Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
Zondag 13 oktober 2013
vierde van de herfst
Lezing uit de profetie: 1 Koningen 19,1-18
Lied: “In de veelheid van geluiden”: lied 283, 1 + 2 + 3
Evangelielezing: Lukas 17,11-21
Lied: “In de veelheid van geluiden”: lied 283, 4 + 5
Uitleg en verkondiging
1/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
Wat de boosheid van een vrouw niet kan bereiken!
Izebel is woest op Elia. Haar profeten zijn eerst voor schut gezet en daarna wreed afgeslacht. Ze zweert bij de goden dat ze het Elia betaald zal zetten.
En Elia: hij vlucht. Terwijl hij het zojuist nog in z’n eentje opnam tegen 450 profeten van Baäl. Terwijl hij met hun god heeft staan spotten: “Waar is jullie god nou? Is hij soms net even naar de wc?” Terwijl heel Israël hem net nog heeft toegejuicht.
Elia is helemaal op. Kapot.
Zo kan het zijn, als je teveel van jezelf hebt gevraagd. Als je een tijd onder spanning hebt geleefd. Een hele tijd gaat het goed, totdat het elastiek te strak gespannen staat en lijkt te knappen. Ineens kan het over zijn. Ineens kun je niet verder meer. En geef je daar noodgedwongen aan toe, dan zak je de eerste tijd soms nog verder weg. Sommigen van ons kennen de ervaring. En dingen die je eerst automatisch deed, gaan niet meer. Je weet plotseling niet meer waar ook weer het rempedaal in de auto zit. Je kunt je niet meer concentreren. Je bent ziek; je bent jezelf kwijt.
Het kan gepaard gaan met totale wanhoop over jezelf. Depressie. Prins Claus, die in zijn leven een paar keer een depressie heeft meegemaakt, zei: “het is het ergste wat een mens kan overkomen.”
Elia laat zelfs zijn jongen achter, zijn steun en toeverlaat. In zijn eentje loopt hij de woestijn in. Elia wil dood. Onder een bremstruik gaat hij liggen om niet meer wakker te worden. Van zijn profetisch idealisme is niets meer over. Zijn lef is uitgedoofd. Hij wil niemand meer onder ogen
2/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
komen – zijn jongen niet, God niet, zichzelf niet.
Zit er soms ook schaamte in hem…?
Voelt hij zich bezwaard door die krachtmeting met de Baälprofeten? Hij heeft God voorgesteld als een geweldenaar. Een God die een bloederige strijd aangaat. God die zich toont in een alles verterend vuur. Voelt hij zich daar onzeker over? Was het God wel die spierballentaal sprak – of was het Elia? We horen hem zeggen: “Ik ben niet beter dan mijn voorouders.”
Ik ben niet beter dan Abraham, die voor de zekerheid maar een kind verwekte bij de slavin Hagar. Ik ben niet beter dan Sara, die lachte om Gods belofte. Ik ben niet beter dan Mozes, die het heft in eigen hand nam toen hij op de rotsen sloeg. Ook ik vertrouw liever op eigen kracht dan op God.
En wij – wij zullen hem dat nazeggen, denk ik. Zijn we daarom niet hier? Omdat we weten dat we allereerst op eigen kracht vertrouwen. En omdat we ook weten dat dat ons opbreken kan. Want het is immers een illusie. Zover reikt onze eigen kracht niet. Als het erop aan komt, staan we met lege handen.
Hier, in de kerk, horen we dit telkens opnieuw. En helpen de liederen en de verhalen ons om de stap te wagen het anders te doen; om los te laten en te vertrouwen; om God in het centrum te plaatsen, en niet onszelf.
We zien het ook gebeuren in het verhaal van Jezus en de tien mensen met huidziekte. Negen van hen stappen zodra ze genezen zijn terug in hun oude rol. De vaste rol die ze hadden in de maatschappij, de positie die houvast geeft, ze nemen hun bestaan weer in eigen hand, ze tellen
3/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
weer mee en ze kunnen het leven zelf weer regelen en sturen.
Slechts één, een vreemdeling, voelt hoe dat een illusie is. Dat je het leven niet in de hand hebt. Dat alles een gave is: leven, gezondheid, liefde, aandacht. En hij, de vreemdeling, dankt God.
De hele bijbel door is dit een terugkerend thema: het beheersen tegenover het loslaten. En het mooie is dat al die belangrijke personen, over wie zoveel legendes en verhalen zijn doorverteld, net zo zijn als wij. Met verlangen naar overgave, maar met nog liever het lot in eigen hand. Met prachtige kanten en diep vertrouwen. En met diep zwarte zijden en ongeloof. Ook Elia is een van hen. Een mens van vlees en bloed.
En nu, helemaal aan zijn einde, is daar ineens iemand. Een ‘engel van de Eeuwige’. Zoals er soms onverwacht iemand kan zijn die je aanraakt, met een gebaar of een woord. Juist als je er doorheen zit. Een arm om je schouder. Een bode van God.
De onbekende zegt: “sta op en eet!”
Hardnekkig is de apathie van Elia. Hij eet en drinkt en legt zich weer neer.
Maar opnieuw is daar de onbekende. Gelukkig zijn er mensen die volhouden; die je blijven opzoeken, zelfs al is je klacht dezelfde, is je verdriet niet veranderd, voel je je nog even waardeloos. Ze komen van God.
“Sta op, eet!”, zegt de onbekende weer. “Want de weg is je teveel.”
4/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
De bode raakt precies het tere punt aan. De weg is Elia teveel. Daar is hij op vastgelopen. Zoals Abraham. Zoals Sara. Zoals Mozes. Het wordt erkend en het wordt uitgesproken. En dat geeft Elia kracht. Hij staat op.
Maar hij is er nog niet, natuurlijk niet. Zo’n burn out heeft veel langer nodig. Eindeloos geduld, eindeloos volhouden en aanvaarden dat het nu eenmaal is zoals het is. Veertig dagen en nachten, zegt de bijbel dan. Een volle, complete tijd van bezinning.
Na die heel lange tijd van volhouden en uithouden is hij dichter bij God dan ooit. Is hij op de plek waar Mozes zelf dagen en nachten met God doorbracht. De plek waar de Torah werd geboren: dat leerboek van loslaten en overgave. “Hé… Elia! Jij hier!” roept God.
Nu pas is Elia langzaam maar zeker toe aan het inzicht dat hij hier krijgt. Nog altijd met dezelfde klacht op zijn lippen; de klacht die steeds in hem resoneert, die hele lange diepe depressie door: “Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.”
Ik heb zo mijn best gedaan, de lat steeds hoog gelegd voor mezelf, aan anderen gedacht en voor hen klaargestaan, goed gezorgd voor mijn ouders en mijn kinderen en mijn kleinkinderen en voor alles en iedereen en nu is het op, ik wil nog zoveel en ik moet nog zoveel maar ik kan niet meer…
De hele wereld kun je soms op je schouders hebben. En je vindt steeds maar dat je dat moet kunnen. Allemaal hebben we iets in ons van sterallures, van die behoefte om groots en
5/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
meeslepend te leven, van de drang om de wereld versteld te doen staan, van het verlangen onszelf te bewijzen, van de hoop gezien te worden en gezien te zíjn.
En dan – dan ziet Elia het. Hij ziet hoe God aanwezig is.
Eerst nog niet. “Kom naar buiten,” hoort hij de stem van de Ene, “en treed op de berg voor mij aan.” Elia doet niets van dat alles. Hij blijft mooi verstopt in zijn grot, in de duisternis van zijn ziel.
Maar ook binnen in die duisternis van zijn ziel maakt hij het allemaal mee: de verwoestende storm. De krakende aardbeving. Het verterende vuur. Alles, groots en meeslepend. Maar is God daar te vinden? Nee. In het grootse en meeslepende vind je God niet.
Waar dan wel?
“Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries.” Oftewel: “de stem van een zachte stilte.” Dan pas komt Elia naar buiten uit de duisternis. Met zijn mantel voor zijn gezicht, alsof het licht van het inzicht nog te scherp voor zijn ogen is.
“Hé… Elia! Jij hier!”
Het is de humor van de bijbel. God die speels verbaasdheid voordoet. Hij had Elia allang gezien, was allang om hem heen. Sterker nog, hij had hem geen moment in die hele lange depressie verlaten. Alleen zag Elia hém niet. Of zocht hem in de verkeerde dingen. In het
6/7
Uitleg en verkondiging 13 oktober 2013 - groots en meeslepend Geschreven door ds Ellie Boot -
grootse en meeslepende en zo. Zoals dat vuur.
De humor klinkt ook in het evangelie. Tien zieke mensen vragen Jezus om medelijden met hen te hebben. Ze houden misschien hun etensbord wel op – voor eten waren ze van goede gevers afhankelijk. Wat doet Jezus? Hij zegt: “ga u aan de priesters laten zien.” De priesters, die tegelijk voor medicijnman en arts doorgaan. “Laat naar je kijken,” zegt hij. Dat is wel een heel schamele gift. Op het ergerlijke af. Naar je laten kijken – dat moeten ze immers sowieso op gezette tijden, ze zijn tenslotte ziek!
Misschien is die humor wel bedoeld om onze eigen zwaarte te relativeren. Zodat het inzicht kan dagen, dat alles wat wij doen niet groots en meeslepend hoeft te zijn. En dat God daarin niet te vinden is. Dat het juist die onbekende is die Elia niet aan zijn lot overlaat, in wie we God herkennen. En in die ene met die huidziekte, de vreemdeling, die zich niet direct door het vaste patroon van het leven laat opslokken, maar die terug komt om te bedanken.
“Zo is Gods koninkrijk”, zegt Jezus. De komst laat zich niet aanwijzen. Je kunt niet zeggen: hier is het! of: daar is het! God is anders dan we denken. Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen je bereik.
Lied: “Wek mijn zachtheid weer”: lied 925 (tweemaal)
7/7