15.05.14 | 20:00 | CONCERTZAAL
Psallentes & Oltremontano (in)visibulus
Programma
Uitvoerders
1. Psalmenboek Servite Domino in timore (antifoon) Beatus vir qui non abiit (psalm)
Psallentes Alt | Rob Cuppens, Gunther Vandeven, Jonathan De Ceuster Tenor | Gunter Claessens, Paul Schils, Laurens-Alexander Wyns Bas | Conor Biggs, Philippe Souvagie, Hendrik Vanden Abeele (artistieke leiding)
2. Het Mariale Ecce ancilla Domini (antifoon) Beatus vir qui timet (psalm) Gloria Ecce ancilla Domini (Guillaume Dufay) Beata es Maria (antifoon) Magnificat (Guillaume Dufay) Ave maris stella (hymne, Guillaume Dufay) Ave maris stella (hymne, John Dunstaple)
OLTREMONTANo Cornetto | Doron David Sherwin Trombone | Harrie Ries, Wim Bécu (artistieke leiding) Dit concert wordt opgenomen en uitgezonden op Klara op 3 juni 2014 om 20 uur.
3. Heiligen Ut queant laxis (hymne) Sancte Dei pretiose (hymne) Christi miles pretiosus (hymne) Audite Christi milites (hymne) 4. Pinksterhymnen Veni creator Spiritus (hymne, Gilles Binchois) Veni creator Spiritus (hymne, Guillaume Dufay) Veni Sancte Spiritus (hymne, John Dunstaple) 5. Het grote loflieD Te Deum (Gilles Binchois)
NIEUW! 24 uur voor en na het concert Vind snel meer achtergrondinfo. Bereken je route naar De Bijloke. Deel je mening over dit concert.
6. De completen Te lucis ante terminum (hymne) Responsum (antifoon) Nunc dimittis (canticum) Alma redemptoris mater (antifoon, Guillaume Dufay)
debijloke.be/nu
2
Psallentes & Oltremontano (IN)Visibulus – SCHRAPPEN EN KRASSEN IN EEN GENTS HYMNARIUM Uit de Gentse Sint-Baafsabdij is ons een gregoriaans hymnenboek uit 1469 overgeleverd dat uitzonderlijk veel sporen van gebruik vertoont. In dergelijke manuscripten werd in de loop der jaren wel eens iets weggekrast en door iets anders vervangen, maar dit hymnarium is daarvan een extreem voorbeeld. Vrijwel alle oorspronkelijke hymnemelodieën in het boek werden vermoedelijk in de 16de eeuw geschrapt of vernieuwd. Vaak bleven de oude melodieën gewoon zichtbaar. Met dit boek als inspiratiebron gingen zangers van Psallentes en blazers van Oltremontano aan de slag, waarbij de stap naar vijftiendeeeuwse meerstemmigheid van Dunstaple, Binchois en Dufay logisch bleek.
gebruikt, zij het aangepast aan de nieuwe ritus. Van alle abten van de Sint-Baafsabdij springt vooral Raphael de Mercatel in het oog. Hij was een bastaardzoon van Philips de Goede, en was abt van 1478 tot 1507. Zijn privé-bibliotheek bestond uit zeker tweehonderd handschriften. Hij had ook een meer dan gewone interesse in muziek, getuige B-Gu 70, waarin 27 verschillende muziektraktaten verzameld zijn. Het was tijdens Mercatels abbatiaat dat aan de abdij ook zeker in discant gezongen werd — een typische benaming om aan te geven dat polyfonie weerklonk. De vernieuwing van de liturgie van de SintBaafsabdij was echter al ingezet door een van Mercatels voorgangers, abt Jacobus van Brussel. Tussen 1457 en 1470 gaf hij opdracht tot het maken van nieuwe zangboeken, wat ondermeer zou resulteren in een antifonarium (B-Gu Ms 15) en een graduale (B-Gu Ms 14). Deze werden telkens in tweevoud gemaakt door de subprior Adrianus van Malin. Hij was ook verantwoordelijk voor het vervaardigen van een psalterium/hymnarium, het handschrift B-Gu 73 waarmee Psallentes in dit programma aan de slag is gegaan.
De Sint-Baafsabdij kende een rijke geschiedenis. De abdij werd al in de zevende eeuw opgericht op de plek waar de Leie en de Schelde samenvloeiden. Ongeveer negenhonderd jaar later, in 1536, werd de abdij geseculariseerd, waarbij de monnikengemeenschap omgevormd werd tot een college van kanunniken. Korte tijd later verhuisden de kanunniken naar de SintJanskerk, vanaf dan Sint-Baafs genoemd. De Sint-Baafskerk werd in 1561 tot kathedraal verheven, nadat paus Paulus IV in 1559 het bisdom Gent had ingesteld. Vele vijftiende-eeuwse manuscripten, meestal gemaakt in en voor de Sint-Baafsabdij zelf, werden nog zeker tot in de zeventiende eeuw in de liturgie van de Sint-Baafskerk
Om het bewuste manuscript uit 1469 goed te kunnen plaatsen, moeten we toch even een blik werpen op de manuscript-behoef-
3
tes van een abdij als Sint-Baafs, tenminste voor wat de liturgische muziek aangaat.
we het nog niet eens over openings- en slotformules, over gebeden, over korte verzen en hun antwoord, of over hymnes. Om de dagtaak van het zeggen en zingen van gebedstijden enigszins overzichtelijk te houden, werden vrijwel alle teksten netjes bijeengebracht in een boek, het brevier. En om de musici van dienst te zijn, werden uit dat brevier alle teksten gelicht die op een meer gespecialiseerde manier gezongen moesten worden. Dat is dan het verzamelboek van antifonen en responsoria dat we als antifonarium aanduiden. Complementair hieraan werden andere boeken gemaakt waarin de psalmen neergeschreven stonden, en de hymnen.
Al van in de eerste eeuwen van het Christendom ontwikkelde zich, naast de mis als rituele herdenking van Jezus’ Laatste Avondmaal, een gewoonte om op verschillende momenten van de dag gebedsdiensten te houden. In het getijdengebied was een belangrijke rode draad aanwezig. Elke week werd het hele boek der psalmen gereciteerd: honderdvijftig gedichten over de relatie tussen God en de mens. In de collectieve overweging van deze teksten gebruikte men eenvoudige recitatiemelodieën, de psalmodie. Om aan deze lange recitaties meer kleur en structuur te geven, werden de psalmen omringd door antifonen. Korte, eenvoudige gezangen, vaak gemaakt op tekst genomen uit de psalm waarmee ze verbonden zijn. Daarnaast werd ook voorgelezen (of gezongen) uit andere Bijbelse boeken of uit geschriften van bijvoorbeeld de Kerkvaders. Om aan de gedachten uit die lezingen wat reflectietijd te geven, werd een thema, een stuk tekst, virtuoos uitgezongen in een responsorium — een vaak rijk versierd antwoordgezang.
Allerlei combinaties van het voorgaande zijn mogelijk, maar in Gent werd met het manuscript uit 1469 voor een handzaam boek gekozen dat psalmen, cantica en hymnen bevat. Zoals hoger al gemeld is het boek in uiterst slechte staat. Enerzijds was dit een boek dat letterlijk eeuwenlang dagelijks ter hand werd genomen, anderzijds was door de overgang van monastieke naar seculiere ritus een heel andere behoefte ontstaan. Vele folia zijn gesneden of verknipt, andere zijn heel vuil. Er is vrijwel geen bladzijde te vinden waar niet op een of andere manier mee geknoeid is — er is geen ander woord voor. Net daarom is dit ook in zekere zin een van de mooiste handschriften die je kunt vinden: er spreekt zoveel geschiedenis uit. En het biedt ons een prachtige leidraad voor (In)Visibilibus.
Dus een gebedsdienst bestond uit psalmen en antifonen enerzijds, lezingen en responsoria anderzijds. Elke gebedsdienst had ook bepaalde karakteristieken. Zo werd tijdens de vespers het Magnificat gereciteerd, een ‘canticum’ dat de rol van Maria belicht; of aan het begin van de metten werd de tot gebed uitnodigende psalm Venite exsultemus plechtig uitgezongen. Je voelt het: het kon ingewikkeld worden. En dan hadden
Aan het manuscript gaat een kalender vooraf, waarin ondermeer gewag gemaakt
4
wordt van de dood van de Gentse bisschopen Guillaume Lindanus (1588) en Antoine Triest (1657). Elders staan ook betaalde jaarmissen aangeduid, zoals voor een zekere D. Steelant (1613). Ook werd in de marge van de maand september genoteerd dat bij een hevige storm (‘quaet tempeest’) op 2 september 1602 de toren van de SintBaafskathedraal in brand was gevlogen.
parallel verlopende bovenstemmen wordt een derde stem gezet die in tertsen of kwinten onder de oorspronkelijke melodie ligt. Een zeer directe manier om polyfonie te maken, en meteen ook een van de meest opvallende eigenschappen van de polyfonie van Guillaume Dufay. Met Dufay en zijn faux-bourdontechnieken komen ook zijn voorlopers en tijdgenoten mee, zoals John Dunstaple en Gilles Binchois. Van John Dunstaple wordt gezegd dat hij in zijn tijd erg dominant moet geweest zijn op de Engelse en de Europese muziekscène (heel veel van zijn werk is verloren gegaan), en Gilles Binchois zou in zijn tijd beroemder geweest zijn dan Dufay — ook al zijn Binchois en Dufay zo broederlijk geportretteerd in Martin le Franc’s monumentale lofzang op Filips de Goede. Van het trio Dunstaple, Binchois en Dufay verschijnen in de loop van dit programma dan ook verschillende zettingen van dezelfde hymnen. Alle drie gebruiken ze vergelijkbare technieken, en alle drie vertonen ze eigen klankkleuren, bijzondere wendingen en typische cadenzen.
Dit concert opent zoals ook het manuscript uit 1469 opent: met een antifoon, en de eerste psalm uit het boek der psalmen, de Beatus vir. Een eenvoudige introductie, als eerste van zes deeltjes. Elk deeltje krijgt steeds dezelfde tune mee: een van de in dit handschrift aanwezige achttien melodieën van de avondlijke hymne Te lucis ante terminum. Die melodie verschijnt telkens instrumentaal — een knipoog naar de vele weggekraste teksten of noten in het manuscript. Het tweede deel is uitdrukkelijk Mariaal. De twee antifonen die hier weerklinken vormen de gregoriaanse ruggengraat van Dufay’s Gloria uit de Missa Ecce ancilla Domini. Dat hier een gloria verschijnt hoeft niet te verbazen. Ten eerste is het gloria als lofzang een ultieme hymne, zeer op zijn plaats in het huidige discours, maar ten tweede verwijzen we hiermee ook naar een gloria uit een ander handschrift van de Sint-Baafsabdij. In manuscript 14, het graduale dat we al noemden, staat namelijk een gloria waar een stem aan toegevoegd werd. Die tweede stem is een zwart-op-wit bewijs van het bestaan en het gebruik van de fauxbourdontechniek in de Gentse abdij. Bij
In het tweede deel besteden we ook ruim aandacht aan het magnificat. In het handschrift dat we als inspiratiebron gebruikten staan alle benodigde cantica uitgeschreven. Samen, na het boek der psalmen. Een ander canticum, het Nunc dimittis dat tijdens de completen gezongen wordt, zal in het zesde deel aan bod komen. Het derde deel is een mini-evocatie van de litanie die zich in het manuscript op folio
5
rigens de Veni creator als traag verlopende cantus firmus in de onderstem.
164 en verder bevindt. In de litanie wordt een lange reeks heiligen aangeroepen, waaronder enkele Gentse — met uiteraard ook Bavo. Van die hymnen zingen we telkens maar een paar strofen, waarbij opvalt dat de ene hymne de melodie van een andere hymne hergebruikt. Veel oorspronkelijke melodieën werden uit het hymnarium geschrapt, en vervolgens door altijd dezelfde melodie vervangen. Zo komt het dat een bepaalde hymne-melodie wel twintig keer voorkomt, op een totaal van ongeveer honderd. De tetrameters waarop deze hymnen vaak zijn gebouwd geven overigens een mooie gelegenheid tot metrische, bijna dansante uitvoering. We hebben immers twee basisopties als het over hymnes gaat: alle noten even lang zingen (wat een erg vloeiende, enigszins onvaste uitvoering als resultaat heeft), of alle lettergrepen even lang zingen (waardoor onmiddellijk een stapritme ontstaat).
Met het vijfde deel kondigen we al het afsluiten van het concert aan. Net zoals aan het einde van metten de lofzang Te Deum gezongen werd, zo gebruiken wij ook het Te Deum van Binchois om een eerste fermate te zetten. Het is niet helemaal duidelijk of Binchois echt een tweestemmige uitwerking van het Te Deum in gedachten had, dan wel de ook bekende drie- en vierstemmige versie. Met behulp van de alternatimtechniek (gregoriaans uit ons hymnarium enerzijds, Binchois anderzijds) en een rolverdeling tussen zangers en blazers krijgt deze oudst bekende zetting van de lofzang grootse allure. In het slotdeel van (In)Visibilibus evoceren we heel even wat er gebeurt als je een weggekraste maar nog leesbare hymnemelodie combineert met de melodie die er bovenop is geplaatst. Dit deel is een gecondenseerde, gecomprimeerde versie van de completen, waarbij we afsluiten met een van de vier gebruikelijke Maria-antifonen, het Alma redemptoris mater, in de zetting van Dufay.
Het vierde deel is volledig gebaseerd op twee basismelodieën van de twee meest bekende pinksterhymnes, zoals ze ook in ons manuscript voorkomen: de Veni creator Spiritus en de Veni Sancte Spiritus. Dunstaple’s zetting van de Veni Sancte heeft ove-
Bio Psallentes De gregoriaanse groep Psallentes (‘de zingenden’) werd in 2000 opgericht door Hendrik Vanden Abeele. Het ensemble gaat met professionele stemmen op zoek naar het
wezen van het gregoriaans in verschillende historische stadia. Bijzondere aandacht gaat uit naar het gregoriaans van de late middeleeuwen en de Renaissance.
6
Allerlei concerten en cd’s werden gerealiseerd, in samenwerking met gerenommeerde ensembles als Capilla Flamenca en Millenarium, of organisten als Arnaud Vande Cauter en Joris Verdin. In deze projecten staat vaak het alternatim-gregoriaans centraal, een uitvoeringspraktijk die het belang van een gregoriaanse context voor de uitvoering van laat-middeleeuwse en renaissance muziek onderstreept. Psallentes concerteerde op vele grote en kleine podia doorheen Europa – van het kleinschalige Musica Sacra-festival te Bever over Laus Polyphoniae Antwerpen, Oude Muziek Utrecht en de REMA-showcase te Valencia tot in het Konzerthaus te Wenen toe.
naargelang de gespeelde muziek. Dankzij onderzoek, technische verfijning en weergaloze interpretatie werd het repertoire voor baroktrombone sinds de jaren 1990 bekend bij een groter publiek. De naam Oltremontano verwijst naar de toonaangevende Vlaamse componisten die in de 15de- en 16de- eeuw het muziekleven in Europa bepaalden en in Italië bekend waren als oltremontani, ‘die [musici] van over de bergen’. Het ensemble werkt regelmatig samen met de Capilla Flamenca & het Gesualdo Consort Amsterdam en vocale solisten zoals Dorothee Mields, Charles Daniels en Harry van der Kamp.
Waar Psallentes oorspronkelijk alleen in mannengedaante verscheen, is sinds 2007 ook een vrouwenversie van Psallentes actief. De initieel gelijkaardige intenties inzake uitvoering van laatmiddeleeuws gregoriaans resulteren toch in een verschillende maar compatibele esthetiek – zo dragen beide op hun manier bij aan het uitdiepen van onze omgang met gregoriaans en aanverwante polyfonie.
Hendrik Vanden Abeele Hendrik Vanden Abeele is pianist, zanger, voordrachthouder en onderzoeker. Hij is (gast)docent aan verschillende Vlaamse en Nederlandse conservatoria (Leuven, Rotterdam, Den Haag) en was van 2007 tot 2009 ook staflid van het Orpheus Instituut te Gent. Van 2000 tot 2005 was hij vaste bariton bij het Vlaams Radio Koor. Sinds 2007 is hij docent Oude Muziek bij Amarant.
Oltremontano Al ruim twintig jaar behoort Oltremontano, opgericht door Wim Becu en Simen Van Mechelen, tot de internationale top van de historische koperblaasinstrumenten. De kern van het ensemble bestaat uit enggemensureerde bazuinen, rietblazers en zinken, een bezetting die overeenstemt met de oude alta capella-formatie van de stadsspeellieden. Dit ensemble wordt uitgebreid
Hendrik Vanden Abeele stichtte in 2000 de gregoriaanse groep Psallentes. Met eigen en andere ensembles realiseerde Hendrik Vanden Abeele een veertigtal cd’s, en hij ondernam concertreizen in Europa, NoordAmerika, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea, China en Japan. De verschillende cd’s van Psallentes kregen veel lof, met vijf sterren van het tijdschrift Goldberg, tweemaal een Diaposon d’Or, een ‘répertoire 10’ en een
7
‘Prix Choc’ van le Monde de la Musique, en de Cecilia-prijs van de Belgische muziekkritiek. Recent startte het ensemble een reeks opnames (de Plainchant Pro Series) bij het jonge label Le Bricoleur, met verdeling door Harmonia Mundi.
Hendrik Vanden Abeele werkt deeltijds aan een Doctoraat in de Kunsten aan de Academie der Kunsten van de Universiteit Leiden. Hij bestudeert er de uitvoeringspraktijk van het gregoriaans in het vijftiende-eeuwse Gent, en gaat daarbij op zoek naar een hedendaagse uitvoeringsstrategie.
binnenkort VR | 16.05.14 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Maeterlinck Trio Chopin, Liszt, Servais, Wieniawski, MendelssohnBartholdy
VR | 30.05.14 | 20:00 deFilharmonie, Edo De Waart (dirigent) Debussy, Rachmaninov
ZO | 18.05.14 | 11:00 Côté Jardin Gratis muzikale picknick in de tuinen van De Bijloke
ZA | 31.05.14 | 20:00 Brussels Philharmonic, Michel Tabachnik (dirigent) Stravinski, Gershwin, Dvorak
WO | 21.05.14 | 14:00 | Kraakhuis Jos van Immerseel, Midori Seiler Beethoven
ZA | 21.06.14 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen Negende symfonie van Beethoven
DO | 22.05.14 | 20:00 | Kraakhuis Hasnaa Bennani, Kenneth Weiss, Lucile Boulanger Rameau, Clérambault, Lambert, Couperin
DI | 24.06.14 | 20:00 Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang: Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera, Dmitri Jurowski (dirigent) Laureatenconcert
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon Tekst programmaboekje | Hendrik Vanden Abeele J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent v.u. | Daan Bauwens Di - vr 10:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 © Muziekcentrum De Bijloke Gent 09 269 92 92 |
[email protected] | www.debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)