Liturgie voor de morgendienst in kerkcentrum Open Hof Op 18 januari 2015 om 9:30 uur Voorganger: Pastoraal werker Gert den Boef Organist: Harry Hamer
Vooraf zingen we het Lied van de maand 517 Christus, uit God geboren vóór alle eeuwigheid, komt ons als woord ter ore, verschijnt in onze tijd, een ster, die alle sterren te boven gaat, hen verre en glansrijk overstraalt. Gij, als een mens geboren, vervult voor ons de tijd. Nooit gaan wij meer verloren voor God in eeuwigheid. De dood mag niets meer hopen. Nu zich de hemel opent toont gij ons Gods beleid. U kennen doet ons bloeien, uw liefde doet ons goed. Wanneer wij in U groeien smaakt elke dag ons zoet. Wij dorsten heel ons leven om ons aan U te geven. Kom ons dan tegemoet! Gij, licht van den beginne en Vaders rechterhand, die heerst en alle dingen tot ons geluk omspant, laat, ook als wij niet willen, ons hart in u verstillen, door liefde overmand.
Wij sterven aan uw goedheid, die ons het leven geeft. De oude mens moet heengaan, de nieuwe Adam leeft. Vernieuw ons doen en denken, dat wij ons aan U schenken, ons hart al bij U leeft.
Welkom Zingen: Psalm 111 : 1 en 2 Van ganser harte loof ik Hem in ’t midden van Jeruzalem, de Heer in ’t midden der getrouwen. Groot zijn de daden van de Heer, Hij doet wie lust heeft aan zijn leer de schoonheid van zijn heil aanschouwen. Zijn doen is louter majesteit, zijn luister, zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand, blijft eeuwig gelden. Genadig en barmhartig is de Heer, en zijn gedachtenis eeuwig waar Hij zijn daden stelde.
Bemoediging en groet Zingen: Lied 195 Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest, als in den beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Aansteken van de kaarsen en openen van de bijbel Kyriegebed Zingen: Lied 967 : 1, 3, 6 en 7 Zonne der gerechtigheid, ga ons op in deze tijd, opdat al wat leeft de dag in uw kerk aanschouwen mag. Erbarm u, Heer.
Zie, Heer, de verdeeldheid aan, die geen mens ooit helen kan. Breng, o herder, in Gods naam uw verstrooide kudde saam. Erbarm u, Heer. Laat ons zo uw heerlijkheid zien in deze donkere tijd, opdat wij nu en voortaan trouw U ter beschikking staan. Erbarm u, Heer. Alle eer en macht en kracht worde, Heer, U toegebracht; heel de mensheid stemme saam in de drieklank van uw naam. Erbarm u, Heer.
Leefregel: Romeinen 12 : 9 – 21 9
Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het 10 goede toegedaan. Heb elkaar lief met de innige liefde van broe11 ders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en 12 dien de Heer. Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoude13 lijk. Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. 14 15 Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. Wees blij 16 met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot be17 scheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te 18 doen. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om 19 met alle mensen in vrede te leven. Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik 20 zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u 21 gloeiende kolen op zijn hoofd’. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Zingen: Lied 1014 : 1, 4 en 5 Geef vrede door van hand tot hand, je moet die schat bewaren; bescherm haar als een tere vlam, behoed haar voor gevaren.
De sterke, zachte hand zij dank, die meer dan troost kan geven: als woorden stokken, spreekt de hand in vriendschap, steun en zegen. Geef Christus door van hand tot hand, zijn liefde schenkt ons leven. Geef vrede door, geef haar een kans: een schat om uit te delen.
Inleiding op de kindernevendienst Gebed bij de opening van het Woord Lezen: Jesaja 62 : 1 – 5 1
Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. 2 Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de HEER zelf heeft bepaald. 3 Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de HEER, een koninklijke tulband in de hand van je God. 4 Men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Mijn bruid. Want de HEER verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen. 5 Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen.
Zingen: Lied 176 : 1 Om Sions wil zwijg ik niet stil, maar zal het heil des Heren, Jeruzalem, met luide stem lofzingend profeteren; totdat uw leed gewroken is, totdat uw licht ontstoken is, totdat gij straalt in ere.
Lezen: Johannes 2 : 1 – 11 1
Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moe2 der van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op 3 de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder 4 van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Wat wilt u van 5 me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het 6 ook is.’ Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes 7 stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden 8 ze tot de rand. Toen zei hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat 9 naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water ge10 schept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu 11 bewaard!’ Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem.
Zingen: Tussentijds 201 : 1 en 3 (melodie Lied 686) God die ons aan elkaar als wijn te drinken geeft, zend op het feest die daar het zoet geheim van heeft: Hem, die geheel ons zijn herschept, en zie 't is goed, die water maakt tot wijn, vreugde in overvloed. O Geest van God, bewaar ons altijd bij de Heer, bewaar ons bij elkaar, verbind ons meer en meer, opdat wij vrolijk zijn, gezond van ziel en bloed, en bij uw bruiloftswijn leven in overvloed.
Overdenking Zingen: Lied 526 : 3 en 4 In Kana was de gloed geweken, het vuur bedolven onder as; toen zei de vlam in ieders beker
wie er de ware wijnstok was; laat het nu uit de kruiken stromen, de vreugde ga van mond tot mond, omdat Hij, in zijn uur gekomen, de aarde aan zijn zijde vond! Juich voor de koning van de volken buig voor zijn opperheerschappij, zing halleluja! Uit de wolken komt ons zijn heerlijkheid nabij. Bouw dan ootmoedig aan de aarde, leg vrede in elkanders hand: Hij die de beste wijn bewaarde roept ons ter bruiloft in zijn land!
Gebeden, stil gebed en het Onze Vader Mededelingen en collecten Zingen: Lied 919 : 1, 3 en 4 Gij die alle sterren houdt in uw hand gevangen, Here God, hoe duizendvoud wekt Gij ons verlangen! Ach, ons hart / is verward, leer het op uw lichte hoge rijk zich richten. God, is dan wat U verliet uit uw hand gevallen? Mist Gij onze wereld niet bij uw duizendtallen? Blijf niet ver, / doe één ster in de nacht ons gloren, of wij zijn verloren! Christus, stille vaste ster, o Gij licht der lichten, waarnaar wij van her en der onze schreden richten, – geef ons moed; / ’t is ons goed U te zien, getrouwe, uw hoog rijk te aanschouwen.
Zegen