Preek en liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden 13 oktober 2013 Organist: Folkert Binnema; voorganger: Tjitske Hiemstra thema: De stem van de stilte
* Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Zingen
NL 283
In de veelheid van geluiden 1. En van overal gekomen, drinkend uit de ene bron, bidden wij om nieuwe dromen, richten wij ons naar de zon. 2. Want wij mensen op de aarde raken van het duister moe. Als uw hart ons niet bewaarde sliepen wij ten dode toe. 3. Laat uw dauw van vrede dalen in de voren van de tijd. Vat ons samen in de stralen van uw goedertierenheid. 4. Die ons naam voor naam wilt noemen, al uw liefde ons besteedt, zingend zullen wij U roemen en dit huis zingt met ons mee!
* Gesprek met de kinderen * Zingen
Goedemorgen welkom allemaal …
Goedemorgen, welkom allemaal. Ik met mijn en jij met jouw verhaal. Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn. Alles mag er zijn.
God, ik vraag je, kom in onze kring. Wees er bij, wanneer ik bid en zing. Ik met mijn en jij met jouw verhaal, verteld in mensentaal.
Hierna gaan de kinderen met hun lichtje naar hun eigen ruimte * Gebed * Bijbellezing 1 Koningen 19: 1-8 * We luisteren naar de CD ‘Nooit meer zonder reisgenoot’ (Lied 812 nieuwe Liedboek)
Op mijn levenslange reizen - twijfel, donker achtervolgt mij liefde blind holt voor mij uit zing ik steeds op andere wijzen, over wie ik niet kan spreken, zing ik ‘ooit mijn hart te breken, ooit mijn hart voor jou te breken’. * Bijbellezing
Opgereisd, pas halverwege, met een keel kapot gezongen met een hart voor wie gebroken kruip ik onder dorenstruiken, druk mijn ogen in de aarde, smeek dat nu het eind zal komen, smeek de dood, dat hij zal komen.
Spoorloos trok voorbij de twijfel, waar ik lag. De liefde keerde, zag mij, bracht mij drank en spijze, deed mij opstaan uit de dood. Nog een leven zal ik reizen. Nooit meer zonder reisgenoot.
1 Koningen 19: 9-18
I Kon. 18, 19 speelt in de 9e eeuw voor Christus. Israel is het toneel van grote tegenstellingen tussen armen en rijken, tussen de Eeuwige en de Baals. Deze Baals heeft de heidense koningin Izebel meegenomen bij haar huwelijk met koning Achab. Israels geloof staat onder druk. Velen doen mee met de Baals, maar de meesten eten van twee walletjes. De naam Elia betekent de Eeuwige is mijn God. Hij is een profeet in harige mantel; een monument van godsvertrouwen. In een tijd van grote droogte en hongersnood heeft Elia op de berg Karmel een godenwedstrijd belegd. Inzet, wie kan het hout op het altaar laten ontbranden? Niet op het gedans van de honderden Baalpriesters, maar op het eenvoudige gebed van Elia opende de hemel zich. Eerst voor vuur op het altaar. Later voor regen. Daarop heeft Elia alle Baalpriesters gevangen laten nemen en laten doden. * Zingen
NL 892
Niet in 't geweldige geluid
2. En ook wanneer de diepte trilt en de aarde siddert als een riet, is het in deze beving niet dat Gij U openbaren wilt.
3. Niet in het alverblindend licht van vuur, niet in een vlammengloed is het dat Gij wilt zijn ontmoet en vinden wij uw aangezicht.
* Overdenking Gemeente van Christus, Het verhaal van vanmorgen is in mijn ogen één van de mooiste verhalen van het oude testament. Het maakt Elia tot een profeet die je in het hart mag kijken. Jesaja en Jeremia zijn bekend om wat ze allemaal gezegd hebben … Elia is niet zozeer bekend en geliefd om wat hij gezegd of gedaan heeft, maar met name omdat hij het op een bepaald moment helemaal niet meer weet en onder een struik gaat liggen en zegt: ‘Neem mijn leven, het is genoeg geweest.’ Die God vol geheimen, oneindig en onbegrijpelijk … het is hem allemaal wel best.
2
Elia roept niet meer, knielt niet meer, maar heeft er helemaal genoeg van. Ik ben niet beter dan mijn voorouders, zegt hij er nog bij en geeft het leven met al zijn uitdagingen op… Elia - de Eeuwige is mijn God - stond net op de toppen van zijn kunnen; deze grote profeet, die het lef had om tegen koning Achab op te staan. Hij ging de competitie aan met de Baalpriesters en organiseerde een treffen. Na zijn overwinning ging het volk op de knieën en ze riepen allen: Elia ‘de Eeuwige is mijn God’ – een groot gemeenschappelijk belijden. Vanuit dit toppunt van kunnen en rechtop staan als de grote overwinnaar is hij nu gevlucht voor de gefrustreerde Izebel en als drop-out gaat hij in alle eenzaamheid onder een bremstruik in de woestijn liggen met de wens dat God zijn leven kan wegnemen. Wat de omslag was bij Elia? Angst voor koningin Izebel, dat zij hem vindt en stellig zal doden? Maar nu is hij gevlucht naar de woestijn en wil zélf dood … Is Elia aan zijn einde omdat hij op de Karmel het heft in eigen handen nam, zoals Mozes toen hij op de rotsen sloeg? Komt hij nu zichzelf tegen in de woestijn? We horen hem zeggen: ‘Ik ben niet beter dan mijn voorouders’ Het bijzondere van met name de O.T. Bijbelverhalen is, dat ze niet gaan over heiligen… Niemand is er perfect … iedereen gaat ergens de mist in … Dat was al zo bij Abraham, de vader van de gelovigen, bij Jacob, bij Mozes, bij David met zijn Batseba; ze kennen allemaal hun valkuilen. De hele Bijbel door lezen we over mensen, die niet perfect zijn, mensen zoals wij. Mensen met prachtige kanten, met groot geloof en krachtig optreden of keuzes, maar ook met diep zwarte zijden. En Elia is een van hen, een mens van vlees en bloed, zoals wij. Kruipt onder dorenstruiken, drukt zijn ogen in de aarde, Smeekt dat nu het eind zal komen, smeekt de dood, dat hij zal komen… Maar de dood komt niet, wel komt er een engel, een bode van God. Elia wordt aangeraakt, er is voedsel voor onderweg, brood en water. En Elia eet en drinkt en gaat liggen en dan komt de engel opnieuw. Raakt hem weer aan en zegt: Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je! ‘Do moast noch in hiel ein’ yn ’t Frysk Het is dus helemaal nog niet afgelopen met Elia De aanraking van de engel en het voedsel voor onderweg blijkt voor Elia genoeg om werkelijk op te staan en te gaan; hij voelt zich gezien, herkend … Het lijkt of dit eindpunt tot een nieuw begin gaat worden Terwijl ik dit gister opschreef moest ik denken aan de uitvaart van zr. Anny Oudeboon vrijdagmiddag in deze kerk. Hier stond haar kist met bloemen eromheen, maar erbovenop stonden 2 papieren engelen. Die had ze gekregen van zr. Spruit, die ook engelen op haar kist had en bij het uitgaan scheen toen het zonlicht daar op heel bijzondere wijze op. Zr. Oudeboon had vele mensen als engelen om zich heen die het mogelijk maakten, dat ze thuis kon blijven op haar weg naar het einde van haar leven van 87 jaar. In Oergong waren we donderdagavond ook bezig met dit verhaal en verschillenden vertelden van voedsel onderweg dat nodig is en dat je vaak pas achteraf denkt, dat gebeuren of die persoon was als een engel voor me … Voor we met Elia de berg opgaan, wil ik u ook hier aan tafel de vraag stellen: Kent u engelen, in de betekenis van boodschappers van God, die u op bijzondere momenten van voedsel voorzagen en zeiden: ‘Sta op, eet wat, anders is de reis te zwaar voor je?’ Het is bijzonder om bij deze tekst juist rond de tafel te zitten en te beseffen dat we straks allen wat eten aangereikt krijgen als voedsel voor onderweg
3
Voor Elia is het voedsel symbolisch gezien, genoeg voor zijn tocht van veertig dagen en veertig nachten. Tijd om je vragen te stellen, wie je bent, wat je motieven nu werkelijk zijn. Om zo uit te komen bij de berg Horeb, de berg waar ooit God en Mozes met elkaar spraken. Hij overnacht in het holst van de berg, waar je zogezegd moet afdalen in het donker, in de diepte van de ziel … De grot die hij ingaat lijkt het op een graf of is het meer een geboortegrot? Hier spreekt geen engel hem aan, maar is het God zelf, die zich tot Elia richt: ‘Elia wat doe je hier?’ ‘Wat moasto hjir, Elia?’ Het lijkt wel op die allereerste Godsvraag aan Adam: Mens waar ben je? En Elia komt met een heel verhaal over zijn grote inzet en eindigt met ‘Ik ben als enige overgebleven en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien!’ God, vraagt Elia uit de grot te komen naar buiten … Daar wordt hij getuige van een serie natuurelementen. Stuk voor stuk komen ze voorbij: grote stormen, aardbeving en vuur. Elementen waaraan mensen door heel de wereldgeschiedenis heen metafysische, meer dan gewone betekenis gaven. Tekenen van de hemel, soms zelfs uitgelegd als straffen van God. Baal-achtige momenten zijn het … God beleven in macht en/of geweld … Elia deed het zelf met zijn bede om vuur uit de hemel in het vorige hoofdstuk ook (18:37-38) Maar hier horen we tot driemaal toe: in de storm was de Heer niet, in de beving niet en in het vuur niet. De Eeuwige laat zich hier niet kennen in de verpletterende natuurelementen. Slechts in stilte… in de stem van de stilte … Voor Elia is dit een compleet nieuwe ervaring … En is dat ook voor ons niet steeds verrassend nieuw. Stilte, ons hart openen, ontvangen? Het is totaal niet te regisseren. Elia ervaart en hoort de stem van een ijle stilte … Het gefluister van een zachte bries … It lûd fan in lichte koelte. Als hij op zoek is naar de stem van 'God' dan hoort hij die - tegen alle verwachting in - niet in de storm, vuur of aardbeving, maar in het suizen van een zachte koelte, de stem van stilte. Storm, vuur, aardbevingen stonden bekend als fenomenen die bij een Godsopenbaring passen, als vorm van goddelijke macht en geweld. Daarin kon je verwachten de stem van 'God' te horen. Maar Elia ontdekt hier een totaal ander Godsbeeld … een God anders dan hij ooit dacht! En in die ijle stilte komt Elia uit zijn grot … of zeg maar graf, als een nieuwe geboorte. Zijn gezicht is bedekt met zijn mantel. Wie God ziet, zal immers sterven. En Elia ontdekt dat de Naam waarvan hij moet getuigen, een geheim is, onbegrijpelijk. Al zijn zintuigen moeten wennen aan dit kwetsbare en onverwachte van die stem van de stilte Elia maakt uiteindelijk plaats voor Elisa, hij mag zijn profetenmantel doorgeven. Maar voordat dat plaatsvindt, heeft hij net als Mozes iets van de Eeuwige ervaren. De Eeuwige die zich laat vinden in de stilte, daar waar je alleen bent met jezelf, waar de binnenkant van je bestaan zich opent, waar je ziel tot rust komt en troost vindt. Waar je raakt aan je levensbron, die weer helder gaat stromen… En misschien ontdekt Elia hier bij de berg Horeb, dat God er ook al was in die engel, die hem op zijn dieptepunt aanraakte en te eten gaf. Zoals ook een engel bij Jezus kwam in de Hof van Getsemané; we lezen daar: ‘Uit de hemel verscheen hem een engel om hem kracht te geven.’ Kracht en voedsel voor onderweg … Dat hebben we allen nodig in ons leven … en het vertrouwen dat het er zál zijn! Maar vaak zitten we eerst compleet aan de grond, dan zien we de opening pas. Dan openen zich nieuwe beelden van de ander, van onszelf en van God. Alsof we pas na de storm, modern gezegd ‘wake-up-call’, de stem van de stilte kunnen horen en verstaan. Ik herken me hierin, maar voor ieder zal het anders zijn, verbonden met je eigen levensverhaal. Ook voor onze maatschappij zal er na de storm van deze crisis een nieuwe stem in de stilte te horen zijn … een stem die hier en daar al fluistert … Dat dat zo mag zijn … Amen 4
* Orgelspel * Viering van de Maaltijd van Enigheid * Voorbereiding en uitnodiging * We zingen
NL 840
Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’en ik kom 2. O mijn God, Gij zegt `ga' en ik ga, Gij zegt `ga' en ik ga, laat mij niet alleen, wees het woord in mijn vlees en de geest om mij heen, wees de adem waaruit ik ontsta. 3. Want o Heer, ik zeg `kom' en Gij komt, ik zeg `kom' en Gij komt en uw bloed wordt wijn en uw lichaam brood voor wie hongerig zijn en uw naam wordt een lied in mijn mond.
* Tafellezing * Tafelgebed door te lezen lied 387 Als wij weer het brood gaan breken dat Gij, Heer, ons geeft, leer ons dan met hem te delen die geen deel van leven heeft.
leer ons dan om vast te houden wie geen hand in handen heeft. Als wij weer de lofzang zingen om wat Gij ons geeft, leer ons dan voor hem te roepen die geen stem meer over heeft.
Als wij van de feestwijn drinken die Gij, Heer, ons geeft, leer ons dan om te gedenken wie een lege beker heeft.
Als wij zo de toekomst vieren die Gij, Heer, ons geeft, leer ons dan vandaag te zorgen voor wie zelfs geen morgen heeft.
Als wij samen in de kring gaan staan om wat Gij ons geeft, * Zingen
Vrede wens ik je toe (Iona)
5
* Breken en delen van brood en wijn De vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. (Fil. 4: 7) * Vanuit de stilte bidden we samen het Onze Vader (NBV) Onze Vader in de hemel laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood, dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven, wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen * Collecte voor Stichting Zienn Zienn is een organisatie voor maatschappelijke opvang in Friesland, Groningen en Drenthe. De Stichting Zienn ondersteunt mensen die thuis- of dakloos zijn, dat dreigen te worden of in een crisissituatie terecht zijn gekomen. Eén van de initiatieven van Zienn in Leeuwarden is het trainingshuis voor dak- en thuisloze jongeren die actief willen werken aan hun toekomst. * Zingen
Slotlied NL 422
Laat de woorden die we hoorden 2. Laat ons weten, nooit vergeten hoe u tot ons spreekt: sterker dan de machten zijn de zwakke krachten, vuur dat U ontsteekt 3. Laat ons hopen, biddend hopen, Dat de liefde wint. Wil geloof ons geven dat door zo te leven hier Gods rijk begint.
* Zegenbede Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wy freegje Jo, wês mei ús eltse dei Amen
6
Elia, een lied – Willem Barnard (pag. 1416 NL) Gij gaat voorbij. Een grote ademtocht, alles wat vastomlijnd leek staat te beven – in de emotie heb ik U gezocht, Gij waart er niet. Niets dan mijn eigen leven. En de ontreddering ging voor U uit, het vuur als uw heraut vooruitgezonden – Ik bleef alleen in mijn eenzelvigheid, tot niemand onzer komt Gij onomwonden. En dan, als niets meer spreekt, alles blijf stom, achter een sluier soms, uit een stil midden is er een stem. Gij spreekt, maar andersom: als ik niets hoor, als ik niets weet te bidden. Gebed in meditatie (Anselm Grun) Jij God vol geheimen, oneindige en onbegrijpelijk, ik roep je aan. Ik kniel voor je neer, omdat je mij tot in het diepst van mijn hart hebt geraakt. Ik vouw mijn handen om mij helemaal in jouw handen over te geven. Laat mij in deze meditatieve houding het gehiem van jouw oneindige liefde ervaren, een liefde die boven alles uitstijgt, wat ik van mensen aan liefde heb ervaren. Laat mij stil worden in jouw liefde, en biddend één worden met jou, jij die zelf liefde bent. Amen
7