de marinebrandweermannen altijd paraat voor inzet. Bezorgde familie
In de COPI overleggen vertegenwoordigers van de verschillende hulpverleningsdiensten.
“Mijn moeder ligt daar dood te gaan. Laat me er langs. Ik wil bij haar blijven”, roept een bezorgde zoon. Parate bedrijfshulpverleners van zowel het Marinebedrijf als CZSK schieten de gewonde omstanders te hulp. Beveiligers van Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie (DBBO) houden verontruste familie en vrienden op veilige afstand. Met ferme handgebaren en bemoedigende woorden: “ze helpen haar zo goed als ze kunnen”, dirigeert een potige beveiliger de bezorgde zoon naar een klein grasveldje. Twee geestelijk verzorgers vangen hem en andere omstanders daar op. Aalmoezenier Thomas van der Woude en zijn collega dominee Gert van der Ende zijn in de buurt om de gechoqueerde familieleden een hart onder de riem te steken. “Door ze een kop koffie aan te bieden en ze de kans te geven om te praten over hun naasten, worden ze vanzelf wat rustiger en zijn ze de hulpverleners
minder tot last. Maar ook de gewonden, vaak in doodsnood, hebben soms behoefte aan een bemoedigend gebed of zelfs de laatste sacramenten”, legt de aalmoezenier uit. Overleg
De officieren van dienst en de hoofden van de deelnemende instanties komen twintig meter verderop meerdere keren bij elkaar in een speciaal daarvoor ingerichte container, beter bekend als Commando Plaats Incident (COPI). Daar brengen ze elkaar op de hoogte van de situatie. Hoe staan de gewonden ervoor? Hoe snel moeten ze worden afgevoerd naar een ziekenhuis? Zijn er meer hulpverleners nodig? Blijft het publiek op afstand? Is de brand onder controle of moet de burgerbrandweer worden ingezet? Met deze vragen worstelt Ruud de Graaf, Hoofd Bureau Veiligheid, Milieu en Bedrijfshulpverlening van het facilitair steunpunt Nieuwe Haven al vijftien jaar. Hij schrijft namelijk het zeventig pagina’s tellende bedrijfsnoodplan. “Mocht een situatie als deze zich voordoen tijdens de Marinedagen, weten we hoe we op moeten treden. We onderkennen tijdens Take Control verbeterpunten die ik verwerk in het plan.” Daarin staat ondermeer hoe alle betrokken partijen in voorkomend geval zouden moeten handelen, wie daarvoor beschikbaar is en wie de leiding heeft over al het aanwezige personeel. De Marinebrandweer beschikt over twee tankautospuiten, zodra ze er meer nodig hebben en de situatie verder escaleert, schalen ze op naar een hoger niveau (regionaal) en vragen ze hulp aan de civiele hulpverleningsdiensten. De Graaf voert dan overleg met onder anderen de burgemeester over het doorgaan van de Marinedagen. Uit een eerste evaluatie van Take Control blijkt dat de Graaf erg tevreden is over het verloop van de oefening. De algemene doelstellingen: melding, alarmering, communicatie en samenwerking tussen militaire en civiele hulpverleningsdiensten zijn naar tevredenheid verlopen. Twee weken later krijgt hij de kans om in een soortgelijke oefening de lessons learned te laten zien. Op naar de Marinedagen.
27
Alle Hens | Juni 2011
oefening
Grote stap in een eenduidige bedrijfsvoering
Baan vrij voor
NH90
Met de overdracht van de laatste Lynx uit het base maintenance, het groot onderhoud, aan de commandant van het operationele squadron 860, is een nieuw tijdperk op Maritiem Vliegkamp de Kooy aangebroken. Maintenance manager luitenant-ter-zee 1 Hakan Zor legt uit waarom. “Niet alleen ruimen we baan voor de NH90, we worden ook steeds meer één met de luchtmachtbedrijfsvoering.”
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Archief
“Het base maintenance is zeer ingrijpend”, aldus Zor. “De helikopter gaat helemaal uit elkaar en is dus langere tijd niet beschikbaar. Hoewel de Lynx nog vanaf de schepen opereert tot medio 2012, faseert de helikopter wel uit. We zullen deze onderhoudsbeurt dan ook niet meer doen. We richten ons steeds meer op de NH90.” De uitfasering van de Lynx is al een paar jaar aan de gang. “Op dit moment vliegen er nog negen rond en daarmee produceren we bijna 2800 vlieguren”, vertelt Zor. “Deze helikopters worden voor verkoop aan de DMO overgedragen. Dankzij het intensieve onderhoud, zijn de onderdelen nog goed bruikbaar. Het casco is echter aan het eind van het economisch en technisch levensduur. Overgang naar de nieuwe helikopter is dus echt noodzakelijk.” Het base maintenance van de NH90 zal gedaan worden op vliegbasis Gilze-Rijen. Toch blijft De Kooy een belangrijke rol spelen in de ondersteuning en service aan de helikopter. “We zullen het kleinere, vaker voorkomende line maintenance hier doen.” Deze omslag naar de NH90 gaat gepaard met een verandering in de organisatie. “Dit onderhoud gaan we leveren vanuit het operationele squadron, net zoals de luchtmacht dat doet.”
Eerste opleiding NH90 Op vrijdag 20 mei is de eerste NH90-opleiding in eigen beheer afgerond. Zes weken eerder traden bij 7SQN op de Kooy 12 cursisten aan voor het volgen van een zogenaamde managementopleiding. Deze opleiding is het best te vergelijken met een zeer uitgebreide introductie in de techniek van de NH90 en is speciaal ontworpen voor kaderleden, het personeel dat niet daadwerkelijk aan helikopters sleutelt. De managementopleiding was tevens een testcase voor de opleidingen die binnenkort starten bij 7SQN, te weten een grondcursus voor luchtvarenden in juni en een B1/B2 opleiding voor monteurs in september.
Alle Hens | Juni 2011
28
Geschiedenis
Om deze uitspraak te verduidelijken, gaat Zor terug in de tijd. “Bij het oprichten van het Defensie Helikopter Commando in 2008 bleek dat de marine het groot en klein onderhoud aan helikopters op een andere manier uitvoerde dan de luchtmacht, namelijk vanuit een centraal onderhoudssquadron.” Nu er steeds meer NH90’s op de Kooy verschijnen, is de tijd aangebroken om de volgende stap richting volledige integratie met de luchtmacht bedrijfsvoering te zetten. “Als maintenance manager val ik nu nog onder onderhoudssquadron 990”, verklaart Zor. “Straks zal ik, samen met het technische personeel, aan het operationele squadron 860 toegevoegd worden.” Ondertussen zijn er vier NH90’s aangekomen op het maritieme vliegkamp. Er wordt druk getest en gevlogen met de nieuwe helikopter. “Met enige regelmaat van de klok krijgen we er weer één binnen.” Zor is dus ook tevreden dat het grote onderhoud van de Lynx nu is afgelopen. “Het personeel komt allemaal vrij en gaat over naar de NH90. Dat is toch de toekomst.”
oefening
Sea Training Command stelt patrouilleschip Holland zwaar op proef
Eind goed, al goed
Als één marinebemanning weet welke haken en ogen er aan het opwerken van een nieuw schip zitten, dan is het wel die van de Holland. Het fonkelnieuwe patrouilleschip werkte eind mei onder supervisie van het Sea Train Command op tot het niveau ‘veilig varen’ en kreeg het daarbij stevig te verduren. Medio juni koos de Holland andermaal zee voor een noodzakelijke tweede test die wel goed uitpakte. “De bemanning moest nog beter op elkaar ingespeeld raken”, blikt kapitein-ter-zee Harrie Welmer, waarnemend commandant van de opwerkeenheid, terug.
Tekst: Jack Oosthoek | Foto’s: Edwin Benschop, Peter van Bastelaar (AVDD)
Midden op de Noordzee, tussen het Britse Ipswich en Den Helder, stijgt de spanning op de nog onder de vlag van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) varende Holland. Als een roofdier dat een vette prooi in het vizier heeft, doemt volgens het oefenscenario uit de nevel het koopvaardijschip Arctic Adventure op. Een aanvaring is niet meer te voorkomen. In de boezem van de Holland, in de whalegangen en verblijven, zet iedereen zich na een waarschuwing van de commandant schrap voor de schok die volgens het script dadelijk volgt. Na de klap snellen bemanningsleden naar hun post om eventuele schade aan de brug te melden. Hoewel de meesten opvarenden van de Holland al jaren bij de marine dienen en het klappen van de zweep kennen, is het de bedoeling dat iedereen alert op de averij reageert, legt searider luitenant-ter-zee 2OC Youri Linden uit. Brandweerlieden spoeden zich naar de brandhaard onderin het schip.
29
Alle Hens | Juni 2011
oefening
De uit zijn benarde positie bevrijdde gewonde ondergaat een behandeling in de ziekenboeg.
Tot overmaat van ramp ontstaat er een brandje, een lekkage en sputteren de motoren. Instructies weerklinken, brandslangen worden uitgerold, personeel in brandwerende kleding spoedt zich naar de brandhaard. Een slachtoffer wordt uit zijn benarde positie bevrijd en voor behandeling naar de ziekenboeg gebracht. Calamiteitenbestrijding staat in deze roerige uren bij iedereen met stip genoteerd. Of commandant en bemanning van de Holland even rustig wil blijven en het koppie erbij houden. “We kijken of ze de juiste prioriteiten stellen en de technieken beheersen om alle calamiteiten het hoofd te bieden”, vertelt Welmer. Stornoportofoons
De eerste officier van de Holland, luitenant-ter-zee 1 Anne van Dijk, maakt tijdens een eerste rondgang door het ‘gehavende’ schip de balans op en rapporteert aan het managementteam op de commandobrug. Het schort vooral aan interne communicatie, luidt zijn eerste, voorzichtige oordeel. Dat komt omdat vaste telefoons aan boord ontbreken en de in afwachting van Smartphones geïnstalleerde Stornoportofoons onvoldoende soelaas bieden. “Daardoor kunnen we het schadebeeld onvoldoende opbouwen”, weet Van Dijk. Andere oefeningen, zoals ‘man over boord’, lopen eveneens wat stroef, al valt er op de alertheid van de bemanning niets aan te merken. Na een enigszins moeizaam verlopen Williamson Turn weet de Holland de drenkeling te vinden. “Alle reacties zijn goed, maar nog wat traag”, constateert Welmer. Toch moeten sommige bemanningsleden de beschikbare informatie beter raadplegen. De operationele systemen geven de omstandigheden immers goed weer, aldus Van Dijk. “Aan Alle Hens | Juni 2011
30
de andere kant maakte de nevel het lastig en was iedereen verrast omdat de oefening niet was aangekondigd. Een prima leermoment. Zaken kunnen altijd beter.” Ook Welmer plaats de omstandigheden in een juist perspectief. Wat hem betreft mag, misschien wel móet de bemanning van een op te werken schip fouten maken. Zolang er maar lering uit wordt getrokken en grenzen niet worden overschreden. Rekening houden
Het Sea Train Command (STC) werkt marineschepen aan de hand van één en hetzelfde stramien op. Aan de andere kant is het ene vaartuig het andere niet, vertelt Welmer. Hij legt uit dat de scenario’s die het STC ‘draait’ aan het scheepstype worden aangepast en er rekening mee wordt gehouden dat er voor nieuwe schepen als de Holland geen kant en klare scripts klaar liggen. Verder moet het STC een nieuw vaartuig en zijn bedrijfsvoering leren kennen. Neem het concept van de Hollandklasse met een voor- en achterbrug en een commando- en technische centrale in één ruimte: dat is voor alle partijen nieuw, aldus Welmer. “Al met al zijn we, met in ons achterhoofd de minimale veiligheidseisen voor elke scheepsbemanning, met de Holland gaan varen om te ervaren hoe de systemen aan boord werken. Daarbij hebben we commandant en bemanning zoveel mogelijk geholpen bij het ‘vaargereed’ maken van het schip. Het STC is er namelijk voor om iedereen beter te maken, waarbij de lat hoog ligt en reële eisen worden gesteld. Met de veiligheid aan boord van schepen van de Koninklijke Marine wordt in het belang van de bemanning niet gespot. Zakt een schip voor onze test, zoals de afgelopen jaren vier keer is gebeurd, dan komen we met
oefening
We hebben gewoon tijd nodig om de bedrijfsvoering in orde te krijgen een herstelplan. Twee weken later gevolg door een ‘herexamen’ met opnieuw oefeningen op zee.” Niet vaargereed
Koortsachtig overleg op de commandoburg.
De opvarenden van de Holland weten precies hoe dat werkt. Na een intensieve vaarweek bleek het OPV begin juni niet te voldoen aan de eisen van het Commando Zeestrijdkrachten voor het veilig varen met een marineschip. Reden om de lichtblauwe kolos het predicaat ‘niet vaargereed’ te geven en tijdelijk tegen de kant te leggen. De knelpunten manifesteerden zich volgens Welmer vooral op het vlak van command and control bij averijen brandoefeningen en bij de interne communicatie. De oorzaak in grote lijnen: een relatief onervaren bemanning die nog tot een team moet worDe aanvaring met de Arctic Adventure heeft volgens het oefenscenario zijn tol geëist. den gesmeed. Welmer: “Hoewel het meeste personeel door eerdere plaatsingen over veel opera- we serie oefeningen de noodzakelijke ‘klik’ extra te maken tionele ervaring beschikt, is varen met de Holland voor ie- en de standaard van werken op het noodzakelijke niveau te dereen nieuw. Dat neemt niet weg dat aan de minimale vei- krijgen. Er zat namelijk een stijgende lijn in de prestaties op ligheids- en zeemanschappelijke eisen van het Commando het vlak van navigatie, brandbestrijding en gewondenverzorZeestrijdkrachten moet worden beantwoord. Bij fouten ging, constateerde hij. Voor commandant kapitein-luitenant krijgt een bemanning de kans de veren op te schudden, wat ter zee Chris Van den Berg en de bemanning van de Holland kwam het oordeel van het STC evenwel als een koude doudus met de Holland gebeurt.” che. “Hoewel er altijd wel wat valt op- en aan te merken, Terwijl het OPV tijdelijk tegen de kant lag, verklaarde Welmer dacht ik dat veel zaken aan boord goed liepen. We hebben dat het de bemanning zeker zou lukken om tijdens een nieu- gewoon tijd nodig om de bedrijfsvoering van dit nieuwe schip in orde te krijgen. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit lukt”, verklaarde hij eind mei. Twee weken later kreeg hij gelijk. Na de binnenligperiode in Den Helder en het afwerken van een intensief intern oefenprogramma, gooide de Holland de trossen opnieuw los. Met aan boord weer het STC dat naging of het schip in de ‘herkansing’ wel voldeed aan de minimale eisen voor het bestrijden van brand aan boord en het dichten van lekken. Dat leverde een happy end op. De seariders constateerden een goede vooruitgang. Zo wordt de bemanning flexibeler ingezet bij het bestrijden van calamiteiten, een volgens het STC belangrijke stap voorwaarts voor een OPV met een relatief kleine bemanning. Al met al verklaarde de ‘examencommissie’ de Holland na twee dagen van intensief trainen vaargereed. Met als consequentie dat het geplande (uitgebreide) testprogramma veilig kan plaatsvinden. Eind goed, al goed. 31
Alle Hens | Juni 2011
personeel
Adjudant der mariniers Douwe Schoonderwaldt
“Je moet het samen waarmaken” Vakspecialist, leidinggevende en instructeur, de onderofficier vormt een cruciale schakel tussen de werkvloer en de hogere leiding. De onderofficier heeft een voorbeeldrol naar zowel schepelingen als jonge officieren. De beleidsvisie onderofficieren is een aantal jaar geleden opgesteld om de positie van deze bruggenbouwers verder te verbeteren. Maar hoe vatten zij hun rol zelf op?
Tekst: Ingmar Kooman
Vier brede rijen batons, een gevechtsinsigne, koudweerspeld, twee parawings en een sniperbadge op de rechtermouw: adjudant der mariniers Douwe Schoonderwaldt is duidelijk een man van de praktijk. Hij heeft in zijn 25 jaar bij het Korps Mariniers het nodige gezien en meegemaakt. “Ik ben niet iemand die snel stil gaat zitten,” erkent Schoonderwaldt. “Ik ben een doener, een aanpakker.” Toen hij zijn dienstplicht moest vervullen, was er voor hem dan ook maar één plek. “Het Korps Mariniers, uitsluitend dat. Het fysieke aspect, de uitdagingen, veel naar het buitenland, dat trok me. Ik wilde graag militair worden. Elke morgen met mijn broodtrommeltje onder de snelbinders naar een negen-totvijf-baan fietsen, dat zag ik mezelf gewoon niet doen.” Dat carrièrepad blijft hem bij het Korps bespaard. Nog voordat hij halverwege zijn opleiding is, maakt hij bij zijn leidinggevenden kenbaar beroeps te willen worden. “Ik wist duidelijk wat ik wilde”, excuseert hij zich met een brede glimlach. “Het mariniersbestaan, dat was het gewoon helemaal voor mij.” Vakspecialist
Schoonderwaldts militaire loopbaan leidt hem langs diverse functies bij het 1ste en 2de mariniersbataljon en als sniper bij Alle Hens | Juni 2011
32
het Mountain Leader Verkenningspeloton. Uitzendingen voeren hem naar Cambodja, Haïti, Bosnië, de Golf van Oman en Afghanistan. “Stuk voor stuk nuttig en waardevol”, vindt de marinier. “Cambodja was mijn eerste confrontatie met een wereld in conflict. Een man die zijn zoontje kreupel slaat zodat ‘ie als bedelaar een paar centen kan verdienen. Ouders die hun kinderen de prostitutie in dwingen. Je komt vaak in trieste situaties terecht, maar het heeft me veel bagage voor de rest van mijn leven meegegeven.” Eenmaal terug in Nederland raakt hij betrokken bij de nog op te zetten scherpschuttersopleiding, als rechterhand van toenmalig sergeant-majoor der mariniers Ruud van Beckhoven. “Het hele fenomeen sniper kende Defensie nog niet. Voor mij als jong korporaaltje was dat natuurlijk een hele uitdaging om dit mede op te zetten.” Schoonderwaldts ogen fonkelen als hij praat over het werk. “Snipers zijn de ogen en oren in het voorterrein. Ze zijn noodzakelijk in elk gevecht.” Een adrenalinejunkie heeft weinig te zoeken in de sniper-opleiding, legt de adjudant uit. “Geduld is een eerste vereiste. De skills van een infanterist tot in de perfectie beheersen een tweede. Als derde moet je onder alle
personeel
“Elke goede militair moet openstaan voor een andere visie” omstandigheden een cruciaal schot kunnen uitbrengen.” Schoonderwaldt volgt als één van de eerste Nederlanders de sniper-opleidingen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. “De absolute top in opleiding, technieken en tactiek”, geeft hij aan. Wanneer hij als master sniper (hoogst gekwalificeerde van de Engelse opleiding) terugkeert in Nederland, krijgt hij direct de taak nieuwe generaties van deze specialisten op te leiden. Bovendien ziet hij als hoofd sniper-opleidingen eveneens toe op de verdere doorontwikkeling van de opleiding en doctrine.
in het vinden van synergie in het belang van de organisatie en dat van het individu.” Door de jaren heen is en blijft Schoonderwaldt betrokken bij zijn mensen. Zo is hij los van zijn dagelijkse werk ook Collegiaal Korps Netwerker, vertrouwenspersoon, personeelsbeoordelingadviseur en gespreksleider bij een adaptatieteam. “Ik ben graag met en vóór mensen bezig, een mensenmens. We vragen in deze militaire organisatie heel veel van elkaar. Maar het marinierswerk heeft zeker ook een hele zorgzame kant. De onderlinge verbondenheid is groot. Dat wil ik graag uitdragen.”
Instructeur
Adviseur
“Wanneer je zelf instructeur wilt zijn, moet je absoluut boven de stof staan”, benadrukt Schoonderwaldt. “Zowel qua kennis als wat betreft je praktijkervaring. Want alleen dan krijgen je leerlingen het idee dat je ook echt wéét waar je over praat.” Aan passie ontbreekt het hem als instructeur in elk geval niet. “Je moet ook de wil hebben om iemand iets te leren, mensen enthousiast maken”, vindt de adjudant. “Als iemand het niet haalt, vraag ik mezelf steeds weer af of ik er in elk geval alles aan heb gedaan. Die vraag kan ik eigenlijk altijd wel bevestigend beantwoorden.” Eigenlijk is deze gang van zaken kenmerkend voor de manier waarop de marinier zich door zijn militaire carrière beweegt. Door zijn praktische kennis en kunde ontpopt hij zich steeds tot de mentor van een nieuwe lichting. Zo ook bij zijn werk voor de Bijzondere Bijstands Eenheid (de tegenwoordige Unit Interventies Mariniers, red.). Daar wisselt hij operationele diensten af met instructeursfuncties. In zijn laatste functie bij de UIM was hij opvolgend pelotonscommandant van het T-squadron. Daarin ontwikkelde en bracht hij structuur in allerlei cursussen en opleidingen van de UIM. “Maar ik was ook veel bezig met het motiveren, begeleiden en sturing geven aan de veelal jongere collega’s. Het is belangrijk hen de mogelijkheid te geven ook aan hun persoonlijke ontwikkeling te kunnen werken. Ik kon dan ook echt mij ei kwijt
Sinds een aantal maanden is hij als stafonderofficier werkzaam op de Afdeling Joint Speciale Operaties bij de Defensiestaf in Den Haag. Hij mag niet in detail ingaan op zijn werkzaamheden, maar hij kan de topografie van het Midden-Oosten en het zuiden van de Middellandse Zee inmiddels bijna dromen. “Je zit tussen de militaire en politieke besluitvorming in. Hier ben je niet bezig met vaag beleid, maar met de alledaagse realiteit: de huidige situatie in de wereld.” Ook deze plaatsing ziet Schoonderwaldt daarom als een ‘enorme’ uitdaging. “Het is wel even wennen na mijn operationele functies, maar ik ervaar dit nog elke dag als heel leerzaam. Hier wordt gewikt, gewogen en uiteindelijk ook besloten. Daarin verwachten mijn collega’s ook van mij een actieve inbreng. Men heeft mij hier naartoe gehaald om mijn competenties, mijn kennis en ervaring. Dus verwacht men ook dat ik mijn mening geef. En elke goede militair moet openstaan voor een andere visie. Als ik denk dat mijn ervaring waardevol is voor het Korps of Defensie in het algemeen, dan deel ik die. Je moet het samen waarmaken. In het veld, in de compagnie, maar ook hier op de staf. De strepen op je schouder zeggen niets over wie je als persoon bent. Ze zeggen uiteindelijk alleen maar waar de eindverantwoordelijkheid ligt.”
Schoonderwaldt in 2010 als trainer/ teamleader van een Afghaanse politie-eenheid.
33
Alle Hens | Juni 2011
S P ort
25 | 05
NMK Mountainbike Het kampioenschap in Nieuw Milligen werd gereden op een uitdagend heuvelachtig parcours. Bij de senioren was de race tot het laatst spannend met drie man op kop. In de laatste ronde moest LTZ1 Jeroen Kampman lossen en viel de beslissing tussen de nummers 1 en 2, waarbij KPL 1 Marco Wesseling de sterkste was. Opvallend was dat bij de categorie Veteranen 2 (deelnemers vanaf 45 jaar) de heer Ed Scholten steeds de snelste ronde van neerzette. In 4 ronden was hij beduidend sneller dan alle andere renners. Een klasse apart met 53 jaar. Er deden dit jaar geen dames mee. Uitslagen Veteranen 2: 1. Dhr Ed Scholten CZSK 0:57:07 uur 2. Sgt1 Jos Bogaerts CLSK 0:59:51 3. Dhr Frans Kingma DMO 1:00:01 Veteranen 11: 1. Dhr Robin Smit CDC 0:59:15 uur 2. Kap Iwan Bos CLAS 1:02:23 3. Sgt1 Arjan Wolf CLSK 1:03:11 Senioren 1. Kpl1 Marco Wesseling CLSK 1:28:59 uur 2. Kpl Maarten Boonen CLAS 1:29:00 3. Ltze1 Jeroen Kampman BS 1:29:31
31 | 05
KIM traint met nieuwste trend op fitnessgebied
Tour d’Lasalle 2011
De zogenaamde TRX- suspension trainer is eenvoudig, voor iedereen te gebruiken en een goede aanvulling op de huidige trainingsmethodiek. De TRX bestaat uit twee banden die in lengte verstelbaar zijn en voorzien zijn van twee handgrepen. Ieder traint op zijn eigen niveau en naar eigen intensiteit. “Krachtig door eenvoud”, zegt oud-marinier Rob Pancras, die sinds 2009 werkt als sportinstructeur bij bureau sport. “Het apparaat is eenvoudig te gebruiken, bijzonder dynamisch en vooral leuk om overal mee te trainen. Zelf neem ik hem al mee als ik op vakantie ga, maar ook enkele enthousiaste adelborsten gebruiken het apparaat al buiten de sportschool.” De TRX heeft fitness toegankelijk gemaakt voor een groot publiek. Het apparaat is relatief goedkoop is, gemakkelijk in gebruik en efficiënt. Het is een vooruitstrevende manier om iedereen op een leuke manier fit to fight te krijgen.
27 | 05
OMK Speedmars
07 | 06
Marinetoernooi Tennis
Het toernooi was verdeeld over twee dagen. Op de eerste dag werden de voorronden gespeeld, op de tweede dag de halve en finales. Er werd gestreden in drie categorieën: Senioren enkelspel, Veteranen enkelspel en Veteranen dubbelspel met een totaal van 34 deelnemers. Beide dagen was het uitstekend tennisweer hierdoor waren de partijen van een goed niveau en uiterst vermakelijk om te bekijken. Uitslagen Senioren Enkelspel 1. Quant, A. Burger, 2. Folmer, R.A. SGTODVB, 3. Sijtsma, S. KPL,
Marine Bedrijf Opstroom Stroe Defensie bewakingsdienst
01 | 06
Op het KMA-terrein in Breda heeft het team van het KIM de OMK Speedmars gewonnen. Ze lieten daarbij de winnaars van vorig jaar, de KMA, met ruime voorsprong achter zich. In totaal hebben 5 damesteams en 23 herenteams de eindstreep gehaald. Uitslagen 1. KIM 2. KMA1 3. 17 PAINFBAT
De Koninklijke Marine had tijdens de lokale Helderse wielerwedstrijd Tour d’ Lasalle ook een team aan de start staan. De eerste etappe verliep zeer enerverend en er werd hard doorgereden. De renners kwamen sneller dan het schema binnen. Voor de KM-ploeg een goed begin met een 2e plaats voor SGTMARNALG Mitja van Toorenburg die tevens de bolletjestrui wist te bemachtigen.
23.32 uur 24.29 uur 24.34 uur
NMK Triatlon Vijf internationale teams en 120 individuele deelnemers hebben meegedaan aan het NMK Triatlon te Biddinghuizen. Er werd in vier categorieën gestreden: NMK Triatlon Olympische afstand, TRI-Together, 1/8 ste afstand en Run Bike Run. De deelnemers zetten op het terrein van FlevOnice snelle tijden neer op de 1,5 km zwemmen, 40 km fietsen en 10 km hardlopen. Winnaars senioren Nederland 1. LTZ2 Elbertsen 1.58:08 uur 2. LTZ1 van Rijn 1.58:43 uur 3. SGT1 Borreman 2.01:39 uur Winnaars senioren internationaal 1. MAJ Nijhoving (Nederland) 1.55:18 uur 2. SGT1 Moonen (België) 1.55:30 uur 3. HPTM Neyste (Duitsland) 1.55:56 uur
Alle Hens | Juni 2011
34
Veteranen Enkelspel 1. Verberne, R. AOO, NLBE OPS 2. Krijthe, J. Burger, Marine Bedrijf 3. Groot, J. Burger, Marine Bedrijf Veteranen Dubbelspel 1. Noppen, van R. KTZE, MATLOG Muiswinkel, van H.A. SMJRWDV, 990 SQ Kooy 2. Hydra, H.M.N.J. AOODOPS, Marsitcen Zasburg, R. Brandmeester, Marine Brandweer 3. Vonk, E. KLTZ, Zeven provinciën Wolbink, A. AOOWDW, Zeven provinciën
LOGBOEK
12 | 06
Hr.Ms. De Ruyter in BALTOPS
Dubbele Alle Hens Veel marinecollega’s delen een voordeur met elkaar. U bent misschien getrouwd, heeft een samenlevingscontract, of huurt met wat collega’s een woning. Het zal u opgevallen zijn dat u dan elk uw eigen Alle Hens ontvangt. Zonde, vinden wij. U kunt daar wat aan doen. Neem contact op met het DCHR om de toezending van één exemplaar stop te zetten. 08 | 06
Wasbeurt voor SP-2H Neptune Tijdens een tweedaags bezoek aan Maritiem Vliegkamp de Kooy heeft de tentoongestelde SP-2H Neptune een schoonmaakbeurt gekregen. Dit type vliegtuig heeft operationeel gevlogen van 1962 tot 1982 vanaf squadron 320 op Valkenburg. Een enthousiaste groep van vier leerlingen die externe praktijktraining volgen bij het leerdock Gilze-Rijen / De Kooy hebben deze taak op zich genomen. De Neptune is van buiten geheel gewassen en voor zover mogelijk ontdaan van de groene aanslag. De leerlingen hebben zich van te voren verdiept in het soort vliegtuig en haar toenmalige taken tijdens een bezoek aan de traditiekamer, het bekijken van de DVD ‘terg mij niet’ en googlen op internet. Na de schoonmaakbeurt was nog voldoende tijd om de operationele helikopters Westland Lynx en NH-90 op Maritiem vliegkamp de Kooy te bezoeken.
02 | 06
Johan de Witt na kunststuk vertrokken Enige weken geleden zag het er door storingen aan de POD’s (Poddle Propulsers, het voorstuwingssysteem) somber uit voor het schip en haar bemanning. “Iedereen heeft lang in onzekerheid verkeerd, maar een perfect samenspel tussen de marine, DMO en het bedrijfsleven heeft ervoor gezorgd dat we met een vol beladen schip er op uit kunnen”, stelt commandant KTZ Ed Veen vast. Door de technische problemen lag het schip enige tijd tegen de kant. De vorige commandant werd na acht maanden op post plotseling naar Den Haag geroepen. Omdat het LPD na deze reis gepland staat voor grootonderhoud, besloot C-ZSK KTZ Veen te benaderen voor een tweede ‘tour’ op het schip. Immers, hij voerde al het commando toen het schip in Vlissingen lag voor de eerste vaartests. “Er is een tijdelijke oplossing gevonden voor het voortstuwingsprobleem. De werkzaamheden daarvoor zijn strak verlopen. De tests hebben uitgewezen dat we volledig inzetbaar zijn.” Dat is ook van groot belang voor het 2e Mariniersbataljon dat tijdens oefeningen in de West gecertificeerd moet worden. Met een aantal snelle motorboten, de zogenoemde RHIB’s en een Lynx-helikopter aan boord, zijn ook de kustwachttaken verzekerd. Een keur aan voertuigen voor het mariniersbataljon, hulpgoederen en shelterboxen zorgen ervoor dat de dekken mudvol staan. “Als we aankomen, begint immers het orkaanseizoen”, weet hoofd logistieke dienst LTZ1 Sabrina van der Net. “Dat vormt ook een van onze mogelijke taken en daar35
om is er ter voorbereiding op onze inzet een disaster exercise voor de kust van Engeland.” Over zo’n vier maanden keert het schip terug in de haven van Den Helder.
Een week later vond een bijzondere ontmoeting plaats exact in het midden van de Atlantische Oceaan. Op 35˚ Noorderbreedte en 41˚ Westerlengte passeerden het komende en gaande West Indian Guard Ship elkaar. Vanwege de technische problemen van de Johan de Witt vond de aflossing van de wacht op zee plaats. Tijdens de passage, landde de boordhelikopter van Hr.Ms. Johan de Witt met de commandant op het helikopterdek van Hr.Ms. Rotterdam. Gedurende een uitgebreid gesprek in de kajuit zijn de ervaringen van de Westterm van Hr.Ms. Rotterdam uitgewisseld. Natuurlijk zijn ook de laatste nieuwtjes uit het Helderse en de West aan bod gekomen. Hiermee was de hot handover van de taken van het stationschip in de West een feit en kon Hr. Ms. Johan de Witt haar reis vervolgen. Alle Hens | Juni 2011
logboek
01 | 06
01 | 06
Landdag Officieren Zeedienst en Mariniers
Facilitair Bedrijf Defensie gaat van start
Op deze dag is de doelgroep interactief betrokken bij de ontwikkelingen van de Koninklijke Marine. C-ZSK gaf zijn visie over de staat van de zeestrijdkrachten na de beleidsbrief. Hoofd P&O nam daarna de ontwikkelingen op P-gebied voor zijn rekening. Tijdens een forumdiscussie kregen de officieren ruimschoots de gelegenheid om vragen te stellen. Onderwerpen als de ontwikkelingen van de rules of engagement bij antipiraterij, een unieke bijdrage over speciale operaties met als focus TF55 en een update over het eerste patrouilleschip de Holland kwamen aan bod. Het programma werd afgesloten door een geopolitieke analyse, aan de hand van het boek Monsoon van Robert Kaplan, over het steeds groter wordende belang van de Indische Oceaan. 01 | 06
Frontex De mijnenjagers Hr.Ms. Zierikzee, Hr.Ms. Willemstad, Hr.Ms. Middelburg en het torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur worden op roulatiebasis ingezet in de grensbewakingoperatie van het Europees agentschap Frontex. In het zeegebied tussen Spanje, Marokko en Algerije
richten de schepen zich op het detecteren, volgen en rapporteren van bootjes met illegale migranten. Ze voeren zelf geen onderscheppingen uit. Dit gebeurt door de Spaanse autoriteiten. Een Nederlands staflid is toegevoegd aan het International Coordination Centre (ICC) in Madrid voor de aansturing van de drie schepen.
Met de oprichting van het FBD worden de diverse facilitaire organisaties van de operationele commando’s samengevoegd tot één bedrijf. Het doel van deze reorganisatie is om geld te besparen. Vanuit één organisatie met één producten- en dienstencatalogus en volgens één kwaliteitsstandaard wordt geïntegreerde dienstverlening geboden. Het maakt straks dus niet meer uit of een dienstfiets in Den Helder of in Oirschot aangevraagd wordt. Voor de medewerkers verandert er weinig. Door de oprichting van het FBD blijft de dienstverlening op peil. Defensiemedewerkers kunnen via intranet of de servicebalie terecht voor facilitaire dienstverlening. In de loop van 2011 wordt het ook mogelijk om facilitaire producten en diensten via CDC Direct af te roepen. Met de oprichting van het FBD wordt structureel 5,5 miljoen euro per jaar bespaard door het efficiëntieslag en het schrappen van 75 arbeidsplaatsen. Het FBD bestaat uit 7 regio’s met diverse hoofd- en sublocaties en een centrale staf. + Foto servicebalie_4
26 | 05
Herdenken om niet te vergeten “Het noemen van de namen vormt het hart van deze herdenking. Als de namen worden genoemd van de mensen die overleden zijn, dan komen ze weer even heel dichtbij.” Deze woorden van vlootpredikant Klaas Henk Ubels, illustreren de vierde herdenkingsbijeenkomst van de Koninklijke Marine in Den Helder. Tijdens de bijeenkomst werden alle
Alle Hens | Juni 2011
19 | 05
militaire en burgerwerknemers van het CZSK herdacht die in de periode van 1 mei 2010 tot 1 mei 2011 in actieve dienst zijn overleden en degenen die eerder gingen en wiens nabestaanden bij de bijeenkomst aanwezig waren. C-ZSK richtte zich tijdens zijn toespraak speciaal tot de nabestaanden. “Wij staan vandaag stil bij het leven en overlijden van onze collega’s. Wij hopen dat wij u als nabestaanden steun bieden en we blijk geven van de grote collegiale saamhorigheid en verbondenheid die zo kenmerkend zijn voor onze marine.” De herdenking werd afgesloten met de taptoe vanaf de brugvleugel van het voormalig geleidewapenfregat Hr. Ms. De Ruyter, die bij het Marinemuseum is geplaatst. Het herdenkingsterrein werd afgebakend door dit scheepsmonument en het herdenkingsmonument ‘Schaduwen van Licht’. 36
Herdenken in den vreemde Samen met zijn zoon liep SGTMARNALG Erwin Henkes tijdens zijn plaatsing in Amerika de run for the warriors. Met het inschrijfgeld voor deze loopwedstrijd helpt de organisatie gewonde mariniers. Ook ondersteunt ze families van overleden mariniers. Tijdens het evenement liep Henkes voor de gevallen collega’s van het Korps Mariniers.
logboek
Uit de West 21 | 05
Dag van hun leven
30 | 05
Spectaculaire afdaling Het personeel van de Marinierskazerne Savaneta heeft een afdaaloefening uitgevoerd vanaf het dak van het 18 verdiepingen tellende Westin Hotel in Aruba. Vanaf vijftig meter hoog daalden de waaghalzen naar beneden aan een stevige lijn. Een dergelijke grensverleggende oefening wordt wel vaker georganiseerd voor het marinepersoneel gestationeerd op Aruba en militairen van de Arubaanse Militie.
Tijdens het laatste havenbezoek van Hr.Ms. Rotterdam aan Willemstad heeft een groep van van ongeveer twintig gehandicapte kinderen van de SGR groep en de Soeur Hedwig school een bezoek gebracht aan het LPD. Eerder had een delegatie van de bemanning schoenendozen met cadeautjes van de Koningin Julianaschool overhandigd en de kinderen uitgenodigd voor een rondleiding aan boord. Voor hen heel bijzonder omdat er op Curaçao zeer beperkte media- en overheidaandacht is voor deze groep van de bevolking en de hulpverleners een beperkt budget hebben voor excursies. De kinderen werden door de bemanningsleden aan boord geholpen/gedragen en keken hun ogen uit bij de militaire voertuigen op het transportdek, het kombuis en de bakkerij, de ziekenboeg en de hangaar. Op het helidek mochten zij zich onbeperkt tegoed doen aan patat met kipnuggets, en een ijsje toe. 17 | 05
Leergang coaching voor managers CZSK Met de uitreiking van de certificaten hebben de deelnemers aan de leergang coaching voor managers CZSK hun opleiding met succes afgesloten. Deze leergangwas de eerste in een serie die gericht is op de doelgroep LTZ 1/KLTZ. Hij wordt verzorgd door bureau leiderschap om de leidinggevende competenties van de deelnemers verder ontwikkelen. Hiermee kunnen zijn medewerkers en teams coachen om prestaties, samenwerking en het behalen van gezamenlijke doelstellingen te verbeteren.
27 | 05
Schietinstructeurs opgeleid voor Vrijwilligerskorpsen De vrijwilligerskorpsen Sint Maarten, Curaçao, Sint Eustatius en Bonaire kunnen vanaf nu zelfstandig schiettrainingen uitvoeren. Twintig deelnemers rondden de opleiding Hoofd Schiet Instructeur (HSI), verzorgd door Marinierskazerne Savaneta, af en ontvingen op 27 mei 2011 hun certificaat. Naast leden van de vrijwilligerskorpsen namen tevens leden van de Kustwacht Caribisch Gebied en van de Arubaanse- en Curaçaose militie deel. Op Aruba verzorgden zogeheten Platoon Weapon Instructors van het Korps Mariniers de opleiding. De deelnemers zijn nu gekwalificeerd om zelfstandig op een veilige manier schiet-
oefeningen te organiseren. Schietbaanorganisatie en veiligheid staan hoog in het vaandel van de opleiders en de examencommissie. Naast organisatievermogen beschikken de geslaagde kandidaten nu over de competenties om personeel te instrueren en te coachen.
16 | 05
35.500 Gulden voor Ambiente Nobo De Stichting Ambiente Nobo voor mensen met een verstandelijke beperking heeft een riante cheque in ontvangst genomen van de commandant van de Marinierskazerne Savaneta. Het bedrag is de totale opbrengst van de open dag van de kazerne, die op 1 mei plaatsvond. Zoals elk jaar is er tijdens de open dag geld ingezameld voor het goede doel, onder andere via een loterij. De Stichting Ambiente Nobo biedt sinds 2004 mantelzorg op Aruba voor mensen met een verstandelijke beperking in de vorm van
37
dagopvang in Santa Cruz. Het geschonken bedrag zal aan diverse prangende zaken worden besteed: onderhoud aan de auto’s waarmee cliënten van thuis worden opgehaald en teruggebracht, aanschaf van knutselmateriaal, inrichten van een extra werken recreatieruimte voor cliënten, het creëren van een moestuintje, etc.
Alle Hens | Juni 2011
logboek
Veteranennieuws
WieWatWaar
Rectificatie
10 | 06
De rijsttafel voor oud-officieren van Erfprins zal niet op 26 |11 plaatsvinden maar op 26 | 10. 10-11 | 09
Open Weekend Kazerneterreinen De poorten van de Kazernes in Ede gaan weer even open. Veel inwoners van Ede en ook veel oud-militairen wilden echter ook nog eens de Elias Beeckman en de Simon Stevin bezoeken. Dit kan tijdens het Open Weekend op 10 en 11 september aanstaande. Dit weekend valt samenvalt met het nationale Open Monumenten-weekend.
LTZ1 Jasper Bol heeft het commando van Hr. Ms. Luymes HOV bemanning B over genomen van LTZ1 Jan Swerissen. Dit gebeurde aan boord van Hr.Ms. Luymes in het bijzijn van de groepsoudsten mijnendienst en hydrografie, militaire genodigden, familie en de bemanning. Ter gelegenheid van deze speciale gelegenheid voer Hr.Ms. Luymes de traditionele lange oorlogswimpel afkomstig van haar voorganger.
18 | 05 Voor de eerste keer werden de leerlingen van de EMMV na het volbrengen van de eindoefening De Volharding bij de SMVBO beëdigd. Onder het toeziend oog van het thuisfront en militaire genodigden, legden 38 EMMV en 9 overige CZSK-militairen de eed of belofte af.
Vertraging uitgifte postactievenpas Door de vele aanvragen van de postactievenpas gedurende het eerste half jaar van 2011 is bij bureau APZ en het Veteraneninstituut vertraging opgelopen in de verwerking en aanmaak van deze passen. Op dit moment worden de eerste passen, waarvan de aanvragen tussen januari en april zijn binnengekomen verwerkt bij het Veteraneninstituut. Deze passen zullen naar verwachting medio augustus naar het huisadres worden verzonden. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met SGTLDA S. (Simone) van Rijsewijk (0223 – 654415) van Bureau Algemene Personele Zorg. 15 | 06
Herdenking Van 19.00-20.00 uur zal bij het Indië- en Nieuw Guinea-monument 1941-1962 in Park Eekhout aan de Burgemeester van Rooijensingel te Zwolle een herdenking worden gehouden. Dit ter nagedachtenis aan alle Nederlandse burgers en militairen die zijn omgekomen in het voormalig NederlandsIndië en -Nieuw Guinea en de rest van Oost Azië als gevolg van oorlog, internering, onderdrukking en terreur, tijdens de Tweede Wereld Oorlog, de Indonesische revolutie 1945-1949 en de periode 1949-1962 in Nederlands Nieuw Guinea. De muziek zal worden verzorgd door het Koper-ensemble Excelsior uit Zwolle. Met de kranslegging door de Commissaris van de Koningin in Overijssel, de burgemeester van Zwolle en de vertegenwoordigers van oorlogsgetroffenen en oud militairen zal de plechtigheid worden afgesloten, waarna men kan deelnemen aan het defilé. Voor meer informatie: T. Hielckert, Lauwers 9, 8032 ZA Zwolle. Telnr (038) 454 13 62 Alle Hens | Juni 2011
ruim in gaan, vindt namelijk op afstand plaats. In zijn proefschrift beschrijft hij hoe moderne technologie en besturingsconcepten de inzet van UAV’s kunnen verbeteren. Tadema onderzocht de mens-machine interface en de mate van automatisering bij UAV missiemanagement. Uit zijn onderzoek blijkt dat toevoeging van symbolen en synthetisch beeld aan de grafische gebruikersinterface de operator helpt bij het uitvoeren van een UAV missie.
10 | 06 Het vaandel van de Marineluchtvaartdienst (MLD-vaandel) is overgedragen van KTZ Gerhard Polet naar KTZ Rik Janssen. Hiermee krijgt de vliegende tak van de marine een nieuwe groepsoudste. Voor de ceremoniële overdracht legde Polet vooral de nadruk op waarden en normen als basis voor de marineluchtvaartdienst in het verleden en in de toekomst. Ook sprak hij het personeel toe dat er echte blijvende investering met elkaar is benodigd om kennis en cultuur binnen de vloot en MLD te blijven behouden. Janssen bracht na de vaandeloverdracht vooral naar voren dat de MLD binnen het Defensie Helikopter Commando (DHC) op heel veel gebieden naar elkaar zijn toegegroeid. “Er is sprake is van onderlinge verbondenheid, begrip voor elkaars expertise en professionaliteit, grote betrokkenheid vanuit het DHC.
20 | 05
Proefschrift LTZE2OC Jochum Tadema heeft zijn proefschrift over de het missiemanagement van Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s) gepresenteerd. De besturing van deze onbemande vliegtuigen die voor gevechtshandelingen het lucht38
16 | 05
KPLMARNS Sigfried Javois en Jonnie Boertien hebben tijdens een bezoek aan het zwembad in het Noorse Harstad een badgast gereanimeerd, nadat deze buiten bewustzijn was geraakt in het water. Javois: “Ik dacht geen moment na. Het ging vanzelf”. Opgeleid als combat life saver wisten de mannen exact hoe te handelen. “Toen we geen harstslag constateerden, hebben we de man gereanimeerd totdat de ambulance kwam.” Door de kritieke situatie werd de Noorse man per traumahelikopter overgebracht naar het ziekenhuis. Enkele dagen later kregen beide mariniers het goede bericht dat de patiënt, Tor Hendrik Vollen, buiten levensgevaar was. Dit mede dankzij de snelle, adequate levensreddende handelingen van de mariniers.
o
oefening MUTATIES
officieren Bevorderingen LTZA 1 R. Hurks LTZA 2 OC J.A.M. Dijkstra LTZT 2 OC J. Loosman KAPTMARNS C.J.H. Maas LTZA 2 OC R. Neuhof KAPTMARNS G. Schouten LTZSD 2 OC R.W.G. Verveer LTZT 2 OC P. Wijker LTZ 2 M.A.X. Borsboom ELNTMARNS M.A. Hendrikse LTZ 2 P.L.X. Ordelmans LTZSD 2 H.E.M.J. Vliegen
Dienstverlaters KTZT M.G.M. Hendriks Vettehen KLTZ J.C.P. Appelman KLTZ P.P.J. Bominaar LTZ 1 P.J.M. van Ingen LTZ 1 J.J. van Maanen LTZ 1 J. Schellinger LTZA 1 L. Venema LTZT 2 OC J.W.A.J. Geurts LTZT 2 OC R. van Mechelen LTZT 2 OC A.J.H. van Vroenhoven
KPLTDE P. Hofman KPLTDW D. ter Horst KPLTDE M. Jochemsen KPLODOPS E.M. Koens
SMJRTDW P.J.H. Dekker SMJRLDV F.D.G.M. Hoekjan SMJRMARNALG F.P.A.G. Janssen SMJRLDGB R.G.M. van de Leur SMJRMARNALG M.M. Schuitmaker SMJRMARNALG N. Verheul SMJRMARNALG J.G.F.A. Verholen SMJRODOPS R.A. Verkerk SMJRODOPS E.R. de Visser SGTMARNVB G. Brouwer SGTMARNALG M.R. Eerhart SGTMARNALG R.A.M.J.G. van Eldik SGTMARNVB D.F. Haasbroek SGTTDV A.A.F. Hogers SGTMARNALG W.M. Hoogenbosch SGTTDV M.J.W. Hoolboom SGTWDS E. Jansen SGTMARNALG C. Klein Gotink SGTMARNALG R.E. Laros SGTMARNVB H.H. Prijs SGTTDE A. Riedstra SGTMARNALG B. de Rijck SGTMARNALG D. Runhart SGTTDW Z.K. van Slochteren KPLWDS B. van Amelrooij KPLWDS M. Kroon KPLWDS R.A. Kuipers KPLODOPS W. van Loenen
Bevorderingen MATR 1 TD R. Barth MATR 1 OD L. Olthuis MATR 1 TD M. Oost MATR 1 TD D. Rootlieb MATR 1 OD T.A. van der Velden
Dienstverlaters MATR 1 OD T.A. Bogaard MARN 1 ALG K.H.M. van Dasselaar MARN 1 ALG J. Groeneweg MATR 1 TDW G.J. Haan MATR 1 LDV R. Hendriks MATR 1 TD R.R.H.J. Kleijnen MATR 1 LDGB G. Kramer MATR 1 TDW K.G. van der Lei MATR 1 LDV C.M. Okker MATR 1 OD K. Sestig MATR 1 LDGD N. Steggerda MATR 1 WDS J.M.W. Stofferis MATR 1 OD J.L.M. Swelsen ADBT T.C. Unger MATR 1 TDW D.T. Verlaan ADBM J.W.S.M. Welberg MATR 2 LDV S. Brok MATR 2 OD K.R. van Dorsselaer MATR 2 OD R. den Dulk MATR 2 OD Y.S. de Grooth MATR 2 OD J. Leliveld MATR 2 WDS M. van Os MATR 2 OD M. van Tilborg MARN 2 ALG P.D. Zecchin MATR 3 TD K. Boendermaker MARN 3 J.P. Leek MARN 3 R.M.P.D. Luyckx MATR 3 ODVB M. Paardekooper MATR 3 LDV S.C. Visser
Bevorderingen A. van Wissen, 8 H.V. van Dijk, 7 R. van Berkum, 5 J. Egberts, 5 D. van Eldijk, 5 R. van Eldik, 5 N. van Erp, 5 R. de Graaff, 5 D. Koningstein, 5 K. Legerstee, 5 P.J.L. van Loenhout, 5 F.R. Maarsen, 5 P.A. Noordermeer, 5 D. Post, 5 J. Schuit, 5 W. Sijm, 5 M.J. Slont, 5 J. van Tongeren, 5 J. Vergouwe, 5 J. Verhorst, 5 J.C.H.G. van Doorn, 5 R.C.F. Vos, 5
onderofficieren Bevorderingen AOOLDGD B.M.J. Adriaanssen AOOODOPS J.A. Albers AOOMARNALG H.J.M. Hendriks AOOMARNALG T.R. Jacobs AOOLDA H.P. Kooymans AOOTDW S. Meeldijk AOOLDA W. Morsink AOOWDE P.A. Wils SMJRWDS B.J.H. van den Akker SMJRMARNALG M.G. van den Bosch SMJRMARNALG J. Bult SMJRTDV H.R. Cooymans
Dienstverlaters G. Hagenouw A. Koning F.T. van Kooten J. van den Bosch M. Baartman B.W.T. Sinderdinck J.J. Werdler S. Bergh C.S.A. Patty A.E. Versteegh L.W.C. Reijerse
manschappen Dienstverlaters AOOMARNALG H.A.T.M. de Groot AOOLDA D.E. de Nieuwe SMJRLDGB A.W. de Korte SMJRMARNALG J.M.C. Ligthart SGTTDW J.H. van Veen SGTWDS J.F. Vink KPLTDE H.J.F. Couwenberg KPLMARNALG M.P. Duineveld
Rectificatie
Dhr. H.J. Rozenhart is ten onrechte bevorderd naar schaal 5, dit had schaal 4 moeten zijn.
burgers 39
Alle Hens | Juni 2011
oefening
midden in de
marine M I S S I E ATA L A N TA
NUFILM REGIE NELLEKE KOOP UITVOEREND PRODUCENT TOBIAS WILBRINK CAMERA ROBBIE VAN BRUSSEL GELUID KASPER KOUDENBURG MONTAGE JOOST VAN DE WETERING MUZIEK MATTHIJS VAN DER VEER BEGELEIDING EN ADVIES LUITENANT TER ZEE MANDERS RESEARCH NELLEKE KOOP, THIJS SCHREUDER
PRODUCENT
Bekijk de online serie op 40 middenindemarine.nl
Alle Hens | Juni 2011