ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest De Kaasboerin bvba Gemeente Mol. Inleiding

Dossier 365/FR

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Aanvraag Planologisch Attest De Kaasboerin bvba Gemeente Mol

Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is. In geval van behoud worden de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op korte en op lange termijn medegedeeld. Het planologisch attest wordt aangevraagd door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg moet overwogen worden om de uitbreiding of het 1 herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. Voor het betreffende bedrijf De Kaasboerin werd op 30 juli 2009 een aanvraag tot planologisch attest ingediend bij de gewestelijke planologisch ambtenaar. De gewestelijke planologisch ambtenaar heeft de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden op 25 september 2009. Hierbij heeft de planologische ambtenaar geoordeeld dat de aanvraag moet behandeld worden op gewestelijk niveau. De Vlaamse regering kan, als bevoegde overheid, dit attest pas verlenen na adviezen vanwege Vlacoro en vanwege de gewestelijke planologisch ambtenaar. De Vlacoro, opgericht namens artikel 1.3.1 Vlaamse Codex RO, bracht op 25 november 2009 voorliggend advies uit betreffende de aanvraag van een planologisch attest door het bedrijf De Kaasboerin bvba te Mol.

A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering Het voorgestelde plangebied situeert zich te Mol en is gelegen langs de Eerselseweg, een verbindingsweg van Postel naar Eersel (Nederland), vlak bij de grens van België met Nederland. De aanvraag omvat zowel een regularisatie van een op heden niet volledig vergunde toestand alsook een uitbreiding van het bestaande complex in noordelijke richting.

A.2. Kenmerken van het bedrijf De Kaasboerin is een historisch gegroeid horecabedrijf (sinds 1963) gericht op evenementen, bedrijfsen familiefeesten. Het café-restaurant heeft tevens een wandel- en speeltuin alsook een go-cart circuit. Het bedrijf situeert zich op een driehoekig perceel van ongeveer 6,5 ha waarvan de helft bebouwd en verhard is. De huidige parking beslaat een oppervlakte van ongeveer 5300 m². Uit de aanvraag blijkt dat veelvuldig geparkeerd wordt langs weerszijden van de Eerselseweg alsook wildweg in de directe omgeving. De grote feestzaal (gelijkvloers) heeft een capaciteit van 360 bezoekers voor de show die gemiddeld 4 keer per week plaats vindt. Dit betekent per show voor de bezoekers gemiddeld 16 busbewegingen en 200 personenwagenbewegingen. 1

Voor deze aanvraag die voor 1 september 2009 werd ingediend, zijn het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (artikel 145ter) en het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest van toepassing.

Vlacoro 25 november 2009 - advies PA De Kaasboerin bvba

1/10

Dossier 365/FR

Daarnaast is er een dagelijks gebruik van ongeveer 450 personen. Voor de kleine feestzaal-restaurant wordt geen specifieke gebruiksfrequentie vermeld. De bovenfeestzaal kent een wekelijks gebruik van 200 à 250 personen. In de zomermaanden wordt het terras (460 zitplaatsen) druk bezocht met ten minste 700 bezoekers op een weekdag en 1000 bezoekers op de weekenddagen. Het mobiliteitsprofiel toont verder aan dat er per week 200 personeelsbewegingen zijn, 26 lichte- en 6 vrachtwagenbewegingen van leveranciers. Overige bezoekers per week zijn er voor de feestzalen gemiddeld 2800 tot 5000 (zomer) personenautobewegingen per week. De eerder opgetrokken vakantiehuisjes werden na vaststelling van het bouwmisdrijf verwijderd. Andere bouwovertredingen betreffende uitbreidingen aan het hoofdgebouw en buitenaanleg werden eveneens als bouwmisdrijf vastgesteld. Hiervoor werd een meerwaarde gevorderd en vereffend. Betreffende de renovatie van de speeltuin (2003) en de heraanleg wordt in de aanvraag geen vergunning vermeld. De koelcontainers zijn onvergund.

A.3. Korte- en langetermijnbehoefte Met dit planologisch attest wenst de aanvrager op korte termijn de volgende activiteiten te ontwikkelen: • regularisatie van de bestaande toestand (speeltuin en omgevingsaanleg); • uitbreiding van de parking – deel 1 (5000 m²; aparte in- en uitrit, wachtzones, uitbreiding met 130 auto- en 8 busstaanplaatsen, 10 plaatsen voor mindervaliden, aanleg doorsteek fietsers en wandelaars vanuit Arendonkse buurtweg 15); • aanbouw nieuwe ingang (met inbegrip van onthaal, lift, sanitair, wachtloge buschauffeurs, kelder, bijhorende infrastructuur t.b.v. de hoofdingang; aanleg waterbufferbekken); • verbeterings- en uitbreidingswerken aan grootkeuken (met inbegrip van de bijhorende infrastructuur); • infrastructuur voor personeel en leveranciers (16 staanplaatsen, manouvreerruimte/standplaats artiesten). Met dit planologisch attest wenst de aanvrager op lange termijn de volgende activiteiten te ontwikkelen: • uitbreiding van de parking – deel 2 (2000 m²); • interne verbouwingswerken; • uitbreiding speelzone en kinderopvang (845 m², eventueel overdekte zone); • uitbreiding van de keuken (dichtbouwen overdekte ruimte achter nieuwe keuken); • bijkomende infrastructuur (werken aan riolering en watertoevoer).

A.4. Planologische context Volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB van 28 juli 1978 en latere wijzigingen) is het plangebied gelegen in bosgebied met ecologisch belang. De site ligt gedeeltelijk in het habitatrichtlijngebied ‘Vallei van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heide’ (gebiedscode BE2100026) en volledig in het vogelrichtlijngebied ‘De Ronde Put’ (gebiedscode BE2101639). Ook ligt de gehele site in de ankerplaats ‘Abdij van Postel en de Ronde Put (code A10023). Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) situeert het bestaande complex en geplande project zich in een gebied van de natuurlijke structuur op Vlaams niveau en is het gelegen in het buitengebied. In uitvoering van het RSV is voor deze omgeving een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos opgesteld meer bepaald de regio Neteland. Op 21 december 2007 keurde de Vlaamse Regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor agrarische gebieden en het operationeel uitvoeringsprogramma goed. De site ligt niet in herbevestigd gebied, maar ligt in de deelruimte ‘Grensgebied Postel’ binnen het gebied 2.3. Luikgestelse Heide waarvoor specifieke opties voor bos zijn genomen.


2/10

Dossier 365/FR

De ruime omgeving werd in december 2008 voorlopig aangeduid als ankerplaats. Bij de definitieve afweging en beoordeling werd door de bevoegde administratie de site van de bvba De Kaasboerin niet weerhouden als ankerplaats. Volgens het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen ligt de site in deelgebied ‘Rustig grensgebied’. Sinds 24 augustus 2008 is er een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Mol.

A.5. Openbaar onderzoek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 5 oktober 2009 tot 4 november 2009. Overeenkomstig de bepalingen van art. 4.4.24 van de Vlaamse Codex RO brengt Vlacoro, na het afsluiten van het openbaar onderzoek, haar advies uit bij de Vlaamse Regering. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro geen ingediende bezwaarschriften.

A.6. Adviezen De gedelegeerde planologisch ambtenaar heeft op 25 september 2009 het advies ingewonnen van de instanties bedoeld in artikel 6, §1 van het besluit van Vlaamse regering van 4 juni 2004, houdende nadere regels voor het planologisch attest en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Er werden 6 adviezen tijdig gezonden aan Vlacoro. Er werd één laattijdig advies [A7] ontvangen.

B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank.

B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen Er werden geen bezwaren ingediend.

B.2. Bespreking van de adviezen

1. Agentschap Ondernemen – ‘Ruimtelijke Economie’ [A1] GUNSTIG a. Dergelijk horecabedrijf moet begrepen worden onder de toeristisch-recreatieve ontsluiting van de omgevende bosstructuren. Het bedrijf is gelegen in een habitatrichtlijngebied en in een vogelrichtlijngebied. Met de aanvraag wordt niet geraakt aan de bestaande bosstructuren. Deze aanvraag tot planologisch attest is een gevolg van de vereisten van de ARAB-regelgeving, de hygiëne in de keuken, verkeersveiligheid (parkeren op de openbare wegen), brandveiligheid en leefmilieu, etc.


3/10

Dossier 365/FR

Op korte termijn vraagt het bedrijf de regularisatie van de bestaande toestand inclusief de speeltuin en de omgevingsaanleg. Daarnaast wordt een uitbreiding gevraagd van de parking. Deze uitbreiding moet een einde maken aan het wildparkeren aan beide zijden van de Eerselseweg en zo de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruiker verbeteren. Daarnaast wordt op korte termijn een vergunning gevraagd voor het bouwen van een nieuwe vleugel aan het gebouw ter verbetering en uitbreiding van de keuken. Daarbij wordt ook de infrastructuur voor het personeel en de leveranciers verbeterd met nadruk op de parkeergelegenheid voor deze personen. Op lange termijn wordt een tweede fase van de uitbreiding van de parking gevraagd alsook een aantal interne verbouwingswerken. Ook wordt de uitbreiding van de speelzone en de kinderopvang gevraagd. De speelzone wordt dan gedeeltelijk overdekt, zodat de weersafhankelijkheid verminderd. Tevens wordt de uitbreiding van de keuken beoogd en de eventuele aansluiting van de riolering op het systeem van de Nederlandse gemeente Bergerijk. De aanvraag past in de koppeling van recreatie aan buitengebiedstructuren, zij wordt ondersteund door het Agentschap Ondernemen. 1a. Vlacoro neemt kennis van dit vanuit economisch oogpunt gunstig advies. Vlacoro erkent de mogelijkheden voor laagdynamische vormen van toerisme en recreatie in het buitengebied. Horeca is niet uitgesloten maar is bij voorkeur op passieve recreatie toegespitst. De huidige horeca-voorziening beschouwt Vlacoro als zeer dynamisch en ingrijpend. Vlacoro verwijst verder naar zijn bemerkingen en standpunt onder B3 ‘Besluit’.

2. Departement LNE, Milieu-, Natuur- en Energiebeleid + Dienst VR [A2] a. Milieu-, Natuur en Energiebeleid VOORWAARDELIJK GUNSTIG De Afdeling Milieuvergunningen heeft nagegaan in hoeverre de inrichting, met zijn verschillende vergunningsplichtige onderdelen, op milieutechnisch vlak verenigbaar kan zijn met de gevraagde planologische wijziging. De inrichting wenst zijn jaarlijkse groei verder te kunnen zetten in de komende jaren. Om meer groepen te kunnen ontvangen wenst ‘De Kaasboerin’ uit te breiden: uitbreiding van de parkeerruimte, aparte in- en uitrit, aanbouw van een nieuwe vleugel met nieuwe hoofdingang en uitbreiding van de keuken. Op lange termijn plant men nog een verdere uitbreiding van de parking, interne verbouwingswerken, uitbreiding van de speelzone en uitbreiding van de keuken. Het projectgebied bevindt zich voor het overgrote deel niet in het habitatrichtlijngebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’. De bestaande parking ligt wel in habitatrichtlijngebied. Om het wild parkeren van personenwagens tegen te gaan, wordt een uitbreiding van de bestaande parking voorzien aan de Eerselsebaan, in het open bos van het habitatrichtlijngebied. Ook de uitbreiding van de speeltuin in het westelijk deel van het projectgebied bevindt zich in habitatrichtlijngebied. Vlarem II omvat geen verbods- of afstandsregels m.b.t. bovenstaande activiteiten. Op basis van de haar nu bekende gegevens beoordeelt de Afd. Milieuvergunningen de aanvraag voor een P.A. van de bvba Jaco – ‘De Kaasboerin’ te Poste-Mol, Eerselseweg, 99, gunstig onder de beperkende voorwaarde van het respecteren van de milieukwaliteitsnormen. Dit advies houdt geen enkele waarborg in ten aanzien van eventuele milieuvergunnigsaanvragen en ter zake doet het evenmin enig recht ontstaan van de aanvrager. De Afd. Milieu-, Natuur- en Energiebeleid kan akkoord gaan met de regularisatie van de bestaande toestand. Uitbreidingen dreigen echter een te grote impact te hebben op de aanwezige natuurwaarden en verhogen nog verder de mobiliteitsdruk. De uitbreiding wordt dan ook ongunstig geadviseerd. Ze wijzen de initiatiefnemer er op dat bij de eventuele opmaak van een RUP een ‘screeningsnota’ dient toegevoegd te worden die op voldoende wijze aantoont dat de geplande ontwikkeling geen aanzienlijke milieueffecten heeft. Uit het voorliggende dossier kan onvoldoende opgemaakt worden welke impact het bedrijf heeft op zijn onmiddellijke omgeving. De screeningsnota kan een aantal ruimtelijke maatregelen omvatten (via ontwerpend onderzoek) die tegemoet komen aan de huidige problemen. In het mobiliteitsprofiel is sprake van 100 à 150 auto’s. Er worden echter 200 parkeerplaatsen voorzien, bussen nog niet ingerekend. Inzetten op (privaat of openbaar) busvervoer zou kunnen leiden tot een afname van het personenverkeer. Het mobiliteitsprofiel vermeldt de vele fietsers, maar niet op welke manier zij naar de toekomst kwalitatief de site kunnen bereiken en er (tijdelijk) verblijven (parkeren).


4/10

Dossier 365/FR

b. Dienst Veiligheidsrapport GUNSTIG Deze horecazaak is geen Seveso-inrichting, maar wel een plaats waar veel mensen samenkomen. In een perimeter van 2 km rond deze horecazaak zijn er geen Seveso-inrichtingen. Op het vlak van de externe mensveiligheid en de milieuveiligheid, als bedoeld in de Seveso-richtlijn, is het P.A. te verzoenen met de omgeving. Bijgevolg vraagt de Dienst VR voor deze aanvraag geen ruimtelijk veiligheidsrapport. 2a. Vlacoro neemt akte van dit advies, waarbij wordt gesteld dat een regularisatie van de bestaande toestand te aanvaarden is, maar verdere uitbreiding een te negatieve impact teweeg brengt op de natuurwaarden en tevens zorgt voor een ongunstige invloed op de lokale mobiliteit. De vraag voor de opmaak van een screeningsnota naar aanleiding van het ontwikkelen van een RUP kan Vlacoro onderschrijven. Vlacoro merkt op dat de huidige activiteiten hoog-dynamisch zijn, voor haar standpunt ter zake verwijst zij naar de rubriek B3 ‘Besluit’. 2b. Vlacoro neemt kennis van het standpunt van de Dienst VR waarbij wordt gesteld dat er geen ruimtelijk veiligheiligheidsrapport nodig is.

3. Toerisme Vlaanderen [A3] GUNSTIG Toerisme Vlaanderen heeft geen opmerkingen en gaat akkoord met de voorliggende aanvraag. 3a. Vlacoro neemt akte van dit gunstig advies.

4. Agentschap Natuur en Bos [A4] ONGUNSTIG a. De passende beoordeling is onvolledig: De effecten naar het vogelrichtlijngebied zijn niet voldoende onderzocht en beschreven. Het plangebied maakt deel uit van een groter natuur- en bosgeheel waar volgende vogels het habitat droge heide als broedgebied en/of foerageergebied gebruiken: nachtzwaluw, boomleeuwerik, zwarte specht, wespendief. In het vogelrichtlijngebied vormt droge heide ook een beschermd biotoop. In de passende beoordeling in tabel 3 pag.12 staat dat recreatie een zeer belangrijke bedreiging en infrastructuur een belangrijke bedreiging vormen, maar deze zijn niet uitgewerkt voor de voorliggende aanvraag. Het habitatrichtlijngebied BE 2100026, deelgebied 9 Luiksgestelse Heide is o.a. aangemeld voor habitattype 4030 (droge heide). Dit betekent dat droge heide(relicten) hier beschermd is en er dient gestreefd te worden naar een goede instandhouding van dit habitat. Momenteel worden de gebiedsgerichte instandhoudingsdoelstellingen opgemaakt voor het habitatrichtlijngebied. Behoud, herstel, uitbreiding en verbinden van zones met aanwezige droge heide worden in dit deelgebied nagestreefd. Perceel 3r bestaat momenteel uit zo een heiderelict. Het is momenteel in slechte staat van instandhouding. Het habitattype is geleidelijk aan het vergrassen en het verbossen door gebrek aan een gepast beheer. Ook is de huidige oppervlakte beperkt. (1,64 ha, volledige perceel 3r). Toch vormt dit perceel een relatief belangrijk deel van het habitattype 4030 droge heide in het deelgebied Luikgestelse Heide van dit habitatrichtlijngebied. Het effect van het oppervlakteverlies aan droge heide is hier dan ook sterk onderschat. In dit deelgebied komt in totaal slechts 3,71ha droge heide(relicten) voor. Een afname met 0,56 ha door de aanleg van een parking zorgt voor een afname van 15%. Locatiealternatieven zijn niet onderzocht in de passende beoordeling. Aannemen dat de aanleg van de parking in het fijnsparrenbestand op perceel 4z2 geen voordelen heeft naar natuureffectbeoordeling t.o.v. het huidig projectvoorstel klopt niet.


5/10

Dossier 365/FR

De milderende maatregel die men voorstelt, is onduidelijk omschreven. De bestaande heide(relicten) kunnen niet ingebracht worden om verlies aan oppervlakte van heide op het terrein te milderen. Indien men de zone met fijnsparrenbos bedoelt (perceel 4z2), is deze een minder gepaste locatie voor heideherstel. De zone is erg verstoord, door de oprichting van(vroegere) constructies (vb. vakantiehuisjes), intensief parkeren onder fijnsparren en aanwezigheid van de boomsoort fijnspar. Dit zorgt voor een veranderd bodemprofiel en gewijzigde bodemchemie. Bijkomend zal het verplaatsen van de heide naar een smallere zone grenzend aan harde infrastructuur en horeca-activiteiten (speeltuin, terras, gebouw) landschapecologisch minder waarde hebben. De resterende heide zal daarbij versnipperen. Een goede instandhouding is hier gelet op al deze factoren minder waarschijnlijk. b. Naast de passende beoordeling merkt het ANB ook op dat het terrein “De Kaasboerin” gelegen is in een zeer waardevol bos- en natuurcomplex. Het bevindt zich in een gebied waarin de natuurwaarden een hoge beschermingsgraad kennen. Volgens het gewestplan is het aangeduid als bosgebied met ecologisch belang. Het terrein bevindt zich gedeeltelijk in het habitatrichtlijngebied BE2100026 deelgebied 9 Vallei van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden en volledig in het vogelrichtlijngebied BE2101639 De Ronde Put. c. Uit het chronologisch overzicht van de vergunningstoestand van De Kaasboerin blijkt dat er reeds lang een horeca-activiteit bestaat op deze locatie. Deze is echter sterk uitgebreid in vergelijking met de oorspronkelijke situatie met daaraan gekoppeld de toenemende nood aan parkeergelegenheid. Ook nu streeft men naar een verdere uitbreiding van de activiteiten waarbij o.a. het vergroten van de speeltuin een doelstelling is. Dit zal in verhouding moeten staan tot de draagkracht van het gebied en mogelijkheid naar onthaal en parkeeroppervlakte. De druk op het gebied zal hierdoor blijven toenemen evenals de verdere degradatie van de natuurwaarde op de betreffende percelen. Op basis van de luchtfoto’s is o.a. een afname oppervlakte bos waar te nemen. Ook de verstoring naar de omgeving door geluid, verlichting, betreding, afvalstromen stijgt. d. Met een bestendiging van de bestaande toestand kan akkoord gegaan worden, inclusief de aanpassingen aan het gebouw. Een verdere uitbreiding van de activiteiten met een overdekte speeltuin en de aanleg van parking in het heideterrein zal echter bijkomende effecten genereren. Milderende maatregelen zijn dan ook nodig. Behoud en gepast beheren en beschermen tegen betreding van de aanwezige heidevegetaties zou hierbij een zinvolle maatregel zijn. Ook maatregelen naar beperking van lichtverstrooiing naar de omgeving zijn nodig. - De locatie en inrichting van de vergroting van de speeltuin wordt in de teksten en plannen van de aanvraag op twee manieren beschreven. Plan PA01-03 “nieuwe toestand” geeft een uitbreidingszone voor overdekte speeltuin aan waar de overdekte speeltuin wordt ingetekend nabij het gebouw. Het plan 200601-PA01-PRES-04 “nieuwe toestand her aan te leggen verhardingen en groenzones” geeft dan weer een uitbreiding van de speeltuin helemaal in linkerhoek van het terrein aan. - Dat er nood is aan een bijkomende parkeerzone op korte termijn is te onderschrijven, de keuze van de locatie echter niet. De geplande parking komt grotendeels in het biologisch meest waardevolle perceel van de terreinen van De Kaasboerin te liggen. Het gaat hier om een heidevegetatie die door afwezigheid van een gepast beheer wel wat is vergrast en verbost. Heide is volgens het artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu een verboden te wijzigen vegetatie en ook bijkomend aangemeld als beschermd habitat voor het habitatrichtlijngebied waarin het plangebied gelegen is. De voorgestelde locatie voor de parking is minder gepast zeker omdat er volgens ons een locatiealternatief bestaat op de terreinen, meer bepaald ter hoogte van het fijnsparrenbos op perceel 4z2. Dit is een zone die momenteel al sterker aangetast is en een mindere waardevolle begroeiing bevat. Vroeger hebben hier vakantiehuisjes gestaan en ook nu bevinden zich er nog een weg en wat constructies. Bijkomend is dit perceel slechts gedeeltelijk in habitatrichtlijngebied gelegen. Ruimtelijk sluit het perceel ook beter aan bij het gebouw, de speeltuin en het terras waardoor de recreatieve activiteiten meer gegroepeerd worden.


6/10

Dossier 365/FR

Verder is ANB ook van oordeel dat de ingetekende groenzones rond de gewenste parking te smal zijn en te beperkt in oppervlakte waardoor hun functie als overgangszone ontoereikend is. De materiaalkeuze voor de parking is eveneens onduidelijk. In de tekst op pagina 28 wordt een klinkerverharding vermeld. Op pagina 45-46 (tabel) wordt dolomiet opgegeven. Dolomiet is niet streekeigen en ook niet inert. Het materiaal zal een aanrijking van de arme zandbodem veroorzaken en is daarom vanuit natuuroogpunt niet gewenst. Gepastere materialen zijn porfier of gekeurd gebroken betonpuin. In hoever men de parking en gebouwen wenst te verlichten wordt ook niet besproken. Toch kan ook dit een verstorend effect geven naar de omgeving naargelang de wijze van gebruik en vermogen. Besluit: Gelet op het voorgaande geeft het Agentschap voor Natuur en Bos ongunstig advies voor het planologisch attest en de passende beoordeling. De passende beoordeling is onvoldoende uitgewerkt: de beschrijving van de natuurwaarden van het habitat- en vogelrichtlijngebied, de effecten van de geplande ingrepen op deze gebieden en de voorgestelde milderende maatregelen worden onvoldoende beschreven. Het Agentschap voor Natuur en Bos vraagt ook dat er een locatiealternatief voor de bijkomende parking wordt gezocht in de linkerhelft van domein zodat perceel 3r niet dient aangesneden te worden. 4a. Vlacoro neemt kennis van het niet goedkeuren en aanvaarden door ANB van de bij de aanvraag gevoegde passende beoordeling. Zij neemt akte van de stelling dat deze passende beoordeling onvolledig en onvoldoende uitgewerkt is. 4b. Vanuit de feitelijkheid van de vastgelegde planologische bestemming kan Vlacoro de opmerkingen, met betrekking tot het voorgestelde concept, onderschrijven. Vlacoro stelt vast dat het negatieve advies vooral steunt op de onvoldoende passende beoordeling. Er wordt onvoldoende gegarandeerd dat er geen aantasting zal voordoen op de natuurwaarden van de speciale beschermingszone. 4c. Vlacoro treedt het standpunt bij dat stelt dat met het voorliggende project de natuurwaarden te sterk worden aangetast en de ruimtelijke impact op de omgeving te groot is.. 4d. Ook dit standpunt treedt Vlacoro bij. Verder verwijst Vlacoro naar de rubriek B3 ‘Besluit’.

5. College burgemeester en schepenen van en te Mol [A5] VOORWAARDELIJK GUNSTIG a. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 28 oktober 2009 kennis genomen van het dossier en wenst hierbij volgende opmerkingen te formuleren. De parking voor klanten is in de tijd gegroeid, samen met de verschillende uitbreidingen, maar er is nooit een bouwvergunning voor afgeleverd. Eén van de noodzakelijke doelstellingen van het planologische attest is het ordenen van de verkeersafwikkeling die veroorzaakt wordt door de huidige activiteiten. De huidige capaciteit van de verschillende zalen bedraagt ca. 700 personen. De beschikbare parkeergelegenheid is volledig niet aangepast aan deze capaciteit. Het zou niet logisch zijn om het gebouw met terras en speeltuin toe te laten zonder de mogelijkheid tot parkeren te bieden. Daarom is de regularisatie van de bestaande parking noodzakelijk. Verder kan om dezelfde redenen de uitbreiding van de parking gunstig geadviseerd worden. De uitbreiding is immers noodzakelijk om parkeergelegenheid te voorzien binnen de huidige capaciteiten. De personeelsparking komt achter het hoofdgebouw. Het gebouw dat aangeduid wordt als magazijnwerkplaats wordt hiervoor gesloopt. Aangezien de parking aansluit bij het hoofdgebouw en er voldoende buffer overblijft naar het habitatrichtlijngebied toe kan deze personeelsparking gunstig geadviseerd worden. De uitbreiding van het hoofdgebouw op zich brengt ten opzichte van de huidige situatie geen noemenswaardige neveneffecten mee tegenover de omliggende natuurwaarden. Uit informatie ontvangen van de indiener van het dossier blijkt immers dat de uitbreiding vnl. bedoeld is om de huidige aanwezige functies te herorganiseren (bv. integreren van onvergunde koelcellen in het gebouw, voorzien van een eigentijdse inkomruimte, …). Op deze wijze worden er geen bijkomende klanten aangetrokken. Aangezien het hier gaat over de aanpassing van een beschikbare infrastructuur


7/10

Dossier 365/FR

aan actuele behoeften en noden, die vaak geïnspireerd worden door wijzigingen in de (nietstedenbouwkundige) wetgeving (bv. aspect keuken en volksgezondheid), kan dergelijke uitbreiding gunstig geadviseerd worden. De regularisatie van de speeltuin is mogelijk, aangezien de huidige toestand geen uitbreiding is van de vergunde toestand, maar een verbetering naar veiligheid toe van de speeltoestellen (met valtegels, e.d.). Een overkapping van de bestaande speeltuin heeft geen noemenswaardige effecten op de natuurwaarden in de omgeving en kan dan ook toegelaten worden. Een eventuele uitbreiding is enkel mogelijk indien men voldoende groenbuffer ten opzichte van het habitatrichtlijngebied creëert. De regularisatie van de tuinberging is mogelijk aangezien het aansluit bij het de infrastructuur rond het hoofdgebouw en er een voldoende buffer naar het habitatrichtlijngebied mogelijk is. De regularisatie van de garage is niet wenselijk. Bij een mogelijke vergunningsaanvraag in het verleden zou er op gewezen worden om de garage dichter bij het hoofdvolume te voorzien. Wij hopen dat binnen de voorwaarden zoals aangegeven in dit schrijven een gunstig planologisch attest kan worden afgeleverd. 5a. Vlacoro neemt kennis van het advies vanwege het gemeentebestuur. Het daarin vertolkte standpunt is volgens Vlacoro niet voldoende onderbouwd vanuit ruimtelijke overwegingen. Met name de planologische gevoeligheid van de speciale beschermingszone komt daarin te weinig aan bod. Vlacoro is van mening dat een evenwicht tussen de gevraagde en bedoelde activiteiten, plannen en programma enerzijds en de instandhoudingdoelstelling van het betrokken kwetsbaar gebied anderzijds, vooralsnog onvoldoende blijkt uit deze aanvraag. Verder verwijst Vlacoro naar haar standpunt onder de rubriek B3 ‘Besluit’.

6. VMM [A6] VOORWAARDELIJK GUNSTIG a. Er werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep, deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater. Betreffende percelen zijn niet overstromingsgevoelig, infiltratiegevoelig en matig gevoelig voor grondwaterstroming. Mogelijke schadelijke effecten op het grondwater zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in infiltratie hemelwater, kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in grondwaterstromingen. Besluit: 1. Beoordeling naar aanleiding van de aanvraag tot planologisch attest: Deze aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd mits de nieuwe parking kan afwateren naar de onverharde randzones zodat het afstromende water ter plaatse kan infiltreren of het afstromende hemelwater moet aangesloten worden op een infiltratievoorziening die minstens gedimensioneerd is conform de voorwaarden van de GSV. 2. Bijkomende aandachtspunten i.k.v. de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid: (a) voor eventuele bronbemalingen moet nog voldaan worden aan de Vlarem reglementering (melding of vergunningsplicht, naargelang de ligging en het debiet per dag); (b) de lozing van bemalingswater moet gebeuren conform art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II. 6a. Vlacoro neemt kennis van dit advies betreffende het effect op de waterhuishouding. Volgens Vlacoro hebben de gestelde voorwaarden betrekking op de uitvoering van het project en zijn zij door de vergunningenverlenende overheid in overweging te nemen bij de evaluatie van betreffende stedenbouwkundige aanvragen. 7. Provinciebestuur Antwerpen [A7] DEELS GUNSTIG, DEELS ONGUNSTIG Dit advies werd laattijdig ontvangen. a. Het provinciebestuur Antwerpen verwijst naar het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen dat er van uitgaat dat het terrein gelegen is in het deelgebied ‘rustig grensgebied’. Hoofdfunctie van het gebied is natuur en ondergeschikt daaraan is laagdynamische passieve recreatie. Hoogdynamische recreatie dient geweerd.


8/10

Dossier 365/FR

Volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Mol is het terrein gelegen in het noordelijk open landschap. Structuurbepalende bossen moeten worden behouden in goed gestructureerde gehelen. Nieuwe grootschalige en hoogdynamische functies zijn hier in geen geval gewenst. Het provinciebestuur Antwerpen stelt dat enkel laagdynamische, passieve recreatie kan worden aanvaard. De huidige horeca-voorziening is momenteel reeds zeer dynamisch en ingrijpend. Ook het bijhorend mobiliteitsprofiel toont dit aan. De horeca is bovendien volledig excentrisch gelegen waardoor er geen mogelijkheid is om er met openbaar vervoer te komen en ook geen wisselwerking met andere functies die kernen thuis horen. Het betreft een zeer geïsoleerde inplanting. Aangezien de parkings en de speeltuin niet vergund zijn, dient de aanvraag te worden beschouwd als een uitbreiding van een horeca die, mede door het nieuwe karakter (shows, dancing, go-kart, …) als een schaalvergroting moet worden beschouwd. Ook stelt het provinciebestuur Antwerpen dat de passende beoordeling (die aantoont dat er geen negatieve effecten zijn op het habitatgebied en het vogelrichtlijngebied) moet genuanceerd worden. De passende beoordeling gaat uit van de bestaande toestand (en van de bestaande parkings en speeltuin)en bekijkt welke gevolgen de geplande uitbreidingen hebben. Echter de bestaande parkings en speeltuin werden niet vergund. Deze impact dient dus in rekening te worden gebracht. Het provinciebestuur Antwerpen besluit dat de bestaande toestand (inclusief een beperkt aantal parkeerplaatsen en de speeltuin) aanvaardbaar is. Eveneens is een beperkte uitbreiding voor de optimalisatie (keuken e.d.) aanvaardbaar. De go-cart circuit, de uitbreidingen met het oog op een schaalvergroting en de hierbij horende parkeerplaatsen zijn niet aanvaardbaar.

7a. Vlacoro neemt kennis van dit advies en verwijst naar zijn bemerkingen en standpunt onder B3.


9/10

Dossier 365/FR

B.3. Besluit Gezien zowel de bestaande als de geplande horecafuncties hoog-dynamisch zijn en niet te verenigen zijn met de planologische context (o.a. SBZ-zones, zie rubriek A4 Planologische context)); de impact van de (geplande) bedrijfsactiviteiten op de omgeving met in het bijzonder de mobiliteitsproblematiek; de ligging van de (geplande) bedrijfsactiviteiten in (de nabijheid van) een habitatrichtlijngebied; de passende beoordeling onvolledig is en onvoldoende aangetoond wordt dat geen significante effecten ontstaan op het habitatrichtlijngebied; het gebrek aan bundeling en effectief gebruik van de bebouwde oppervlakte; is Vlacoro van mening dat dergelijk grootschalig en hoogdynamisch horecabedrijf de ruimtelijke draagkracht van het betreffende gebied overschrijdt en niet kadert in een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van het betreffende gebied; en geeft Vlacoro een ongunstig advies over de voorliggende aanvraag voor een planologisch attest voor het bedrijf bvba De Kaasboerin te Mol.

Verleend te Brussel op 25 november 2009,

De vaste secretaris,

De voorzitter

Bea Kayaerts

Stijn Heremans

Bijlage: lijst met bezwaarindieners en adviserende instanties


10/10

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest De Kaasboerin bvba Gemeente Mol. Inleiding

Recommend Documents