de puur muziek
de 03.10.13 | 20:00 | CONCERTZAAL
DEFilharmonie Muziekcentrum Gent
WIM HENDERICKX, SERGEJ PROKOFJEV, JOHANNES BRAHMS
programma
UITVOERDERS
Wim Henderickx Le visioni di paura
DEFilharmonie Dirigent | Edo de Waart Concertmeester | Lisanne Soeterbroek
Sergej Prokofjev Romeo en Julia (selectie uit de suites) I. Montagues en Capulets II. De jonge Julia III. Broeder Lorenzo IV. Maskers V. Tybalts dood VI. Romeo bij Julia voor zijn vertrek VII. Romeo bij Julia’s graf
Viool | Janine Jansen 1ste viool | Eric Baeten, Peter Manouilov, Eva Zylka, Nana Hiraide, Yuko Kimura, Claire Lechien, Sihong Liang, Mara Mikelsone, Miel Pieters, Christophe Pochet, Natalia Tessak, Guido Van Dooren, La Ie Lee, Bart Lemmens
Pauze 2de viool | Orsolya Horvath, Miki Tsunoda, Tamas Sandor, Frederic Van Hille, Maia Frankowski, Xu Han Liesbeth Kindt, Ilse Pasmans, David Perry, Lydia Seymortier, Marjolijn Van der Jeught, Maartje Van Eggelen, Luce Caron
Johannes Brahms Vioolconcerto in D, opus 77 I. Allegro non troppo II. Adagio III. Allegro giocoso, ma non troppo vivace – Poco più presto
Altviool | Sander Geerts, Ayako Ochi, Barbara Giepner, Rajmund Glowczynski, Wieslaw Chorosinski, Marija Krumes, Krzysztof Kubala, Luis Damian Ortiz Garcia, Bart Vanistendael, Lisbeth Lannie, Romain Montfort, Alexander Pavtchinskii Cello | Raphael Bell, Marc Vossen, Olivier Robe, Dieter Schützhoff, Birgit Barrea, Claire Bleumer, Diego Liberati, Maria Mudrova, Anne Meike Burgel, Lieselot Watté Contrabas | Ioan Baranga, Christian Vander Borght, Jaroslaw Mroz, Tadeusz Bohuszewicz, Julita Fasseva, Jeremiusz Trzaska, Ben Faes, Natacha Save Fluit | Edith Van Dyck, Charlène Deschamps, Peter Verhoyen
2
Hobo | Piet Van Bockstal, Sébastien Vanlerberghe, Dimitri Mestdag
NIEUW! 24 uur voor en na het concert Vind snel meer achtergrondinfo. Bereken je route naar De Bijloke. Deel je mening over dit concert.
Klarinet | Nele Delafonteyne, Ria Moortgat, Benoît Viratelle
debijloke.be/nu
Fagot | Graziano Moretto, Bruno Verrept, Tobias Knobloch Saxofoon | Bjorn Verschoore Hoorn | Eliz Erkalp, Zachary Cramer, Morris Powell, Koen Thijs Trompet | Alain De Rudder, Rudy Moercant, Luc Van Gorp Trombone | Bart Van Nieuwenhuyze, Roel Avonds, Maarten Lowel Tuba | Bernd Van Echelpoel Pauken | Pieterjan Vranckx Percussie | Manuel Martinez Navarro, Jaume-Blai Santonja Espinos, Mieke Buekers, Cristiano Menegazzo Harp | Samia Bousbaïne Piano/Celesta | Yutaka Oya
3
DEfilharmonie Girlpower op viool Schreckensmusik De Antwerpse componist Wim Henderickx, vanaf dit seizoen ‘artist in residence’ bij deFilharmonie, is een van de boeiendste, meest authentieke stemmen in ons actuele muzieklandschap. Als ex-slagwerker heeft hij een zwak voor snedige ritmes en fascinerende percussietimbres. Inspiratie voor zijn muziek vindt Henderickx in andere, vaak Oosterse culturen, zoals blijkt uit de drie Raga’s (gebaseerd op Indiase toonladders), het strijkkwartet Om (op monotone Boeddhistische gebedsformules) of zijn grootschalige, zevendelige cyclus The tantric cycle (die kernbegrippen uit het Tantrisme naar muziek vertaalt). Toch is hij als componist ook bewust van zijn Europese origine. Sommige van zijn opera’s nemen Griekse mythes als uitgangspunt en zijn koorwerk In Crucifixus holt de taal van Monteverdi van binnen uit.
aan het einde opgevangen door een soort hoge schreeuw die vervolgens oplost in een consonante samenklank, gevolgd door een lange stilte.” Conform die hallucinogene vorm worden slagwerk en strijkers heel genuanceerd en geschakeerd aangewend. Die grote aandacht voor kleur en timbre hangt volgens de componist samen met de periode waarin het werk ontstond. “Op het ogenblik dat ik dat werk componeerde, in 1990, bestudeerde ik de nieuwe muziek van Darmstadt. Iets van de fascinatie voor klankkleur en sonoriteit die toen in de lucht hing, is in het materiaal geslopen. De polyfone klankweefsels van componist György Ligeti maakten toen op mij een diepe indruk. Ik presenteer het orkest in Le visioni di paura met een klankmatige benadering. Aan het slagwerk, maar ook andere instrumenten, worden poëtische, gesofistikeerde of effectvolle geluiden onttrokken. In de percussie heb je bijvoorbeeld trillende bekkens op de pauken, bij de houtblazers wordt de sonoriteit uitgebreid naar multiphonics (dubbeltonen).”
Het orkestwerk Le visioni di paura (‘de angstvisioenen’) is een muzikale reflectie op het rechterpaneel van Hiëronymus Bosch’ De tuin der lusten, waarop folteringen in de hel staan afgebeeld. Volgens de componist evoceert de muziek hallucinaties, die overgedragen werden op de vorm. “Je hebt heel poëtische fragmenten, maar ook stuwende passages. Toch staan ze niet tegenover elkaar, maar vloeien ze als in een visioen naadloos in elkaar over. De obsessie waarop het werk drijft, wordt
In fair Verona Al op z’n twintigste had Sergej Prokofjev zijn naam verzilverd. Met zijn metallieke, agressieve sound en bijtende ritmes wilde deze ‘pianistieke kubist en futurist’ aanknopen bij eigentijdse tendensen uit West-Europa. Toen in 1917 de Russische
4
Revolutie uitbrak, vluchtte hij naar Amerika om er carrière te maken als schandaalkunstenaar. Dat lukte aardig: zijn inventieve muziek werd opgepikt door grote orkesten en Time Magazine riep hem uit tot ‘de grootste levende Russische componist’. Europa daarentegen was radicaler gewend: toen hij zich in 1923 in Parijs vestigde, werd Prokofjevs schrijfstijl te traditioneel bevonden. Prokofjev trok hieruit een noodlottige conclusie: hij oordeelde (ten onrechte) dat het modernisme over haar hoogtepunt heen was en ontwikkelde een meer melodieuze stijl, vol tonale elementen. Die stilistische ommezwaai werd opgemerkt door Sovjet-Rusland, dat de ‘verloren zoon’ naar het vaderland terug wilde halen. In 1936 was het zover: Prokofjev keerde het trendgevoelige Europa de rug toe en verkaste naar Moskou.
Ook al werd Romeo en Julia onthaald als een meesterwerk, toch kon Prokofjev de kwalijke impressies niet van zich afschudden. Na de première van zijn ‘formalistische’ Zesde symfonie volgde een officiële veroordeling. De Sovjetstaat, die er alles aan gedaan had hem terug te winnen, maakte hem nu monddood. Zijn roemloze, eenzame en troosteloze dood in 1953, nota bene op exact dezelfde dag als Stalin, was het trieste eindpunt van een in elk opzicht onvergelijkelijke componistencarrière.
Al gauw leerde Prokofjev dat zijn nieuwe vaderland er niet voor terugdeinsde om componisten op de vingers te tikken. Als ‘goede bolsjewiek’ diende hij met regelmaat een patriottische hymne of een socialistische cantate uit de mouw te schudden. Ook het ballet Romeo en Julia was zo’n staatsopdracht. Meteen na voltooiing van de muziek ontstonden kwalijke geruchten: het werk zou te subtiel, te complex, te kamermuzikaal of te agressief zijn om de trappelende voeten van een ballet de corps te dienen. Met als gevolg dat de muziek (via drie orkestsuites) eerst in de concertzaal te horen was, vooraleer het complete ballet in première ging. De fantasierijke, kameleontische balletpartituur lijkt wel een muzikaal zelfportret: voor de
Propaganda Dat Brahms pas begin jaren 1870 de stap naar orkestmuziek zette, is niet zozeer de uitkomst van een artistieke queeste. Toen hij in 1876 zijn Eerste symfonie aan het publiek voorstelde, was de componist reeds een wereldberoemd koor-, lied- en kamermuziekcomponist. Met andere woorden: niemand zat te wachten op Brahms’ orkestmuziek. Waarom toch die late interesse? De muzikale visie die hij uitdroeg, stond lijnrecht tegenover de ‘toekomstmuziek’ van Wagner. Niet zozeer hun muzikale stijl stond daarbij tegenover elkaar (Brahms hield erg van Wagner, meer dan omgekeerd), maar wel de esthetische waarden die ze vertegenwoordigden. De volgelingen van Wagner verkondigden
agressieve gevechtsscènes greep Prokofjev terug op zijn oude ritmische modernisme, voor de hofdansen ging hij de neoclassicistische toer op en voor de liefdesscènes verkneukelde hij zich in kamermuzikaal detaillisme.
5
Even geraffineerd is het Adagio, waarin de solist in het hoge register de melodische verzuchtingen van de houtblazers varieert en omspeelt. Opnieuw etaleert Brahms zijn positie als hoeder van de muzikale traditie. De door de houtblazers gespeelde openingspassage van deze beweging is een herinterpretatie van de begeleiding van het ensemble O Gott! Welch ein Augenblick uit Beethovens opera Fidelio. Als afsluiter componeerde Brahms een zigeunerachtige Finale, waarin hij de vioolpartij opsmukt met Hongaars-folkloristische trekjes. Het in dubbelgrepen geschreven hoofdthema, de cymbalonachtige haastigheid van de begeleiding, de improvisatorisch aandoende ritmes, de uit de haak slaande melodieën: het zijn allemaal elementen die dit concerto laten besluiten met een flinke portie animo. Maar evengoed zijn het slim aangewende compositorische (of zo je wil: propagandistische) middelen waarmee Brahms aantoonde dat je geen zeur hoefde te zijn om een ‘versleten’ genre als het concerto te behoeden voor de vergetelheid.
een muzikale toekomst waarin niet langer plaats was voor ‘traditionele’ symfonieën, ‘oudbakken’ concerto’s of ‘opgewarmde’ kamermuziek. Het was tegenover dit soort pessimisme dat Brahms een standpunt innam. Brahms’ ‘artistieke propaganda’ van de traditionele orkestgenres begon met zijn eerste twee symfonieën, voltooid in 1876 en 1877. Een jaar later volgde zijn (enige) Vioolconcerto, dat hij componeerde voor zijn boezemvriend, violist en componist Joseph Joachim. Model voor dit concerto was onmiskenbaar Beethovens Vioolconcerto, waarmee het de toonaard én dezelfde zin voor orkestrale vormgeving deelt. Net zoals Beethoven laat ook Brahms het concerto beginnen met een ruime orkestintroductie. Van het wondermooie neventhema horen we voorlopig alleen de begeleiding. Na de (dramatische) entree van de solist duurt het een poosje vooraleer orkest en viool elkaar vinden, maar wanneer beide elkaar aanraken, ontstaat weergaloos samenspel, waarin de nevenmelodie een hoofdrol opeist.
6
Bio Edo DE WAART Edo de Waart is chef-dirigent van deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic). Daarnaast is hij muziekdirecteur van het Milwaukee Symphony Orchestra, eredirigent van het Radio Filharmonisch Orkest (Hilversum) en vast verbonden aan het Saint Paul Chamber Orchestra.
drie Echo Klassik Awards, de Preis der Deutschen Schallplattenkritik, de NDR Musikpreis, VSCD Klassieke Muziekprijs, de RPS Instrumentalist Award en de Concertgebouwprijs. Ze studeerde bij Coosje Wijzenbeek, Philipp Hirshhorn and Boris Belkin. Janine Jansen bespeelt de ‘Barrere’ van Antonio Stradivari (1727) die haar in bruikleen gegeven wordt door de Elise Mathilde Foundation.
Edo de Waart studeerde hobo, piano en orkestdirectie in Amsterdam en werd na zijn studies aangesteld als eerste hobo solo van het Concertgebouworkest. Edo de Waart stond als gastdirigent voor diverse toporkesten, waaronder de Berliner Philharmoniker, de New York Philharmonic en het Los Angeles Symphony Orchestra. Als operadirigent werkte hij in de belangrijkste operahuizen ter wereld: de Metropolitan Opera, Opéra de Bastille en Covent Garden.
deFILHARMONIE Als stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse die toelaat om meerdere stijlen op een historisch verantwoorde wijze te vertolken. De Nederlandse dirigent Edo de Waart, die voorheen aan het hoofd stond van het Radio Filharmonisch Orkest, het San Francisco Symphony en het Hong Kong Philharmonic Orchestra, staat als chef-dirigent in voor het grote orkestrepertoire. Met zijn ruime orkestervaring draagt hij bij tot de vorming van het unieke karakter van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor nauw samen met hoofddirigent Philippe Herreweghe, die zich vanuit zijn specifieke achtergrond toespitst op de (pre)romantische muziek. Martyn Brabbins is eerste gastdirigent.
Janine JANSEN De Nederlandse violiste werkt samen met de meest gerenommeerde orkesten ter wereld, waaronder het Concertgebouworkest, de Berliner Philharmoniker en de New York Philharmonic. Ze werkt ook vaak samen met eminente dirigenten als Valery Gergiev, Zubin Mehta, Lorin Maazel, Gustavo Dudamel, Mariss Jansons, Sir Antonio Pappano en Bernard Haitink.
Volledige bio’s op debijloke.be/nu
Janine Jansen won verschillende prijzen, waaronder vier Edison Klassiek Awards,
7
ZO – 13 OkT – 15:00
BRussels PhilhaRmonic & anne sofie von otteR
Met de Chants d’Auvergne van Joseph Canteloube brengt de Zweedse sopraan Anne Sofie Von Otter een reeks poëtische volksliederen. Brussels Philharmonic begeleidt haar, en brengt ook de zesde 8 van Tsjaikovski.
binnenkort ZA | 05.10.13 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen Lindberg, Liszt, Mahler
DI | 22.10.13 | 20:00 | Kraakhuis Jakob Bro (gitaar), Chris Cheek (sax), Jim Black (drums), Thomas Morgan (contrabas) Concert & film
DO | 10.10.13 | 14:00 | Kraakhuis Severin von Eckardstein Beethoven, Busoni, Strauss, Wagner
DO | 24.10.13 | 20:00 | Kraakhuis Doulce Mémoire Caccini & klassiek Perzisch
VR | 11.10.13 | 20:00 | Kraakhuis Tiburtina Ensemble Codex Callixtinus, Leoninus, Abélard, Perotinus
VR | 25.10.13 | 20:00 | Kraakhuis Spectra Brewaeys, Van Parys, Janssens, Fafchamps, Neyrinck, Rathé
ZO | 13.10.13 | 15:00 Brussels Philharmonic Canteloube, Tsjaikovski
DO | 07.11.13 | 20:00 Dialogos, Kantaduri Middeleeuwse en traditionele muziek uit Bosnië
DI | 15.10.13 | 20:00 Joshua Redman Quartet Jazz
ZA | 09.11.13 | 20:00 | De Centrale Ostad Dolatmand, Win-Bang Ensemble Traditionele en klassieke muziek uit Tadzjikistan en Iran
WO | 16.10.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) European Union Baroque Orchestra Zelenka, Pisendel, Telemann, Vivaldi
ZA | 09.11.13 | 20:00 | Kraakhuis Christiane Stotijn (mezzosopraan), Rick Stotijn (contrabas) & Joseph Breinl (piano) De Kanter, Bottesini, Ravel, Glinka, Rorem, Tabakov, Bolcom, Van Der Aa
DO | 17.10.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Auryn Quartett Beethoven, Bartók, Brahms
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Tom Janssens Di - vr 10:00 - 12:30 & 13:30 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 |
[email protected] | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)
9