Pepetela
Het lied van de watergeest Vertaald uit het Portugees door Harrie Lemmens
de geus
Oorspronkelijke titel O desejo de Kianda, verschenen bij Publicações Dom Quixote, Portugal Oorspronkelijke tekst © Pepetela 1995 By arrangement with Literarische Agentur Dr. Ray-Güde Mertin Inh. Nicole Witt e. K., Frankfurt am Main, Germany Nederlandse vertaling © Harrie Lemmens en De Geus bv, Breda 2011 Omslagontwerp Berry van Gerwen Omslagillustratie © Getty Images/Design Pics/Chris Knorr isbn 978 90 445 1260 1 nur 302 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Geus bv, Postbus 1878, 4801 bw Breda, Nederland. Telefoon: 076 522 8151. Internet: www.degeus.nl.
Hoofdstuk 1
João Evangelista trouwde op de dag dat de eerste flat instortte. Aan het Kinaxixiplein. Later heeft men geprobeerd een verband van oorzaak en gevolg tussen de twee opmerkelijke voorvallen te vinden, maar dat was pas veel later, toen het syndroom van Luanda voorpaginanieuws was geworden van de The New York Times en de Frankfurter Allgemeine. Overigens trouwde João Evangelista om vijf uur ’s middags, op de burgerlijke stand van Kinaxixi, en stortte de flat om zes uur in. Als er al een verband bestaat, dan lijkt het duidelijk dat het huwelijk de oorzaak van de zelfmoord van de flat was en zeker niet andersom. Het probleem is alleen dat de dingen nooit zo helder en doorzichtig zijn als we graag zouden willen. João Evangelista kwam uit een gelovig nest. Hij was de zoon van Mateus Evangelista en de kleinzoon van Rosário Evangelista. Zijn grootvader had die respectabele achternaam aangenomen toen hij als dominee 7
in dienst was bij een protestantse kerk in Huambo. Zijn vader was geboren in de missiepost en had die pas als volwassene verlaten om zijn geluk te beproeven in Luanda. João aanschouwde het levenslicht in de hoofdstad – zijn moeder, afkomstig uit Malanje, was lid van de kerk – maar op zijn zesde verhuisde hij naar de missiepost in Huambo, waar zijn grootvader had gepreekt en zijn vader was opgegroeid. Hij keerde pas naar Luanda terug toen hij twintig was, met als doel een ingenieursopleiding te volgen en een baantje te vinden om zijn ouders te helpen. De universiteit liet hij algauw vallen omdat het collegerooster niet strookte met zijn werktijden. Dat was tenminste de reden die hij opgaf aan zijn familieleden en vrienden. Er kon echter zijn gebrek aan belangstelling voor wis- en natuurkunde aan worden toegevoegd, plus het tekort aan docenten, faciliteiten en materiaal waar de faculteit aan leed. João Evangelista had zijn buik vol van onderontwikkeling. Zo drukte Carmina het uit, indertijd zijn verloofde. Als het aan zijn ouders had gelegen, was dat huwelijk er nooit gekomen. Carmina genoot geen beste reputatie bij de oudere mensen in de buurt. Van kleins af stond ze bekend als hc (Haaibaai Carmina). Ze had een eigen willetje en op haar twaalfde speelde ze al de baas over haar moeder, een weduwvrouw, en haar drie oudere broers. Hoewel ze bijzonder intelligent was, zoals haar onderwijzers en klasgenootjes altijd hebben bevestigd, moet men toegeven dat er heel wat kwaliteiten vereist waren om zo jong de teugels van het gezin in handen te nemen, zeker als men bedenkt dat haar moeder sukkelde en haar broers stiekeme gluiperds waren. Op haar 8
veertiende werd ze lid van de Jota1 * en op haar achttiende, toen ze João Evangelista leerde kennen en in een flits zag dat hij de ware was, stond ze al aan het hoofd van een afdeling. De oude Mateus moest niet veel hebben van mensen die aan politiek deden, hoewel hij inzag dat dat toentertijd de enige manier was waarop een jongedame met onmiskenbare leiderskwaliteiten haar ambitie kon bevredigen, maar het ergste vond de toekomstige schoonvader het feit dat het meisje zich had aangesloten bij het nieuwe geloof, dat welig tierde, het atheïsme. Zijn zoon, opgevoed in de beste missiepost van het land, misschien wel van heel Afrika, trouwen met een ongelovige vrouw, zonder vrees voor God en Satan? En op de koop toe bazig, mopperig en brutaal? Nooit van zijn leven. Alleen was João stapelverliefd geworden op die onstuimige levensdrift van hc. Terwijl tot op de dag van vandaag niemand weet wat Carmina in hem had aangetrokken, misschien zijzelf niet eens. Zij was het die hem via haar politieke relaties een betere baan bezorgde, bij een overheidsbedrijf dat uitzonderlijke arbeidsvoorwaarden had. En toen ze erover dachten te trouwen, versierde zij de sleutels van een piekfijn appartementje in de Rua Cónego Manuel das Neves, in een flatgebouw pal naast het Kinaxixiplein, midden in de stad dus. Het appartement vervolgens op zijn naam zetten was een koud kunstje: ze had uitstekende relaties bij de regering. Zij was het ook die hem een computer gaf als huwelijkscadeau. Die kostte haar weliswaar niets, want
*
Zie de Noten op pagina 125.
9
ze had hem gekregen uit een door de Jota aangekochte partij, die onder het kader was verdeeld toen men had ingezien dat de helft van de bestelling eigenlijk al te veel was voor het beetje werk dat ze hadden. João evenwel was diep geroerd door het presentje. De oude Mateus mopperde slechts, sinds wanneer geeft een bruid een huwelijkscadeau? En dan ook nog een machine die nergens voor deugt. Wist hij veel … Het eerste flatgebouw stortte in kort na het vertrek van de stoet auto ’s die het bruidspaar en de gasten naar het huwelijksbanket van João Evangelista en Haaibaai Carmina bracht. Het was een gebeurtenis die het hele land schokte. Alle verslagen zeggen hetzelfde. Er was geen explosie, geen oorverdovend kabaal van bakstenen die op ijzer slaan, alleen maar een zacht gerinkel, muziek van de wind die door een gordijn van fijne glasplaatjes strijkt. De muren verbrokkelden en de meubels stortten naar beneden tussen stucwerk, sanitair, mensen, honden, papegaaien en katten, plus hele nesten muizen en kakkerlakken, allemaal zonder enige haast, tot ze op de grond neerkwamen. Vreemde lichten, zo verhalen de rapporten, met alle kleuren van de regenboog, begeleidden de instorting. Een veelbesproken detail, waar nochtans geen melding van werd gemaakt in de pers, was een enorm bed dat omlaagzeilde met een naakt stel erin, op heterdaad betrapt bij het bedrijven van de liefde. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat het twee mannen betrof, vooraanstaande publieke figuren, de een uit de politiek en de ander uit de kunstwereld. Ook daalden er twee oudjes neer, die eerder verbaasd dan verschrikt waren. Zoals uit het voorafgaande kan worden afgeleid, werd alleen het gebouw vernield, 10
er bleef geen spaan van heel. Mensen, huisdieren, meubels, huishoudelijke apparaten, niets of niemand liep een schrammetje op. Dat was nog nooit vertoond, lui die van zeven hoog omlaagvielen en na het neerkomen onmiddellijk vertelden wat ze hadden gevoeld bij dat parachutespringen. Het ging zelfs zo ver dat twee vermaarde juristen, die in de flat van een van hen in een verwoede discussie verwikkeld waren, hun debat beneden gewoon voortzetten, zonder dat ze iets in de gaten hadden, totdat een journalist hen onderbrak en vertelde wat er gaande was, waarop ze omhoogkeken en, toen wel, van de schrik in zwijm vielen. Het spijt me dat ik hier nieuw voedsel geef aan het uitentreuren herhaalde vooroordeel dat juristen alleen belangstelling hebben voor hun eigen betoog, maar ik kan deze historisch bewezen informatie niet achterhouden. Om al die redenen moest de instorting van het flatgebouw wel een nationale gebeurtenis zijn. Omdat een van de onvermoede vliegers een kloosterzuster was, die met wapperend habijt landde, dachten velen aan een wonder. Een verongelijkte nationalist merkte onmiddellijk op, dit land is verdomd slecht bedeeld met wonderen. Voor zover bekend heeft er zich alleen een voorgedaan tijdens de slag bij Ambuíla, toen de koning van Kongo verslagen en onthoofd werd door toedoen van de Heilige Maagd Maria, die persoonlijk het Portugese leger aanvoerde, iets wat die heilige en haar zoon vaker plegen te doen, als je de verhalen over Portugal mag geloven die ze ons in de koloniale tijd op school opdrongen. Een wonder zou wel heel goed van pas komen in die tijd van geloofsverval, waarin de regering zich marxistisch noemde, ofschoon velen meenden dat dat louter 11
propaganda was. De wondertheorie kreeg dus onmiddellijk een schare onvoorwaardelijke aanhangers, vooral geconcentreerd in de kerken van Luanda, zowel in de gevestigde Europese, Amerikaanse of Afrikaanse kerken als bij de nieuwe, elektronische sekten. Het bruidspaar hoorde het nieuws tijdens het bruiloftsmaal. De twee reageerden totaal verschillend. hc riep onmiddellijk, dit is sabotage, de bommenleggers moeten opgepakt en gefusilleerd worden. João Evangelista werd bleek, als je dat tenminste kunt zeggen van een pikzwarte neger, en bedankte een of andere godheid uit zijn kinderjaren, stel je voor dat het tijdens de huwelijksplechtigheid was gebeurd. Er werd tijdens het banket en het aansluitende feest over niets anders gesproken. De door de bruid opgeworpen hypothese werd snel weerlegd. Er was geen explosie geweest en er waren geen gewonden. Bovendien zou een bom met de kracht om een gebouw van zeven verdiepingen neer te halen, het Kinaxixiplein roder hebben gekleurd van het bloed dan in die nieuwerwetse films die je op tv ziet. De oude Mateus, die in een hoekje zat te kniezen en Dona Mingota, zijn echtgenote en moeder van de bruidegom, de oren van de kop zeurde om op te stappen, omdat dit een onwettig huwelijk was, zo zonder dienst of iets, merkte op tegen zijn vrouw: ‘Het komt door deze zondige tijden. Wacht maar, er gaat nog veel meer gebeuren. Als zelfs mijn zoon met een heidin trouwt … Gelukkig ligt hun trouwboekje nu onder zeven verdiepingen puin bedolven. Dit huwelijk is niet meer geldig. ’ ‘Hou toch op, Mateus. Ze zorgen toch gewoon dat 12
het weer geldig wordt. Voor haar is alles kinderspel. ’ De oude Mateus Evangelista was echt een uitzondering op de bruiloft. Alle anderen waren vrolijk en uitgelaten, ze aten met smaak en genoten van het rijke assortiment aan drankjes, hoewel de voorkeur duidelijk uitging naar de whisky en het bier. hc was ondanks haar jeugdige leeftijd een vooraanstaand lid van de Jota. Ze was kandidate – en dat ze gekozen werd stond al op voorhand vast – voor een plaats in het Centraal Comité op het eerstvolgende congres van de jongerenorganisatie. Ze had al een verkiezingsleuze bedacht voor het geval ze campagne moest voeren: ‘hc in het cc ’. Om die reden had de Jota veel geld in het huwelijk gestoken. Er waren bestellingen geplaatst bij de staatsbedrijven die de distributie van vis en zeevruchten beheersten, bij slagerijen en poeliers, bakkers, slijters enzovoort. Ongelimiteerde hoeveelheden tegen symbolische prijzen. Het lokaal was gratis ter beschikking gesteld. Het combo ontving subsidie van de jongerenorganisatie en speelde dus voor niets. En de bruid had nog een fictieve dienstreis naar Rome geregeld, uiteraard op staatskosten, om de uitzet te kopen. João Evangelista kon zijn jonge echtgenote alleen maar dankbaar zijn, want hij kreeg de bruiloft van een vorst zonder een cent uit te geven. En omdat ze een geëmancipeerde vrouw was, hoefde hij niet eens een bruidsprijs te betalen. Toen ze nog verkering hadden, had hij daar voorzichtig naar gevraagd, maar ze had vinnig geantwoord, mijn ouders verkopen mij niet en niemand koopt mij. Hoogstens omgekeerd. Ik ben socialiste, naar de hel met al die obscurantistische tradities. Hoogstens omgekeerd … Die woorden waren bij João 13
Evangelista blijven hangen en kregen een paar jaar na hun huwelijk steeds meer gewicht in zijn verbeelding. In hoeverre was er niet een prijs voor hém betaald? hc werd inderdaad lid van het Centraal Comité van de jeugdbeweging en ze kreeg een auto toebedeeld als blijk van haar statusverhoging. João Evangelista profiteerde eveneens van de auto, vooral wanneer ze dagen achtereen van die marathonvergaderingen had die doorgingen tot diep in de nacht. Dan bracht hij haar ’s morgens weg en omdat ze na afloop van de vergadering altijd wel een lift kreeg aangeboden, kon hij de hele dag over de auto beschikken. Zijn werk was saai en bood niet veel perspectief. En geen mens merkte het als hij er niet was, wat trouwens voor bijna alle ambtenaren gold. Dan reed hij naar Morro dos Veados of nog verder weg, een dagje naar het strand, naar muziek luisteren en lezen. Het leven lachte João Evangelista toe, in tegenstelling tot wat zijn vader had voorspeld, die hem steeds weer via toespelingen tot een scheiding probeerde over te halen. Het enige minpunt was dat Carmina per se geen kinderen wilde, althans, voorlopig niet. Als ik lid word van het Centraal Comité van de Partij, maar dan ben je al veertig, welnee, dat haal ik veel eerder, vroeg genoeg om zwanger te kunnen worden. Een extra reden voor de oude Mateus om te snuiven, een duivelin is het, ze slikt pillen om niet zwanger te worden, ze geeft me zelfs geen kleinkind, dat huis is een hol van zonde. Daarom weigerde hij op bezoek te gaan bij zijn zoon, die ooit de bron van al zijn trots was geweest. Carmina merkte niet eens dat haar schoonvader nooit langskwam, ze had andere beslommeringen, zoals een landelijke schoonmaak 14