de puur muziek
de
28.09.13 | 20:00 | CONCERTZAAL
Le Poème H armonique Muziekcentrum Gent
Charpentier, Lully
programma
Chœur Capella Cracoviensis Jan Tomasz Adamus | dirigent
Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) −− Te Deum (H. 146) −− Prélude à 4 pour les violons et flûtes (H. 528) −− Troisième Méditation pour le Carême « Tristis est anima mea » (H. 382) −− Septième Méditation pour le Carême « Tenebrae factae sunt » (H. 386) −− Neuvième Méditation pour le Carême « Sola vivebat in antris » (H. 388) Jean-Baptiste Lully (1632-1687) −− Te Deum (LWV 55)
Sopraan | Michalina Bienkiewicz, Ilona Fijał-Zajac, Jolanta Kowalska, Magdalena Łukawska, Antonina Ruda, Katarzyna Wajrak Haute-contre | Anna Bober, Łukasz Dulewicz, Dorota Dwojak-Tlałka, Katarzyna Freiwald, Helena Poczykowska*, Magda Niedbała Tenor | Szczepan Kosior*, Karol Kusz, Krzysztof Mrozinski, Mariusz Solarz, Piotr Szewczyk Basse taille | Dawid Chwistek, Marek Opaska, Stanislaw Olejniczak, Sebastian Szumski*, Piotr Zawistowski Bas | Piotr Brajner, Michał Dembinski, Wojciech Góra, Rafał Zur
Er is geen pauze.
uitvoerders
* solisten voor het Te Deum van Lully
Le Poème Harmonique Vincent Dumestre | dirigent
Orkest Dessus de violons | Mira Glodeanu, Benjamin Chénier, Bénédicte Pernet, Catherine Ambach, Shiho Ono, Fiona Poupard, Jérôme Van Waerbeke Haute-contre de violons | Jorlen Vega, Justin Glorieux, Samantha Montgomery Taille de violon | Françoise Rojat, Alain Pégeot, Joan Herrero, Pierre Vallet Viola da gamba | Liam Fennelly ** Basses de violon | Mathurin Matharel**, Pauline Buet, Claire Gobillard, Annabelle Luis Hobo | Béatrice Delpierre, Sophie Rebreyend Fagot | Marine Sablonnière, Stéphane Tamby, Krysztof Lewandowski Trompet | Jean-François Madeuf, Joël Lahens Percussie | Hervé Trovel Orgel | Frédéric Rivoal**
Solisten Amel Brahim-Djelloul | sopraan Aurore Bûcher | sopraan Reinoud Van Mechelen | haute-contre Jeffrey Thompson | tenor Benoît Arnould | bas NIEUW! 24u voor en na het concert VIND SNEL MEER ACHTERGRONDINFO. BEREKEN JE ROUTE NAAR DE BIJLOKE. DEEL JE MENING OVER DIT CONCERT.
debijloke.be/nu
** continuo
2
Le Poème Harmonique Eer aan God – en aan de koning Te Deum Het Te Deum vormt een vast onderdeel van de vieringen op de Belgische nationale feestdag op 21 juli: een officiële viering in onder meer de Brusselse kathedraal, die wordt bijgewoond door al wie in ons land enig gewicht in de schaal legt. Maar het Te Deum is allerminst een 'Belgisch' ritueel. Het gaat terug op een eeuwenoude traditie waarin het religieuze de politiek de hand reikt, en blijft tot in de 20ste en 21ste eeuw belangrijke gebeurtenissen markeren. (Zo gaf generaal De Gaulle bij de bevrijding van Parijs in 1944 het bevel om in de Notre Dame het Te Deum te laten zingen.)
verdragen of bij een militaire overwinning. Het idee was telkens om de gebeurtenis in kwestie te 'sacraliseren' en in dienst te stellen van of op te dragen aan God.
De gregoriaanse hymne Te Deum laudamus is afkomstig uit het getijdengebed van monniken en religieuzen, waar ze wordt gezongen als afsluiting van de metten (het nachtofficie) op belangrijke feestdagen en op zondagen. Van het begin af was de hymne bestemd als een gezang dat aan de liturgie een extra plechtig karakter moest geven.
Charpentier Het Te Deum (Hitchcock-catalogus nr. 146) van Charpentier is wellicht één van de beroemdste stukken barokmuziek. Die roem heeft het te danken aan zijn catchy openingsmelodie, die in de tweede helft van de jaren vijftig als Eurovisie-tune werd gekozen. Het werk was toen net aan zijn prille opmars begonnen: pas in januari 1953 werd het voor het eerst op plaat opgenomen door het Orchestre des Concerts Pasdeloup onder leiding van Louis Martini. De herontdekking van Charpentier vanuit de vergetelheid nam sinds die jaren een steeds hogere vlucht; vandaag is hij op de opnamemarkt de best vertegenwoordigde Franse componist van de zeventiende eeuw.
Deze troef werd voor het eerst ten volle uitgespeeld in het Frankrijk van Lodewijk XIV. 'Le Roi Soleil' achtte zich minstens bijna God, en liet zich dan ook als dusdanig bejegenen: het sacrale gold niet enkel de Allerhoogste, maar net zo goed ook zijn allerhoogste vertegenwoordiger op aarde. Reden genoeg voor (hof)componisten als Lully en Charpentier om dan ook alle vocale en instrumentale registers open te trekken.
In diezelfde zin werd het ook afzonderlijk gezongen bij feestelijke gelegenheden die zowel van liturgische als meer wereldlijke aard konden zijn, bijvoorbeeld bij de wijding van bisschoppen, het sluiten van (koninklijke of adellijke) huwelijken, de viering van koninklijke geboortes of verjaardagen, de ondertekening van vredes-
3
In totaal componeerde Charpentier maar liefst zes Te Deum-zettingen, waarvan er vier bewaard bleven – maar slechts één bleef weerklinken op de concertpodia. 'Alle registers open' betekent in deze versie een bezetting van vierstemmig koor met acht solisten, en orkest, mét trommels en trompetten. Triomfalisme troef, met andere woorden.
kreeg sedert 1683 van hem wel een pensioen uitbetaald, mogelijk uit dank voor zijn diensten aan de dauphin, die er, onafhankelijk van de koninklijke kapel, een eigen muziekkapel op nahield. Bij de dauphin was Charpentier beland na zijn terugkeer uit Italië. Er is weliswaar relatief weinig geweten over Charpentiers opleiding of jeugd, maar het maandblad Le Mercure galant van februari 1681 licht ons wel in over zijn driejarige studie bij Carissimi in Rome. Onderdeel van die studie was zeker het bestuderen én kopiëren van Carissimi's eigen composities – zo bleef een handgeschreven kopie van Carissimi's oratorium Jephta bewaard in de Parijse Bibliothèque Nationale. Nog in 1724 zou muziekhistoricus en -theoreticus Sébastien de Brossard verwijzen naar de link tussen beide componisten: hij vernoemt Charpentiers 'wonderbaarlijke' muzikale geheugen naar het feit dat hij bij zijn terugkeer naar Parijs in het voorjaar van 1670 kopies van Italiaanse motetten en van Carissimi's oratoria met zich meebracht.
Het werk begint met een energieke marche en rondeau, gevolgd door verschillende contrasterende delen waarin soepele vocale solo's, duo's en trio's afwisselen met koorpassages. Het werk eindigt met een grote climax. Toepasselijk staat het stuk in re groot, een toonaard die volgens Charpentier 'joyeux et très guerrier' is, luidens zijn beschrijving van de 'énergie des modes' in zijn Règles de composition (169293); daarmee portretteert hij de toonaard als de overtreffende trap van do groot, die hij omschreef als 'gai et guerrier'. De triomfalistische toon van Charpentiers Te Deum was niet zonder reden: het werd geschreven naar aanleiding van een belangrijke overwinning van Lodewijk XIV op de Liga van Augsburg (168897), een verbond tussen de Duitse keizer en de koningen van Spanje en Zweden om het Paltsgraafschap aan de Rijn tegen de aanspraken van de Franse koning te kunnen beschermen. Het werk werd vermoedelijk in 1692 geschreven, in een periode waarin overigens in de Parijse NotreDame opvallend vaak Te Deums werden uitgevoerd. Charpentier was op dat ogenblik niet in dienst van de koning, maar
Na zijn werken voor de dauphin zou een rechtstreekse 'koninklijke' aanstelling nog heel wat jaren op zich laten wachten. Pas op zijn vijfenvijftigste (1698) werd Charpentier kapelmeester van de Sainte-Chapelle, een functie die hij tot aan zijn dood zou bekleden. In deze kapel werd hij ook begraven; de exacte plek van het graf is onbekend.
4
Naast Charpentiers Te Deum behoren zeker zijn Leçons de Tenèbres tot zijn bekendste liturgische werken. Veel minder bekend, maar geschreven in dezelfde geest, zijn de tien Méditations pour le Carême (Meditaties voor de vasten, H. 380-389), die pas in 1954 voor het eerst werden gepubliceerd. Deze reeks van tien meditaties voor haute-contre, tenor, bas en basso continuo is gezet op Latijnse teksten voor de donkere metten, het nachtgebed in de week voorafgaand aan Pasen. Ze worden 'donker' (tenebrae) genoemd omdat de kaarsen tijdens de dienst één voor één werden gedoofd, tot uiteindelijk nog één kaars bleef branden terwijl de kerk verder in duisternis was gehuld. De teksten zijn overwegend afkomstig uit de Klaagliederen van Jeremia.
publiek van Lodewijk XIV zo weten te vermaken met zijn optreden in eigen Le bourgeois gentilhomme, dat hij met zijn nieuwe graad onmiddellijk in de adelstand werd verheven. Voortaan zou hij zich 'de Lully' noemen. Lully's Te Deum zou, samen met zijn Miserere en De Profundis, al tijdens zijn leven één van zijn meest geliefde religieuze werken worden. Het maandblad Mercure galant rapporteerde in oktober 1677 dat "toutes sortes d'instruments l'accompagnèrent, les timbales et les trompettes n'y furent point oubliées... Ce qu'on admira particulièrement, c'est que chaque couplet était de différente musique. Le Roy le trouva si beau qu'il voulut l'entendre plus d'une fois". Inderdaad werd het werk nog regelmatig uitgevoerd, af en toe zelfs met een indrukwekkende bezetting. Een vertolking in oktober 1679 voor het huwelijk van Marie-Louise d'Orléans telde meer dan 120 uitvoerders: "[la musique] de la Chambre estoit à droite et la Musique de la chapelle à la gauche. Il y avoit des Hautbois, des Flustes, des Trompetes et des Tymbales avec les Vingt-Quatre violons et du moins six-vingt personnes qui chantoient ou jouoient les instrumens". Het Te Deum werd in 1684 uitgegeven door de koninklijke muziekuitgever Christophe Ballard.
Lully Het belangrijkste model voor Charpentiers Te Deum was zonder enige twijfel het Te Deum (LWV 55) van Jean-Baptiste Lully. Dit werkstuk was niet het resultaat van een militaire aanleiding, want het was gecomponeerd voor het doopsel van Lully's eigen zoon in Fontainebleau op 9 september 1677. Nochtans was ook dit een staatszaak, aangezien de koning peter was van de boreling en hem zijn voornaam schonk. De beide heren waren vrij close met elkaar en elkaars families, zoveel is duidelijk. Zo dansten drie van Lodewijks kinderen mee in Lully's ballet Le triomphe de l'amour in 1681, en in datzelfde jaar stelde de koning zijn componist aan als conseiller secrétaire du roi. Een beloning voor bewezen diensten: hij had het edele
Ook de componist dirigeerde zelf zijn werk meerdere malen; de componist André Danican Philidor vervaardigde een ingekorte versie voor de graaf van Toulouse. Zijn tijdgenoten apprecieerden deze
5
muziek als krachtig en rijk, en een pauselijke gezant in Parijs omschreef het als "een werk met een Italiaanse inspiratie". De dramatische effecten in de koorpassages à la Carissimi waren hier zeker niet vreemd aan, net als de regelmatige interventies uit het orkest. Lully was de eerste componist om een grand motet in te zetten met een uitvoerige instrumentale inleiding, waarbij het orkest in het Te Deum krachtige extra accenten krijgt van trompetten en pauken. Niet toevallig werd het Te Deum zonder meer het archetype van het 'grand motet' in Versailles.
ingreep te vieren, verwondde Lully zich aan de voet met de scherpe punt van zijn eigen dirigeerstaf (waarmee toen nog de maat op de vloer werd geklopt). De wonde ontstak, met koudvuur als gevolg, waaraan Lully uiteindelijk op 22 maart zou sterven. Lully's lichaam werd begraven in de Notre Dame des Victoires, zijn ingewanden in zijn eigen parochiekerk, Sainte MarieMadeleine. De bittere ironie van het lot: het werk dat de geboorte van zijn zoon inhuldigde werd uiteindelijk vader Lully fataal.
Misschien was de energie in zijn Te Deum niet enkel het resultaat van het vernuftig inzetten van stemmen en instrumenten en van het triomfalistische inkaderen van Lodewijks koningschap. Het was allicht ook de weerspiegeling van het temperament van Giovanni Battista Lulli, de bevlogen Italiaan, die ondanks zijn loopbaan in de hoogste adellijke kringen erg onbehouwen uit de hoek kon komen. Terwijl hij zijn musici goed betaalde en hen ook aan baantjes buiten de koninklijke Opéra hielp, was Lully vaak streng en veeleisend: hij legde boetes op aan laatkomers op repetities en uitvoeringen, weigerde te werken met permanent verkouden zangeressen en alcoholminnende musici, en kon notoir brutaal en zelfs agressief zijn, soms met vernielde violen als resultaat. Lully's onstuimige optreden zou hem uiteindelijk duur te staan komen. Op 8 januari 1687, tijdens een Te Deum-viering om Lodewijks herstel van een chirurgische
6
teksten Te Deum Te Deum laudamus; te Dominum confitemur. Te æternum Patrem omnis terra veneratur. Tibi omnes angeli, tibi cæli: et universæ Potestates, Tibi Cherubim et Seraphim incessabili voce proclamant: Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth. Pleni sunt cæli et terra majestatis gloriæ tuae. Te gloriosus Apostolorum chorus,
God, U loven wij; Heer, U prijzen wij. Eeuwige Vader, U eert de ganse aarde. U roepen alle engelen, U roepen de hemelen en alle machten, U roepen de Cherubijnen en Serafijnen onophoudelijk toe: Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heerscharen. Hemel en aarde zijn vol van de luister van uw heerlijkheid. U verheerlijkt het roemrijk koor van de apostelen, U prijst het lofwaardig getal van de profeten, U looft de heerlijke schare van de martelaren. Over de gehele aarde belijdt U de Heilige Kerk: De Vader van de onmetelijke heerlijkheid; Uw aanbiddelijke, ware en ene Zoon;
Te Prophetarum laudabilis numerus, Te Martyrum candidatus laudat exercitus. Te per orbem terrarum sancta confitetur Ecclesia: Patrem immensæ majestatis; Venerandum tuum, verum, et unicum Filium; Sanctum quoque Paraclitum Spiritum. Tu Rex gloriæ, Christe, Tu Patris sempiternus es Filius. Tu ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti Virginis uterum.
Alsmede de Vertrooster, de Heilige Geest. Gij, Koning van de heerlijkheid, Christus, Gij zijt de eeuwige Zoon van de Vader. Gij hebt de schoot van de Maagd niet afgewezen om mens te worden voor onze verlossing. Gij hebt door de overwinning op de zonde en de dood het rijk van de hemelen voor de gelovigen geopend. Gij zetelt aan de rechterhand van God in de heerlijkheid van de Vader. Wij geloven dat Gij eens als rechter ten oordeel zult komen.
Tu devicto mortis aculeo, aperuisti credentibus regna cælorum. Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris. Judex crederis, esse venturus.
7
Te ergo quæsumus, tuis famulis subveni, quos pretioso sanguine redemisti;
Daarom smeken wij U: kom uw dienaren te hulp, die Gij met uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht; Geef dat zij in de heerlijkheid onder uw heiligen gerekend mogen worden. Heer, red uw volk en zegen uw erfdeel.
Aeterna fac cum Sanctis tuis in gloria numerari. Salvum fac populum tuum Domine, et benedic hereditati tuae. Et rege eos, et extolle illos, usque in æternum. Per singulos dies, benedicimus te, et laudamus nomen tuum in sæculum et in sæculum sæculi. Dignare Domine die isto sine peccato nos custodire. Miserere nostri Domine, miserere nostri.
En bestuur hen, en verhef hen tot in eeuwigheid. Alle dagen prijzen wij U, En wij loven uw naam in eeuwigheid, in de eeuwen der eeuwen. Heer, wil ons heden zonder zonde bewaren. Ontferm U over ons, Heer, ontferm U over ons. Laat uw barmhartigheid over ons komen, Heer,zoals wij op U hebben vertrouwd. Op U, Heer, heb ik vertrouwd; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
Fiat misericordia tua Domine super nos, quem admodum speravimus in te. In te Domine speravi; non confundar in æternum.
Troisième méditation Tristis est anima mea uque ad mortem: Sustinete hic et vigilate mecum. Nunc videbitis turbam quae circumdabit me: Vos fugam capietis et ego vadam immolari pro vobis.
Derde meditatie Mijn ziel is bedroefd tot in de dood : Blijf hier en waak met mij. Nu zullen jullie de menigte zien die mij zal omsingelen: Jullie zullen vluchten en ik zal voor jullie worden geofferd.
Septième méditation Tenebrae factae sunt, dum crucifixissent Jesum Judaei. Obscuratus est sol et velum templi scissum est medium a summo usque deorsum et circa horam nonam exclamavit Jesus voce magna dicens: "Deus meus, ut quid dereliquisti me ?"
Zevende meditatie Toen de Joden Jezus kruisigden werd het duister. De zon verdween en de tempelvoorhang scheurde middendoor van boven tot onder. Rond het negende uur riep Jezus met luide stem: "Mijn God, waarom heeft U mij verlaten?"
8
Currens autem unus de circumstantibus implens spongiam aceto circumponensque calamo potum dabat ei dicens: "Sinite videamus si veniat Elias ad deponendum eum". Jesus autem iterum clamans voce magna sic ait: "Pater, in manus tuas commendo spiritum meum". Et haec dicens expiravit.
Eén van de omstanders rende om een spons te halen, drenkte deze in azijn en reikte hem aan op een rietstok. Hij zei: "Laat ons afwachten en zien of Elias hem komt redden". Maar Jezus riep opnieuw met luide stem:
Neuvième méditation Sola vivebat in antris Magdalena lugens et suspirans die ac nocte voce gementi Christo dicebat: "O amor meus cor et delicium quid retribuam amori tuo, qui te tradidit in mundi pretium.
Negende meditatie Magdalena leefde en rouwde alleen in de grotten en zuchtte dag en nacht en met klagende stem zei ze tot Christus: "Mijn liefde, mijn hart en mijn vreugde, wat kan ik je voor jouw liefde teruggeven, die jou heeft overgeleverd als offer voor de wereld? Mijn zoetste Jezus, mijn allergeduldigste Jezus! Ik ben een zondares, jij vrij van elke zonde; ik blijf vrij en ongestraft, jij gaat als een schuldige naar het schavot. Helaas! Door de spijkers en de lans werd hij doorboord op het altaar van het kruis en hij gaf Zijn eigen leven voor het heil van de levenden. Wat kan ik je voor jouw liefde teruggeven, die jou heeft overgeleverd als offer voor de wereld? Mijn liefde, mijn hart en mijn vreugde!"
"Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest." Nadat hij dit had gezegd, stierf hij.
Ah! Jesu mi dulcissime, ah! Jesu mi patientissime. Ego peccatrix tu culpa carens, ego soluta et inpunis tu tanquam reus, duceris ad supplicium. Heu! Clavis et lancea perforatur in ara crucis elevatur et moritur ipsa vita pro salute viventium. Quid retribuam amori tuo qui te tradidit in mundi pretium ? O amor meus, cor et delicium."
9
bio Le poème harmonique Le Poème Harmonique werd in 1998 opgericht door zijn artistiek leider Vincent Dumestre. Het legt zich vooral toe op vocale en instrumentale muziek uit de zeventiende en vroege achttiende eeuw, maar slaat ook regelmatig de brug naar andere artistieke disciplines – deze veelzijdigheid en het reële teamwerk geeft het ensemble zijn eigen stem in het huidige barokmuzieklandschap.
Onder de recente theaterprojecten van het ensemble vermelden we de creatie van Caligula van Pagliardi in september 2011 tijdens het Festival Mondial des Théâtres de Marionnettes de Charleville-Mézières en deze van Cavalli's Egisto in februari 2012 in de Opéra Comique en vervolgens in de opera van Rouen Haute-Normandie. In dit laatste huis is het ensemble in residentie; het zal er in 2013-2014 zijn versie van Dido and Aeneas van Purcell voorstellen en in 2014-2015 Le Malade Imaginaire van Molière en Charpentier.
Zo werkt het samen met acteurs, dansers, circusartiesten of marionettenspelers in kamermuziekbezettingen zoals Le Ballet des Fées of Il Fasolo en sedert 2004 ook in scenische producties zoals Le Bourgeois Gentilhomme en Le Carnaval Baroque. Op het gebied van de opera bracht Le Poème Harmonique producties als Cadmus et Hermione (Lully) en Egisto (Cavalli) waarin het de balans zoekt tussen historische setting – kaarslicht, barokke gestiek, geschilderde decors en machinerie – en de conventies van hedendaags theater. Van deze producties gaf het ensemble inmiddels meer dan 130 uitvoeringen.
Het ensemble neemt met veel succes op voor het label Alpha, verkocht al meer dan 150 000 cd's en dvd's. Ook door de pers werden deze opnames gunstig onthaald; opnames werden onder meer bekroond met de Grand Prix de l'Académie Charles Cros, een Diapason d'Or, een Choc du Monde de la Musique, de Prelude Classical Award 2003, en de Prix International du Disque Antonio Vivaldi van de Fondation Cini. Ook de dvd met Cadmus et Hermione uit 2008 mag rekenen op een enthousiast onthaal door de muziekpers (Diapason d'Or, Recommandé door Classica, BBC Music Choice, Grote prijs van de Duitse muziekkritiek).
Sedert zijn oprichting trad Le Poème Harmonique op in heel Frankrijk en op de grote internationale podia in Rome, New York, Tokio, Londen, Wenen en Madrid. Het ensemble onderhoudt ook een bevoorrechte relatie met de regio Haute-Normandie, waar het een kwart van zijn concerten geeft.
Vincent Dumestre Vincent Dumestre (1968) is de stichter en artistiek directeur van Le Poème Harmonique. Hij studeerde kunstgeschiedenis aan de École du Louvre en klassieke
10
gitaar aan de École Normale de Musique de Paris. Nadien legde hij zich toe op het repertoire voor luit, barokgitaar en theorbe tijdens lessen en stages bij Hopkinson Smith, Eugène Ferré, Rolf Lislevand en op basso continuo aan het conservatorium van Boulogne, waar hij een hoger diploma behaalde. Hij speelde talrijke concerten en maakte een dertigtal opnames met ensembles als Ricercar Consort, La Simphonie du Marais, Le Concert des Nations, La Grande Ecurie et la Chambre du Roy, Akademia, het Centre de Musique Baroque de Versailles.
zowel in Frankrijk als in heel Europa, de Verenigde Staten, Brazilië, Japan en China.
CAPELLA CRACOVIENSIS Het kamerkoor Capella Cracoviensis is een ensemble van enkele tot enkele tientallen zangers dat een gevarieerd repertoire van renaissance tot hedendaagse muziek brengt. Onder leiding van Jan Tomasz Adamus werkten ze samen met enkele grote namen uit de muziekwereld en nam het deel aan prestigieuze evenementen. Ze maakten hun debuut in de cyclus Opera Rara, samen met Les Musiciens du Louvre-Grenoble onder leiding van Marc Minkowski. Ze traden ook op met Ottavio Dantone en diens orkest Accademia Bizantina. In de nabije toekomst werken ze samen met La Venexiana en Claudio Cavina.
In 1998 richt hij Le Poème Harmonique op. Het ensemble werd vanaf het begin opgemerkt en het tijdschrift Diapason verkoos Vincent Dumestre tot « jeune talent de l'année 1999 ». Hij is één van de weinigen die een ensemble dirigeert in grootschalige scenische producties (Le Bourgeois Gentilhomme in 2004, Le Carnaval Baroque in 2006, Cadmus et Hermione in 2008, Egisto in 2012) en zo bijdraagt tot een nieuwe perceptie van de band tussen theater en muziek. Deze aanpak wordt door een publiek van reeds meer dan 120 000 toeschouwers bijzonder gesmaakt, zowel live als op dvd. Ook zijn kamermuziekprogramma's ademen dezelfde geest van vernieuwing. De producties van Vincent Dumestre en Le Poème Harmonique worden door de grootste huizen onthaald,
Het ensemble werkte met succes aan diverse theatervoorstellingen, zoals Glucks Orfeo ed Euridice en Mozarts Le nozze di Figaro en aan enkele paratheatrale crossoverproducties, die de traditionele concertformats doorbreken. Het ensemble werkt mee aan het educatieve project Matinee dat vorig jaar van start ging, dat tijdens concerten voor junioren en senioren probeert de muziek te situeren in haar artistieke en historische context.
Le Poème Harmonique wordt ondersteund door het Ministerie van Cultuur (DRAC HauteNormandie), de regio Haute-Normandie en de stad Rouen. Le Poème Harmonique wordt ondersteund door Société Générale. Le Poème Harmonique resideert in de Opera de Rouen Haute-Normandie. Repetities gaan door in de Fondation Singer-Polignac.
11
binnenkort DO | 03.10.13 | 20:00 deFilharmonie Henderickx, Prokofjev, Brahms
WO | 16.10.13 | 20:00 | MIRYZAAL (Hoogpoort 64) EUBO Zelenka, Pisendel, Telemann, Vivaldi
VR | 04.10.13 | 20:00 | MIRYZAAL (Hoogpoort 64) Judith Ermert (cello), Daan Vandewalle (piano) Hindemith, Weill, Debussy, Ravel
DO | 17.10.13 | 20:00 | MIRYZAAL (Hoogpoort 64) Auryn Quartett Beethoven, Bartók, Brahms
ZA | 05.10.13 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen Lindberg, Liszt, Mahler
DI | 22.10.13 | 20:00 | KRAAKHUIS Jakob Bro (gitaar), Jeff Ballard (drums), Chris Cheek (sax), Thomas Morgan (contrabas) Concert & film
DO | 10.10.13 | 14:00 | KRAAKHUIS Severin von Eckardstein Beethoven, Busoni, Strauss, Wagner VR | 11.10.13 | 20:00 | KRAAKHUIS Tiburtina Ensemble Leoninus, Perotinus ZO | 13.10.13 | 15:00 Brussels Philharmonic Canteloube, Tsjaikovski DI | 15.10.13 | 20:00 Joshua Redman Quartet Jazz
DO | 24.10.13 | 20:00 | KRAAKHUIS Doulce Mémoire Rozen uit Isfahan VR | 25.10.13 | 20:00 | KRAAKHUIS Spectra Brewaeys, Van Parys, Janssens, Fafchamps, Neyrinck, Rathé DO | 07.11.13 | 20:00 Dialogos, Kantaduri Middeleeuwse en traditionele muziek uit Bosnië ZA | 09.11.13 | 17:00 | DE CENTRALE Ostad Dolatmand, Win-Bang Ensemble Traditionele en klassieke muziek uit Tadzjikistan en Iran
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Pieter Mannaerts Di - vr 10:00 - 12:30 & 13:30 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 |
[email protected] | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)