Dossier 262 - FDC
ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING
Aanvraag Planologisch Attest Frost Holding nv – O’Cool Drongen
Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is (DRO art. 145ter). Het planologisch attest kan enkel aangevraagd worden door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg moet overwogen worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. In casu heeft het bedrijf Frost Holding nv – O’Cool op 11 augustus 2006 een aanvraag tot planologisch attest ingediend bij de gewestelijk planologisch ambtenaar. De gewestelijk planologisch ambtenaar heeft de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden op 18 september 2006 en geoordeeld dat het hier een bedrijf van gewestelijk belang betreft. Aldus kan de Vlaamse regering, als bevoegde overheid, dit attest pas verlenen na advies van Vlacoro en advies van de planologisch ambtenaar.
A. Samenvatting van het dossier A.1. Planningscontext Het bedrijf is volgens het gewestplan Gentse en Kanaalzone (K.B. 14 september 1977) gelegen in woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied. Het goed is deels gelegen in een verkaveling d.d. 18 februari 1970. De bedrijfssite is niet gelegen binnen het grootstedelijk gebied Gent dat werd afgebakend in het gewestelijk RUP afbakening grootstedelijk gebied Gent, goedgekeurd op 15 december 2005. Hierdoor is het bedrijf gelegen in het buitengebied. De inrichting is niet begrepen in een bij koninklijk besluit goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of in een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan. Gent beschikt over een op 9 april 2003 goedgekeurd gemeentelijk structuurplan. Niet alle constructies op het bedrijfsperceel zijn vergund, de noordelijke loods werd gedeeltelijk geweigerd. A.2. Situering A.2.1.Kenmerken van het bedrijf De aanvraag tot planlogisch attest betreft Frost Holding nv - O'Cool gespecialiseerd in diepvriesproducten. Het bedrijf werd in de jaren '40 door de familie Lippens in Drongen opgestart, het evolueerde van een aardappelkwekerij en groothandel in aardappelen en aardappelverwerkend bedrijf dat geschilde aardappelen en frieten leverde aan horeca- en frituurzaken (begin jaren '70) naar een diepvriesspecialist. Het diepvriesbedrijf kent sindsdien een enorme groei. Het bedrijf beschikt momenteel over 110 verkooppunten, en nam in 2005 de groep Covee en Frice over. Het bedrijf heeft de intentie het aantal verkoopspunten verder uit te bouwen naar een 200-tal in België, waarbij men het hoofdcentrum in Drongen wil uitbreiden. O’Cool richt zich in de eerste plaats naar de particuliere consument terwijl de klanten uit horeca en grootkeukens ongeveer 25% van het klantenbestand uitmaken De aanvraag betreft een uitbreiding van het hoofdcentrum in Drongen.
1
Dossier 262 - FDC
Momenteel stelt de keten in totaal 504 personen te werk. Dit betreft de verkopers in de winkels, de mensen van de ondersteunende logistieke diensten handling, transport en bereidingen, het administratief en commercieel personeel. De aanvraag gaat over de site waarop het hoofdkantoor gevestigd is alsook een O'Cool winkel te Drongen-Baarle. Op deze locatie werken momenteel 55 mensen, 50 bedienden en 5 verkopers - magazijniers. Het bedrijf op de site in Drongen genereert volgende vervoersbewegingen: -
100 tal bewegingen/dag door personenauto's van personeel
-
200 tal bewegingen/dag door voertuigen van klanten
-
4 a 6 bewegingen/week door vrachtwagens voor het leveren van goederen
De oppervlakte voor bedrijfsterrein vervat in de aanvraag voor planologisch attest beslaat ca 9907m². Het totaal bruto bebouwd bedrijfsoppervlakte beslaat ca. 6686m² (ca. 2445m³ bebouwing en ca. 4241m² verhardingen). De bedrijfsite is tevens gelegen in een verkavelingsvergunning van 18 februari 1970 die gewijzigd werd in 1997 en 2003. Het bedrijf is milieuvergunningsplichtig (klasse 2) en boekte in 2005 een omzet van meer dan 250.000 euro, waardoor het bedrijf voldoet aan de voorwaarden voor de procedure van planologisch attest.
A.2.2. Ruimtelijke kenmerken van de omgeving De site situeert zich in het begin van de Baarleveldestraat een gewestelijke weg die noordelijk evenwijdig loopt met de autosnelweg (E 40/A10 hoofdweg ), en begint vanaf het op- en afrittencomplex (afrit nr. 13) van Drongen. Het bedrijf is gelegen na het kruispunt met de Deinsesteenweg (Baarlebrug), in de driehoek gevormd door de Baarleveldestraat, de Baarlekouter en de Verlindendreef, met op het kruispunt een hotel, daarnaast een serrebedrijf met bedrijfswoning en dan de O'Coolsite.
A.3. Korte- en langetermijnbehoefte Met dit planologisch attest wenst het bedrijf op korte termijn de volgende uitbreiding te ontwikkelen. Het bedrijf heeft enkel ruimtelijke behoeften op korte termijn. Deze omvatten de regularisatie van de bestaande parking, verhardingen en verkoopsruimte. Daarnaast wenst men de stockeerruimte en een deel van de loods te slopen, de burelen uit te breiden in bestaande gebouwen en door een bijkomende verdieping te voorzien. De bureeluitbreiding vormt zo een totaal van 2236m². Tot slot wenst men de parking te vergroten tot een oppervlakte van 2669m² en een bufferzone aan te leggen.
A.4. Openbaar onderzoek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 29 september 2006 tot 29 oktober 2006. Vlacoro dient hierover te adviseren binnen de 60 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, i. c. voor 28 december 2006. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro geen bezwaarschriften.
A.5. Adviezen De gewestelijk planologisch ambtenaar heeft op 25 september 2006 het advies ingewonnen van de instanties bedoeld in artikel 6, §1 van het besluit van Vlaamse regering van 4 juni 2004 houdende nadere regels voor het planologisch attest en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Er werden 5 tijdige adviezen overgezonden aan Vlacoro.
2
Dossier 262 - FDC
B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank.
B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen Er werden geen bezwaren ingediend.
B.2. Bespreking van de adviezen 1. Het college van burgemeester en schepenen van de stad Gent [A5] geeft een negatief advies. Ruimtelijke beoordeling en toekomstvisie van stad Gent Het betreffende woongebied met landelijk karakter is op het gewestplan volledig omgeven door een omvangrijk agrarisch landschap van het buitengebied Drongen. Langsheen de Deinsesteenweg (aan de af- en oprit van de E40) omvat het woongebied enkele kantoren, tankstations, woningen, handel en horeca. De gewestweg Baarleveldestraat is een parallelweg langsheen de Deinsesteenweg en de E40 en vormt de belangrijkste verbinding van en naar het industrieterrein van Drongen. Het beperkte gebouwenlint langsheen de Baarleveldestraat omvat een hotel met restaurant, twee woningen en eindigt bij het bedrijf in kwestie waarna het landschap overgaat in een open en uitgesproken landelijk, agrarisch gebied. Palend aan de noordelijke perceelsgrens van het hotel bevindt zich het bedrijf in kwestie. O’Cool vormt de hoofdbrok wat oppervlakte en volume betreft binnen de aanwezige bedrijvigheid. De woonzones rond de Deinsesteenweg omvatten in het zuiden Keuze, een uitgesproken woonbuurt met open, halfopen en gesloten woningbouw (langs de Ernest Solveynsdreef en Keuze), en in het noorden een lint langsheen de Raapstraat met halfopen tot open landelijke bebouwing. De gebouwen bezitten een totale oppervlakte van 2.637m² en een volume van 16.290m³ (als referentie werd de bestaande toestand van de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning 2004/10089 gebruikt). De hoogte varieert van 8,50m tot 3,65m. De gebouwen omvatten burelen, een winkel en een loods. Ontwikkelingsperspectieven voor de plek Het nog steeds geldende gewestplan van 1977 heeft een deel van het gebied ingekleurd als agrarisch gebied en een deel als woongebied met landelijk karakter. De ontwikkeling van dit gebied tot op vandaag heeft de gewestplanbestemming in grote lijnen gevolgd. Ondanks de aanwezigheid van de snelweg en het afrittencomplex, is Keuze een woonlob gebleven. Enkel op de Deinsesteenweg en Baarleveldestraat zijn enkele bedrijven geënt, naast aanwezige woongebouwen. Het landelijke karakter en de openheid werden nogmaals bevestigd en vastgelegd in recentere beleidsdocumenten (ruimtelijk structuurplan Gent – goedgekeurd bij MB op 09/04/2003 als strategisch project in het bindend gedeelte) en planningsinitiatieven (gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening grootstedelijk gebied Gent” – goedgekeurd bij MB op 16/12/2005). Vanuit beide documenten worden volgende facetten waarop de aanvraag een invloed heeft, bekeken:
3
Dossier 262 - FDC
a.
Het
behoud
van
het
landelijke
karakter
van
het
kouter-
en
bulkengebied:
“Kouter en Leieland: (…) De kernen in dit gebied (Baarle, Drongen, Afsnee) en de vele losse verkavelingen worden niet verder uitgebreid. Het bestaande regionale bedrijventerrein E40 Drongen blijft geïsoleerd aanwezig en wordt verdicht en beter ontsloten. Voor de diverse vormen van vrijwaring en ontsnippering van de open ruimte in deze deelruimte wordt een actief beleid gevoerd.” Dit staat als strategisch project in het ruimtelijk structuurplan Gent vermeld voor het open kouter- en leieland waarvan het bedrijf in kwestie deel uitmaakt. Dit open kouter- en leieland is omschreven als 1 van de 7 belangrijke deelruimten van Gent waarbij bepaalde krijtlijnen horen naar ontwikkeling toe. Deze gaan uit van de eigenheid van het gebied in kwestie: zijn open en landschappelijk waardevolle karakter. Enkel bestaande kernen kunnen versterkt worden, versnipperde bebouwing moet worden tegengegaan. Het bedrijf in kwestie situeert zich volledig buiten de kern van Baarle, waardoor omzichtig omspringen met volumes een must is. Het bevestigen van de bestaande grootschalige (niet volledig vergunde) bebouwing en deze laten uitbreiden, is vanuit deze open-ruimte-gedachte niet te verantwoorden. Bovenden bevindt O’Cool zich aan de rand van een bebouwingslint, waardoor vanuit het open kouteren bulkenlandschap het volume nadrukkelijk aanwezig is. Vanuit het recent goedgekeurde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening grootstedelijk gebied Gent” werd deze open ruimte benadering bevestigd. Drongen en in het bijzonder Baarle zijn niet opgenomen in het grootstedelijk gebied maar behoren tot het buitengebied. Dit houdt in dat activiteiten en ontwikkelingen aan deze buitengebiedgedachte moeten getoetst worden. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt voor zonevreemde bedrijven op deze plek de open-ruimte idee aangescherpt. Bedrijvigheid in een buitengebied kan enkel gericht zijn op het ondersteunen van de lokale kernen. Bedrijven met een bovenlokale uitstraling zoals O’Cool horen thuis in een meer stedelijke omgeving. Zowel vanuit hun ruimtelijke behoeften (volume, verharding, …) als vanuit het oogpunt van multimodale bereikbaarheid. b. Het mobiliteitsprofiel is niet aangepast aan de locatie: Baarle bezit een slechte openbare vervoersverbinding met Gent en omgeving, ook bekeken vanuit bedrijfsoogpunt. Ook naar treinverbindingen is hier geen alternatief voorhanden. Dit betekent dat de activiteiten per definitie hoofdzakelijk autoverkeer zullen genereren. Bovendien staat het afrittencomplex van Drongen op de E40 gekend als een problematisch knooppunt. Toekomstige heraanleg en wijzigingen langsheen de Deinsesteenweg zullen er op gericht zijn om de knoop te ontwarren, maar bieden geen ruimte om daar nog eens bijkomende verkeersgenererende functies op te enten, zoals kantoorontwikkelingen. Vanuit mobiliteitsoogpunt is zowel regulariseren als uitbreiden van de kantoorfunctie niet te verantwoorden en dus geen optie. c. Geen toekomst op deze locatie voor deze activiteiten: Het bedrijf is uitgegroeid van een verwerkend bedrijf met winkel en bijhorende kantoorruimte tot een hoofdzetel voor een wijdvertakte distributieketen. Hierbij zijn de productieactiviteiten op die plek verdwenen en is de winkel nog slechts een nevenactiviteit. De noden van dit snel groeiende bedrijf, met duidelijk bovenlokaal belang, komen niet overeen met de mogelijkheden en de ruimtelijke potenties van het gebied. Dit is omwille van mobiliteitsredenen en vanuit het open karakter van het gebied niet de ideale locatie om een kantorensite te ontwikkelen. In het voorgestelde groeiscenario moet worden uitgekeken naar alternatieve locaties voor de vestiging van de hoofdzetel. Enige optie voor die plek is het bevriezen van de bestaande activiteiten en naar de toekomst toe een afbouwen ervan. De vergunning voor het slopen van het restaurant op lot A (2005/10218 – vergund op 30/03/2006) was reeds een eerste stap in die richting. De beoordeling van de niet-vergunde constructies moet eveneens van die gedachte uit gaan. Dit betekent in de praktijk het verdwijnen ervan, eerder dan het regulariseren via de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Niet voor de langetermijnbehoeften, en evenmin voor de kortetermijnbehoeften. Vanuit de Stad Gent ontstaat de nood om voor die plek de uitbreiding van de bestaande bedrijven en de aantrekkingskracht van de locatie voor nieuwe bedrijven, aan banden te leggen via de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
4
Dossier 262 - FDC
Conclusie Negatief advies Zowel voor de kortetermijnbehoeften (regularisatie huidige activiteiten en bebouwing) als voor de langetermijnbehoeften (uitbouwen van het hoofdkantoor) is deze locatie niet de geschikte plek om te bestendigen via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Kantoorontwikkelingen zijn op deze plek zowel vanuit de buitengebied-gedachte als vanuit mobiliteitsoogpunt ongewenst. Vlacoro stelt vast dat de stad Gent zich beroept op het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en op het gewestelijk RUP ‘Afbakening grootstedelijk gebied Gent’. Vlacoro kan de geformuleerde bezwaren grotendeels bijtreden. Enerzijds is Vlacoro van oordeel dat de zuiver landschappelijke impact van hetgeen wordt aangevraagd niet van die aard is om het open kouter landschap in het gedrang te brengen, maar anderzijds benadrukt Vlacoro dat de uitbreiding van de kantorenfunctie voor een bedrijf, dat door de planologisch ambtenaar als van gewestelijk belang wordt beschouwd, alvast niet voorzien werd in het recent goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan houdende de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent. Volgens Vlacoro is het feit dat de problematiek niet werd opgelost in dit afbakeningsproces een duidelijk signaal dat de uitbreiding van de kantorenfunctie op die locatie niet kan; mocht dit wel het geval zijn, dan zou dit daar wellicht uitdrukkelijk in opgenomen zijn. Tenslotte stelt Vlacoro dat het niet de bedoeling kan zijn om een nieuw planproces op te starten op gewestelijk niveau.
2. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling [A1] van het Departement Landbouw en Visserij geeft een gunstig advies om volgende redenen : De uitbreiding betreft deels in een geïsoleerd perceel dat tussen het bedrijf, de Baarleveldestraat en de Baarlekouter ligt, waar vroeger een restaurant aanwezig was, en deels in een ander geïsoleerd perceel dat zich tussen het bedrijf, de Baarlekouter en een gemeenteweg bevindt. Er worden geen nieuwe landbouwstructuren ingenomen en de uitbreiding van het bedrijf is voldoende gemotiveerd. De Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling verstrekt een gunstig voor de gevraagde uitbreiding van het bedrijf.
Vlacoro neemt akte van dit gunstig advies.
3. De Lijn [A3] geeft een gunstig advies. Vlacoro neemt akte van het gunstig advies.
4. Het agentschap Economie [A4] geeft een positief advies voor het verlenen van een planologisch attest. De voorgenomen uitbreidingsinvesteringen van O’Cool hebben enkel betrekking op de uitbreiding van de administratief-commerciële functies waardoor de komende jaren het personeel zal uitbreiden van 50 nu tot 75 personen. Het betreft dus kantoorjobs waarvoor bijkomende bureauruimte vereist is evenals bijkomende parkeerruimte. Concreet betreft het in agrarisch gebied: -de regularisatie van het kleine niet-vergunde deel van de diepvriesloods; -een gedeeltelijke sloop en de ombouw van de loods tot een kantoorgebouw van 2 verdiepingen; -de uitbreiding van de parking aan de achterzijde van het gebouwencomplex. Er kan bezwaarlijk sprake zijn van een aantasting van of echte indringing in een (aaneengesloten) agrarisch gebied gezien de wegenis en de bestaande gebouwen in de omgeving van het bedrijf.
5
Dossier 262 - FDC
De rest van de gebouwen en de parking aan de zijkant bevinden zich in woongebied met landelijk karakter. Door de geplande werken wordt er bijkomende vloeroppervlakte gecreëerd zonder bijkomende bebouwde oppervlakte. In feite komen deze werken en de verdere uitbreiding van de kantoorruimte in en boven de bestaande winkel en loods neer op een ruimtelijke optimalisatie van de bestaande site die begrensd wordt door de gemeenteweg Baarlekouter. Het hele parkeerterrein zowel aan de achterzijde als aan de zijkant van het gebouwencomplex wordt gebufferd. Qua ruimte-inname kunnen deze investeringen dus als een inbreiding met een verhoging van de ruimte-productiviteit worden beschouwd. Gelet op de goede ontsluiting van de site zorgt de uitbreiding van het personeel niet voor meer hinder voor omwonenden.
Vlacoro neemt akte van het gunstig advies van het agentschap Economie.
5. De bestendige deputatie Oost-Vlaanderen [A2] geeft een ongunstig advies voor het planologisch attest: Overwegende dat het voorliggend planologisch attest betrekking heeft op het administratief hoofdcentrum van de groep, dat het huidig terrein een oppervlakte heeft van 7193m², dat hiervan 2450m² bebouwd is, dat er ongeveer 1085m² kantoren zijn en 2409m² parking (58 parkeerplaatsen), dat het bedrijf binnen een straal van 15km in Gent nog drie vestigingen heeft, met name aan de Kortrijksesteenweg, de Dampoort en Mariakerke, dat deze vestigingen respectievelijk 740m², 821m² en 763m² groot zijn, Overwegende dat de omzet van het bedrijf groeide van 2002 naar 2003 met 8.9%, dat de tewerkstelling evolueerde van 50 werknemers in 1995 naar een 100-tal in 2000 en 504 vandaag, dat met de vooropgestelde uitbreiding het bedrijf een uitbreiding van het personeel voorziet met +/- 250 personen tegen 2010, dat er dagelijks gemiddeld een 100tal klanten zijn, dat in de weekends en verlofdagen er 150tal klanten zijn, dat er voldoende parkeerplaatsen zijn voor de klanten, dat er 2 tot 3 vrachtwagenbewegingen per week zijn, dat er voor de 50 werknemers onvoldoende parkeerplaatsen zijn en dat zij zich parkeren in een niet-gebruikte diepvriesloods, dat er een bushalte is op 100m, dat deze bus slechts beperkt gebruikt wordt door het cliënteel en het personeel, gezien enerzijds het cliënteel de diepvriesproducten in een zekere grote hoeveelheid aankoopt en anderzijds veel personeel buiten de Gentse agglomeratie woont waardoor het openbaar vervoer geen alternatief vormt t.o.v. de vlotte bereikbaarheid via de nabijgelegen hoofdwegen; Overwegende dat de aanvraag tot planologisch attest ertoe strekt de zonevreemdheid van het bedrijf op te heffen, het bestaand administratief en commercieel centrum verder uit te bouwen met bureelruimte, opleidingsruimte, vergader- en presentatieruimtes, sociaal- en sanitaire ruimte, archiefruimte en onthaalruimte, dat dit zich vertaalt in een bijkomende kantoorruimte van 2236m² en bijkomende parkeerruimte (netto) van ong. 2700m² (86 parkeerplaatsen); Overwegende dat volgens het gewestelijk RUP “Afbakening grootstedelijk gebied Gent” het bedrijf zich in het buitengebied bevindt, Overwegende dat het PRS stelt dat de centrale functie van het grootstedelijk gebied Gent gegarandeerd moet blijven, dat daarvoor onder meer volgende beleidslijnen voor het buitengebied van het Oost-Vlaams Kerngebied worden geformuleerd: dat in de dorpen die geen deel uitmaken van het stedelijk gebied geen bovenlokale voorzieningen en bedrijvigheid kan ontwikkeld worden, dat ze enkel kunnen instaan voor de opvang van de lokale groei inzake wonen, dat de open ruimten als binding tussen de stad en het buitengebied dienen te fungeren, dat zich binnen die openruimtestructuren actieve, toekomstgerichte land- en tuinbouw bevindt, dat de ontwikkeling van een duurzame land- en tuinbouw die een meerwaarde biedt aan het Oost-Vlaams Kerngebied wordt ondersteund, dat kantoorontwikkelingen voorzien dienen te worden op of nabij knooppunten van openbaar vervoer, dat rond de stations Gent-Sint-Pieters en Dampoort een hogere dichtheid van kantoren en diensten wordt nagestreefd,
6
Dossier 262 - FDC
Overwegende dat het bedrijf volgens het GRS van de stad Gent aansluit bij een gehucht, dat het beleid in het GRS erop gericht is deze woninggroepen niet verder te ontwikkelen en te verweven met het landbouwgebied; Overwegende dat het bedrijf geen binding meer heeft met de landbouw, dat het bedrijf uitgegroeid is tot een bovenlokaal bedrijf, dat de gevraagde uitbreiding voor kantoren een bovenlokale impact heeft, dat deze uitbreiding strijdig is met het beleid uit het PRS en het GRS van Gent, dat om deze reden het planologisch attest ongunstig geadviseerd wordt;
Vlacoro treedt de geformuleerde bezwaren bij, die gebaseerd zijn op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan en op het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Enerzijds is Vlacoro van oordeel dat de zuiver landschappelijke impact van hetgeen wordt aangevraagd niet van die aard is om het open kouter landschap in het gedrang te brengen, maar anderzijds benadrukt Vlacoro dat de uitbreiding van de kantorenfunctie voor een bedrijf, dat door de planologisch ambtenaar als van gewestelijk belang wordt beschouwd, alvast niet voorzien werd in het recent goedgekeurd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan houdende de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent. Volgens Vlacoro is het feit dat de problematiek niet werd opgelost in dit afbakeningsproces een duidelijk signaal dat de uitbreiding van de kantorenfunctie op die locatie niet kan; mocht dit wel het geval zijn, dan zou dit daar wellicht uitdrukkelijk in opgenomen zijn. Tenslotte stelt Vlacoro dat het niet de bedoeling kan zijn om een nieuw planproces op te starten op gewestelijk niveau.
B.3. Eigen opmerkingen Vlacoro Geen
B.4. Besluit Vlacoro geeft ongunstig advies over de aanvraag planologisch attest van Frost Holding nv – O’Cool.
Verleend te Brussel op 19 december 2006,
De vaste secretaris,
De voorzitter
Lieve Reenaers
Filiep Loosveldt
Bijlage: lijst adviserende instanties
7
